[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van een schriftelijk overleg over de reactie op verzoek commissie over de brief van Streetwise en andere organisaties met betrekking tot het project ‘Smart Streetwise’ (Kamerstuk 32637-596)

Bedrijfslevenbeleid

Verslag van een schriftelijk overleg

Nummer: 2024D27666, datum: 2024-06-28, bijgewerkt: 2024-08-05 17:26, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32637-647).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 32637 -647 Bedrijfslevenbeleid.

Onderdeel van zaak 2024Z11544:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

32 637 Bedrijfslevenbeleid

Nr. 647 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 28 juni 2024

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de brief van 5 februari 2024 over de reactie op verzoek commissie over de brief van Streetwise en andere organisaties met betrekking tot het project «Smart Streetwise» (Kamerstuk 32 637, nr. 596).

De vragen en opmerkingen zijn op 14 maart 2024 aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd. Bij brief van 28 juni 2024 zijn de vragen beantwoord.

De fungerend voorzitter van de commissie,
Stoffer

Adjunct-griffier van de commissie,
Van Tilburg

Inhoudsopgave

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties 2
II Antwoord / Reactie 3

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben de reactie van de Minister over het project Smart Streetwise gelezen. Deze leden wensen de Minister nog enkele vragen voor te leggen. Zij zien dat middelgrote binnensteden en kernen de laatste jaren steeds meer verschralen. Naast de Impuls Aanpak Winkelgebieden zijn verdere initiatieven om ondernemerschap aan te jagen, kernen te versterken en leegstand tegen te gaan volgens deze leden nodig om de winkelstraten levendig te houden en toekomstbestendig te maken.

De leden van de D66-fractie zijn zeer te spreken over de samenwerking tussen Streetwise, provincie Overijssel en Saxion Hogeschool om te komen tot een pilotaanpak om de Streetwise-methodiek in Overijssel uit te rollen. Deze leden zien het project als een goede aanjager voor het versterken van winkelgebieden, specifiek in middelgrote binnensteden in regionale gebieden, waarbij wordt gefocust op innovatie en het aantrekken van de nieuwe generatie ondernemers en vernieuwende concepten. Klopt het dat Provincie Overijssel middelen heeft vrijgemaakt om het project in Overijssel uit te rollen? (1) Kan de Minister hierbij een aanjagende rol spelen? (2) Zo nee, waarom niet? (3) Kan de Minister toezeggen om de pilotaanpak in Overijssel op de kortst mogelijke termijn van start te laten gaan? (4) Zo ja, welke termijn stelt zij hierbij? (5) Wat moet er nog specifiek gebeuren voordat de uitrol in Overijssel van start kan? (6)

De leden van de D66-fractie hebben daarnaast nog enkele vragen over het onderzoeken van een landelijke uitrol van het project. Deze leden weten dat het project in Limburg al veel deelnemende gemeenten heeft en door die successen de stap naar Overijssel heeft gemaakt, waartoe Saxion de methodiek heeft onderzocht. Deze leden hebben kennisgenomen van bredere interesse in het project Smart Streetwise vanuit verschillende andere provincies en gemeenten. Is de Minister samen met project Streetwise in gesprek met deze provincies? (7) Zo nee, ziet zij daar geen rol om de uitrol verder te faciliteren? (8) Wat verwacht de Minister van de samenwerkende partijen, zoals de provincie en Stichting Streetwise, voordat zij het project buiten Overijssel kan steunen? (9)

De leden van de D66-fractie zien naast het beleid dat de van de overheid al uitvoert om kernen levendig te houden en de methodiek van Streetwise nog een mogelijke optie om winkelgebieden en de ondernemersvrijheid te stimuleren. Deze leden zouden graag zien dat ondernemers zelf de vrijheid krijgen om te beslissen of zij open gaan op zondag. Op dit moment moet de gemeente actief besluiten of een ondernemer open mag, gezien in de huidige wetgeving staat dat alle winkels dicht zijn op zondag, tenzij de gemeente een uitzondering toepast. Deze leden zouden graag zien dat alle winkeliers zelf de vrijheid hebben om hun winkel te openen op zondag. Dit brengt niet alleen meer ondernemersvrijheid, maar zo wordt ook aan consumenten de kans gegeven om een extra dag te komen winkelen. Dit stimuleert economische bedrijvigheid. Kan de Minister reflecteren op de suggestie van deze leden? (10) Is zij het met deze leden eens dat ondernemers de vrijheid moeten krijgen om zelf te beslissen of zij op zondag hun winkel openen? (11) Zo nee, waarom niet? (12)

Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister aangaande de reactie op de brief van Streetwise en andere organisaties met betrekking tot het project «Smart Streetwise». Deze leden lezen dat er overleg gaande is met alle betrokken partijen om vervolgstappen te concretiseren in een plan om een landelijke uitrol te onderzoeken, waarbij het Saxion middels praktijkgericht onderzoek valideert. Deze leden vragen wanneer deze uitkomsten ongeveer verwacht kunnen worden. (13)

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de reactie van de Minister op de brief van Streetwise. Deze leden pleiten voor ondersteuning van Streetwise om de landelijke uitrol van de Streetwise-methodiek mogelijk te maken en vragen hierop een reactie van de Minister. Deze leden verwijzen in dat licht naar de schriftelijke vragen van de leden Inge van Dijk en Vermeer hierover d.d. 15 februari (Aanhangsel Handelingen II 2023/24, nr. 1564) die zij hierover reeds hebben gesteld en zien uit naar de beantwoording daarvan door de Minister. (14)

II Antwoord / Reactie

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

Vraag

Klopt het dat Provincie Overijssel middelen heeft vrijgemaakt om het project in Overijssel uit te rollen? (1)

Antwoord

Ja, de provincie Overijssel heeft middelen vrijgemaakt voor een pilotproject in de gemeente Enschede.

Vraag

Kan de Minister hierbij een aanjagende rol spelen? (2)

Antwoord

Op dit moment speelt mijn ministerie een stimulerende rol bij de totstandkoming van een gedragen stappenplan door partijen bij elkaar te brengen en ze te overtuigen van de noodzaak van een dergelijk plan. Zo nodig wil ik een stimulerende rol spelen richting politiek-bestuurlijke betrokkenen vanuit de provincies.

Vraag

Zo nee, waarom niet? (3)

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 2.

Vraag

Kan de Minister toezeggen om de pilotaanpak in Overijssel op de kortst mogelijke termijn van start te laten gaan? (4)

Antwoord

Ik zie de pilotaanpak Overijssel als een eerste stap naar een landelijke uitrol. Bij het zetten van deze belangrijke eerste stap moet daarom ook worden voldaan aan voorwaarden om de noodzakelijke vervolgstappen mogelijk te maken.

Vraag

Zo ja, welke termijn stelt zij hierbij? (5)

Antwoord

Het is niet aan mij, maar aan de betrokken partijen om hierbij een termijn te stellen.

Vraag

Wat moet er nog specifiek gebeuren voordat de uitrol in Overijssel van start kan? (6)

Antwoord

De plannen voor de uitrol van het Streetwise-concept hebben nog geen vastomlijnde vorm. De Overijsselse pilot zou een eerste stap kunnen zijn in het vormgeven van de inhoudelijke aanpak, maar daarnaast is het belangrijk dat er uitzicht is op een vervolg en onder welke voorwaarden een dergelijk vervolg plaats kan vinden. Daarvoor is het nodig om ook andere provincies en daarbinnen andere gemeenten te betrekken en te enthousiasmeren om te participeren in een vervolgtraject. Daarvoor hoeven niet direct alle andere provincies aan te haken, maar wel een substantieel aantal, bijvoorbeeld een drietal, zodat momentum kan worden gecreëerd. Zoals ook in de provincie Limburg is gebleken zijn de provincies belangrijk vanwege hun stimulerende en regievoerende rol richting hun gemeenten. Om echt stappen te kunnen zetten richting een landelijke uitrol is stevig politiek-bestuurlijk commitment noodzakelijk voor een gedragen stappenplan.

Vraag

Is de Minister samen met project Streetwise in gesprek met deze provincies? (7)

Antwoord

Ja, op ambtelijk niveau vindt overleg plaats.

Vraag

Zo nee, ziet zij daar geen rol om de uitrol verder te faciliteren? (8)

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 7.

Wat verwacht de Minister van de samenwerkende partijen, zoals de provincie en Stichting Streetwise, voordat zij het project buiten Overijssel kan steunen? (9)

Antwoord

Ik steun het project op dit moment al. Voor de voortgang van het project is het belangrijk dat de partijen de pilotaanpak nader concretiseren in een uitgewerkt projectplan, dat inzicht geeft in de doelen, de partijen die meewerken en de invulling van rollen, de werkwijze, het tijdpad en de financiële onderbouwing. Belangrijk is ook dat goede afspraken gemaakt worden over de monitoring van het project, zodat op basis van het project eventueel inhoudelijk kan worden bijgestuurd. De Overijsselse pilot zou daarmee mede de basis kunnen leggen voor een concreet uitrol-draaiboek. Daarnaast is politiek-bestuurlijk commitment noodzakelijk voor een gedragen stappenplan voor de landelijke uitrol. Zie ook mijn antwoord op vraag 6.

Vraag

Kan de Minister reflecteren op de suggestie van deze leden (dat winkeliers zelf mogen beslissen of zij op zondag open gaan)? (10)

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 11.

Vraag

Is zij het met deze leden eens dat ondernemers de vrijheid moeten krijgen om zelf te beslissen of zij op zondag hun winkel openen? (11)

Antwoord

Nee, dit zou namelijk betekenen dat het landelijk wordt toegestaan dat winkeliers op zondag open mogen, zonder dat gemeenten daar invloed op hebben. Het is aan gemeenten om uitzonderingen te maken voor de openingstijden die in de Winkeltijdenwet zijn opgenomen. Het is een bewuste keuze om deze bevoegdheid bij gemeenten te leggen, omdat gemeenten het beste inzicht hebben in de wensen en belangen van burgers, ondernemers en andere stakeholders.

Deze systematiek werkt. De meeste gemeenten hebben een verordening die openingstijden regelt. Bovendien bestaat er vaak voor ondernemers de mogelijkheid om individuele ontheffing te krijgen. Zo stond circa 82% van gemeenten in 2016 winkeliers toe om individueel ontheffing aan te vragen.

Het landelijk toestaan van openstelling op zondag kan bovendien een keerzijde voor winkeliers hebben die waarde hechten aan zondagsrust. Als gevolg van de verruimingen in de Winkeltijdenwet meer dan tien jaar geleden zijn winkeliers geconfronteerd geweest met verruimingen van openingstijden, zonder dat zij daarmee hebben ingestemd. Dit gebeurde bijvoorbeeld via besluitvorming in winkeliersverenigingen of via bestaande contractsbepalingen in het huurcontract. Daarom is de wet in 2021 gewijzigd om winkeliers een uitdrukkelijk instemmingsrecht bij wijzigingen van openingstijden te geven. Hoewel winkeliers niet meer gedwongen kunnen worden open te gaan op zondag, kan een landelijke verruiming ervoor zorgen dat de economische druk om op zondag open te gaan hoger is in die gebieden waar nu nog (grotendeels) zondagssluiting is. In de evaluatie uit 2016 gaf 47% van de winkeliers aan dat zij open waren op zondag onder meer omdat concurrenten open waren.

Vraag

Zo nee, waarom niet? (12)

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 11

Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

Vraag

Deze leden vragen wanneer deze uitkomsten (van het overleg met partijen) ongeveer verwacht kunnen worden. (13)

Antwoord

Het is nu op de eerste plaats aan de samenwerkende partijen om de noodzakelijke voorwaarden in te vullen die vervolgstappen mogelijk maken. Zie ook mijn antwoorden bij de vragen 5, 6 en 9.

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

Opmerking

Deze leden verwijzen in dat licht naar de schriftelijke vragen van de leden Inge van Dijk en Vermeer hierover d.d. 15 februari (Aanhangsel Handelingen II 2023/24, nr. 1564) die zij hierover reeds hebben gesteld en zien uit naar de beantwoording daarvan door de Minister. (14)

Reactie

Antwoorden op de vragen van de leden Van Dijk en Vermeer heb ik uw Kamer doen toekomen op 22 april 2024.