Lijst van vragen en antwoorden over de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen over de periode januari - april 2024 (Kamerstuk 31066-1390)
Belastingdienst
Lijst van vragen en antwoorden
Nummer: 2024D30826, datum: 2024-08-29, bijgewerkt: 2024-09-06 12:54, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31066-1422).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën (VVD)
- Mede ondertekenaar: J.J. Meijerink, adjunct-griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 31066 -1422 Belastingdienst.
Onderdeel van zaak 2024Z12654:
- Indiener: N. Achahbar, staatssecretaris van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2024-09-03 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-09-12 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2024-11-07 15:00: Hersteloperatie kinderopvangtoeslag (Commissiedebat), vaste commissie voor Financiën
- 2024-11-14 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
31 066 Belastingdienst
Nr. 1422 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 29 augustus 2024
De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën over de brief van 31 mei 2024 inzake de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen over de periode januari – april 2024 (Kamerstuk 31 066, nr. 1390).
De Staatssecretaris van Financiën heeft deze vragen beantwoord bij brief van 29 augustus 2024. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De fungerend voorzitter van de commissie,
Tielen
Adjunct-griffier van de commissie,
Meijerink
1
Wordt een nog verdere toename van het aantal aanmeldingen verwacht vanwege een verschoonbare termijnovertreding?
Antwoord:
Het aantal aanmeldingen (inclusief de verschoonbare termijnoverschrijding) is 69.026 per 19 juli 2024. Voor 259 verzoeken wordt nog beoordeeld of overschrijding van de aanmeldtermijn verschoonbaar is. Ouders kunnen altijd een beroep doen op een verschoonbare termijnoverschrijding. De kans van slagen op een succesvol beroep neemt met de tijd verder af.
2
Hoe groot is de verwachte doorstroom van personeel bij de UHT van de eerste toets naar de integrale beoordeling en wat is de verwachte toename van het aantal beoordeelde integrale beoordelingen hierdoor?
Antwoord:
De doorstroom van personeel vindt al anderhalf jaar geleidelijk plaats en is grotendeels gereed. De extra werkstroom bij de integrale beoordeling waar deze medewerkers worden ingezet is onderdeel van het pakket aan maatregelen waarmee een versnelling in het aantal gedane integrale beoordelingen is gerealiseerd. In de planning voor integrale beoordeling, zoals opgenomen in de laatste Voortgangsrapportage, is dit ook al verwerkt.
3
Kunt u een nadere duiding geven van de samenstelling van de categorie «2c. overige aanvragers die afzien van beoordeling»?
Antwoord:
Dit betreft afmeldingen waar geheel wordt afgezien van beoordeling. Er is bij deze afmeldingen geen uitkomst van de eerste toets. Voorbeelden van situaties waarin dit kan voorkomen zijn aanmeldingen die bedoeld zijn voor een andere regeling of als de aanmelding door de toeslagpartner is gedaan in plaats van de ouder die de kinderopvangtoeslag had aangevraagd.
4
De Voortgangsrapportage geeft aan dat het huidige doorstroompercentage van ouders die na de integrale beoordeling kiezen voor een aanvullende schaderoute ongeveer 25 procent bedraagt. Is de verwachting dat dit percentage in de toekomst omhoog zal gaan en zo ja, kunt u daar een duiding bij geven?
Antwoord:
Voor het doorstroompercentage van ouders die na de integrale beoordeling kiezen voor een aanvullende schaderoute wordt rekening gehouden met meerdere scenario’s, met aan de ene kant het huidige percentage van 25 procent en aan de andere kant maximaal alle ouders die recht hebben op een beoordeling.
Op 26 juni jl. is een nota van wijziging (NvW) op de 1e suppletoire begroting van Financiën ingediend. In de raming van deze NvW is rekening gehouden met een totaal van 31.500 ouders die kiezen voor één van de mogelijke schaderoutes.
5
Hoe kan het lagere aantal beschikkingen bij de CWS in het afgelopen kwartaal ten opzichte van het kwartaal daarvoor worden verklaard?
Antwoord:
CWS heeft vanaf het begin van dit jaar een transitie ingezet, om de productiecapaciteit te vergroten, ouders meer empathisch te bejegenen en achterstanden in te lopen. In april van dit jaar heeft CWS daarvoor een plan van aanpak opgeleverd. Uw Kamer is over deze transitie geïnformeerd per brief van 31 mei jl.1 Daarbij is ook het plan van aanpak van CWS met uw Kamer gedeeld. Het vernieuwde schadekader is op 1 juli jl. door CWS op haar website is gepubliceerd.
Deze grootschalige transitie heeft de productie in de eerste vier maanden van dit jaar beïnvloed. De transitie was echter noodzakelijk om in de toekomst versnelling te kunnen boeken bij het adviseren over werkelijke schadeverzoeken. De transitie heeft ook nog gevolgen op de productie in de huidige periode. Hoewel alle wijzigingen nu zijn doorgevoerd, zal de verhoogde productie nog niet goed zichtbaar zijn, vanwege productieverlies aan het begin van dit jaar. CWS verwacht echter dat met de wijzigingen die de afgelopen periode zijn doorgevoerd, het aantal adviezen dat per week kan worden afgegeven zal stijgen naar 15.
6
Wat is de verwachting van het aantal aanmeldingen voor de Regieroute VSO als deze verder wordt opgeschaald, ook in relatie tot de SGH-route?
Antwoord:
Als de geplande opschaling van de Regieroute wordt gerealiseerd, zal de behandelcapaciteit stijgen naar uiteindelijk circa 300–400 dossiers op jaarbasis. Voor 2025 zal dit meer in de buurt van 300 dossiers zijn, en vanaf 2026 meer richting 400 dossiers. Wordt de Regieroute nog verder opgeschaald, is de inschatting dat mogelijk tot 500 dossiers per jaar kunnen worden behandeld. Deze prognose is in de brief van 31 mei jl. met uw Kamer gedeeld.2 Toegang tot de Regieroute is op dit moment voor ouders op uitnodiging, maar in toekomst wil het kabinet deze route opstellen voor alle ouders die hierin zijn geïnteresseerd.
7
De Voortgangsrapportage geeft aan dat 52 procent van de bezwaren ongegrond is, kunnen hieruit lessen worden getrokken om deze vroegtijdig te signaleren of te voorkomen?
Antwoord:
Ouders maken om uiteenlopende redenen bezwaar, bijvoorbeeld omdat zij zich niet voldoende geïnformeerd voelen of zich niet (volledig) kunnen vinden in de uitkomst van de beoordeling of het bedrag dat zij krijgen of omdat zij de berekening niet begrijpen.
Er zijn mede naar aanleiding van ervaringen in bezwaar verschillende maatregelen genomen om ouders beter mee te nemen in de integrale beoordeling, bijvoorbeeld door eerder en beter informatie te delen.
Ook worden ervaringen uit de afdeling bezwaar worden besproken met de collega's die contact met de ouders hebben.
Daarnaast zijn PZB-ers getraind om de compensatieberekening, een belangrijk onderdeel van de beschikking, beter uit te leggen.
Tevens worden maatregelen ingezet voor het samenstellen en verstrekken van ouderdossiers.
De komende periode wordt de informatievoorziening rond de compensatieberekening uitgebreid, zowel op de website als richting ouders en advocaten (zoals ook opgenomen in paragraaf 1.4 van de laatste Voortgangsrapportage). Ook wordt in de zienswijzeperiode ingezet op het intensiever doorvragen aan de ouder als deze vragen heeft naar aanleiding van de beschikking. Dit om onnodige bezwaarprocedures te voorkomen en als het toch nodig is, ouders eventueel naar het juiste loket binnen UHT te begeleiden. Dat hoeft niet per se het bezwaarloket te zijn.
8
Hoe vaak komt het voor dat ouders/gemachtigden aangeven geen behoefte te hebben aan een gesprek met de UHT en om welke redenen?
Antwoord:
Circa 10–15% van de ouders/gemachtigden ziet bij bezwaren over de integrale beoordeling en werkelijke schade af van een gesprek. Bij de bezwaren eerste toets en overige regelingen is dit hoger (60–68%).
In een overgrote meerderheid blijven de redenen waarom ouders/ gemachtigden niet met UHT in gesprek gaan onbekend. Een grote meerderheid van de ouders wordt in bezwaar vertegenwoordigd door een gemachtigde. Ook is onbekend of het een keuze van een ouder is of deze namens ouder door een gemachtigde wordt gemaakt. In veel gevallen wordt de uitnodiging voor een ambtelijk hoorgesprek door een gemachtigde ongemotiveerd afgewezen of onbeantwoord gelaten. Er zijn ook gemachtigden die voor al hun cliënten uitsluitend schriftelijk contact willen met UHT. Het komt verder voor dat ouders/gemachtigden aangeven het bezwaar enkel te willen bespreken in een hoorgesprek bij de Bezwaarschriftenadviescommisie (BAC).
Uit signalen van ouders en gemachtigden maakt UHT op dat een ambtelijk hoorgesprek doorgaans positief wordt gewaardeerd.
9
Zijn er nog andere maatregelen behalve het afdoen van bezwaren middels een schikkingsvoorstel die zijn overwogen om het bezwaarproces te versnellen en zo ja, welke?
Antwoord:
In de Voortgangsrapportage wordt naast het schikkingsvoorstel een aantal andere maatregelen genoemd.
Om de processen te versnellen wordt beter gestuurd op termijnen. Daartoe is het Beleid procesrecht herstel toeslagen gepubliceerd, zoals aangekondigd in de laatste Voortgangsrapportage. Hierbij is vanzelfsprekend gekeken naar termijnen die ook voor ouders en hun gemachtigden redelijk zijn. Er worden duidelijke en haalbare termijnen gehanteerd, daarmee wordt geen afbreuk gedaan aan de rechtsbescherming.
Om meer bezwaren sneller te kunnen behandelen wordt gewerkt aan het laten behandelen van specifieke groepen bezwaren door partijen waarmee reeds een mantelovereenkomst bestaat voor de inhuur van juridische capaciteit.
10
Hoe wordt voorkomen dat het afdoen van bezwaren middels een schikkingsvoorstel juist een aanzuigende werking heeft op het aantal bezwaren?
Antwoord:
De voorwaarden om in aanmerking te komen voor een gestandaardiseerd schikkingsvoorstel zijn drieledig: er is sprake van een toekennende beschikking op de integrale beoordeling (een ouder die gedupeerd is), het bezwaar is ingediend vóór 1 juni 2024 en UHT heeft op 1 september 2024 nog geen beslissing op bezwaar genomen.
Daarmee komen later ingediende bezwaren niet in aanmerking voor het schikkingsvoorstel.
11
Hoe wordt de samenwerking binnen de UHT en de kwaliteit geborgd bij het inhuren van complete bezwarenteams?
Antwoord:
UHT heeft er na onderzoek voor gekozen geen complete bezwarenteams in te huren, maar in te zetten op het laten behandelen van groepen bezwaren door partijen waarmee reeds een mantelovereenkomst bestaat voor de inhuur van juridische capaciteit. Dat betekent dat nadere opdrachten kunnen worden gegund via een minicompetitie en dat geen volledige aanbesteding hoeft te worden gehouden. De verwachting is dat daardoor sneller kan worden gestart met de uitvoering.
UHT zet de opdracht voor hybride insourcing uit met een resultaatverplichting. De borging van kwaliteit is daarvan een essentieel onderdeel. Voor de beoordeling van de kwaliteit wordt in de overeenkomst aangesloten bij de doelen van UHT ten aanzien van de juridische correctheid, de tevredenheid van ouders, helderheid van communicatie en de snelheid van behandeling. Om de kwaliteit te borgen zal UHT onder meer de training van de inhurende partijen verzorgen, de richtlijnen aanleveren voor het werkproces en permanente vaktechnische ondersteuning aanbieden. Ook zullen beschouwingen en beslissingen op bezwaar door UHT worden tegengelezen, De voortgang en de kwaliteit van de bezwaarbehandeling door externe partijen zal door UHT nauwgezet worden gemonitord en met partijen worden besproken in het kader van de contractuele verplichtingen
12
Wat is de reden voor de afname van het aantal adviezen vanuit de BAC in het eerste kwartaal van 2024?
Antwoord:
Na het inwerking treden van de nieuwe instellingsregeling op 26 oktober 2023 geeft de BAC geen adviezen meer af over de eerste toets zaken. Deze bezwaarschriften zijn dan ook van de hoorzittingsagenda afgehaald en hebben derhalve niet geleid tot een afgegeven advies in de eerste vier maanden van 2024.
13
Hoeveel middelen zijn naar verwachting nodig om toekomstige dwangsommen uit te keren als gevolg van beroepen niet tijdig beslissen (BNTB)?
Antwoord:
Bij de voorjaarsbesluitvorming is voor dwangsommen in het kader van Toeslagen Herstel een bedrag van € 75 mln. toegekend. Daarnaast is op de Aanvullende Post een bedrag van € 11 mln. gereserveerd. Deze bedragen zijn gereserveerd voor te betalen bedragen op basis van een ingebrekestelling (IGS) of een beschikking na een beroep niet tijdig betalen (BNTN).
De prognose met betrekking tot toekomstige dwangsommen wordt periodiek geactualiseerd. Uw Kamer wordt over eventuele financiële bijstellingen geïnformeerd via de Voortgangsrapportages over de hersteloperatie toeslagen en/of de (suppletoire) begroting.
14
In hoeverre is voor ouders duidelijk dat een (hoger) beroep in veel gevallen de procedure verder verlengt, maar vaak niet het gewenste inhoudelijke resultaat heeft?
Antwoord:
Het kabinet streeft ernaar om juridische procedures zoveel als mogelijk te voorkomen. Ouders moeten krijgen waar ze recht op hebben zonder dat zij daar juridische procedures voor hoeven te voeren. Dat lukt helaas niet in alle gevallen, bijvoorbeeld omdat ouders in beroep principiële rechtsvragen aan de orde stellen over de systematiek van de integrale beoordeling. Ouders hebben het recht om een onafhankelijk oordeel van de rechter te vragen. Een groot deel van de ouders die bezwaar hebben gemaakt, doet dat overigens niet, zo blijkt ook uit de laatste Voortgangsrapportage.
Het is primair aan de gemachtigde om ouders inzicht te verschaffen in de te verwachten resultaten in (hoger) beroep.
Het huidige beeld in de jurisprudentie is dat in de meeste gevallen de beschikking in stand wordt gelaten (163 van de 179 beoordeelde beroepen). Tegelijkertijd is er nog geen compleet beeld van hoe rechters, ook in hoogste instantie rechtsvragen beoordelen.
Ook gedurende de beroepsprocedures is de inzet erop gericht om gezamenlijk uit te komen.
15
Op welke manieren kunnen jongeren beter worden bereikt en in hoeverre is er vanuit de doelgroep zelf actieve vraag naar financieel advies en ondersteuning?
Antwoord:
Bereiken van jongeren
We zetten in op het voor jongeren aansprekender maken van de communicatie en zetten hierbij ervaringsdeskundige jongeren in. Onder meer door het Ontwikkelnetwerk Herstel van Diversion wordt voortdurend gezocht naar mogelijkheden om jongeren te bereiken op een manier die aansluit bij hun belevingswereld. Binnen dit netwerk hebben jongeren ook zelf de regie bij het ontwikkelen van bijvoorbeeld een gezamenlijke bijeenkomst voor andere jongeren, waardoor ook weer andere jongeren worden bereikt. Dit jaar zal Diversion zich focussen op het bereiken van meer en nieuwe jongeren. Hiervoor zetten ze o.a. ervaringsverhalen op lokale media in.
Om jongeren beter te bereiken is deze zomer een gerichte herhalingsbrief door UHT gestuurd aan alle jongeren die onder de kindregeling vallen. Met deze brief worden zij gewezen op het totale beschikbare aanbod. Ook delen gemeenten via de site kindregelingvoorjou.nl hun contactmogelijkheden, zodat het voor jongeren makkelijker is om gemeenten te bereiken. Ook werken veel gemeenten met een wijkgerichte jongerenaanpak. Ervaringen en succesverhalen met het bereiken van jongeren worden uitgewisseld tussen gemeenten, onder meer door de spreekuren en de online toolkit van de VNG.
Vraag naar financieel advies en ondersteuning
Uit het rapport «Ken ons, help ons» kwam naar voren dat jongeren behoefte hebben aan hulp bij geldzaken. De samenwerking met Geldfit komt voort uit deze behoeften van jongeren. Zij kunnen op een laagdrempelige manier terecht bij Geldfit voor hulpvragen op het gebied van financiën. Jongeren hebben daarnaast aangegeven behoefte te hebben aan financieel advies op een fysieke locatie. Daarom is er samen met jongeren uitgewerkt hoe deze hulp eruit moet komen te zien. Hieruit is de samenwerking met SNS Bank ontstaan. Deze samenwerking is dit jaar voortgezet, waarbij SNS de behoefte aan financiële begeleiding van getroffen jongeren verder inventariseert.
Voor getroffen jongeren met problematische schulden is aanvullend schuldhulpverleningsaanbod ontwikkeld. Dit aanbod richt zich op het saneren van (saneerbare) schulden en het bieden van toekomstperspectief door begeleiding, al dat niet op het gebied van financiën. Jongeren kunnen hier zelf invulling aan geven. Uw Kamer heeft hier op 23 oktober 2023 een brief over ontvangen.3
Met betrekking tot studieleningen bij DUO worden er aanvullende stappen gezet om zowel jongeren als gemeenten beter te informeren over de mogelijkheden die DUO biedt. Uw Kamer heeft hier in juli een brief over ontvangen.4
Kortom, de kindregeling en de voorzieningen die er zijn voor kinderen en jongeren komen altijd voort uit de behoeften van deze kinderen en jongeren zelf en worden zoveel mogelijk samen met hen vormgegeven.
16
Welke stappen worden er gezet om de expertise en capaciteit op het gebied van psychosociale problemen en rouwverwerking verder te ontwikkelen?
Antwoord:
Er is een programma voor psychosociale hulp in voorbereiding dat als doel heeft gedupeerde ouders maar ook hun kinderen betere begeleiding en behandeling te bieden om positieve stappen te zetten op gebied van hun mentale gezondheid. Voor veel ouders is dit een thema dat pas later in het herstelproces concreet wordt. We zoeken samenwerking met experts en professionals en gaan daarbij uit van de context van de toeslagenproblematiek zodat de hulp die er komt passend is voor wat deze doelgroep heeft meegemaakt en de drempel om hulp te zoeken lager komt te liggen dan nu vaak het geval is. In een volgende Voortgangsrapportage wordt u hierover verder geïnformeerd.
17
Hoe verloopt de informatieverstrekking aan gemeenten over ouders die in de integrale beoordeling een negatieve beschikking hebben gekregen?
Antwoord:
De knelpunten rond de levering van deze gegevens zijn aangepakt. Zoals in de Voortgangsrapportage is aangegeven worden gegevens over niet-gedupeerdheid tweewekelijks met gemeenten gedeeld.
18
Zijn er voorbeelden te noemen van de bijzondere situaties waardoor kinderen nog niet beschikt en betaald zijn?
Antwoord:
Het betreft met name kinderen waarbij een gezagsvraagstuk speelt. UHT heeft hierover contact met instellingen als Veilig Thuis en Jeugdzorg en stelt samen met hen vast voor welke kinderen zij het voogdijschap beheren en op welke wijze UHT ervoor kan zorgen dat deze kinderen de beschikking en de tegemoetkoming ontvangen.
Dit gezagsvraagstuk speelt ook bij kinderen die in het buitenland wonen of hebben gewoond. Voor deze groep kinderen worden nog vervolgacties uitgevoerd in samenwerking met o.a. de Raad voor de Rechtspraak als beheerder van het centraal gezagsregister.
19
Wanneer wordt verwacht dat er meer duidelijkheid komt over de mogelijkheden voor ex-toeslagpartners om ook het traject van een aanvullende schaderoute te doorlopen?
Antwoord:
De uitvoeringstoets laat zien dat UHT op zijn vroegst per 2027 de aanvullende schaderegeling voor ex-toeslagpartners kan gaan uitvoeren, omdat er nu nog geen capaciteit beschikbaar is. Er wordt momenteel bezien of versnelling mogelijk is, waarbij ook wordt gezocht naar een alternatieve route om de ex-partners zo snel, zoveel en zo goed mogelijk te voorzien van een aanvullende compensatie voor de werkelijke schade. Zodra hierover meer bekend is wordt uw Kamer geïnformeerd.
20
Hoe kunnen ondernemers met zakelijke schulden die tot nu toe nog niet zijn bereikt, alsnog bereikt worden en welke inspanningen vinden daarvoor reeds plaats?
Antwoord:
Een speciaal team ingericht voor de afwikkeling van dit type schulden probeert op verschillende wijze ondernemers met zakelijke schulden te bereiken die tot toe niet zijn bereikt. Op verschillende momenten worden deze ondernemers telefonisch en schriftelijk benaderd. In de laatste Voortgangsrapportage laten deze inspanningen een dalende trend zien in de cijfers van het aantal ondernemers dat nog niet is bereikt.
21
Wat is de verwachting van het bedrag dat de UHT aan rentebetalingen moet voldoen en hoe staat dit in verhouding met de uitvoeringskosten van de herstelactie wettelijke rente?
Antwoord:
UHT is wettelijke rente verschuldigd in geval van een te late uitbetaling. Voor beschikkingen die reeds zijn afgegeven en waar wettelijke rente nog voor moeten worden betaald (nabetalingen) is in april jl. een inschatting geweest dat UHT op dat moment circa 21 miljoen euro moet uitbetalen aan wettelijke rente. Dit bedrag loopt verder op omdat op dit moment de wettelijke rente nog niet wordt uitgekeerd, ook is dit bedrag exclusief de nog af te geven beschikkingen.
De uitvoeringskosten bedragen circa 1 miljoen euro.