[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag

Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de invoering van een verplichting voor het bestuursorgaan tot het verstrekken van een afschrift aan de minister bij afwijking van het circulair materialenplan en tot wijziging van het begrip landelijk afvalbeheerplan in circulair materialenplan

Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader)

Nummer: 2024D28233, datum: 2024-07-03, bijgewerkt: 2024-09-02 13:01, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36565-5).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36565 -5 Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de invoering van een verplichting voor het bestuursorgaan tot het verstrekken van een afschrift aan de minister bij afwijking van het circulair materialenplan en tot wijziging van het begrip landelijk afvalbeheerplan in circulair materialenplan.

Onderdeel van zaak 2024Z09604:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

36 565 Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de invoering van een verplichting voor het bestuursorgaan tot het verstrekken van een afschrift aan de Minister bij afwijking van het circulair materialenplan en tot wijziging van het begrip landelijk afvalbeheerplan in circulair materialenplan

Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 3 juli 2024

De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen van haar bevindingen. Het verslag behandelt alleen die onderdelen waarover door de genoemde fracties inbreng is geleverd.

Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave blz.
Inleiding 1
Hoofdlijnen van het voorstel 2
Aanleiding 2
Gebrek aan informatie over afwijken circulair materialenplan 2
Probleemaanpak 3
Gevolgen 4
Gevolgen voor bedrijven 4
Financiële gevolgen 4
Uitvoering, toezicht en handhaving 4
Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) 5
Raad van State 0
Artikelsgewijze toelichting 5
ARTIKEL I, onderdeel D 5
ARTIKEL II 5
Overig 6

Inleiding

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de invoering van een verplichting voor het bestuursorgaan tot het verstrekken van een afschrift aan de Minister bij afwijking van het circulair materialenplan en tot wijziging van het begrip landelijk afvalbeheerplan in circulair materialenplan (hierna: het wetsvoorstel).

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel.

De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben enkele vragen.

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel. Hierover hebben deze leden nog enkele vragen.

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Op een aantal punten hebben deze leden behoefte aan een nadere toelichting.

Hoofdlijnen van het voorstel

De leden van de VVD-fractie vinden dat het goed is dat de wet- en regelgeving aansluit bij de transitie naar een circulaire economie, en dat het «circulair materialenplan» (CMP) daarom de lading beter dekt dan louter het «afvalbeheerplan» en dat deze wijziging wordt doorgevoerd. Wat voor deze leden van belang is, is dat met dergelijke ontwikkelingen de lastendruk niet wordt verhoogd voor de partijen die hierin een belangrijke rol vervullen. En dat de nieuwe werkwijze juist niet zorgt voor belemmeringen om te kunnen innoveren en ondernemen, juist als daarbij het doel is meer circulariteit te behalen.

Aanleiding

De leden van de NSC-fractie lezen dat er vooralsnog geen andere wettelijke aanpassingen worden gemaakt. Deze leden vragen of er andere wetswijzigingen in de pijplijn zitten om de basis van het CMP ten opzichte van die van het landelijk afvalbeheerplan (LAP) uit te breiden en, zo ja, welke dat zijn.

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat er vooralsnog geen andere wettelijke aanpassingen worden gemaakt om de basis van het CMP uit te breiden ten opzichte van die van het LAP. Deze leden merken op dat ondanks de naamswijziging het CMP veelal het beleid zal beschrijven voor traditionele afvalactiviteiten zoals inzamelen, recyclen, verbranden en storten. Deze leden vragen de regering daarom toe te lichten waarom ervoor gekozen is om de naam nu te wijzigen en niet pas op het moment dat er ook inhoudelijke wettelijke aanpassingen aan de orde zijn.

Gebrek aan informatie over afwijken circulair materialenplan

De leden van de VVD-fractie begrijpen de wens van het ministerie om meer zicht te krijgen op afwijkingen van beleid en onderbouwingen van de afwijkingen, zodat beter zicht ontstaat op het verwezenlijken van de circulaire economie. De regering geeft aan dat met de informatieplicht flexibiliteit wordt behouden en er geen extra kosten zullen zijn, maar over eventuele vertraging in het proces doet hij geen uitspraken. Volgens deze leden kan vertraging bij vergunningsaanvragen of besluitvormingsprocessen juist ervoor zorgen dat partijen ervoor kiezen om niet of minder voor secundaire in plaats van primaire grondstoffen te kiezen. Een vraag die deze leden hebben, is in welke mate de informatieplicht gaat zorgen voor vertragingen in het vergunnings- of besluitvormingsproces. Deze leden vragen ook hoe de regering ervoor zorgt dat zij ook inzicht krijgt in mogelijke belemmeringen die bedrijven (bijv. afvalbedrijven, recyclingbedrijven, bouw, maakindustrie, chemische industrie, voedingsindustrie en landbouw) juist ervaren wanneer het bevoegd gezag gaat werken met de informatieplicht. Hoe gaat de regering monitoren dat flexibiliteit wordt behouden, de kosten niet stijgen en er geen sprake is van vertraging?

De leden van de NSC-fractie zijn benieuwd hoe vaak de huidige afwijkingsprocedure gebruikt is. Deze leden vragen of de regering per jaar sinds de introductie van de bestaande afwijkprocedure kan aangeven hoe vaak daarvan gebruik gemaakt is.

De leden van de NSC-fractie lezen dat er geconstateerd wordt dat onbekendheid met de afwijkingsprocedure niet de enige reden was waarom deze niet werd gevolgd. Deze leden vragen of de regering kan aangeven wat volgens haar de andere redenen voor het niet navolgen van de bestaande afwijkingsprocedure zijn.

De leden van de D66-fractie vragen op welke manier het CMP zal worden geëvalueerd en eventueel worden aangepast op basis van nieuwe kennis over circulariteit en het veranderen van ketens. Ook vragen zij op welke manier feedback vanuit de circulaire industrie zal worden meegenomen bij de verdere implementatie en eventuele evaluatie van deze wetswijziging.

Probleemaanpak

De leden van de PVV-fractie vragen hoe de wijziging zorg kan dragen voor uniformiteit in de regelgeving.

De leden van de VVD-fractie lezen dat het onduidelijk is welke consequenties er worden verbonden aan het niet naleven van de verstrekkingsverplichting. Zij vinden het van belang dat de consequenties hiervan op voorhand duidelijk worden gecommuniceerd. Kan de regering verduidelijken welke consequenties het niet naleven van de verstrekkingsverplichting met zich mee zal brengen?

De leden van de VVD-fractie merken op dat het doel van de wetswijziging is om circulariteit te bevorderen. Voor deze leden is het belangrijk om het doel circulariteit en niet het middel om dat te bereiken centraal stellen. Vraag is of, als blijkt dat bepaalde afwijkingen juist worden gebruikt om rigiditeit te voorkomen en juist meer circulariteit bevorderen, de regering ook díe bevindingen inventariseert middels de informatieplicht en meeneemt in eventuele beleidswijzigingen.

De leden van de NSC-fractie vragen welke alternatieve oplossingen voor het niet opvolgen van de afwijkingsprocedure in het LAP de regering heeft overwogen. Kan de regering daarbij ook per alternatief aangeven waarom daar niet voor is gekozen?

De leden van de NSC-fractie constateren dat de regering gehoor heeft gegeven aan het advies van de Raad van State om nader te verduidelijken wanneer er sprake is van afwijken van het CMP door een niet-limitatieve opsomming op te nemen in de memorie van toelichting met voorbeelden. Deze leden vragen of hiermee afdoende tegemoet gekomen is aan het advies van de Raad van State. Gezien het feit dat de verstrekkingsverplichting zal gelden voor alle gevallen waarin wordt afgeweken van het CMP, is een niet-limitatieve opsomming van voorbeelden dan wel voldoende duidelijk, zo vragen deze leden. Kan de regering meer voorbeelden geven van wanneer er afgeweken wordt van het LAP/CMP?

De leden van de D66-fractie vragen wat deze wetswijziging volgens de regering naar verwachting zal veranderen in het circulair handelen van onze bestuursorganen.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de regering of er ook zal worden geëvalueerd of het duidelijk genoeg is wanneer de wettelijk geregelde verstrekkingsverplichting moet worden gevolgd. Zo ja, wanneer zal deze plaatsvinden en hoe zal de evaluatie plaatsvinden? Zo nee, waarom niet?

Gevolgen

De leden van de NSC-fractie lezen dat de wettelijk geregelde verstrekkingsverplichting bij een ontwerpbesluit de Minister van Infrastructuur en Waterstaat de mogelijkheid geeft om aan te geven hoe het bestuursorgaan het CMP zou moeten meewegen ten behoeve van de circulaire economie. Kan de regering aangeven hoe zij het proces van afschriftverstrekking tot een zienswijze voor zich ziet? In hoeverre verwacht de regering hiervan gebruik te gaan maken?

Gevolgen voor bedrijven

De leden van de NSC-fractie lezen dat er 400.000 bedrijven zijn waarop het CMP van toepassing is en dat deze bedrijven niet direct worden geraakt, aangezien de verstrekkingsverplichting bij het bestuursorgaan ligt. Betekent dit dan ook dat er voor elk van deze bedrijven een of meerdere besluiten onder het CMP nodig zal zijn? Tevens vragen deze leden de regering welke administratieve lasten voor andere bestuursorganen te verwachten zijn.

Financiële gevolgen

De leden van de PVV-fractie constateren dat kostenverhogingen voor lagere overheden onduidelijk zijn en dat er pas in een later stadium wordt geëvalueerd. Is het niet beter om problemen of kostenverhogingen te voorkomen dan eventueel achteraf te herstellen? Deze leden vragen of er nu al een indicatie te geven is van wat de kosten al zijn geweest. Zij constateren dat er niet veel gebruik werd gemaakt van de afwijkingsprocedure, maar vragen, of de kosten voor de lagere overheden niet omhooggaan als dit gaat toenemen.

Uitvoering, toezicht en handhaving

De leden van de NSC-fractie vragen hoe de verstrekkingsverplichting vormgegeven zal worden. Kan de regering aangeven hoe zij van plan is de ontvangen afschriften te verwerken en te beoordelen? Kan de regering hierbij ook een voorbeeld geven van hoe het proces eruitziet wanneer een afschrift van een ontwerpbesluit dusdanig tegen het CMP ingaat dat de Minister een zienswijze indient?

De leden van de NSC-fractie vragen de regering hoeveel ambtelijke capaciteit zij nodig denkt te hebben om de onder de verstrekkingsverplichting ontvangen afschriften te verwerken en te beoordelen. Beschikt het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat over voldoende uitvoeringscapaciteit hiervoor?

Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)

De leden van de PVV-fractie vragen hoe men bij de ILT op basis van kennis, kunde en ervaring advies kan inwinnen, in de vorm van een centraal adviespunt bijvoorbeeld.

De leden van de NSC-fractie lezen dat de ILT aangeeft dat het onbekend is hoeveel afwijkingsverzoeken er zullen komen. Kan de regering voor de afgelopen vijf jaar per jaar aangeven hoeveel vergunningen dan wel besluiten er verstrekt zijn onder het LAP?

De leden van de NSC-fractie vragen de regering om nader toe te lichten waarom er niet voor gekozen is om de procedures omtrent de verstrekkingsverplichting vast te leggen in een algemene maatregel van bestuur of een andere vorm van regelgeving.

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de reactie op het wetsvoorstel van de ILT. De ILT voorziet mogelijk ontwijkgedrag, doordat er volgens de ILT geen consequenties zijn opgenomen voor het niet naleven van de verstrekkingsverplichting. Hoe ziet de regering dat en waarom zijn hiervoor geen consequenties vastgelegd?

Raad van State

De leden van de PVV-fractie zien dat er bij de bestaande regeling veel onduidelijkheid was wanneer er sprake is van een afwijking. Het blijft onduidelijk na de aanpassing of er nu voldoende helderheid is wanneer een verstrekkingsverplichting vereist is. Hoe kan dit beter worden aangegeven?

Artikelsgewijze toelichting

ARTIKEL I, onderdeel D

De leden van de ChristenUnie-fractie merken op dat in de Europese richtlijn gebruik wordt gemaakt van de term «afvalbeheerplannen». Om verwarring te voorkomen vinden deze leden het doorgaans wenselijk om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de Europese termen. Nu is er immers een expliciete verwijzing nodig naar de richtlijn nodig, terwijl eerder de termen ook daadwerkelijk overeenkwamen. Deze leden vragen de regering om toe te lichten waarom ze de noodzaak ziet om af te wijken van de Europese term. Tevens vragen deze leden of de regering dan ook voornemens is om zich in Europees verband in te zetten voor wijziging van de richtlijn, zodat ook in de richtlijn gesproken wordt van een «circulair materialenplan». Indien de regering dat niet van plan is, waarom niet?

ARTIKEL II

De leden van de D66-fractie vragen waarom ervoor wordt gekozen om af te wijken van de reguliere momenten van inwerkingtreding van nieuwe wetgeving (1 januari en 1 juli).

Overig

De leden van de D66-fractie vragen welke aanvullende verplichtingen er voor bestuursorganen volgen vanuit de CMP die eerder niet verplicht waren onder de LAP.

De fungerend voorzitter van de vaste commissie,
Postma

Adjunct-griffier van de commissie,
Koerselman