Motie van het lid Thijssen over het opstellen van een visie op energiecoöperaties en hun rol in de ontwikkeling van een duurzaam energiesysteem
Initiatiefnota van het lid Kröger over “Energie met elkaar: Energiecoöperaties als hart van ons energiesysteem”
Motie
Nummer: 2024D26725, datum: 2024-06-24, bijgewerkt: 2024-06-25 16:29, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36532-9).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J. Thijssen, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
Onderdeel van kamerstukdossier 36532 -9 Initiatiefnota van het lid Kröger over “Energie met elkaar: Energiecoöperaties als hart van ons energiesysteem”.
Onderdeel van zaak 2024Z11196:
- Indiener: J. Thijssen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2024-06-24 15:15: Initiatiefnota van het lid Kröger over “Energie met elkaar: Energiecoöperaties als hart van ons energiesysteem” (Notaoverleg), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2024-06-27 16:00: EINDE VERGADERING: STEMMINGEN (over de resterende onderwerpen van deze week) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
36 532 Initiatiefnota van het lid Kröger over «Energie met elkaar: Energiecoöperaties als hart van ons energiesysteem»
Nr. 9 MOTIE VAN HET LID THIJSSEN
Voorgesteld tijdens het Notaoverleg van 24 juni 2024
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in de Richtlijn hernieuwbare energie is opgenomen dat er een faciliterend kader moet zijn voor energiegemeenschappen;
overwegende dat kennis en ondersteuning over en voor energiegemeenschappen versnipperd is bij de overheid;
overwegende dat is toegezegd om expertpools op te richten maar er vanuit de sector behoefte is aan vaste ondersteuning vanuit de rijksoverheid;
verzoekt de regering om een visie op energiecoöperaties en hun rol in de ontwikkeling van een duurzaam energiesysteem op te stellen en in overleg met de energiecoöperaties knelpunten waar energiecoöperaties nu tegen aanlopen te identificeren en te adresseren en hiervoor afdoende capaciteit op het departement beschikbaar te stellen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Thijssen