[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 zoekmachine] [wat is dit?]

Verslag van de OJCS-Raad voor de onderdelen onderwijs en cultuur van 13 en 14 mei 2024

Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport

Brief regering

Nummer: 2024D25251, datum: 2024-06-17, bijgewerkt: 2024-07-31 16:42, versie: 3

Directe link naar document, link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-34-420).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 34-420 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport .

Onderdeel van zaak 2024Z10653:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

21 501-34 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport

Nr. 420 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 juni 2024

Hierbij stuur ik u het verslag van de formele Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport Raad (OJCS-Raad) voor de onderdelen onderwijs en cultuur die op 13 en 14 mei 2024 in Brussel plaatsvond. Ook is een verslag opgenomen van een werkdiner in Antwerpen voor cultuurministers van 13 mei.


Mede namens de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf

Onderwijs

Het onderdeel onderwijs vond plaats op 13 mei in Brussel. Hier stond één beleidsdebat op de agenda. Voorafgaand aan het beleidsdebat stonden de onderstaande stukken ter vaststelling geagendeerd, waarover u eerder in de geannoteerde agenda bent geïnformeerd. Deze zijn zonder verdere opmerkingen aangenomen:

• Raadsaanbeveling Europa in beweging, leermobiliteitsmogelijkheden voor iedereen

• Raadsconclusies over het promoten van bewijsgeïnformeerd beleid in onderwijs en training voor de Europese Onderwijsruimte

Beleidsdebat over AI en onderwijs

Het Belgisch voorzitterschap heeft, in het kader van hun prioriteit digitaal onderwijs, een beleidsdebat over de gevolgen van kunstmatige intelligentie (AI) op het onderwijs(beleid) geagendeerd. Daarbij werd gewezen op de gevolgen voor vaardigheden van leerkrachten en lerenden én de rol van leerkrachten en maatschappelijke ethische aspecten. Het doel van het debat was om na te gaan hoe nationale onderwijsstelsels voorbereid kunnen worden op de uitdagingen en kansen van AI en welke mogelijke maatregelen op Europees niveau kunnen worden genomen om AI in onderwijs en opleiding optimaal in te zetten, zonder de kwaliteit van onderwijs te verlagen.

De lidstaten waren het er over eens dat AI een kans én een risico is, en dat AI een plek in het onderwijs moet krijgen – zowel om lerenden technische kennis als begrip van AI bij te brengen maar ook om de toegang tot het onderwijs te verbreden en te waarborgen en innovatieve onderwijstools te ontwikkelen. De lidstaten waren het eens over de mogelijke risico’s van het gebruik van AI, namelijk dat de digitale kloof tot meer ongelijkheid in de maatschappij kan leiden. Daarnaast bestaan er gevaren voor fundamentele waarden met betrekking tot gegevensbescherming en veiligheid.

Sommige lidstaten gaven hierbij aan tot een (flexibel) EU-kader te willen komen, bijvoorbeeld door een gezamenlijk kader voor het ethisch gebruik van AI in het onderwijs te ontwikkelen. Anderen gaven de voorkeur aan peer learning en andere vormen van uitwisseling van best practices. Hierbij is het van belang dat AI in de docentenopleiding en de professionalisering van leerkrachten wordt opgenomen. Veel lidstaten onderstrepen ook dat curricula aangepast moeten worden om digitale vaardigheden van leerlingen te vergroten.

Nederland heeft zich gericht op het betrekken van leraren bij beleidsvorming, en daarbij gewezen op de relevante programma’s NOLAI en NPuls. Nederland vroeg verder om meer standaardisatie en stimulering op Europees niveau van een ecosystem voor AI in het onderwijs die de Europese publieke waarden respecteert. Daardoor wil Nederland voorkomen dat door de opkomst van AI de al bestaande dominantie van Big Tech in het digitaal onderwijs verder toeneemt en publieke waarden in het gedrang komen. Volgens Nederland moet de ethische en verantwoorde toepassing van AI-systemen in het onderwijs integraal gewaarborgd worden, namelijk door (EU-)wetgeving, kennisuitwisseling en samenwerking tussen lidstaten maar ook doordat het onderwijscurriculum en de opleiding en professionalisering van leerkrachten op de komst van AI inspelen.

Diversen

Gemeenschappelijke Europese Graad

De Europese Commissie gaf een update over het voorstel Gemeenschappelijke Europese Graad dat op 27 maart jl. is gepresenteerd. Dit voorstel riep bij sommige lidstaten scherpe vragen op, over o.a. de verhouding van dit voorstel tot al bestaande initiatieven (Bologna, Europese Onderwijsruimte) en de meerwaarde van een nieuw instrument.

Bevordering van een rechtsstaatcultuur door middel van onderwijs

De Europese Commissie informeert de lidstaten over het bevorderen van de rule of law culture via het onderwijs. Met dit punt wil de Commissie het belang van een gedegen kennis van de fundamentele waarden van de EU onderstrepen.

Werkprogramma van het aantredende Hongaarse voorzitterschap

Hongarije geeft een korte update van hun prioriteiten op onderwijsgebied tijdens het inkomend voorzitterschap.

Cultuur

Het onderdeel cultuur vond plaats op 14 mei in Brussel. Hier stond een beleidsdebat op de agenda. Ook diende Nederland een AOB-punt in over een conferentie voor het Haags Verdrag. Voorafgaand aan het beleidsdebat stonden de onderstaande stukken ter vaststelling geagendeerd, waarover u eerder in de geannoteerde agenda bent geïnformeerd. Deze zijn zonder verdere opmerkingen aangenomen:

• Raadsconclusies over steun aan influencers als onlinecontentmakers

• Raadsconclusies over het versterken van de culturele en creatieve sectoren via datagedreven publieksontwikkeling

Beleidsdebat over het verbeteren van de arbeidsomstandigheden van kunstenaars en andere culturele professionals.

Het Belgisch voorzitterschap stelt dat de belangstelling voor het gebruik van AI-technologieën in verschillende sectoren, waaronder de culturele en creatieve sectoren, is toegenomen en dat deze technologieën hiermee laten zien dat ze een transformatief potentieel hebben. Gezien dit potentieel stelde het voorzitterschap de vraag hoe lidstaten de culturele en creatieve sectoren ondersteunen bij het ontwikkelen en gebruiken van AI-technologieën en welke lessen hieruit getrokken kunnen worden. Daarnaast vraagt het voorzitterschap hoe EU-beleid tegemoet kan komen aan de behoeften van de culturele en creatieve sectoren op het gebied van AI.

Het beleidsdebat begon met een bijdrage van Marnix Verduin, stripauteur en ingenieur. In deze bijdrage werd gewezen op het belang van samenwerking tussen professionals in de culturele en creatieve sectoren enerzijds en professionals in de wereld van AI anderzijds. De brug tussen en kennis over beide groepen ontbreekt momenteel vaak nog, juist hier kan ook de EU een rol spelen. De Europese Commissie beaamde dit. Na grote stappen op de AI verordening is het nu tijd om dieper te duiken in de specifieke effecten van AI op sectoren zoals de culturele en creatieve industrie. De Commissie noemt verschillende programma’s zoals Creative Europe en Horizon Europe waarin financiering voor adaptatie aan AI beschikbaar is gesteld. De komende tijd richt de Commissie zich op het versterken van deze initiatieven.

In de bijdragen van de lidstaten kwamen een aantal thema’s duidelijk naar voren. De culturele en creatieve professionals moeten zich veel meer bewust zijn van de kansen en uitdagingen van AI voor de sector. Daarvoor is extra aandacht, training en financiering nodig, waarin Europa een belangrijke rol kan spelen. AI kan de verspreiding van materiaal bevorderen en daarmee een grotere doelgroep bereiken. Ook is materiaal met behulp van AI makkelijker specifiek toe te spitsen op bepaalde doelgroepen. Tegelijkertijd is het belangrijk om culturele diversiteit te waarborgen. Verschillende landen, met name zij met minderheidstalen, wezen op het risico dat AI vormt voor kleine talen die meer in de verdrukking kunnen komen omdat AI beter in grotere talen genereert. Maar aan de andere kant kan ook het automatisch vertalen van materiaal in kleine talen deze verder doen verspreiden. Ook het beschermen van creativiteit versus AI kwam in een deel van de inbreng terug.

Veel lidstaten wezen op het belang van fair pay voor professionals in de creatieve en culturele sector. Hoewel AI zelf materiaal genereerd is dit vaak gebaseerd op bestaand materiaal, waar vaak auteursrecht op rust. Deze lidstaten riepen dan ook op hier op Europees niveau een serieuze discussie over te voeren. Bijna alle lidstaten wezen tenslotte op de weerbaarheid van onze samenleving tegen desinformatie, deep fakes en het beschermen van fundamentele waarden. AI biedt hier kansen, maar zorgt vooral voor veel uitdagingen, waarover meer onderzoek moet plaatsvinden.

Nederland sprak zich conform de in de geannoteerde agenda geleverde inzet uit.

Diversen:

Selectie van Bourges, Frankrijk als Europese Hoofdstad voor Cultuur in 2029 (FRA)

Frankrijk gaf een toelichting op de selectie van de Franse stad Bourges als Europese Hoofdstad van Cultuur voor 2028.

Conferentie over het Haagse Verdrag, 13–15 mei (Nederland)

Nederland gaf een toelichting geven op de conferentie ter gelegenheid van het 70-jarig bestaan van het Haags Verdrag over de bescherming van cultureel eigendom tijdens gewapend conflict die 13-15 mei in Den Haag plaatsvond. Deze inbreng kon op steun van verschillende lidstaten rekenen.

Internationale Conferentie over het herstel van de Oekraïense culturele sector (LIT)

Litouwen gaf een toelichting op een conferentie over het herstel van de Oekraïense culturele sector die 6-7 juni zal plaatsvinden in Vilnius, Litouwen

De toekomst van het Europese cultuurbeleid (DUI)

Duitsland vroeg via een notitie aandacht voor de toekomst van het Europese cultuurbeleid met het oog op het nieuwe Meerjarig Financieel Kader en de nieuwe Europese Commissie. Duitsland pleit voor het behouden van «Cultuur» in de titel voor de volgende verantwoordelijke Eurocommissaris en voor het behoud van Creative Europe als zelfstandig Europees programma. Daarnaast pleit Duitsland voor het mainstreamen van cultuur in het overige beleid van de Europese Unie. Deze inbreng kon op steun van veel lidstaten rekenen.

Informeel werkdiner

Informeel werkdiner over identiteit, diversiteit en het vermogen van cultuur om geopolitieke spanningen te adresseren.

Het voorzitterschap vroeg tijdens het informeel werkdiner naar de ideeën voor het versterken van de Europese identiteit in de context van de huidige geopolitieke uitdagingen waarbij de diversiteit in Europa behouden blijft, en vroeg hoe cultuurbeleid en culturele instituties hieraan kunnen bijdragen.

Minister van Cultuur Jan Jambon opende het debat. Na zijn opening gaf Svetlana Tichanovskaja, leider van de Belarussische democratische beweging die sinds 2016 in ballingschap werkt, een inleiding over het onderwerp. Zij deed een indringende oproep aan EU-lidstaten de democratische beweging te blijven steunen, en wees er daarbij op dat onder dictatuur en de daarmee gepaard gaande propaganda de identiteit en cultuur van haar land vernietigd wordt. Eén relatief simpele manier deze toch te steunen is door mensen in ballingschap uit te nodigen voor culturele evenementen.

Verschillende lidstaten wezen daarop naar de fysieke vernietiging van cultuur en erfgoed in Oekraïne als gevolg van de Russische invasie. Ook dat is een aantasting van de nationale identiteit. Veel van de in Oost-Europa gelegen lidstaten gaven dan ook aan de huidige strijd in Oekraïne niet alleen als territoriale, maar juist als culturele strijd te zien. Hierin trokken zij de eerder genoemde lijn door dat kunst en cultuur als vrije uiting en manier om kritisch denken te bevorderen een bedreiging vormen voor dictaturen en antidemocratische bewegingen. Cultuur komt vaak voort uit verschillende stromingen uit het verleden, een verleden waaruit wij lessen moeten trekken om ervoor te zorgen dat eerdere fouten niet opnieuw herhaald worden.

Sommige lidstaten wezen erop dat de digitalisering van cultuur deze weerbaarder kan maken tegen dreigingen als gevolg van conflict, maar bijvoorbeeld ook klimaatverandering. Ook maakt dit sommige vormen van cultuur toegankelijker voor mensen met minder middelen om deze fysiek te bezoeken. Nieuwe technologieën zorgen echter ook voor extra uitdagingen, zoals ook in het beleidsdebat de volgende dag over AI en cultuur veelvuldig is geuit.

Ook de Commissie wees op de eenheid die de huidige crises in Oekraïne en Belarus brengen. Dit is juist een eenheid gebaseerd op culturele diversiteit, waarbij onderling respect centraal staat. Ook gingen zij net als veel lidstaten in op de financiering van cultuur, die essentieel is om deze te blijven stimuleren en laten groeien in al haar vormen. Hier wees de Commissie bijvoorbeeld op het «Creative Europe» programma, maar ook op de culturele hoofdsteden die elk jaar weer ondersteunt worden om zich te ontwikkelen en op het «New European Bauhaus».

Uit de verschillende bijdragen van de lidstaten bleek dat de opvattingen van wat zij precies van belang achten onder de «culturele» paraplu om geopolitieke spanningen te adresseren soms erg kan verschillen. Tegelijkertijd zijn zij wel verenigd in de conclusie dat cultuur in al die vormen als verbinding in diversiteit en als vrije uiting van kritisch denken een strategische rol kan vervullen om gezamenlijk uitdagingen aan te gaan, zij het conflict en geweld, klimaatverandering of andere spanningen.