36587(R2197) Advies Afdeling advisering Raad van State van het Koninkrijk inzake Wijziging van de Paspoortwet in verband met het schrappen van de geslachtsvermelding op de Nederlandse identiteitskaart
Wijziging van de Paspoortwet in verband met het schrappen van de geslachtsvermelding op de Nederlandse identiteitskaart
Advies Afdeling advisering Raad van State
Nummer: 2024D28474, datum: 2024-07-04, bijgewerkt: 2024-07-05 16:21, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: Th.C. de Graaf, vicepresident van de Raad van State
Onderdeel van zaak 2024Z11872:
- Indiener: A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Volgcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2024-09-03 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-09-11 11:30: procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2024-10-02 14:00: Wijziging van de Paspoortwet in verband met het schrappen van de geslachtsvermelding op de Nederlandse identiteitskaart (36587-(R2197)) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
No. W04.23.00207/I/K | 's-Gravenhage, 6 september 2023 |
Bij Kabinetsmissive van 19 juli 2023, no.2023001745, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, bij de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van rijkswet houdende wijziging van de Paspoortwet in verband met het schrappen van de geslachtsvermelding op de Nederlandse identiteitskaart, met memorie van toelichting.
Het wetsvoorstel bepaalt dat op de Nederlandse identiteitskaart en de vervangende identiteitskaart het geslacht van de houder niet langer wordt vermeld.1 Daarnaast regelt het wetsvoorstel dat de nieuwe identiteitskaart of vervangende identiteitskaart niet vervalt als het geslacht van de houder wijzigt.2
De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk maakt een opmerking over de beschrijving in de toelichting van de (on)misbaarheid van de geslachtsvermelding op de identiteitskaart. In verband daarmee is aanpassing van de toelichting wenselijk.
In de toelichting worden de (financiële) gevolgen voor de burger beschreven.3 Daarbij gaat de toelichting onvoldoende in op de vraag of vermelding van het geslacht op de identiteitskaart gemist kan worden en, in verband daarmee, welke huidige (wettelijke) verplichtingen voor een burger bestaan om een identiteitsbewijs of ander document te overleggen waarop het geslacht staat vermeld. Verderop in de toelichting staat dat deze verplichting in ieder geval bestaat bij inschrijving bij onderwijsinstellingen.4 Hierbij wordt verwezen naar de mogelijkheid die in het hoger onderwijs bestaat om in te schrijven middels DigiD.5
De Afdeling wijst erop dat de verplichting om een van overheidswege verstrekt document te overleggen waarop onder andere het geslacht staat vermeld, niet alleen in het hoger onderwijs geldt.6 Voor de andere onderwijsvormen en mogelijk andere sectoren blijkt uit de toelichting niet wat de alternatieven zijn voor het overleggen van een identiteitskaart. Daarbij merkt de Afdeling op dat aan het aanvragen van een paspoort, of een uittreksel uit de Basisregistratie Personen, kosten voor de burger zijn verbonden.
De Afdeling adviseert in de paragraaf ‘gevolgen voor de burger’ in te gaan op de (on)misbaarheid van het geslacht op de identiteitskaart en de bestaande wettelijke verplichtingen om een van overheidswege verstrekt document te overleggen waarop het geslacht vermeld staat. Daarnaast adviseert zij toe te lichten welke alternatieve mogelijkheden voor de burger die beschikt over een identiteitskaart voorhanden zijn om aan deze verplichting te voldoen, en wat hiervan mogelijk de financiële gevolgen zijn.
De Afdeling adviseert de toelichting aan te passen.
De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk heeft
een opmerking bij het voorstel van rijkswet en adviseert daarmee
rekening te houden voordat het voorstel van rijkswet bij de Tweede Kamer
der Staten-Generaal wordt ingediend en aan de Staten van Aruba, die van
Curaçao en die van Sint Maarten wordt overgelegd.
De vice-president van de Raad van State van het Koninkrijk,
Onderdeel A van het ontwerpbesluit.↩︎
Onderdeel B van het ontwerpbesluit.↩︎
Punt 4.1.3 en 4.3.3 van de toelichting.↩︎
Punt 6.2 inzake het advies van het Adviescollege toetsing regeldruk.↩︎
Artikel 4.1, eerste lid, van de Regeling aanmelding en toelating hoger onderwijs.↩︎
Zie artikel 4a, vierde lid, van de Leerplichtwet 1969, artikel 8.0.3 Wet Educatie en Beroepsonderwijs, artikel 42a Wet op de Expertisecentra, artikel 40b Wet op het primair onderwijs en artikel 8.10 Wet op het primair onderwijs.↩︎