[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Peer review over onderzoek naar directe effecten diepe bodemdaling

Gaswinning

Brief regering

Nummer: 2024D30229, datum: 2024-08-20, bijgewerkt: 2024-08-23 09:27, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33529-1243).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 33529 -1243 Gaswinning.

Onderdeel van zaak 2024Z12484:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

33 529 Gaswinning

Nr. 1243 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 augustus 2024

Op 7 november 2022 heeft mijn voorganger uw Kamer geïnformeerd over de onafhankelijke peer review van onderzoeken van TNO en TU Delft en Deltares naar de effecten van diepe bodemdaling- en stijging als gevolg van de gaswinning uit het Groningenveld en de gasopslag bij Norg voor schade aan gebouwen.1 Deze peer review is onder meer aanleiding geweest voor aanvullend onderzoek, waarover eveneens een review heeft plaatsgevonden. Met deze brief informeer ik uw Kamer over deze ontwikkelingen en de uitkomst van de vervolgreview.

Context

In 2021 besloot het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) om de schadeafhandeling stop te zetten in twee gebieden waar initieel rekening werd gehouden met de mogelijkheid van schade als gevolg van diepe bodemdaling en -stijging door de gaswinning, rondom de gasopslag Norg en bij Winschoten. Het IMG besloot dit naar aanleiding van onderzoek door TNO en TU Delft en door Deltares waaruit volgde dat, behoudens een aantal deelgebieden waar indirecte effecten niet uitgesloten zijn, diepe bodemdaling en -stijging als gevolg van de gaswinning of gasopslag in deze gebieden niet tot schade aan gebouwen kon leiden. Mijn voorganger heeft daarop in nauw overleg met betrokken bewoners en decentrale overheden de opdracht gegeven tot een onafhankelijke peer review, uitgevoerd onder coördinatie van onderzoeks- en ingenieursbureau Movares.

Sindsdien is er veel gebeurd. Mede op verzoek van uw Kamer heeft het voorgaande kabinet, met de mogelijkheid die daartoe middels het amendement Agnes Mulder c.s.2 is gecreëerd, het effectgebied waar het IMG in ieder geval schade afhandelt met toepassing van het bewijsvermoeden geografisch vastgelegd. Daarmee is de oorspronkelijke afbakening hersteld. Ook zijn belangrijke versoepelingen in de schadeafhandeling doorgevoerd voor het hele effectgebied, waarvoor inwoners met schade in bovengenoemde gebieden dus ook in aanmerking komen: bewoners kunnen kiezen voor een vaste vergoeding van € 10.000, daadwerkelijk herstel van schades tot € 60.000 zonder onderzoek naar de schadeoorzaak of een maatwerkprocedure. De schadeafhandeling in het hele effectgebied wordt daarmee milder, menselijker en makkelijker. De genoemde onderzoeken en het reviewtraject doen hier op geen enkele manier afbreuk aan.

Toelichting peer review en vervolg

In de peer review zijn kanttekeningen geplaatst bij de betrouwbaarheid van de conclusies van het door TNO en TU Delft uitgevoerde onderzoek naar directe effecten van diepe bodemdaling en -stijging op schade aan gebouwen. De reviewers constateerden dat dit onderzoek goed was uitgevoerd en geen evidente fouten bevatte, maar identificeerden beperkingen met betrekking tot de gebruikte gronddata en de mate waarin rekening was gehouden met onzekerheden in de berekeningen, die van invloed zouden kunnen zijn op de conclusies van het onderzoek.

Naar aanleiding van deze peer review hebben TNO en TU Delft in opdracht van het IMG aanvullend onderzoek uitgevoerd dat de gemaakte opmerkingen adresseert, dat in december 2023 is opgeleverd.3 Dit aanvullende onderzoek heeft niet geleid tot herziening van de conclusie van het oorspronkelijke onderzoek dat diepe bodemdaling en -stijging als direct gevolg van de gaswinning op zichzelf niet tot gebouwschade leidt in deze gebieden. Bijgaande vervolgreview, eveneens uitgevoerd onder coördinatie van Movares, gaat in op de mate waarin het vervolgonderzoek tegemoetkomt aan de opmerkingen van het reviewpanel en concludeert dat deze voldoende geadresseerd zijn. Daarbij wordt opgemerkt dat de reikwijdte van het onderzoek inherente beperkingen kent, onder meer omdat het zich beperkt tot directe effecten en op basis daarvan niet goed te beoordelen is in hoeverre diepe- bodemdaling door de gaswinning uit het Groningenveld in combinatie met andere effecten tot schade kan leiden. Hieronder ga ik daar uitgebreider op in.

Onderzoek naar indirecte en gecombineerde effecten

In het gebied waar het IMG schade afhandelt die mede het gevolg kan zijn van de gaswinning uit het Groningerveld en de gasopslagen bij Norg en Grijpskerk, vinden ook andere mijnbouwactiviteiten plaats, zoals zoutwinning. Inzicht in mogelijke gecombineerde effecten van deze mijnbouwactiviteiten en de interactie met bijvoorbeeld grondwaterpeilaanpassingen op de bodem is daarom ook van belang voor een gedegen afhandeling van de schade aan gebouwen. Dit onderwerp heeft mijn bijzondere aandacht en ik heb hier zelf ook nog vragen over.

Het IMG laat in dit kader, in overleg met de landelijke Commissie Mijnbouwschade (CM), verschillende onderzoeken uitvoeren die gezamenlijk een beeld moeten geven van de kans op gebouwschade als gevolg van indirecte en gecombineerde effecten van mijnbouwactiviteiten in Groningen en Noord-Drenthe. Over de uitkomsten van deze onderzoeken verwacht ik uw Kamer na de zomer uitgebreider te kunnen informeren, evenals over de verdere vormgeving van de één loket-werkwijze door het IMG en de CM. Met deze werkwijze wordt beoogd om in die gevallen waar de gecombineerde effecten tot schade kunnen leiden bewoners de mogelijkheid te geven de schadeafhandeling via één ingang plaats te laten vinden.

Tot slot

De afgelopen jaren is er veel geïnvesteerd in kennisontwikkeling over de effecten van mijnbouw, de ontwikkelingen in onze bodem en het ontstaan van schade. Dit levert belangrijke inzichten op en dat geeft houvast. Als er tegelijkertijd één ding ook duidelijk naar voren komt uit onder meer de in deze brief beschreven ontwikkelingen, is het dat de praktijk van de schadeafhandeling weerbarstig kan zijn en dat het betrekken van voortschrijdende wetenschappelijke inzichten daarbij op gespannen voet kan staan met het waarborgen van zekerheid en betrouwbaarheid van de overheid voor bewoners. Dat heeft in Groningen en Noord-Drenthe zijn sporen nagelaten. Met Nij begun is een nieuwe start gemaakt en zijn maatregelen genomen die de schadeafhandeling voor bewoners fundamenteel zullen verbeteren en het daadwerkelijk herstel van het gaswinningsgebied dichterbij brengen.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
E. van Marum


  1. Kamerstuk 33 529, nr. 1074↩︎

  2. Kamerstuk 36 094, nr. 18↩︎

  3. Diepe bodemdaling (schadedoormijnbouw.nl)↩︎