[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van een werkbezoek aan Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten door een delegatie van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties

Verslag van een werkbezoek aan Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten door een delegatie van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties

Verslag van een werkbezoek

Nummer: 2024D31068, datum: 2024-09-02, bijgewerkt: 2024-09-02 14:58, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36591-1).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36591 -1 Verslag van een werkbezoek aan Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten door een delegatie van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties.

Onderdeel van zaak 2024Z12739:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

36 591 Verslag van een werkbezoek aan Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten door een delegatie van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties

Nr. 1 VERSLAG VAN EEN WERKBEZOEK AAN SABA, SINT EUSTATIUS EN SINT MAARTEN DOOR EEN DELEGATIE VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR KONINKRIJKSRELATIES VAN 5 TOT EN MET 9 MEI 2024

Vastgesteld 2 september 2024

Van 5 tot en met 9 mei 2024 heeft een delegatie van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties van de Tweede Kamer een werkbezoek gebracht aan Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten. De delegatie bestond uit de leden Paulusma (delegatieleider, D66), Van Haasen (PVV), White (GroenLinks-PvdA), Michon-Derkzen (VVD) en Bruyning (NSC). De delegatie werd begeleid door de griffier van de commissie Meijers.

De delegatie brengt hierbij verslag uit van deze werkbezoeken en bedankt alle gesprekspartners voor de open dialoog en voor hun bereidwillige medewerking aan het welslagen van de werkbezoeken. De Nederlandse delegatie is tevens veel dank verschuldigd aan de Minister-President van Sint Maarten en leden van zijn regering, de Gouverneur van Sint Maarten en aan de waarnemend Rijksvertegenwoordiger van Nederland in Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de medewerkers van de Rijksdienst Caribisch Nederland, alsook aan de Vertegenwoordiger van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten en zijn medewerkers.

De delegatieleider,
Paulusma

De griffier van de delegatie,
Meijers

Zondag 5 mei 2024 – Nederland – Sint Maarten – Saba

Op zondag 5 mei reisde de delegatie van Amsterdam, via Sint Maarten, naar Saba. Bij de overstap op Sint Maarten heeft de delegatie een briefing ontvangen van dhr. Edson Hato, de Vertegenwoordiger van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten en dhr. Chris Johnson, vertegenwoordiger van Nederland op Sint Maarten. Zij hebben de delegatie bijgepraat over hun werkzaamheden en de recente ontwikkelingen op Sint Maarten. Op Saba heeft de delegatie ’s avonds informeel gedineerd met de Gezaghebber en het Bestuurscollege.

Maandag 6 mei – Saba

Rondetafelgesprek met Bestuurscollege, Eilandsraad en ambtenaren OLS

Maandag 6 mei stond volledig in het teken van bezoeken op Saba. De dag begon met een bijeenkomst in het Government Building, waar de delegatie door (vertegenwoordigers van) het Bestuurscollege, de Eilandsraad en ambtenaren van het Openbaal Lichaam Saba (OLS) werd bijgepraat over een aantal belangrijke onderwerpen voor het eiland en de laatste ontwikkelingen daaromtrent. Hieronder volgt een weergave van de belangrijkste punten die de gesprekspartners de delegatie hebben meegegeven.

Economische Zaken

Toerisme en de Medical School zijn voor Saba de belangrijkste bronnen van inkomsten. Eigen productie is laag. Bijna alle eerste levensbehoeften moeten geïmporteerd worden. Dit verloopt allemaal via Sint Maarten, wat de afhankelijkheid van dat eiland groot maakt.

Een punt van zorg voor Saba is het feit dat de aantallen studenten aan de Medical School sinds de orkanen en de COVID-pandemie significant gedaald zijn. Dit betekent een aanslag op de inkomsten van het eiland. De nieuwe eigenaren van de school werken hard om het tij te keren en het OLS houdt geloof dat de aantallen studenten weer zullen stijgen.

Saba is het duurste van de BES-eilanden. Een belangrijk aandachtspunt voor het eiland blijft daarom het beperken van de kosten voor levensonderhoud. Op dit moment wordt gewerkt aan een quick scan naar de kosten van goederen en diensten. Hierbij wordt ook een vergelijking gemaakt met Sint Eustatius, waar de prijzen lager zijn, hoewel ook zij alles moeten importeren via Sint Maarten. Subsidies zijn een belangrijk onderdeel in het terugbrengen van de kosten voor levensonderhoud. Openbaar vervoer is nu gratis op het eiland. Ook toegang tot water wordt gesubsidieerd, net als energie. Deze zaken zijn relatief makkelijk te subsidiëren. Dat geldt niet voor geïmporteerde goederen en diensten. De quick scan moet helpen met het beter grip krijgen op die kosten.

Duurzame energie is een belangrijk speerpunt van het OLS in dit kader. Het zonnepark bij het vliegveld voorziet nu in 40% van de energiebehoefte van het eiland, op zonnige dagen zelfs 100%. Het doel is om door het hele jaar 90% duurzame energie te produceren, door extra inzet op wind- en zonne-energie. Uitdagingen waar het OLS hierbij tegenaan loopt zijn, naast voldoende financiële middelen, ook uitdagingen rondom grondbezit op het eiland. Niet alle grond is goed geregistreerd en eigendom is lastig en tijdrovend om te achterhalen.

Het OLS wil graag gaan werken aan een lange termijn plan voor economische ontwikkeling. Hiervoor is ondersteunding van Nederland nodig. Naast de hierboven genoemde uitdagingen, kijkt men hierbij ook naar het bankwezen (Saba is een cash based economie, maar maar twee pinautomaten op het eiland), uitdagingen rondom de douane (niet alleen voor de import van goederen, maar ook voor aankomst en vertrek van toeristen) en het gebrek aan goede data om beleid op te baseren.

Toerisme

Zoals gezegd is toerisme een van de belangrijkste bronnen van inkomsten op Saba. Ongeveer 50 bedrijven op Saba zijn afhankelijk van toerisme. Het toerisme vertegenwoordigt momenteel 24% van de economie, met een ambitie om dit in de komende vijf jaar te laten groeien tot 35%. Het is essentieel om de gemeenschap hier goed in mee te nemen, aangezien veel mensen zich niet bewust zijn van de voordelen of de impact die toerisme heeft.

Momenteel ontbreken actuele data over toerisme, met de meest recente gegevens afkomstig uit 2022. Dat jaar zijn ongeveer 9.000 aankomsten op Saba geregistreerd. Belangrijk om aan te tekenen is dat dit enkel gaat over aankomsten via lucht. Aankomsten via de zee worden niet geregistreerd (geschat op 4.000 in 2022). Hoewel de meeste mensen dus via lucht komen, is Winair van plan om het aantal vluchten te verminderen. Waar er nu twee vluchten in de ochtend en twee in de middag zijn, zal dit worden teruggebracht naar één vlucht in de ochtend en één in de middag. De connectiviteit blijft hierdoor een uitdaging.

Een groot deel van de toeristen zijn dagjesmensen. Ontwikkelingen op Sint Maarten hebben daarom ook een directe impact op Saba. Er wordt samengewerkt met dezelfde marketingfondsen die Sint Maarten gebruikt, om zoveel mogelijk te profiteren van de ontwikkelingen aldaar. Saba werkt met een zeer beperkt marketingbudget van 300.000 dollar. Hoewel dit een aanzienlijk bedrag lijkt, is het in de marketingwereld relatief weinig. Daarom moet er binnen de beperkte middelen effectief worden gewerkt.

In 2022 is er een quick scan uitgevoerd door de Universiteit van Florida. Er wordt samengewerkt met deze universiteit om een toerisme-masterplan op te stellen, medegefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Dit plan is nu in de implementatiefase. De Universiteit van Florida heeft ook succesvol samengewerkt met Bonaire aan hun toerismeplan. Toeristen besteden gemiddeld ongeveer 1.500 dollar, maar onderzoek laat zien dat ze bereid zijn om het dubbele uit te geven. Er zijn echter onvoldoende mogelijkheden voor hen om dit geld te besteden. Momenteel wordt gekeken naar opties zoals natuurbijdragen.

Het invoeren van een bezoekersbelasting wordt overwogen, niet alleen als aanvullende inkomstenbron, maar ook om real-time data te verkrijgen. De huidige informatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is niet tijdig en vaak niet accuraat. Het laten opereren van het CBS op Saba is bovendien kostbaar.

Financiën

Het OLS is zeer tevreden met de voorjaarsnota 2024 en de aangekondigde verhoging van de vrije uitkering. Deze verhoging is een positieve stap in de richting van meer financiële stabiliteit voor Saba. Het onderzoek uitgevoerd door IDEEVersa sluit in de perceptie van het OLS echter niet goed aan op de financiële realiteit en de manier waarop zaken op Saba georganiseerd zijn. Het onderzoek richtte zich voornamelijk op de begrotingen van voorgaande jaren en hield geen rekening met de huidige daadwerkelijke behoeften. Hoewel de conclusie van het rapport, dat er meer vrije uitkering nodig is, correct is, is deze conclusie gebaseerd op onjuiste informatie.

Er is een dringende behoefte aan meer financiële stabiliteit. Investeringen en operationele kosten kunnen niet gedekt worden door incidentele subsidies. De verhoging van de vrije uitkering is welkom, maar er blijven aanhoudende zorgen en voorziene uitdagingen bestaan. Een voorbeeld van deze uitdagingen is het onlangs ontwikkelde organisatieontwikkelingsplan, dat niet gedekt wordt door de verhoging van de vrije uitkering, hoewel het plan wel is opgenomen in het Saba-pakket. Daarnaast zijn er ook financieringstekorten voor culturele beleidsmaatregelen.

Het is essentieel dat de verhoging van de vrije uitkering wordt gebruikt om de achterstanden weg te werken, in plaats van nieuwe initiatieven te financieren, zoals sommige departementen in Nederland nu wel lijken te willen. De focus moet liggen op het adresseren van bestaande financiële knelpunten en niet op het introduceren van nieuwe projecten zonder een solide financiële basis.

Klimaat

Dit voorjaar werd tijdens het vierlandenoverleg de klimaatagenda geformaliseerd, wat een belangrijke stap is in de gezamenlijke aanpak van klimaatgerelateerde uitdagingen. Om het klimaatplan effectief uit te voeren, is samenwerking met verschillende belanghebbenden essentieel. Het OLS heeft zelf niet alle benodigde kennis in huis. Externe partners moeten daarom gekoppeld worden aan de kennis en ervaring die op het eiland beschikbaar is.

Hoewel de zeespiegelstijging geen probleem vormt voor het grootste deel van Saba, vormt het wel een bedreiging voor de haven en de luchthaven, die cruciale levensaders voor het eiland zijn. Deze infrastructuren zijn essentieel voor de verbinding en bevoorrading van Saba.

Er is gewerkt aan het grotendeels ondergronds brengen van het elektriciteitsnet, wat cruciaal is voor de orkaanbestendigheid van het eiland. Dankzij deze maatregelen was de elektriciteit op Saba binnen 12 uur hersteld na de laatste orkaan, terwijl omliggende eilanden zoals Sint Maarten dagen, weken of zelfs maanden zonder stroom zaten.

Het is belangrijk om de secundaire impact van klimaatverandering in gedachten te houden, zoals de effecten op de economie, het toerisme en de arbeidsmarkt. Deze factoren kunnen aanzienlijke gevolgen hebben voor de levenskwaliteit en de duurzame ontwikkeling van Saba.

Het OLS wil graag meer gebruik maken van beschikbare fondsen, zoals die van de EU, maar heeft hulp nodig om toegang te krijgen tot deze middelen. Samenwerking met het International Panel for Deltas and Coastal Areas (IPDC) en het opbouwen van een regionaal en internationaal netwerk zijn daarbij cruciaal. De capaciteit om om te gaan met de bureaucratie en projectmanagement die nodig zijn voor EU-financiering is essentieel. Het OLS is blij met de steun die zij hierin krijgt van de speciaal gezant voor Caribisch Nederland voor EU-fondsen, VN-fondsen en economische betrekkingen met Latijns Amerika.

Ruimtelijke ordening

Op het gebied van ruimtelijke ordening zijn drie belangrijke aandachtspunten besproken: de nieuwe haven (Black Rocks Harbour), woningbouw en onderhoud van wegen. Black Rocks Harbour is het grootste project dat ooit op Saba is ontwikkeld. Het doel is om een orkaanbestendige haven te bouwen. Daarvoor was een andere locatie nodig dan die van de huidige haven. Ook moet de nieuwe haven meer ruimte bieden voor schepen, onder meer met een toeristisch oogpunt. De aanbesteding voor dit project stond op het moment van het werkbezoek nog open. Hoewel er enige interesse is, is het een zeer complex en uitdagend project. De verwachting is dat het budget niet voldoende zal zijn voor alle wensen, daarom zijn er twee pakketten voor de aanbesteding. In het slechtste geval wordt eerst alleen de basisstructuur gebouwd.

Voor wat betreft huisvesting is in november 2023 een intentieverklaring ondertekend door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het OLS en de twee belangrijkste woningstichtingen. Het doel is om ongeveer 50 extra betaalbare woningen te realiseren, zowel sociale huurwoningen als betaalbare koopwoningen. Er vindt ook een herziening van de eilandelijke regelgeving plaats om de (huur)woningmarkt beter te reguleren. Een derde aspect van het huisvestingsbeleid is het ondersteunen van mensen die hun eigen huis willen bouwen. Er wordt gekeken naar de mogelijkheid om een fonds op te richten dat meer betaalbare leningen en subsidies kan verstrekken. Bouwen op Saba is op dit moment erg duur, onder andere omdat alles geïmporteerd moet worden, en de kosten voor een hypotheek hoog (rente van 5,5% met een vereiste aanbetaling van 10%).

Tot slot de wegen op het eiland. De Fort Bay Road, de weg van de haven naar The Bottom, heeft te maken met erosie, vallende rotsen en aardverschuivingen. Dergelijke problemen komen overal op het eiland voor. Het is noodzakelijk om na te denken over langetermijnoplossingen, naast de korte termijn reparaties van het hekwerk langs de wegen. Hoewel het altijd een probleem is geweest, zorgen klimaatverandering en extreme weersomstandigheden ervoor dat het erger wordt. Bij zware regenval sluiten de scholen omdat het te gevaarlijk is voor de schoolbussen om te rijden.

Gezondheidszorg en sport

Op het gebied van gezondheidszorg is er verhoogde aandacht voor niet-overdraagbare ziekten en leefstijlprogramma’s op Saba. Het aanpakken van middelenmisbruik is een belangrijk aandachtspunt. Er is op dat terrein een inhaalslag te maken, bijvoorbeeld met betrekking tot roken in openbare ruimtes en de verkoop van sigaretten in supermarkten. De grootste uitdaging is het verminderen van morbiditeit door niet-overdraagbare ziektes.

Bewustwording en preventie vormen hierbij de belangrijkste uitdagingen. Gezondheidsbevordering moet vroeg beginnen, vooral in scholen en via onderwijs. Dit omvat het aanbieden van gezonde maaltijden en bewegingsprogramma’s. Het OLS werkt samen met JOGG (Jongeren Op Gezond Gewicht) uit Nederland. Er zijn uitdagingen, zoals het creëren van openbare ruimtes voor beweging en sport.

Historisch gezien was de beheersing van infectieziekten het grootste deel van het werk van de gezondheidsafdeling. Recentelijk was er een dengue-uitbraak, maar Saba is tot nu toe gespaard gebleven van grootschalige uitbraken. Er worden ook voorbereidingen getroffen voor mazelen, gezien de zorgen van het RIVM in Nederland. De vaccinatiegraad op het eiland is bijzonder hoog, bijna 100%.

Het verkrijgen van de juiste en volledige data is ook op dit terrein een uitdaging. Wel wordt hier ook eigen data gecreëerd, bijvoorbeeld via registraties in het ziekenhuis.

Onderwijs

Op het gebied van onderwijs is vooral huisvesting een uitdaging. Sinds 2021 wordt gewerkt aan het School Housing Masterplan, dat zich nu in de ontwerpfase bevindt. Het uiteindelijke doel is om zowel de basisschool als de middelbare school te centreren rondom het plaatsje St. Johns, net als de kinderopvang en andere gerelateerde organisaties.

Het plan wordt in verschillende fases uitgevoerd. De financiering is nog niet voor het hele project rond. Er wordt geput uit verschillende potjes (o.a. de Regiodeals) en geld van verschillende ministeries (VWS voor de sportfaciliteiten, OCW voor de schoolgebouwen).

Via het BES(t)4Kids programma wordt gewerkt aan het verbeteren van de kinderopvang op alle drie de BES-eilanden, in samenwerking met het Ministerie van SZW. Op Saba zijn hier grote successen mee geboekt. Er is ook geld beschikbaar voor het bouwen van een nieuwe opvanglocatie, maar er wordt al geruime tijd zonder succes gezocht naar een geschikt stuk grond. De opvang bevindt zich nu in prefab gebouwen uit China, die zich nog niet bewezen hebben tegen een orkaan of een grote storm.

Daarnaast wordt gekeken naar het inrichten van een loket waar ouders terecht kunnen met opvoedvragen. Gekeken wordt of dit zou kunnen op de net aangekochte locatie voor het opvangcentrum.

Lunch ontmoeting met inwoners over wonen en huisvesting

Tijdens de lunch heeft de delegatie gesproken met een aantal inwoners van Saba over de uitdagingen die zij ervaren omtrent huisvesting op het eiland. De verhalen lagen in lijn met wat in de ochtend al ter tafel was gekomen bij het OLS. Bouwen op het eiland is duur en heel erg ingewikkeld. Alle materialen moeten geïmporteerd worden, waardoor de kosten significant stijgen. Ook is het vinden van beschikbare en geschikte grond een uitdaging. Saba is klein en heuvelachtig. Daarnaast is het kadaster niet up to date en bestaat er over veel grond onduidelijkheid over het eigendom dat niet eenvoudig op te lossen is. Tot slot zijn hypotheken, gezien alle genoemde uitdagingen, erg duur.

Bezoek Saba Reach Foundation

Na de lunch heeft de delegatie een kort bezoek gebracht aan de Saba Reach Foundation, een non-profitorganisatie die zich richt op het bevorderen van duurzame ontwikkeling en gemeenschapswelzijn op het eiland. Dit doet het bijvoorbeeld door projecten gericht op mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, of het Replay programma ter voorkoming van schooluitval. Ook biedt de stichting volwassenenonderwijs Nederlands en Engels en wil het zich in de toekomst ook gaan richten op schuldhulpverlening.

Voor deze projecten krijgt de Foundation geld van onder meer het OLS, het Ministerie van SZW en het Ministerie van OCW. De stichting zou graag zien dat deze financiering structureel wordt, zodat zij deze projecten duurzaam kunnen voorzetten als de huidige financiering afloopt.

Bezoek havengebied en hydroponics farm

In het verlengde van het gesprek met Bestuurscollege, Eilandsraad en OLS in de ochtend, heeft de delegatie in de middag een aantal plekken op het eiland bezocht. Allereerst heeft de delegatie het terrein bezocht waar de nieuwe haven gebouwd moet gaan worden. Hier is een nadere toelichting gegeven op de plannen die in de ochtend al kort gepresenteerd waren.

Daarna heeft de delegatie de Hydroponic Farm bezocht. Hier wordt in een aantal kassen door middel van hydrocultuur groenten verbouwd voor het eiland. Vanwege de kleine schaal van het eiland is commerciële landbouw lastig op te zetten. Hydrocultuur biedt een optie om op een relatief klein stuk land een grotere productie te bereiken. Op deze manier wordt het eiland voorzien van verse groenten tegen lagere kosten dan bij import.

Aan het einde van de dag is de delegatie, via Sint Maarten, doorgereisd naar Sint Eustatius.

Dinsdag 7 mei 2024 – Sint Eustatius

Gesprek Gezaghebber + bestuurscollege

Het bezoek aan Sint Eustatius begon met een gesprek met de Gezaghebber, Alida Francis, de leden van het Bestuurscollege, mw. Eileen Spanner en dhr. Ruben Merkman, en de Eilandssecretaris Malvern Dijkshoorn.

De administratieve interventie, die zes jaar heeft geduurd, nadert zijn einde op 1 september. Het belangrijkste resultaat is dat de democratie is hersteld. De commissarissen zijn nu één jaar in functie en werken samen om het Openbaar Lichaam Eustatius (OLE) verder te versterken.

Er zijn zorgen over de veiligheid op het eiland, dat mede door de kleinschaligheid kwetsbaar is voor criminele elementen. Het ontbreken van voldoende publieke instellingen vergroot dit risico. De veerdienst is noodzakelijk, maar brengt ook risico’s met zich mee. Er is een tekort aan douane- en grensbewakingspersoneel, wat de in- en uitklaring bemoeilijkt. Dit zorgt voor vertragingen omdat alle douanehandelingen momenteel op Saba plaatsvinden. Er zijn stappen ondernomen en er is regelmatig overleg met de Minister van Justitie en Veiligheid, maar er is meer nodig.

Voor wat betreft de herziening van de WolBES en FinBES werd het belang benadrukt van het meenemen van de diversiteit van de drie eilanden bij veranderingen in de wetgeving. De herziening van de WolBES omvat een taakverzwaring voor de Gezaghebbers en geen Rijksvertegenwoordiger meer, wat de eilanden een directere link met Nederland geeft. Dit verhoogt het autonomiegevoel, maar er moet rekening worden gehouden met capaciteitsproblemen en kosten.

Dezelfde capaciteitsproblemen spelen ook een rol als het gaat om het comply or explain-principe. Het gaat niet alleen om het creëren van een wettelijk kader, maar ook om het implementeren daarvan. Daarvoor is niet alleen capaciteit nodig, maar ook bewustwording en draagvlak onder de bevolking.

Daarnaast gaven de gesprekspartners aan dat de huidige verhoging van de vrije uitkering zeer welkom is, maar nog niet voldoende voor de dagelijkse praktijk. Er zijn structurele investeringen nodig voor economische groei, zodat het eiland meer eigen inkomsten kan genereren en minder afhankelijk wordt van de vrije uitkering. In dit kader zijn er gesprekken gaande met een medische school om een nieuwe economische sector op te bouwen, wat perspectief biedt aan jongeren. Ook het toerisme heeft een upgrade nodig, met een focus op nichetoerisme zoals historisch en duiktoerisme. Het verhogen van de koopkracht is essentieel, maar het verhogen van het minimumloon leidt niet noodzakelijk tot meer koopkracht vanwege de vicieuze cirkel van belastingverhogingen en prijsstijgingen.

Net als op Saba, werd ook hier het belang van goede dataverzameling benadrukt. Dit is essentieel om juiste beleidskeuzes te kunnen maken. De beschikbare data laat nu nog te wensen over.

Eilandsraad

Aansluitend had de delegatie een gesprek met de leden van de Eilandsraad. Tijdens het gesprek heeft de Eilandsraad een aantal aandachts- en zorgpunten met de delegatie gedeeld, die zij mee kan nemen in haar werk in Nederland.

Eerste zorgpunt was de gezondheidszorg op het eiland. Hierbij gaf de Eilandsraad aan dat het raamwerk en het wettelijk kader goed is, maar dat de implementatie daarvan nog te wensen overlaat. De zorgen richten zich op de relatie met ZJCN in Bonaire en de kwaliteit van de zorg op Sint Maarten, waar veel patiënten naar door worden verwezen.

Het belastingplan Caribisch Nederland is een ander aandachtspunt. De Eilandsraad vroeg aandacht voor de toepassing van het principe van «gebruikelijk loon» dat bedrijfseigenaren zichzelf uit moeten keren en daarover dan belasting moeten betalen. In vergelijking met de omzet van de meeste bedrijven, ligt dit bedrag dusdanig hoog dat dit niet meer realistisch is.

In dit kader werd ook aandacht gevraagd voor de impact van het verhogen van het minimumloon op de lasten voor werkgevers en het compenseren hiervan. De angst is dat er veel faillissementen en ontslagen zullen volgen na 1 juli, omdat bedrijven de lasten niet meer kunnen dragen. Ook is er de zorg dat de stijging van het minimum loon zal resulteren in stijgende prijzen, terwijl de prijzen al zo hoog zijn in vergelijking met Europees Nederland.

Tot slot kwam ook in dit gesprek weer het belang van goede data als basis voor beleid naar voren. Hier is ook op Sint Eustatius nog ruimte voor verbetering. Daarbij is ook belangrijk om aan te tekenen dat de bestuurlijke ingreep pas net ten einde is. Er wordt nog steeds hard gewerkt aan het opbouwen van capaciteit en het versterken van het openbaar bestuur op het eiland.

St. Eustatius Health Care Foundation

Vervolgens heeft de delegatie een bezoek gebracht aan de Sint Eustatius Health Care Foundation, de medische post van het eiland. Hier heeft zij gesproken met de directeur, dhr. Flip van Woerkom, en twee leden van de Raad van Toezicht, mw. Francisca Gibbs en mw. Marion Schroen.

De kwaliteit van de zorg op Sint Eustatius is niet vergelijkbaar met die in Nederland. Hierover uit de inspectie ook terechte zorgen. Om dit te verbeteren, is men afhankelijk van Nederland. Met een goede basisstructuur, zoals betrouwbare elektriciteit, kunnen veel dingen met beperkte middelen gerealiseerd worden, meer dan nu het geval is. Met een goede digitale infrastructuur zou specialistische begeleiding op afstand mogelijk zijn, wat verpleegkundigen en artsen hier zou kunnen ondersteunen bij meer handelingen. Ook zijn goede basisvoorzieningen nodig zoals verstelbare bedden en een patiëntenlift voor in de douche.

Geld alleen lost de problemen niet op; het gaat ook om lokale kennis en kunde, capaciteit, en betrokkenheid van de lokale bevolking. De achterstand van jarenlange verwaarlozing moet worden ingehaald door middel van opleidingen en structurele verbeteringen. Het aantrekken van de juiste specialisten wordt daarbij bemoeilijkt door de eisen die worden gesteld zoals het hebben van een BIG-registratie (waardoor lastig artsen uit de regio kunnen worden aangetrokken) en een BES-ontheffing (voor artsen uit Nederland). Het verkrijgen van het juiste papierwerk, neemt soms een jaar in beslag.

De huidige zorgvoorziening functioneert als een huisartspraktijk plus, zonder drempel en eigen risico. Alle zorgvragen komen hier terecht, en worden vanaf hier indien nodig doorverwezen. Dit leidt echter wel tot een gebrek aan bewustzijn bij de burgers over wat hier wel en niet mogelijk is. Men gaat er vanuit dat alles lokaal opgelost kan worden, maar door beperkte middelen en capaciteit is dat zeker niet mogelijk. Net zomin als dat er op Schiermonnikoog alle zorg geboden wordt. Duidelijke communicatie over taken en verantwoordelijkheden is daarom nodig. Daarbij zal de politiek keuzes moeten maken in wat zij wel of niet mogelijk willen maken op het eiland.

Ondanks de vele geschreven plannen blijven budget en verantwoordelijkheden een discussiepunt, waardoor beslissingen uitblijven. Een aandachtspunt is de wens van het Ministerie van VWS om zorginstellingen, zoals het verzorgingstehuis, te integreren met het gezondheidscentrum. Hoewel dit in theorie een goed idee is, blijkt het in de praktijk weerbarstig. Ouderenzorg en geestelijke gezondheidszorg zijn momenteel terughoudend om te integreren. Door vast te houden aan het feit dat alles in één keer goed zou moeten, beperk je de mogelijkheden om nu al stappen te zeten. Het werken aan de bouw van een nieuw, verbeterd ziekenhuis, wordt hierdoor vertraagd.

Een ander aandachtspunt is de organisatorische structuur van de zorg op Caribisch Nederland. Zo vervult het Zorgverzekeringskantoor en Zorg & Jeugd Caribisch Nederland zowel de rol van verzekeraar, als gesprekspartners voor financiën en beleid. Dit kan tot conflicterende belangen leiden.

Lunch en rondwandeling slavernijverleden

Na het bezoek aan de St. Eustatius Health Care Foundation heeft de delegatie geluncht met dhr. Ismael Berkel, oprichter van de St. Eustatius Historical Foundation, en mw. Misha Spanner, werkzaam bij diezelfde stichting. Daarna heeft de delegatie onder begeleiding van mw. Spanner een rondwandeling gemaakt door Oranjestad, waarbij zij verschillende plekken heeft bezocht zoals Fort Oranje, de Dutch Reformed Church, het Wilhelminapark en de synagoge. Dhr. Berkel en mw. Spanner hebben de delegatie meer verteld over de geschiedenis van Sint Eustatius, met speciale aandacht voor het slavernijverleden en hoe dit nog doorwerkt in het heden.

Onderwijs

De laatste afspraak van de delegatie op Sint Eustatius was een gesprek met docenten en bestuursleden van de vijf primair (4) en voortgezet (1) onderwijs scholen op Sint Eustatius: de Golden Rock School, Governor de Graaff School, Lynch Plantation SDA Primary School, Bethel Methodist School, en Gwendoline van Putten school. Hieronder volgt een beknopte weergave van de aandachts- en zorgpunten die zij de delegatie hebben meegegeven.

Er zijn veel verbeteringen en bewegingen gaande in het onderwijs op Sint Eustatius. De hulp van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) neemt toe en de recente, als zeer positief ervaren werkbezoek van (destijds) Minister Paul bevestigt de bereidheid van OCW om te helpen. Sinds 10-10-2010 zijn er ook zichtbaar grote verbeteringen doorgevoerd in het onderwijs op Sint Eustatius. Echter, er blijven uitdagingen die aandacht vereisen.

Een groot probleem is het internet op het eiland. In het onderwijs gaat tegenwoordig bijna alles online, maar de internetsnelheid is erg traag. Tijdens examens moet al het andere internetgebruik worden stopgezet om een goede verbinding te garanderen. Daarbij zijn de kosten enorm, bijvoorbeeld $ 600 per maand voor een school met 40 kinderen.

Er is ook een lerarentekort op Sint Eustatius. Het combineren van scholen of klassen is geen realistische optie, vooral niet bij speciaal onderwijs. Het aantal kinderen met speciale behoeften neemt toe. De scholen kunnen deze uitdagingen niet alleen aan en de samenleving als geheel moet versterkt worden. Armoedeproblematiek dringt de scholen binnen. Gedrag, leerachterstanden, en andere problemen zijn vaak het gevolg van armoede. Het aantal leerlingen dat schoolontbijt krijgt, neemt toe. Er zijn onvoldoende diensten op het eiland om armoede aan te pakken, en uit trots laten mensen vaak niet weten dat ze in armoede leven. Hoewel gezonde voeding en sport gepromoot worden, is dit erg duur. Scholen zien veel van de grote problemen omdat zij alle kinderen zien, maar de problemen zijn groter dan de scholen alleen aankunnen. De samenleving als geheel moet deze zaken aanpakken.

De beheersing van het Nederlands op B1- of B2-niveau is een ander aandachtspunt. Het vereiste niveau is vaak onbereikbaar voor studenten, wat een barrière vormt voor verdere studie in Nederland. Kinderen zijn niet goed voorbereid op succes. Daarnaast vormt het komen uit een kleine, afgelegen gemeenschap ook een nadeel. Slechts een klein percentage van de studenten keert terug naar het eiland, mede door het gebrek aan arbeidsmogelijkheden voor hoogopgeleiden. Succespercentages voor studenten in de VS zijn hoger dan in Nederland, door de vele barrières en uitdagingen in Nederland. De Nederlandse beleidsmaatregel om minder Engels in universiteiten te gebruiken, beperkt de mogelijkheden voor Statiaanse studenten verder.

Tot slot de financiën. Er wordt bij de salarissen voor de leraren nog te weinig rekening gehouden met de veel hogere kosten van levensonderhoud op Sint Eustatius in vergelijking met Nederland. Ook wordt vergeten dat zaken als belastingen, premies en opleidingen duurder zijn op Statia, waardoor met hetzelfde budget minder bereikt kan worden dan in Nederland. Daarnaast moet de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) het makkelijker maken voor mensen om naar Sint Eustatius te komen en daar te werken. Het duurt momenteel acht maanden om een vergunning te krijgen.

De uitdagingen waar men voor staat, kunnen niet met enkel bijdragen van OCW worden opgelost. Samenwerking met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is noodzakelijk. De probleem analyses zijn bekend, de oplossingen ook. Het is nu zaak dat er verandering komt.

Aan het einde van de dag is de delegatie doorgereisd naar Sint Maarten.

Woensdag 8 mei 2024 – Sint Maarten

Audiëntie bij Gouverneur

Het werkbezoek aan Sint Maarten begon op woensdagochtend met een audiëntie bij de Gouverneur van Sint Maarten, dhr. Ajamu Baly. Met hem heeft de delegatie in een besloten gesprek van gedachten gewisseld over de politieke en economische ontwikkelingen op het eiland, waaronder het aantreden van de nieuwe regering, het aanstaande IPKO, veiligheid, onderwijs en het democratisch tekort in het Koninkrijk.

Gesprek Council of Ministers

Aansluitend heeft de delegatie gesproken met de destijds net aangetreden nieuwe regering van Sint Maarten. Aanwezig bij het gesprek waren de Minister-President, dhr. Luc Mercelina, Minister Jansen Webster, Minister Gumbs, Minister Lewis, Minister Heyliger-Marten, de gevolmachtigd Minister in Den Haag Gumbs Jr. en de plv. gevolmachtigd Minister Arendell.

De nieuwe regering gaf aan graag met de Tweede Kamer samen te willen werken aan het verder versterken van het Koninkrijk. Hierbij werd benadrukt dat het Koninkrijk kleurrijk is, met veel verschillende culturen en dat juist in die verschillen ook kracht zit. Ook roept zij de Tweede Kamer op haar medewerking te verlenen aan het tot stand komen van een goede geschillenregeling voor het Koninkrijk.

Bijzondere aandachtspunten voor de nieuwe regering zijn de overheidsfinanciën en het onderwijs. Ook het buitenland beleid van het Koninkrijk, zoals de International Conference on Small Island Developing States die eind mei plaatsvond, heeft de bijzondere aandacht van de nieuwe regering. Daarbij benadrukte de gesprekspartners het belang van goede samenwerking en wederzijds van elkaar leren, zowel met Nederland als tussen de eilanden van het Koninkrijk onderling, bijvoorbeeld op het gebied van klimaat en groene energie – waar Sint Maarten grote stappen zet – en het benutten van EU-gelden.

Gesprek en lunch met Staten van Sint Maarten

Vervolgens heeft de delegatie een bezoek gebracht aan de Staten van Sint Maarten, waar zij heeft gesproken met de Statenleden Melissa Gumbs (ondervoorzitter), Kevin Maingrette en Francisco Lacroes. Met hen heeft de delegatie gesproken over een aantal actuele ontwikkelingen en uitdagingen waar Sint Maarten voor staat.

Allereerst klimaatverandering, dat een uitdaging vormt voor het gehele Koninkrijk. Net als de regering, benadrukten ook de Statenleden dat dit niet alleen een uitdaging is, maar ook een kans, met een oproep om als Koninkrijk samen te werken om de gevolgen het hoofd te bieden. Voor Sint Maarten heeft orkaanbestendigheid daarbij prioriteit. Hier zijn hoge kosten mee gemoeid, en Sint Maarten wordt vaak uitgesloten van EU-financiering die wel beschikbaar is voor het Franse deel van het eiland. Financiering blijft een grote uitdaging voor het eiland. Zij benadrukten dat hulp van Nederland niet in de vorm van controle zou moeten zijn, maar oprechte praktische hulp die het dagelijks leven verbetert, niet alleen voor de bovenklasse, maar voor iedereen. Ook op het gebied van landbouw is er behoefte aan praktische hulp. Hoewel Nederland de grootste exporteur van landbouwgoederen wereldwijd is, is deze hulp op dit moment nog niet geregeld.

Een ander aandachtspunt is de gezondheidszorg. Via het vierlandenoverleg wordt hier samengewerkt, maar meer is nodig, ook binnen het Koninkrijk. Zo worden patiënten nu doorverwezen naar Colombia en Panama, en niet naar Aruba en Curaçao, met steeds verder stijgende kosten tot gevolg. Verbeteringen in de zorg op Sint Maarten, zal ook Saba en Sint Eustatius ten goede komen. Een ander voorbeeld van waar meer en beter samengewerkt kan worden binnen het Koninkrijk, ook tussen de Caribische landen onderling, betreft luchtvaart.

Tot slot is van gedachten gewisseld over het onderwerp digitalisering, en daarmee samenhangende criminaliteit en ondermijning. De uitdaging ligt in betaalbare bandbreedte en hoe meer aan de klant te leveren zonder hen financieel te belasten. Dit was vooral zichtbaar tijdens de COVID-pandemie. Als er ontwikkelingen zijn in ICT op de BES-eilanden, wil Sint Maarten graag samenwerken en kijken of deze ontwikkelingen ook hen kunnen helpen. Ook op het gebied van cybersecurity is meer samenwerking gewenst, onder andere met Nederland.

Bezoeken in het kader van wederopbouw, in aanwezigheid van NRPB

Na de lunch heeft de delegatie een bezoek gebracht aan een aantal projecten van het National Recovery Program Bureau (NRPB), verantwoordelijk voor de wederopbouw van het eiland na de orkanen Irma en Maria. Zij werd hierbij onder andere vergezeld door dhr. Ronald Halman, lid van het Steering Committee van het NRPB namens het land Sint Maarten, en een aantal medewerkers van het NRPB.

Eerst zijn een aantal sociale huurwoningen bezocht die door het NRPB hersteld zijn, in samenwerking met de sociale woningbouworganisaties zoals de SMHDF (Stichting Sint Maarten Huisvesting en Sociale Ontwikkeling). Hierbij is de wederopbouw ook aangegrepen om andere veranderingen door te voeren, zoals het verplaatsen van senioren naar woningen op de begane grond. Een belangrijke uitdaging waar men tegenaan liep en loopt bij dergelijke projecten is het managen van verwachtingen en het bewaren van een goede taak- en rolverdeling van de betrokken partijen. Het NRPB kan geen overheidstaken overnemen.

Een ander belangrijk project waar het NRPB aan werkt, is de afvalberg en afvalvoorziening, wat een grote uitdaging is door de hoge kosten. Herhuisvesting van ongeveer 200 mensen bij de afvalberg is ook noodzakelijk, wat een aanzienlijke uitdaging vormt voor het kleine eiland.

Daarna bezocht de delegatie een school die herbouwd wordt. Ondanks het grootschalige herstel, zoals het vervangen van alle daken, is het bij deze school gelukt om het onderwijs door te laten gaan. In totaal moeten 19 scholen worden hersteld, waarvan er nu 13 zijn afgerond. Elke school heeft zijn eigen uitdagingen; soms kunnen lessen doorgaan, terwijl soms de hele school tijdelijk heeft moeten verhuizen.

Het herstel richt zich niet alleen op het verhelpen van schade, maar ook op duurzame verbetering om toekomstige orkanen te kunnen weerstaan. Zo wordt er bijvoorbeeld voor gezorgd dat scholen in de toekomst ook als schuilplaatsen bij orkanen kunnen dienen. Veel reparaties zijn niet alleen het gevolg van de orkaan, maar ook van achterstallig onderhoud. Dit achterstallig onderhoud wordt nu ook aangepakt om een duurzame oplossing te bieden. In overleg met de regering wordt gewerkt aan de financiering op lange termijn. Hierbij ligt de nadruk op herstel in plaats van renovaties, waarbij het managen van verwachtingen wederom belangrijk is.

In het hele wederopbouw traject wordt nauw samengewerkt met de Wereldbank, als beheerder van het Trust Fund. Dit biedt uitdagingen voor een klein eiland als Sint Maarten, omdat hierdoor volgens alle internationale regels gewerkt moet worden. Dit vroeg met name in het begin veel tijd en aandacht, maar het biedt ook grote voordelen. Er wordt op deze manier gezorgd voor een duurzame, lange termijn investering.

Port of Sint Maarten

Aansluitend heeft de delegatie een bezoek gebracht aan de Port of Sint Maarten, waar is gesproken met dhr. Alexander Gumbs, CEO en dhr. Ton van Kooten, CFO.

De afgelopen jaren waren uitdagend door orkaan Irma en de pandemie. De Port Group werkt aan het herstellen van haar positie, maar op een duurzame manier. Het afgelopen jaar was de haven een van de best presterende overheidsbedrijven op het eiland. Dit jaar wordt een omzet van 1,4 miljoen dollar verwacht.

Cruisepassagiers geven gemiddeld 150 dollar per persoon uit op de bestemming, en er zijn meer dan 4.000 banen direct of indirect verbonden aan het cruistoerisme. Sint Maarten is een bestemming waar zelfs in het laagseizoen wekelijks schepen komen. De opbrengsten van de voorgaande maanden zorgen ervoor dat bedrijven de orkaanseizoenen doorkomen. Een van de eerste stappen in het traject van herstel voor de haven was dan ook het ondertekenen van langetermijnovereenkomsten met cruisebedrijven. Er wordt gekeken naar de duurzaamheid van de maritieme sector, vooral met de groei van schepen en de toenemende behoefte aan walstroom. Dit betekent dat schepen aan land stroom kunnen krijgen in plaats van hun motoren te laten draaien.

Voor de haven en de economische ontwikkeling van Sint Maarten is het belangrijk dat de infrastructuur op het eiland in samenhang wordt bekeken. Zo is het verkeer en met name de doorstroom op het eiland op dit moment een knelpunt voor het toerisme. Mensen zijn 5–6 uur op het eiland en nemen tours die 2–3 uur duren. Vroeger konden ze twee tours doen, maar door het verkeer is dat niet meer mogelijk. Als toeristen niet rond het eiland kunnen reizen, kunnen ze hun geld niet uitgeven. De infrastructuur moet meegroeien met de groei van de bevolking en het toerisme, wat momenteel niet gebeurt.

Een andere uitdaging is toegang tot geschoolde arbeidskrachten. Zo moest de nieuwe loods van Curaçao komen, omdat er geen lokaal beschikbaar was. Een ander voorbeeld zijn kraanmachinisten. Er wordt gekeken naar het opzetten van opleidingsfaciliteiten op het eiland. Dit zou ook een vorm van economische stimulans voor het eiland kunnen zijn.

Het doel is niet absolute groei, maar een beter rendement per toerist. Diversificatie weg van het toerisme is niet zo eenvoudig als het lijkt. Specialisatie kan ook een optie zijn: één ding heel goed doen. Binnen het toerisme kan diversificatie worden gezocht, bijvoorbeeld met grotere jachten. Deze hebben minder impact op de lokale infrastructuur en bevolking, maar voegen veel waarde toe. Sint Maarten heeft het voordeel van de geografische ligging en kan als hub fungeren. St. Barths en Anguilla hebben niet de infrastructuur om ze te ontvangen, maar Sint Maarten wel.

Een uitdaging maar ook een kans is afval-naar-energie. Cruiseschepen produceren veel afval. Gecombineerd met het afval op het eiland zou dit duurzaam kunnen zijn. De haven staat open voor verdere dialoog en ontwikkelingen in het kader van duurzame ontwikkeling.

Standing diner met ngo’s en vertegenwoordigers gemeenschap

De dag werd afgesloten met een informeel diner met vertegenwoordigers van verschillende maatschappelijke organisaties. In kleinere groepjes spraken de delegatieleden met hen over thema’s als armoedebestrijding, klimaat, dierenwelzijn, cultuur, kunst en andere maatschappelijke ontwikkelingen. Zo heeft de delegatie een beter beeld gekregen van de verschillende maatschappelijke initiatieven op het eiland en het belang van het maatschappelijk middenveld voor de sociale en economische ontwikkeling van het land Sint Maarten.

Donderdag 9 mei – Sint Maarten – Nederland

Het werkbezoek werd afgesloten met een tour over het eiland. Op deze manier kon de delegatie een beter beeld krijgen van de verschillende onderwerpen die in de dagen ervoor besproken waren en de uitdagingen waar het eiland voor staat. Vervolgens vloog de delegatie terug naar Nederland.

PROGRAMMA WERKBEZOEK

Zondag 5 mei 2024
09.35–12.35 uur (lokale tijd) Vlucht Amsterdam – Sint Maarten
14.00–15.00 uur Briefing Edson Hato en Chris Johnson
15.50–16.05 uur Vlucht Sint Maarten – Saba
19.00–21.00 uur Diner met Gezaghebber en Bestuurscollege Saba
09.00–12.00 uur Rondetafelgesprek met Bestuurscollege, Eilandsraad en ambtenaren OLS ambtenaren over economische ontwikkeling, financiën, connectiviteit, toerisme, zorg en onderwijs
12.30–13.30 uur Lunchontmoeting met inwoners over wonen en huisvesting
13.30–14.00 uur Bezoek Saba Reach
14.15–16.15 uur Bezoek havengebied en hydroponics farm
17.30–17.45 uur Vlucht Saba – Sint Maarten
18.30–18.50 uur Vlucht Sint Maarten – Sint Eustatius
09.00–10.00 uur Gesprek Bestuurscollege
10.15–11.15 uur Gesprek Eilandsraad
11.30–12.45 uur Bezoek St. Eustatius Health Care Foundation
13.00–15.45 uur Lunch met aansluitend rondwandeling slavernijverleden
16.00–17.00 uur Gesprek met schoolbesturen
18.35–18.55 uur Vlucht Sint Eustatius – Sint Maarten
09.00–09.45 uur Audiëntie met Gouverneur Ajamu Baly
10.00–11.00 uur Ontmoeting Council of Ministers
11.15–14.00 uur Ontmoeting en aansluitend lunch met Staten van Sint Maarten
14.15–15.15 uur Tour sociale huurwoningen en school in het kader van wederopbouw, in aanwezigheid NRPB
15.45–17.15 uur Bezoek Port of Sint Maarten
18.30–21.00 uur Standing diner met ngo’s en vertegenwoordigers gemeenschap
09.30–14.00 uur Tour over eiland, bezoek locaties uit gesprekken woensdag
15.30–08.35 uur (+ 1, lokale tijd) Vlucht Sint Maarten – Amsterdam