Studiefinanciering voor internationale studenten.
Schriftelijke vragen
Nummer: 2024D30379, datum: 2024-08-22, bijgewerkt: 2024-10-08 15:21, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2024Z12505).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.Y. Hertzberger, Tweede Kamerlid (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
Onderdeel van zaak 2024Z12505:
- Gericht aan: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Gericht aan: Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Indiener: R.Y. Hertzberger, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2024Z12505
Vragen van het lid Hertzberger (Nieuw Sociaal Contract) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Onderwijs Cultuur en Wetenschap over studiefinanciering voor internationale studenten (ingezonden 22 augustus 2024).
Vraag 1
Hoeveel internationale studenten hebben zich ingeschreven om in 2024/25 in Nederland te studeren? Kunt u dit uitsplitsen naar Europese Economische Ruimte (EER) en niet-EER? Hoeveel internationale studenten hebben studiefinanciering aangevraagd? Als deze cijfers nog niet beschikbaar zijn, wanneer zijn die wel beschikbaar en kunt u toezeggen die dan naar de Kamer te sturen?
Vraag 2
Hoelang moeten internationale studenten in Nederland werkzaam zijn en hoeveel uur moeten zij werken om in aanmerking te komen voor studiefinanciering?
Vraag 3
Hoe lang moeten internationale studenten in andere Europese Unie (EU) landen werkzaam zijn en hoeveel uur moeten zij werken om in aanmerking te komen voor studiefinanciering? Kunt u deze gegevens in ieder geval sturen voor Denemarken, Duitsland, Oostenrijk, Finland, Luxemburg, België en Zweden?
Vraag 4
Vindt u dat de norm om te kwalificeren als migrerend werknemer die nu door jurisprudentie is bepaald in de toekomst op EU-niveau moet worden geregeld door middel van wetgeving? Bent u voornemens dit te agenderen? Welke norm vind u daarbij redelijk?
Vraag 5
Wordt er bij de toekenning van studiefinanciering voor internationale studenten rekening gehouden met het recht op kinderbijslag in het land van herkomst en hoe wordt dit verrekend met studiefinanciering? Op welke wijze kan deze samenloop voorkomen worden?
Vraag 6
Op welke manier werkt het voorrangsrecht wanneer een internationale student zowel aanspraak maakt op buitenlandse als Nederlandse studiefinanciering?
Vraag 7
Klopt het dat de kinderen van grenswerkers, die voor een Nederlandse werkgever in Nederland werken, recht hebben op Nederlandse studiefinanciering ook wanneer zij aan een buitenlandse universiteit in het land waar de grenswerker woonachtig is, studeren? Hoeveel studiefinanciering wordt er in totaal uitgekeerd aan niet-Nederlandse studenten die aan niet-Nederlandse universiteiten studeren?
Vraag 8
Op welke wijze wordt het inkomen van de ouders van internationale studenten ingeschat voor het bepalen van het recht op een aanvullende beurs? Hoe werkt dit voor EU-studenten afkomstig uit landen met een veel lager loonpeil?
Vraag 9
Kunt u deze vragen binnen drie weken los van elkaar beantwoorden?