Voorhang renseigneringsbepaling artikelen 22 en 22a UBIB 2001
Belastingdienst
Brief regering
Nummer: 2024D28788, datum: 2024-07-12, bijgewerkt: 2024-08-19 17:30, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-31066-1418).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.L. Idsinga, staatssecretaris van Financiƫn (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 31066 -1418 Belastingdienst.
Onderdeel van zaak 2024Z11994:
- Indiener: F.L. Idsinga, staatssecretaris van Financiƫn
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiƫn
- 2024-09-03 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-09-12 10:00: Procedurevergadering Financiƫn (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiƫn
- 2024-10-03 13:36: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
31 066 Belastingdienst
Nr. 1418 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIĆN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12Ā juli 2024
Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit houdende een wijziging in verband met het aanstaande Eindejaarsbesluit 2024. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerpnota van toelichting in de bijlage.
De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 10.8, tweede lid, Wet inkomstenbelasting 2001) en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State (van het Koninkrijk) zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld. Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State (van het Koninkrijk) over het ontwerpbesluit standaard niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Deze voorhangtermijn wordt echter vanwege het zomerreces, met inachtneming van aanwijzing 2.38 van de Aanwijzingen voor de regelgeving verlengd tot drie weken na afloop van het zomerreces.
Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
De Staatssecretaris van Financiƫn,
F.L. Idsinga