[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag

Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geldend voor Caribisch Nederland, met het oogmerk de rechten en verplichtingen van werkenden en ingezetenen in Caribisch Nederland te verduidelijken en te verbeteren (Wijzigingswet SZW-wetten BES 2024)

Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader)

Nummer: 2024D27087, datum: 2024-06-26, bijgewerkt: 2024-09-06 12:50, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36557-6).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36557 -6 Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geldend voor Caribisch Nederland, met het oogmerk de rechten en verplichtingen van werkenden en ingezetenen in Caribisch Nederland te verduidelijken en te verbeteren (Wijzigingswet SZW-wetten BES 2024).

Onderdeel van zaak 2024Z08822:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

36 557 Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geldend voor Caribisch Nederland, met het oogmerk de rechten en verplichtingen van werkenden en ingezetenen in Caribisch Nederland te verduidelijken en te verbeteren (Wijzigingswet SZW-wetten BES 2024)

Nr. 6 VERSLAG

Vastgesteld 26 juni 2024

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, belast met het voorbereidend onderzoek van voorliggend wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de in het verslag opgenomen vragen en opmerkingen afdoende door de regering worden beantwoord acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave blz.
I. Algemeen 1
1. Inleiding 2
2. Activering en inkomensbescherming arbeidsongeschikte werknemer 3
3. Verlofregelingen 4
4. Kinderbijslag 5
5. Ouderdomsverzekering 5
6. Algemene weduwen en wezenverzekering BES 6
7. Invoerings- en overgangsrecht 6
8. Effecten, financiën, regeldruk en uitvoeringseffecten 6
9. Advies en consultatie 6
II. Artikelsgewijs 7
Artikel X Inwerkingtreding 7

I. Algemeen

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Deze leden steunen de richting dat rechten van werkenden worden verstevigd. Zij hebben nog verschillende vragen.

De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van onderhavig wetsvoorstel. Deze leden onderschrijven van harte het doel van dit wetsvoorstel om de bestaanszekerheid in Caribisch Nederland te verbeteren. Dit is hard nodig, omdat een groot aantal inwoners in armoede leeft, zoals onder andere door de Commissie sociaal minimum Caribisch Nederland is geconstateerd. Deze leden vinden het dan ook van groot belang dat haast gemaakt wordt met maatregelen om de bestaanszekerheid van de inwoners van Caribisch Nederland te vergroten en zij juichen het toe dat met dit wetsvoorstel hiertoe een eerste aanzet wordt gegeven.

Zij hebben nog wel een aantal vragen.

De leden van de SGP-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het voorstel. Deze leden hebben daarover nog enkele vragen.

1. Inleiding

Als eerste zijn de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie benieuwd naar de vervolgstappen als dit wetsvoorstel is aangenomen. Deze leden vragen wanneer de regelingen voor Caribisch Nederland op gelijkwaardig niveau liggen ten opzichte van de regelingen in Europese delen van Nederland. Graag ontvangen zij hier een schematisch beoogd tijdpad van. De leden benadrukken het belang hiervan en merken op dat verschillende reacties op de internetconsultatie en de opmerkingen van de Openbaar Lichamen en de Centraal Dialoog hier ook over gingen. Zij vragen om een tijdspad van de voorgenomen acties, mede indachtig de opmerking die de Raad van State hierover maakte.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben nog enkele vragen over het sociaal minimum voor Caribisch Nederland, in lijn met de opmerkingen van het Openbaar Lichaam Bonaire en het Openbaar Lichaam Saba. Deze leden vragen naar de voortgang van de uitwerking van de aanbevelingen van de commissie sociaal minimum Caribisch Nederland, sinds het verschijnen van de kabinetsreactie op het rapport in februari dit jaar. Zij vragen specifiek naar de verdere verhogingen die de commissie adviseert voor de periode na 2024.

Ook vragen leden van de GroenLinks-PvdA-fractie naar een bredere reflectie over de voortgang voor het verhogen van het sociaal minimum in Caribisch Nederland. Deze leden vragen daarbij naar een tijdspad. Ook ontvangen zij op dit punt graag een nadere toelichting op de ambitie van het kabinet voor de komende jaren, gelet op het feit dat hierover in het vorige regeerakkoord wel expliciete afspraken over stonden en het vooralsnog onduidelijk is hoe hier de komende jaren mee wordt omgegaan. Blijft de doelstelling om de bestaanszekerheid van inwoners op Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES) fors te verbeteren staan? Zo nee, waarom niet?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen naar een schatting wanneer het wetsvoorstel voor de Werkloosheidswet (WW) aan de Kamer wordt aangeboden.

Zo merken de leden van de NSC-fractie op dat niet voor elk onderwerp wordt aangegeven hoe dit in Nederland geregeld is en waarom daar wel of niet van afgeweken wordt. Kan de regering ter verduidelijking per aangekondigde wijziging aangeven hoe dit in Nederland geregeld is en waarom daarvan eventueel wordt afgeweken?

De leden van de SGP-fractie vragen de regering middels een overzicht per onderwerp inzichtelijk te maken wat op dit moment is vastgelegd in de wet en hoe de wet per aangekondigde wijziging verandert. Ook vragen deze leden de regering om daarbij aan te geven of sprake is van comply of explain, en bij afwijking aan te geven wat daarvoor de motivering is.

De leden van de SGP-fractie krijgen graag inzicht in het toekomstbeeld qua sociale zekerheidswetgeving op Caribisch Nederland. Hoe en op welke termijn zal dit op verschillende onderdelen naar verwachting worden gerealiseerd?

De leden van de SGP-fractie ontvangen graag een overzicht van de stand van zaken qua uitvoering van de verschillende adviezen, waaronder de Commissie sociaal minimum, betreffende de bestaanszekerheid in Caribisch Nederland.

2. Activering en inkomensbescherming arbeidsongeschikte werknemer

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat de werkgever, mits schriftelijk overeengekomen, de loondoorbetaling kan beperken tot enkel het ziekengeld waardoor de werknemer te maken kan krijgen met een terugval in het inkomen naar 80% van het (gemaximeerde) dagloon. Zonder afspraak komt het eventueel resterende deel van de doorbetaling van het loon gedurende de arbeidsongeschiktheid als gevolg van ziekte (20%) voor eigen rekening van de werkgever. Kan de regering uiteenzetten hoe groot het aandeel werkgevers is dat met de werknemer overeenkomt dat de loondoorbetaling wordt beperkt tot enkel het ziekengeld? In hoeverre staat het werknemers vrij een dergelijke bepaling in de overeenkomst te weigeren?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat er geen financiële prikkel is voor de werkgever om zich in te zetten voor het voorkomen of beperken van ziekteverzuim en dat het laten vervallen van de mogelijkheid van aanspraak op ziekengeld met terugwerkende over de eerste drie ziektedagen in de Wet ziekteverzekering BES (ZV BES) hier mogelijk verandering in kan brengen. De regering schrijft dat over de termijn van invoering nog niet besloten is. Wanneer verwacht de regering deze termijn vast te stellen?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat de keuze is gemaakt om de invulling die werkgever en werknemer aan de re-integratie geven vormvrij te houden. Op welke wijze en door wie wordt vastgesteld of werkgever en werknemer aan hun verplichting hebben voldaan? Ook vragen deze leden of er een mogelijkheid is een nadere invulling vorm te geven via de collectieve arbeidsovereenkomst (cao). Zij vragen in dat kader ook naar hoe hoog de dekkingsgraad is in Caribisch Nederland.

Daarnaast vragen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie of de regering kan verduidelijken welk bedrag de werknemer minimaal en maximaal van de werkgever ontvangt tijdens ziekte tijdens de drie wachtdagen en het bedrag via ZV BES na deze drie wachtdagen.

De leden van de NSC-fractie lezen dat voorgesteld wordt om het stelsel meer activerend te maken door de mogelijkheid van aanspraak op ziekengeld met terugwerkende kracht over de eerste drie ziektedagen in de ZV BES te laten vervallen. Dit moet werkgevers stimuleren om maatregelen te treffen die gericht zijn op gezond en veilig werken en moet werknemers prikkelen om zich bewust en verantwoordelijk op te stellen. Deze leden vragen de regering nadrukkelijk aan te geven wat precies de toegevoegde waarde is van deze maatregel en hoe groot de regering de kans inschat dat de werkgever, na de drie wachtdagen, meldt dat een werknemer niet aan de re-integratieverplichting voldoet, nu de werkgever hier geen direct financieel belang bij heeft?

3. Verlofregelingen

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie begrijpen dat er in cao’s aanvullende regelingen zijn getroffen voor verlof. Deze leden vragen hoe de regering het sociaal overleg in Caribisch Nederland bevordert.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen naar het vervolg op de uitbreiding van het verlofstelsel. Deze leden vragen wanneer verder overleg wordt voorzien en welk tijdspad de regering en de stakeholders voor ogen hebben. Zij vragen de regering om de Kamer hierover verder te informeren als er voortgang is.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie merken op dat er bovenaan pagina 13 van de memorie van toelichting staat dat de Vakantiewet 1949 BES bepaalt dat het «minimum» van vijftien vakantiedagen ook geldt voor werknemers met een zesdaagse werkweek. Deze leden lezen onderaan pagina 13 echter dat de werknemer met een zesdaagse werkweek maximaal recht heeft op vijftien dagen vakantie. Zij vragen om een nadere uitleg.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen hoeveel mensen zes dagen per week werken.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben nog enkele vragen over het geboorteverlof voor de partner. Deze leden vragen of het doorbetaalde geboorteverlof dezelfde voorwaarden kent als in Nederland. Ook vragen zij of is overwogen om ook een adoptie- of pleegzorgverlof in te voeren. Als laatste vragen zij om een nadere uitleg over de periode na het volledig doorbetaalde geboorteverlof, naar analogie van het deels doorbetaalde aanvullende geboorteverlof in Europese delen van Nederland.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben daarnaast ook vragen over de faciliteit voor zwangere zelfstandigen. Deze leden vragen op welke manier de premie hiervoor wordt opgehaald en wie hiervoor betaalt. Zij vragen daarnaast om een vergelijking hoe dit met de Zelfstandige en Zwanger-regeling (ZEZ) is geregeld.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat er bij het vakantieverlof voor is gekozen om het verlof in uren te berekenen. Deze leden vragen of dit ook is overwogen bij andere vormen van verlof.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben daarnaast enkele vragen over het calamiteitenverlof. Deze leden vragen of het klopt dat er in het Europees deel van Nederland ook calamiteitenverlof bestaat voor situaties waarbij werk (onverwachts) niet kan worden verricht door zeer bijzondere of persoonlijke omstandigheden, door de overheid/wet opgelegde verplichtingen of door de uitoefening van actief kiesrecht. Zij vragen of is overwogen dergelijke redenering ook op te nemen als calamiteitenverlof.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen tevens of het klopt dat er geen langdurig zorgverlof wordt voorzien.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben vragen waarom er niet voor is gekozen om het kortdurend zorgverlof gedeeltelijk door te laten betalen, zoals in het Europees deel van Nederland het geval is (70%). Deze leden vragen welke kosten (in de vorm van werkgeverslasten en kosten voor de overheid) hiermee gepaard gaan.

De leden van de NSC-fractie juichen toe dat de verlofregelingen voor Caribisch Nederland met dit wetsvoorstel worden uitgebreid. In de memorie van toelichting wordt aangegeven dat na overleg met de geconsulteerde partners in dit wetsvoorstel prioriteit wordt gegeven aan vakantieverlof in uren, geboorteverlof en calamiteitenverlof. Kan de regering aangeven met welke geconsulteerde partners is gesproken? Waren daar naast werkgevers- ook werknemersorganisaties bij?

Verder wordt aangegeven dat de uitbreiding van het verlofstelsel, zoals voorgesteld in onderhavig wetsvoorstel niet van toepassing is op ambtenaren en dat in overleg met de bonden zal worden besproken welke wijzigingen overeenkomstig het wetsvoorstel moeten worden doorgevoerd. Kan de regering hier nader op ingaan en aangeven binnen welke termijn deze wijzigingen ook voor ambtenaren gaan gelden?

4. Kinderbijslag

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie begrijpen dat met de voorgestelde aanpassingen verschillen tussen de kinderbijslag in Europees Nederland en die in Caribisch Nederland worden weggenomen. Deze leden vragen de regering om toe te lichten welke verschillen tussen de twee regelingen nog wel blijven staan en waarom.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen waarom kinderen van 0 tot 3 niet in aanmerking kunnen komen voor een dubbel bedrag, gezien ziekte ook voor deze ouders gepaard kan gaan met hogere kosten van zorg en begeleiding.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen daarnaast of er naast een dubbele kinderbijslag bij intensieve zorg ook een extra bedrag komt, naar analogie van de Algemene Kinderbijslagwet+ (AKW+). Ook vragen deze leden of er nog andere verschillen zijn tussen de dubbele kinderbijslag intensieve zorg (DKIZ) in Europees Nederland en de voorgestelde regeling voor Caribisch Nederland.

De leden van de NSC-fractie lezen dat in Europees Nederland de Algemene Kinderbijslagwet een aanvullende tegemoetkoming biedt aan ouders van kinderen die vanwege ziekte of handicap in een instelling verblijven via de dubbele kinderbijslag intensieve zorg. Naar analogie van deze regeling voorziet dit wetsvoorstel in een grondslag voor een verdubbeling van het maandelijkse bedrag van de kinderbijslag BES indien er sprake is van intensieve zorg voor het kind van drie jaar of ouder, maar dit kind nog niet de leeftijd van 18 heeft bereikt. Deze leden kunnen hier van harte mee instemmen. Zij lezen dat de wijze waarop de intensieve zorgbehoefte wordt beoordeeld, via een algemene maatregel van bestuur (AMvB) nader zal worden uitgewerkt. Kan de regering toezeggen dat deze AMvB bij de Kamer zal worden voorgehangen?

5. Ouderdomsverzekering

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen of de Wet algemene ouderdomsverzekering BES (AOV BES) gekoppeld is aan het minimumloon op de BES-eilanden. Zo ja, hoe werkt deze koppeling precies? En zo nee, waarom niet?

De leden van de NSC-fractie lezen in de memorie van toelichting dat, conform de aangenomen motie Wuite c.s.1, een verhoging van de AOV-leeftijd oorspronkelijk deel uitmaakte van dit wetsvoorstel, maar dat dit er vervolgens weer uit is gehaald. Kan de regering nader toelichten waarom de verhoging van de AOV-leeftijd geen onderdeel meer uitmaakt van dit wetsvoorstel?

6. Algemene weduwen en wezenverzekering BES

7. Invoerings- en overgangsrecht

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen of de regering al een afbouwpad voor de duurtetoeslag heeft voorzien. Deze leden vragen hoe de regering gaat waarborgen dat de afbouw hiervan tezamen met het bereiken van het ijkpunt sociaal minimum niet met negatieve inkomenseffecten gepaard gaat.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen tevens naar de faciliteit voor zwangerschap. De leden vragen hoe de duur van het verlof dan wordt bepaald, bijvoorbeeld dat de wet in werking treedt in het geval dat iemand recent is bevallen, of juist net voor de bevalling.

8. Effecten, financiën, regeldruk en uitvoeringseffecten

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen op welk moment er voor de verschillende Sociale Zaken en Werkgelegenheidswetten (SZW-wetten) die worden gewijzigd evaluatie is voorzien. De leden vragen of de situatie op Caribisch Nederland in de evaluatiemomenten specifiek wordt geëvalueerd.

In de memorie van toelichting wordt kort ingegaan op de uitvoeringskosten van de voorgenomen maatregelen, constateren de leden van de NSC-fractie. Hoe verhouden deze uitvoeringskosten zich tot de daadwerkelijke verhoging van de bestaanszekerheid in Caribisch Nederland, zo vragen deze leden. Kan de regering hier nader op ingaan?

De leden van de SGP-fractie vragen of de beraamde kosten van dit wetsvoorstel reeds in de begroting zijn opgenomen, of dat deze nog verwerkt dienen te worden.

9. Advies en consultatie

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen hoe de opmerking van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN)-unit SZW over de bepalingen in de Wet ongevallenverzekering BES (OV BES) en ZV BES over het verrekenen van inkomsten zijn meegenomen. Deze leden vragen op een toelichting op de zin «de vraag is of daar alsnog in kan worden voorzien».

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen om een reflectie op de opmerking van het Openbaar Lichaam Bonaire op de AKW+. Deze leden vragen om een toelichting op de uitvoeringsproblematiek.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen daarnaast naar de opmerking van het Openbaar Lichaam Saba over het regelen van verlof bij medische uitzending. Deze leden vragen om een reflectie van de regering. Zij vragen daarnaast of dit voorstel uitvoeringstechnisch kan en wat de gevolgen zouden zijn. Zij vragen in ieder geval om in te gaan op de kosten die hiermee gepaard gaan.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn benieuwd naar uitwerking van de vergelijkende inventarisatie van de wet- en regelgeving en de prioritering die daaruit rolt. Deze leden zijn verheugd te lezen dat de regering hierbij de Openbare Lichamen gaat betrekken.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen de regering ook te reageren op de opmerking van het Openbaar Lichaam Bonaire dat er nog steeds een te versnipperde aanpak is, ondanks het samennemen van verschillende wijzigingen in de Wijzigingswet. Deze leden vragen wat de regering voornemens is te doen.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen in de bijdrage van het Openbaar Lichaam Sint-Eustatius dat het niveau van de lonen te laag is. Deze leden vragen of de regering voor de verhoging van het minimumloon in 2024 in overleg is getreden met het Openbaar Lichaam.

De leden van de SGP-fractie vragen naar aanleiding van het ATR-advies meetbare doelen te stellen met betrekking tot de inhoudelijke wetswijzigingen.

II. Artikelsgewijs

Artikel X Inwerkingtreding

De leden van de NSC-fractie lezen dat het voornemen van de regering was om de wet in werking te laten treden met ingang van 1 juli 2024. Deze datum wordt niet gehaald. Welke ingangsdatum heeft de regering nu voor ogen? Kan de regering tevens aangeven of zij nog steeds voornemens is om een aantal onderdelen van het wetsvoorstel, zoals de introductie van de wachtdagen voor het wettelijk zieken- en ongevallengeld later in werking te laten treden? Aan welk tijdpad wordt dan gedacht?

De fungerend voorzitter van de commissie,
Léon de Jong

Adjunct-griffier van de commissie,
Meester-Schaap


  1. Kamerstuk 35 925 IV, nr. 26.↩︎