[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Het toewijzen van sociale huurwoningen aan statushouders

Schriftelijke vragen

Nummer: 2024D29374, datum: 2024-07-23, bijgewerkt: 2024-09-16 12:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2024Z12156).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2024Z12156:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024 Vragen gesteld door de leden der Kamer

2024Z12156

Vragen van het lid Bontenbal (CDA) aan de Ministers van Asiel en Migratie en van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het toewijzen van sociale huurwoningen aan statushouders (ingezonden 23 juli 2024).

Vraag 1

Klopt het dat gemeenten de wettelijke taak hebben om statushouders te huisvesten, dat de Rijksoverheid elk half jaar een taakstelling aan gemeenten meegeeft en dat de Huisvestingswet in artikel 29 voorschrijft hoeveel statushouders («vergunningshouders») per gemeente moeten worden gehuisvest?

Vraag 2

Klopt het dat in de eerste helft van 2024 gemeenten 18.750 statushouders moeten opvangen? Welke taakstelling hadden de gemeenten afgelopen vijf jaar en in welke mate is het gemeenten gelukt hierin te voorzien? Wilt u de Kamer de exacte cijfers geven (taakstelling, realisatie en achterstanden) voor de jaren 2019, 2020, 2021, 2022 en 2023? Kunt u van de afgelopen vijf jaren tevens aangeven hoeveel (in procenten) van de van de vrijgekomen sociale huurwoningen aan vergunninghouders is toegewezen?

Vraag 3

Klopt het dat de wettelijke verplichting voor gemeenten om statushouders met voorrang een sociale huurwoning toe te wijzen in 2017 is vervallen? Klopt het dat artikel 11 van de Huisvestingswet slechts de ruimte laat aan gemeenten om categorieën woningzoekenden, waaronder statushouders, voorrang te verlenen (en dus geen verplichting om dat te doen)?

Vraag 4

Hoe wilt u het verbod op het geven van voorrang bij de toewijzing van sociale huurwoningen aan statushouders, zoals in het Hoofdlijnenakkoord aangekondigd, gaan vormgeven? Klopt het dat dit slechts kan door dat expliciet in de Huisvestingswet te verankeren (artikel 11)?

Vraag 5

Deelt u de mening dat een dergelijk verbod de beleidsruimte van gemeenten inperkt en het de gemeenten daarmee ook moeilijker maakt om naar eigen inzicht te voldoen aan de taakstelling die zij van het Rijk krijgt voor de huisvesting van statushouders? Vindt u dat wenselijk, mede in het licht van het feit dat de Rijksoverheid steeds meer taken belegt bij gemeenten en ook steeds op gemeenten een beroep doet om plek te vinden om asielzoekerscentra (azc's) in te richten?

Vraag 6

Blijft de taakstelling die gemeenten elk half jaar krijgen voor de huisvesting van statushouders bestaan of wordt deze ook door dit kabinet geschrapt? Zo ja, wat is uw reactie op het moment dat gemeenten gaan aangeven dat zij niet meer aan deze taakstelling kunnen voldoen omdat hen de instrumenten om daaraan te kunnen voldoen, door het Rijk uit handen worden genomen?

Vraag 7

Welke implicaties heeft uw voornemen om de zogenoemde «doorstroomlocaties» die gemeenten ter beschikking stellen, aangezien gemeenten statushouders niet langer dan 12 maanden in een doorstroomlocatie mogen plaatsen en hen dan definitief in de gemeente huisvesting moeten toewijzen? Wordt het, door het onmogelijk maken van voorrang voor statushouders, voor gemeenten niet onaantrekkelijk om doorstroomlocaties te realiseren?

Vraag 8

Bent u bekend met het feit dat de Raad van State het voorstel van wet van het lid Kops over Wet voorrang voor Nederlanders (Kamerstuk 36 299) uit 2023 erg kritisch heeft beoordeeld? Bent u bekend met het feit dat de Raad van State aangaf dat dit voorstel op gespannen voet staat met internationaalrechtelijke verplichtingen, negatieve implicaties heeft voor de doorstroming in de asielketen en voor de integratie van statushouders in de samenleving?1

Vraag 9

Kunt u aangeven welke effecten het verbieden van het geven van voorrang voor statushouders bij de toewijzing van woningen door gemeenten en het intrekken van de Spreidingswet zullen hebben voor de doorstroming in de asielketen, een eerlijke spreiding van asielzoekers en statushouders over gemeenten en de uitstroom van statushouders vanuit opvanglocaties? Klopt het dat dit grote financiële consequenties kan hebben, omdat noodopvang nodig blijft, waarvan we weten dat het bijna drie keer zo duur is?

Vraag 10

Zou het niet van goed bestuur getuigen om, alvorens de Spreidingswet in te trekken en gemeenten te verbieden statushouders voorrang te geven bij huisvesting, daadwerkelijk, substantieel en permanent de instroom van asielzoekers naar beneden te brengen en ervoor te zorgen dat de doorstroming in de asielketen daadwerkelijk substantieel is verbeterd?

Vraag 11

Kunt u een overzicht geven van de extra kosten die door de overheid gemaakt zullen moeten worden als blijkt dat de instroom van asielzoekers niet op korte termijn significant omlaag gaat, maar de Spreidingswet wél wordt ingetrokken en de mogelijkheid om voorrang te geven aan de huisvesting van statushouders de gemeenten wordt ontnomen? Wat zijn de extra kosten voor de tijdelijke (dure) noodopvang die daarvan het gevolg zullen zijn?


  1. Raad van State, 3 april 2023, Advies bij voorstel van wet van het lid Kops over Wet voorrang voor Nederlanders (https://www.raadvanstate.nl/adviezen/@135714/w04-23-00029/).↩︎