Onderzoeksrapport “Wenselijkheid van en mogelijkheden voor een Algemene wet bestuursrecht voor de BES”
Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2024
Brief regering
Nummer: 2024D25122, datum: 2024-06-14, bijgewerkt: 2024-07-31 10:51, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36410-IV-72).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
- Onderzoeksrapport “Wenselijkheid van en mogelijkheden voor een Algemene wet bestuursrecht voor de BES”
- Beslisnota bij Kamerbrief Onderzoeksrapport “Wenselijkheid van en mogelijkheden voor een Algemene wet bestuursrecht voor de BES”
Onderdeel van kamerstukdossier 36410 IV-72 Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2024.
Onderdeel van zaak 2024Z10603:
- Indiener: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2024-06-18 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-06-26 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2024-09-26 13:30: Justitieketen van het Caribisch deel van het Koninkrijk (Commissiedebat), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
36 410 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2024
Nr. 72 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 juni 2024
Hierbij bied ik uw Kamer, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het onderzoeksrapport «Wenselijkheid van en mogelijkheden voor een Algemene wet bestuursrecht voor de BES-eilanden» aan. Dit onderzoek is verricht door prof. mr. S.E. Zijlstra en prof. mr. P.J. Huisman, beiden verbonden aan de Vrije Universiteit Amsterdam en de University of Curaçao.
Doel van het onderzoek was te verkennen in hoeverre invoering van algemeen bestuursrechtelijke wetgeving voor de BES-eilanden wenselijk dan wel (voor onderdelen) noodzakelijk is en te verkennen wat een mogelijke inhoud van een Algemene wet bestuursrecht voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: Awb BES) zou kunnen zijn. Uitkomst van het onderzoek is dat er zowel constitutioneelrechtelijk als bestuurlijk-juridisch diverse argumenten bestaan die pleiten voor de totstandbrenging van een Awb BES. De onderzoekers hebben een uitgebreide analyse verricht van wet- en regelgeving en jurisprudentie met betrekking tot de BES en ook per artikel van de (Europees Nederlandse) Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) bekeken of dat zich (al dan niet in aangepaste vorm) leent voor opname in een Awb BES. Op basis daarvan concluderen de onderzoekers dat een substantieel deel van de Awb voor opname in aanmerking komt. Kortheidshalve verwijs ik uw Kamer naar de samenvatting van het onderzoeksrapport.
De onderzoekers geven ook aan dat invoering van een Awb BES uitgebreide en ingewikkelde aanpassingswetgeving vergt. Veel BES-wetgeving en vele eilandsverordeningen, inclusief de daarop gebaseerde lagere regelingen, zullen moeten worden aangepast. Naast de gevolgen voor (bestaande) wetgeving, zijn er uiteraard ook (aanzienlijke) gevolgen voor de uitvoering te verwachten. Het is uiteraard van groot belang dat de selectie van onderwerpen en de wijze waarop die geregeld worden in een (eerste wetsvoorstel voor een) Awb BES goed uitvoerbaar is voor de (rechts)praktijk. Dit vergt nader onderzoek, afstemming met betrokkenen en het maken van (politieke) beleidskeuzes.
Kortom, ik zie het onderzoek als een belangrijk startpunt om in gesprek te gaan met de eilandsbesturen over bovenstaande en andere vraagstukken die het onderzoek blootlegt en hoe daar het beste vervolg aan kan worden gegeven. Tegelijkertijd met de aanbieding aan uw Kamer heb ik het rapport daarom ook aangeboden aan de eilandsbesturen.
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind