Nulmeting mobiele telefoons funderend onderwijs
Primair Onderwijs
Brief regering
Nummer: 2024D28783, datum: 2024-07-12, bijgewerkt: 2024-08-20 07:49, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31293-740).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit VVD kamerlid)
- Beslisnota bij Kamerbrief over nulmeting mobiele telefoons funderend onderwijs
- Monitoring landelijke afspraak mobiele telefoons en andere devices in de klas
Onderdeel van kamerstukdossier 31293 -740 Primair Onderwijs.
Onderdeel van zaak 2024Z11992:
- Indiener: M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-09-03 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-09-12 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-09-19 15:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
31 293 Primair Onderwijs
31 289 Voortgezet Onderwijs
Nr. 740 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 juli 2024
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de inzichten uit de nulmeting van de landelijke afspraak om mobiele telefoons uit het klaslokaal te weren. Deze representatieve meting laat zien dat scholen de afspraak verwelkomen en nu al zien dat middelbare scholieren onderling socialer zijn en lessen geconcentreerder volgen. Sinds januari 2024 geldt in het voortgezet onderwijs de landelijke afspraak om tijdens lessen mobiele telefoons niet langer toe te staan. Na de zomervakantie geldt dit ook voor het primair en gespecialiseerd onderwijs.
Deze afspraak is ingevoerd omdat uit onderzoek blijkt dat mobiele telefoons een grote bron van afleiding zijn en negatieve effecten hebben op sociale interactie en het welbevinden van leerlingen. OCW maakte daarom de afspraak om mobiele telefoons niet langer toe te staan in de les tenzij ze noodzakelijk zijn voor de inhoud van de les of als leerlingen om gezondheids- of veiligheidsredenen hun mobiele telefoon nodig hebben. OCW maakte de afspraak met leerlingen, ouders, docenten, schoolleiders en bestuurders.
Uit de nulmeting onder bijna 600 schoolleiders in het voortgezet onderwijs blijkt dat veel scholen (80 procent) al maatregelen hadden getroffen voordat de landelijke afspraak inging. Scholen die dat nog niet hadden gedaan, geven aan sindsdien beleid te hebben opgesteld. Het doorvoeren van het beleid ging ook vaak makkelijker dan gedacht; leerlingen en docenten hebben zich snel aangepast. Scholen zijn blij dat er nu één landelijke richtlijn geldt voor alle scholen, wat hen helpt in de gesprekken met leerlingen, ouders en docenten.
Ook 494 basisscholen en 317 (v)so-scholen zijn gevraagd hoe zij aankijken tegen de afspraak. Meer dan 70 procent van deze scholen geeft aan al beleid te hebben dat overeenkomt met de afspraak. Scholen in deze sectoren melden dat afleiding door mobiele telefoons onder jonge leerlingen veel beperkter is dan in het voortgezet onderwijs. Slechts een kleine groep van de leerlingen neemt een mobiele telefoon mee naar school. Daarom verwachten zij minder grote effecten vergeleken met het voortgezet onderwijs. Toch willen bijna alle scholen die nog geen duidelijke afspraken over mobiele telefoons hadden, dit alsnog gaan doen.
Het ministerie blijft de effecten van de landelijke afspraak monitoren. In de zomer van 2025 zal het ministerie met alle betrokken partijen voor het basis-, voortgezet en gespecialiseerd onderwijs bekijken of er aanvullende maatregelen nodig zijn, zoals bijvoorbeeld een wettelijk verbod.
Ik ben blij dat de afspraak goed uitpakt. Dit komt vooral door alle leraren, schoolleiders en betrokken partijen die hier hard mee aan de slag zijn gegaan. Samen zorgen we ervoor dat iedere leerling zich kan ontwikkelen in een leeromgeving zonder onnodige afleidingen. Zo dragen we bij aan het welzijn én de prestaties van onze leerlingen.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M.L.J. Paul