[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Nationaal Versterkingsplan van Microchip-talent

Wetenschapsbudget

Brief regering

Nummer: 2024D29023, datum: 2024-07-16, bijgewerkt: 2024-08-20 08:40, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29338-276).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29338 -276 Wetenschapsbudget .

Onderdeel van zaak 2024Z12047:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

29 338 Wetenschapsbudget

Nr. 276 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 juli 2024

De microchipsector is een essentiële industrie voor het verdienvermogen van Nederland, nu en in de toekomst. De industrie draagt ook bij aan onze strategische autonomie. Begin dit jaar heeft het vorige kabinet een reeks maatregelen aangekondigd ter versterking van het ondernemingsklimaat voor de microchipsector in Nederland. Deze investeringen zijn hard nodig, om de groei van de microchipsector en de bijbehorende investeringsbesluiten van alle partijen in Nederland mogelijk te maken. In die zin heeft Beethoven nog niets aan urgentie ingeboet.

Voor de talentopgave wordt op korte termijn – tot en met 2030 – voor de microchipindustrie een groeiende vraag verwacht van 38.000 extra technisch opgeleide mensen, waarvan 26.000 mensen in de Brainportregio mede door de verwachte groei van ASML en haar toeleveranciers. Het kabinet heeft Hans de Jong (voormalig president Philips Nederland) gevraagd om als speciaal gezant met de vier in het convenant genoemde regio’s (Brainport, Delft, Groningen en Twente) te werken aan een nationaal versterkingsplan van microchip-talent, waarbij talentontwikkeling op mbo-, hbo- en wo-niveau centraal stond. Onder gezamenlijke regie met OCW, EZ en Brainport Development is er een eerste advies hiertoe tot stand gekomen. De kern van het advies is drieledig:

1. Reserveer per regio een bedrag ten aanzien van talent op mbo-, hbo- en wo-niveau, gebaseerd op de huidige en toekomstige wervingspraktijk van de industrie gecombineerd met relevante data over de demografie en de industrie. Dat betekent voor Brainport 63%, Delft 10%, Twente 17% en Groningen 7%.

2. Start zo snel mogelijk met het toekennen van goed onderbouwde plannen en activiteiten.

3. Richt een helder beoordelingsproces in, faseer de toekenning van middelen en koppel die fasering aan de monitoring en evaluatie.

Appreciatie

Het kabinet is positief over het advies van de speciaal gezant en neemt de adviezen over inclusief verdeling van de middelen. Het advies van De Jong en de voorgestelde verdeling van middelen treft u bijgaand aan.

Op basis van het doorlopen proces is een helder onderbouwd en goed navolgbare reservering van middelen per regio tot stand gekomen. Het advies reflecteert de inhoudelijke opdracht die speciaal gezant De Jong is meegegeven. De uitkomsten zijn daarmee ook in lijn met de motie Van Hijum cs.1 Deze motie Van Hijum verzoekt de regering om te borgen dat de beschikbare middelen voor het opleiden van «talent» en onderzoek evenwichtig wordt verdeeld over de betrokken regio’s. De in de motie genoemde evenwichtigheid moet gezien worden in het licht van de talentopgave van de microchipsector, waarbij expliciet breder is gekeken dan alleen de regio Brainport en een evenwichtige afweging is gemaakt op basis van een heldere onderbouwing.

Om tot een daadwerkelijke toekenning van de regionale plannen te komen, is een nadere uitwerking door betrokken regio’s nodig. Er wordt nu een bedrag per regio gereserveerd. Op basis van de kwaliteit van de herijkte plannen zullen bedragen aan de regio’s worden toegekend. Als de plannen (nog) niet van voldoende kwaliteit zijn, kan worden besloten dat de middelen (nog) niet worden toegekend. Tot oktober wordt de tijd gebruikt om de plannen van de regio’s verder aan te scherpen en binnen de gestelde budgettaire kaders te brengen. In het najaar zal naar verwachting een eerste besluitvorming over de toekenning plaatsvinden en daarna zal het kabinet uw Kamer hierover informeren.

De Minister van Economische Zaken,
D.S. Beljaarts

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
E.E.W. Bruins


  1. Kamerstuk 36 550, nr. 7.↩︎