Verslag Voorjaarsvergadering 2024 Wereldbank
Vergaderingen Interim Committee en Development Committee
Brief regering
Nummer: 2024D27949, datum: 2024-07-01, bijgewerkt: 2024-08-14 15:51, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-26234-293).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Onderdeel van kamerstukdossier 26234 -293 Vergaderingen Interim Committee en Development Committee.
Onderdeel van zaak 2024Z11635:
- Indiener: E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
- Volgcommissie: vaste commissie voor Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- 2024-07-03 14:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-09-05 13:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- 2024-10-08 14:00: Jaarvergadering Wereldbank (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
26 234 Vergaderingen interim- Committee en Development Committee
Nr. 293 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juli 2024
Hierbij informeer ik u, mede namens de Minister van Financiën, over de Voorjaarsvergadering van de Wereldbank (hierna: de Bank) die van 15 t/m 19 april in Washington D.C. is gehouden. In het bijzonder wordt ingegaan op de bijeenkomst van het Development Committee van 19 april 2023.
Zoals aangegeven in de Geannoteerde Agenda met de inzet van het Koninkrijk voor de Voorjaarsvergadering1 bouwde de Voorjaarsvergadering voort op eerdere vergaderingen die in het teken stonden van de hervormingsagenda van de Bank, het zogenaamde Evolution Process. Wederom vond een rondetafelconferentie plaats over de situatie in en de wederopbouw van Oekraïne. Deze brief gaat ook in op de voorbereidingen voor de onderhandelingen over IDA21, de eenentwintigste middelenaanvulling van de International Development Association (IDA), het loket van de Wereldbank voor de armste landen.
Voor de vijfde achtereenvolgende keer sloot ook het Development Committe van de Wereldbank, net als het International Monetary and Financial Committee van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), af zonder slotcommuniqué. De reden hiervoor was het ontbreken van overeenstemming over de bewoording van de Russische invasie in Oekraïne en, in mindere mate, de bewoording van het conflict in Gaza en Israël. In plaats daarvan werd een voorzittersverklaring verspreid2. Tevens verwijs ik hierbij naar de schriftelijke verklaring van de Nederlandse kiesgroep3 en mijn interventie tijdens het Development Committee 4.
Evolution Process
Het overleg stond opnieuw in het teken van het Evolution Proces, de herziening van de missie en het bedrijfsmodel en de versterking van de financiële slagkracht van de Bank. Dit is nodig om de Bank beter in staat te stellen om de mondiale grensoverschrijdende uitdagingen, zoals klimaatverandering, armoede, mogelijke toekomstige pandemieën en toenemende fragiliteit effectief te adresseren. Effectievere bestrijding van deze crises door een wereldwijd opererende instelling als de Wereldbank is ook in Nederlands belang.
De nadruk bij deze vergadering lag op de implementatie van de voorstellen die in oktober 2023 door gouverneurs zijn bekrachtigd en het uitwerken hiervan op verschillende deelgebieden. De belangrijkste zijn de mobilisering van privaat kapitaal, betere inning en gebruik van belastingmiddelen en verdere optimalisatie van de financiële balans van de Bank.
Tijdens het Development Committee verwelkomden gouverneurs de genomen stappen om (1) wereldwijde uitdagingen beter te integreren in de meerjarige landenstrategieën van klantlanden, (2) de rol van de Bank als «kennisbank» te versterken, (3) de crisisparaatheid van landen te steunen middels de Crisis Response Toolkit, (4) gendergelijkheid en -inclusie als belangrijke aanjagers van effectieve ontwikkeling te integreren in het werk van de Bank en (5) meer te sturen op langetermijnresultaten (outcomes in tegenstelling tot outputs). Ook nodigden gouverneurs het management van de Bank uit om verdere balansoptimalisatiemaatregelen te verkennen in lijn met de aanbevelingen van het Capital Adequacy Framework Review van de G20.
Met betrekking tot de financiële slagkracht van de Bank wezen gouverneurs op het belang van een hechte samenwerking met het IMF op het gebied van schuldhoudbaarheid en bij het assisteren van klantlanden bij verbeterde belastinginning. In het kader van het mobiliseren van privaat kapitaal voor de duurzame ontwikkelingsdoelen, verwelkomden de leden de aanbevelingen van het recent opgerichte Private Sector Investment Lab en het (grotendeels) publiceren van de gegevens uit de Global Emerging Markets Risk Database (GEMS). Deze database bevat waardevolle statistieken voor private investeerders, zoals wanbetalingspercentages, om goede risicoanalyses te kunnen doen. Dit stelt onder meer pensioenfondsen en verzekeraars in staat om te investeren in projecten in ontwikkelingslanden, waaronder klimaatadaptatie.
Tot slot verwelkomden gouverneurs het Global Solutions Accelerator Platform (GSAP), een nieuw allocatiemechanisme bedoeld om financiële bijdragen te oormerken voor het investeren in wereldwijde uitdagingen. Een tiental landen doet mee aan dit platform via portfoliogaranties of hybride kapitaal. Bij portfoliogaranties staan verstrekkers garant voor de terugbetaling van leningen van klantlanden aan de Bank tot aan een gegarandeerd maximum. Bij hybride kapitaal kopen aandeelhouders achtergestelde obligaties van de Bank die een vaste rente uitkeert en een iets hoger risico kent dan normale obligaties. De Verenigende Staten stellen een portfoliogarantie ter waarde van USD 6,25 miljard beschikbaar. Japan en Frankrijk kondigden bijdrages van respectievelijk USD 1 miljard en EUR 500 miljoen aan. Andere gouverneurs kondigden aan hybride kapitaal in te leggen, zoals Duitsland met EUR 305 miljoen en Canada met USD 300 miljoen. In mijn toespraak in het Development Committee heb ik het voornemen van Nederland aangekondigd, onder voorbehoud van parlementaire goedkeuring, om EUR 68 miljoen aan hybride kapitaal in te leggen bij de Bank. Vanwege het hefboomeffect van deze twee instrumenten kan dit in totaal leiden tot EUR 70 miljard aan extra leningen voor wereldwijde uitdagingen zoals klimaatactie, de bescherming van biodiversiteit en de versterking van voedselsystemen.
Rondetafelconferentie over Oekraïne op ministerieel niveau (5e bijeenkomst)
De vijfde ministeriële rondetafelconferentie over Oekraïne vond plaats tijdens deze voorjaarsvergadering en bood Ministers de kans om van gedachten te wisselen over de internationale steuninzet. Uw Kamer is hierover al separaat geïnformeerd5.
Palestijnse gebieden
En marge van de Voorjaarsvergadering is ook gesproken over de situatie in de Palestijnse gebieden met onder meer de Vice-President voor de regio Midden Oosten en Noord Afrika en de landendirecteur voor de Westelijke Jordaanoever en Gaza. Beiden uitten ernstige zorgen over de snel verslechterende financiële situatie van de Palestijnse Autoriteit. De afnemende inkomsten vanwege het conflict (merendeel van de handel is met Israël), het tegenwerken van het vrijgeven van tegoeden en de gekelderde bilaterale steun kunnen volgens de Bank ernstige effecten hebben. De Wereldbank benadrukte dat de Palestijnse Autoriteit verantwoordelijk is voor het overgrote deel van de basisvoorzieningen en dat mede hierom het van belang is deze te steunen. Met betrekking tot de complexe herstel- en wederopbouwopgave, zoals weergegeven in de interim- Rapid Damage and Needs Assessment 6, gaf de Wereldbank aan dat medewerking van Israël bepalend is voor de omvang van de interventies die mogelijk zullen zijn vanuit de Bank.
Eenentwintigste middelenaanvulling van de International Development Association
Dit jaar vinden de onderhandelingen over de eenentwintigste middelenaanvulling van de International Development Association (IDA21) plaats. IDA is het loket van de Wereldbank dat de armste landen bedient met ongeveer USD 30 miljard per jaar. Het fonds verstrekt schenkingen en concessionele leningen en is daardoor beperkt revolverend. Donoren vullen het fonds daarom elke drie jaar aan. Het is aan het volgende kabinet om te bezien wat de Nederlandse bijdrage aan de eenentwintigste middelenaanvulling zal zijn. Bij een middelenaanvulling wordt ook het beleids- en financieringskader van IDA herzien. Voor Nederland is dit een belangrijke gelegenheid om de via de slagkracht en reikwijdte die IDA biedt de nationale prioriteiten na te streven.
De IDA21-onderhandelingen worden, net als het Evolution Proces, gedreven door de constatering dat crises toenemen in schaal en omvang, waardoor ontwikkelingsfinanciering steeds meer onder druk komt te staan. Op 21 april jl. heeft het management van IDA opties gepresenteerd voor het vergroten van het financieringsvolume van IDA. Daarbij wordt onder meer gekeken hoe leningsvoorwaarden soberder gemaakt kunnen worden zonder bij te dragen aan de al verslechterende schuldenpositie van IDA-landen.
Nederland gaf hierbij aan dat het van belang is dat de schuldhoudbaarheid van de klantlanden gewaarborgd blijft door andere interventies op gebieden als publiek financieel management, schuldenbeleid en belastingbeleid. Ook wees Nederland op het belang van samenwerking met het IMF en andere multilaterale ontwikkelingsbanken.
Voor het beleidskader van IDA voorziet management vijf focusgebieden: (1) people, (2) planet, (3) prosperity, (4) digitalization en (5) infrastructure. Dit beleidskader wordt verder uitgewerkt bij de volgende onderhandelingsronde die plaatsvindt van 18 t/m 21 juni. Nederland zal bij deze onderhandelingen bijzondere aandacht besteden aan het versterken van de financiële fundamenten van klantlanden (zoals door betere belastinginning), het verhogen van de ambitie op klimaatadaptatie (bijvoorbeeld door klimaatadaptatie te bezien in samenhang met watermanagement en voedselzekerheid), en het adresseren van fragiliteit (door betere integratie van dit thema binnen IDA).
De Minister voor Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher