[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op de motie van het lid Van Zanten over een eerdere definitie van passend onderwijs aanhouden en gespecialiseerd onderwijs op eigen locaties laten voortbestaan (Kamerstuk 31497-479), op de gewijzigde motie van het lid Van Zanten over onderzoeken op welke wijze er binnen lerarenopleidingen meer aandacht kan komen voor het begeleiden van leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften (Kamerstuk 31497-488) en op de motie van het lid Soepboer over het voortbestaan van het gespecialiseerd onderwijs garanderen voor leerlingen met specialistische onderwijs- of ondersteuningsbehoeften (Kamerstuk 31497-482)

Passend onderwijs

Brief regering

Nummer: 2024D27399, datum: 2024-06-27, bijgewerkt: 2024-08-12 15:13, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31497-489).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 31497 -489 Passend onderwijs.

Onderdeel van zaak 2024Z11456:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

31 497 Passend onderwijs

Nr. 489 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 juni 2024

Uw Kamer heeft op 12 juni jongstleden onder andere twee moties van het lid van Zanten (BBB) en een motie van het lid Soepboer (NSC) aangenomen. De moties van het lid Van Zanten verzoeken het kabinet de eerdere definitie ten aanzien van passend onderwijs aan te houden waarin sprake is van deels gescheiden aanbod en deels gedeeld aanbod van onderwijs en het laten voortbestaan van gespecialiseerd onderwijs op eigen locaties1, en om te onderzoeken op welke wijze er binnen lerarenopleidingen meer aandacht kan komen voor het begeleiden van leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften2. De motie van het lid Soepboer verzoekt het kabinet om het gespecialiseerd onderwijs duidelijk terug te brengen in haar ambities en daarmee het voortbestaan daarvan te garanderen voor leerlingen met specialistische onderwijs- of ondersteuningsbehoeften.3

Het lid Van Zanten heeft met de brieven met kenmerk 2024Z10267 en kenmerk 2024Z10746 gevraagd om binnen twee weken een brief van het kabinet te ontvangen over hoe de door haar ingediende moties worden uitgevoerd. Het lid Soepboer heeft per brief met kenmerk 2024Z10270 gevraagd om een reactie op de door hem ingediende motie, en hierbij aangegeven dat deze opgenomen mag worden in de brief die op verzoek van mevrouw Van Zanten wordt verstuurd. Hierbij stuur ik u mijn reactie op de ingediende moties.

Tijdens het tweeminutendebat heb ik de betreffende moties ontraden omdat deze overbodig zijn. De moties verzoeken het kabinet namelijk om iets te doen, wat op dit moment al gebeurt en daarmee lopend beleid is.

Voor de motie van het lid van Zanten en van Soepboer over het gespecialiseerd onderwijs geldt dat ik tijdens het debat heb aangegeven dat gespecialiseerd onderwijs een belangrijk onderdeel is van ons stelsel. Dat is op dit moment zo, maar blijft ook zo in de toekomst. Zoals beschreven in het beleidskader «Met elkaar voor alle kinderen en jongeren»4, dat ik uw Kamer toe heb gestuurd met de brief van 10 mei jongstleden5, is er ook bij inclusief onderwijs nog steeds ruimte voor deels gescheiden en deels gedeeld aanbod van onderwijs aan leerlingen met en zonder extra ondersteuningsbehoeften. Daarmee zal er dus altijd een vorm van gespecialiseerd onderwijs blijven bestaan. De verdere uitwerking hiervan wordt de komende periode met het onderwijsveld opgepakt.

Voor de motie over de lerarenopleiding van het lid Van Zanten geldt dat ik in mijn brief van 10 mei heb aangegeven dat er op dit moment al een verdiepend onderzoek loopt naar de toerusting en ondersteuning van leraren in het funderend onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. De uitkomsten van dit onderzoek worden in ieder geval geadresseerd in het Opleidingsberaad leraren om zo te bezien hoe deze een plek kunnen krijgen binnen de lerarenopleiding. De resultaten van het onderzoek worden naar verwachting in de zomer opgeleverd. Zoals toegezegd tijdens het debat informeer ik uw Kamer na de zomer over de uitkomsten van het onderzoek en de vervolgacties.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,
M.L.J. Paul


  1. Kamerstukken II 2023–2024, 31 497, nr. 479.↩︎

  2. Kamerstukken II 2023–2024, 31 497, nr. 488.↩︎

  3. Kamerstukken II 2023–2024, 31 497, nr. 482.↩︎

  4. Beleidskader: met elkaar voor alle kinderen en jongeren werken aan een inclusieve leeromgeving | Rapport | Rijksoverheid.nl↩︎

  5. Kamerstukken II 2023–2024, 31 497, nr. 475.↩︎