Uitkomst Milieuraad 17 juni v.w.b. de Natuurherstelverordening
Milieuraad
Brief regering
Nummer: 2024D25328, datum: 2024-06-17, bijgewerkt: 2024-08-01 15:36, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-08-951).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van der Wal, minister voor Natuur en Stikstof
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 08-951 Milieuraad.
Onderdeel van zaak 2024Z10688:
- Indiener: C. van der Wal, minister voor Natuur en Stikstof
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2024-06-19 14:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-06-26 11:15: Procedurevergadering commissie LNV (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2024-09-04 12:15: Aanvang middagvergadering Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
21 501-08 Milieuraad
36 508 Interpellatie-Van der Plas inzake het niet voldoen aan het informatieverzoek om de Impact Assessment Natuurherstelverordening naar de Kamer te sturen
Nr. 951 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR NATUUR EN STIKSTOF
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 juni 2024
Tijdens de Milieuraad van 17 juni1 jl. heeft de Raad de Natuurherstelverordening (NHV) besproken en heeft het Belgisch Voorzitterschap geconcludeerd dat er sprake is van een gekwalificeerde meerderheid die het politiek akkoord steunt. Dat betekent dat, onverhoopt, hiermee het Europese onderhandelingstraject over de NHV is afgerond, de verordening is aangenomen en twintig dagen na publicatie in werking zal treden. Ook betekent aanname van de verordening dat Nederland twee jaar na inwerkingtreding een nationaal natuurherstelplan zal moeten indienen bij de Europese Commissie.
Het kabinet is verrast over deze uitkomst. Het kabinet heeft de ontwikkelingen rondom de NHV de afgelopen maanden nauwgezet gevolgd en uw Kamer hier doorlopend over geïnformeerd. Op 11 maart jl. heb ik u geïnformeerd over het uitvoeren van de motie Van der Plas-Hertzberger en heb ik aangegeven dat Nederland tegen de verordening zal stemmen2. Op 5 juni heb ik de Kamer geïnformeerd over de agendering van de NHV in de Milieuraad van 17 juni en de laatste informatie over de blokkerende minderheid3. In aanloop naar de Raad waren er tot zondag 16 juni bij ons geen signalen bekend dat er een gekwalificeerde meerderheid tijdens deze stemming zou worden behaald (QMV). Eerder waren er signalen dat de blokkerende minderheid groter zou worden, doordat enkele lidstaten zich alsnog tegen het voorlopig akkoord zouden keren.
Nadat op 16 juni jl. middels een persconferentie bleek dat Oostenrijk, een lidstaat uit de blokkerende minderheid, toch voornemens was voor de NHV stemmen, heeft het kabinet conform motie Van der Plas-Hertzberger4 de inzet op het behoud van de blokkerende minderheid op politiek en hoogambtelijk niveau voortgezet. Tijdens de bespreking in de Raad bleek dat, ondanks de tegenstem van een deel van de lidstaten, de blokkerende minderheid wegviel. Nederland heeft tegengestemd en in haar toelichting verwezen naar de aangenomen motie. De voorzitter concludeerde dat de er een gekwalificeerde meerderheid in de zaal was, waarmee de Raad heeft ingestemd met het politieke akkoord uit de triloog van de NHV. De NHV is daarmee aangenomen.
In uw Kamer leven er zorgen over onderdelen van de NHV. Het kabinet deelde deze zorgen, en heeft hier tijdens de onderhandelingen stevig op ingezet. Dit heeft geleid tot een aantal belangrijke wijzigingen, die nu onderdeel zijn van het aangenomen wetsvoorstel. Zo is het verslechteringsverbod aangepast van een resultaats- naar inspanningsverplichting. Daarnaast is er flexibiliteit gekomen in de vereisten voor vernatting van veengronden door rekening te mogen houden met nationale omstandigheden en doordat landeigenaren niet verplicht worden om vernattingsmaatregelen te treffen. Ook is er in de doelen voor mariene habitattypen meer ruimte gekomen om de omvang van de herstelopgave op nationaal niveau te bepalen, en zijn de kwantitatieve doelen voor stedelijk groen vervangen door de verplichting tot een stijgende trend na 2030, waarbij lidstaten zelf vaststellen wat onder een bevredigend niveau moet worden verstaan.5
Het spreekt voor zich dat de uitvoering van de Natuurherstelverordening implicaties zal hebben voor beleid en belangrijke keuzes gemaakt moeten worden door elke lidstaat. Gelet op mijn demissionaire status laat ik keuzes hierover aan het volgend kabinet.
De Minister voor Natuur en Stikstof,
Ch. van der Wal-Zeggelink