Beleidsreactie op wettelijke evaluatie Nederlandse Sportraad
Toekomstig sportbeleid
Brief regering
Nummer: 2024D24812, datum: 2024-06-13, bijgewerkt: 2024-07-24 14:30, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30234-391).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. Helder, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Beslisnota bij Kamerbrief over beleidsreactie evaluatie NLsportraad
- Externe evaluatie NLsportraad 2020-2023
- Eindrapport evaluatie NLsportraad 2019-2023
Onderdeel van kamerstukdossier 30234 -391 Toekomstig sportbeleid.
Onderdeel van zaak 2024Z10530:
- Indiener: C. Helder, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2024-06-18 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-06-26 10:15: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2024-12-02 16:15: Begrotingsonderdeel Sport en Bewegen (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
30 234 Toekomstig sportbeleid
Nr. 391 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 juni 2024
Hierbij bied ik u de wettelijke evaluatie van de Nederlandse Sportraad (hierna: NLsportraad) aan, voorzien van mijn beleidsreactie. Deze evaluatie komt voort uit de Kaderwet adviescolleges en besteedt aandacht aan de taakvervulling van de NLsportraad in de periode 2019 – 2023. De NLsportraad heeft deze evaluatie door een extern onderzoeksbureau1 laten uitvoeren.
In deze beleidsreactie zal ik eerst ingaan op de conclusies en aanbevelingen van het onderzoek. Daarna volgt mijn beleidsstandpunt.
1. Het evaluatierapport
De hoofdthema’s van deze evaluatie zijn de ontwikkeling en het functioneren van de NLsportraad, met daarbij aandacht voor de ontwikkeling van de interne organisatie, de positionering van de raad, en de adviezen. Ook is gekeken naar de toekomstbestendigheid van de NLsportraad en de opvolging van de aandachtspunten uit de evaluatie 2016 – 2019.
Conclusies
Uit het evaluatierapport volgt een aantal conclusies:
1) De NLsportraad heeft zich doorontwikkeld
Conclusie van de evaluatie is dat de NLsportraad de afgelopen jaren meerdere stappen heeft gezet richting een professionele en gevestigde adviesraad. Dit is in lijn met de wettelijke verankering als formeel adviescollege. Waar in de vorige evaluatie de meerwaarde van de NLsportraad nog niet eenduidig en eenvoudig kon worden omschreven, is nu te zien dat de meerwaarde de afgelopen jaren nadrukkelijker naar voren komt. De NLsportraad heeft daarbij een verbetering ingezet in de uitvoering van de wettelijke taken. Tegelijkertijd wordt geconstateerd dat de NLsportraad nog niet op het zelf gewenste ambitieniveau functioneert.
2) De doorontwikkeling van de raad kent een keerzijde
2a) Beperkte omvang secretariaat
Uit de evaluatie komt naar voren dat de ondersteunende capaciteit van de raad beperkt en kwetsbaar is, en dat dit een risico vormt voor de continuïteit van de uitvoering van het werkprogramma. Het secretariaat ervaart een hoge werkdruk om meermaals per jaar adviezen te produceren van hoge kwaliteit. De onderzoekers constateren dat het aantal inhoudelijk adviseurs niet is meegegroeid met de verbreding van de opdracht. Ook raadsleden merken dat. Geconstateerd wordt dat te veel herprioritering daarbij ten koste kan gaan van de lange termijndoelstellingen van raad, die ook onder meer met ongevraagde adviezen worden nagestreefd. In het evaluatierapport concluderen de onderzoekers dat een versterking van het secretariaat wenselijk is.
2b) Positie in het veld: bredere opdracht is passend, tevredenheid wisselt
Waar in de vorige evaluatie nog niet alle partijen bekend waren met de positie van de NLsportraad, komt uit deze evaluatie dat de NLsportraad voor de meeste stakeholders duidelijke meerwaarde heeft en iets toevoegt. De focus op sport en bewegen in relatie tot andere vraagstukken en in combinatie met de adviesfunctie wordt daarbij gezien als uniek karakter van de raad.
In de evaluatie wordt geconstateerd dat de NLsportraad de afgelopen jaren meer positie in heeft genomen in het veld en de relaties met meerdere stakeholders heeft verbeterd. Wel blijkt dat oude beelden en negatieve beeldvorming rondom de raad bij enkele stakeholders nog steeds bestaan. Het gaat hier onder meer om beeldvorming rondom de mate van neutraliteit van de raad. De onderzoekers concluderen dat een meer neutrale houding, met enige distantie tot de onderwerpen waarop de raad adviseert, kan bijdragen aan de ontwikkeling van de gezaghebbendheid van de NLsportraad. Uit de evaluatie komt ook naar voren dat de samenwerking tussen de NLsportraad en het Ministerie van VWS de afgelopen jaren is verbeterd, maar nog niet vanzelfsprekend op een «volwassen» niveau is. De NLsportraad ervaart soms beperkte opvolging van de adviezen aan de kant van VWS.
2c) Adviezen volgens stakeholders twee kanten
Enerzijds wordt in het evaluatierapport aangegeven dat de stakeholders positief zijn over de (wetenschappelijke) kwaliteit van de adviezen en de inzet van andere vormen. Anderzijds bestaat het beeld dat adviezen nog te weinig hebben bijgedragen aan transities in het veld.
3) Het verwerven en versterken van positie kost tijd, zeker in uitdagende omstandigheden
In het rapport wordt geconcludeerd dat door de wettelijke taak van de NLsportraad om over stelsel brede vraagstukken te adviseren, zij als nieuwe speler in dat veld te maken krijgt met weerstand van gevestigde partijen. Volgens de onderzoekers is er voor het thema sport en bewegen vanuit de sector en de politiek geringe aandacht. En door gebrek aan ambtelijke capaciteit bij VWS aan de ene kant en capaciteit bij de raad om uitvoering te geven aan de wettelijke taak anderzijds, is de opvolging van adviezen beperkt.
4) De raad is aan zet om het vervolg vorm te geven
De onderzoekers adviseren de raad de komende jaren de ingezette lijn door te voeren en daarvoor een aantal zaken in gang zetten, waaronder het vormen van een visie over de maatschappelijke opgave waar de raad de komende 10–15 jaar voor staat. En op basis van deze visie scherpe keuzes maken.
Om hier zelf vorm aan te geven als heeft het onderzoeksbureau een aantal aanbevelingen gedaan. Hieronder de aanbevelingen zoals geformuleerd door AEF.
Aanbevelingen
1) Ontwikkel het mission statement voor de Nlsportraad
De NLsportraad wordt geadviseerd om de bestaande visie nader te concretiseren en richting te kiezen voor de langere termijn: aan welk doel wil de NLsportraad bijdragen? Dit moet ook bijdragen aan het maken van scherpe keuzes in het selecteren van adviesthema’s en het wel of niet oppakken van adviesaanvragen.
2) Zorg voor een passende balans in de samenstelling van de raad
Uit een mission statement volgt ook een helder beeld over de samenstelling van de raad. De meerwaarde wordt gezien om in de doorwisseling van raadsleden nadrukkelijker op aanvullende wetenschappelijke profielen te werven.
3) Blijf rolvast en zoek de samenwerking op
Rolvastheid betekent dat de NLsportraad zich primair richt op de inhoud van de advisering en niet als belangenbehartiger voor thema’s uit het werkprogramma. Er ligt ruimte om meer samenwerking op te zoeken met stakeholders, bijvoorbeeld bij het ontwikkelen van de mission statement of de totstandkoming van het werkprogramma.
4) Zet in op inhoudelijke versterking van het secretariaat
Een versterking wordt nodig gezien om de komende jaren uitvoering te blijven geven aan de wettelijke taak. Het gaat hier vooral om inhoudelijk adviseurs die een rol hebben in het primair proces.
5) Breng enkele verbeteringen aan in het adviesproces
In de evaluatie zijn enkele concrete punten tegen gekomen waarin het adviesproces doeltreffender kan worden ingericht. Het gaat om het zorgen voor meer afstemming met VWS over de prioritering van adviezen, om al te veel herprioritering in het werkprogramma te voorkomen. Daarnaast om te blijven inzetten op verschillende adviesvormen en het werken met realistische interne en externe planningen.
2. Beleidsreactie
Het evaluatierapport geschreven door AEF heeft inzicht gegeven in de ontwikkeling en het functioneren van de NLsportraad in de periode 2019–2023.
In algemene zin onderschrijf ik de bevindingen uit het evaluatierapport. In het rapport staan geen verrassingen en het geeft aanknopingspunten om de NLsportraad verder door te ontwikkelen en de constructieve samenwerking tussen de NLsportraad en VWS verder te versterken.
Het evaluatierapport concludeert dat de raad aan zet is om vorm te geven aan het vervolg. Dat is voor de meeste conclusies en aanbevelingen het geval, maar voor een aantal bevindingen geldt ook een betrokkenheid voor het Ministerie van VWS. Onderstaand ga ik dieper op de conclusies en aanbevelingen in.
Reactie op de conclusies:
1) De NLsportraad heeft zich doorontwikkeld
De conclusie die in het rapport wordt getrokken door de onderzoekers is herkenbaar. Ik constateer ook dat de raad zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld tot een professionele en gevestigde adviesraad. De wettelijke verankering als formeel adviescollege per 1 januari 2023 heeft daar aan bijgedragen.
2) De doorontwikkeling van de raad kent een keerzijde
In het rapport wordt beschreven dat de positieve ontwikkeling die de raad heeft doorgemaakt de afgelopen jaren ook een keerzijde kent. Deze drie aandachtspunten zijn herkenbaar. Per punt licht ik nader toe wat mijn standpunt is.
2a) Beperkte omvang secretariaat
Er wordt geconstateerd dat de NLsportraad nog niet op het zelf gewenste ambitieniveau functioneert. Een van de redenen die hiervoor wordt genoemd, is de beperkte en kwetsbare omvang van het secretariaat, met name wat betreft inhoudelijke adviseurs. Ik ben hierover reeds in gesprek met de NLsportraad Meerdere scenario’s worden hierbij uitgewerkt.
2b) Positie in het veld: bredere opdracht is passend, tevredenheid wisselt
Ik ben verheugd dat de positie van de NLsportraad in het veld verbeterd is en dat de meerwaarde door stakeholders wordt gezien. De raad heeft duidelijk toegevoegde waarde in het domein van sport en bewegen.
Tegelijkertijd wordt geconstateerd dat bij enkele stakeholders oude beelden nog aanwezig zijn met betrekking tot de neutrale houding van de raad. In dit licht vind ik het van belang dat de raad consistent werkt en de eigen rol daarbij in het vizier houdt. Ik zie hierin ook een belangrijke rol voor de nieuwe voorzitter van de NLsportraad. Het is herkenbaar dat de raad in een veld werkzaam is met vele belangen en veel aanwezige expertise. Om hier een goede balans in te vinden onderschrijf ik de conclusie dat een meer neutrale houding, met enige distantie tot de onderwerpen waarop de raad adviseert, kan bijdragen aan de ontwikkeling van meer gezaghebbendheid van de NLsportraad. Hierover blijf ik graag met de NLsportraad in gesprek.
2c) Adviezen volgens stakeholders twee kanten
Zoals ook onder conclusie 2b aangegeven, is het goed te lezen dat stakeholders de adviezen als positief ervaren. Er wordt daarnaast geconstateerd dat de adviezen een meer zichtbare doorwerking moeten gaan krijgen. De vraag is dan wat die doorwerking moet zijn en hoe ver de rol van raad hierbij gaat.
3) Het verwerven en versterken van positie kost tijd, zeker in uitdagende omstandigheden
De onderzoekers constateren terecht dat het voor de raad als nieuwe organisatie lastig is om positie te verwerven in een sector met veel gevestigde partijen. Echter, concludeert het rapport ook dat het draagvlak en de meerwaarde onder stakeholders meer gezien wordt.
Over de soms beperkte opvolging van de adviezen ben ik in gesprek met de NLsportraad. Hierbij heb ik reeds aangegeven dat het mijn intentie is om de adviezen van de NLsportraad van een inhoudelijke reactie te voorzien. De NLsportraad en VWS kijken op dit moment gezamenlijk naar een manier om dit op een goede wijze te kunnen doen, met inachtneming van ieders rol.
4) De raad is aan zet om het vervolg vorm te geven
De aanbevelingen die de onderzoekers doen op basis van de getrokken conclusies zijn met name gericht op de rol van de raad zelf. In een gesprek wat ik met de NLsportraad heb gevoerd naar aanleiding van dit rapport geeft de raad aan zich te herkennen in de conclusies die AEF schetst in het rapport. De NLsportraad is blij met de erkenning van AEF over de doorontwikkeling en professionalisering die de raad doormaakt en ziet genoeg aanleiding om met de aanbevelingen van AEF aan de slag te gaan. De komst van een nieuwe voorzitter per 1 augustus 2024 en de op handen zijnde ontwikkeling van een nieuw werkprogramma 2026–2029 bieden mogelijkheden aanbevelingen op te pakken.
Reactie op de aanbevelingen
AEF heeft een vijftal aanbevelingen gedaan en zoals gezegd zijn het aanbevelingen die voor de NLsportraad en voor mij herkenbaar zijn. Het ontwikkelen van de mission statement en een passende samenstelling van de raad ondersteun ik van harte. Het zoeken naar de balans tussen rolvast blijven en de samenwerking met stakeholders versterken, sluit aan bij de eerste twee aanbevelingen. Over de aanbevelingen die betrekking hebben op het secretariaat en het adviesproces hebben de raad en VWS de komende tijd gesprekken om nader uit te werken wat dit betekent en hoe dit eruit kan zien.
Tot slot
De samenwerking tussen de NLsportraad en het Ministerie van VWS is de afgelopen jaren verbeterd en de rollen en taken in de samenwerking zijn daarbij duidelijk afgebakend en vastgesteld. De wettelijke verankering van de raad per januari 2023 heeft daaraan bijgedragen. Er is gezamenlijk gewerkt aan een professionaliseringsslag, met focus op constructieve samenwerking op de inhoud en versterking van elkaars positie. Het evaluatierapport biedt voldoende aanknopingspunten om dit nog verder te ontwikkelen. Ik zet dit de komende jaren dan ook graag samen met de NLsportraad voort.
De aanbevelingen uit het evaluatierapport en de bestuurlijke reactie (zie bijlage) van de NLsportraad maken dat ik de vervolgstappen met vertrouwen tegemoet zie.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
C. Helder
Andersson Elffers Felix (AEF)↩︎