Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over Voortgang Strategie ter bescherming Noordzee Infrastructuur (Kamerstuk 33450-128)
Mariene Strategie voor het Nederlandse deel van de Noordzee
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2024D24834, datum: 2024-06-13, bijgewerkt: 2024-06-25 10:52, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2024D24834).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.L. Postma, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Nieuw Sociaal Contract)
- Mede ondertekenaar: M. Meedendorp, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2024Z10036:
- Indiener: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Defensie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2024-06-11 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-06-11 16:30: Procedurevergadering IenW - verplaatst van 05-06-2024 (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2024-06-13 16:00: Voortgang Strategie ter bescherming Noordzee Infrastructuur (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2024-09-05 17:15: Noordzee infrastructuur (Technische briefing), vaste commissie voor Defensie
Preview document (đ origineel)
2024D24834 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de brief Voortgang Strategie ter bescherming Noordzee Infrastructuur (Kamerstuk 33 450, nr. 128).
De fungerend voorzitter van de commissie,
Postma
Adjunct-griffier van de commissie,
Meedendorp
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inleiding
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de beleidsbrief aangaande de voortgang Strategie ter bescherming Noordzee Infrastructuur. Zij hebben de volgende vragen hierover.
De leden van de NSC-fractie hebben met instemming kennisgenomen van de brief Voortgang Strategie ter bescherming Noordzee Infrastructuur. Deze leden maken zich zorgen over de veiligheid van de vitale Nederlandse infrastructuur op de Noordzee. Recente berichtgeving over Russische spionageactiviteiten maakt nogmaals duidelijk dat waakzaamheid op dit dossier geboden is. Daarom doet het deze leden goed om te zien dat de Minister hier aandacht voor heeft. Deze leden hebben nog een enkele vraag.
De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de voortgang inzake de strategie ter bescherming van de Noordzee infrastructuur en het bijbehorende actieplan. Zij willen het belang van deze strategie en het actieplan graag onderstrepen en hebben nog enkele vragen.
PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie constateren dat de Minister voornemens is om geld uit het Mobiliteitsfonds te gebruiken ten behoeve van het Programma Bescherming Noordzee Infrastructuur. Daarbij wordt door de leden tevens opgemerkt dat art. 6 lid 7 sub c uit de Wet Mobiliteitsfonds stelt dat uit het Mobiliteitsfonds geen uitgaven gedaan of subsidies verstrekt mogen worden ten behoeve van militaire doeleinden. Deze leden vragen zich af of op welke manier de samenwerking met Defensie, de feitelijke inzet van de Koninklijke Marine en de betrokkenheid (samenwerking) van NAVO-bondgenoten bij het uitvoeren van het programma, in het licht van de voornoemde bepaling, gerechtvaardigd kan worden als zijnde niet in strijd met de Wet Mobiliteitsfonds. Deze leden vragen voorts aan de Minister of het Mobiliteitsfonds de juiste dekking is voor uitvoering van de strategie ter bescherming van de Noordzee infrastructuur en of andere fondsen c.q. dekkingsbronnen zijn overwogen en zo ja, welke dat dan zijn.
De leden van de PVV-fractie vragen zich af of de Minister van mening is dat activiteiten die voortkomen uit de drie hoofdtaken van Defensie uitgelegd kunnen worden als zijnde «militaire doeleinden» (ex art. 6 lid 7 sub c Wet Mobiliteitsfonds).
NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie vragen om een nadere toelichting waarom er gekozen is om financiering voor deze maatregelen (deels) uit het Mobiliteitsfonds te halen. Kan de Minister daarbij ook aangeven waar dit geld, uit artikelonderdeel 11.03 reserveringen, oorspronkelijk voor was bestemd?
SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie lezen dat werk gemaakt wordt van de beveiliging van onder meer de energie-infrastructuur. Er is ook de mogelijkheid om te kiezen voor spreiding van risicoâs door nieuwe energie-infrastructuur voor onder meer de aanlanding van windparken niet teveel te bundelen, maar door de aanlanding meer te spreiden. Deze leden horen graag hoe de Minister hiernaar kijkt. Wordt dit meegewogen in de besluitvorming over nieuwe energie-infrastructuur?
De leden van de SGP-fractie benadrukken het belang van een duidelijke governance op de verschillende niveaus. Dit mag in de ogen van deze leden niet wachten tot het einde van de looptijd van het actieplan. Gaat de Minister ervoor zorgen dat de eerste actielijn van het actieplan binnen enkele maanden, en in ieder geval voor eind 2024, uitgevoerd en zoveel mogelijk afgerond wordt?
De leden van de SGP-fractie lezen dat het Ministerie van Defensie in de afgelopen periode al enkele keren inzet gepleegd heeft naar aanleiding van signalen afgegeven door sectorpartijen. Kan de Minister â voor zover mogelijk â globaal aangeven om welke signalen en acties het hierbij ging? Op welke wijze worden sectorpartijen betrokken bij het actieplan en de uitwerking ervan, zodat deze ogen en oren beter benut worden en kapiteins, reders en vissers weten hoe en waar ze aan de bel moeten trekken?