[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Uitstel beantwoording vragen van het lid Bruyning over kindgesprekken van kinderen bij rechters, naar aanleiding van de podcast 'Scheidszaken’ van het Jeugdjournaal

Mededeling (uitstel antwoord)

Nummer: 2024D29806, datum: 2024-08-12, bijgewerkt: 2024-08-30 17:09, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20232024-2245).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2024Z12124:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2245

Vragen van het lid Bruyning (Nieuw Sociaal Contract) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (Rechtsbescherming) over kindgesprekken van kinderen bij rechters, naar aanleiding van de podcast «Scheidszaken» van het Jeugdjournaal (ingezonden 22 juli 2024).

Mededeling van Staatssecretaris Struycken (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 12 augustus 2024).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van aflevering 2 van de podcast «Scheidszaken», waarin aandacht is voor kindgesprekken tussen kinderen en rechters?1

Vraag 2

Heeft u kennisgenomen van het artikel van NRC waarin kinderrechter Bart Tromp en de Kinderombudsman Margritte Kalverboer zich uitspreken over de huidige invulling van het kindgesprek door rechters? Heeft u kennisgenomen van het interview met Bart Tromp in het NOS Radio 1 journaal van 16 juli 2024?2 3

Vraag 3

Heeft u kennisgenomen van de rapporten van het Expert Team Ouderverstoting van 4 februari 2021 en het WODC-rapport «Kind in proces: van communicatie naar effectieve participatie» van 2 maart 2020?4 5

Vraag 4

Heeft u kennisgenomen van de lijst van vragen van de vaste Kamercommissie voor Justitie & Veiligheid, aan de voormalig Minister voor Rechtsbescherming inzake de beleidsreactie op het rapport «Kinderen en ouders met recht goed beschermd» van de Adviescommissie Rechtsbescherming en Rechtsstatelijkheid in het Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming?

Vraag 5

Kunt u aangeven en toelichten of de gerechten in Nederland een uniforme brievenset gebruiken om kinderen uit te nodigen voor een kindgesprek en wordt op uniforme wijze informatie gegeven waarover dat gesprek zou moeten gaan en waaruit duidelijk zou moeten zijn welke mogelijkheden er zijn voor ouders en kinderen om het participatierecht te benutten?

Vraag 6

Kunt u aangeven of er is getoetst of deze brieven voldoen aan de inzichten vanuit pedagogische wetenschappen en de neuropsychologie, bijvoorbeeld omtrent het begrip van kinderen over hun mogelijkheden deze brieven en de inhoud te begrijpen?6

Vraag 7

Kunt u uitleggen of er met de oproep voor een kindgesprek ook informatie wordt verstrekt over de mogelijkheden om een vertrouwenspersoon mee te nemen, zodat kinderen zich meer op het gemak voelen?

Vraag 8

Kunt u uitleggen of er in dergelijke brieven ook wordt verwezen naar plaatsen waar kinderen informatie kunnen vinden over hun rechten en mogelijkheden tot ondersteuning, zoals Kinder- en Jongerenrechtswinkels, Villa Pinedo of de Lot’s Foundation?

Vraag 9

Kunt u aangeven op welke wijze er op dit moment is gewaarborgd dat de locatie waarop het kindgesprek plaatsvindt voldoet aan het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) en de eisen van het VN-comité voor de Rechten van het kind omtrent de vereiste veilige omgeving als randvoorwaarde voor effectieve participatie van minderjarigen?

Vraag 10

Uit het WODC-rapport, Kind in proces: van communicatie naar effectieve participatie, blz 145 volgt dat in Nederland geen uniformiteit bestaat wat betreft de locatie van het kindgesprek, kunt u hierop reflecteren en toelichten welke inspanningen ieder gerecht heeft verricht sinds het verschijnen van dit rapport om die uniformiteit wel te bereiken?

Vraag 11

In hetzelfde rapport als benoemd in vraag zes wordt op dezelfde pagina erop gewezen dat eerder is geobserveerd dat het houden van kindgesprekken in zittingszalen, samenhangt met het inplannen van gesprekken, waaronder het plannen van het gesprek voorafgaand aan een zitting, waardoor de keuze vvoor de zittingszaal als locatie kan voortvloeien uit het logistieke probleem dat er geen tijd is om steeds van ruimte te wisselen. Kunt u aangeven of dit bij alle gerechten heeft geleid tot een andere wijze van planning? Zo nee, waarom niet?

Vraag 12

Kunt u reflecteren op het feit en de wenselijkheid dat kindgesprekken vaak voorafgaand aan een zitting plaatsvinden, nog steeds met grote regelmaat in een zittingszaal plaatsvinden en dat deze gesprekken worden gevoerd door rechters in een toga? Vindt u dit wenselijk? Zo nee, hoe gaat u invulling geven aan een richtlijn dat dit niet meer plaatsvindt?

Vraag 13

Vindt u het wenselijk dat kinderen in een rechtbank in een situatie komen waarbij zij geconfronteerd kunnen worden met de spanning die bij de ouders heerst ten aanzien van de zitting en zelfs onderdeel kunnen worden van een onderlinge strijd die ook buiten de zittingszaal van de rechtbank gevoerd kan worden? Zo nee, hoe gaat u invulling geven om de kinderen hier tegen te beschermen?

Vraag 14

Docent en onderzoeker Bart Tromp en het rapport van het Expertteam Ouderverstoting hebben geconstateerd dat rechters niet voldoende zijn opgeleid om kindgesprekken te voeren. Hetzelfde rapport adviseert om dit over te laten aan daarvoor deskundig opgeleide professionals. De toenmalig Minister voor Rechtsbescherming heeft het rapport in zijn geheel positief geapprecieerd en in zijn kamerbrief van 4 februari 2021 aangegeven «met het rapport in de hand het land in te gaan om met de betrokken samenwerkingspartners te spreken over hoe we de aanbevelingen van het Expertteam nog verder handen en voeten kunnen geven». Kunt u aangeven wat de conclusies van die rondgang zijn en wat er specifiek is gebeurd met de stelling dat rechters niet zijn opgeleid tot het voeren van dergelijke gesprekken en dat deze over te laten aan deskundig hiervoor opgeleide professionals? En als er uitvoering gegeven is aan een advies waarom dan deze keuze door de beleidsambtenaren is gemaakt?

Vraag 15

Kunt u aangeven of alle kinderrechters te allen tijde een verplichte opleiding tot kinderrechter volgen voordat zij in functie treden? Zo ja, omvat deze opleiding inmiddels ook de in het WODC-rapport aanbevolen training in gespreksvaardigheden? Als dat nog niet het geval is, kunt u uitleggen waarom deze elementen nog geen onderdeel van de opleiding uitmaken?

Vraag 16

De Rechtspraak spant zich in om tot verbetering te komen van de randvoorwaarden om kinderen effectief te laten participeren, vindt u dat het Kinderrechtenverdrag hiervoor ruimte laat, of vindt u dat dit verdrag voor de overheid een resultaatsverplichting inhoudt? Zo nee, zou u dan bereid zijn om zijn zienswijze op de betekenis van het IVRK toe te lichten als het gaat om het dan aan te nemen vrijblijvende karakter hiervan? Zo ja, welke middelen zou u dan beschikbaar stellen om in ieder geval ervoor te zorgen dat alle gerechten in Nederland onverwijld op uniforme wijze de randvoorwaarden die in hoofdstuk 3 van het hiervoor aangehaalde WODC-rapport worden vervuld als het gaat om kinderen te laten participeren in de civiele procedure als het gaat om toegang krijgen tot relevante informatie, de locatie van het kindgesprek in de zin van een kindvriendelijke wacht- en gespreksruimte en de gespreksvaardigheden van de kinderrechter?

Vraag 17

Wat vindt u van het feit dat, zoals door docent en onderzoeker Bart Tromp aan de universiteit Groningen en kinderrechter gesteld, zoals ook geconstateerd wordt door het WODC, binnen de planning gemiddeld 10 minuten wordt uitgetrokken voor een kindgesprek?

Vraag 18

Vindt u, als aanvulling op bovenstaande vraag, dat 10 minuten recht doen aan de positie, participatie en het belang van het kind afgaande op de impact van de te nemen besluiten in het leven van het kind? Zo nee, welk tijdsbestek zou volgens u wel toereikend genoeg zijn voor een goed gesprek met kinderen?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Bruyning (Nieuw Sociaal Contract), van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over kindgesprekken van kinderen bij rechters, naar aanleiding van de podcast «Scheidszaken» van het Jeugdjournaal (ingezonden 22 juli 2024) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


  1. NOS Jeugdjournaal, Scheidserie: wat heb jij te zeggen als je ouders uit elkaar gaan (https://open.spotify.com/episode/60NlDu7NOKYwbHfH36pZHk?si=a1a4d090c39d4604).↩︎

  2. NRC, 16 juli 2024, De kinderrechter heeft tien minuten om het kind van ouders in een scheidingszaak aan te horen. «Ik verbaas mij over wat ik in de praktijk doe» (https://www.nrc.nl/nieuws/2024/07/16/de-kinderrechter-heeft-tien-minuten-om-het-kind-van-ouders-in-een-scheidingszaak-aan-te-horen-ik-verbaas-mij-over-wat-ik-in-de-praktijk-doe-a4859890).↩︎

  3. NOS Radio 1 Journaal, 16 juli 2024, Zorgen over kindgesprekken met rechter van gescheiden ouders (https://www.nporadio1.nl/fragmenten/nos-radio-1-journaal/9c88a9b6-97fa-4916-96ba-a0f3b9a2e09d/2024-07-16-zorgen-over-kindgesprekken-met-rechter-van-gescheiden-ouders).↩︎

  4. Bijlage bij Kamerstuk 33 836, nr. 60↩︎

  5. Bijlage bij Kamerstuk 33 836, nr. 56↩︎

  6. Bijlage bij Kamerstuk 33 836, nr. 56, blz. 142↩︎