[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over jaarverantwoording 2023 BZK, EZK en JenV voor zover het onderwerpen betreft die zien op digitalisering (Kamerstuk 36560-VII)

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2024D25481, datum: 2024-06-18, bijgewerkt: 2024-06-25 13:13, versie: 5

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2024D25481).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2024Z07171:

Onderdeel van zaak 2024Z09619:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2024D25481 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Digitale Zaken hebben enkele fracties de behoefte om enkele vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Justitie en Veiligheid, de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties over de Jaarverantwoordingstukken 2023 voor zover het onderwerpen over digitalisering betreft:

– Brief van de Minister van Justitie en Veiligheid d.d. 15-05-2024 inzake Jaarverslag Ministerie van Justitie en Veiligheid 2023 (Kamerstuk 36 560 VI, nr. 1)

– Brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 15-05-2024 inzake Jaarverslag Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2023 (Kamerstuk 36 560 VII, nr. 1)

– Brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 15-05-2024 inzake Jaarverslag Ministerie van Economische Zaken en Klimaat 2023 (Kamerstuk 36 560 XIII, nr. 1)

– Brief van de Minister van Justitie en Veiligheid d.d. 04-06-2024 inzake Beantwoording vragen commissie over de Jaarverslagen van de Ministeries van Justitie en Veiligheid 2023 (Kamerstuk 36 560 VI, nr. 1), Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2023 (Kamerstuk 36 560 VII, nr. 1 en Economische Zaken en Klimaat 2023 (Kamerstuk 36 560 XIII, nr. 1), Kamerstuk 36 560 VI, nr. 6)

– Brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 04-06-2024 inzake Beantwoording vragen commissie over de Jaarverslagen van de Ministeries van Justitie en Veiligheid 2023 (Kamerstuk 36 560 VI, nr. 1), Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2023 (Kamerstuk 36 560 VII, nr. 1 en Economische Zaken en Klimaat 2023 (Kamerstuk 36 560 XIII), Kamerstuk 36 560 VI, nr. 12)

– Rapport/brief Algemene Rekenkamer d.d. 15-05-2024 inzake Aanbieding van het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2023 bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid (Kamerstuk 36 560 VI, nr. 2)

– Rapport/brief Algemene Rekenkamer d.d. 15-05-2024 inzake Aanbieding van het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2023 bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Kamerstuk 36560, nr. VII, nr. 2)

– Rapport/brief Algemene Rekenkamer d.d. 15-05-2024 inzake Aanbieding van het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2023 bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (Kamerstuk 36 560 XIII, nr. 2)

– Brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 04-06-2024 inzake Beantwoording vragen commissie, gesteld aan de regering, over Aanbieding van het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2023 bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid Kamerstuk 36 560 VI, nr. 2), over Aanbieding van het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2023 bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Kamerstuk 36 560 VII, nr. 2), en over Aanbieding van het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2023 bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (Kamerstuk 36 560 XIII, nr. 2), Kamerstuk 36 560 VI, nr. 11

– Rapport/brief Algemene Rekenkamer d.d. 04-06-2024 inzake Beantwoording vragen commissie, gesteld aan de Algemene Rekenkamer, over het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2023 bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Kamerstuk 36 560 VII, nr. 2) en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (Kamerstuk 36 560 XIII, nr. 2), Kamerstuk 36 560 VII, nr. 6

– Brief van de Minister van Justitie en Veiligheid d.d. 04-06-2024 inzake Antwoord op vraag commissie van de V-100 bij het jaarverslag Ministerie van Justitie en Veiligheid 2023 (Kamerstuk 36 560 VI, nr. 8)

De fungerend voorzitter van de commissie,

Kathmann

Adjunct-griffier van de commissie,

Muller

Inhoudsopgave

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

1. Vragen naar aanleiding van stukken Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

2. Vragen naar aanleiding van de stukken Justitie en Veiligheid

3. Vragen naar aanleiding van stukken Economische Zaken en Klimaat

II Antwoord / reactie van bewindspersoon

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de jaarverantwoording van de Ministeries van BZK, EZK en JenV, in hoeverre deze toezien op digitaliseringsvraagstukken. Deze leden hebben vragen, opmerkingen en suggesties en hopen te komen tot een beter controleerbare inzage in de uitgaven ten behoeve van digitalisering. De gedane suggesties die alle ministeries raken, stellen de leden aan de coördinerende Staatssecretaris van BZK.

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de Jaarverantwoording 2023 van de Ministeries J&V, EZK en BZK (voor zover het onderwerpen over digitalisering betreft) en hebben hierover nog enkele vragen.

De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de Jaarverantwoording 2023 van de Ministeries J&V, EZK en BZK (voor zover het onderwerpen over digitalisering betreft) en hebben hierover enkele vragen.

1. Vragen naar aanleiding van stukken Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben vragen en opmerkingen over de stukken van het Ministerie van BZK. Deze leden zijn kritisch over de versnippering over het ICT-beleid over verschillende ministeries. Dit leidt volgens deze leden tot een gebrekkig overzicht en individuele keuzes per organisatie, die het rijksbrede beleid niet naleven. Wat heeft u als coördinerend bewindspersoon ervaren als grootste sta-in-de-weg om ICT-beleid tussen de ministeries af te stemmen? Welke lessen geeft u uw opvolger graag mee, als aanstaand coördinerend bewindspersoon?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vinden het van groot belang dat communicatie met burgers laagdrempelig is en gebruik maakt van verschillende kanalen, mits deze kanalen de Nederlandse waarden respecteren. Kunt u een centraal overzicht geven van alle overheidscommunicatiekanalen verspreid over alle ministeries? Op welke platformen is de rijksoverheid aanwezig? Kunt u per platform laten zien welk bereik de kanalen hebben? Welke voordelen ziet u in het centraliseren van Rijkscommunicatiekanalen, zodat deze niet per ministerie worden georganiseerd?

Verder horen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie graag hoe u binnen uw ministerie werk is gemaakt van de digitale autonomie van Nederland. Wat geeft u uw opvolger mee als grootste prioriteiten op digitalisering binnen uw ministerie?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben nog enkele vragen en suggesties die alle ministeries raken. Deze leden richten deze aan de coördinerende bewindspersoon van BZK, maar verzoeken expliciet om namens alle ministeries te spreken in de beantwoording. Dit betreft het personeelsbestand van ICT’ers bij de overheid, de kostenpost ICT en de opgelopen kosten door verouderde systemen.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zien namelijk het tekort aan ICT’ers die werken bij de rijksoverheid als een van de grootste kwetsbaarheden van de digitale overheid. Zonder kennis en kunde binnen overheidsinstanties is Nederland op termijn niet meer in staat om de eigen digitale infrastructuur te begrijpen en onderhouden. In de beantwoording van de feitelijke vragen blijkt het goed inzichtelijk welk aandeel van het eigen personeel en de externe inhuur voor ICT-taken wordt geworven. Ziet u de mogelijkheid om deze verdeling jaarlijks in beeld te brengen bij elk ministerie, zodat de Kamer de ontwikkelingen van het ICT-personeel kan volgen? Bestaan er doelstellingen voor de gewenste verdeling tussen ICT’ers in het eigen personeel en externe inhuur? Hoe wordt inzichtelijk gemaakt wat er gedaan wordt om naar die gewenste verdeling toe te werken? Welke acties nemen de ministeries – naast Rijksbrede initiatieven als het Actieplan Groene en Digitale Banen – om als grote ICT-opdrachtgevers nieuwe ICT’ers te werven, bestaand personeel te behouden en zij-instromen mogelijk te maken?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn bovendien kritisch over de kostenpost «ICT», die elk ministerie heeft, maar volgens deze leden te weinig inzicht biedt in de aanzienlijke bedragen die worden besteed aan de digitale infrastructuur van Nederland. Ziet u mogelijkheden om deze post in de toekomst nader uiteen te zetten, zodat de kosten beter te controleren zijn?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zien verouderde ICT als een prangend digitaal vraagstuk dat de dienstverlening van de overheid nu in de weg staat. Op welke manier houdt u bij welke extra kosten aan personeel en onderhoud afkomstig zijn van de staat van de Rijks-ICT? Ziet u de mogelijkheid om de opgelopen vertraging, extra kosten en de noodzaak voor aanvullende externe inhuur door oude ICT-systemen inzichtelijk te maken? Wie is er verantwoordelijk voor het soepel functioneren van ICT door de hele rijksoverheid en welke aanvullende bevoegdheden hebben zij nodig om fatsoenlijk hun taken te vervullen? Op welke manieren bereiken signalen over ICT-problemen die ambtenaren dagelijks ervaren de juiste mensen – is het mogelijk om periodiek een signalenbrief over ICT bij het Rijk te publiceren, waarin een aantal van deze problemen aangekaart staan en mensen een anonieme manier hebben om melding te maken?

De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de Jaarverantwoording 2023 van het Ministerie Binnenlandse Zakenvoor zover het onderwerpen over digitalisering betreft. Daarbij hebben deze leden enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de NSC-fractie lezen dat de Algemene Rekenkamer uit de afgelopen jaren een dalende trend heeft geconstateerd in bepaalde onvolkomenheden in IT. Ook constateert de Algemene Rekenkamer dat de meeste van de aanbevelingen rondom het gebruik van algoritmes binnen de overheid serieus zijn opgepakt. In het licht hiervan willen deze leden welgemeende complimenten richting de Staatssecretaris van Koninkrijksrelaties en Digitalisering uitspreken en haar danken voor haar inzet op deze thema’s de afgelopen kabinetsperiode, evenals voor hoe zij vorm heeft gegeven aan de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren.

Als het gaat om IT-bedrijfsvoering binnen de overheid, zo lezen de leden van de NSC-fractie, dan zijn de conclusies van de Rekenkamer echter niet mals. IT-bedrijfsvoering binnen de overheid is onvoldoende inzichtelijk, onvoldoende wendbaar, onvoldoende weerbaar en de uitvoering schiet flink tekort ten opzichte van de ambities. Er gaat veel tijd en inzet nodig zijn om dit op orde te krijgen, zo vatten deze leden de bevindingen samen.

De leden van de NSC-fractie hebben daarnaast nog een aantal vragen. Deze leden hebben een vraag over het lifecyclemanagement van IT-systemen binnen de verschillende overheidsdepartementen. Hier spelen grote problemen. De Belastingdienst is het meest duidelijke geval, waar gebruik wordt gemaakt van zeer oude systemen die geprogrammeerd zijn in een taal die bij opleidingsinstituten niet meer gedoceerd wordt. De medewerkers die de systemen nog wel begrijpen, gaan binnenkort met pensioen of zijn dat al. De Rekenkamer gaf aan dat systeemonderhoud niet enkel binnen de Belastingdienst is, maar binnen het gehele Rijk een probleem is. Deze leden vragen de Staatssecretaris wat haar aanbevelingen zijn aan het volgende kabinet om lifecyclemanagement integraal op orde te krijgen.

De leden van de NSC-fractie lezen verder de constatering van de Rekenkamer dat daadkrachtige kaderstelling van IT-beheer en toezicht op naleving momenteel ontbreekt. Deze leden stellen dat Rijksbrede coördinatie vanuit de Minister van BZK, gedelegeerd aan de Staatssecretaris, al mogelijk is middels het besluit CIO-Richtlijn, maar dat hier vooralsnog terughoudend mee wordt omgegaan. Deze leden vragen de Staatssecretaris wat de reden voor die terughoudendheid is geweest. Herkent de Staatssecretaris zich in de bevindingen van de Rekenkamer dat het invullen van de kaderstellende en toezichthoudende rol op weerstand stuit bij andere ministeries? Hoe kan in de toekomst in de praktijk een sterkere invulling aan de coördinerende rol kan worden gegeven?

De leden van de NSC-fractie zien ook dat de Rekenkamer constateert dat het Shared Service Center ICT (SSC-ICT) «al jaren erg afhankelijk van extern ingehuurd personeel» is. Heeft het kabinet inzichtelijk welke departementen binnen de rijksoverheid nog meer sterk afhankelijk zijn van externe inhuur op IT-bedrijfsvoering, vragen deze leden aan de Staatssecretaris. Over hoeveel ingehuurde personen gaat het in totaal? Kan de Staatssecretaris uiteenzetten middels welke constructies extern IT-personeel binnen het Rijk wordt ingehuurd? Met welke tussenpartijen voor externe inhuur heeft het Rijk een mantelovereenkomst? Welk deel van de uitgaven op externe IT-inhuur belandt bij het uitvoerende personeel (gedetacheerden of freelancers) en welk deel bij de tussenpartijen?

Er blijkt onderuitputting te zijn op de beheer- en exploitatiewerkzaamheden op ICT van het Rijk, terwijl er volgens de Algemene Rekenkamer juist al jarenlang onvolkomenheden worden geconstateerd bij het Rijksbrede ICT-beheer. De leden van de NSC-fractie vragen de Staatssecretaris hierop te reflecteren. Daarnaast blijkt er onderuitputting te zijn bij de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG), terwijl er wel miljoenen worden geïnvesteerd in een zelf ontwikkelde e-wallet. Naar aanleiding daarvan vragen deze leden ook waarom de Staatssecretaris een e-wallet zelf wilde ontwikkelen, in plaats van een bestaand Nederlands non-profit alternatief als basis te gebruiken en de daardoor vrijgekomen middelen te investeren in de onvolkomenheden bij de beheer- en exploitatiewerkzaamheden van de Rijks-ICT.

2. Vragen naar aanleiding van de stukken Justitie en Veiligheid

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben vragen en opmerkingen over de stukken van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Deze leden vinden het van groot belang dat de uitvoering van justitie nooit zal vastlopen op gebrekkige ICT, maar onder andere met de berichtgeving rondom het Openbaar Ministerie maken zij zich hier zorgen over. Wat is de stand van zaken rondom de verouderde ICT bij het Openbaar Ministerie? Verder wensen deze leden voortaan ook de stukken van de Politie te betrekken bij de jaarlijkse verantwoordingsstukken waar de commissie Digitale Zaken naar kan kijken, gezien de digitale componenten van het politiewerk.

Tot slot horen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie graag hoe u binnen uw ministerie werk heeft gemaakt van de digitale autonomie van Nederland. Wat geeft u uw opvolger mee als grootste prioriteiten op digitalisering binnen uw ministerie?

De leden van de VVD-fractie zijn content met de komst van de «Digital Services Act» en het feit dat het internet steeds meer moet gaan voldoen aan wet- en regelgeving. Deze leden vragen wat de financieringssystematiek is van meldpunten zoals «helpwanted.nl» en de «Fraudehelpdesk» waar burgers melding kunnen doen van online illegale activiteiten en of deze financieringssystematiek toereikend en wenselijk is?

De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de Jaarverantwoording 2023 van het Ministerie Justitie en Veiligheid voor zover het onderwerpen over digitalisering betreft. Daarbij hebben deze leden geen verdere vragen of opmerkingen.

3. Vragen naar aanleiding van stukken Economische Zaken en Klimaat

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben vragen en opmerkingen over de stukken van het Ministerie van EZK. Met het wegvallen van de vierde en vijfde tranche van het Nationaal Groeifonds, vrezen deze leden dat er aanvragen zullen zijn voor het opleiden van voldoende ICT’ers die nu geen doorgang kunnen vinden. Bent u op de hoogte van opleidingsinitiatieven die nu onzeker zijn over hun financiering? Is het u bekend hoeveel het zou kosten om deze structureel te bekostigen?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn bezorgd over de groeiende afhankelijkheid van de rijksoverheid van digitale diensten van Amerikaanse grootmachten. Volgens hen wordt het Rijksbeleid nu niet voldoende nageleefd, omdat de verantwoordelijkheid te ver verspreid ligt. Om te kunnen sturen op het vergroten van de autonomie, is het volgens deze leden noodzakelijk om meer inzicht te krijgen in de staat van het Nederlandse applicatielandschap. Wat is er nodig om een totaalbeeld te krijgen van het aandeel van het Nederlandse applicatielandschap dat bestaat uit diensten van grote Amerikaanse en andere niet-Europese leveranciers? Is het bij u bekend hoeveel Nederland jaarlijks betaalt aan licenties van Microsoft, Amazon en Google? Is het ook bekend in hoe veel deze licentiekosten per jaar toenemen? Zo niet, wat is er nodig om dit jaarlijks een onderdeel van de jaarverantwoording te maken? Uit antwoorden op feitelijke vragen blijkt dat er momenteel nog geen centraal overzicht bestaat. Ziet u de voordelen van een centraal overzicht van het applicatielandschap?

Tot slot horen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie graag hoe u binnen uw ministerie werk is gemaakt van de digitale autonomie van Nederland. Wat geeft u uw opvolger mee als grootste prioriteiten op digitalisering binnen uw ministerie?

De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat daar waar Chinese apparatuur ongewenst is, landen geweerd moeten kunnen worden uit aanbestedingstrajecten, evenals fusies, investeringen en overnames. Deze leden hebben kennisgenomen van het «Beschermingsfonds economische veiligheid» en vragen of de middelen uit dit fonds zijn besteed en voor welk doel. Is er sprake van onder- of overbesteding? En zo ja, waarom?

De leden van de VVD-fractie zijn daarnaast te spreken over de ontwikkelingen van de afgelopen jaren omtrent het ondersteunen van het bedrijfsleven als het gaat om cybersecurity. Deze leden zijn wel van mening dat het altijd beter en sneller kan vanwege de veranderende dreiging. Welke vormen van ondersteuning biedt het Digital Trust Center (DTC) richting ondernemers en klopt het dat het ook betaalde vormen van ondersteuning plaatsvinden zoals medegedeeld tijdens de V-100? Zo ja, in welke gevallen worden ondernemers gevraagd om te betalen? Deze leden vragen hoe ver de integratie van het DTC met het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) en het Computer Security Incident Response Team (CSIRT-DSP) gevorderd is, zodat de dienstverlening rondom cybersecurity voor onze ondernemers nog beter vormgegeven kan worden?

De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de Jaarverantwoording 2023 van het Ministerie Economische Zaken en Klimaat voor zover het onderwerpen over digitalisering betreft. Daarbij hebben deze leden enkele vragen en opmerkingen.

In het jaarverslag komt niet heel duidelijk en helder naar voren wat de afgelopen periode is gedaan om de digitale infrastructuur in Nederland te verbeteren. Steeds meer data en digitale dienstverlening wordt verplaatst naar andere landen, waar ook andere regelgeving geldt. De leden van de NSC-fractie hebben hier grote zorgen bij. Daarom vragen deze leden wat het kabinet het afgelopen jaar heeft gedaan om het niveau van autonomie van de Nederlandse en Europese digitale infrastructuur te verhogen.

II Antwoord / reactie van bewindspersoon