[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Van Kent over het noodgedwongen stoppen van het lokale beleid inzake beschermingsbewind in de gemeente Groningen

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2024D30151, datum: 2024-08-19, bijgewerkt: 2024-08-21 14:07, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20232024-2293).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2024Z07810:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2293

Vragen van het lid Van Kent (SP) aan de Ministers voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen en voor Rechtsbescherming over het noodgedwongen stoppen van het lokale beleid inzake beschermingsbewind in de gemeente Groningen (ingezonden 6 mei 2024).

Antwoord van Staatssecretaris Nobel (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (ontvangen 19 augustus 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1876.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat de gemeente Groningen noodgedwongen stopt mensen toe te leiden naar een niet commerciële gemeentelijke bewindvoerder? Zo ja, wat vindt u hiervan?

Antwoord 1

Ja, dit bericht is ons bekend. We begrijpen dat de gemeente Groningen haar werkwijze heeft aangepast in het licht van het oordeel van de rechtbank Noord-Nederland. Mensen die om bewind verzoeken om hun financiële zaken op orde te krijgen, kunnen hiervoor naar de kantonrechter. Bij de instelling van het bewind en de benoeming van de bewindvoerder volgt de kantonrechter de uitdrukkelijke voorkeur van de onder bewind gestelde persoon, tenzij er gegronde redenen zijn om dat niet te doen, bijvoorbeeld omdat de persoon naar wie de voorkeur uitgaat door de kantonrechter ongeschikt wordt bevonden.1 De gemeente kan iemand daarom niet dwingen om voor een bepaalde bewindvoerder, in casu een gemeentelijke bewindvoerder, te kiezen.

Vraag 2

Bent u ermee bekend dat de manier waarop de gemeente Groningen het beleid inzake bijzondere bijstand voor de kosten van bewindvoering sinds 2018 uitvoerde resulteerde in een lagere instroom, een hogere uitstroom en kortere onder bewindstelling? Deelt u in dat licht de opvatting dat het te betreuren is dat de gemeente Groningen nu dit beleid moet loslaten? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 2

Ja, deze resultaten zijn bekend. Zoals aangegeven bij het antwoord op vraag 1 respecteren we het oordeel van de rechter in de casus Groningen. We merken tevens op dat er ook andere voorbeelden zijn van gemeenten die de samenwerking met bewindvoerders en de rechtspraak op een manier hebben vormgegeven die past binnen de kaders van de wet, waarmee ook mooie resultaten zijn behaald. Zo experimenteerde de gemeente Tilburg en de Rechtbank Zeeland – West-Brabant met een specifieke aanpak voor schuldenbewind.2 Veel gemeenten hebben bovendien inmiddels een convenant gesloten met bewindvoerders waarin afspraken zijn opgenomen over de onderlinge samenwerking en doorverwijzing van bewind naar de gemeentelijke schuldhulpverlening voor het oplossen van de schulden.3

Vraag 3

Deelt u mijn opvatting dat het in het belang is van de onder bewind gestelde dat het bewind nooit langer dan strikt noodzakelijk duurt? Bent u van mening dat de werkwijze van de gemeente Groningen precies dat bewerkstelligde? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 3

Wij zijn het met u eens dat het bewind niet langer dan noodzakelijk zou moeten duren. Daarom is voor schuldenbewinden per 1 januari 2021 in de wet opgenomen dat dit bewind alleen voor bepaalde tijd (5 jaar) kan worden ingesteld, zodat het niet langer dan noodzakelijk duurt. De kantonrechter ziet hier op toe. Dit geldt voor alle schuldenbewinden vanaf 1 januari 2021 en is dus niet per definitie het gevolg van het beleid van de gemeente Groningen. Het is nog te vroeg om de effecten van het instellen van bewind voor bepaalde tijd te beoordelen. Om de doorstroom van schuldenbewind naar gemeentelijke schuldhulpverlening te bevorderen, sluiten steeds meer gemeenten convenanten met bewindvoerders.4 Hierin worden afspraken gemaakt over de samenwerking bij problematische schulden, zodat er tijdig wordt doorverwezen naar de gemeente voor een oplossing van de schuldensituatie.

Vraag 4

Bent u het ermee eens dat de werkwijze van de gemeente Groningen – waardoor inwoners zich in de regel voor hulp bij de gemeente melden – als groot voordeel had dat zij daardoor andere – lichtere – vormen van financiële ondersteuning zoals budgetbeheer konden aanbieden waardoor de ondersteuning altijd op de persoon kon worden afgestemd? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 4

Mensen die kampen met financiële problemen moeten met een zo licht mogelijke vorm van ondersteuning worden geholpen. Het is daarom belangrijk dat mensen met geldzorgen vroeg in beeld komen bij de gemeente, zodat gezocht kan worden naar de meest passende vorm van ondersteuning. Daarom is sinds 1 januari 2021 de uitvoering van vroegsignalering door gemeenten als onderdeel van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening wettelijk verduidelijkt.

Ook is per 1 januari 2021 het adviesrecht voor gemeenten bij schuldenbewind ingevoerd. Dat houdt in dat gemeenten na de instelling van een schuldenbewind de kantonrechter kunnen adviseren of de belangen van de inwoner ook kunnen worden behartigd door een meer passende en minder verstrekkende voorziening dan de voortzetting van het schuldenbewind. De rechter beslist daarop of het bewind wordt voorgezet dan wel beëindigd.5

Verder draagt ook een betere samenwerking tussen gemeenten en bewindvoerders door middel van convenanten eraan bij dat een schuldenbewind niet langer duurt dan nodig en de inwoner zo snel als mogelijk wordt doorgeleid naar de voor hem of haar meest passende en minst verstrekkende voorziening.

Vraag 5

Deelt u de opvatting dat het adviesrecht dat gemeenten nu hebben na instelling van schuldenbewind moet worden vervroegd omdat advies uitbrengen na een periode van drie maanden in de praktijk niet functioneert omdat het bewindvoeringstraject al loopt? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 5

De optie om het adviesrecht vanuit de gemeente mogelijk te maken voordat het bewind is uitgesproken door de kantonrechter is in het kader van de wetswijziging over het adviesrecht voor gemeenten bij schuldenbewind onderzocht. Destijds werd geconcludeerd dat dit niet wenselijk was.6 Om de toegang tot bewindvoering zo laagdrempelig mogelijk te houden, is er uiteindelijk voor gekozen het moment van advies niet naar voren te halen in het proces. Het adviesrecht voor gemeenten bij schuldenbewind wordt in 2025 geëvalueerd. In de evaluatie zal het moment van het advies expliciet als onderzoeksvraag worden meegenomen.

Vraag 6

Bent u bereid om te onderzoeken of het gemeenten ook mogelijk kan worden gemaakt om voorafgaand aan de uitspraak over de onderbewindstelling te adviseren over de meest passende ondersteuning en ziet u ook andere manieren om de regierol van gemeenten te versterken?

Antwoord 6

Deze optie is bij de totstandkoming van de wetswijziging al onderzocht, zie daarvoor ook het antwoord op vraag 5. Bij de evaluatie van het adviesrecht zal het moment van het advies expliciet als onderzoeksvraag worden meegenomen. Gemeenten kunnen daarnaast hun regierol versterken door samenwerkingsafspraken met bewindvoerders vast te leggen in convenanten. De NVVK heeft hiertoe een modelconvenant opgesteld die gemeenten aan de lokale context kunnen aanpassen.

Vraag 7

Bent u zich ervan bewust dat gemeenten een steeds groter deel van hun budget voor bijzondere bijstand besteden aan bewindvoering? Wat vindt u daarvan?

Antwoord 7

Uit onderzoek van het CBS blijkt dat gemeenten in 2022 meer geld kwijt waren aan beschermingsbewind dan in 2021. Het aandeel van de uitgaven voor bewindvoering ten opzichte van andere uitgaven binnen de bijzondere bijstand neemt de laatste twee jaar wel af.78 Waar bewindvoering nodig is en een passend middel is om financieel kwetsbare mensen de nodige bescherming te bieden, moet dit kunnen worden ingezet, ook als mensen de kosten niet zelf kunnen dragen. Wel zien we dat hierdoor het beslag op de bijzondere bijstand groot is.

In het onderzoek naar de financiering- en beloningssystematiek van bewind, en de kabinetsreactie daarop, is het vraagstuk rond de manier van financieren van het bewind expliciet aan de orde gekomen.9 We blijven met de betrokken organisaties in gesprek om naar mogelijkheden te zoeken ter verbetering van het stelsel, zoals het verder bevorderen van de samenwerking met gemeenten en het heroverwegen van de rol van het schuldenbewind. Rond de zomer wordt uw Kamer over de voortgang geïnformeerd.

Vraag 8

Hoe duidt u het dat de gemeente Groningen met haar manier van werken de kosten juist wist te beperken, terwijl bij andere gemeenten de kosten juist stegen?

Antwoord 8

Bij de gemeente Groningen was inderdaad een grote daling te zien in de uitgaven voor bijzondere bijstand voor bewindvoering.10 Het algemene beeld met betrekking tot schuldenbewinden is dat het aantal bewinden sinds 2014 sterk is toegenomen, maar sinds 2020 stabiliseert.11 Over de kosten voor beschermingsbewind via de bijzondere bijstand per gemeente hebben we geen informatie beschikbaar. Dat de kosten bij andere gemeenten toenamen kunnen we daarmee niet duiden.

Vraag 9

Deelt u de opvatting dat het gemeenten mogelijk moet worden gemaakt desgewenst bewindvoering publiek te organiseren? Zo ja, wat bent u van plan te doen om het de gemeente Groningen weer mogelijk te maken haar manier van werken voort te zetten?

Antwoord 9

Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 1 respecteren wij het oordeel van de Rechtbank in deze zaak. Het is overigens nog steeds toegestaan voor gemeenten om zelf bewindvoering aan te bieden aan hun inwoners, daar doet de rechter geen uitspraak over. In het toegezegde onderzoek naar aanleiding van de motie van de leden Van Kent en Kat12 zal er aandacht zijn voor de voor- en nadelen van het publiek organiseren van bewind. Op basis van dit onderzoek kan vervolgens worden bepaald hoe bewindvoering in de toekomst het best georganiseerd kan worden. De resultaten van het onderzoek worden in het tweede kwartaal van 2025 verwacht.


  1. Artikel 1:435 lid 3 BW.↩︎

  2. https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Rechtbanken/Rechtbank-Zeeland-West-Brabant/Nieuws/PublishingImages/Evaluatierapport%20pilot%20T-aanpak%20Schuldenbewind%20-%20december%202019.pdf.↩︎

  3. Bijvoorbeeld in de gemeente Amsterdam: https://www.amsterdam.nl/sociaaldomein/voor-intermediairs-werk-participatie-en/schuldhulpverlening-amsterdam/bewindvoerders/convenant-beschermingsbewind/.↩︎

  4. Onder andere de gemeenten Amsterdam, Utrecht, Den Haag, Rotterdam, Almere, Nijmegen, Eindhoven, Arnhem, Maastricht en Purmerend.↩︎

  5. Artikel 1:432a BW.↩︎

  6. Kamerstukken II 2019/20, 35 428, nr. 3, p. 27–28.↩︎

  7. CBS, Extra uitvraag Bijzondere Bijstand 2021, https://www.cbs.nl/nl-nl/longread/aanvullende-statistische-diensten/2022/extra-uitvraag-bijzondere-bijstand-2021?onepage=true.↩︎

  8. CBS, Extra uitvraag Bijzondere Bijstand 2022, https://www.cbs.nl/nl-nl/longread/aanvullende-statistische-diensten/2023/extra-uitvraag-bijzondere-bijstand-2022.↩︎

  9. Kamerstukken II 2023/24, 24 515, nr. 755. In de kabinetsreactie hebben we aangegeven dat dit onderzoek het denken over de verschillende beleidsalternatieven voor de financieringssystematiek en de beloning een stap verder heeft gebracht. Echter werd ook geconstateerd dat, mede door de demissionaire status van het kabinet, er op dit moment geen financiële ruimte is om grote aanpassingen in het stelsel te doen.↩︎

  10. Gemeente Groningen, Evaluatie beleid beschermingsbewind en bijzondere bijstand, december 2021.↩︎

  11. SEO, Bekostiging en beloning van beschermingsbewind bij schulden, november 2022, https://www.seo.nl/wp-content/uploads/2023/05/2022-131-Bekosting-en-beloning-van-beschermingsbewind-bij-schulden.pdf.↩︎

  12. Kamerstuk II 2022/23, 24 515, nr. 707.↩︎