[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag Raad Buitenlandse Zaken van 22 juli 2024

Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Brief regering

Nummer: 2024D29512, datum: 2024-07-26, bijgewerkt: 2024-08-21 12:47, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-02-2924).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 02-2924 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken .

Onderdeel van zaak 2024Z12218:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2924 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 juli 2024

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 22 juli 2024.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp

Verslag Raad Buitenlandse Zaken 22 juli 2024

De Minister van Buitenlandse Zaken nam deel aan de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) op maandag 22 juli jl. Op de agenda stonden de Russische agressie tegen Oekraïne, de situatie in het Midden-Oosten, en onder current affairs digitale diplomatie. Tijdens de werklunch sprak de Raad met de president van de Europese Investeringsbank (EIB), Nadia Calviño.

Middels deze brief informeer ik uw Kamer tevens over de voortgang van het onderzoek van het Nederlands Instituut voor Oorlogs-, Holocaust-, en Genocidestudies (NIOD) en het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) naar de Nederlandse betrokkenheid bij Afghanistan tussen 2001 en 2021, het besluit over een technische verlenging met twee maanden van de Nederlandse bijdrage van een niet-operationele stafofficier aan Operatie Poseidon Archer (OPA), de aanname van een nieuw sanctiepakket tegen seksueel geweld in conflictsituaties en de voortgang ten aanzien van de eerste tranche macro-financiële bijstand uit de Oekraïnefaciliteit.

Russische agressie tegen Oekraïne

De Oekraïense Minister van Buitenlandse Zaken, Dmytro Kuleba, sloot per videoverbinding aan voor het eerste gedeelte van de Raad. Minister Kuleba stond stil bij het belang van luchtverdediging, een akkoord op de resterende tranches steun via de Europese Vredesfaciliteit (EPF), de opvolging van de Zwitserse vredestop, en de kritieke staat van de energie-infrastructuur in Oekraïne. Minister Kuleba bedankte o.a. Nederland voor het recente besluit om additionele luchtverdedigingssystemen naar Oekraïne te sturen.

Tijdens het EU-only gedeelte sprak de Raad over de staat van de Oekraïense energie-infrastructuur, het belang van militaire steun, het gebruik van buitengewone rente-inkomsten over geïmmobiliseerde Russische Centrale Banktegoeden, en Russische hybride dreigingen. Vrijwel alle lidstaten spraken afschuw uit over de recente grootschalige luchtaanvallen op Oekraïne, waaronder op het kinderziekenhuis in Kyiv. Het merendeel van de lidstaten, waaronder Nederland, onderstreepte het belang van voortzetting en intensivering van militaire steun, waaronder luchtafweer, en riep op tot spoedig akkoord op de openstaande Raadsbesluiten onder EPF. Een brede groep lidstaten, inclusief Nederland, verwelkomde de opvolging van het G7-akkoord om de buitengewone rente-inkomsten over de geïmmobiliseerde Russische Centrale Banktegoeden te gebruiken voor het faciliteren van leningen en riep op tot snelle voortgang. Ook riep een aantal lidstaten op de steun ten behoeve van de Oekraïense energie-infrastructuur te verhogen en stonden lidstaten stil bij het belang van blijvende inspanning op sanctie-ontwikkeling, -implementatie en het tegengaan van omzeiling.

In beperkte setting sprak de Raad over de opvolging van de Vredestop in Zwitserland van 15-16 juni jl. en over hoe om te gaan met informele Raden in Hongarije na de «vredesmissie» van de Hongaarse premier Orban, die door vrijwel alle EU-lidstaten werd veroordeeld. In lijn met de Nederlandse positie, zoals ook verwoord in antwoord op vragen van uw Kamer1, sprak Nederland zowel in de vergadering als bilateraal naar de Hongaarse Minister van Buitenlandse Zaken afkeuring uit over dit initiatief en noemde het kwalijk. Een groot aantal lidstaten maakte duidelijk dat het Hongaarse EU-voorzitterschap niet juist had gehandeld zonder daarbij conclusies te verbinden aan het al of niet deelnemen aan een informele RBZ in Hongarije. Het belang van het uitstralen van eenheid werd veelvuldig benadrukt. Iedereen gehoord hebbende nam de Hoge Vertegenwoordiger (HV), die hiertoe bevoegd is, na afloop van de Raad het besluit om de informele Raad Buitenlandse Zaken (Gymnich) in Brussel te organiseren, gezamenlijk met de informele RBZ Defensie, die eveneens zal plaatsvinden in Brussel.

Nederland onderstreepte tijdens de Raad de niet-aflatende politieke, militaire, financiële en morele steun van Nederland aan Oekraïne, inclusief de voortrekkersrol op punt 7 (restoring justice) van het Vredesplan van President Zelensky. Nederland benadrukte hierbij het belang van luchtafweer en lichtte de Nederlandse inspanningen om dit te versterken via F-16’s, Patriot-systemen en EUR 300 mln. aan additionele F-16 munitie toe. Ook onderstreepte Nederland het belang van EU-NAVO samenwerking, maatregelen tegen sanctie-omzeiling en de schaduwvloot, en het belang van ratificatie van het Statuut van Rome door Oekraïne. Daarnaast vroeg Nederland specifiek aandacht voor de 10-jarige herdenking van MH17. Tenslotte wees Nederland op het lot van de Russisch-Britse journalist en activist Vladimir Kara-Murza en riep op om de druk op Rusland hoog te houden voor zijn vrijlating.

Situatie in het Midden-Oosten

De Raad besprak de situatie in het Midden-Oosten, waaronder de schrijnende situatie in de Gazastrook. Lidstaten waren het eens dat implementatie van VNVR-resolutie 2735 conform het door President Biden gepresenteerde vredesplan (Gaza Peace Plan) is, en moet leiden tot een onmiddellijk staakt-het-vuren en het vrijlaten van gijzelaars. Een grote groep lidstaten verwelkomde de Letter of Intent tussen de Commissie en de Palestijnse Autoriteit (PA) waarin een strategie wordt uiteengezet waarmee de EU financiële hervormingen van de PA en de Palestijnse economie kan steunen. De Raad besprak de voortgang op de voorbereidingen van de EU-Israël Associatieraad. De Raad stemde in met de conceptagenda die door de Hoge Vertegenwoordiger werd gedeeld en die als volgende stap wordt gedeeld met Israël. De Raad besprak de toenemende spanning tussen Hezbollah (in Libanon) en Israël, waarbij lidstaten, waaronder Nederland, hun zorgen uitspraken over mogelijke regionale escalatie van dit conflict. De Raad riep op tot de-escalatie en benadrukte het belang om VNVR-resolutie 1701 te implementeren.

Nederland riep in overeenstemming met VNVR-resolutie 2735 op tot een onmiddellijk staakt-het-vuren, het vrijlaten van de Israëlische gegijzelden, conform de motie Veldkamp en Brekelmans2, toename van humanitaire hulp, in overeenstemming met de motie Van Baarle3, en het belang van een duurzaam bestand. Daarnaast verwelkomde Nederland de EU steun aan de Palestijnse Autoriteit mede in het licht van de huidige fragiele financiële situatie van de Palestijnse Autoriteit. In dit kader verwelkomde Nederland ook dat Israël een deel van de belastingoverdrachten aan de Palestijnse Autoriteit heeft vrijgegeven. Nederland onderstreepte dat het Israëlisch besluit om vijf illegale nederzettingen te legaliseren en het uitroepen van delen bezet gebied als staatsland een bedreiging vormt voor de tweestaten-oplossing. Tenslotte, sprak Nederland grote zorgen uit over mogelijke VS-sancties tegen het Internationaal Strafhof en riep de EU en lidstaten op om gezamenlijk in contact te blijven met de Verenigde Staten om sancties te voorkomen.

Current affairs: digitale diplomatie

De Raad besprak het voortgangsrapport «EU Digital Diplomacy» over de afspraken uit de Raadsconclusies digitale diplomatie die de Raad in juni 2023 aannam. De HV liet weten tevreden te zijn over de geboekte voortgang op dit dossier en vroeg aandacht voor de initiatieven van de EU, zoals het Digital Diplomacy Network van digitale ambassadeurs. De HV prees daarnaast het grote EU-marktaandeel op 5G en onderzeekabels, maar wees erop dat EU-bedrijven een beperkt marktaandeel hebben in Cloud en AI, wat gevolgen heeft voor de Europese economie en democratische samenlevingen. Lidstaten vroegen aandacht voor het versterken van de koppeling tussen intern en extern digitaal beleid. Onderdeel daarvan is dat de samenwerking tussen EU-organen en de lidstaten verbetert. Ook riepen lidstaten op tot meer uitvoerige discussie, ook binnen de RBZ over AI, Cloud en kwantum.

België intervenieerde namens de BENELUX, verwelkomde het rapport en onderstreepte de noodzaak van een mensgerichte benadering voor AI en riep op tot het vormen van coalities, met name met landen in Afrika de Indo-Pacific.

Werklunch: Europese Investeringsbank (EIB)

Tijdens de werklunch met de president van de EIB, Nadia Calviño, bespraken de lidstaten de nieuwe Strategic Roadmap voor 2024–2027, de rol van de EIB in Oekraïne en het Zuidelijk Nabuurschap, evenals het belang van financiering van de defensie-industrie en de implementatie van de Global Gateway-strategie.

Lidstaten, waaronder Nederland, toonden brede steun voor de rol van de EIB in Oekraïne, de implementatie van de strategische partnerschappen in het Zuidelijk Nabuurschap en het Oostelijk Nabuurschap en Uitbreidingslanden. Lidstaten verwelkomden de steun van meer dan EUR 2 mld. aan Oekraïne sinds het begin van de invasie. Lidstaten, waaronder Nederland, onderstreepten het belang van coördinatie tussen verschillende internationale financiële instellingen (IFI’s), zoals de EIB en de EBRD, om efficiëntie en complementariteit van investeringen te waarborgen. In relatie tot de implementatie van de Global Gateway-strategie plaatsten enkele lidstaten kritische noten over financieringen die bij niet-EU-bedrijven terechtkomen. President Calviño verduidelijkte dat dit slechts om drie procent van de projecten gaat en dat verdere versimpeling van de EIB-mandaten nodig is.

Nederland benadrukte, net als andere lidstaten, het belang dat de activiteiten van EIB Global moeten aansluiten bij de geopolitieke en geo-economische doelstellingen van de EU. Verder verwelkomde Nederland, samen met andere lidstaten, de recent genomen EIB-maatregelen om de defensie-industrie meer te ondersteunen. In reactie hierop gaf EIB president Calviño een overzicht van de lopende defensieprojecten binnen het huidige regelgevend kader, waaronder het ondersteunen van de ontwikkeling van onbemande luchtvaartuigen op zonne-energie en observatiesatellieten. Nederland benadrukte tevens het belang van de rol van de EIB ten aanzien van Oekraïne en het toepassen door IFI’s van zoveel mogelijk soortgelijke conditionaliteiten daarbij ten behoeve van de aldaar benodigde hervormingen, o.a. via het G7+ Multidonor Coördinatieplatform (MDCP), waarvan Nederland deel uitmaakt.

Aanname raadsconclusie: Armenië EPF-steun en verkennen visumliberalisatie

De Raad ging akkoord met twee belangrijke voorstellen voor het versterken van de samenwerking met Armenië. Allereerst werd overeenstemming bereikt over een non-lethale steunmaatregel onder de Europese Vredesfaciliteit ter waarde van EUR 10 miljoen ter bescherming van burgers in crises en noodsituaties4. Voorts gaf de Raad groen licht om te starten met de dialoog tot visumliberalisatie met Armenië. Beide besluiten betreffen een uitwerking van het akkoord van de Raad op 13 november jl. om verschillende steunmaatregelen aan Armenië verder uit te werken.5

Aanname sanctiepakket tegen seksueel geweld in conflictsituaties

Tijdens de Raad werd het derde EU-sanctiepakket aangenomen tegen personen en entiteiten die verantwoordelijk zijn voor en/of betrokken zijn geweest bij conflict-gerelateerd seksueel geweld. Nederland heeft zich hiervoor actief ingezet. Het betreft zes listings met wereldwijde spreiding (DPRK, Syrië, Russische Federatie, Haïti).

Andere aangelegenheden

Onderzoek «Nederland en Afghanistan, 2001–2021»

Momenteel voeren het Nederlands Instituut voor Oorlogs-, Holocaust-, en Genocidestudies (NIOD) en het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) in opdracht van de regering een onafhankelijk historisch onderzoek uit naar de Nederlandse betrokkenheid bij Afghanistan tussen 2001 en 2021. Conform de onderzoeksopdracht, die op 17 juni 2022 met uw Kamer is gedeeld6 zouden de resultaten van dit onderzoek uiterlijk eind 2026 worden aangeboden. In overleg met het NIOD en het NIMH hebben de verantwoordelijke bewindspersonen gezamenlijk besloten om het onderzoeksprogramma met een jaar te verlengen. De reden is dat het realiseren van de randvoorwaarden voor het veilig inzien en verwerken van gerubriceerde informatie in het kader van het onderzoek meer tijd in beslag heeft genomen dan aanvankelijk verwacht. De einddatum van het onderzoek verschuift hiermee naar december 2027.

Technische verlenging Nederlandse bijdrage aan Operatie Poseidon Archer

Zoals gemeld in de Kamerbrief inzake de bijdrage aan maritieme veiligheid Rode Zee7 en de Kamerbrief met betrekking tot de geannoteerde agenda van de bijeenkomst van NAVO-Ministers van Defensie van 13 en 14 juni 2024 in Brussel8, draagt Nederland momenteel met één niet-operationele stafofficier bij aan Operatie Poseidon Archer (OPA) als onderdeel van bredere inspanningen ten behoeve van de maritieme veiligheid in de Rode Zee. Deze bijdrage aan OPA loopt af op 9 augustus 2024. Het kabinet beziet voortzetting van deze bijdrage als onderdeel van de lopende en bredere inzet ten behoeve van de maritieme veiligheid in de Rode Zee. Daarom heeft het kabinet besloten om de inzet van de niet-operationele stafofficier bij OPA voor nu met twee maanden technisch te verlengen, tot en met 9 oktober 2024. Hierbij geldt de voorwaarde dat de operatie blijft voldoen aan de in de voornoemde Kamerbrief van 8 maart 2024 benoemde bestaande rechtsbasis en voorwaarden.

Voortgang uitbetaling eerste tranche EU Oekraïne-faciliteit

Recent heeft Oekraïne een eerste verzoek ingediend bij de Europese Commissie tot uitbetaling van een tranche macro-financiële bijstand onder pijler I van de EU Oekraïne-faciliteit. Dit betreft het economische en financiële steunpakket van EUR 50 mld. voor de periode 2024–2027. De Commissie heeft conform de Verordening een appreciatie opgesteld, waarin zij concludeert dat aan de bijbehorende vereiste stappen uit het Oekraïneplan is voldaan. Nederland volgt de beoordeling van de Commissie en is in lijn met de motie Piri c.s.9 voornemens in te stemmen met het concept-Raadsuitvoeringsbesluit dat de Commissie aan de Raad voorlegt. Het Raadsuitvoeringsbesluit mandateert de Commissie om de tranche macro-financiële bijstand van ca. EUR 4,4 mld. aan Oekraïne uit te keren, conform het Raadsuitvoeringsbesluit ten aanzien van het Oekraïneplan. Uw Kamer is hier eerder over geïnformeerd.10


  1. Van Campen(Aanhangsel Handelingen II 2023/24, nr. 2201), Omtzigt en Kahraman (Aanhangsel Handelingen II 2023/24, nr. 2202)↩︎

  2. Kamerstuk 21 501-02, nr. 2877↩︎

  3. Kamerstuk 21 501-20, nr. 2102↩︎

  4. European Peace Facility: Council adopts the first ever assistance measure in support of the Armenian Armed Forces - Consilium (europa.eu)↩︎

  5. Kamerstuk 21 501-02, nr. 2786↩︎

  6. Kamerstuk 27 925, nr. 912↩︎

  7. Kamerstuk 29 521, nr. 471↩︎

  8. Kamerstuk 28 676, nr. 457↩︎

  9. Kamerstuk 21 501-20, nr. 1993↩︎

  10. Kamerstuk 21 501-04, nr. 272↩︎