Gewijzigde motie van het lid Van Nispen c.s. over de aanbevelingen van de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening met voorrang, voortvarend en concreet uitwerken (t.v.v. 36528-11)
Raming der voor de Tweede Kamer in 2025 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten
Motie (gewijzigd/nader)
Nummer: 2024D26529, datum: 2024-06-25, bijgewerkt: 2024-06-26 12:50, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36528-17).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. van Nispen, Tweede Kamerlid (SP)
- Mede ondertekenaar: I. Kostic, Tweede Kamerlid (PvdD)
- Mede ondertekenaar: S.T.P.H. Palmen, Tweede Kamerlid (Nieuw Sociaal Contract)
- Mede ondertekenaar: I.J.M. Michon-Derkzen, Tweede Kamerlid (VVD)
- Mede ondertekenaar: D.A. Ergin, Tweede Kamerlid (DENK)
- Mede ondertekenaar: G. Chakor, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
Onderdeel van kamerstukdossier 36528 -17 Raming der voor de Tweede Kamer in 2025 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten.
Onderdeel van zaak 2024Z11121:
- Indiener: M. van Nispen, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: I. Kostic, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: D.A. Ergin, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: I.J.M. Michon-Derkzen, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: G. Chakor, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S.T.P.H. Palmen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2024-06-25 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
36 528 Raming der voor de Tweede Kamer in 2025 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten
Nr. 17 GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID VAN NISPEN C.S. TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 11
Voorgesteld 25 juni 2024
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening (PEFD) ook diverse aanbevelingen heeft gedaan die de rol en werkwijze van de Tweede Kamer betreffen;
overwegende dat deze aanbevelingen van belang zijn voor het goed uit kunnen voeren van de wetgevende en controlerende taak van de Kamer en derhalve nadere uitwerking vergen, en de motie-Kamminga c.s. (35 867, nr. 10) heeft geleid tot een werkgroep;
verzoekt het presidium de opdracht te verstrekken aan de werkgroep-Kamminga of aan de commissie voor de Werkwijze om de aanbevelingen van de PEFD met voorrang, voortvarend en concreet uit te werken, nog dit (kalender)jaar,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Nispen
Michon-Derkzen
Chakor
Ergin
Palmen
Kostić