Verslag van de commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven over het verloop van de verkiezingen, de vaststelling van de verkiezingsuitslag en de toelating van de leden
Verkiezingen
Brief commissie
Nummer: 2024D28170, datum: 2024-07-03, bijgewerkt: 2024-08-15 13:34, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35165-82).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: U. Ellian, Tweede Kamerlid (VVD)
- Mede ondertekenaar: Y.C. Kling, griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 35165 -82 Verkiezingen.
Onderdeel van zaak 2024Z11722:
- Indiener: U. Ellian, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: Y.C. Kling, griffier
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2024-09-26 12:00: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
35 165 Verkiezingen
Nr. 82 VERSLAG VAN DE COMMISSIE VOOR HET ONDERZOEK VAN DE GELOOFSBRIEVEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juli 2024
Inleiding
Op donderdag 6 juni 2024 vonden in Nederland de Europese Parlementsverkiezingen plaats.
Vandaag breng ik namens de commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven verslag uit over het verloop van de verkiezingen, de vaststelling van de verkiezingsuitslag en de toelating van de leden. Deze taken volgen uit artikel 7.6 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer en uit artikel Y 25 Kieswet.
De organisatie van de verkiezingen wordt voornamelijk uitgevoerd door gemeenten. In totaal kon in 9.528 stembureaus worden gestemd. De Kiesraad moet, als Centraal Stembureau, samen met gemeenten zorgen voor een uitvoerbaar en controleerbaar verkiezingsproces. Het verkiezingsproces moet eerlijk, transparant en controleerbaar verlopen, en voldoen aan de waarborgen van onder meer toegankelijkheid, stemgeheim en stemvrijheid. Al diegenen die hebben meegeholpen aan het organiseren van deze Europese Parlementsverkiezingen verdienen niet anders dan lof en complimenten. Veel dank namens de commissie, maar ik denk dat ik die dank ook namens de gehele Kamer mag uitspreken.
Om als commissie verslag te kunnen uitbrengen over het verloop van de verkiezingen en de vaststelling van de verkiezingsuitslag worden de processen-verbaal van alle stembureaus gecontroleerd. Deze controle is op vrijdag 21 juni jongstleden uitgevoerd door tientallen medewerkers van de Tweede Kamer in de Statenpassage. Ook hen zijn wij veel dank verschuldigd: in één dag zijn alle processen-verbaal gecontroleerd.
Tijdens deze verkiezingen vond er ook een experiment plaats: in vijf gemeenten werd er namelijk geëxperimenteerd met een kleiner stembiljet. Dit stembiljet bevat op de bovenste helft de logo’s en namen van de partijen en op de onderste helft de nummers van de kandidaten. Er staan dus geen namen van kandidaten meer op het stembiljet, waardoor dit stembiljet veel kleiner is dan het normale stembiljet. In elk stemhokje in deze vijf gemeenten lag een overzicht van alle namen van kandidaten per partij, zodat kiezers konden nagaan welk nummer correspondeert met de kandidaat waarop ze wilden stemmen. De commissie heeft met werkbezoeken en bij de controle van de processen-verbaal specifiek gekeken naar hoe de stemming en de telling in deze vijf experimentgemeenten is verlopen.
Als commissie hebben we daarnaast kennisgenomen van de berichtgeving over mogelijke buitenlandse inmenging en ongewenste beïnvloeding van de Europese Parlementsverkiezingen. De Kamer heeft hier meerdere malen over gedebatteerd voorafgaand aan de verkiezingen. Naar aanleiding hiervan heeft de Kamervoorzitter middels een brief aan de voorzitter van het Europees Parlement de zorgen overgebracht over de integriteit van de Europese Parlementsverkiezingen. De commissie deelt natuurlijk deze zorgen. Het onderzoek van deze commissie beperkt zich echter tot het uitbrengen van een verslag over het verloop van de verkiezingen, de vaststelling van de verkiezingsuitslag, en de toelating van de leden. Hiertoe onderzoekt de commissie dus de processen-verbaal van alle stembureaus en controleert het de geloofsbrieven van de gekozenen. Het onderzoek van de geloofsbrieven beperkt zich tot de vraag of de gekozenen aan de wettelijke vereisten voor het lidmaatschap van het Europees Parlement voldoen volgend artikel Y 4 Kieswet en geen met dat lidmaatschap onverenigbare betrekking vervullen op grond van artikel 2 van de Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement.
Het verloop van de verkiezingen en de vaststelling van de verkiezingsuitslag
Werkbezoeken aan stembureaus
Als voorbereiding op haar taken heeft de commissie een aantal werkbezoeken afgelegd. De commissie is op de avond van de verkiezingsdag, op donderdag 6 juni jongstleden, bij een aantal stembureaus gaan kijken om kennis te kunnen nemen van het telproces, de organisatie daarvan en de ingebouwde controles. De commissie is op bezoek geweest bij gemeenten waar het normale stembiljet werd gebruikt, alsmede bij een gemeente waar werd geëxperimenteerd met het kleiner stembiljet. Daarnaast is de commissie ook op bezoek geweest bij de centrale stemopneming in twee gemeenten op vrijdag 7 juni jongstleden. Het was indrukwekkend om te zien hoe er met vele vrijwilligers en medewerkers van gemeenten op een gestructureerde manier werd geteld. Het verkiezingsproces is transparant en controleerbaar. In het telproces zitten meerdere waarborgen en er is altijd een controle.
Onregelmatigheden / bijzonderheden
De commissie heeft bij de controle van de processen-verbaal onder andere gekeken naar de onregelmatigheden en bijzonderheden die zijn genoteerd en naar de bezwaren van kiezers. Hieruit zijn de volgende observaties naar voren gekomen:
– De toegankelijkheid van stembureaus zorgt nog steeds voor problemen en bezwaren van kiezers, met name als het gaat om de toegankelijkheid voor rolstoelen en scootmobiels. Dit is een terugkerend probleem.
– De vindbaarheid en bereikbaarheid van stembureaus is ook een vaak teruggevonden klacht van kiezers.
– Er waren bezwaren van kiezers over de verlichting in het stemhok: deze werd vaak als te zwak ervaren.
– Kiezers klaagden over het gebrek aan privacy in het stemhok. Een aantal kiezers gaven aan dat andere mensen makkelijk konden zien wat ze stemden. Zo werd bijvoorbeeld als reden aangegeven dat de stembureauleden recht tegenover de stemhokjes zaten en kiezers dus het idee hadden dat de stembureauleden konden zien wat ze stemden.
– Voor veel kiezers blijft het onduidelijk dat met een stempas niet in een andere gemeente kan worden gestemd en dat daarvoor een kiezerspas moet worden aangevraagd.
– Stembureauleden moesten vaak constateren dat volmachten niet correct waren ingevuld.
– Tot slot waren er ook kiezers die bij het stembureau hebben geklaagd over het niet ontvangen van hun stempas.
De commissie heeft ook bijzonderheden van andere aard geconstateerd, die zij de Kamer niet wil onthouden:
– In een stembureau heeft een kiezer bezwaar gemaakt ten aanzien van het ontbreken van stempotloden voor linkshandigen.
– Een kiezer heeft naast het stembiljet ook het rijbewijs in de stembus gedaan.
– In een stembureau moest heel snel een voorzitterswissel plaatsvinden in verband met de bevalling van de vrouw van de eerste voorzitter.
– Op een proces-verbaal van een stembureau was het volgende genoteerd: «tot nu toe twee keer een mus binnen gevlogen. Na enige tijd weer naar buiten gevlogen.»
Experiment met het kleiner stembiljet
Zoals gezegd werd er in vijf gemeenten geëxperimenteerd met een kleiner stembiljet. Tijdens de werkbezoeken van de commissie in een van de experimentgemeenten werd direct duidelijk dat er veel enthousiasme is over dit kleiner stembiljet. Het tellen van de stemmen is gemakkelijker en gaat veel sneller. Zo zijn tellers niet eerst heel lang bezig met het uitvouwen van een enorm biljet en kunnen ze in één oogopslag zien op welke lijst en op welke kandidaat is gestemd. De tellers konden daardoor in alle rust en zonder tijdsdruk de telling uitvoeren, waardoor ook de kans op telfouten veel kleiner lijkt. De boodschap van één gemeente was zelfs: «na deze ervaring, willen we niet meer terug naar dat enorme stembiljet».
Ook de eerste reacties van kiezers zijn positief: zij vinden het kleiner stembiljet overzichtelijk en handig. Een punt van aandacht hierbij is wel het percentage ongeldige stemmen. In alle gemeenten met het normale stembiljet was gemiddeld 0,18 procent van de stemmen ongeldig. In de vijf experimentgemeenten was echter gemiddeld 0,77 procent van de stemmen ongeldig. Dat is dus ruim vier keer zoveel. De twee meest voorkomende ongeldige stemmen bij het kleiner stembiljet lijken te zijn:
– Kiezer heeft een hoger kandidaatnummer ingekleurd dan het aantal kandidaten dat de partij heeft;
– Kiezer heeft alleen een stemvakje voor een kandidaatnummer ingekleurd.
Als een kiezer alleen een stemvakje voor een partij had ingekleurd en niet ook nog het stemvakje voor een kandidaatnummer dan werd deze stem als geldig bestempeld en ging deze stem naar kandidaat 1 van die partij.
Bij de besluitvorming over het experiment is het risico van meer ongeldige stemmen wel nadrukkelijk meegewogen in de Kamer. Het is dus van belang om ook in de evaluatie goed te kijken naar de redenen van ongeldigheid. Het ministerie en de Kiesraad gaan het experiment zeer nauwkeurig evalueren. Deze evaluatie zal naar verwachting zo spoedig mogelijk na het zomerreces naar de Kamer worden gestuurd. Veel gemeenten hebben aangegeven dat ze gebaat zijn bij een spoedige maar vooral duidelijke uitspraak van de Kamer over het vervolg. Zo moeten er veel voorbereidingen worden getroffen door gemeenten indien er wordt besloten om het kleiner stembiljet landelijk in te voeren voor de eerstvolgende reguliere verkiezingen: de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2026.
Daarom beveelt de commissie de Kamer aan de evaluatie van het experiment met het kleiner stembiljet zeer zorgvuldig te behandelen in het najaar van 2024.
De toelating van de leden
De commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven beoordeelt of de door de Kiesraad benoemde personen namens Nederland als lid van het Europees Parlement kunnen worden toegelaten. Ten behoeve hiervan onderzoekt de commissie de geloofsbrieven. De geloofsbrieven zijn de documenten waarmee wordt aangetoond dat een gekozene voldoet aan alle eisen van het lidmaatschap van het Europees Parlement. De geloofsbrieven bestaan uit:
(1) de schriftelijke kennisgeving van de voorzitter van de Kiesraad, waarbij aan de gekozene mededeling wordt gedaan van zijn benoeming op grond van de verkiezingsuitslag;
(2) de schriftelijke mededeling van de benoemdverklaarde aan de Tweede Kamer dat de benoeming wordt aanvaard;
(3) een gewaarmerkt afschrift van een uittreksel uit de gemeentelijke bevolkingsadministratie waaruit blijkt dat de betrokkene de vereiste leeftijd heeft bereikt, de Nederlandse nationaliteit bezit en niet uit het kiesrecht is ontzet (in het geval van Europese Parlementsverkiezingen mogen in Nederland wonende niet-Nederlanders die onderdaan zijn van andere lidstaten van de Europese Unie voor Nederland lid zijn van het Europees Parlement, mits zij in het Europese deel van het Koninkrijk Nederland wonen, de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt en niet zijn uitgesloten van het recht om gekozen te worden, in Nederland, noch in de lidstaat waarvan zij onderdaan zijn.);
(4) een persoonlijk ondertekende verklaring over alle openbare betrekkingen die de benoemde bekleedt en geen functies te vervullen die onverenigbaar zijn met het lidmaatschap van het Europees Parlement.
Bij de verklaring over alle openbare betrekkingen is gekeken naar artikel 2 van de Wet incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement.
Voor alle door de Kiesraad 31 benoemden die de benoeming hebben aanvaard heeft de commissie vastgesteld dat zij als lid kunnen worden toegelaten tot het Europees Parlement. Tot slot komt de commissie voor het onderzoek voor de Geloofsbrieven tot de conclusie dat de Europese Parlementsverkiezingen op 6 juni 2024 eerlijk, transparant en controleerbaar zijn verlopen. Ook voldoen deze Europese Parlementsverkiezingen aan de waarborgen van toegankelijkheid, stemgeheim en stemvrijheid. De commissie stelt daarom voor de volgende leden als lid van het Europees Parlement toe te laten:
1 M. Azmani te ‘s-Gravenhage
2 J.N. Baljeu te Rotterdam
3 T.B.W. Berendsen te Breda
4 B.G.P. van den Berg te Beverwijk
5 R.M. Blom te Rhoon
6 A. van Brug te ‘s-Gravenhage
7 M. Chahim te Helmond
8 C. Cordeiro Vieira te Hilversum
9 A. Diepeveen te Opheusden
10 M. Ehlers te Overijse (België)
11 B. Eickhout te Utrecht
12 R. Garcia Hermida-van der Walle te Gorredijk
13 G.M. Gerbrandij te ’s-Gravenhage
14 H.G.P. Gotink te Brussel (België)
15 B. Groothuis te Voorburg
16 A.A.H. Hazekamp te Etterbeek (België)
17 A.S. Kruis te ’s-Gravenhage
18 I. ter Laak te Zoetermeer
19 R.J.A. van Lanschot te Amsterdam
20 J.J.J. van Leeuwen te Dalfsen
21 J.J.M. Lenaers te Stramproy
22 M.E. Maij te ’s-Gravenhage
23 M.J.A. Reuten te Zaandam
24 H.J.A. Ruissen te Krimpen aan den IJssel
25 S. Smit te Goor
26 K. van Sparrentak te Rotterdam
27 T.S.M. Stöteler te Almelo
28 M.H.A. Strik te Dodewaard
29 A.B.R. Strolenberg te Rotterdam
30 L.I. Wolters te Brussel (België)
31 A.J. Zijlstra te Ridderkerk
De voorzitter van de commissie,
Ellian
De griffier van de commissie,
Kling