Memorie van toelichting
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025
Memorie van toelichting
Nummer: 2024D31113, datum: 2024-09-17, bijgewerkt: 2024-12-16 15:24, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36600-VII-2).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36600 VII-2 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025.
Onderdeel van zaak 2024Z12750:
- Indiener: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2024-09-19 15:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-09-23 14:00: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025 (TK 36600-VII) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2024-09-26 12:00: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2024-10-07 14:00: Vaststelling van de begrotingsstaten van BZK, EZ en van JenV voor het jaar 2025 voor zover het onderwerpen betreft die zien op digitalisering (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Digitale Zaken
- 2024-10-09 11:30: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025 (36600-VII) (inclusief gemeentefonds (36 600-B) en provinciefonds (36 600-C)) 1e TK (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2024-10-10 18:40: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025 (36600-VII) (inclusief gemeentefonds (36 600-B) en provinciefonds (36 600-C)) antwoord 1e termijn + rest (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2024-11-11 10:00: Wetgevingsoverleg inzake de begrotingen BZK, JenV en EZ voor zover het onderwerpen betreft die zien op digitalisering. (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Digitale Zaken
- 2024-11-18 17:15: Herstel Groningen (de tweede termijn zal op een later moment aanvangen) (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2024-12-02 10:00: Herstel Groningen (tweede termijn) (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2024-12-05 12:56: STEMMINGEN (over alle begrotingen) (Stemmingen), TK
- 2024-12-12 20:35: STEMMINGEN (over alle begrotingen, over moties ingediend bij het Tweeminutendebatten Raad Algemene Zaken, Energieraad en Raad Buitenlandse Zaken) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024–2025 |
36 600VII | Vaststelling van de begrotingsstaten van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025 |
Nr. 2 |
|
Geraamde uitgaven en ontvangsten
Figuur 1 Geraamde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 5.083.939.000
Figuur 2 Geraamde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 1.771.618.000
A. Artikelsgewijze toelichting bij het begrotingswetsvoorstel
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.
Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaten voor het aangegeven jaar vast te stellen.
Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).
Wetsartikel 2
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de baten en de lasten, het saldo van de baten en de lasten en de kapitaaluitgaven en -ontvangsten van de in de staat opgenomen baten-lastenagentschappen voor het onderhavige jaar vastgesteld en worden de verplichtingen, ontvangsten en uitgaven van verplichtingen-kasagentschappen voor het onderhavige jaar vastgesteld. De in die begrotingen opgenomen begrotingsartikelen worden toegelicht in onderdeel B (Begrotingstoelichting) van deze memorie van toelichting en wel in de paragraaf inzake de agentschappen.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.J.M.Uitermark
B. Artikelsgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen
1. Leeswijzer
Algemeen
Voor u ligt de begroting 2025 van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
Groeiparagraaf
De begroting 2025 bouwt voort op de ontwikkeling van de begroting 2024. De begroting 2025 bevat een aantal wijzigingen ten opzichte van 2024. Dit betreft de herverkaveling van een deel van de begroting van BZK naar een aparte begroting van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (XXII) en de overkomst van het herstel van Groningen van de begroting Economische Zaken (XIII).
Ten behoeve van de inzichtelijkheid van de begroting zijn ramingen, standen en realisaties van onderdelen die zijn overgeheveld naar de begroting van het ministerie van VRO over de jaren 2023 en 2024 opgenomen in de begroting van het ministerie van VRO. Deze worden niet meer weergegeven op de BZK-begroting. Het gaat hier om alle desbetreffende gegevens uit artikelen 3, 4, 5 en 9 en de agentschappen RVB en DHC van de BZK-begroting. Ook gaat het om informatie over de Regio Deals en het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid uit artikel 1, en delen uit de niet-beleidsartikelen en de bijlagen.
- Aan dit begrotingshoofdstuk is een nieuw beleidsartikel toegevoegd, namelijk beleidsartikel 15 "Een veilig Groningen met perspectief".
- De beleidsartikelen 3, 4, 5 en 9 worden in het geheel overgeheveld naar de begroting van VRO (XXII). Deze beleidsartikelen vormen vanaf de begroting 2025 géén onderdeel meer van de begroting van BZK.
- Vanuit beleidsartikel 1.1 van de BZK-begroting zijn de Regio Deals overgeheveld naar artikel 3.3 van de VRO-begroting. Vanuit beleidsartikel 1.2 van de BZK-begroting is het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid overgeheveld naar artikel 1.1 van de VRO-begroting.
- De agentschapsparagrafen van het Rijksvastgoedbedrijf en de Dienst Huurcommissie zijn in het geheel overgeheveld naar de begroting van VRO (XXII). Deze agentschapsparagrafen vormen vanaf de begroting 2025 géén onderdeel meer van de begroting van BZK.
- Uit beleidsartikel 12 worden de Vpb afdrachten aan het ministerie van Financiën overgeheveld naar de begroting van VRO omdat deze voortkomen uit activiteiten van het overgehevelde beleidsartikel 9.
- In bijlage 9 is de conversietabel opgenomen met betrekking tot de herverkaveling van de begroting van BZK (VII) naar de begroting van VRO (XXII) en van de begroting van het ministerie van Economische Zaken (XIII) naar de begroting van BZK (VII).
Beleidsagenda
De beleidsagenda geeft een overzicht van de hoofdlijnen van het beleid en wordt afgesloten met de volgende vier overzichten:
- Overzichtstabel met de belangrijkste beleidsmatige mutaties;
- Openbaarheidsparagraaf;
- Strategische evaluatieagenda;
- Overzicht risicoregelingen;
- Overzicht coronamaatregelen.
In het overzicht van risicoregelingen is de tabel "Garanties‘ opgenomen, dit betreft de Rijkshypotheekgaranties.
Beleidsartikelen
In de beleidsartikelen staan de beleids- en de financiële informatie over de voorgenomen uitgaven. De begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) bevat zes beleidsartikelen:
- artikel 1. Openbaar bestuur en democratie
- artikel 2. Nationale veiligheid
- artikel 6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving
- artikel 7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid
- artikel 14. Slavernijverleden: fonds en herdenkingscomité
- artikel 15. Een veilig Groningen met perspectief
Een beleidsartikel is opgebouwd uit de volgende elementen:
- Algemene doelstelling
- Rol en verantwoordelijkheid
- Beleidswijzigingen
- Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit
- Toelichting op de instrumenten
Budgetflexibiliteit
De peildatum van de gepresenteerde budgetflexibiliteit (op basis van juridische verplichtingen) is 1 januari 2025.
Niet-beleidsartikelen
De begroting van BZK bevat drie niet-beleidsartikelen:
- artikel 11. Centraal apparaat
- artikel 12. Algemeen
- artikel 13. Nog onverdeeld
Begroting agentschappen
De begroting van BZK kent de volgende zeven baten-lastenagentschappen:
- Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG)
- Logius
- Organisatie & Personeel (O&P Rijk)
- Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie (RODI)
- FMHaaglanden (FMH)
- Shared Service Centrum ICT (SSC-ICT)
- Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek (RBL)
Bijlagen
De begroting van BZK bevat negen bijlagen:
- Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen met een Wettelijke Taak
- Specifieke uitkeringen
- Verdiepingsbijlage
- Moties en toezeggingen
- Subsidieoverzicht
- Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda
- Rijksuitgaven Caribisch Nederland
- Overzicht rijksuitgaven Wind in de Zeilen
- Conversietabel met de herverkaveling naar de begroting van VRO en van de begroting van EZ.
Het uitgangspunt is om in de verdiepingsbijlage de beleidsmatige en technische mutaties toe te lichten die groter zijn dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2024 (RBV 2024) is opgenomen, de zogenaamde staffel, te weten:
1. Openbaar bestuur en democratie | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
2. Nationale Veiligheid | Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving | Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
11. Centraal apparaat | Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
12. Algemeen | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
13. Nog onverdeeld | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
14. Slavernijverleden: fonds en herdenkingscomité | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln. |
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln. |
15. Een veilig Groningen met perspectief | Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.Ontvangsten: 10 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 20 mln.Ontvangsten: 20 mln. |
2. Beleidsagenda
2.1 Beleidsprioriteiten
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) werkt aan grote maatschappelijke opgaven voor Nederland en ons Koninkrijk, zoals een sterke en weerbare democratische rechtsstaat, het bewaken van grondrechten, goed openbaar bestuur, een dienstbare overheid, digitalisering en het herstel van Groningen. Het vertrouwen in de overheid en de politiek is geschaad door schandalen, zoals de toeslagenaffaire en de gaswinning in Groningen en Noord-Drenthe. Nu is het moment om te werken aan herstel en verandering. Dit kabinet komt daarom met een agenda voor de vernieuwing van de democratie en versterking van de rechtsstaat, het bestuur en de controle daarop. De basis voor dit beleid is het hoofdlijnenakkoord 2024 ‘Hoop, Lef en Trots’. De begroting voor 2025 is de eerste begroting van dit kabinet.
Herstel van vertrouwen en verbinding met de burger
Het uitgangspunt van het ministerie van BZK is dat de overheid er is voor de burger. Het beleid voor mensen moet gemaakt worden met mensen, vanuit zowel de opgave als de behoefte van de burger. Daarnaast moet de complexiteit van regelgeving worden teruggedrongen.
De democratische rechtsstaat vormt het fundament van onze samenleving en behoeft voortdurend aandacht. Het behouden van een stabiele democratische rechtsstaat die weerbaar is, is van groot belang. De Nederlandse democratische rechtsstaat moeten we versterken, beschermen en vernieuwen om tot goed bestuur te komen. Ook institutionele vernieuwing is daarbij noodzakelijk. Met de Agenda voor vernieuwing van de democratie, rechtsstaat, het bestuur en controle hierop gaat BZK werken aan het herstellen van het vertrouwen van burgers in de politiek en de overheid. Burgers moeten gehoord worden, zich geholpen voelen en meer zeggenschap hebben over zaken die hen aangaan.
Het vertrouwen kan niet alleen hersteld worden met systeemverbeteringen en juridische maatregelen. Het vraagt ook om een andere houding en ander gedrag van de Rijksdienst, de mensen die er werken en hun leiders. Belangrijk daarin is luisteren, reflectie, signalen oppakken en gezamenlijk leren van fouten. Het kabinet zet daarom in op een fundamentele omslag in de werkwijze van de Rijksdienst en de decentrale overheden en op het vergroten van het lerend vermogen van de overheid.
Het ministerie van BZK gaat onevenredige hardheden in beleid, wetgeving en uitvoering gericht opsporen, openbaar maken en aanpakken. Departementen, medeoverheden en publieke dienstverleners zullen uitwerking geven aan een continue feedbackloop tussen beleid, uitvoering en de burger (tussen plan en praktijk), zodat de overheid met de geleerde lessen kan zorgen voor een betere aansluiting tussen beleid en uitvoering en het voorkomen van onevenredige hardheden.
Het ministerie van BZK heeft er ook een belangrijke opdracht bij gekregen: het verder vormgeven van het verbeteren en versnellen van het herstel voor de regio Groningen. De schadeafhandeling en versterking worden koste wat kost, voor zo lang als nodig uitgevoerd. We geven hoop en perspectief aan burgers die de gevolgen van de gaswinning in Groningen ondervinden. Daarbij is het belangrijk om niet over Groningen te besluiten zonder Groningen en de Groningers.
BZK zet zich in voor een digitale transitie van de samenleving waarin iedereen mee kan doen. Daarbij staat niet de technologie centraal, maar staan juist de publieke waarden centraal die met technologie kunnen worden versterkt door digitalisering te stimuleren, te reguleren en te richten op deze waarden. Ook wordt vanuit één overheidsgedachte gewerkt aan een slagvaardige, veilige en transparante digitale overheid, die de mens centraal stelt bij het realiseren van toegankelijke en betrouwbare dienstverlening en verantwoord datagebruik. Hiervoor is een dienstbaardere houding van de overheid nodig. Ook coördineert BZK de samenwerking tussen Nederland en de andere landen binnen het Koninkrijk, tussen de Rijksoverheid en de openbare lichamen.
Met dit kabinet komt er een nieuw begrotingshoofdstuk Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Vanaf deze begroting vormt de inzet op meer betaalbare woningen, het voeren van regie op de ruimtelijke ordening, de verduurzaming van de gebouwde omgeving en regiodeals géén onderdeel meer van de begroting van BZK.
2.1.1 Sterke en weerbare democratie en rechtsstaat
Goed bestuur en een sterke en weerbare democratie en rechtsstaat vormen het fundament van onze samenleving. Voor het goed functioneren hiervan is het van belang dat de verschillende instituties en bestuurslagen binnen de democratische rechtsstaat effectief zijn, met gezag opereren en met elkaar in evenwicht zijn. Ook is het essentieel dat het bestuur betrouwbaar, betrokken en bekwaam is. Daarom lanceert het kabinet een agenda voor vernieuwing van de democratie, de rechtsstaat en het bestuur en de controle daarop. Doel is het versterken van het belang van de Grondwet en van grondrechten, van ‘checks and balances’ in ons democratisch bestel, van rechtsstatelijke instituties en rechtsbeginselen. Hierbij is ook nadrukkelijk aandacht voor de onderlinge samenhang tussen deze thema’s. Voor deze agenda is vertrouwen essentieel. Deze aanpak kan niet los worden gezien van het herstel van de verbinding tussen overheid en inwoners.
Democratie
Weerbare democratie en burgerschap
Burgers pakken individueel en collectief allerlei zaken op in hun eigen leefomgeving. Deze invulling van democratisch burgerschap stimuleren we en waar mogelijk halen we belemmeringen weg. De kracht van de samenleving zetten we voorop. We bouwen aan een maatschappelijke alliantie op burgerschap. Voor een weerbare democratie is het van belang dat we leven in een samenleving waar mensen het initiatief nemen en constructief met elkaar het publieke debat voeren, online en offline. Goed geïnformeerde, kritische en betrokken burgers zijn daarbij onmisbaar. Daarom vergroten we de mogelijkheden voor inwoners om mee te doen in de democratie. We investeren in het versterken van het burgerperspectief en zorgen dat mensen een stem hebben bij belangrijke keuzes over maatschappelijke opgaven, zoals via het nationaal burgerberaad klimaat. Via verdere verankering van participatie in de werkwijze van beleidsvorming en beleidsuitvoering kan meer recht worden gedaan aan de signalen van burgers. Gelet op de grote verschillen in de mate waarin mensen actief meedoen in de democratie, investeren we in democratisch burgerschap, binnen en buiten de klas. In aanvulling daarop wordt ingezet op een overkoepelende strategie op digitaal burgerschap, waarin aandacht is voor digitale basisvaardigheden, (digitale) mediawijsheid en burgerschapsvaardigheden.
Het vrije en open publieke debat is een kernelement van onze democratische rechtsstaat. Dit vraagt om waakzaamheid voor heimelijke beïnvloedingstechnieken, zoals desinformatie en deepfakes. We voorkomen dat cruciale democratische processen, de volksgezondheid, de maatschappelijke stabiliteit of de (inter)nationale veiligheid onder druk kunnen komen te staan door heimelijke beïnvloeding. Daarom houden we oog voor de impact van ontwikkelingen in de samenleving, geopolitieke verhoudingen en nieuwe technologieën. En we werken aan een passend mechanisme voor de detectie van heimelijke beïnvloeding van het publieke debat. Zo houden we het publieke debat weerbaar.
De Europese Commissie komt met een voorstel voor een European Democracy Shield. Dit schild moet de EU bescherming en waarborgen bieden tegen buitenlandse inmenging (cyber en ontwrichtende propaganda), heimelijke beïnvloeding en manipulatie, voornamelijk uit China en Rusland. Bij de uitwerking van de politieke prioriteiten en ambities van dit kabinet, wordt de verbinding gelegd met te verschijnen maatregelen.
Integer en weerbaar bestuur
Volksvertegenwoordigers, bestuurders en ambtenaren kunnen met gezag, integer gedrag en respectvolle omgangsvormen het vertrouwen van inwoners winnen. Agressie, intimidatie en bedreiging in de richting van onze mensen in het openbaar bestuur zijn onacceptabel en ondermijnen het openbaar bestuur. Met het programma Weerbaar Bestuur zetten we in op het versterken van de weerbaarheid van het bestuur en de veiligheid van decentrale politieke ambtsdragers, ambtenaren en hun organisaties. Belangrijke pijlers voor het komende jaar zijn het verder verhogen van bewustwording over risico’s bij decentrale volksvertegenwoordigers, goede nazorg na (online) intimidatie of agressie, veilig wonen en het versterken van gemeentelijke processen die kwetsbaar zijn voor ondermijning. In het bijzonder wordt ingezet op ondersteuning van kleinere gemeenten tegen juridische vormen van intimidatie en andere vormen van ondermijning van de democratische rechtsorde, onder meer door de informatiepositie van het lokaal bestuur te versterken. Daarnaast ondersteunen we het lokaal bestuur bij het omgaan met onrust en anti-institutionele tendensen, zoals van soevereinen, met onder andere aandacht voor luisteren en conflictoplossing. We zetten in op het tegengaan van anti-institutioneel-extremisme omdat dit zowel op de korte als de lange termijn een dreiging kan vormen voor onze democratische rechtsorde. Aanhangers van dit gedachtegoed kunnen zich afkeren van de maatschappij. We zetten in op het lokaal bestuur om bestuurlijke slagkracht te houden en de verbinding te herstellen met mensen met anti-institutioneel gedachtegoed.
We dienen een wetsvoorstel in bij de Tweede Kamer met daarin een verplichte risicoanalyse integriteit voor kandidaat-bestuurders op decentraal niveau. We komen ook met verplichte kwaliteitseisen voor integriteitsonderzoek. Verder zal in 2025 de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel regels vervolgfuncties bewindspersonen met daarin een draaideurverbod, afkoelperiode en lobbyverbod voor gewezen bewindspersonen worden voortgezet. Dit wetsvoorstel biedt ministers en staatssecretarissen duidelijkheid over de wijze waarop zij na vervulling van het ambt hun maatschappelijke carrière kunnen voortzetten. Tot slot komen we in 2025 met een voorstel voor hoe we verder uitvoering geven aan de aanbevelingen van de Group of States against Corruption (GRECO).
Verkiezingen en nieuw kiesstelsel
In een democratische rechtsstaat zijn verkiezingen vrij, toegankelijk en betrouwbaar. Daarom werken we aan een wetsvoorstel dat het mogelijk maakt om hulp in het stemhokje te bieden aan iedereen die dat wenst. Ter bevordering van de onafhankelijkheid van het verkiezingsproces wordt het mandaat van de Kiesraad uitgebreid tot kiesautoriteit. Een wetsvoorstel tot invoering van een nieuw kiesstelsel voor de Tweede Kamer ter versterking van de regionale band tussen kiezers en gekozenen wordt dit jaar in consultatie gebracht, gericht op tijdige inwerkingtreding voor de volgende verkiezingen. Daarnaast verbeteren we de kandidaatstellingsprocedure en maken we deze zo veel mogelijk digitaal. Ook scherpen we de strafbaarstelling van het ronselen van stemmen aan.
In 2025 continueren we de inzet op een robuuster partijstelsel. De Kamer moet in het kader van het adequaat kunnen uitvoeren van haar controlerende taak beter in staat worden gesteld om zelfstandig onderzoek te doen. In overleg met de griffie en voorzitter van de Tweede Kamer werken we daarom aan versterking van hun kennis- en onderzoeksfunctie.
Slavernijverleden
Op 1 juli zal het Herdenkingscomité de Nationale Herdenking Afschaffing Nederlands Slavernijverleden organiseren, met daarbij aandacht voor alle betrokken gemeenschappen. In het Koninkrijk kunnen nazaten en andere betrokken aanvragen indienen voor de subsidieregelingen maatschappelijke initiatieven. Ten slotte monitoren we met alle betrokken departementen de voortgang van de verschillende maatregelen in Europees Nederland.
Rechtsstaat
De toeslagenaffaire en de grote problemen rondom de gaswinning in Groningen en Noord-Drenthe zijn voorbeelden van situaties waarbij de overheid te veel heeft vastgehouden aan de eigen systemen en processen en te weinig oog heeft gehad voor de burger. Het is nodig om vertrouwen in de overheid en de rechtsstaat te herstellen. Vernieuwing van het democratisch stelsel en versterking van de rechtsstaat zijn noodzakelijk. Daarom werken we aan de uitvoering van het advies van de Staatscommissie parlementair stelsel, gaan we aan de slag met de uitkomsten van de Enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening, de Staatscommissie rechtsstaat, het adviescollege inzake de werking van artikel 57 van de Grondwet en met de voorlichting van de Afdeling advisering van de Raad van State over de inrichting van het systeem inzake de geschilbeslechting in het verkiezingsproces. Onder coördinatie van de minister van BZK en in samenwerking met de minister van SZW als verantwoordelijk bewindspersoon voor Werk aan Uitvoering werkt het kabinet aan het opsporen, openbaar maken en wegnemen van onevenredige hardheden in beleid, wetgeving en uitvoering. Jaarlijks wordt een openbaar rapport uitgebracht getiteld ''Hardheden en oplossingen''.
Institutionele vernieuwing
In een democratische rechtsstaat is constitutionele toetsing van ontwerpregelgeving van groot belang om het risico van ongerechtvaardigde inbreuken op grondrechten te verkleinen. We versterken daarom de constitutionele toetsing voordat wet- en regelgeving in werking treedt. Ook wordt op korte termijn het wetsvoorstel om constitutionele toetsing van wetten aan verschillende grondrechten door de rechter mogelijk te maken in consultatie gebracht. Daarbij werkt het kabinet aan een grondwetsherziening tot invoering van een constitutioneel hof.
Daarnaast wordt gewerkt aan de verzelfstandiging van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State om zo de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en de Afdeling advisering van de Raad van State verder te versterken.
We treden daadkrachtig op tegen degenen die zich schuldig maken aan discriminatie, racisme, antisemitisme en moslimhaat. Met de Rijksbrede aanpak van discriminatie, gecoördineerd door BZK, zorgen we ervoor dat mensen in waardigheid vrij en veilig kunnen samenleven en dat de ervaring van discriminatie afneemt. Ook in 2025 zal daarom uitvoering worden gegeven aan het Nationaal programma tegen discriminatie en racisme. Ook zal de herziening van het stelsel van antidiscriminatievoorzieningen verder vorm krijgen, evenals de uitbreiding van de gelijkebehandelingswetgeving naar Caribisch Nederland en de brede campagne meldingsbereidheid.
Daarnaast wil het kabinet bereiken dat de Grondwet de bescherming biedt die past bij de huidige tijd, waarin digitale technologie een steeds belangrijkere rol speelt in de verhouding tussen overheid en burgers. Vooral in de Europese Unie, maar ook in Nederland, zijn de afgelopen jaren veel wetten aangenomen die de impact van nieuwe technologie in goede banen moet leiden. Dat is goed, maar daarnaast is het belangrijk om de invloed van nieuwe technologie, zoals kunstmatige intelligentie en immersieve technologieën, op de grondrechten en de grondwettelijke waarborgen op het institutionele vlak te kennen en de Grondwet zo nodig te moderniseren.
2.1.2 Goed bestuur
Betrokken, bekwame en betrouwbare overheid
Voor het effectief oppakken van maatschappelijke opgaven en het vertrouwen van inwoners in de overheid is een bekwaam en betrokken bestuur essentieel. Dat betekent dat de overheid luistert, leert en snel bijstuurt op signalen uit de samenleving en de uitvoeringspraktijk. Een overheid die de menselijke maat centraal stelt en rekening houdt met verschillen tussen regio’s. Om daar een bijdrage aan te leveren worden Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen in staat gesteld om als adequate, zelfstandige en democratisch gelegitimeerde overheidsorganen te functioneren.
Vanuit de Actieagenda Sterk bestuur wordt blijvend ingezet op de interbestuurlijke samenwerking en de betrokkenheid van medeoverheden bij beleid en wetgeving. Het is van belang dat overheden op elk moment gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen voor de grote opgaven waarvoor Nederland gesteld staat. Dit vraagt ook om het eerder en beter betrekken van medeoverheden bij de voorbereiding van beleid en wetgeving. Het kabinet wil dat de inzichten van de uitvoeringspraktijk over wat wel en niet werkt nadrukkelijk betrokken worden in landelijk beleid. We richten ons op een passende verdeling van taken en bevoegdheden tussen overheden, een goede balans tussen ambities, taken, middelen (financieel en juridisch) en uitvoeringskracht en een versterking van de positie van decentrale volksvertegenwoordigingen en besturen.
Eén van de manieren waarop goede interbestuurlijke samenwerking vorm krijgt, is via de Agenda Stad. In de City Deals en Town Deals van dit programma wordt innovatie en kennisdeling tussen overheden, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen gestimuleerd.
Elke regio telt
Dit kabinet hanteert het uitgangspunt dat ‘Elke regio telt!’. Rijksbeleid moet oog hebben voor regionale verschillen en investeren in structurele samenwerking met regio’s. Het Rijk kijkt in ieder geval kritisch naar de eigen werkwijze en mogelijke belemmeringen van het Rijk om regio’s hun kansen en krachten te laten benutten. Nationaal beleid wordt getoetst aan de regionale praktijk en in geval van belemmerende invloed op de regionale ontwikkeling gericht aangepast zodat elke regio telt en zich kan ontwikkelen. Thema’s als gezondheid en zorg, onderwijs, economie, wonen en bereikbaarheid zijn urgent. De bereikbaarheid van voorzieningen (zorg, onderwijs, werk, ontspanning) gaat niet alleen over mobiliteit, maar ook over het locatiebeleid van voorzieningen. Voor en met specifieke regio’s aan de randen van het land ontwikkelt het kabinet een gebiedsgerichte aanpak met langjarige agenda’s om de kwaliteit van leven, wonen en werken voor onze inwoners te behouden of te verbeteren. In de aanpak is expliciete aandacht voor de regionale context en de samenwerking met buurlanden om grensbelemmeringen op te lossen. Investeringen voor deze aanpak worden gedekt uit bestaande middelen. Bij de aanpak van ‘Elke regio telt’ werken met name de bewindspersonen van OCW, VWS, SZW, VRO, I&W, EZ, KGG en LVVN samen met een coördinerende verantwoordelijkheid voor BZK.
In 2025 werken we aan de uitwerking van het ‘Beleidskader decentraal en gedeconcentreerd bestuur' met criteria voor een passende taaktoedeling en op de verdere toepassing van de Uitvoerbaarheidstoets Decentrale Overheden (UDO). Voor een goed functionerend decentraal bestuur is adequate en toereikende ondersteuning van volksvertegenwoordigingen van groot belang. Daarom zetten we in 2025 in op de verbetering van de ondersteuning van volksvertegenwoordigers, waaronder de gemeentelijke en provinciale griffie en rekenkamer, alsmede de lokale ombudsfunctie.
Politieke ambten moeten aantrekkelijk blijven. Dit doen we door in te zetten op het tegengaan van de ervaren werkdruk, meer aandacht te hebben voor diversiteit in het decentraal bestuur en door te zorgen voor een op het ambt toegesneden rechtspositie.
Daarnaast zal in 2025 de tweejaarlijkse trendrapportage Staat van het Bestuur gepubliceerd worden. In de budgettaire bijlage van het hoofdlijnenakkoord staat de maatregel om alle specifieke uitkeringen (exclusief de BUIG) over te hevelen naar het Gemeente- en Provinciefonds. Gemeenten en provincies geven aan dat specifieke uitkeringen hen beperken in hun autonomie. Dit vanwege de strikte en gedetailleerde eisen die vanuit het Rijk worden gesteld aan de besteding van de gelden uit een specifieke uitkering. Daarnaast kennen deze uitkeringen zware administratieve- en controlelasten. Het aantal specifieke uitkeringen is sinds 2018 fors gestegen, tot 153 specifieke uitkeringen in 2023 met een bedrag van € 18,3 miljard. De komende tijd wordt gewerkt aan maatregelen om het aantal specifieke uitkeringen te beperken. De budgetkorting van 10% op de relevante specifieke uitkeringen is ingeboekt bij de departementale begrotingen. Het verrekenen van de budgetkorting met de medeoverheden vindt plaats op het moment van de feitelijke overdracht naar het gemeente- of provinciefonds. Daarnaast is het belangrijk dat er een balans blijft tussen bestuurlijke en financiële sturing. Het is daarom van belang dat er alternatieven beschikbaar zijn voor de specifieke uitkering. Vanuit dit vertrekpunt zetten we de eerder voorgenomen wijziging van de Financiële-verhoudingswet (Fvw) voort, waarmee het uitkeringsstelsel vernieuwd wordt onder andere door het introduceren van het instrument van de Bijzondere Fondsuitkering (BFU) als volwaardig alternatief voor de specifieke uitkering.
Bij de herziening zal rekening gehouden worden met (de budgettaire bijlage bij) het Hoofdlijnenakkoord, in de zin dat specifieke uitkeringen weliswaar blijven bestaan, maar de voorkeur nadrukkelijker uitgaat naar vrij besteedbare uitkeringen, omdat die minder administratief belastend zijn voor medeoverheden.
Voor de stabiliteit en weerbaarheid van onze democratische rechtsstaat is het belangrijk dat de overheid responsief, dienstbaar en realiserend is. Gemeenten spelen hierbij een cruciale rol. Er zijn verschillende wetsvoorstellen in voorbereiding met als doel gemeenten te ondersteunen bij deze dienstverlenende rol en samen op te trekken bij de uitwerking. Ook zetten we in op innovatie en het ophalen van signalen uit de praktijk die als input dienen voor departementen ter versterking van de effectiviteit van beleid. Daarnaast is er ondersteuning voor Rijk, provincie en gem
Met het wetsvoorstel Wet versterking waarborgfunctie Awb worden diverse aanpassingen doorgevoerd om de dienstverlening van de overheid te verbeteren, persoonlijk contact te bevorderen, de menselijke maat te versterken en hardheden te voorkomen. Het wetsvoorstel sluit aan bij een meer informele en oplossingsgerichte aanpak door de overheid, die het kabinet zal ondersteunen met handvatten voor de publieke dienstverleners. Hierbij is de goede uitvoerbaarheid randvoorwaardelijk. Met het wetsvoorstel zal het kabinet ook de positie van burgers bij de bestuursrechter verstevigen (de «burgerlus»).
Het kabinet vindt het van groot belang dat een enkele fout een burger niet langer diep in de problemen mag brengen. Die grondgedachte ligt mede ten grondslag aan het wetsvoorstel Wet versterking waarborgfunctie Awb. Het kabinet zal bezien of een verdere versterking van het recht op vergissen uniform en domeinoverstijgend op korte termijn gerealiseerd kan en moet worden.
Aanpak van statelijke dreigingen
Ontwikkelingen in een aantal zowel gevestigde als minder gevestigde westerse democratieën laten zien dat heimelijke beïnvloeding plaatsvindt met verschillende technieken en tactieken. Voorbeelden hiervan zijn: het leggen van relaties met elites via omkoping en ongeoorloofde beïnvloeding, financiering van kandidaten voor politieke functies, manipulatie van verkiezingen, informatiemanipulatie en beïnvloeding van diasporagemeenschappen en het ondermijnen van het vertrouwen in de democratische rechtsstaat. Binnen de aanpak op het versterken en vernieuwen van de democratische rechtsstaat vragen deze ontwikkelingen om een integrale aanpak van statelijke dreigingen, om zo de schadelijke effecten van heimelijke beïnvloeding zo klein mogelijk te maken.
Nationale veiligheid
De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) beschermt de nationale veiligheid en de democratische rechtsorde. Het belang van het werk van de AIVD is de afgelopen jaren nog meer toegenomen. De dreigingen in én tegen Nederland en zijn bondgenoten nemen toe in aantal en verscheidenheid. Dreigingen zijn vaker met elkaar verbonden en vaker urgent van aard. Conflicten in het buitenland hebben een grote invloed op de nationale en internationale veiligheid, in het bijzonder de oorlog van Rusland tegen Oekraïne en het conflict in Gaza. Beide conflicten destabiliseren hele regio’s en hebben een groot escalatie-potentieel. Deze conflicten zullen ook Nederland blijven raken. Daarnaast voorziet de AIVD dat er de komende jaren diepgaander onderzoek nodig is voor het beschermen van nationale veiligheidsbelangen tegen de dreiging vanuit onder andere statelijke actoren en criminele ondermijning van de democratische rechtsorde. Het kabinet investeert met deze uitgangspunten in de operationele slagkracht en de toekomstbestendigheid van de AIVD.
China
De grootste statelijke dreiging komt, naast Rusland, van China. China is inmiddels één van de leidende wereldmachten en gedraagt zich steeds meer als systeemrivaal van het Westen. De gevolgen daarvan voor Nederland en andere landen kunnen veelomvattend en ingrijpend zijn. Ook in 2025 heeft het ontdekken en tegengaan van geavanceerde cyberaanvallen en het begrijpen van de intenties, capaciteiten en acties van China richting Nederland prioriteit voor de AIVD samen met de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD).
Criminele ondermijning
De AIVD doet onderzoek naar criminele netwerken die de nationale veiligheid bedreigen. Het onderzoek draagt eraan bij dat aanslagen tegen de rechtsstaat worden voorkomen, dat bedreigde personen worden beschermd en dat systeemkwetsbaarheden binnen de overheid en het bedrijfsleven worden ontdekt, zodat criminelen die niet kunnen misbruiken.
Terrorisme en extremisme
De afgelopen jaren is gebleken dat de dreiging van jihadistisch gemotiveerde aanslagen weer toeneemt en daarmee buitengewoon urgent is. Bij het aanjagen van deze aanslagdreiging tegen Nederland spelen actuele gebeurtenissen een belangrijke rol, zoals het conflict in Gaza en de koranvernielingen in diverse Europese landen. De AIVD heeft de belangrijke taak om aanslagplannen in Nederland en Europa te (helpen) verijdelen. Daarnaast vormen rechts-, links- en anti institutionele extremisten een reële bedreiging voor de nationale veiligheid en de democratische rechtsorde in Nederland, waar de AIVD onderzoek naar blijft doen.
Wettelijk kader en instrumentarium
De Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2017 (Wiv 2017) beschrijft de taken en bevoegdheden van de AIVD en de MIVD. Cyberdreigingen zijn de afgelopen jaren omvangrijker en complexer geworden. De Wiv 2017 is op enkele onderdelen niet toereikend gebleken voor de moderne operationele praktijk van de diensten op het gebied van buitenlandse dreigingen. De aangenomen Tijdelijke wet verhelpt de meest urgente knelpunten. De grondige herziening van de Wiv 2017 is nog steeds noodzakelijk om te kunnen blijven innoveren en wendbaar te blijven, waarbij ook wordt gekeken naar een passend toetsing- en toezichtstelsel op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
De verscheidenheid, hoeveelheid en verbondenheid van dreigingen doen een groot beroep op de AIVD en MIVD. Om Nederland op een robuuste manier te beschermen moet de AIVD steeds vaker onderzoeken intensiveren. De AIVD investeert ook in 2025 in het herstel van de verminderde operationele slagkracht van de AIVD, waarbij de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer uit het rapport aangaande de impact van de Wiv 2017 op de slagkracht van de AIVD en de MIVD worden betrokken. Ook blijft de AIVD inzetten op de gerichte transformatie en innovatie naar een datagedreven en technisch toekomstbestendige dienst.
In 2025 zet de AIVD verder in op detectie van digitale aanvallen vanuit statelijke actoren en het bieden van handelingsperspectief en adviezen aan overheden, vitale bedrijven en kennisinstellingen voor het vergroten van de (digitale) weerbaarheid op het gebied van cyber, economische veiligheid en bescherming van vitale sectoren en processen.
2.1.3 Betrouwbare, dienstbare en rechtvaardige Rijksdienst
Voor dit kabinet is het uitgangspunt dat de overheid meer ruimte en vertrouwen geeft aan burgers, professionals en ondernemers, vaker actief gebruik maakt van de kracht van de samenleving en tegelijkertijd zorgt dat ze er is voor iedereen die dat nodig heeft. Dit vraagt om een andere houding en ander gedrag van de Rijksdienst, de mensen die er werken en hun leiders.
In 2025 wordt verder gebouwd aan een overheid die betrouwbaar, dienstbaar en rechtvaardig is. Dit vraagt onder meer om een grenzeloos samenwerkende, wendbare (rijks)overheid. Een overheid die de mens centraal stelt en in staat is tot tastbare resultaten te komen om zo stapsgewijs vertrouwen van burgers terug te winnen en de opgaven voor ons land te realiseren. Een dienstbaardere houding van de overheid is hierbij van belang. Die overheid kan alleen tot resultaten komen als deze wordt ondersteund door een kwalitatief hoogwaardige Rijksdienst.
Zoals in het regeerprogramma is opgenomen, brengt het kabinet het aantal ambtenaren en externe inhuur substantieel terug. Aan deze opdracht is een budgettaire taakstelling van 22% gekoppeld. De overheid dient toekomstbestendig te worden gemaakt. Belangrijk daarbij is de vraag "welk werk moet er (nu) gebeuren gelet op onze maatschappelijke opgave?» Mede vanwege de structurele arbeidsmarktkrapte moeten ambtenaren worden ingezet waar ze het hardste nodig zijn en beleid maken dat goed uitvoerbaar is. Hierin moeten keuzes worden gemaakt. Dit is gekoppeld aan het vereenvoudigen en verminderen van regels en het terugbrengen van administratieve lasten voor burgers, ondernemers en de uitvoeringsorganisaties. Daarnaast coördineert de minister van BZK vanuit haar beleids- en stelselverantwoordelijkheid voor de Rijksdienst deze operatie aan de hand van een aantal af te spreken gemeenschappelijke kaders.
Tevens is het belangrijk om de sterke positie van de Rijksdienst als grootste werkgever van Nederland, als grooteigenaar van grond en vastgoed én als afnemer van veel dienstverlening te gebruiken om positieve maatschappelijke verandering aan te jagen. Bijvoorbeeld om baankansen te creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, CO2-uitstoot te verminderen, bij te dragen aan eerlijke sociale voorwaarden en de ontwikkeling naar een circulaire economie te versnellen.
De Wet normering topinkomens wordt geëvalueerd en vergezeld van een nota met een lijst van verbetervoorstellen, waaronder de transparantie van de inkomensgegevens van functionarissen.
Het ministerie van BZK draagt bij aan een moderne overheid die flexibel is georganiseerd, die zorgt dat de overheid als één verbonden geheel kan werken en die goed werkgeverschap toont en marktconforme voorwaarden biedt. Wij realiseren ons dat de nullijn voor het jaar 2026 extra uitdagingen geeft om onze arbeidsmarktpositie te behouden. Zeker daar waar het gaat om uitvoerende functies zal ook in de nieuwe Cao-onderhandelingen voor de Rijksambtenaren hieraan extra aandacht worden gegeven.
Grenzeloos samenwerken en Ambtelijk Vakmanschap
Ambtenaren moeten voldoende zijn toegerust en de ruimte binnen hun organisatie voelen om in te spelen op behoeften van inwoners en bedrijven. Onder meer via het programma Grenzeloos Samenwerken wordt hiervoor gezorgd. Teams, leidinggevenden en ambtenaren worden hiermee ondersteund door gericht bij te dragen aan de ontwikkeling van ambtelijk en democratisch vakmanschap en worden gestimuleerd samen te werken en leren.
Er is in de afgelopen jaren samen met de departementen en ambtenaren een gids Ambtelijk Vakmanschap ontwikkeld met (ethische) principes en waarden die centraal staan in het werk. In 2025 willen we de bekendheid daarvan onder Rijksambtenaren verder vergroten. We richten ons in het bijzonder op helpen en leren in en van het werk. Het investeren in opgavecoaches voor complexe maatschappelijke opgaven, is daarbij een van de kernactiviteiten voor 2025.
In het hoofdlijnenakkoord is opgenomen dat de Rijksdienst aantoonbaar meer inzet op (digitaal) vakmanschap, kennis, uitvoering en burgerperspectief. Daartoe wordt ingezet op een extra pakket aan maatregelen. Dit heeft als doel om over vier jaar de maatschappelijke opgaven in ons werk centraal te stellen, en werken we waar nodig in interdepartementale en interbestuurlijke teams aan opgaves. Ook gaan we anders kijken naar het functioneren van ambtenaren. De standaard wordt werken vanuit de opgave, professioneel tegenspraak kunnen bieden waar nodig en werken over organisatiegrenzen heen.
Om dit te bewerkstelligen onderzoeken we op welke manier een basisopleiding ambtelijk vakmanschap voor alle Rijksambtenaren Rijksbreed kan worden geïmplementeerd. In die opleiding kan aandacht zijn voor het vergroten van inzicht en training van vaardigheden in opgavegericht werken, grenzeloos samenwerken, maar ook digitaal vakmanschap en rechtstatelijke kennis. Een mogelijkheid daarbij is om deze opleiding niet alleen standaard voor alle trainees en voor alle nieuwe medewerkers aan te bieden, maar binnen afzienbare termijn ook aan alle Rijksambtenaren als periodieke opfriscursus. We maken daarbij gebruik van de kennis en expertise die al binnen de Rijksoverheid aanwezig is. Deze opleidingen, ondersteunend en nodig voor het uitoefenen van het ‘vak ambtenaar’ zijn binnen het Rijk al ontwikkeld, en tegelijkertijd is het landschap versnipperd. Door integraal te beoordelen wat nodig is en structuur aan te brengen in het opleidingsaanbod kan sturing worden geven aan ambtelijk vakmanschap en de daarvoor benodigde kennis en vaardigheden. Dit komt tegemoet aan de wens van de Kamer om ambtenaren meer uit te rusten met kennis over de democratische rechtsstaat (motie Palmen) en nemen we een voorschot op het nog te verschijnen rapport van ABD Topconsult die een verkenning uitvoert naar hoe leren en ontwikkelen de nieuwe manier van werken binnen de Rijksdienst (opgavegericht, volgens de bedoeling en grenzeloos samenwerkend) kan ondersteunen. Tenslotte investeren we in het vergroten van de beschikbare kennis en verspreiding ervan om het lerend vermogen van de Rijksdienst (onder meer naar aanleiding van hersteloperaties zoals de Toeslagenaffaire) te vergroten.
Publiek leiderschap
Sterk publiek leiderschap en betrouwbaar bestuur zijn essentieel voor een kwalitatief hoogwaardige Rijksdienst. In 2025 richt het DG Algemene Bestuursdienst zich op het opstellen van een hervormingsagenda voor versobering van het ABD-stelsel. In deze agenda zal het constant betrekken van burgerperspectief en dat van de uitvoering in het werk van topambtenaren centraal staan, naast rechtsstatelijk besef en ambtelijk vakmanschap (inhoudelijke kennis en expertise).
Het leiderschapskompas uit de Rijksbrede visie op publiek leiderschap wordt breed uitgedragen voor leidinggevendenfuncties die niet onder de ABD vallen (functies tot schaal 15). De visie is onderdeel van verschillende opleidingscurricula binnen het Rijk en wordt ook benut voor het nieuwe Strategisch Personeelsbeleid Rijk dat vanaf 2025 zal gelden.
Een effectieve overheid
Om de besturing binnen de Rijksoverheid te verbeteren wordt in 2025 onder andere een kaderwet inzake inspecties tot stand gebracht.
Dit wetsvoorstel beoogt als onderdeel van de verbetering van de besturing binnen de Rijksoverheid de onafhankelijke taakuitoefening van de rijksinspecties wettelijk te waarborgen. Het wetsvoorstel draagt voorts bij aan het verder versterken van de maatschappelijke oriëntatie en responsiviteit van de inspecties, het effectiever reflecteren op de effecten van beleid in de praktijk, en meer algemeen het verbinden van het beleid met de uitvoeringspraktijk.
Voorts wordt onder regie van BZK uitvoering gegeven aan een breed programma gericht op het sterk vereenvoudigen van interne regels en procedures binnen de Rijksoverheid. Hierin worden de adviezen en rapporten van onder meer de Sociaal Economische Raad en de Algemene Rekenkamer meegenomen. Dit is een noodzakelijke verbreding naast enkele specifieke projecten om interne regels te vereenvoudigen of te schrappen. Denk bijvoorbeeld aan de (hierna beschreven) maatregelen om de uitvoeringslast van Woo-verzoeken terug te brengen en door bureaucratie en regeldruk in het inkoopdomein van het Rijk terug te dringen. Het gaat niet alleen om formele regels maar ook de manier van werken, zoals vereenvoudiging van besluitvorming («één paraaf in plaats van zeven»).
Het bredere programma is tevens voorwaardenscheppend om als Rijk in te spelen op het perspectief van een krapper wordende arbeidsmarkt waarbij we het werk met minder mensen moeten doen en meer moeten vertrouwen op professioneel, ambtelijk vakmanschap. Een praktisch voorbeeld is de lancering van de contactbutton «werkenvoornederland». Geïnteresseerden komen zo op laagdrempelige wijze in contact met de Rijksoverheid. Daarnaast zullen we ook onderzoeken waar we gebruik kunnen maken van de nieuwste technologieën, zoals artificiële intelligentie, om in te spelen op de krapper wordende arbeidsmarkt.
Een integere, weerbare en sociaal veilige overheid
Ambtenaren werken in het algemeen belang van de samenleving. Om dit maatschappelijke belang sterker tot uiting te laten komen, treedt per oktober 2024 de gemoderniseerde ambtseed in werking. De nieuwe eed draagt belangrijke principes zoals rechtvaardigheid, gelijkwaardigheid en respect nog beter uit. Deze principes krijgen ook een plaats in de geactualiseerde Gedragscode Integriteit Rijk.
In 2025 wordt een onafhankelijke en externe integriteitscommissie opgericht die ambtenaren de mogelijkheid geeft om meldingen over integriteit te doen, buiten de eigen organisatie. De commissie werkt nauw samen met de nieuwe rijksbrede klachtencommissie ongewenste omgangsvormen. Vanuit de regisserende rol van het ministerie van BZK wordt daarnaast gekeken naar het verankeren en verbeteren van de positie van integriteitsexperts zoals vertrouwenspersonen of integriteitscoördinatoren binnen de Rijksoverheid.
Ook nemen de geopolitieke en maatschappelijke spanningen toe. Deze raken ook het functioneren van de ambtelijke organisatie. Door geopolitieke en maatschappelijke spanningen nemen veiligheid en weerbaarheid van de organisatie op sociaal, fysiek en digitaal in belang toe. Rijksambtenaren worden daarom beter voorbereid en nemen een verplichte opleiding (e-learning) digitale weerbaarheid af. Daarnaast wordt er beter samengewerkt tussen de Rijksoverheid en de overheden in het versterken van crisisbeheersing.
Vanuit het dreigingsbeeld is ook aandacht voor ondermijning door criminele organisaties. Er wordt onder meer een netwerkscan ontwikkeld en er wordt geïnvesteerd in meer uniforme registratie, rapportage én openbaarmaking van gegevens over integriteit. Deze, en andere acties, worden ondergebracht in een Rijksbreed traject om de veiligheid en weerbaarheid van de organisatie in alle facetten te versterken. Onderdeel van dit traject is onder andere het opstellen van een integrale visie op dit thema.
Een inclusieve overheid
De Rijksoverheid wil een veilige, inclusieve organisatie zijn met divers samengestelde teams, waar werknemers zich welkom voelen en gelijkwaardig behandeld worden, vrij van discriminatie, racisme, agressie, seksuele intimidatie, pesten en andere ongewenste omgangsvormen.
Discriminatie en racisme op de werkvloer is een bedreiging voor de sociale veiligheid binnen de organisatie, maar kan ook een gevolg hebben voor de kwaliteit van dienstverlening door de Rijksoverheid. Om dit effectief aan te pakken gaan we in 2025 interdepartementaal meer inzetten op integraal beleid op zaken als handelingsvaardigheid leidinggevenden en omstanders, normstelling, handhaving en de toegankelijkheid van meldkanalen. Ook wordt er onderzoek gedaan naar racisme en discriminatie op de werkvloer en het gevoel van sociale veiligheid en inclusie. Daarnaast wordt er in 2025 verder gewerkt aan de implementatie van het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap, en het creëren van duurzame, kwalitatieve banen voor mensen uit de doelgroep Banenafspraak met adequate begeleiding waar nodig.
Werving en selectie
Diversiteit en inclusie vormen het fundament voor goed werkgeverschap en daarmee een inclusieve overheid. Om dit te bewerkstelligen zetten we in 2025 verder in op maatregelen voor breed werven en objectief selecteren, worden trainingen gegeven ter bevordering van inclusief handelen en voorkoming van vooroordelen en wordt monitoring versterkt, waaronder inclusie-onderzoek. Door diversiteit en inclusie ook onderdeel te laten zijn van de planning en controlcyclus wordt het fundament verder verstevigd. Tenslotte wordt de P&C-cyclus in 2025 uitgebreid met het opnemen van de aanpak racisme en discriminatie en sociale veiligheid. Naast acties gericht op alle medewerkers, zetten we ook in op de instroom en behoud van specifieke doelgroepen. We richten ons daarbij op duurzame inzetbaarheid tijdens de gehele loopbaan. Denk hierbij zowel aan de jonge medewerkers in het Rijkstraineeprogramma, als de medewerkers die meer ervaring meebrengen.
Een duurzame en hybride Rijksdienst
Een duurzame bedrijfsvoering en hybride werken zijn uitgangspunten voor de Rijksdienst. Voor de verduurzaming van de bedrijfsvoering heeft de Rijksdienst het manifest Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven en Inkopen in 2022 ondertekend. De rijksbrede strategie Inkopen met Impact wordt daarvoor in 2025 verder geactualiseerd. In de opdrachten voor de rijkskantoorhuisvesting en facilitaire dienstverlening wordt het bereiken van de wettelijk vastgelegde duurzaamheidsdoelen geëffectueerd. Het programma DenkDoeDuurzaam ondersteunt de ministeries hierin. Gezien de Europese ontwikkeling rondom de Corporate Sustainability Reporting Directive, moet komend jaar ook geïnvesteerd worden in het verbeteren van de duurzaamheidsverslaggeving.
Verder is het hybride werken sinds 2021 één van de uitgangspunten voor werken bij het Rijk. De beleidsvisie 2027 beschrijft het streefbeeld hoe de Rijksdienst dan hybride samenwerkt en hoe de rijkswerkomgeving dit sociaal, digitaal en fysiek ondersteunt. Deze manier van werken maakt de Rijksdienst een aantrekkelijke en veerkrachtige werkgever. Bovendien draagt zij bij aan het oplossen van maatschappelijke opgaven en voorkomt zij inefficiëntie.
Een van de maatschappelijke opgaven is de verbetering van de spreiding van de Rijksdienst. Op 8 mei 2024 is daarom de aanpak voor verbetering van de spreiding van rijksdiensten en rijkswerkgelegenheid over het land aangeboden aan de Tweede Kamer. In de Kamer is hiervoor brede steun, als onderdeel van de veelomvattende aanpak ter versterking van de kwaliteit van het wonen, werken en leven in heel Nederland. Rijkswerkgelegenheid werkt immers positief door op de leefbaarheid en kracht van een regio. Ministeries hanteren voortaan een aantal uitgangspunten voor hun locatiekeuzes, zoals dat groei in beginsel plaatsvindt buiten de Randstad en krimp daarbinnen. Een voorbeeld van het toewerken naar een betere spreiding is de komst van de Rijksonmoetingspleinen. De minister van BZK adviseert daarnaast andere ministeries bij locatiekeuzes en neemt hierin het regionale aspect mee. Het belang van de regio speelt daarmee een grotere rol in huisvestingsbesluiten. Door ervoor te zorgen dat rijksdiensten passen bij de kwaliteiten en het ontwikkelprofiel van een regio ‒ bij het DNA van het gebied ‒ bouwen de Rijksoverheid en regio’s met elkaar aan een duurzame relatie. In 2025 verwachten we de eerste concrete resultaten van het samen met de regio’s werken aan een betere spreiding van rijkswerkgelegenheid over het héle land.
Een open overheid
Het kabinet wil verder werken aan meer openbaarheid en betere toegang tot overheidsinformatie voor burgers, bedrijven en journalisten, door in te zetten op meer actieve openbaarmaking en het verbeteren en versnellen van de afhandeling van informatieverzoeken. In 2025 wordt daarvoor verder gewerkt aan de uitvoering van de maatregelen zoals aangekondigd in de kabinetsreactie op de Woo-invoeringstoets (Kamerstukken II 2023/24, 32802, nr. 94). Het kabinet wil met deze maatregelen de uitvoering én uitvoerbaarheid van de Woo verbeteren. Voor wat betreft de uitvoering zal het kabinet onder andere maatregelen nemen die moeten zorgen voor meer uniforme en efficiëntere afhandelingsprocessen, dejuridisering en meer en beter contact met Woo-verzoekers. In een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) zullen hierover nadere regels worden gesteld. Voor de afhandeling van omvangrijke verzoeken wordt een nieuwe werkwijze ontwikkeld waarbij in eerste instantie de meest relevante documenten worden verzameld, beoordeeld en verstrekt, zodat burgers en journalisten snel deze informatie ontvangen. Ook worden generieke voorzieningen, zoals een publiek doorzoekbare index voor actief openbaar gemaakte stukken van de overheid doorontwikkeld, zodat openbaar gemaakte informatie online vindbaar en doorzoekbaar is. Daarnaast wil het kabinet maatregelen treffen om de uitvoerbaarheid van de Woo te verbeteren. Denk aan het tegengaan van misbruik van de Woo en het terugbrengen van de uitvoeringslast van Woo-verzoeken. Daarnaast worden in 2025 diverse onderzoeken opgeleverd. Denk aan een onderzoek naar de uitvoeringslasten, kosten en (benodigde) kosten van de afhandeling van Woo-verzoeken en een onderzoek naar de informatiebehoeften vanuit de samenleving. Eind 2025 wordt daarnaast gestart met de evaluatie van de Woo.
2.1.4 Toekomstbestendig digitaliseren
Het ministerie van BZK zet in op het verzilveren van de kansen van digitalisering en het verminderen van risico’s door digitalisering. Zowel nationaal als internationaal. Dat doen we samen met medeoverheden, publieke dienstverleners, kennisinstellingen, burgers en ondernemers. De digitale overheid moet ten dienste staan van de samenleving, betrouwbaar en veilig zijn. Ook dat is onderdeel van goed bestuur. Daarom beschermen we burgers en ondernemers door toezicht en handhaving van (digitale) wet- en regelgeving. Ook werken we aan toegankelijke (digitale) dienstverlening, omdat het eenvoudig moet zijn om gebruik te maken van overheidsdiensten. Om effectiever te kunnen opereren als één overheid, betere dienstverlening te bieden en digitalisering passend in te zetten bij maatschappelijke opgaven, is toekomstbestendige regie, sturing en deskundigheid van de overheid nodig. Dit vraagt om een stevige invulling van de coördinerende rol van BZK. Het kabinet komt daarom in 2025 met een Nederlandse Digitaliseringsstrategie waarin samen met relevante partners richting gegeven wordt aan de brede doorontwikkeling van waardengedreven en doelmatige digitalisering in de samenleving en binnen de overheid.
Deugdelijk bestuur
Ook in het digitale domein moeten we invulling geven aan goed, deugdelijk bestuur. Daarom maken we ons in 2025 sterk voor het op orde krijgen van de digitale basisinfrastructuur en voor een verantwoorde inzet van AI, algoritmes en digitale technologie.
Basisinfrastructuur op orde
Om burgers en ondernemers goede dienstverlening te kunnen blijven bieden, moeten we de digitale basisinfrastructuur van de overheid verder op orde brengen en houden. Standaardisering, kaderstelling en meer samenwerking is nodig om silo’s te doorbreken en zo effectiever te opereren als één overheid. Daarom bouwen we in 2025 verder aan de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) met behulp van architectuur. Naast het veilig en betrouwbaar beheren van de GDI wordt er planmatig gewerkt aan de benodigde vernieuwing van de GDI. Voorzieningen als DigiD, Digitaal Ondernemersplein en MijnOverheid zijn en blijven zo een betrouwbare gemeenschappelijke digitale basis voor burgers, ondernemers en publieke dienstverleners. Ook werken we Rijksbreed aan het aanpakken van problematische legacy, zodat onze informatievoorziening betrouwbaarder en wendbaarder wordt.
Daarnaast bouwen we verder aan het Federatief Datastelsel, zodat overheden verantwoord en gestandaardiseerd gegevens kunnen delen. Bijvoorbeeld voor betere dienstverlening. Zo kunnen we burgers en ondernemers meer als één overheid bedienen, en hoeft de overheid hen niet steeds te vragen om opnieuw gegevens aan te leveren. Verder gaan we door met de ontwikkeling van een Nederlandse publieke ID-wallet, waarmee burgers en ondernemers die dat willen gegevens kunnen delen en elektronische handtekeningen kunnen zetten.
In 2025 wordt de Basisregistratie Personen doorontwikkeld, zodat burgers meer inzicht krijgen in welke gegevens zijn gebruikt, privacy beter wordt geborgd en publieke dienstverleners betere informatie krijgen. Ook dit draagt bij aan betere dienstverlening. Daarnaast werken we verder aan het nog veiliger maken van het reisdocumentenstelsel door de aanvraag- en uitgifteprocessen onder de loep te nemen. Dit doen we samen met verschillende partners, waaronder gemeenten.
De (Rijks)overheid werkt waardengedreven en open voor iedereen. We zetten daarom in op verbetering van de informatie- en gegevenshuishouding, waarmee ambtenaren hun werk goed kunnen uitvoeren en betrouwbare, meer proactieve, dienstverlening leveren. Bijvoorbeeld door te werken aan het duurzaam toegankelijk bewaren van berichtenverkeer. Ook burgers, organisaties en het parlement kunnen daarmee beter inzicht krijgen in het handelen en de besluiten van de overheid. We werken aan een duurzame inrichting van de organisatie en systemen, met aandacht voor de bescherming van privacy en cyberveiligheid. Ter ondersteuning hiervan wordt ingezet op standaardisering en uniformering van het ICT-landschap van de Rijksoverheid door het bevorderen en verbeteren van Rijksbrede ICT-voorzieningen.
In 2025 worden ook belangrijke stappen gezet om de digitale overheid en samenleving in het Caribisch deel van het Koninkrijk en in het bijzonder op Bonaire, St. Eustatius en Saba (BES) te versterken. Zo voeren we de Wet BSN en voorzieningen digitale overheid BES in. Ook gaan we inventariseren welke dienstverleningsprocessen we kunnen aanbieden via DigiD. Tot slot versterken we het I-vakmanschap bij overheidsorganisaties in Caribisch Nederland zodat er structureel gestuurd kan worden op de ontwikkeling, implementatie en integratie van de voorzieningen van de digitale overheid en basisregistraties.
Verantwoorde AI, algoritmes en digitale technologie
Als de overheid artificiële intelligentie (AI) en algoritmes inzet, moet dit verantwoord, ethisch en transparant zijn. Zo moet er een toegankelijke wetenschappelijke standaard zijn bij het gebruik van modellen en algoritmes en voldoende transparantie om de inzet van deze technologie navolgbaar te kunnen controleren. In 2025 versterken we de slagkracht van de algoritmetoezichthouder en breiden we het algoritmeregister uit. Aan het einde van dit jaar wordt een vernieuwde versie van het Algoritmekader voor de overheid gelanceerd, zodat deze vanaf 2025 toegepast kan worden. Het Algoritmekader biedt een praktisch overzicht van de belangrijkste bestaande normen waaraan voldaan moet worden en maatregelen die daarbij kunnen helpen.
Ook zetten we in 2025 in op de implementatie van de Europese AI-verordening bij de overheid en het versterken van toezicht daarop. We stimuleren daarbij de verantwoorde en rechtmatige inzet van AI door de overheid, voor maatschappelijke opgaven, het verbeteren van dienstverlening én om effectiever te werken. Deze verbinden we aan voorwaarden zoals veiligheid, privacy en rechtsbescherming.
Om het verantwoord delen van overheidsdata te stimuleren en dit met de juiste juridische waarborgen te omkleden, zetten we in op de implementatie van de Open Data Richtlijn, de Datagovernanceverordening (DGA) en de Dataverordening (Data ACT). Bij alle activiteiten stellen we het waarborgen van mensenrechten centraal, ook bij de ontwikkeling en mogelijke toepassingen van (nieuwe) technologieën.
Zelfredzaamheid
In 2025 zetten we verder in op zelfredzaamheid in het digitale domein. Dit gaat over het aanbieden van toegankelijke en gebruiksvriendelijke digitale dienstverlening, zodat burgers en ondernemers passend geholpen worden. Hierbij is het belangrijk om de kansen van digitalisering te benutten en om ons te wapenen tegen de risico’s en kwetsbaarheden.
Digitale dienstverlening
In 2025 gaan we door met de beweging naar een proactieve overheid. Dit betekent dat we mensen eerder willen benaderen en integraal adviseren over regelingen waar ze recht op hebben. Bijvoorbeeld door vroegtijdig toegankelijke informatie aan te reiken. In het hoofdlijnenakkoord is opgenomen dat de bereikbaarheid van overheidsorganisaties voor burgers en ondernemers verbeterd moet worden. Uitgangspunt daarbij is dat mensen via alle kanalen makkelijke toegang hebben tot publieke dienstverlening. Daarnaast wordt ook ingezet op het identificeren en wegnemen van knelpunten in wet- en regelgeving.
Verder werken we in 2025 aan overheidsbrede dienstverlening die beter aansluit bij het dagelijks leven van burgers en ondernemers. Dat doen we bijvoorbeeld door middel van levensgebeurtenissen, zoals ’18 jaar worden’ of ‘ondernemers in zwaar weer’. Dit vraagt nauwe samenwerking tussen het Rijk, publieke dienstverleners en medeoverheden, waarbij we zoveel mogelijk als één overheid optreden richting burgers en ondernemers.
Hulp van de overheid bij digitaal contact met burgers is belangrijk. In 2025 vergroten we dit onder meer door overheidsorganisaties te helpen met het verbeteren van de digitale toegankelijkheid van hun websites en apps. Om te zorgen dat iedereen mee kan in de digitale samenleving, stimuleren we ook de digitale vaardigheden van burgers. Denk ook aan een veilige en vertrouwde omgang met nieuwe technologieën, zoals AI.
Inzet AI en digitale technologie voor een betere overheid
AI biedt onze samenleving enorm veel kansen. Deze techniek kan worden toegepast in vrijwel alle domeinen en sectoren. Daarom is het maatschappelijk en economisch potentieel groot. Dit vraagt om regie op de ontwikkeling en het gebruik van algoritmes en AI, én inzet op het vergroten van kennis en bewustwording. Nu al lopen er pilots en communities waar best practices worden gedeeld op het gebied van de inzet van generatieve AI door de overheid. Bij de pilots uit de inventarisatie is een onderscheid zichtbaar. Enerzijds wordt generatieve AI toegepast als onderdeel van (proactieve) dienstverlening van de overheid zoals het samenvatten, transcriberen, vereenvoudigen van teksten en om het inzetten van chatbots. Anderzijds wordt ingezet op de ontwikkeling van technische componenten van generatieve AI.
Ook wordt ingezet op strategische autonomie, bijvoorbeeld door de ontwikkeling van het Nederlands taalmodel GPT-NL te ondersteunen, en in samenwerking met onze partners een verkenning te starten naar de mogelijkheid voor een nationale AI-faciliteit voor AI-onderzoek en -ontwikkeling. Om effectief en wendbaar te kunnen blijven opereren in de digitale wereld, is voortdurend aandacht nodig voor innovatie en verantwoorde, duurzame inzet van digitale technologieën. Juist ook bij de overheid, waar technologie kan bijdragen aan het realiseren van de dienstverlening die de samenleving van haar verwacht. Daarom zetten we in op het stimuleren van maatschappelijk verantwoorde innovatie en het toepassen daarvan, onder meer door verstevigde publiek-private samenwerking tussen overheid, kennisinstelling en het bedrijfsleven.
Digitale weerbaarheid
Om het vertrouwen in de digitale samenleving te vergroten en deze veiliger te maken, richten we ons op het versterken van de weerbaarheid van de digitale overheid en burgers. We verankeren informatiebeveiliging steviger. Zo zullen we komend jaar de Europese Network and Information Security directive (NIS2-richtlijn) implementeren met de nationale Cyberbeveiligingswet (Cbw). Hiermee krijgt de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) een wettelijke basis waar de overheid aan moet voldoen. De Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) zal optreden als centrale, onafhankelijke toezichthouder op de sector overheid.
We werken daarnaast aan het verhogen van de digitale weerbaarheid van overheidsorganisaties. Bijvoorbeeld met het versterkte Security Operations Center (SOC) Stelsel Rijk voor het reageren op digitale incidenten. En met het programma Quantumveilige Cryptografie Rijk bereiden we ons voor om tijdig de dreiging van de quantumcomputer voor cryptografie te kunnen beheersen. Zo kunnen we ook in de toekomst de betrouwbaarheid en continuïteit van overheidsdiensten blijven beschermen. Verder wordt er vanwege de toenemende hybride dreiging intensiever ingezet op gezamenlijke voorbereiding op paraatheid en oefenen ter voorkoming van maatschappelijke ontwrichting door digitale incidenten.
In het kader van de agenda Digitale Open Strategische Autonomie (DOSA) geven we sturing aan onze beleidsverantwoordelijkheden door het ontwikkelen en implementeren van beleid voor de (Rijks)overheid. Dit beleid heeft als doel om onwenselijke afhankelijkheden te verminderen en onze digitale open strategische autonomie te versterken. In dit verband werken we aan een Rijksbrede IT-sourcingsstrategie. Ook evalueren we momenteel het Rijksbrede cloudbeleid. Gerelateerd hieraan zullen op basis van de onderzoeken van de ADR en de Algemene Rekenkamer en de evaluatie van CIO Rijk naar het cloudbeleid in 2024 wijzigingsvoorstellen worden opgesteld die zullen leiden tot een herzien cloudbeleid in begin 2025.
Toekomstbestendige regie, sturing en deskundigheid
Om effectief te opereren als één overheid, die deskundig is in beleidsontwikkeling en -uitvoering, en zelf het goede voorbeeld geeft, is verdere standaardisering en een sterke organisatie nodig. De bovenstaande initiatieven dragen daaraan bij, maar er moet meer gebeuren om silo’s te doorbreken. Dit vraagt om een stevigere invulling van de coördinerende rol van BZK en deskundig (ICT-)personeel. In 2024 zijn al stappen gezet om het CIO Stelsel te versterken. In 2025 wordt deze versterking geïmplementeerd en wordt ook breder dan het Rijk geïnventariseerd wat aanvullend nodig is. Hierbij zal ook worden gekeken naar hoe de financiering van digitaliseringsbeleid toekomstbestendig kan worden vormgegeven.
Daarbij gaan we in 2025 door met het toekomstbestendig maken van de overheid: meerjarige arbeidsmarktkrapte dwingt ons om meer met minder personele capaciteit te doen en efficiënter, datagedreven en in andere organisatievormen te werken.
Kennis en kunde
Bemensing, kennis en kunde van ICT zijn randvoorwaarden voor het functioneren van de overheid. Een tekort daarvan beperkt ons in de mogelijkheid om kansen te benutten, risico’s te mitigeren en onze maatschappelijke opgaven aan te pakken. Daarom investeren we in kennis van digitalisering binnen de Rijksoverheid, bijvoorbeeld door opleidingen rond onderwerpen als artificiële intelligentie en digitale weerbaarheid. Waarvan we de opleiding (e-learning) digitale weerbaarheid verplicht stellen voor (grote groepen van) Rijksambtenaren. Daarnaast is het van belang oog te hebben voor welke capaciteit en kennis we in de toekomst verwachten nodig te hebben en welke stappen we daarvoor moeten zetten. Daarvoor gaan we een ICT-personeelsstrategie met een lange termijnperspectief ontwikkelen voor ICT-personeel. Hierin nemen we bijvoorbeeld op welke ICT-kennis we als Rijksoverheid zelf in huis willen hebben.
2.1.5 Herstel Groningen
Wat betreft Groningen geven we onverkort uitvoering aan de vijftig maatregelen uit de kabinetsreactie ‘Nij Begun’. De afhandeling van schade en versterking zetten we koste wat kost, voor zo lang als nodig, voort. Daarbij staat een milde, makkelijke en menselijke uitvoering centraal. Naar aanleiding van de in ‘Nij Begun' aangekondigde maatregelen is de vormgeving van de schadeafhandeling veranderd. Daarbij is daadwerkelijk herstel van schades, zonder voor bewoners belastende onderzoeken naar de schadeoorzaak, het uitgangspunt. In 2025 zal deze nieuwe werkwijze naar het hele effectgebied worden uitgerold. In de versterking zetten we de stijgende lijn in de realisatie voort. De ervaringen die zijn opgedaan met de gebiedsgerichte werkwijze uit de dorpenaanpak passen we ook elders in het versterkingsgebied toe. Naast het realiseren van een veilige woning wordt geïnvesteerd in de leefbaarheid van straten, dorpen en wijken. Daarbij vinden we het van belang om zoveel mogelijk als één overheid op te trekken en samen te werken, zonder dat tijd verloren gaat aan nieuwe structuurwijzigingen.
De commissie Van Geel concludeerde in zijn advies «Veilig, Schadevrij en Verduurzaamd» dat de overheid de rechtsgelijkheid en rechtszekerheid van gedupeerden in het verleden heeft aangetast door bij de afhandeling van schade en versterking verschillen te laten ontstaan of te vergroten. Op 6 maart 2024 hebben we een pakket maatregelen aangekondigd als eerste stap om deze verschillen aan te pakken. Het kabinet zet zich in om de ongelijkheid als gevolg van de afhandeling van schade en uitvoering van de versterking zo veel mogelijk te beperken, rekening houdend met wat haalbaar en uitvoerbaar is. Hiertoe verkennen we samen met de regio en de uitvoeringsorganisaties de verdere mogelijkheden en alternatieven.
In 2025 start ook de uitvoering van de sociale en economische agenda’s waarmee het kabinet 30 jaar lang investeert in sociaal en economisch perspectief voor Groningen en Noord-Drenthe. Verder kunnen bewoners vanaf 2025 profiteren van een extra subsidie voor het isoleren van hun woning. In woningen die nog (middel-)zwaar versterkt moeten worden, wordt volledige isolatie direct meegenomen in de versterkingswerkzaamheden. Zo lossen we de ereschuld in die is ontstaan doordat de regio en zijn inwoners decennialang onevenredig de negatieve gevolgen hebben gedragen van de gaswinning uit het Groningenveld. De generatielange inzet van het Rijk voor het inlossen van de ereschuld wordt vastgelegd in de Groningenwet. Over de invulling legt het kabinet verantwoording af in de Staat van Groningen en neemt aanvullende maatregelen als dat nodig is. Met dit wetsvoorstel verplichten we ons ook om jaarlijks te rapporteren over de voortgang en de geboekte resultaten in een Staat van Groningen en om hierover in gesprek te gaan met bewoners, maatschappelijke organisaties en vertegenwoordigers van de regionale overheden. Dit biedt de mensen in Groningen en Noord-Drenthe zekerheid dat de toezeggingen uit ‘Nij Begun’ worden nagekomen. Alle daarvoor beschikbare middelen (ook de middelen op separate begrotingen) zijn gehandhaafd.
2.2 Belangrijkste beleidsmatige mutaties
Stand ontwerpbegroting 2024 (incl. amendementen)1 | 2.126.0752 | 1.921.537 | 1.792.217 | 1.787.632 | 1.867.776 | 0 | |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2024 (Inclusief nota van wijziging op de eerste suppletoire begroting 2024) | 124.6703 | 80.585 | 149.155 | 164.979 | 129.396 | 1.952.224 | |
Belangrijkste mutaties | |||||||
1) Programma open op orde | 7 | 6.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2) Rijksprogramma duurzame digitale informatiehuishouding | 7 | ‒ 7.581 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3) Desaldering HRM advies | 11 | 11.228 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4) Taakstelling apparaat | 11 | 0 | ‒ 29.066 | ‒ 57.776 | ‒ 84.796 | ‒ 111.587 | ‒ 122.746 |
5) Overheveling apparaat Nationaal Coordinator Groningen van min EZ | 11 | 0 | 189.086 | 143.435 | 94.058 | 63.863 | 0 |
6) Kasschuiven subsidies slavernijverleden | 14 | ‒ 57.973 | ‒ 10.253 | 9.890 | 41.678 | 16.658 | 0 |
7) Overheveling Herstel Groningen van min EZ | 15 | 2.324.438 | 2.795.460 | 2.340.616 | 1.104.677 | 979.147 | 258.856 |
8) Kasschuiven Groningen | 15 | 0 | 46.281 | 56.264 | 44.024 | ‒ 29.812 | ‒ 40.680 |
9) Taakstelling subsidies | Div | 0 | ‒ 5.076 | ‒ 10.158 | ‒ 15.630 | ‒ 17.825 | ‒ 20.149 |
10) Investeren in goed bestuur en rechtsstaat | Div | 0 | 75.000 | 112.500 | 150.000 | 149.500 | 149.000 |
Overige mutaties | ‒ 9.314 | 20.385 | 8.532 | 7.643 | 4.437 | ‒ 2.266 | |
Stand ontwerpbegroting 2025 | 4.517.543 | 5.083.939 | 4.544.675 | 3.294.265 | 3.051.553 | 2.174.239 |
- nota van wijziging op de ontwerpbegroting )
- De cijfers zijn zonder NPLV en Regiodeals, deze zijn voor de vergelijkbaarheid opgenomen bij minVRO. Er is daarom ook geen aansluiting bij de OW 2024 van artikel 1.
- De cijfers zijn zonder NPLV en Regiodeals, deze zijn voor de vergelijkbaarheid opgenomen bij minVRO. Er is daarom ook geen aansluiting bij de 1e suppltoire begroting 2024 van artikel 1.
Toelichting
1. Programma open op orde
Dit betreft een overboeking van het ministerie van Justitie en Veiligheid van € 6,0 mln. voor de bekostiging van het programma Open op Orde.
2. Rijksprogramma duurzame digitale informatiehuishouding
Dit betreft een overboeking naar het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van € 7,6 mln. voor het Rijksprogramma Duurzame Digitale Informatiehuishouding voor de uitvoering van het generiek projectenportfolio 2024.
3. Desaldering HRM advies
In 2024 zijn de kosten voor de HRM-adviseurs en andere P&O dienstverlening die verricht worden ten behoeve van de agentschappen en de SSO's hoger dan eerder geraamd. De agentschappen en SSO's hebben deze meerkosten betaald aan BZK. De ontvangst van deze meerkosten wordt via een desaldering toegevoegd aan het budget van 2024.
4. Taakstelling apparaat
In het hoofdlijnenakkoord is een taakstelling opgenomen op de apparaatsuitgaven van de Rijksoverheid. Het aandeel van BZK in deze Rijksbrede taakstelling wordt nu structureel verwerkt op artikel 11. De komende periode wordt de invulling van deze taakstelling nader uitgewerkt.
5. Overheveling apparaat Nationaal Coördinator Groningen van min EZ
In het hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat Herstel Groningen naar de begroting van het ministerie van BZK wordt overgeheveld. Het apparaatsbudget van de Nationaal Coördinator Groningen is daarom overgeheveld naar het apparaatsbudget van het ministerie van BZK.
6. Kasschuiven slavernijverleden
De subsidieregeling van Europees Nederland heeft vertraging opgelopen. Via een kasschuif worden de middelen in het juiste ritme gezet. Verder was tijdens het vormgeven van artikel 14 het kasritme van de subsidies nog niet bekend. Middels een kasschuif van 2024 en 2025 naar de jaren 2026 tot en met 2028, worden de middelen ten behoeve van het slavernijverleden fonds in het juiste ritme gezet voor de komende jaren.
7. Overheveling Herstel Groningen van min EZ
In het hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat Herstel Groningen naar de begroting van het ministerie van BZK wordt overgeheveld. Voor deze middelen is een nieuw artikel aan de begroting toegevoegd (artikel 15).
8. Kasschuiven Groningen
Er zijn een aantal kasschuiven op de middelen voor Herstel Groningen doorgevoerd. Twee kasschuiven hebben betrekking op de budgetten uit de bestuurlijke afspraken die meelopen in de meerjarige regeling met specifieke uitkeringen. Met deze kasschuiven wordt het budget in lijn gebracht met het bestedingsritme van de regio en de planning van de versterkingsoperatie. Daarnaast gaat de uitputting van het budget van het IMG om knelpunten in de schadeafhandeling op te lossen sneller dan eerder geraamd. Met een kasschuif worden daarom middelen naar voren gehaald. Bij de voorjaarsnota 2024 is de reeks voor de PEGA maatregel 14 leefbaarheid en wijkontwikkeling opgevraagd. Hierop wordt een kasschuif doorgevoerd om het budget in lijn te brengen met het door de regio geraamde ritme. Tot slot is een kasschuif doorgevoerd op het budget van economische bedrijvigheid van 2028 naar 2029 om dit beter aan te laten sluiten bij het ritme van de verwachte uitgaven.
9. Taakstelling subsidies
In het hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat rijksbreed wordt bezuinigd op subsidies, deze korting wordt nu verwerkt op de begroting van BZK.
10. Investeren in goed bestuur en rechtsstaat
In het hoofdlijnenakkoord zijn er middelen gereserveerd voor goed bestuur en rechtsstaat. Deze middelen zijn nu toegevoegd aan de begroting van het ministerie van BZK en doorverdeeld naar de artikelen.
Stand ontwerpbegroting 2024 | 64.090 | 64.090 | 74.090 | 74.090 | 74.090 | ‒ | |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2024 | 182.052 | 0 | 0 | 0 | 0 | 74.090 | |
Belangrijkste mutaties | |||||||
1) Desaldering Waarborgfonds Sociale Woningbouw | 11 | 11.078 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2) Desaldering HRM advies | 11 | 11.228 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3) Overheveling apparaatontvangsten Nationaal Coordinator Groningen van min EZ | 11 | 0 | 176.319 | 168.873 | 128.354 | 84.534 | 57.746 |
4) Overheveling ontvangsten Herstel Groningen van min EZ | 15 | 1.526.872 | 1.532.265 | 1.934.977 | 1.719.647 | 791.871 | 694.463 |
Overige mutaties | 1.405 | ‒ 1.056 | ‒ 2.112 | ‒ 3.168 | ‒ 4.224 | ‒ 4.646 | |
Stand ontwerpbegroting 2025 | 1.796.725 | 1.771.618 | 2.175.828 | 1.918.923 | 946.271 | 821.653 |
Toelichting
1. Desaldering Waarborgfonds Sociale Woningbouw
De begrotingsreserve Waarborgfonds Sociale Woningbouw wordt, via een overboeking van artikel 1 van de begroting van VRO, opgehoogd met een terugbetaling van € 11,1 mln. voor niet benodigde saneringsmiddelen.
2. Desaldering HRM advies
In 2024 zijn de kosten voor de HRM-adviseurs en andere P&O dienstverlening die verricht worden ten behoeve van de agentschappen en de SSO's hoger dan eerder geraamd. De agentschappen en SSO's hebben deze meerkosten betaald aan BZK. De ontvangst van deze meerkosten wordt via een desaldering toegevoegd aan het budget van 2024.
3. Overheveling apparaatontvangsten Nationaal Coördinator Groningen van min EZ
In het hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat Herstel Groningen naar de begroting van het ministerie van BZK wordt overgeheveld. De ontvangsten op het apparaatsbudget van de Nationaal Coördinator Groningen zijn daarom overgeheveld naar de apparaatsontvangsten van het ministerie van BZK.
4. Overheveling ontvangsten Herstel Groningen van min EZ
In het hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat Herstel Groningen naar de begroting van het ministerie van BZK wordt overgeheveld. De ontvangsten zijn daarom overgeheveld naar artikel 15.
2.3 2.3 Overzicht Herstel- en Veerkrachtplan
Op 4 oktober 2022 is het definitieve Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan (HVP) goedgekeurd. Het definitieve Nederlandse HVP bestaat uit 49 maatregelen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) geeft uitvoering aan de volgende maatregel:
Informatiemanagement Overheid.
Nederland werkt hard aan de implementatie van het HVP. In het voorjaar van 2024 heeft Nederland het eerste betalingsverzoek ter waarde van € 1,4 miljard bij de Europese Commissie ingediend. Daarnaast is Nederland voornemens om medio november 2024 het tweede betalingsverzoek en medio juni 2025 het derde betaalverzoek bij de Europese Commissie in te dienen.
BZK is voor de relevante maatregel verantwoordelijk voor het borgen van de financiële belangen van de Unie.
2.4 Openbaarheidsparagraaf
Actieve openbaarmaking
BZK heeft de ambitie om koploper te zijn op het gebied van actieve openbaarmaking. Ons departement ziet het als een verantwoordelijkheid om goede voorbeelden (‘best practices’) te ontwikkelen op dit gebied. In 2024 heeft dit geleid tot een ‘topdossier-aanpak’. BZK inventariseert regelmatig welke thema’s in de maatschappelijke belangstelling staan en dus in aanmerking komen voor proactieve openbaarmaking. Vervolgens overleggen we met de betrokken beleidsafdelingen hoe het dossier op orde te krijgen en hoe relevante stukken actief openbaar te maken. De dossiers die in 2024 aan bod zijn gekomen:
- NL voorbeeldwallet
- Casus Eemsdelta
- Excuses slavernijverleden: hierbij is in samenwerking met het Nationaal Archief onderzocht hoe, in het geval van een dossier met een cultureel-historische waarde, een Woo-verzoek kan worden gepresenteerd. In 2025 worden de lessen van deze pilot in een standaard aanpak omgevormd.
Om uitvoering te geven aan de ambitie om als stelselverantwoordelijk departement Open Overheid het juiste voorbeeld te geven zal in 2025 worden onderzocht bij welke hoog ambtelijke overleggen het verslag structureel openbaar gemaakt kan worden. Hiernaast blijft er inzet gepleegd worden op het vlak van sociale veiligheid en de kennis en kunde om de stukken zo te schrijven dat ze makkelijk openbaar gemaakt kunnen worden. In 2024 heeft BZK Transparant specifiek voor ‘verslagleggers’ een training ontwikkeld ‘schrijven voor openbaarheid’ die wederom in 2025 zal worden aangeboden.
Tot slot is in 2024 gestart met het ontwikkelen van een standaard werkwijze rondom actieve openbaarmaking. In 2025 zal inzet worden gepleegd op het verder toepassen daarvan.
Passieve openbaarmaking
Uitgangspunten voor de passieve openbaarmaking, zijn zowel het versnellen van de afhandeling als het verbeteren. Verbeteren doen we vooral door het centraal zetten van de verzoeker.
Verzoeker centraal
In 2024 zijn diverse experimenten gestart over andere manieren van afhandelen. Een van de experimenten betrof het binnen enkele weken opleveren van de 10 tot 50 belangrijkste documenten aan de verzoeker. Op basis daarvan start het vervolggesprek met de verzoeker over de nog openstaande informatiebehoefte. Daarmee krijgt de verzoeker binnen de wettelijke termijn de eerste informatie en wordt de workload voor de organisatie minder. Ook bieden we de verzoekers meerdere mogelijkheden om de informatievraag te beantwoorden. Samen met de verzoeker bepalen we de beste aanpak voor het verzoek.
Versnellen van de afhandeling
Het Woo-team dat in het najaar van 2023 is gestart, is in 2024 uitgebreid met nog meer specialisten, die de beleidscollega’s ondersteunen en ontzorgen. Het team is daarnaast ook gegroeid qua expertise en ervaring. In 2024 is ook gestart met een datagedreven aanpak voor de afhandeling van Woo-verzoeken, de zogenoemde ‘Groningse Aanpak’. De verzoeker bepaalt samen met de zoekspecialist de juiste zoektermen waarop gezocht wordt. Slimme tooling selecteert op basis van de ‘queries’ de relevante informatie uit de verschillende informatiebronnen. In 2024 is hiermee een begin gemaakt en in 2025 ontwikkelen we deze nieuwe werkwijze stapsgewijs verder.
Verbetering van de informatiehuishouding
Informatie die je niet kunt vinden kun je niet openbaar maken. Goede informatiehuishouding (IHH) is de basis voor een open en transparante overheid. Alle beleidsdirecties van BZK hebben daarom verbeterplannen opgesteld en werkafspraken vastgelegd om de kwaliteit van de informatiehuishouding te borgen. De voortgang van deze plannen wordt bijgehouden en de te maken stappen worden geactualiseerd. Concreet heeft BZK zich tot doel gesteld om het volwassenheidsniveau van de informatiehuishouding omhoog te brengen naar niveau 3 (van 4). In 2023 is wel voortgang geboekt, maar niveau 3 is niet gehaald. Daarom zijn nieuwe deadlines gesteld om de benodigde voortgang te boeken richting de nieuwe meting van najaar 2024. Die uitkomsten van die meting zijn input voor de activiteiten van 2025.
Actielijn 1, Informatieprofessionals: In de deze actielijn wordt gewerkt aan organisatieontwikkeling en communicatie. Het takenpakket van het team van informatiecoördinatoren omvat onder meer het ondersteunen van beleidsdirecties bij het opstellen en implementeren van werkafspraken en verhogen van het kennisniveau van medewerkers. Daarnaast is er een aanspreekpunt om de inzet uitvoeringsorganisaties van BZK te ondersteunen. Het team wordt voor 2025 verstevigd met capaciteit voor kwaliteitsmonitoring en praktische ondersteuning. Gedurende 2024 wordt verder geïnvesteerd in goede onboarding en offboarding, zodat medewerkers goed met informatie omgaan. Momenteel loopt een pilot met een verplichte kennistoets. Uitgangspunt hierbij is dat elke medewerker over tenminste een bepaald minimaal kennisniveau moet beschikken waar het gaat over het goed omgaan met informatie. Afhankelijk van de uitkomst van de pilot zal deze in 2025 ofwel verplicht uitgerold worden over de hele organisatie ofwel als vrijblijvend hulpmiddel aangeboden worden. Daarnaast sluit BZK Transparant aan bij de rijksbrede communicatiecampagne ZO (Zorgvuldig en Open) over het belang van een goede omgang met informatie. De jaarlijkse meting over bewustwording en gedrag, die in september 2024 plaatsvindt, levert hiervoor input.
Actielijn 2, Aard en volume van informatie: Binnen deze actielijn wordt gewerkt aan het beter archiveren, doorzoekbaar en vindbaar maken van informatie. Daarnaast wordt ingezet op het goed archiveren van chatberichten, sociale media en emailberichten. Daarnaast wordt gewerkt aan een publicatieplatform voor het openbaar maken van informatie.
Actielijn 3, informatiesystemen: Hierbij wordt aangesloten bij een initiatief vanuit CIO-Rijk om te werken aan een Werkomgeving van de Toekomst. Ook wordt halverwege 2024 de stap gemaakt naar de online versie van Digidoc, het documentmanagementsysteem van BZK. Deze online versie is gebruiksvriendelijker van de eerdere, lokaal geïnstalleerde versie van Digidoc.
Actielijn 4, Bestuur en naleving: Binnen deze actielijn wordt onder meer gewerkt aan de ontwikkeling van dashboards en een zaaksysteem om beter te kunnen sturen op de kwaliteit van informatiehouding en het tijdig afhandelen van Woo verzoeken. Een dashboard Woo-verzoeken staat inmiddels en wordt voortdurend doorontwikkeld. Daarnaast worden elk kwartaal rapportages geleverd aan de directies om te helpen sturen op de informatiehuishouding, die voortdurend aangevuld worden met nieuwe stuurinformatie. Er wordt gewerkt aan een kader en capaciteit voor kwaliteitsmonitoring, waarbij het werken met ‘in control verklaringen’ een centraal element is. Bij positieve besluitvorming zal deze werkwijze naar verwachting in het najaar van 2024 van start gaan en doorlopen in 2025.
2.5 Strategische Evaluatie Agenda
De Strategische Evaluatie Agenda (SEA) is een instrument dat is ontwikkeld aan de hand van de vierde voortgangsrapportage Inzicht in Kwaliteit (Kamerstukken II 2020/21, 31865, nr. 184). De SEA biedt een overzicht van de beleidsthema’s, een korte toelichting op de inzichtbehoefte per thema, en een daarbij passende agendering van evaluatieonderzoek. Het doel is om meer inzicht in de beleidsthema’s te krijgen, en continue verbetering van beleid en uitvoering te stimuleren.
De SEA bevat een overzicht van alle geplande periodieke rapportages SEA thema eens in de vier tot zeven jaar. Ook biedt de SEA een overzicht van alle overige ex ante, ex durante en ex post onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van beleid. Hieronder vallen ook de evaluaties van subsidies en andere instrumenten, agentschappen en zelfstandige bestuursorganen (ZBO).
bevat een nadere toelichting op de SEA. Hierin is een formulering van de kennisbehoefte per richtingwijzer van BZK opgenomen. Daarnaast kan daar de volledige onderzoeksprogrammering per thema gevonden worden.
Sterke en weerbare democratische rechtstaat, Goed functionerend openbaar bestuur | Ex post | 2024 | Afgerond | Beleidsdoorlichting Openbaar bestuur en democratie | 1.1 Bestuur en Regio en 1.2 Democratie |
Ex post | 2028 | Te starten | Periodieke rapportage Goed functionerend openbaar bestuur | 1.1 Bestuur en regio | |
Ex post | 2028 | Te starten | Periodieke rapportage Sterke en weerbare democratische rechtsstaat | 1.2 Democratie | |
Waardengedreven digitale samenleving | Ex post | 2026 | Te starten | Periodieke rapportage Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving | 6.2 Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving |
Ex post | 2025 | Te starten | Periodieke rapportage Identiteitsstelsel | 6.5 Identiteitsstelsel | |
Ex post | 2028 | Te starten | Periodieke rapportage hoogwaardige dienstverlening één overheid | 6.7 Hoogwaardige dienstverlening één overheid | |
Grenzeloos samenwerkende (Rijks-)overheid | Ex post | 2024 | Lopend | Periodieke rapportage Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid | 7.1 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid |
Een veilig Groningen met perspectief | Ex post | 2030 | Te starten | Periodieke rapportage Een veilig Groningen met perspectief | 15 Een velig Groningen met perspectief |
Voor het meest recente overzicht van afgeronde evaluaties en beleidsdoorlichting zie: Jaarverslag BZK 2023, bijlage 3: Afgerond evaluatie- en overig onderzoek.
2.6 Overzicht Risicoregelingen
Artikel 7 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid | Rijkshypotheekgaranties | 3 | 0 | 3 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 3 | 0 | 3 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rijkshypotheekgaranties
Toelichting
Het betreft de aflopende regeling Rijkshypotheekgaranties. Bij beschikking van 23 augustus 1974, nr. AB74/U1271, van de minister van BZK, is de mogelijkheid gecreëerd om onder bepaalde voorwaarden een hypotheekgarantie te verlenen voor tijdige betaling van rente en aflossing op een hypothecaire geldlening, die in verband met de aankoop van een woning is afgesloten. De laatste garantie is in 2024 vervallen.
Artikel 15 Een veilig Groningen met perspectief | St. Woonbedrijf Aardbevingsgebied Groningen | 10.000 | 1-1-2026 |
St. Woonbedrijf Aardbevingsgebied Groningen
Toelichting
Deze lening dient ter financiering van de aankoop van langdurig te koop staande particuliere woningen in het aardbevingsgebied.
2.7 Overzicht Coronamaatregelen
Deze paragraaf geeft een overzicht van de maatregelen die op de begroting van BZK zijn genomen. Een uitgebreid overzicht is te vinden op www.rijksfinancien.nl/overheidsfinancien-coronatijd.
Art. | Omschrijving maatregel | 2023 | 2024 | 2025 t/m 2029 | 2023 | 2024 | 2025 t/m 2029 | Vindplaats | |
1 | Waterschappen | 6,325 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | (Kamerstukken II 2023/24, 36470 VII, nr. 2) | |
1 | Gemeenten | 0 | 3,362 | 0 | 0 | 0 | 0 | (Kamerstukken II 2023/24, 36550 VII,nr.2) | |
Totaal | 6,3 | 3,4 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
3. Beleidsartikelen
3.1 Artikel 1. Openbaar bestuur en democratie
A. Algemene doelstelling
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) werkt aan een slagvaardig en betrouwbaar openbaar bestuur waarop inwoners kunnen vertrouwen en wat oog heeft voor de menselijke maat. Een openbaar bestuur dat samen met de samenleving in staat is de maatschappelijke opgaven op te lossen. Veranderingen in onze maatschappij beïnvloeden hoe ons bestuur en onze democratie werkt. Om waarden als legitieme besluitvorming, slagkrachtig openbaar bestuur en transparantie daarbij te behouden en democratische waarden en vrijheden te borgen en versterken, is continue aandacht nodig voor de werking en inrichting van democratie en bestuur.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft de zorg voor het goed functioneren van het openbaar bestuur van ons land.
Inwoners verlangen in toenemende mate maatwerk van de overheid. Dat vraagt om een overheid die in kan spelen op hun individuele behoeften en om kan gaan met uiteenlopende maatschappelijke opgaven op verschillende schaalniveaus. Daarnaast zijn er grote maatschappelijke opgaven die we als overheden alleen samen met de samenleving kunnen oplossen. Om hier goed op in te kunnen spelen organiseren we de overheid zo dicht mogelijk bij de burger en met betrokkenheid van de burger.
Met het oog op de doelen binnen dit beleidsartikel is een gezamenlijke inzet van gemeenten, provincies, waterschappen en het Rijk nodig.
De slagvaardigheid en legitimatie van het openbaar bestuur vraagt om een zo helder mogelijke taakverdeling tussen de overheden, financiering die daarbij aansluit, draagkracht in de uitvoering, onderlinge afstemming en samenwerking, betrokkenheid van burgers, ruimte voor maatwerk en zorg voor en toerusting van de mensen werkzaam in het openbaar bestuur.
De minister is hoeder van de Grondwet (GW).
De minister is verantwoordelijk voor:
Stimuleren
- Om de slagvaardigheid van het openbaar bestuur te versterken stimuleert de minister de samenwerking tussen overheden en het werken als één overheid, onder meer via de Agenda stad, City Deals en Regio's aan de grens.
- Ter versterking van het democratisch bestel werkt de minister aan een sterkere verbinding van inwoner en overheid, aan betere toerusting en ondersteuning van politieke ambtsdragers en aan een weerbaarder bestuur. De minister stimuleert en faciliteert betrokken partijen en draagt zorg voor kennisontwikkeling en –verspreiding. Concrete voorbeelden zijn Netwerk Weerbaar bestuur en Kennispunt Lokale Politieke Partijen.
- De minister stimuleert, vanuit haar verantwoordelijkheid voor de Grondwet, het mensenrechtenbeleid in Nederland.
- De minister heeft een stimulerende rol voor een betrouwbare overheid door medeondertekening van de Algemene wet bestuursrecht. Deze wet is kaderstellend voor een behoorlijk bestuur.
- De minister draagt (mede in reactie op het rapport Ongekend onrecht) zorg voor een betere dienstverlening aan de burger vanuit alle onderdelen van de overheid (Kamerstukken II 2020/21, 35510, nr. 4).
- Medeoverheden worden gecompenseerd voor de uitgaven en derving van inkomsten als gevolg van het kwijtschelden van publieke schulden aan gedupeerden van de toeslagenaffaire (Stcrt. 2021, 47680).
Financieren
- Op basis van de Financiële-verhoudingswet (Fvw) is de minister - samen met de Staatssecretaris van Financiën (de fondsbeheerders) - verantwoordelijk voor het beheer van het gemeente- en provinciefonds. De middelen voor beide fondsen kennen een eigen begroting (gemeentefonds en provinciefonds) maar het beheer kan niet los gezien worden van de rest van het stelsel. Op basis van de Gemw en PW is de minister verantwoordelijk voor het stelsel van decentrale belastingen.
- Tevens financiert de minister de rechtspositionele regelingen van (voormalige) politieke ambtsdragers.
Regisseren
- Op basis van artikel 2 van de Fvw wordt van beleidsvoornemens van het Rijk, die leiden tot een wijziging van de uitoefening van taken of activiteiten door provincies of gemeenten, aangegeven wat de financiële gevolgen zijn van deze wijziging voor provincies of gemeenten. Hiernaast dient te worden aangegeven via welke bekostigingswijze de financiële gevolgen voor de provincies of gemeenten kunnen worden opgevangen. Hierover vindt overleg plaats met de minister van BZK en de minister van Financiën.
- Op basis van de Gemeentewet (Gemw) en Provinciewet (PW) is de minister daarnaast verantwoordelijk voor de interbestuurlijke verhoudingen en het Rijksbeleid dat de medeoverheden raakt. De minister coördineert hierbij het overleg tussen het Rijk en de medeoverheden. Door de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) waarvoor de minister verantwoordelijk is, kunnen gemeenten, provincies en waterschappen samenwerken in publiekrechtelijke constructies.
- Betrouwbare en transparante verkiezingen zijn essentieel voor het vertrouwen in de democratie. De minister is verantwoordelijk voor de Kieswet (KW), die de verkiezingen voor de leden van de Eerste Kamer en Tweede Kamer der Staten-Generaal, het Europees Parlement, Provinciale Staten, algemene besturen van waterschappen, eilandsraden en gemeenteraden regelt.
- De minister is verantwoordelijk voor de aanpak van discriminatie en de daarbij behorende wetgeving, zoals de Algemene wet gelijke behandeling en de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen. De minister heeft een coördinerende rol in de aanpak van discriminatie.
Uitvoeren
- Politieke partijen vervullen een cruciale rol in de democratie. De minister voert de Wet financiering politieke partijen(Wfpp) uit en financiert deze ook.
- De minister geeft uitvoering aan het Nederlandse decoratiestelsel en aan de ontslag- en benoemingsprocedures van burgemeesters, commissarissen van de Koning en leden van de Hoge Colleges van Staat.
- Om het stelsel van het openbaar bestuur te ondersteunen voert de minister onderzoek uit en ontwikkelt zij kennisproducten, zoals de Staat van het Bestuur en de website www.findo.nl.
C. Beleidswijzigingen
Wet op de politieke partijen
Het kabinet heeft in 2024 het voorstel voor de (Wpp) ingediend bij de afdeling advisering van de Raad van State. Het wetsvoorstel bevat regels over de transparantie van de interne organisatie, transparantie over politieke advertenties, financiering en subsidiëring van decentrale partijen en een specifieke regeling voor het verbieden van politieke partijen. Ter voorbereiding op de (mogelijke) inwerkingtreding van Wpp zullen in 2025 voorbereidende activiteiten worden ondernomen ter voorbereiding van de oprichting van de Nederlandse Autoriteit politieke partijen. In het wetsvoorstel wordt een grondslag gecreëerd voor een subsidieregeling voor decentrale politieke partijen. De totstandkoming en ingangsdatum van deze subsidieregeling is afhankelijk van de inwerkingtreding van de Wpp.
Oog voor sterk bestuur, regio en medeoverheden
Middelen worden ingezet voor de uitvoering van de actieagenda sterk bestuur; o.a. het versterken van de feedbackloop tussen beleid en uitvoering, dienstverlening en burgerperspectief. Het bestuur, rechtsstaat en integriteit in Caribisch Nederland worden versterkt. Daarnaast wordt ingezet op een structurele samenwerking tussen Rijk en regio, Elke regio telt!.
De constitutionele toetsing ex ante wordt versterkt en een dialoog tussen staatsmachten wordt gefinancierd. Ook worden middelen besteed aan het daadkrachtig optreden tegen o.a. discriminatie, racisme, antisemitisme en moslimhaat. Het Vergisrecht wordt geïmplementeerd.
Versterken democratische instituties en weerbaar bestuur
Middelen komen beschikbaar voor het uitbreiden van het mandaat van de Kiesraad tot een Kiesautoriteit. Er wordt ingezet op de vernieuwing van het kiesstelsel, het vergroten van de toegankelijkheid en uitvoerbaarheid van verkiezingen, democratisch burgerschap en versterking ondersteuning van de Tweede Kamer en (decentrale) politieke partijen. Daarnaast komen middelen beschikbaar voor de structurele kosten van een referendum. Ook komen middelen beschikbaar voor de weerbaarheid tegen desinformatie, een integer en weerbaar bestuur met o.a. implementatie aanbevelingen GRECO op integriteit.
Overheveling Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid en de Regiodeals naar Minister VRO
De middelen voor Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid en de Regiodeals gaan over van de begroting van het ministerie van BZK naar de begroting van het ministerie van VRO. De minister van VRO is verantwoordelijk voor Regio Deals en Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid.
Beleidsdoorlichting
In 2024 is de beleidsdoorlichting over H.7 art.1 Openbaar Bestuur en Democratie afgerond (aangekondigd in Kamerstukken II 2022/23, 30985, nr. 60; aanboden in Kamerstukken II 2024/25 30985, nr. 65). De belangrijkste conclusie van de beleidsdoorlichting is dat er in beperkte mate zicht is op de doeltreffendheid en doelmatigheid van veel van de beleidsinspanningen door de huidige focus op bestaand evaluatieonderzoek, de dynamische politiek-bestuurlijke context en het ontbreken van personele uitgaven in het doorgelichte begrotingsartikel. De onderzoekers hebben diverse aanbevelingen gedaan om de mogelijkheid tot verantwoording en beleidsevaluatie te versterken. De aanbevelingen om een helder overzicht te maken van samenhangende beleidsdoelen en daarop ingezette instrumenten, beleidstheorieën te expliciteren, beleid evalueerbaar te maken en te evalueren, ook zachtere instrumenten te toetsen en voor structurele problemen structureel beleid te formuleren worden door het ministerie van BZK nader uitgewerkt.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 95.9422 | 117.031 | 164.462 | 179.452 | 213.432 | 157.509 | 160.072 | |
Uitgaven | 94.460 | 119.189 | 164.462 | 179.452 | 213.432 | 157.509 | 160.072 | |
1.1 | Bestuur en regio | 33.236 | 44.968 | 52.573 | 57.618 | 73.182 | 44.632 | 44.111 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||
POK - Multiproblematiek | 983 | 1.510 | 1.518 | 1.517 | 1.515 | 1.514 | 1.514 | |
POK - Antidiscriminatie | 611 | 509 | 135 | 100 | 68 | 31 | 18 | |
Oorlogsgravenstichting | 4.003 | 4.088 | 4.066 | 4.061 | 4.046 | 4.043 | 4.046 | |
Bestuur en regio | 3.454 | 3.987 | 2.486 | 2.035 | 1.732 | 1.054 | 1.026 | |
POK - Basisinfrastructuur | 3.496 | 11.780 | 840 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Werk aan Uitvoering | 831 | 1.769 | 1.686 | 1.662 | 2.564 | 1.244 | 3.023 | |
Diverse subsidies | 5 | 0 | 3.300 | 8.500 | 10.500 | 5.600 | 5.600 | |
Opdrachten | ||||||||
POK - Multiproblematiek | 9 | 528 | 393 | 665 | 665 | 665 | 665 | |
Bestuur en regio | 1.193 | 3.095 | 11.452 | 13.103 | 19.790 | 8.038 | 5.868 | |
POK - Antidiscriminatie | 143 | 383 | 381 | 890 | 888 | 936 | 936 | |
Diverse opdrachten | 148 | 341 | 6.830 | 7.030 | 13.030 | 3.130 | 3.030 | |
Antidiscriminatie | 25 | 969 | 3.694 | 3.240 | 3.585 | 3.584 | 3.584 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | ||||||||
Diverse bijdragen | 0 | 141 | 279 | 279 | 278 | 278 | 278 | |
POK - Antidiscriminatie | 47 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan medeoverheden | ||||||||
Groeiopgave Almere | 9.774 | 10.006 | 9.974 | 8.997 | 8.982 | 8.977 | 8.985 | |
Diverse bijdragen | 0 | 0 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | |
Evides | 1.250 | 1.250 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Gemeenten | 6.297 | 3.362 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme | 0 | 8 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||
Bijdragen internationaal | 59 | 80 | 39 | 39 | 39 | 38 | 38 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||
RWS | 908 | 962 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Diverse bijdragen | 0 | 100 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | ||||||||
POK - Multiproblematiek | 0 | 100 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | |
1.2 | Democratie | 61.224 | 74.221 | 111.889 | 121.834 | 140.250 | 112.877 | 115.961 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||
Politieke partijen | 29.458 | 32.340 | 32.910 | 31.145 | 32.768 | 28.412 | 27.291 | |
Comité 4/5 mei | 130 | 133 | 133 | 133 | 126 | 120 | 115 | |
ProDemos | 8.979 | 9.779 | 9.581 | 9.581 | 9.113 | 8.707 | 8.296 | |
Verbinding inwoner en overheid | 2.326 | 504 | 2.989 | 2.085 | 1.947 | 1.850 | 2.039 | |
Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers | 3.334 | 3.143 | 2.655 | 3.001 | 2.830 | 2.734 | 2.637 | |
Weerbaar bestuur | 1.063 | 1.927 | 3.492 | 3.492 | 3.434 | 3.386 | 3.336 | |
St Thorbeckeleerstoel | 0 | 480 | 0 | 186 | 0 | 0 | 114 | |
Decentrale politieke partijen | 0 | 200 | 8.382 | 8.367 | 7.852 | 0 | 8.150 | |
Opdrachten | ||||||||
Verbinding inwoner en overheid | 1.841 | 11.549 | 33.031 | 45.219 | 59.838 | 47.328 | 44.285 | |
Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers | 406 | 558 | 556 | 540 | 539 | 407 | 846 | |
Weerbaar bestuur | 2.191 | 4.472 | 8.680 | 8.637 | 12.407 | 10.529 | 9.436 | |
Inkomensoverdrachten | ||||||||
Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers | 6.783 | 7.413 | 7.356 | 7.335 | 7.301 | 7.289 | 7.297 | |
Vergoeding rouwvervoer | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | ||||||||
Diverse bijdragen | 2.519 | 1.085 | 1.034 | 1.026 | 1.011 | 1.007 | 1.010 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||
Diverse bijdragen | 92 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||
Dienst Publiek en Communicatie | 2.101 | 638 | 1.090 | 1.087 | 1.084 | 1.083 | 1.084 | |
RVO | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 25 | 25 | |
Ontvangsten | 16.233 | 14.765 | 14.765 | 24.765 | 24.765 | 24.765 | 24.765 |
- In verband met de overheveling van de Regio Deals en het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid naar de begroting van VRO worden de standen over 2023 en 2024 van deze beleidsthema's weergegeven onder artikel 1 en 3 van de VRO begroting 2025. De verantwoording over deze jaren geschiedt onder artikel 1 van het nog te publiceren jaarverslag BZK 2024 omdat de verantwoordelijkheid over die jaren bij de minister van BZK ligt.
- De verplichting en uitgaven voor jaren 2023 en 2024 zijn gecorrigeerd voor de overheveling van Regio Deals en Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid naar begroting van VRO. De totalen in deze tabel wijken daarom af van de gerapporteerde standen in jaarverslag 2023 van BZK en Suppletoire begroting september 2024.
Geschatte budgetflexibiliteit
juridisch verplicht | 22% |
bestuurlijk gebonden | 73% |
beleidsmatig gereserveerd | 3% |
nog niet ingevuld/vrij te besteden | 2% |
Juridisch verplicht
Van het totale uitgavenbudget op artikel 1 is 22% juridisch verplicht en dit betreft met name de volgende instrumenten:
Subsidies (regelingen)
Het budget is voor 24% juridisch verplicht. Het betreft onder andere subsidies aan de politieke partijen, de Oorlogsgravenstichting (OGS), ProDemos en Multiproblematiek en Basisinfrastructuur als gevolg van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag.
Opdrachten
Het budget is voor 16% juridisch verplicht. Het betreft onder andere de opdracht voor Bestuur en regio, Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers en Verbinding inwoner en overheid.
E. Toelichting op de financiële instrumenten
1.1 Bestuur en regio
Subsidies
POK multiproblematiek
Zoals beoogd in de Kabinetsreactie op de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) zet het ministerie van BZK zich in om de dienstverlening van de overheid te verbeteren. Zo verstrekt BZK een subsidie voor het inrichten van een lerend stelsel binnen de gemeentelijke uitvoering waarbij de aanpak van multiproblematiek centraal staat. Het doel is om vanuit de uitvoeringspraktijk te leren wat goed gaat en wat beter kan, en wat door de uitvoering zelf kan worden opgepakt en waar een beleids- of stelselwijziging voor nodig is. Dit lerend stelsel wordt in 2025 verder uitgebouwd en loopt door tot 2026.
Daarnaast zal het ministerie van BZK subsidies verstrekken voor activiteiten ter vergroting van de uitvoeringskracht bij gemeenten en voor het meer structureel inrichten van de feedbackloop vanuit de praktijk.
POK - Antidiscriminatie
De minister van het ministerie van BZK is verantwoordelijk voor de aanpak van discriminatie en de bijbehorende wetgeving, zoals de Algemene wet gelijke behandeling en de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen en heeft een coördinerende rol in de aanpak van discriminatie. Er worden subsidies verstrekt om aan deze taak te kunnen voldoen.
Oorlogsgravenstichting
Namens de Nederlandse overheid onderhoudt de Oorlogsgravenstichting (OGS) wereldwijd ongeveer 50.000 graven van Nederlandse oorlogsslachtoffers. Deze graven liggen in meer dan vijftig landen, verspreid over vijf continenten. Het zwaartepunt ligt daarbij in Indonesië. Tevens verzorgt de stichting ruim 10.000 graven van militairen van de geallieerde strijdkrachten in Nederland. De OGS ontvangt een subsidie voor de uitvoering hiervan op basis van de Subsidieregeling Oorlogsgravenstichting.
Bestuur en regio
Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) ontvangt een subsidie voor het onderzoek naar een laagdrempelige informatievoorziening over economische en financiële aspecten van medeoverheden. De subsidieregeling COELO is per 1 januari 2022 verlengd (na het uitvoeren van een evaluatie) tot 31 december 2026. Het Kenniscentrum Europa Decentraal (KED) ontvangt een subsidie. Dit is een gezamenlijk initiatief van het ministerie van BZK, het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Unie van Waterschappen (UvW), dat zich richt op toepassing en verspreiding van kennis en expertise over Europees recht bij de medeoverheden.
Voor het programma Agenda Stad (City Deals) ontvangt onder andere Stichting Platform31 een subsidie voor de ondersteuning en doorontwikkeling van het Programma Agenda Stad en voor de coördinatie van de Dag van de Stad. Steden worden in de gelegenheid gesteld een uitgebreid voorstel in te dienen om gaststad van de Dag van de Stad te worden.
Daarnaast zijn er middelen beschikbaar voor de uitvoering van de actieagenda sterk bestuur. Onder andere voor het versterken van de feedbackloop tussen beleid en uitvoering, de dienstverlening en burgerperspectief.
Versterken rechtsstaat
De instituties van de rechtsstaat worden versterkt. Er worden subsidies verstrekt om dit doel te bereiken.
Opdrachten
Bestuur en regio
Het programma Elke regio Telt bestaat uit de gebiedsgerichte aanpak voor de 10 regio’s aan de randen van het land (doorontwikkeling van het Programma regio’s aan de grens) en de agenda voor de herijking van de beleids- en investeringslogica. Voor het programma worden opdrachten verstrekt voor onder andere onderzoek en kennisontwikkeling, organisatie van (kennis)bijeenkomsten met en voor de regio’s aan de randen van het land, departementen, maatschappelijke partijen en andere regionale partners, de totstandkoming van langjarige agenda’s met de 10 regio’s, de organisatie van de grenslandconferentie, monitoring en evaluatie van de grenseffecten toets, en de algehele monitoring en evaluatie van het programma.
Voor de uitvoering van de actieagenda sterk bestuur worden opdrachten verstrekt voor onder andere onderzoek en het verbeteren van de kennisinfrastructuur.
POK - Antidiscriminatie
De minister van BZK is verantwoordelijk voor de aanpak van discriminatie en de bijbehorende wetgeving, zoals deAlgemene wet gelijke behandeling en de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen en heeft een coördinerende rol in de aanpak van discriminatie. Er worden opdrachten verstrekt om aan deze taak te kunnen voldoen.
Versterken rechtsstaat
De instituties van de rechtsstaat worden versterkt. Zo wordt gewerkt aan de oprichting van een Constitutioneel hof en het verzelfstandigen van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De constitutionele toetsing ex ante wordt versterkt.
Antidiscriminatie
De minister van het ministerie van BZK is verantwoordelijk voor de aanpak van discriminatie en de bijbehorende wetgeving, zoals de Algemene wet gelijke behandeling en de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen en heeft een coördinerende rol in de aanpak van discriminatie. Er worden opdrachten uitgezet die het daadkrachtig optreden tegen onder andere discriminatie, racisme, antisemitisme en moslimhaat stimuleren.
Bijdrage aan medeoverheden
Groeiopgave Almere
De gemeente Almere ontvangt sinds 2021 jaarlijks, een specifieke uitkering voor de Groeiopgave Almere. Het doel van de uitkering is om de gemeente Almere in staat te stellen zijn bijdrage aan de gemaakte groeiafspraken te leveren. Deze uitkering loopt door tot uiterlijk 2036 en wordt elke vijf jaar geëvalueerd. De middelen voor deze uitkering zijn overgeheveld vanuit de algemene uitkering van het gemeentefonds. Bij beëindiging van deze uitkering (per 2037 of tussentijds) vloeien de middelen voor de daarop volgende jaren weer terug in de algemene uitkering van het gemeentefonds.
Diverse bijdragen
Deze middelen zijn beschikbaar om met diverse regio’s toe te werken naar een strategische investeringsagenda, waarbij nadrukkelijk de samenwerking tussen departementen en tussen Rijk en regio centraal staat.
1.2 Democratie
Subsidies (regelingen)
Politieke partijen
Politieke partijen ontvangen subsidie op grond van de Wet financiering politieke partijen (Wfpp). Het doel van de subsidie is het leveren van een bijdrage aan de instandhouding en versterking van de schakelfunctie van landelijke politieke partijen in het democratische staatsbestel. Een politieke partij komt voor subsidie in aanmerking als zij voldoet aan de in deze wet genoemde voorwaarden.
Als gevolg van de motie Jetten c.s. (Kamerstukken II 2019/20, 35300 IIA, nr. 8) is het beschikbare budget met ingang van 2020 verhoogd. Tot en met 2024 betreft de verhoging jaarlijks € 8,7 mln. en met ingang van 2025 structureel € 5 mln. De motie Grinwis (Kamerstukken II 2023/24, 36410 VII, nr. 68) heeft het kabinet verzocht om ten behoeve van de kabinetsformatie en in aanloop naar de begroting voor 2025 uit te werken hoe in de continuering van de Jetten-gelden kan worden voorzien. In navolging van de motie is het budget per eerste suppletoire begroting 2024 incidenteel verhoogd met een bedrag van € 3,7 mln in 2025.
VVD | 4.891.608 | 5.162.692 | 4.945.669 | 4.281.730 |
D66 | 3.518.199 | 3.955.101 | 3.741.576 | 2.650.954 |
CDA | 2.986.550 | 2.624.283 | 2.492.421 | 1.860.479 |
SP | 2.179.816 | 1.912.224 | 1.809.656 | 1.621.623 |
PvdA | 2.131.113 | 2.098.530 | 2.022.866 | 2.035.683 |
GL | 2.276.835 | 1.941.820 | 1.839.416 | 1.989.936 |
PvdD | 1.395.700 | 1.534.500 | 1.507.893 | 1.289.684 |
FvD | 1.605.203 | 1.726.068 | 1.724.149 | 1.607.437 |
CU | 1.449.147 | 1.454.584 | 1.377.500 | 1.267.712 |
SGP | 1.274.806 | 1.269.859 | 1.224.121 | 1.242.321 |
DENK | 815.572 | 823.976 | 894.725 | 910.193 |
50PLUS | 710.910 | 576.136 | 743.419 | 591.504 |
OPNL | 577.727 | 582.663 | 587.296 | 612.946 |
BIJ1 | 414.115 | 485.548 | 655.315 | 261.102 |
JA21 | 711.624 | 860.156 | 841.127 | 767.835 |
Volt | 704.536 | 861.842 | 852.318 | 875.197 |
BVNL | 0 | 536.972 | 622.030 | 377.767 |
BBB | 0 | 466.328 | 511.383 | 1.126.883 |
NSC | 0 | 0 | 636.260 | 2.951.996 |
Totaal | 27.643.461 | 28.873.283 | 29.029.141 | 28.322.982 |
- Het budget voor de Wfpp is in de periode 2020-2024 opgehoogd omwille van motie Jetten met een bedrag van € 8.650.000.
- De bedragen over 2023 en 2024 zijn voorlopige bedragen, waarvan 80% inmiddels is uitgekeerd. Uiterlijk 1 juli van het kalenderjaar volgend op het subsidiejaar moeten politieke partijen een definitieve aanvraag tot vaststelling van de subsidie indienen. Als bij de beoordeling daarvan blijkt dat de partijen hebben voldaan aan de voorwaarden, wordt de resterende 20% uitgekeerd. De jaarlijkse loon- en prijsbijstelling wordt nog in deze bedragen verwerkt. De reeks loopt nu van 2021 tot en met 2024. De Minister van BZK beslist voor 1 november 2024 over de aanvragen tot vaststelling over 2023, die de politieke partijen uiterlijk 1 juli 2024 moesten aanleveren.
- Voor 1 november 2023 hebben politieke partijen een aanvraag tot verlening van de subsidie voor het jaar 2024 ingediend. De Minister van BZK heeft partijen op basis van de op 1 november 2023 bekende informatie een beschikking toegestuurd. Op basis van de uitslag van de Tweede Kamerverkiezing van 22 november 2023 is het zetelaantal van een aantal politieke partijen gewijzigd. Aangezien de hoogte van de subsidie afhankelijk is van het zetelaantal op de peildatum van 1 januari 2024, heeft dit gevolgen voor de te ontvangen subsidiebedragen. In het voorjaar van 2024 is de subsidie voor het jaar 2024 daarom aangepast en zijn politieke partijen hierover geïnformeerd.
ProDemos
ProDemos, Huis voor Democratie en Rechtsstaat, ontvangt een subsidie voor activiteiten gericht op het vergroten van de betrokkenheid en kennis van de democratische rechtsstaat, zoals het verzorgen van bezoeken van scholieren aan het parlement met de daarbij behorende educatieve programma’s.
Verbinding inwoner en overheid
Subsidies worden verstrekt om de weerbaarheid van burgers rondom de verspreiding van (online) desinformatie te vergroten en burgerbetrokkenheid te stimuleren.
Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers
In het kader van goed bestuur wordt subsidie verstrekt aan de beroepsgroepen van politieke ambtsdragers, griffie en rekenkamer. Met een subsidie aan Stichting Kennispunt Lokale Politieke Partijen worden fysieke en online trainingen aan lokale politieke partijen in 2025 voortgezet.
Weerbaar bestuur
Subsidies worden verstrekt ter verhoging van de weerbaarheid van het bestuur tegen ondermijning en ter verhoging van de veiligheid van decentrale politieke ambtsdragers, ambtenaren en hun organisaties.
Decentrale politieke partijen
In het wetsvoorstel voor de Wpp is de grondslag gecreëerd voor een subsidieregeling voor decentrale politieke partijen. Hiervoor is in de jaren 2025-2027 € 8,3 mln. jaarlijks gereserveerd. De totstandkoming en ingangsdatum van deze subsidieregeling is afhankelijk van de inwerkingtreding van de Wpp.
Opdrachten
Verbinding inwoner en overheid
Het ministerie van BZK zet zich als coördinerend ministerie in voor de aanpak van desinformatie en het vergroten van de weerbaarheid van de samenleving tegen de invloed van desinformatie.
Op het gebied van verkiezingen wordt doorgewerkt aan het verder mogelijk maken van hulp in het stemhokje voor elke kiezer die daarom vraagt en aan het verbeteren van de kandidaatstellingsprocedure. De Kiesraad ontvangt een bijdrage voor de transitie van de Kiesraad.
Er worden opdrachten verstrekt om democratische innovatie te onderzoeken en bevorderen en te monitoren hoe invulling wordt gegeven aan de versterking van participatie bij maatschappelijke opgaven.
Weerbaar bestuur
Er wordt doorgewerkt aan het verhogen van de weerbaarheid van decentrale politieke ambtsdragers, ambtenaren en hun organisaties tegen agressie, intimidatie, bedreiging en ondermijning. Decentrale bestuurders worden ondersteund in het omgaan met maatschappelijk ongenoegen en anti-institutionele sentimenten.
Inkomensoverdrachten
Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers
Het ministerie van BZK financiert de rechtspositionele regelingen van (voormalige) politieke ambtsdragers. Het betreft pensioenen en uitkeringen aan voormalige ministers en staatssecretarissen en uitkeringen aan voormalige herindelingsburgemeesters en waarnemend burgemeesters.
Ontvangsten
De ontvangsten betreffen grotendeels de bijdragen van de waterschappen aan de uitvoeringskosten van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de wet en de kosten worden gezamenlijk gedragen door het Rijk, gemeenten en waterschappen. De waterschappen betalen jaarlijks hun aandeel in de uitvoeringskosten via het Rijk aan de gemeenten. Zij gaan voor de periode van 2022-2025 jaarlijks € 10 mln. minder bijdragen. In 2025 vindt een evaluatie plaats van de WOZ, die als basis kan dienen voor de bijdragen in 2026 en verder.
Het ministerie van BZK ontvangt jaarlijks budget van de waterschappen in het kader van de organisatie van de Waterschapsverkiezingen. De kosten, die de gemeenten voor de organisatie van de Waterschapsverkiezingen maken, worden vergoed door de waterschappen. Sinds 2020 gebeurt dat via een structurele toevoeging aan de algemene uitkering van het gemeentefonds. Dit bedrag is reeds overgeboekt vanuit de begroting van BZK (VII). Daartegenover incasseert het ministerie van BZK jaarlijks eenzelfde bedrag bij de waterschappen.
Extracomptabele fiscale regelingen
Naast de in dit begrotingsartikel genoemde instrumenten, zijn er fiscale regelingen die betrekking hebben op dit beleidsterrein. De Minister van Financiën is hoofdverantwoordelijk voor de wetgeving en uitvoering van deze regelingen en voor de budgettaire middelen. Van de volgende fiscale regelingen is geen budgettair belang opgenomen. Wel hebben deze regelingen betrekking op dit beleidsartikel. Deze fiscale regelingen zijn:
- Koningshuisregeling in de schenk- en erfbelasting
- Koningshuisregeling in inkomstenbelasting
Voor een beschrijving van de regeling, de doelstelling, verwijzing naar de wettekst, verwijzing naar de laatst uitgevoerde evaluatie en de ramingsgrond wordt verwezen naar de bijlage bij de Miljoenennota ‘Toelichting op de fiscale regelingen’.
3.2 Artikel 2. Nationale Veiligheid
A. Algemene doelstelling
De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) beschermt de nationale veiligheid en de democratische rechtsorde. Dit doet de AIVD door tijdig dreigingen, internationale politieke ontwikkelingen en risico's te onderkennen. Deze zijn niet altijd zichtbaar en de AIVD doet daartoe onderzoek in binnen- en buitenland. De AIVD signaleert, adviseert en deelt gericht informatie met samenwerkingspartners, zodat deze de dreiging en risico's kunnen mitigeren. Waar nodig mitigeert de AIVD zelfstandig risico's.
B. Rol en verantwoordelijkheid
Uitvoeren
- De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor de taakuitvoering van de AIVD. De AIVD verricht onderzoek met behulp van bijzondere inlichtingenmiddelen. Op basis van de bevindingen informeert en adviseert de AIVD samenwerkingspartners met ambtsberichten en analyses (waaronder openbare publicaties). De minister legt zo veel als mogelijk in het openbaar verantwoording af aan de Tweede Kamer als geheel of in de vaste Kamercommissie van Binnenlandse Zaken. Waar dat niet kan, vanwege de geheime aspecten van het overheidsbeleid rond de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, gebeurt dit via de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CIVD) van de Tweede Kamer.
- Voor de taakuitvoering zijn stevige waarborgen ingericht in de vorm van toetsing, toezicht en controle. Dit vanwege de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van mensen die de inzet van bijzondere inlichtingenmiddelen kan hebben. Voor de inzet van een groot aantal bijzondere inlichtingenmiddelen is toestemming nodig van de minister van BZK. In de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2017staat dat na de toestemming van de minister voorafgaand aan de inzet van een groot aantal bijzondere inlichtingenmiddelen een onafhankelijke toetsing nodig is van de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB). Daarnaast houdt de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) toezicht tijdens en na afloop van de inzet van bevoegdheden of op andere werkzaamheden van de AIVD.
De AIVD doet zijn werk op basis van de Geïntegreerde Aanwijzing Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (GA I&V). De GA I&V wordt opgesteld in samenspraak met de behoeftestellers. In 2023 is de GA voor vier jaar in werking getreden en wordt tussen 2024 en 2026 jaarlijks geactualiseerd. De GA wordt iedere vier jaar herzien.
C. Beleidswijzigingen
Er zijn geen beleidswijzigingen.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Art. | Verplichtingen | 497.181 | 496.381 | 487.621 | 483.601 | 504.733 | 494.130 | 494.232 |
Uitgaven | 452.274 | 496.381 | 487.621 | 483.601 | 504.733 | 494.130 | 494.232 | |
Apparaatsuitgaven | 424.969 | 477.650 | 468.917 | 464.907 | 486.055 | 475.457 | 475.555 | |
Programmauitgaven | 27.305 | 18.731 | 18.704 | 18.694 | 18.678 | 18.673 | 18.677 | |
2.0 | Nationale veiligheid | 27.305 | 18.731 | 18.704 | 18.694 | 18.678 | 18.673 | 18.677 |
Geheim | 27.305 | 18.731 | 18.704 | 18.694 | 18.678 | 18.673 | 18.677 | |
AIVD geheim | 27.305 | 18.731 | 18.704 | 18.694 | 18.678 | 18.673 | 18.677 | |
Ontvangsten | 19.653 | 17.214 | 17.214 | 17.214 | 17.214 | 17.214 | 17.214 |
Geschatte budgetflexibiliteit
juridisch verplicht | 100,0% |
bestuurlijk gebonden | 0,0% |
beleidsmatig gereserveerd | 0,0% |
nog niet ingevuld/vrij te besteden | 0,0% |
Omdat het budget als apparaat wordt aangemerkt, is het gehele budget juridisch verplicht.
E. Toelichting op de financiële instrumenten
Investeringen
Met eerder toegekende middelen en investeringen in de AIVD (in 2025 € 72 mln., oplopend tot € 86,5 mln. in 2027) - wordt ook in 2025 een wezenlijke stap om gezet -onder een verslechterd dreigingsbeeld- de verloren slagkracht te herstellen en te innoveren. Daardoor kan de AIVD de gekende en ongekende dreigingen adresseren.
Deze middelen zal de AIVD, grotendeels met veiligheidspartners, zoals de MIVD, langs drie hoofdlijnen blijven aanwenden. Ten eerste investeert de AIVD in het herstel van de verminderde operationele slagkracht van de dienst. Ten tweede investeert de AIVD in de gerichte transformatie en innovatie naar een operationeel slagvaardige, data gedreven en technisch toekomstbestendige dienst, die binnen het wettelijke kader bevoegd is om gebruik te maken van kabelinterceptie. Ten derde investeert de AIVD in de structurele versterking van inlichtingenposities voor de verhoging van de weerbaarheid op het gebied van cyber, economische veiligheid en bescherming van vitale sectoren en processen, in aansluiting op de behoefte van veiligheidspartners.
Vanwege het bijzondere karakter van dit begrotingsartikel en de gedeeltelijk geheime uitgaven zijn de uitgaven niet nader uitgesplitst en zijn de apparaatsuitgaven niet opgenomen in het centraal apparaatsartikel.
Ontvangsten
De Unit Veiligheidsonderzoeken (UVO), het samenwerkingsverband tussen de AIVD en de MIVD, verricht veiligheidsonderzoeken voor andere (overheids-)organisaties en brengt daarvoor een tarief in rekening. De ontvangsten hebben hier voornamelijk betrekking op.
3.6 Artikel 6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving
A. Algemene doelstelling
Een digitale samenleving over de grenzen heen die rekening houdt met burgers en werkt aan maatschappelijke opgaven.
Het ministerie van BZK heeft met betrekking tot overheidsdienstverlening en informatiesamenleving de volgende taken:
- Het bewaken van democratische rechten en publieke waarden
- Het stimuleren van het verantwoord gebruik van nieuwe technologieën
- Het bevorderen van internationale samenwerking
- Het zorgen voor een veilige, gebruiksvriendelijke en inclusieve (digitale) overheidsdienstverlening;
- Het zorgen voor toegankelijke en transparante overheidsinformatie;
- Het bouwen van een betrouwbaar identiteitsstelsel.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De minister van BZK is verantwoordelijk voor het bevorderen van een toegankelijke digitale overheidsdienstverlening en zet daarbij digitale innovaties in.
Stimuleren
- De minister van BZK stimuleert het gebruik van nieuwe digitale technologieën voor het oplossen van maatschappelijke opgaven, waarbij de markt ook nadrukkelijk uitgedaagd wordt om mee te denken.
- De minister van BZK stimuleert internationale samenwerking voor het realiseren van overheidsdiensten over de grenzen heen met wet- en regelgeving die zowel recht doet aan de Nederlandse situatie als in Caribisch Nederland.
Regisseren
- De minister van BZK zorgt voor maatregelen die burgers rechten geven en beschermen tegen ongewenste aspecten van digitalisering.
- De minister van BZK pakt de rol om de beleidsagenda voor de digitale overheid en digitale samenleving periodiek te herijken.
- De minister van BZK is stelselverantwoordelijk voor de inrichting en de governance van de digitale overheid, waaronder de generieke digitale infrastructuur.
- De minister van BZK heeft een kaderstellende rol op het gebied van de digitale overheid. Dat gebeurt in de vorm van wetgeving, standaarden, architectuurkaders en richtlijnen rekening houdend met Europese ontwikkelingen en verplichtingen.
- De minister van BZK heeft een coördinerende rol met betrekking tot alle officiële publicaties van de overheid.
- De minister van BZK heeft eveneens een coördinerende rol ten aanzien van de uitvoering van de acties uit de visiebrief generatieve AI en ziet toe op een verantwoorde inzet van deze technologie.
Uitvoeren
- De minister van BZK is verantwoordelijk voor de inrichting, beschikbaar stelling, instandhouding, werking, beveiliging en betrouwbaarheid van generieke digitale voorzieningen voor elektronisch berichtenverkeer en informatieverschaffing, alsmede voor de voorzieningen voor het inloggen bij overheidsdienstverleners (authenticatie) en registratie van machtigingen in het burgerservicenummer domein.
- De minister van BZK is verantwoordelijk voor het beleid rondom het vaststellen van de identiteit alsmede de verstrekking van reisdocumenten op basis daarvan. Ook is de minister van BZK verantwoordelijk voor de vastlegging van persoons- en adresgegevens in de Basisregistratie Personen. In dat kader houdt de minister van BZK toezicht op de uitvoering van de Paspoortwet, monitort de uitvoering van de Wet BRP en ondersteunt de gemeenten die primair verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van deze wetten. De minister van BZK faciliteert hiermee het juiste gebruik van persoons- en adresgegevens door andere overheidsinstanties. Het tegengaan van fraude met, en het corrigeren van fouten van persoons- en adresgegevens en reisdocumenten vormt hiervan een integraal onderdeel.
C. Beleidswijzigingen
In het hoofdlijnenakkoord is vastgelegd dat AI (artificiële intelligentie) door de overheid op een verantwoorde manier wordt ingezet. Eveneens wordt er ingezet op standaarden voor het gebruik van modellen en algoritmes, op een transparante en navolgbare manier. Daarbij wordt aangegeven waarvoor ze wel en niet zijn bedoeld en met welk doel.
Daarnaast is in het hoofdlijnenakkoord aangegeven dat de kennis van digitalisering wordt versterkt en dat de overheid de weerbaarheid tegen desinformatie en ‘deepfakes’ vergroot. We zetten hierbij in op maatregelen om verspreiding van desinformatie aan te pakken, om de weerbaarheid van burgers te vergroten en om kennisontwikkeling ten aanzien van desinformatie te versterken.
Verder is in het hoofdlijnenakkoord afgesproken dat de aanpak van digitale dreigingen door statelijke actoren wordt versterkt. We zetten hierbij ook in op Europese samenwerking, weerbaarheid van digitale Rijksoverheid, medeoverheden en samenleving.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Art. | Verplichtingen | 472.455 | 519.369 | 535.688 | 531.431 | 524.201 | 620.625 | 618.376 |
Uitgaven | 459.952 | 523.969 | 536.888 | 531.431 | 524.201 | 620.625 | 618.376 | |
6.2 | Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving | 66.048 | 91.284 | 88.715 | 86.859 | 89.127 | 89.547 | 87.016 |
Subsidies (regelingen) | 8.491 | 18.005 | 8.542 | 6.800 | 6.365 | 5.877 | 5.698 | |
Overheidsdienstverlening | 8.491 | 18.005 | 8.542 | 6.800 | 6.365 | 5.877 | 5.698 | |
Opdrachten | 3.681 | 8.817 | 15.738 | 15.357 | 17.666 | 18.574 | 16.222 | |
Overheidsdienstverlening | 2.902 | 6.025 | 9.478 | 8.508 | 9.416 | 9.730 | 5.903 | |
Informatiesamenleving | 779 | 2.792 | 6.260 | 6.849 | 8.250 | 8.844 | 10.319 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 20.548 | 23.215 | 25.626 | 25.964 | 25.964 | 25.964 | 25.964 | |
CBS | 7 | 560 | 0 | 128 | 128 | 128 | 128 | |
KvK | 0 | 200 | 200 | 200 | 200 | 367 | 367 | |
ICTU | 18.986 | 19.818 | 23.379 | 23.589 | 23.589 | 23.422 | 23.422 | |
Diverse bijdragen | 1.555 | 2.637 | 2.047 | 2.047 | 2.047 | 2.047 | 2.047 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 1.291 | 3.174 | 839 | 769 | 767 | 767 | 767 | |
Gemeenten | 628 | 3.009 | 709 | 652 | 650 | 650 | 650 | |
Provincies | 663 | 165 | 130 | 117 | 117 | 117 | 117 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 267 | 120 | 89 | 89 | 89 | 89 | 89 | |
Diverse bijdragen | 267 | 120 | 89 | 89 | 89 | 89 | 89 | |
Bijdrage aan agentschappen | 31.741 | 37.915 | 37.881 | 37.880 | 38.276 | 38.276 | 38.276 | |
RVO | 3.936 | 3.916 | 2.251 | 2.251 | 2.647 | 2.647 | 2.647 | |
RODI | 1.095 | 3.818 | 1.868 | 1.868 | 1.868 | 1.868 | 1.868 | |
Diverse bijdragen | 48 | 125 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Logius | 23.999 | 24.614 | 28.289 | 28.288 | 28.288 | 28.288 | 28.288 | |
RvIG | 0 | 1.779 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
RDI | 1.980 | 3.663 | 5.473 | 5.473 | 5.473 | 5.473 | 5.473 | |
AZ-DPC | 683 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 29 | 38 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Buitenlandse Zaken (V) | 29 | 38 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
6.5 | Identiteitsstelsel | 38.535 | 37.797 | 38.342 | 38.035 | 37.903 | 37.847 | 37.879 |
Opdrachten | 143 | 703 | 1.063 | 1.060 | 1.055 | 1.055 | 1.055 | |
Identiteitsstelsel | 143 | 703 | 1.063 | 1.060 | 1.055 | 1.055 | 1.055 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 44 | 3.451 | 3.546 | 3.538 | 3.523 | 3.518 | 3.522 | |
Diverse bijdragen | 44 | 290 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
ICTU | 0 | 3.161 | 3.546 | 3.538 | 3.523 | 3.518 | 3.522 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 4.452 | 1.012 | 3.509 | 3.484 | 3.462 | 3.444 | 3.449 | |
Gemeenten | 4.452 | 1.012 | 3.509 | 3.484 | 3.462 | 3.444 | 3.449 | |
Bijdrage aan agentschappen | 33.896 | 32.631 | 30.224 | 29.953 | 29.863 | 29.830 | 29.853 | |
RvIG | 33.896 | 32.631 | 30.224 | 29.953 | 29.863 | 29.830 | 29.853 | |
6.7 | Hoogwaardige dienstverlening één overheid | 52.171 | 59.722 | 59.905 | 55.570 | 46.179 | 142.636 | 142.601 |
Subsidies (regelingen) | 2.596 | 5.262 | 4.898 | 4.646 | 4.408 | 4.152 | 4.064 | |
Hoogwaardige dienstverlening één overheid | 1.151 | 2.118 | 1.400 | 1.400 | 1.400 | 1.400 | 1.400 | |
VNG | 1.445 | 3.144 | 3.498 | 3.246 | 3.008 | 2.752 | 2.664 | |
Opdrachten | 339 | 1.223 | 6.471 | 6.409 | 6.036 | 102.262 | 102.315 | |
Hoogwaardige dienstverlening één overheid | 339 | 1.223 | 6.471 | 6.409 | 6.036 | 102.262 | 102.315 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 13.470 | 10.536 | 9.700 | 9.700 | 9.700 | 9.700 | 9.700 | |
ICTU | 10.290 | 7.586 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | |
CBS | 462 | 116 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
KvK | 478 | 873 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Diverse bijdragen | 2.240 | 1.961 | 3.700 | 3.700 | 3.700 | 3.700 | 3.700 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 17.227 | 17.427 | 17.127 | 15.414 | 15.414 | 15.414 | 15.414 | |
Gemeenten | 17.227 | 17.427 | 17.127 | 15.414 | 15.414 | 15.414 | 15.414 | |
Bijdrage aan agentschappen | 18.539 | 25.274 | 21.709 | 19.401 | 10.621 | 11.108 | 11.108 | |
Logius | 888 | 536 | 536 | 536 | 536 | 536 | 536 | |
RvIG | 9.930 | 13.463 | 12.742 | 10.434 | 1.654 | 1.654 | 1.654 | |
AZ-DPC | 6.546 | 8.496 | 3.598 | 3.598 | 3.598 | 4.085 | 4.085 | |
Diverse bijdragen | 1.175 | 2.779 | 4.833 | 4.833 | 4.833 | 4.833 | 4.833 | |
6.8 | Generieke Digitale Infrastructuur | 303.198 | 335.166 | 349.926 | 350.967 | 350.992 | 350.595 | 350.880 |
Subsidies (regelingen) | 6.525 | 8.853 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid | 6.525 | 8.853 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | 1.220 | 6.330 | 66.657 | 66.709 | 66.445 | 67.219 | 67.274 | |
Doorontwikkeling en innovatie | 1.220 | 6.330 | 66.657 | 66.709 | 66.445 | 67.219 | 67.274 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 12.942 | 26.092 | 7.623 | 7.684 | 7.712 | 6.854 | 6.859 | |
KvK | 6.208 | 6.785 | 6.873 | 6.884 | 6.862 | 6.854 | 6.859 | |
ICTU | 6.136 | 18.589 | 750 | 800 | 850 | 0 | 0 | |
RDW | 265 | 718 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Diverse bijdragen | 333 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 703 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Gemeenten | 13 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Provincies | 209 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Waterschappen | 481 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | 281.808 | 293.891 | 275.646 | 276.574 | 276.835 | 276.522 | 276.747 | |
Logius | 258.050 | 267.243 | 255.857 | 256.755 | 257.079 | 256.788 | 256.998 | |
RvIG | 11.127 | 13.302 | 10.942 | 10.958 | 10.924 | 10.911 | 10.920 | |
RVO | 11.111 | 12.111 | 8.084 | 8.097 | 8.071 | 8.062 | 8.068 | |
KOOP | 200 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
RDI | 422 | 753 | 763 | 764 | 761 | 761 | 761 | |
Diverse bijdragen | 898 | 482 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ontvangsten | 17.663 | 10.927 | 10.927 | 10.927 | 10.927 | 10.927 | 10.927 | |
Geschatte budgetflexibiliteit
juridisch verplicht | 10% |
bestuurlijk gebonden | 86% |
beleidsmatig gereserveerd | 2% |
nog niet ingevuld/vrij te besteden | 2% |
Juridisch verplicht
Van het totale uitgavenbudget op artikel 6 is 10% juridisch verplicht en dit betreft met name de volgende instrumenten:
Bijdrage aan agentschappen
Het budget is voor 4% juridisch verplicht. Het betreft diverse bijdragen, waaronder bijdragen aan Logius en RVO in het kader van de Generieke Digitale Infrastructuur.
Bijdrage ZBO's/RWT's
Het budget is voor 62% juridisch verplicht. Het betreft diverse bijdragen, onder andere in het kader van de Generieke Digitale Infrastructuur.
E. Toelichting op de financiële instrumenten
6.2 Subsidies (regelingen)
Overheidsdienstverlening
In 2025 worden subsidies ingezet voor de beleidsdomeinen Digitale Inclusie, Data, Algoritmen, AI en Publieke Waarden.
Dit betreffen subsidies voor het programma Werk aan Uitvoering, via een subsidie voor de herinzet van digitale apparaten. De gedoneerde digitale apparaten van het Rijk worden gebruiksklaar gemaakt en ter beschikking gesteld aan kwetsbare mensen. Verder worden subsidies verstrekt voor de ontwikkeling van Digitale Gemeenschapsgoederen, voor de ondersteuning van dialoogsessies over digitalisering, uitgevoerd door het Expertisecentrum Digitalisering en Welzijn.
Ook worden er subsidies verstrekt voor activiteiten ter bevordering van de digitale bewustwording bij mensen die niet of minder mee kunnen doen in de digitale samenleving. Via de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) worden subsidies verstrekt voor ondersteuning bij de implementatie van de Wet Hergebruik Overheidsinformatie door gemeenten en voor doorontwikkeling en instandhouding van het Eenduidige Normatiek Single Information Audit; dat is een verantwoordingsstelsel voor informatieveiligheid.
Opdrachten
Overheidsdienstverlening
In 2025 worden verschillende opdrachten verstrekt via het programma Werk aan Uitvoering (WaU). Voor de Loketfunctie overheidsbrede loketten wordt met ontwikkelactiviteiten verbinding en samenhang gezocht voor een logische ontsluiting van overheidsdiensten. Hierdoor kunnen burgers en ondernemers gemakkelijker hun weg vinden en zaken met de overheid regelen. Met Your Europe krijgt men via een centraal digitaal loket toegang tot relevante overheidsdiensten en overheidszaken in een andere lidstaat. Tot slot, worden opdrachten verleend vanuit het programma Interbestuurlijke Datastrategie o.a. onderzoeken en adviezen, waarmee de overheid de volle potentie van data op een verantwoorde wijze kan benutten voor de samenleving.
Informatiesamenleving
De belangrijkste opdrachten voor 2025 zijn om beleidsinstrumenten voor online kinderrechten, desinformatie, digitale gemeenschapsgoederen en een techscan door te ontwikkelen. Verder zijn er opdrachten op het gebied van informatieveiligheid, zoals onderzoek en de ontwikkeling van instrumenten om de digitale weerbaarheid van burgers te bevorderen alsmede de doorontwikkeling van het instrument IT-audit en jaarverslag als bouwsteen in de toezicht en verantwoordingssystematiek.
Ook worden er opdrachten verstrekt via het Startup in Residence programma voor het ontwikkelen van de DigiHandig- app met laagdrempelige lesmodules om burgers digitaal vaardiger te maken en om mensen spelenderwijs via een tablet online mediawijs te maken. Verder zijn er opdrachten voor de implementatie van het BSN en DigiD in Caribisch Nederland via het programma Werk aan Uitvoering (WaU).
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
ICTU
In 2025 ontvangt ICTU een bijdrage voor de volgende onderwerpen:
- De verdere ontwikkeling van het Algoritmeregister,
- De ondersteuning op het programma Visie op Generatieve AI,
- De ondersteuning van het programma Europese digitale identiteit stelsel (EDI-stelsel), dat zich bezighoudt met de ontwikkeling van een Nederlands stelsel dat nodig is om uitvoering te geven aan het Europees Raamwerk voor digitale identiteiten en de ontwikkeling van de publieke wallet,
- Het beheer van de website www.digitaleoverheid.nl.
ICTU ontvangt vanuit de WaU een bijdrage voor de uitrol van het project NL Design System. Dit betreft het toegankelijk, inclusief en gebruiksvriendelijk maken van websites.
Vanuit de Werk aan Uitvoering middelen wordt een bijdrage voor het DigiToegankelijk Toezichts en Ondersteuningsprogramma (DT TOP) gegeven. Dit project helpt Nederlandse overheidsorganisaties met hun websites en apps om sneller en beter digitaal toegankelijk te worden. Daarnaast wordt een bijdrage gegeven voor de ondersteuning bij programma-activiteiten in het kader van het realiseren van de ambitie en doelstellingen in de Interbestuurlijke Datastrategie en de doorontwikkeling van het Stelsel van Basisregistraties naar een Federatief Data Stelsel.
Bijdrage aan medeoverheden
Gemeenten
Dit betreft een specifieke uitkering aan gemeenten voor het inrichten en het uitvoeren van het praktijkinitiatief Overheidsbrede loketten.
Voor de gezamenlijke ambitie om de digitale overheid in Caribisch Nederland te ontwikkelen, zoals beschreven in de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren, wordt een bijzondere uitkering verstrekt aan de openbare lichamen. Deze uitkering is bedoeld om CIO-offices in te richten en hun eigen digitaliseringsagenda's te ontwikkelen, in lijn met de implementatie van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) in Caribisch Nederland.
Bijdrage aan agentschappen
Logius
Logius ontvangt in 2025 bijdragen voor de volgende activiteiten: het BSN-Koppelregister; dit betreft een voorziening die het mogelijk maakt om publieke en private authenticatie- en machtigingsmiddelen te gebruiken in het publieke domein, voor DigiToegankelijk.nl; dit betreft de door ontwikkeling van NL Doc. De tool die ervoor zorgt dat PDF’s digitaal toegankelijk omgezet worden naar HTML.
Verder ontvangt Logius bijdragen voor de ondersteuning van activiteiten voor het programma Europese Digitale Identiteit en voor het beheer van Wetten.nl, Overheid.nl, het Register Internetdomeinen van de Overheid en de Staatscourant en het open data portal: www.data.overheid.nl
Diverse bijdragen
Er zijn diverse bijdragen waaronder voor de Data Governance Act (DGA), dit heeft betrekking op het ontwikkelen en beheren van een beveiligde omgeving voor het hergebruik van overheidsinformatie. Daarnaast wordt een bijdrage verstrekt aan de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) voor de uitoefening van haar rol als (toekomstig) toezichthouder voor de sector overheid conform de Europese Netwerk- en Informatiebeveiliging richtlijn (NIB2).
Het Centrum voor Informatiebeveiliging en Privacy ontvangt een bijdrage voor het Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) ondersteuningsprogramma en het Inkoopeisen CyberSecurity-programma (ICO) om de invoering van de BIO en de verhoging van de veiligheid van uitbestedingen te stimuleren.
6.5 Identiteitstelsel
Bijdrage medeoverheden
Gemeenten
Het adresgegeven is belangrijk voor de correcte uitvoering van publieke taken van overheidsdiensten. Het ministerie van BZK heeft met de inwerkingtreding van de wetswijziging BRP op 15 mei 2023 het kwaliteitsinstrument Landelijke Aanpak Adreskwaliteit structureel geborgd. Gemeenten hebben de taak om de adreskwaliteit hoog te houden en risicosignalen te verwerken. Onderdeel van de signaalafhandeling is in vele gevallen een huisbezoek om de feitelijke situatie vast te kunnen stellen.
Gemeenten ontvangen bijdragen via het Gemeentefonds als er naar aanleiding van aanpassingen in de centrale systemen van de Basisregistratie Personen aanpassingen gedaan moeten worden in de systemen van gemeenten.
De Nederlandse regering draagt zorg voor de uitgifte van reisdocumenten en het gebruik van DigiD’s voor alle Nederlanders, ook Nederlanders die in het buitenland wonen. Een van de plekken waar Nederlanders die in het buitenland wonen terecht kunnen is de gemeentebalie van Haarlemmermeer op Schiphol. Deze balie wordt deels betaald door de legesinkomsten en deels door bijdragen (exploitatietekort) van de ministeries van Buitenlandse Zaken (BZ) en BZK. De bijdrage voor 2025 bedraagt circa € 0,4 mln. en wordt uitgekeerd aan de gemeente Haarlemmermeer.
Bijdrage aan agentschappen
RvIG
De RvIG ontvangt een bijdrage voor het beheer en onderhoud van de centrale voorzieningen voor de Basisregistratie Personen (BRP) en voor de bevolkingsregistratie in het Caribisch deel van het Koninkrijk.
De kwaliteit van de gegevens is belangrijk voor het goed kunnen uitvoeren van overheidsdienstverlening. Het adresgegeven in de BRP wordt in veel regelingen gebruikt om te bepalen welke rechten en plichten een burger heeft. De RvIG ontvangt daarom een bijdrage voor de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit, ter ondersteuning van gemeenten bij het doen van onderzoek naar juistheid van de adresregistratie.
De RvIG ontvangt ook een bijdrage voor het invoeren van het burgerservicenummer in Caribisch Nederland. Hiervoor worden ICT-systemen aangepast en wordt de implementatie bij de Openbare Lichamen ondersteund.
Daarnaast ontvangt de RvIG een bijdrage voor het Centraal Meldpunt Identiteitsfraude (CMI).
6.7 Hoogwaardige dienstverlening één overheid
Opdrachten
Hoogwaardige dienstverlening
Er worden opdrachten verstrekt om ervoor te zorgen dat altijd een ander kanaal open staat voor mensen die niet digitaal willen of kunnen en dat dienstverleners in hun interactie met mensen zorgen dat zij ondersteuning bieden die passend is voor de doelgroep. Ook wordt invulling gegeven aan een overheidsbrede feedback functie waarbij aandacht is voor het ophalen van feedback (offline en online) en het delen, monitoren en terugkoppelen op feedback.
Bijdrage ZBO
ICTU
Vanuit het perspectief van proactieve dienstverlening wordt gewerkt aan het proactief geven van informatie en het proactief aanreiken aan mensen van regelingen waarop ze recht hebben, bijvoorbeeld naar aanleiding van een gebeurtenis in hun leven. Op basis van de verkenning in 2024 kan in 2025 een opdracht worden gegeven tot het realiseren van een Persoonlijk Digitaal Regelingenoverzicht. De ambitie hierbij is een integraal advies te geven over de regelingen waar burgers en ondernemers recht op hebben, op basis van persoonlijke gegevens die al bij de overheid bekend zijn.
ICTU ontvangt een bijdrage om te helpen bij het realiseren van een begrijpelijke, digitaal toegankelijke en gebruikersvriendelijke overheid. Ze ontwikkelen hiervoor onder andere praktische instrumenten waarvan alle publieke dienstverleners gebruik kunnen maken.
Bijdragen aan medeoverheden
Gemeenten
Alle 342 gemeenten ontvangen via de Specifieke Uitkeringsregeling Informatiepunten Digitale Overheid middelen ter bekostiging van deze informatiepunten. De gemeenten besteden de middelen aan:
- de financiering van de lokale bibliotheek ten behoeve van de realisatie of de instandhouding van de Informatiepunten Digitale Overheid;
- de promotie van de Informatiepunten Digitale Overheid bij inwoners;
- het voeren van regie over het netwerk van organisaties rond de Informatiepunten Digitale Overheid die voor de inwoners van de gemeente relevant zijn.
De financiering beoogt een regiefunctie van de gemeenten op hoe het netwerk van lokale (maatschappelijke) organisaties beter kan worden ingezet om de al dan niet tijdelijke kwetsbare burger te ondersteunen.
Bijdragen aan agentschappen
Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG)
In het kader van beter delen van informatie worden wijzigingen doorgevoerd in de Basisregistratie Personen (BRP). De BRP bevat de persoonsgegevens van 26 miljoen mensen, waaronder de ruim 17,5 miljoen inwoners van Nederland. Als onderdeel van de Ontwikkelagenda toekomst BRP wordt gewerkt aan het verbeteren van de kwaliteit van de gegevens en het uitbreiden van de voorzieningen voor de registratie van niet-ingezetenen, waaronder arbeidsmigranten.
Daarnaast ontvangt de RvIG een bijdrage voor de instandhouding van het Meldpunt Fouten in Overheidsregistraties (MFO).
6.8 Generieke Digitale Infrastructuur (GDI)
Opdrachten
Doorontwikkeling en innovatie
In 2025 wordt het vernieuwingsbudget (zie www.pgdi.nl) ingezet voor gezamenlijk beheer, doorontwikkeling en innovatie van de digitale overheid, waaronder de Generieke Digitale Infrastructuur. De bestemming van de beschikbare middelen wordt afgestemd in de Programmeringsraad GDI en in het Overheidsbreed Beleidsoverleg Digitale Overheid en wordt opgenomen in het programmeringsplan GDI 2025. Het programmeringsplan wordt jaarlijks opgesteld en aangeboden aan de Tweede Kamer.
Om innovatie te stimuleren is 2% van het budget beschikbaar voor nieuwe diensten voor burgers en ondernemers. Hiermee worden partijen uitgedaagd om gezamenlijk tot oplossingen te komen.
Bijdrage aan agentschappen
Logius
Logius ontvangt een jaarlijkse bijdrage voor het beheer en de doorontwikkeling van voorzieningen en functionaliteiten in de GDI, op de domeinen Toegang, Interactie, Gegevensuitwisseling en Infrastructuur.
De besteding van deze bijdragen is nader uitgewerkt in het programmeringsplan GDI 2025 dat aan de Tweede Kamer wordt aangeboden.
Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG)
De RvIG ontvangt een jaarlijkse bijdrage voor de beheervoorziening Burgerservicenummer. Deze voorziening zorgt voor het toekennen van een uniek Burgerservicenummer bij inschrijving in de Basisregistratie Personen en het beheer van deze nummers om een efficiënte koppeling tussen burgers en instanties te maken.
Verder ontvangt de RvIG een bijdrage voor het faciliteren van het knooppunt Electronic Identitification And Trust Services (eIDAS). De EU eIDAS-verordening stelt burgers in staat om digitaal zaken te doen met overheidsorganisaties in andere landen met hun eigen nationale inlogmiddel.
Ontvangsten
Centrale financiering Generieke Digitale Infrastructuur
Voor een aantal gebruikers van de Generieke Digitale Infrastructuur is het niet mogelijk om bij te dragen middels begrotingsmutaties, zoals bijvoorbeeld in het geval van waterschappen. Deze bijdragen worden op dit artikel ontvangen door middel van jaarlijkse facturatie. Dit wordt ingezet ter financiering van het beheer van de GDI voorzieningen.
3.7 Artikel 7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid
A. Algemene doelstelling
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) streeft naar een overheid die betrouwbaar, dienstbaar, dichtbij en rechtvaardig is en haar maatschappelijke taken optimaal uitvoert.
De minister draagt hieraan bij door randvoorwaarden te creëren voor het optimaal en duurzaam functioneren van overheidsorganisaties om voor het algemeen belang in dienst van de samenleving maatschappelijke resultaten te boeken.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De minister van BZK heeft bij het streven naar een goed functionerende (Rijks)overheid vooral een regisserende rol. Dit houdt in dat de minister zorgt voor kennis over het functioneren van de overheid en met het oog op het optimaal functioneren kaders vaststelt en deze monitort en evalueert. Daarnaast heeft de minister coördinerende bevoegdheden waar het gaat om de organisatie en bedrijfsvoering van het Rijk.
De rol en verantwoordelijkheid die de minister van BZK heeft, verschilt per onderwerp. Dit geldt ook voor de reikwijdte: de gehele publieke sector of de gehele overheid, de gehele Rijksoverheid of de Rijksdienst/ministeries. Voor een aantal onderwerpen heeft de minister een bredere scope. Dit geldt bijvoorbeeld voor deze onderwerpen:
- de rechtspositie en arbeidsvoorwaarden van ambtenaren (overheidsbreed);
- de overheidspensioenen (publieke sector);
- een adequaat overlegstelsel en kennispositie van overheidswerkgevers en werknemers over arbeidsvoorwaarden (overheidsbreed);
- de normering en openbaarmaking van topinkomens (gehele publieke en semi-publieke sector).
- De bescherming van klokkenluiders (alle werkgevers in Nederland).
Stimuleren
- De minister van BZK stimuleert onder andere met subsidies diverse doelen ter bevordering van professioneel werkgeverschap zoals bijvoorbeeld het vergroten van de aantrekkingskracht van het werken bij de overheid bij jongeren en het bevorderen van de kwaliteit van overheidsmanagers.
- De minister van BZK stimuleert kennisontwikkeling door bij te dragen aan onderzoek, bijvoorbeeld op het vlak van het functioneren van de overheid.
- De minister van BZK stimuleert het creëren van baankansen voor arbeidsbeperkten, onder meer door in te zetten op partnerschappen tussen overheidswerkgevers en leveranciers (social return).
- De minister van BZK stimuleert de mogelijkheden voor duurzaam samenwerken. Dit draagt bij aan het imago van de overheid als aantrekkelijke werkgever.
- De minister van BZK stimuleert kennisdeling over het verminderen van agressief gedrag tegen publieke werkers. Dit draagt bij aan aantrekkelijk werkgeverschap.
Financieren
- Een goede samenwerking tussen werknemers, werkgevers en kabinet draagt bij aan de kwaliteit van de publieke sector. Om die reden ondersteunt de minister waar nodig deelnemende partijen met kennis en subsidies om de aanpak van gezamenlijke inhoudelijke opgaven mogelijk te maken. Een voorbeeld hiervan is het subsidiëren van samenwerking en overleg tussen overheidswerkgevers en met werknemersorganisaties rondom pensioenen, de ambtelijke rechtspositie en banen voor mensen met een arbeidsbeperking. Dit draagt bij aan het bevorderen van de aantrekkelijkheid van de overheid als werkgever.
Regisseren
- De minister van BZK heeft kaderstellende en coördinerende bevoegdheden met betrekking tot de organisatie en inrichting van de Rijksoverheid.
- De minister van BZK heeft coördinerende bevoegdheden met betrekking tot de bedrijfsvoering van het Rijk en is verantwoordelijk voor de werking van het stelsel.
- De minister van BZK heeft een regisserende rol voor het stelsel waarin (organisaties van) werkgevers en werknemers in verschillende overheidssectoren afspraken maken over de collectieve arbeidsvoorwaarden.
- De minister van BZK heeft rijksbreed een regisserende rol bij het personeelsbeleid van de rijksdienst en bij de realisatie van de banenafspraak binnen de rijksdienst. Als het gaat om de integriteit van medewerkers, de rechtspositie van ambtenaren, het ambtelijk vakmanschap, arbeidsvoorwaarden en pensioenen, dan heeft deze rol betrekking op de gehele overheid.
- Op het gebied van rijksbrede huisvesting, inkoop en faciliteiten stelt de minister van BZK kaders op voor een efficiënte, effectieve en duurzame bedrijfsvoering. Bij het vervullen van deze kaderstellende rol is er aandacht voor maatschappelijke verantwoordelijkheid en de voorbeeldrol van de Rijksoverheid richting partners. Het gaat daarbij om het benutten van inkoopkracht voor het realiseren van maatschappelijk effect (de duurzame, sociale en innovatieve transitie van Nederland) en in de masterplannen voor de rijkskantoorhuisvesting wordt rekening gehouden met kabinetsbrede ambities op het terrein van duurzaamheid.
- De minister van BZK kan op het gebied van informatievoorziening en ICT, na overleg met andere ministeries, kaders vaststellen ter bevordering van de eenheid, de kwaliteit of de efficiëntie van informatiesystemen binnen de Rijksdienst. Daarbij kan zij werkzaamheden en voorzieningen aanwijzen die door alle of een daarbij aangegeven deel van de ministeries zullen worden uitgevoerd. Ook kan de minister van BZK kaders vaststellen voor de wijze waarop gegevens over informatiesystemen worden verstrekt.
- De minister van BZK werkt samen met rijksorganisaties en stelselpartijen aan een rijksbrede, duurzaam toegankelijke informatiehuishouding via het programma Open Overheid. Met dit programma regisseert de minister van BZK de verbeteropgave en ondersteunt dit met het ontwikkelen en aanbieden van rijksbrede voorzieningen op het gebied van capaciteit, kennis en kunde bij medewerkers, werkprocessen, ICT en monitoring.
- Tenslotte houdt de minister van BZK toezicht op de integrale beveiliging en veiligheid van de Rijksdienst.
Uitvoeren
- De minister van BZK zorgt ervoor dat het Rijk zich in de arbeidsmarktcommunicatie als één werkgever profileert en als één werkgever werft.
- De minister van BZK zorgt in samenwerking met de andere ministeries voor het realiseren van een hoogwaardig leidinggevend kader in de rijksdienst. Dit gebeurt door middel van professionele en transparante werving, loopbaanbegeleiding en een gericht leer- en ontwikkelaanbod.
- De minister van BZK ondersteunt de departementen bij de doelstelling om een diverse en inclusieve Rijksdienst te zijn en zet daarbij in op een verdere stijging van het percentage vrouwen en bevordering van culturele diversiteit in topfuncties.
- De minister van BZK voorziet via shared service organisaties de Rijksdienst van generieke voorzieningen voor bijvoorbeeld faciliteiten, huisvesting, personeelszaken en ICT. Deze dienstverlening zal conform het klimaatakkoord en de inkoopstrategie van het Rijk zoveel mogelijk duurzaam aangeboden worden.
- De minister van BZK voorziet in een aantal generieke ICT-voorzieningen voor de Rijksdienst, ter bevordering van eenheid, veiligheid, kwaliteit en efficiëntie van de bedrijfsvoering en van samenwerking tussen rijksambtenaren. Daarnaast werkt zij aan versterking van de kennis en kunde over digitalisering bij het Rijk.
- De minister van BZK stuurt door middel van de Masterplannen op de samenstelling en kwaliteit van de Rijkskantoren.
- De minister van BZK draagt zorg voor de toepassing van het kader Functionele Werkomgeving Rijk (FWR) in Masterplanprojecten. De FWR maakt het mogelijk dat ambtenaren op een veilige en comfortabele manier, flexibel kunnen werken.
- De minister van BZK draagt zorg voor de samenwerking op het gebied van integrale beveiliging en veiligheid over departementale grenzen heen.
- De minister van BZK is verantwoordelijk voor de uitvoering van pensioenregelingen van Nederlandse ambtenaren uit de voormalige overzeese gebiedsdelen en hun nagelaten betrekkingen.
C. Beleidswijzigingen
Er zijn geen beleidswijzigingen.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Art. | Verplichtingen | 88.908 | 85.392 | 85.544 | 93.106 | 97.663 | 96.308 | 95.434 |
Uitgaven | 84.756 | 79.710 | 89.639 | 92.767 | 100.892 | 96.452 | 95.434 | |
7.1 | Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid | 78.747 | 74.072 | 84.901 | 88.529 | 97.154 | 93.114 | 92.296 |
Subsidies (regelingen) | 6.598 | 8.838 | 8.436 | 7.933 | 6.983 | 6.415 | 6.114 | |
Diverse subsidies | 689 | 1.943 | 1.430 | 1.233 | 962 | 749 | 707 | |
Overlegstelsel | 1.099 | 1.415 | 1.758 | 1.721 | 1.651 | 1.651 | 1.651 | |
POK - Ambtelijk Vakmanschap | 40 | 67 | 67 | 66 | 0 | 0 | 0 | |
Bedrijfsvoeringsbeleid | 570 | 524 | 229 | 215 | 201 | 185 | 181 | |
POK - Leiderschap, diversiteit en inclusie | 48 | 98 | 101 | 105 | 24 | 24 | 24 | |
Ondersteuning koepels implementatie Woo | 863 | 863 | 863 | 863 | 415 | 0 | 0 | |
Kwaliteit management rijksdienst | 20 | 20 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Compensatie Waterschappen Woo (structureel) | 3.047 | 3.356 | 3.776 | 3.586 | 3.586 | 3.662 | 3.551 | |
POK - Bevorderen veilig werk- en meldklimaat | 222 | 552 | 212 | 144 | 144 | 144 | 0 | |
Opdrachten | 16.195 | 20.291 | 35.952 | 45.469 | 76.383 | 76.012 | 76.248 | |
Bedrijfsvoeringsbeleid | 2.914 | 3.693 | 12.587 | 18.944 | 21.936 | 21.646 | 21.666 | |
Kwaliteit management rijksdienst | 3.827 | 5.281 | 4.537 | 4.530 | 4.466 | 4.462 | 4.465 | |
Werkgeversbeleid | 869 | 1.457 | 1.646 | 1.764 | 1.748 | 1.710 | 1.725 | |
Informatiehuishouding | 240 | 3.764 | 11.156 | 15.131 | 46.554 | 46.517 | 46.569 | |
Doorontwikkeling Rijksbrede ICT-voorziening | 67 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
POK - Ambtelijk Vakmanschap | 627 | 1.479 | 1.480 | 1.082 | 1.080 | 1.079 | 1.080 | |
POK- Leiderschap, diversiteit en inclusie | 178 | 551 | 600 | 188 | 269 | 269 | 269 | |
POK - Bevorderen veilig werk- en meldklimaat | 112 | 214 | 605 | 705 | 321 | 320 | 465 | |
POK - Ondersteuning van melders van misstanden | 0 | 624 | 1.041 | 1.925 | 9 | 9 | 9 | |
Open Overheid | 418 | 1.755 | 1.200 | 1.200 | 0 | 0 | 0 | |
Adviescollege ICT | 10 | 200 | 100 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Personele inzet crisisopvang | 6.933 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Algemene beveiligingseisen Rijksoverheid | 0 | 1.273 | 1.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 8.068 | 9.575 | 15.008 | 14.979 | 4.974 | 4.958 | 4.958 | |
POK - Ambtelijk Vakmanschap | 14 | 36 | 36 | 8 | 8 | 8 | 8 | |
Bedrijfsvoeringsbeleid | 1.890 | 1.097 | 401 | 400 | 397 | 381 | 381 | |
Werkgeversbeleid | 1.626 | 2.451 | 2.451 | 2.451 | 2.451 | 2.451 | 2.451 | |
POK - Staat van de Uitvoering | 2.197 | 2.228 | 2.120 | 2.120 | 2.118 | 2.118 | 2.118 | |
POK- Leiderschap, diversiteit en inclusie | 7 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Diverse bijdragen | 2.334 | 3.704 | 10.000 | 10.000 | 0 | 0 | 0 | |
Digitalisering RijksInkoop | 0 | 59 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 1.084 | 1.084 | 1.931 | 1.084 | 0 | 0 | 0 | |
Compensatie Waterschappen Woo (incidenteel) | 1.084 | 1.084 | 1.931 | 1.084 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 26 | 82 | 55 | 53 | 53 | 53 | 53 | |
POK - Ambtelijk Vakmanschap | 26 | 27 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Werkgeversbeleid | 0 | 55 | 55 | 53 | 53 | 53 | 53 | |
Bijdrage aan agentschappen | 46.776 | 34.003 | 23.275 | 18.767 | 8.517 | 5.432 | 4.679 | |
POK - Ambtelijk Vakmanschap | 1.118 | 319 | 319 | 17 | 17 | 17 | 17 | |
O&P Rijk (Arbeidsmarktcommunicatie) | 9.801 | 2.655 | 2.641 | 2.923 | 7.023 | 3.938 | 4.138 | |
I-Functie Rijk | 1.112 | 500 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
POK - Staat van de Uitvoering | 0 | 197 | 1.160 | 968 | 953 | 953 | 0 | |
Bedrijfsvoeringsbeleid | 3.815 | 2.026 | 394 | 383 | 383 | 383 | 383 | |
Werkgeversbeleid | 3.662 | 157 | 149 | 108 | 108 | 108 | 108 | |
Doorontwikkeling Rijksbrede ICT-voorziening | 10.910 | 3.247 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
POK- Leiderschap, diversiteit en inclusie | 199 | 139 | 140 | 33 | 33 | 33 | 33 | |
Diverse bijdragen | 6.549 | 16.776 | 10.000 | 10.000 | 0 | 0 | 0 | |
KOOP | 5.981 | 4.735 | 7.637 | 3.500 | 0 | 0 | 0 | |
Logius | 3.629 | 1.730 | 835 | 835 | 0 | 0 | 0 | |
Algemene beveiligingseisen Rijksoverheid | 0 | 640 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Digitalisering RijksInkoop | 0 | 882 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 0 | 199 | 244 | 244 | 244 | 244 | 244 | |
Bedrijfsvoeringsbeleid | 0 | 199 | 244 | 244 | 244 | 244 | 244 | |
7.2 | Pensioenen en uitkeringen | 6.009 | 5.638 | 4.738 | 4.238 | 3.738 | 3.338 | 3.138 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 6.009 | 5.638 | 4.738 | 4.238 | 3.738 | 3.338 | 3.138 | |
Stichting Administratie Indonesische Pensioenen | 6.009 | 5.638 | 4.738 | 4.238 | 3.738 | 3.338 | 3.138 | |
Ontvangsten | 2.546 | 93 | 64 | 64 | 64 | 64 | 64 | |
Geschatte budgetflexibiliteit
juridisch verplicht | 25% |
bestuurlijk gebonden | 46% |
beleidsmatig gereserveerd | 21% |
nog niet ingevuld/vrij te besteden | 8% |
Juridisch verplicht
Van het totale uitgavenbudget op artikel 7 is 25% juridisch verplicht en dit betreft met name de volgende instrumenten:
Bijdrage aan ZBO/RWT's
Het budget is voor 38% juridisch verplicht. Het betreft bijdrage aan ICTU voor het programma Kennis van de overheid en een bijdrage aan Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP).
Subsidies
Het budget is voor 78% juridisch verplicht. Het betreft onder andere subsidies die samenhangen met de POK, de subsidie voor Compensatie Waterschappen Woo en voor de subsidie Overlegstelsel.
E. Toelichting op de financiële instrumenten
7.1 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid
Subsidies (regelingen)
Diverse subsidies - werkgeversbeleid
Diverse subsidies worden verstrekt voor kennisontwikkeling, onder andere aan de Vereniging voor Overheidsmanagement (VOM) en het European Institute of Public Administration (EIPA).
Overlegstelsel
De minister van BZK draagt bij aan het in stand houden van een adequaat overleg tussen overheidswerkgevers en vakcentrales over arbeidsvoorwaarden, arbeidsmarktbeleid en andere relevante thema’s. Dit doet de minister onder andere door subsidies te verstrekken aan koepels van overheidswerkgevers en –werknemers. De Stichting Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP) ontvangt een subsidie met als doel bij te dragen aan aantrekkelijk werkgeverschap en de kwaliteit en wendbaarheid van overheidsorganisaties.
POK Ambtelijk Vakmanschap
De Stichting VUmc ontvangt een meerjarige subsidie voor onderzoek naar de werkende mechanismen bij het ontwikkelen van een betere gesprekscultuur.
Diverse subsidies bedrijfsvoeringsbeleid
In 2021 is een doorlopende meerjarige subsidie toegekend aan de Code Verantwoordelijk Marktgedrag, die partijen in de schoonmaak-, catering-, beveiligings- en verhuisbranche oproept om aandacht te hebben voor werkdruk, kwaliteit van het werk, bejegening van werknemers en de verharding van marktverhoudingen. De minister van BZK verstrekt jaarlijks een subsidie aan het kennisinstituut Center for People and Buildings voor de Fysieke Werkomgeving Rijk (FWR). De FWR is een concept voor een werkomgeving voor Rijksambtenaren dat flexibel, tijd- en plaatsonafhankelijk (samen)werken mogelijk maakt. De subsidie heeft tot doel de generieke ontwikkeling van toepasbare kennis in het domein van de kantoorhuisvesting. Daarbij gaat het om het opbouwen van kennis over kwalitatieve en kwantitatieve aspecten van de FWR voor kantoorgebouwen van het Rijk. De FWR wordt gebruikt bij de herinrichting van de fysieke werkomgeving.
Ondersteuning koepels implementatie Woo
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en het Waterschapshuis ontvangen over de periode 2022-2026 een subsidie voor het ondersteunen van respectievelijk gemeenten, provincies en waterschappen bij de implementatie en uitvoering van de Wet open overheid (Woo). Deze middelen zijn vrijgemaakt bij de kabinetsreactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’ van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK).
Compensatie Waterschappen Woo (structureel)
De structurele middelen voor de implementatie en uitvoering van de Wet open overheid bij de waterschappen worden aan de waterschappen verstrekt middels een subsidie. Deze middelen zijn vrijgemaakt bij de kabinetsreactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’ van de POK.
POK Bevorderen veilig werk- en meldklimaat
Aan de Universiteit van Amsterdam wordt een subsidie verstrekt voor onderzoek naar de mate waarin de Wet Bescherming klokkenluiders daadwerkelijk bescherming kan bieden aan klokkenluiders.
Opdrachten
Bedrijfsvoeringsbeleid
I-strategie Rijk 2021-2025
Rijksbrede ambitie is het aanpakken van problematische legacy, zodat het IV-landschap (de InformatieVoorziening) betrouwbaarder en wendbaarder wordt. Een start is gemaakt om de sturing op het I-domein binnen de Rijksoverheid te versterken met een herziening van het besluit CIO Stelsel. In 2025 wordt deze versterking geïmplementeerd. Daarnaast wordt gewerkt aan digitale weerbaarheid. Tevens wordt gewerkt aan het duurzaam toegankelijk bewaren van berichtenverkeer door uitvoering van de richtlijnen voor chat- en e-mailarchivering. Daarnaast is er een structurele borging nationale Cryptostrategie van € 5,1mln.
Duurzaam bedrijfsvoeringsbeleid
Het rijksbreed programma Denk Doe Duurzaam bevordert en faciliteert de verduurzaming van de Rijksbedrijfsvoering. Het kabinet heeft daartoe opdracht gegeven in onder meer in het Klimaatakkoord (hoofdstuk voorbeeldrol Rijk), het rijksbreed programma Nederland Circulair in 2050, de Banenafspraken en de inkoopstrategie Inkopen met Impact. Het programma bevordert de bestuurlijke inrichting, communiceert, vergroot kennis, zorgt dat er ondersteunend instrumentarium is en jaagt innovatie aan.
Duurzaam en strategisch inkopen
Een duurzame en strategische inkoop van goederen en diensten draagt bij aan het realiseren van de maatschappelijke doelen waar het rijk voor staat. In vervolg op dat wat in 2024 is gestart, wordt dit in 2025 gerealiseerd via een drietal speerpunten.
Allereerst door met impact in te kopen via MVOI. Daarvoor zal de rijksbrede inkoopstrategie worden geëvalueerd en geactualiseerd, zullen de MVOI doelen, waar noodzakelijk en haalbaar worden geconcretiseerd en wordt de toepassing van MVOI gestimuleerd.
Het identificeren en waar mogelijk verminderen van bureaucratie en regeldruk in het inkoopdomein is een derde speerpunt voor 2025. Dit omvat ook het bevorderen van meer openheid en het verhogen van transparantie. Dit realiseert het rijk via www.zakendoenmethetrijk.nl
Datagedreven bedrijfsvoeringbeleid
Hieronder vallen diverse opdrachten om de ontwikkeling naar meer datagedreven bedrijfsvoeringbeleid te faciliteren. De centrale datavoorziening (datawarehouse) wordt verder doorontwikkeld, waarbij steeds meer databronnen worden ontsloten. Hierbij verdient informatiebeveiliging belangrijke aandacht.
Daarnaast worden stappen gezet op automatisering en standaardisatie van onze systemen en interne werkwijze. Hiervoor worden in de keten met dataleveranciers zoveel mogelijk afspraken vastgelegd rondom datakwaliteit en worden voorwaarden gesteld aan de dataleveringen.
Kwaliteit management Rijksdienst
Het Directoraat-generaal Algemene Bestuursdienst (DGABD) draagt bij aan sterk publiek leiderschap en betrouwbaar bestuur. Het beleid van DGABD is nu en zal ook in 2025 gericht zijn op de ontwikkeling van het ABD-stelsel door het versterken van de deskundigheid van topambtenaren, het versterken van verbinding van topambtenaren met de samenleving, meer grip krijgen op de kwaliteit van leiderschap in de Rijksdienst en op het versterken van de samenwerking met relevante partners. Hiermee zet het aantoonbaar in op vakmanschap, kennis, uitvoering en burgerperspectief bij de ABD.
Informatiehuishouding
Naar aanleiding van de kabinetsreactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’ van de POK zijn middelen vrijgemaakt voor het op orde brengen van de informatiehuishouding en actieve openbaarmaking bij het Rijk. Deze middelen zijn bestemd voor rijksbrede projecten en de uitvoering door departementen, uitvoeringsorganisaties en ZBO's. Het ministerie van BZK heeft een coördinerende rol in de verdeling van de middelen en monitoring van de voortgang.
In 2023 is het Meerjarenplan Openbaarheid en Informatiehuishouding Rijksoverheid vastgesteld (Kamerstukken II 2023/24, 29362, nr. 344). Hierin staat waar de Rijksoverheid naartoe werkt als het gaat om openbaarheid en informatiehuishouding. Rijksorganisaties werken hier stapsgewijs naartoe, met ondersteuning van rijksbrede projecten. De verandering die nodig is voor het verbeteren en toekomstbestendig maken van de informatiehuishouding en openbaarmaking kost tijd, kennis en middelen. De rijksbrede verbeteroperatie loopt daarom tot en met 2026, waarbij we ook na 2026 de gerealiseerde verbeteringen moeten borgen.
POK - Ambtelijk Vakmanschap
Het ambtelijk vakmanschap wordt versterkt, mede ingegeven door de Kabinetsreactie op het verslag van de POK. Om deze versterking aan te jagen wordt ingezet op bewustwording van de impact die iedere Rijksambtenaar heeft op mens en maatschappij. Er worden opdrachten verstrekt voor een praktische uitwerking van nieuwe werkwijzen en de opleiding en training van ambtenaren. Ook het voeren van het gesprek over de ethiek achter het werk maakt daar onderdeel van uit. Daarmee wordt onder andere bijgedragen aan een overheid die grenzeloos samenwerkt aan maatschappelijke opgaven, opgavegericht werkt waarbij de bedoeling van het beleid centraal staat en waar de menselijke maat voorop staat. Aan deze transitie wordt gewerkt via een programma Grenzeloos Samenwerken.
POK - Leiderschap, diversiteit en inclusie
Het ministerie van BZK zet zich in om binnen de Rijksdienst de werkcultuur te verbeteren, diversiteit en inclusie te bevorderen en racisme en discriminatie op de werkvloer te voorkomen en tegen te gaan.
Hiertoe worden verschillende maatregelen genomen, waaronder een duurzaam interdepartementaal netwerk om gezamenlijk bij te dragen aan een diverse en inclusieve Rijksdienst. Dit is een permanente maatregel en geldt ook voor 2025. Verder wordt het instrumentarium verbeterd om op basis van onderzoek de voortgang van het bereiken van doelstellingen te monitoren, waaronder inclusie-onderzoek.
POK - Bevorderen veilig werk- en meldklimaat
Dit betreft onder andere een opdracht voor de campagne die als doel heeft werkgevers te stimuleren en te ondersteunen bij het vormgeven van een veilig werk- en meldklimaat. Met de campagne wordt beoogd dat werkgevers ervoor zorgdragen dat mogelijke misstanden sneller en beter bespreekbaar zijn binnen organisaties en opgelost worden en dat medewerkers vertrouwen kunnen hebben in een goede afwikkeling van uitgesproken signalen en de gedane melding(en). Ook betreft dit een opdracht voor onderzoek naar psychologische processen die een veilig werk- en meldklimaat kunnen bevorderen.
POK - Ondersteuning van melders van misstanden
Dit betreft opdrachten voor juridische en psychosociale ondersteuning voor klokkenluiders in heel Nederland. Klokkenluiders kunnen van deze juridische of psychosociale ondersteuning gebruikmaken na doorverwijzing door het Huis voor klokkenluiders.
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Bedrijfsvoeringsbeleid
Aan de stichting ICTU wordt een bijdrage verstrekt voor het doorontwikkelen en vernieuwen van het Rijks ICT-dashboard. De doorontwikkeling en vernieuwen wordt naast beheer- en onderhoudsactiviteiten opgenomen in de KostenVerdeelNotitie (KVN 2025).
Werkgeversbeleid
Ter ondersteuning van beleidsmakers binnen het openbaar bestuur wordt Human Resources (HR) en organisatiebeleid periodiek gemonitord in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Daarmee wordt onder andere inzicht gegeven in de ontwikkeling van de tevredenheid en betrokkenheid van personeel, vertrekmotieven, organisatiecultuur en door medewerkers ervaren integriteits- en sociale veiligheidsproblemen. Het CBS ontvangt tevens een jaarlijkse bijdrage voor het onderhouden van het Wet Normering Topinkomens register.
Individuele organisaties binnen het openbaar bestuur kunnen gebruik maken van diverse voor hen ontwikkelde benchmarktools (zoals InternetSpiegel medewerkersonderzoek) en participeren in bestaande leergroepen (zoals Vensters voor Bedrijfsvoering) om zicht te krijgen op verbetermogelijkheden in hun bedrijfsvoering. De stichting ICTU ontvangt voor deze activiteiten, die in opdracht van het ministerie van BZK worden uitgevoerd, een jaarlijkse bijdrage.
Het Instituut voor Publieke Sector Efficiency Studies (IPSE) is een instituut dat onderzoek doet naar de productiviteitsontwikkeling en doelmatigheid binnen de publieke sector. Om de kennisontwikkeling op dit vlak te ondersteunen ten behoeve van het management van overheidsorganisaties en de beleidsontwikkeling ontvangt de Stichting ICTU daartoe een bijdrage van het ministerie van BZK ter subsidiëring van een onderzoeksprogramma dat door IPSE-Studies uitgevoerd wordt.
POK - Staat van de Uitvoering
Het ministerie van BZK faciliteert met het verzamelen en analyseren van gegevens over de daadwerkelijke uitvoering van overheidstaken de totstandkoming van een jaarlijkse Staat van de Uitvoering. Deze Staat van de Uitvoering vloeit voort uit het traject Werk aan Uitvoering en is aangekondigd in de Kabinetsreactie op het rapport «Ongekend onrecht». Doel van de Staat van de Uitvoering is het bieden van handreikingen om de uitvoeringspraktijk in de meest brede zin te verbeteren. De stichting ICTU ontvangt voor deze activiteiten, die in opdracht van het ministerie van BZK worden uitgevoerd, een jaarlijkse bijdrage.
Diverse bijdragen
Naar aanleiding van de kabinetsreactie op het rapport «Ongekend onrecht» van de POK zijn middelen vrijgemaakt voor het op orde brengen van de informatiehuishouding en actieve openbaarmaking bij het Rijk. Deze middelen zijn bestemd voor rijksbrede projecten en de uitvoering door departementen, uitvoeringsorganisaties en ZBO's. Er zijn informatiehuishouding middelen beschikbaar om toekomstige infomatiehuishouding projecten te kunnen financieren die worden uitgevoerd door de verschillende ZBO's/RWT's.
Bijdrage aan medeoverheden
Compensatie Waterschappen Woo
Dit betreft de incidentele bijdrage aan waterschappen voor de implementatie en uitvoering van de Wet open overheid. Deze middelen zijn vrijgemaakt bij de kabinetsreactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’ van de POK.
Bijdrage aan agentschappen
POK – Ambtelijk vakmanschap
Net als vorig jaar wordt een bijdrage verstrekt aan Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie (RODI) voor de inzet van rijksconsulltants ten behoeve van het programma Grenzeloos Samenwerken.
Gezamenlijke WaU-middelen (Schaarste)
De Rijksorganisatie ODI ontvangt middelen ter bevordering van de brede
samenwerking tussen de verschillende lagen van de overheid bij het
aantrekken en behouden van capaciteit en kennis, terugdringen van de
externe inhuur, en delen van innovatieve werkwijzen en expertise. In
eerste instantie richt het project zich op het gebied van IT/IV.
Organisatie en Personeel Rijk (O&P Rijk) (arbeidsmarkt communicatie)
Om beleidsambities mogelijk te maken is voldoende deskundig personeel noodzakelijk. Vanwege de krapte op de arbeidsmarkt is het aantrekken van ICT-personeel een uitdaging. In 2025 wordt ingezet op het verhogen van de instroom en het behoud van ICT-personeel en het verlagen van de afhankelijkheid van externe inhuur. Vanuit het thema I vakmanschap (I strategie 2021-2025) is aan Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie (RODI) een bijdrage verstrekt om specifieke HR-ICT trajecten inhoud te geven.
Bedrijfsvoeringsbeleid
Via het programma Werken aan Uitvoering (WAU) wordt bij agentschappen geïnvesteerd in de kennis van verschillende processen van de bedrijfsvoering. Het programma RijksAcademie voor Digitalisering en Informatisering Overheid (RADIO) ontvangt een bijdrage voor het ontwikkelen van opleidingen en lesmateriaal (onder andere voor e-learnings, webinars, en ontwikkelen serious games) waarmee ambtenaren hun kennisniveau op het gebied van ICT kunnen verhogen.
Diverse bijdragen
Naar aanleiding van de kabinetsreactie op het rapport «Ongekend onrecht» van de POK zijn middelen vrijgemaakt voor het op orde brengen van de informatiehuishouding en actieve openbaarmaking bij het Rijk. Deze middelen zijn bestemd voor rijksbrede projecten en de uitvoering door departementen, uitvoeringsorganisaties en ZBO's. Er zijn informatiehuishouding middelen beschikbaar om toekomstige informatiehuishouding projecten te kunnen financieren die worden uitgevoerd door de agentschappen.
KOOP
Dit betreft een bijdrage voor het beheer door Logius van de Woo-index en voor de ontwikkeling van aanvullende Woo-voorzieningen.
7.2 Pensioenen en uitkeringen
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP)
Dit betreft de bijdrage aan de SAIP, die verantwoordelijk is voor de uitkering van pensioenen voor gewezen overheidspersoneel in de voormalige overzeese gebiedsdelen en hun nagelaten betrekkingen. De rijksbijdrage bestaat uit middelen om de pensioenen en toeslagen uit te keren (inkomens) en middelen om de regeling uit te voeren (uitvoeringskosten).
3.9 Artikel 14. Slavernijverleden: fonds en herdenkingscomité
A. Algemene doelstelling
Op 19 december 2022 heeft de minister-president namens de regering excuses aangeboden voor het handelen van de Nederlandse staat in het verleden: postuum aan alle tot slaaf gemaakten die wereldwijd onder dat handelen hebben geleden, aan hun dochters en zonen, en aan al hun nazaten tot in het hier en nu.
Aan de excuses van de regering zijn maatregelen verbonden die gericht zijn op kennis en bewustwording, erkenning en herdenken en de doorwerking en verwerking van het trans-Atlantisch slavernijverleden. Daarnaast blijft het kabinet zich inzetten voor kansengelijkheid en het bestrijden van discriminatie en racisme.
B. Rol en verantwoordelijkheid
Stimuleren
- De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) stimuleert dat er duurzaam meer aandacht en erkenning komt voor het slavernijverleden als wezenlijk onderdeel van ons gezamenlijk verleden.
- Daarnaast stimuleert de minister van BZK de kabinetsbrede opgave om te komen tot duurzame verwerking en bestrijding van de doorwerking van dit verleden die nazaten ook in het heden nog ervaren. Dit met het oog op een breder maatschappelijk proces van verzoening en heling ten aanzien van het slavernijverleden.
- De minister van BZK stimuleert het vergroten van kennis en bewustwording over het slavernijverleden.
Regisseren
- De minister van BZK coördineert door middel van een stuurgroep de verdere invulling en voortgang van de activiteiten rondom slavernijverleden, waaronder de subsidieregeling en het op te richten Herdenkingscomité. Als coördinator van de stuurgroep ziet zij tevens toe op de uitvoering van de andere toezeggingen ten aanzien van kennis en bewustwording, herdenken en erkennen en verwerking en doorwerking uit de kabinetsreactie, die bij de overige vakdepartementen belegd zijn. De invulling van deze activiteiten vindt plaats in samenwerking met nazaten en andere betrokken gemeenschappen.
Uitvoeren
- De minister van BZK geeft uitvoering aan de totstandkoming van een subsidieregeling. Met de subsidieregeling ondersteunt de regering maatschappelijke initiatieven die een impuls geven aan blijvend meer kennis en bewustwording; de viering en herdenking, en/of een bijdrage leveren aan de verwerking of het bestrijden van de doorwerking van het slavernijverleden.
C. Beleidswijzigingen
De betrokken bewindspersonen hebben besloten de beschikbare middelen evenredig te verdelen over de drie geografische gebieden (Kamerstukken II 2023/24, 36284, nr. 36). Dit betekent dat er voor Europees Nederland € 33,3 mln. beschikbaar is voor de subsidieregeling voor maatschappelijke initiatieven en € 33,3 mln. voor andere maatregelen die gericht zijn op kennis en bewustwording, erkenning en herdenken en de doorwerking en verwerking van het trans-Atlantisch slavernijverleden. Het gaat dan onder andere om de tijdelijke regeling kosteloze naamswijziging, onderzoek en een kenniscentrum (voortgangsbrief slavernijverleden 22 april 2024 Kamerstukken II 2023/24, 36284, nr. H).
Voor het Caribisch deel van het Koninkrijk is € 33,3 mln. beschikbaar voor de subsidieregeling voor maatschappelijke initiatieven en € 33,3 mln. voor andere maatregelen die gericht zijn op kennis en bewustwording, erkenning en herdenken en de doorwerking en verwerking van het trans-Atlantisch slavernijverleden.
Zowel het overgrote deel van de beleidsintensiveringen voor Europees Nederland (€ 33,3 mln.) als de middelen voor het Caribisch deel van het Koninkrijk (€ 66,6 mln.) zijn middels de eerste suppletoire begroting 2024 overgeboekt naar de betreffende begrotingshoofdstukken.
Ook voor Suriname is € 33,3 mln. beschikbaar voor de subsidieregeling voor maatschappelijke initiatieven en € 33,3 mln. voor andere maatregelen die gericht zijn op kennis en bewustwording, erkenning en herdenken en de doorwerking en verwerking van het trans-Atlantisch slavernijverleden. Er wordt nog invulling gegeven aan deze middelen.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Art. | Verplichtingen | 0 | 8.000 | 26.278 | 26.222 | 58.011 | 24.658 | 8.000 |
Uitgaven | 0 | 8.000 | 26.278 | 26.222 | 58.011 | 24.658 | 8.000 | |
14.0 | Slavernijverleden: fonds en herdenkingscomité | 0 | 8.000 | 26.278 | 26.222 | 58.011 | 24.658 | 8.000 |
Subsidies (regelingen) | 0 | 8.000 | 16.335 | 16.332 | 16.333 | 16.333 | 8.000 | |
Maatschappelijke initiatieven | 0 | 0 | 8.333 | 8.333 | 8.333 | 8.333 | 0 | |
Herdenkingscomité | 0 | 8.000 | 8.002 | 7.999 | 8.000 | 8.000 | 8.000 | |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 9.943 | 9.890 | 41.678 | 8.325 | 0 | |
Diverse bijdragen | 0 | 0 | 9.943 | 9.890 | 41.678 | 8.325 | 0 | |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Geschatte budgetflexibiliteit
juridisch verplicht | 0% |
bestuurlijk gebonden | 100% |
beleidsmatig gereserveerd | 0% |
nog niet ingevuld/vrij te besteden | 0% |
Juridisch verplicht
Van het totale uitgavenbudget van artikel 14 is 0% juridisch verplicht. Het is volledig bestuurlijk gebonden.
E. Toelichting op de financiële instrumenten
14 Slavernijverleden: fonds en herdenkingscomité
Subsidies (regelingen)
Maatschappelijke initiatieven
De regeling voor maatschappelijke initiatieven voor Europees Nederland is in 2024 in werking getreden en hebben nazaten en andere betrokkenen aanvragen kunnen indienen. In 2025 zullen er nog aanvraagrondes worden geopend voor nazaten en andere betrokkenen.
Herdenkingscomité
Het Herdenkingscomité Nederlands Slavernijverleden wordt opgericht. Het Herdenkingscomité zal op 1 juli 2025 de Nationale Herdenking Nederlands Slavernijverleden organiseren en andere activiteiten gericht op bewustwording. Op de begroting is structureel € 8 mln. gereserveerd voor het Herdenkingscomité.
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
Diverse bijdragen
Om de middelen ten behoeve van Suriname op het juiste instrument te kunnen verantwoorden zijn deze naar gerealloceerd naar het instrument Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken.
3.10 Artikel 15. Een veilig Groningen met perspectief
A. Algemene doelstelling
Inwoners van het aardbevingsgebied in Groningen en Noord-Drenthe
hebben nog dagelijks te maken met de gevolgen van de gaswinning. Dit
brengt gevoelens van angst, frustratie en onzekerheid met zich mee. Voor
het kabinet staan de veiligheid, het goed afhandelen van schade en het
creëren van perspectief voor de inwoners voorop. Het kabinet werkt samen
met de uitvoeringsorganisaties en de medeoverheden aan perspectief en
duidelijkheid voor mensen in Groningen en Noord Drenthe langs vier
sporen:
- Het stimuleren van een milde, makkelijke en menselijke afhandeling van de schade door het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG);
- Het uitvoeren van de versterkingsoperatie door de Nationaal Coördinator Groningen (NCG), zodat elk gebouw aan de veiligheidsnorm voldoet;
- Het bieden van perspectief, met zowel een sociale als een economische agenda voor de regio, het Nationaal Programma Groningen (NPG) en programma’s voor het isoleren van woningen.
Op grond van de Tijdelijke wet Groningen neemt de minister van BZK alle maatregelen die redelijkerwijs gevergd kunnen worden om te voorkomen dat de veiligheid wordt geschaad als gevolg van de gaswinning uit het Groningenveld.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De minister van BZK heeft de volgende rollen en verantwoordelijkheden:
Uitvoeren
- Het aan de exploitant van het mijnbouwwerk doorbelasten van de kosten voor de schadeafhandeling als gevolg van de gaswinning in Groningen en de gasopslagen in Norg en Grijkskerk en het doorbelasten van de kosten van de versterkingsoperatie;
- Het vergoeden van mijnbouwschade: fysieke en immateriële schade en waardedaling door het IMG;
- Het vaststellen van veiligheidskaders voor gebouwen in het aardbevingsgebied en het inwinnen van advies hierover bij het Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG);
- Het doen uitvoeren van de versterkingsoperatie door de NCG conform de planning en prioritering van de programma's van aanpak van gemeenten;
- Het isoleren van woningen met een (middel-) zware versterking door NCG;
- Het met de regio en andere departementen uitvoeren van de Sociale Agenda, met de dertig jaar lange bijdrage en een incidentele bijdrage voor een aanpak die generatielang duurt.
- Het met de regio en andere departementen uitvoeren van de Economische Agenda, met de generatielange bijdrage en een incidentele bijdrage om de periode tot de start van de generatielange aanpak te overbruggen;
- Het coördineren en uitvoering geven aan de maatregelen zoals gepresenteerd in de kabinetsrectie Nij Begun op het Parlementaire Enquête Groninger Aardgaswinning (PEGA)-rapport «Groningers boven gas».
Financiering
- Het ter beschikking stellen van voldoende financiële middelen aan het IMG ter uitoefening van zijn taken en bevoegdheden op het gebied van de afhandeling van mijnbouwschade;
- Het ter beschikking stellen van voldoende financiële middelen aan de NCG ter uitoefening van zijn taken en bevoegdheden op het gebied van de versterkingsoperatie;
- Het financieren van de gemaakte afspraken met provincie en gemeenten in het kader van het verbeteren van de leefbaarheid en het toekomstperspectief van de regio, met inbegrip van programma’s voor speciale doelgroepen zoals het MKB, agrariërs en erfgoedpartijen.
Regisseren
- Het in stand houden van een systeem van publiekrechtelijke schadeafhandeling door het IMG;
- Het bevorderen van verduurzaming door het isoleren van woningen in het aardbevingsgebied (via de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO)).
Stimuleren
- Het stimuleren van een milde, makkelijke en menselijke afhandeling van de versterkingsoperatie en alle vormen van schade als gevolg van de gaswinning in Groningen en de gasopslag in Norg.
C. Beleidswijzigingen
Wettelijke verankering maatregelen Nij Begun
Er wordt een wetsvoorstel ingediend waarin de toezegging van het kabinet uit Nij Begun wordt vastgelegd om de komende dertig jaar bij te dragen aan verduurzaming, sociaal herstel en economisch perspectief voor het gaswinningsgebied. Daarnaast wordt met dit wetsvoorstel de monitoring van de resultaten en effecten van het beleid in een jaarlijkse Staat van Groningen geregeld, en krijgt het IMG de mogelijkheid om schades tot € 60.000 zonder onderzoek naar de schadeoorzaak te (laten) herstellen. Tot slot wordt met dit wetsvoorstel geregeld dat de toezichthouder Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) gaat werken met een bestuur dat uit meerdere personen bestaat, een zogenaamd collegiaal bestuur.
Schadeherstel
Het Groningenveld is definitief gesloten, desondanks kunnen aardbevingen en bodemdaling nog jaren blijven voorkomen. Op 6 oktober 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 33 529, nr. 1175) is de Kamer geïnformeerd over de concrete vormgeving van de nieuwe schadeafhandeling. Daarbij is daadwerkelijk herstel van schade het uitgangspunt en is de vaste eenmalige vergoeding verhoogd naar € 10.000. Zo wordt in het effectgebied van de gaswinning bij daadwerkelijk herstel niet meer gekeken naar de oorzaak van individuele schades als de herstelkosten op een adres lager dan € 60.000 zijn. De regeling daadwerkelijk herstel is in juli 2024 gefaseerd gestart en is in 2025 geïmplementeerd voor het hele effectgebied. Het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) werkt in het najaar van 2024 tevens verder aan de implementatie van andere maatregelen, zoals de aanvullende vaste vergoeding bij fysieke schade, en zet dit in 2025 voort. In het eerste kwartaal van 2025 zal het IMG ook de vaste herhaalschade vergoeding en de verhoogde overlastvergoeding implementeren. Later in 2025 volgt de vergoeding bij overschrijding van beslistermijnen en gederfd woongenot.
Meer mensgerichte en voortvarende uitvoering van de versterkingsoperatie
Bij de uitvoering van de versterkingsoperatie staan veiligheid, de veiligheidsbeleving en het creëren van perspectief voor de inwoners voorop. De voortvarende uitvoering van de versterking houdt prioriteit. Er is door NCG een analyse gemaakt waaruit blijkt dat het merendeel van de versterkingsopgave voor eind 2028 is afgerond, maar dit geldt niet voor alle gebouwen. Komende tijd zal ik nader uitzoeken wat hier de financiële gevolgen van zijn. Dit zal budgettair verwerkt worden in de Voorjaarsnota 2025.
Gebiedsgerichte aanpak
Door middel van een geïntegreerde aanpak wordt niet alleen gekeken naar veiligheid en versterking, maar ook naar leefbaarheid en aanpalende gemeentelijke opgaven. De NCG zorgt ervoor dat bewoners zeggenschap krijgen over de versterking. Er is een continue dialoog met bewoners, maatschappelijke organisaties en regionaal bestuur om in gezamenlijkheid de versterkingsoperatie te realiseren. Daarbij wordt intensief samengewerkt met de uitvoeringsorganisaties NCG, IMG, het SodM en andere departementen.
Verduurzaming
Het kabinet heeft in reactie op het PEGA-rapport een extra impuls aangekondigd voor verduurzaming in het kader van versterking van woningen, zodat bewoners kunnen profiteren van lagere energielasten en meer wooncomfort. Bijvoorbeeld door het isoleren van woningen die versterkt worden naar het niveau aardgasvrijgereed. Hiervoor zijn met maatregel 28 de eerste stappen gezet. Op 6 maart 2024 (Kamerstukken II, 2023/24, 33 529 nr. 1227) is de Kamer geïnformeerd over de uitwerking van de isolatieaanpak via maatregel 29 voor de regio Groningen en Noord-Drenthe, waaronder het besluit dat woningeigenaren binnen het versterkingsgebied 100% subsidie ontvangen tot de isolatiestandaard. De subsidieregeling is onderdeel van de begroting van VRO en is begin 2025 gereed.
Perspectief voor de regio
Het is belangrijk te bouwen aan sociaal herstel en economisch perspectief voor de regio Groningen en Noord-Drenthe zodat het er weer goed wonen, werken en leven wordt.
In reactie op het PEGA-rapport hebben Regio en Rijk in samenspraak daarom op het gebied van welzijn en sociaal herstel een kwartiermaker aangesteld om een Sociale Agenda voor de regio op te stellen. Deze Sociale Agenda bestaat uit vier speerpunten: 1) het verbeteren van de (mentale) gezondheid; 2) het vergroten van de leefbaarheid en sociale cohesie; 3) kansen voor kinderen, jongeren en de volgende generatie; en 4) arbeidsparticipatie & armoedebestrijding.
Het kabinet zet tegelijk met de Sociale Agenda in op een Economische Agenda. Ook hiervoor hebben Regio en Rijk gezamenlijk een kwartiermaker aangesteld. Deze Economische Agenda moet aansluiten bij de kracht van de regio en de mensen die er wonen, zodat zij kunnen meedoen én meeprofiteren. Deze agenda krijgt focus op economische structuurversterking op drie grote thematische transities: duurzame energie, gezondheid en landelijk gebied. Vooruitlopend op de economische agenda kunnen investeringsgerede projecten gefinancierd worden uit de beschikbare incidentele middelen. Met beide agenda’s hebben Regio en Rijk tot doel meer focus en richting te gaan brengen in een generatielange aanpak.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 1.873.1451 | 3.520.4421 | 2.636.339 | 2.049.712 | 855.963 | 760.534 | 183.103 | |
Uitgaven | 1.529.077 | 2.323.320 | 2.853.953 | 2.402.804 | 1.154.803 | 953.929 | 217.823 | |
15.1 | Algemeen | 3.029 | 60.002 | 43.834 | 30.910 | 27.895 | 17.154 | 130 |
Opdrachten | ||||||||
Werkbudgetten | 3.005 | 26.174 | 23.885 | 13.766 | 11.205 | 1.858 | 130 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | ||||||||
Raad voor Rechtsbijstand | 0 | 8.058 | 8.058 | 7.950 | 7.950 | 7.950 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||
Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG) | 0 | 168 | 3.391 | 3.462 | 3.508 | 3.614 | 0 | |
Raad voor de Rechtspraak | 0 | 6.292 | 2.000 | 2.000 | 1.500 | 0 | 0 | |
(Schade)vergoeding | ||||||||
Vastgelopen situaties | 24 | 19.310 | 6.500 | 3.732 | 3.732 | 3.732 | 0 | |
15.2 | Schadeherstel | 525.142 | 911.812 | 1.165.844 | 1.233.056 | 396.950 | 245.693 | 200.693 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||
Duurzaam herstel | 0 | 14.078 | 143.151 | 169.833 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan medeoverheden | ||||||||
MKB-programma | 4.400 | 7.264 | 7.264 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||
Bijdrage aan bestuur IMG | 2.570 | 2.570 | 2.570 | 2.570 | 2.491 | 2.405 | 2.405 | |
Bijdrage RVO | 227.416 | 272.522 | 226.537 | 208.386 | 88.799 | 84.817 | 75.899 | |
(Schade)vergoeding | ||||||||
Commissie Bijzondere Situaties | 1.527 | 3.231 | 3.106 | 3.106 | 3.106 | 3.106 | 0 | |
Knelpunten IMG | 0 | 35.453 | 15.453 | 10.453 | 5.302 | 5.151 | 0 | |
Vergoeding fysieke schade | 167.744 | 424.479 | 729.226 | 826.196 | 292.252 | 145.214 | 122.389 | |
Vergoeding immateriële schade | 100.620 | 88.215 | 22.537 | 7.512 | 0 | 0 | 0 | |
Vergoeding waardedaling | 20.865 | 64.000 | 16.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
15.3 | Versterken en perspectief | 1.000.906 | 1.351.506 | 1.644.275 | 1.138.838 | 729.958 | 691.082 | 17.000 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||
Diverse subsidies versterken | 151.202 | 63.387 | 22.360 | 1.865 | 420 | 420 | 0 | |
Economische bedrijvigheid | 0 | 10.693 | 27.540 | 27.540 | 27.540 | 10.057 | 9.000 | |
Geestelijke bijstand | 574 | 550 | 550 | 486 | 0 | 0 | 0 | |
Huurderscompensatie NAM | 473 | 350 | 350 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nieuwbouwregeling | 2.766 | 4.930 | 4.930 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Subsidieregelingen bestuurlijke afspraken | 203.833 | 7.914 | 1.748 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Woonbedrijf | 1.330 | 1.330 | 2.500 | 2.515 | 2.500 | 2.500 | 0 | |
Opdrachten | ||||||||
Knelpunten NCG | 3.081 | 5.084 | 20.000 | 20.000 | 3.750 | 0 | 0 | |
Vastgelopen situaties | 3.500 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Verduurzaming bij versterken | 33 | 28.967 | 29.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Versterken industrie | 101 | 241 | 241 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Versterkingsoperatie | 377.947 | 637.837 | 957.786 | 806.127 | 452.042 | 534.710 | 0 | |
Bijdrage aan medeoverheden | ||||||||
Clustering en gebiedsfonds | 93.782 | 96.640 | 89.741 | 80.468 | 68.256 | 40.556 | 0 | |
Compensatie gemeenten en provincie | 35.670 | 114.766 | 69.300 | 18.800 | 18.200 | 17.700 | 0 | |
Erfgoedprogramma | 0 | 13.320 | 15.320 | 16.820 | 14.020 | 13.520 | 0 | |
Knelpunten gemeenten sociaal domein | 0 | 14.400 | 14.400 | 14.400 | 0 | 0 | 0 | |
Leefbaarheid en wijkontwikkeling | 0 | 20.000 | 60.000 | 60.000 | 60.000 | 0 | 0 | |
Nationaal Programma Groningen | 100.284 | 98.306 | 81.037 | 66.383 | 65.296 | 63.119 | 0 | |
NCG bijdrage aan medeoverheden | 500 | 6.700 | 500 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Sociaal-emotionele ondersteuning door gemeenten | 6.584 | 7.158 | 8.858 | 9.800 | 9.800 | 8.500 | 8.000 | |
Sociale agenda | 0 | 15.100 | 56.800 | 9.800 | 5.800 | 0 | 0 | |
(Schade)vergoeding | ||||||||
Knelpunten NCG | 4.915 | 23.642 | 1.500 | 1.500 | 0 | 0 | 0 | |
Vastgelopen situaties | 2.185 | 3.500 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Vergoeding zelf aangebrachte voorzieningen | 5.516 | 232 | 0 | 2.334 | 2.334 | 0 | 0 | |
Vergoeding schade door versterkingsmaatregelen | 8.311 | 63.450 | 63.305 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Versterken in eigen beheer | 1.720 | 111.650 | 111.650 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Versterken industrie | 99 | 1.359 | 1.359 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ontvangsten | 186.894 | 1.526.872 | 1.532.265 | 1.934.977 | 1.719.647 | 791.871 | 694.463 |
- De begroting van artikel 15 is vanaf 2025 overgeheveld naar BZK. Voor vergelijkbaarheid zijn de gegevens van 2023 en 2024 in deze tabel gepresenteerd.
Geschatte budgetflexibiliteit
juridisch verplicht | 92,78% |
bestuurlijk gebonden | 6,27% |
beleidsmatig gereserveerd | 0,95% |
nog niet ingevuld/vrij te besteden | 0,00% |
Juridisch verplicht
Van het totale uitgavenbudget van artikel 15 is 92,78% juridisch verplicht en dit betreft met name de volgende instrumenten:
(Schade)vergoedingen
Het budget is voor 98,6% juridisch verplicht. De grootste uitgaven betreffen de verschillende soorten vergoedingen die het IMG op basis van de Tijdelijke Wet Groningen uitkeert aan gedupeerden in het aardbevingsgebied.
Opdrachten
Het budget is voor 91,95% juridisch verplicht. De grootste uitgave betreft de versterkingsoperatie die uitgevoerd wordt door NCG.
E. Toelichting op de financiële instrumenten
15.1 Algemeen
Opdrachten
Werkbudgetten
Dit betreffen de werkbudgetten van de beleidsdirectie Schadeherstel en Gaswinning Groningen, de beleidsdirectie Versterken en Perspectief Groningen en het werkbudget van de NCG. Hieruit worden verschillende onderzoeken en projecten betaald, zoals de Staat van Groningen.
Vanuit het werkbudget van NCG worden enkele maatregelen uit de kabinetsreactie Nij Begun uitgevoerd: de ondersteuning door architecten, de inrichting van bewonersregieteams, inloopplekken voor bewoners en het opzetten van een digitaal portaal en aanvullende communicatie (maatregelen 13 en 21).
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Raad voor Rechtsbijstand
Bewoners die in bezwaar of beroep gaan tegen besluiten rondom schade- en versterkingsgevallen kunnen op grond van de Tijdelijke wet Groningen rechtsbijstand ontvangen. Sinds 2022 is hiervoor een raming opgenomen in de begroting, destijds onder de post ‘vergoeding fysieke schade’. Vanaf eerste suppletoire begroting 2024 wordt deze raming apart inzichtelijk gemaakt.
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG)
Het Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG) geeft advies over of en hoe huizen in het aardbevingsgebied in Groningen versterkt moeten worden, adviseert over kaders en normen voor de veiligheid van gebouwen en beoordeelt de typologieën die in de versterking worden gebruikt. Voor het ACVG is meerjarig budget beschikbaar.
Raad voor de Rechtspraak
Rechtbanken in Noord-Nederland doen uitspraak in beroepszaken naar aanleiding van beschikkingen van het IMG voor fysieke schade, waardedaling of immateriële schade. Indien door deze zaken een substantieel beslag op de rechtspraak wordt gelegd, wordt hiervoor compensatie geboden vanuit de BZK-begroting. De reservering van deze middelen is gericht op het voorkomen van vertraging in de afhandeling van deze zaken.
(Schade)vergoeding
Vastgelopen situaties
In het aardbevingsgebied doet zich een aantal situaties voor waarbij schade, versterking en de algehele staat of conditie van het pand zwak is vanwege constructieve problemen of knelpunten met een andere oorzaak dan bodembeweging veroorzaakt door gaswinning. Het Interventieteam Vastgelopen Situaties (IVS) helpt bewoners wiens problemen door de bestaande compensatieregelingen onvoldoende worden opgelost binnen NCG of IMG (sinds juli 2021). In de bestuurlijke afspraken is voor de aanpak van deze situaties een bedrag van in totaal € 50 mln. gereserveerd.
15.2 Schadeherstel
Subsidies (regelingen)
Duurzaam herstel
Duurzaam schadeherstel maakt deel uit van de versterkings- en hersteloperatie (Kamerstuk II 2021/22, 33 529, nr. 948). Met de inwerkingtreding van de Tijdelijke wet Groningen (onderdeel versterken) heeft het IMG de wettelijke bevoegdheid gekregen om maatregelen te treffen aan funderingen of dakconstructies.
Bijdrage aan medeoverheden
MKB-programma
Zoals aangekondigd in Nij Begun wordt het bestaande MKB-programma uitgebreid (maatregel 25). Hiervoor is meerjarig € 25 mln. vrijgemaakt. Middels een specifieke uitkering zal dit jaarlijks aan de provincie worden uitgekeerd.
Bijdrage aan agentschappen
Bijdrage aan bestuur IMG
Voor de uitvoeringskosten voor het bestuur van het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) is meerjarig geld beschikbaar op de BZK-begroting. Deze kosten worden niet doorbelast aan NAM.
Bijdrage RVO
RVO voert in opdracht van het IMG de schadeafhandeling uit. Deze uitvoeringskosten worden via een heffing op NAM verhaald. In het Akkoord op Hoofdlijnen met Shell en Exxon is afgesproken dat de btw over de uitvoeringskosten niet wordt doorbelast aan de NAM.
(Schade)vergoeding
Commissie Bijzondere Situaties
De Commissie Bijzondere Situaties is gericht voor complexe en vastgelopen situaties, waar mensen zelf niet uitkomen en waar dringend hulp nodig is. De commissie is onafhankelijk, beoordeelt aanvragen en adviseert welke extra hulp in die situaties geboden kan worden. Het IMG is gemandateerd om de adviezen uit te voeren.
Knelpunten IMG
In de kabinetsreactie op de parlementaire enquête is aangekondigd dat het IMG de bevoegdheid krijgt om individuele knelpunten in de schadeafhandeling voortvarender op te lossen (maatregel 4 uit Nij Begun). Hiervoor is meerjarig in totaal € 70 mln. gereserveerd.
Vergoeding fysieke schade
Sinds 1 juli 2020 besluit het IMG over (fysieke) schadevergoedingen aan bewoners uit Groningen die aardbevingsschade hebben als gevolg van de gaswinning. Voor die tijd werd de schade afgehandeld door de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen (TCMG). Het IMG bepaalt onafhankelijk wie recht heeft op een schadevergoeding en hoe hoog deze vergoeding is. Hierbij volgt het IMG het schadeprotocol. De schadevergoedingen worden uitbetaald door het IMG. De kosten daarvan worden via een heffing op NAM verhaald, zoals vastgelegd in de Tijdelijke wet Groningen. De ramingen voor (fysieke) schade worden ieder voorjaar geactualiseerd. Sinds de Voorjaarsnota 2024 zijn middelen voor de raming voor juridische bijstand, die eerder onderdeel uitmaakte van de post «vergoeding fysieke schade», apart inzichtelijk gemaakt op de begroting. Dit betreft de bijdrage aan de Raad voor Rechtsbijstand.
Vergoeding immateriële schade
Sinds de zomer van 2021 besluit het IMG over immateriële schadevergoedingen aan bewoners uit Groningen die aardbevingsschade hebben als gevolg van de gaswinning. Deze vergoedingen worden uitbetaald door het IMG. De kosten daarvan worden via een heffing op NAM verhaald, zoals vastgelegd in de Tijdelijke wet Groningen. De ramingen voor immateriële schade worden ieder voorjaar geactualiseerd.
Vergoeding waardedaling
Sinds september 2020 besluit het IMG over vergoedingen voor de waardedaling van woningen in het aardbevingsgebied. Deze vergoedingen worden uitbetaald door het IMG. De kosten daarvan worden via een heffing op NAM verhaald, zoals vastgelegd in de Tijdelijke Wet Groningen. De ramingen voor waardedaling worden ieder voorjaar geactualiseerd. Omdat er naast woningen ook winkels, kantoren en andere zakelijke objecten zonder woonfunctie in waarde kunnen dalen, is sinds 2024 de waardedalingsregeling ook opengesteld voor niet-woningen.
15.3 Versterken en perspectief
Subsidies (regelingen)
Diverse subsidies versterken
In het kader van de versterkingsoperatie worden diverse subsidies verstrekt. Het betreft incidentele subsidies aan onder meer de Rijksuniversiteit Groningen voor onderzoek naar de psychosociale impact van de gaswinning op de inwoners van Groningen (onder de naam Gronings Perspectief) en voor het Kennisplatform Leefbaar en Kansrijk Groningen, dat kennis verzamelt en deelt over de maatschappelijke gevolgen van gaswinning, bodembeweging en aardbevingen in Groningen. Daarnaast doet de NCG ook uitgaven voor de versterkingsoperatie die verantwoord worden op het financiële instrument subsidies. Deze middelen worden voor het begrotingsjaar overgeheveld van het financiële instrument opdrachten naar het financiële instrument subsidies
Economische bedrijvigheid
Om een sterk ondernemings- en vestigingsklimaat te ondersteunen heeft het kabinet in de kabinetsreactie op PEGA (Nij Begun) € 115 mln. beschikbaar gesteld, voor onder meer ondersteuning voor de NOM en Economic Board Groningen en voor het aantrekken van strategische internationale bedrijvigheid (maatregelen 35.3 en 35.4 uit Nij Begun).
Geestelijke bijstand
Het kabinet heeft in de Voorjaarsnota 2022 besloten om conform de motie Grinwis (Kamerstukken II 2020/21, 35 529, nr. 856) de subsidie aan Geestelijke Verzorging Aardbevingsgebied (GVA) te verlengen, hiervoor is in 2024 en 2025 nog € 550.000 per jaar beschikbaar. In 2026 is er € 486.000 beschikbaar. GVA richt zich op alle Groningers die te maken hebben met de mentale gevolgen van de aardbevingsproblematiek.
Nieuwbouwregeling
Mocht een eigenaar meerkosten maken voor maatregelen om nieuwe gebouwen aardbevingsbestendig te maken, dan kan de eigenaar daarvoor een bijdrage ontvangen via de Publieke Nieuwbouwregeling.
Subsidieregelingen bestuurlijke afspraken
In het kader van de bestuurlijke afspraken uit 2020 is en aantal subsidieregelingen geïntroduceerd. In 2025 gaat dit met name om de subsidies die door de NCG worden verstrekt voor de afspraken over Vastgelopen dossiers en knelpunten. Deze middelen worden voor het begrotingsjaar overgeheveld van het financiële instrument opdrachten naar het financiële instrument subsidies
Woonbedrijf
Via het Woonbedrijf kunnen woningen in het aardbevingsgebied worden opgekocht die langdurig te koop staan. Woningeigenaren in de kern van het aardbevingsgebied, die moeite hebben met de verkoop van hun huis, kunnen zich hiervoor aanmelden.
Opdrachten
Knelpunten NCG
In het kader van de bestuurlijke afspraken uit 2020 is meerjarig € 100 mln. gereserveerd voor het oplossen van knelpunten. Zo kan de NCG bijvoorbeeld individuele knelpunten in vormingsfase wegnemen om projecten te versnellen. De middelen staan grotendeels op het financiële instrument opdrachten, afhankelijk van de uitgaven die NCG doet worden middelen overgeheveld naar de categorie (schade)vergoedingen.
Verduurzaming bij versterken
Ter uitvoering van maatregel 28 uit Nij Begun neemt NCG verduurzamingsmaatregelen mee bij de uitvoering van de versterkingsoperatie voor (middel)zware versterkingen. Bij eerste suppletoire begroting 2024 is hiervoor in 2025 aanvullend € 30 mln. overgeheveld van de Aanvullende Post. Tevens wordt de aangekondigde proef voor de combinatie verduurzaming bij lichte versterking verantwoord onder «verduurzaming bij versterken».
Versterken industrie
Sinds 2021 kunnen bedrijven met industriële installaties en gebouwen in het aardbevingsgebied op basis van de Beleidsregel vergoeding aardbevingsbestendige industrie Groningen aanspraak maken op een vergoeding van de kosten voor het onderzoek naar en, indien nodig, het treffen van versterkingsmaatregelen. Dit programma wordt uitgevoerd door de NCG. De kosten hiervan worden bij NAM in rekening gebracht.
Versterkingsoperatie
De geraamde uitgaven voor de versterkingsoperatie bestaan uit meerdere onderdelen. Ten eerste gaat het om uitgaven voor de versterkingsoperatie die wordt uitgevoerd door de NCG, inclusief zogenoemde Big Five projecten, de uitvoering van projecten en verschillende bijkomende kosten (zoals tijdelijke huisvesting). Ook zijn hier uitgaven geraamd voor het aanbieden van extra maatwerk in de versterkingsoperatie en het aanbieden van sloop/nieuwbouw (maatregel 12 uit Nij Begun). De uitvoeringskosten voor de versterkingsoperatie worden geraamd op artikel 40. Een deel van de versterkingsoperatie wordt uitgevoerd via subsidies of (schade)vergoedingen. Vanuit het financieel instrument opdrachten worden voor het uitvoerings- en begrotingsjaar middelen overgeboekt naar de financiële instrumenten subsidies en (schade)vergoedingen.
Bijdrage aan medeoverheden
Clustering en gebiedsfonds
In het kader van de bestuurlijke afspraken uit 2020 worden uitkeringen gedaan aan medeoverheden voor clustering en het gebiedsfonds (blokken B en D uit de bestuurlijke afspraken). Aanvullend op de bestuurlijke afspraken uit 2020 is met maatregel 15 uit Nij Begun het beschikbare budget meerjarig met € 120 mln. opgehoogd vanwege toegenomen kosten door inflatie en langer doorlopen van versterkingswerkzaamheden. Het gebiedsfonds wordt bijvoorbeeld ingezet voor de inpassingskosten die gemeenten maken bij sloop en nieuwbouw van huizen en bij de versterking (zoals nieuwe aansluiting riool, wegen en inrichting openbare ruimte). Clustering is gericht op het voorkomen van verschillen binnen een dorp, wijk of straat, wanneer een nieuwe norm wordt toegepast.
Compensatie gemeenten en provincie
De versterkingsoperatie in Groningen vraagt personeelscapaciteit van de provincie Groningen en de aardbevingsgemeenten. Voor deze kosten worden zij gecompenseerd. Vanuit maatregel 18 uit Nij Begun wordt hiervoor aanvullend meerjarig € 92 mln. beschikbaar gesteld. Middels een specifieke uitkering zal dit aan de gemeenten worden uitgekeerd. Tevens worden gemeenten gecompenseerd voor de uitvoering van de versterkingsoperatie van Batch 1588, op basis van het convenant uit 2019 (Stcrt. 2019, 1894) en het amendement Beckerman (Kamerstuk II 2020/21, 35 603, nr. 39).
Erfgoedprogramma
In het Erfgoedprogramma werken het Rijk, de aardbevingsgemeenten, Steunpunt Libau, het maatschappelijk middenveld en de provincie Groningen sinds 2017 samen aan de instandhouding, versterking en doorontwikkeling van erfgoedpanden in het aardbevingsgebied. Voor het verlengen van het Erfgoedprogramma tot en met 2028 is in Nij Begun € 73 mln. beschikbaar gesteld (maatregel 26). Dit zal middels een specifieke uitkering aan de gemeenten worden uitgekeerd.
Knelpunten gemeenten sociaal domein
In opvolging van maatregel 31 uit Nij Begun krijgen gemeenten budget om in de uitvoering van de versterkingsoperatie en schadeafhandeling psychosociale en sociaaleconomische knelpunten bij inwoners op te lossen die met bestaande structuren en regelingen niet kunnen worden opgelost. Hiervoor is meerjarig € 43,2 mln. gereserveerd. Middels een specifieke uitkering zal dit aan de gemeenten worden uitgekeerd.
Leefbaarheid en wijkontwikkeling
Voor het verbeteren van de leefbaarheid in gebieden waar veel woningen worden versterkt is in Nij Begun meerjarig € 200 mln. beschikbaar gesteld (maatregel 14). Middels een specifieke uitkering zal dit aan de gemeenten worden uitgekeerd.
Nationaal Programma Groningen
Met het Nationaal Programma Groningen (NPG) wordt geïnvesteerd in de leefbaarheid, economische ontwikkeling en energietransitie in Groningen. Het NPG is een samenwerkingsverband van het Rijk, de provincie en gemeenten. NAM draagt € 500 mln. bij aan het NPG en het Rijk € 650 mln. Daarnaast is in Nij Begun aangekondigd (maatregel 35) dat het NPG wordt versterkt met een Economische agenda voor ontwikkeling van de regio. Hiervoor is bij eerste suppletoire begroting 2024 een startbudget van de Aanvullende Post naar de begroting overgeheveld.
NCG bijdrage aan medeoverheden
Dit betreft een specifieke uitkering aan de provincie Groningen voor monumentale panden en het Erfgoedloket in het kader van het Erfgoedprogramma. Het Erfgoedprogramma heeft als doel het erfgoed behouden en hergebruik en verduurzaming in de aardbevingsgemeenten te stimuleren. Het Erfgoedloket is een informatie- en steunpunt voor bewoners en eigenaren die in het traject zitten van schadeherstel en versterking van hun monumentale woning. De bijdrage voor monumentale panden aan de provincie Groningen is ten behoeve van subsidieregelingen voor restauratie en onderhoud van erfgoedpanden.
Sociaal-emotionele ondersteuning door gemeenten
In de bestuurlijke afspraken is € 10 mln. gereserveerd voor sociaal-emotionele ondersteuning door gemeenten aan bewoners. Voorbeelden van dergelijke ondersteuning zijn aardbevingscoaches, opbouwwerkers en extra investeringen in maatschappelijke ondersteuning, als ook geestelijke verzorging.
Sociale agenda
In Nij Begun is afgesproken dat Rijk en regio samen een Sociale Agenda opstellen (maatregel 34). De agenda zal bestaan uit concrete doelstellingen en investeringen die ten goede komen aan de leefbaarheid, onderwijskwaliteit, armoedebestrijding, gezondheid en arbeidsparticipatie van inwoners. Voor het opstellen en opstarten van deze activiteiten is bij eerste suppletoire begroting 2024 een startbudget toegevoegd vanaf de Aanvullende Post.
(Schade)vergoeding
Knelpunten NCG
In het kader van de bestuurlijke afspraken uit 2020 is meerjarig € 100 mln. gereserveerd voor het oplossen van knelpunten. Zo kan de NCG bijvoorbeeld individuele knelpunten in de vormingsfase wegnemen om projecten te versnellen.
Vergoeding schade door versterkingsmaatregelen
Een eigenaar of rechtmatige gebruiker van een te versterken gebouw kan schade hebben als gevolg van de versterkingsoperatie. Voor deze schade kan in bepaalde gevallen aanspraak worden gemaakt op een vergoeding op basis van de Tijdelijke wet Groningen.
Versterken in eigen beheer
Sinds de inwerkingtreding van de Tijdelijke wet Groningen (onderdeel versterken) per 1 juli 2023 is er de mogelijkheid om een vergoeding te ontvangen voor het in eigen beheer uitvoeren van versterking. De middelen voor de versterkingsoperatie staan grotendeels op het financiële instrument opdrachten, afhankelijk van de uitgaven die NCG doet worden middelen overgeheveld naar het financiële instrument (schade)vergoedingen.
Versterken industrie
Sinds 2021 kunnen bedrijven met industriële installaties en gebouwen in het aardbevingsgebied op basis van de Beleidsregel vergoeding aardbevingsbestendige industrie Groningen aanspraak maken op een vergoeding van de kosten voor het onderzoek naar en, indien nodig, het treffen van versterkingsmaatregelen. Dit programma wordt uitgevoerd door de NCG. De kosten hiervan worden bij NAM in rekening gebracht.
Ontvangsten
Ontvangsten NAM fysieke schade | 424.479 | 729.226 | 826.196 | 292.252 | 145.214 |
Ontvangsten NAM uitvoeringskosten schade | 241.342 | 210.369 | 194.776 | 84.041 | 80.747 |
Ontvangsten NAM waardedaling | 64.000 | 16.000 | |||
Ontvangsten NAM immateriële schade | 88.215 | 22.537 | 7.512 | ||
Ontvangsten NAM versterken industrie | 1.989 | 559 | |||
Ontvangsten NAM versterkingsoperatie | 675.657 | 924.633 | 659.597 | 384.012 | 461.936 |
Nationaal Programma Groningen (bijdrage NAM) | 25.000 | 25.000 | 25.000 | 25.000 | |
Ontvangsten NAM Nieuwbouwregeling | 4.930 | ||||
Diverse ontvangsten | |||||
Ontvangsten NAM juridische bijstand | 6.653 | 6.653 | 6.566 | 6.566 | 6.566 |
Totale ontvangsten | 1.532.265 | 1.934.977 | 1.719.647 | 791.871 | 694.463 |
Ontvangsten NAM fysieke schade
Dit betreffen de verwachte ontvangsten van NAM voor de door IMG uitgekeerde vergoedingen voor fysieke schades aan Groningers in het aardbevingsgebied. Conform de Tijdelijke wet Groningen wordt daarvoor een heffing aan de NAM opgelegd.
Ontvangsten NAM uitvoeringskosten schade
Dit betreffen de verwachte ontvangsten van NAM voor de door IMG gemaakte uitvoeringskosten in het kader van de schadeafhandeling. Conform de Tijdelijke wet Groningen wordt daarvoor een heffing aan NAM opgelegd.
Ontvangsten NAM waardedaling
Dit betreffen de verwachte ontvangsten van NAM voor de door IMG uitgekeerde vergoedingen voor waardedaling aan Groningers in het aardbevingsgebied. Conform de Tijdelijke wet Groningen wordt daarvoor een heffing aan NAM opgelegd.
Ontvangsten NAM immateriële schade
Dit betreffen de verwachte ontvangsten van NAM voor de door IMG uitgekeerde vergoedingen voor immateriële schade aan Groningers in het aardbevingsgebied. Conform de Tijdelijke wet Groningen wordt daarvoor een heffing aan NAM opgelegd.
Ontvangsten NAM versterken industrie
De kosten voor de uitvoering van de Beleidsregel vergoeding aardbevingsbestendige industrie Groningen worden verhaald op de NAM. De ontvangstenraming hiervoor is opgenomen in de BZK-begroting.
Ontvangsten NAM versterkingsoperatie
De kosten voor de versterkingsoperatie worden bij de NAM in rekening gebracht. De ontvangsten komen binnen op de BZK-begroting. Conform de Tijdelijke wet Groningen wordt daarvoor een heffing aan NAM opgelegd.
Nationaal Programma Groningen (bijdrage NAM)
NAM draagt jaarlijks € 25 mln. bij aan het NPG. De ontvangsten hiervoor komen binnen op de BZK-begroting. Meerjarig gaat het om een totaalbedrag van € 500 mln.
Ontvangsten NAM Nieuwbouwregeling
De uitgaven in het kader van de Nieuwbouwregeling worden bij NAM in rekening gebracht. De ontvangsten komen binnen op de BZK-begroting.
Ontvangsten NAM juridische bijstand
De uitgaven voor juridische bijstand worden bij NAM in rekening gebracht. De ontvangsten komen binnen op de BZK-begroting.
Doorbelasting kosten schade en versterken NAM
De kosten voor de schadeafhandeling tot en met 2022 zijn bij NAM in rekening gebracht en volledig door NAM betaald (zie tabel 1). De kosten voor de schadeafhandeling worden sinds het derde kwartaal van 2023 door middel van een heffing aan NAM opgelegd. Voor de versterkingsoperatie zijn de kosten tot en met het tweede kwartaal van 2023 bij NAM in rekening gebracht, waarvan circa € 550 mln. nog betaald dient te worden door NAM. Dit komt doordat NAM de facturen ten dele heeft betaald. Zoals eerder aan de Kamer gemeld (Kamerstuk 33529 nr. 908) betaalde de NAM de facturen sinds het derde kwartaal 2020 voor de versterkingsoperatie slechts voor 60%. De facturen voor het eerste en tweede kwartaal 2023 zijn slechts voor 30% betaald door NAM .
De kosten voor de versterkingsoperatie over het tweede deel van 2023 en de daarop volgende jaren worden door middel van een heffing aan NAM opgelegd.
Schadevergoedingen | 2018 | € 8 | ‒ | ‒ | € 8 |
2019 | € 88 | ‒ | ‒ | € 88 | |
2020 | € 314 | ‒ | € 176 | € 490 | |
2021 | € 310 | € 1 | € 295 | € 605 | |
2022 | € 283 | € 59 | € 40 | € 382 | |
2023 | Deze kosten moeten nog doorbelast worden aan NAM | ||||
Totaal | € 1.002 | € 59 | € 511 | € 1.572 | |
Uitvoeringskosten IMG | 2018 | € 40 | ‒ | ‒ | € 40 |
2019 | € 103 | ‒ | ‒ | € 103 | |
2020 | € 143 | € 1 | € 6 | € 149 | |
2021 | € 200 | € 7 | € 19 | € 227 | |
2022 | € 169 | € 16 | € 12 | € 197 | |
2023 | Deze kosten moeten nog doorbelast worden aan NAM | ||||
Totaal | € 655 | € 24 | € 37 | € 716 | |
Totaal schade | € 1.657 | € 84 | € 548 | € 2.288 |
- Betreft jaar waarin de kosten zijn gemaakt door IMG, niet het jaar van doorbelasting aan NAM
Versterkingskosten | 2020 | € 226 |
2021 | € 299 | |
2022 | € 312 | |
2023 | € 153 | |
Totaal | € 990 | |
Uitvoeringskosten NCG | 2020 | € 69 |
2021 | € 89 | |
2022 | € 97 | |
2023 | € 60 | |
Totaal | € 316 | |
Totaal versterken | € 1.306 |
- Betreft jaar waarin de kosten zijn gemaakt door NCG, niet het jaar van doorbelasting aan NAM
Schadeafhandeling IMG | € 2.288 | € 2.288 | € 0 | Kosten vanaf Q1 2023 e.v. |
Versterkingsoperatie NCG | € 1.306 | € 756 | € 550 | Kosten vanaf Q3 2023 e.v. |
Totaal | € 3.595 | € 3.044 | € 550 | Nog te bepalen |
PEGA-middelen uit de Aanvullende Post
Met Nij Begun is in totaal € 13,766 mld. aan aanvullende middelen beschikbaar gesteld voor nieuw beleid op het gebied van schade, versterken, verduurzaming, sociaal en economie. Hiervan betreft € 1,556 mld. de bijstelling in de eerste suppletoire EZK-begroting 2023, specifiek voor de schade- en versterkingsramingen en de eindejaarsmarge over 2022. Een bedrag van € 710 mln. betreft de bijdrage voor Groningen vanuit diverse departementale begrotingen. Het overige deel (€ 11,5 mld.) zijn de aanvullende middelen die op de Aanvullende Post zijn gezet.
Resterend op AP - schade en versterken | 1.699,6 | ||
Reeds opgevraagd - schade en versterken | 1.300,4 | ||
Knelpuntenpot IMG | 4 | BZK-begroting, Artikel 15 | 70,0 |
Aanbieden van overig maatwerk bij versterken | 10 | BZK-begroting, Artikel 15 | 25,0 |
Aanbieden van maatwerk t.b.v. sloop/nieuwbouw | 12 | BZK-begroting, Artikel 15 | 67,5 |
Ondersteuning door architecten | 13 | BZK-begroting, Artikel 15 | 5,0 |
Leefbaarheid en wijkontwikkeling bij versterking | 14 | BZK-begroting, Artikel 15 | 200,0 |
Verruimen financiële middelen gebiedsfonds | 15 | BZK-begroting, Artikel 15 | 115,4 |
Vergoeding voor eigen tijd van bewoners | 16 | BZK-begroting, Artikel 15 | 10,0 |
Personele kosten decentrale overheden | 18 | BZK-begroting, Artikel 15 | 92,0 |
Inrichting bewonersregieteams | 21 | BZK-begroting, Artikel 15 | 5,0 |
Digitaal portaal en aanvullende communicatie | 21 | BZK-begroting, Artikel 15 | 5,0 |
Inloopplek voor bewoners | 22 | BZK-begroting, Artikel 15 | 5,0 |
Agroprogramma | 24 | LVVN-begroting, Artikel 22 | 221,0 |
MKB-programma | 25 | BZK-begroting, Artikel 15 | 25,0 |
Voortzetting Erfgoedprogramma | 26 | BZK-begroting, Artikel 15 | 73,0 |
Verduurzaming bij versterking | 28 | BZK-begroting, Artikel 15 | 60,0 |
Uitbreiding bereik woningverbeteringssubsidie | 30 | BZK-begroting, Artikel 15 | 150,0 |
Overlastvergoeding corporatiehuurders | BZK-begroting, Artikel 15 | 3,0 | |
Knelpuntenbudget gemeente sociaal domein | 31 | BZK-begroting, Artikel 15 | 43,2 |
Aanvullende financiering maatschappelijke organisaties | 32 | BZK-begroting, Artikel 15 | 2,2 |
Toezicht en handhaving | 45 | EZ-begroting, Artikel 40 | 35,0 |
Toezicht, kennis en monitoring | 48-50 | KGG-begroting, Artikel 31 | 65,0 |
Overige maatregelen schade | BZK-begroting, Artikel 15 | 23,1 | |
Beschikbaar op AP - mentaal en sociaal | 500,0 | ||
Resterend op AP - mentaal en sociaal | 392,8 | ||
Reeds opgevraagd - mentaal en sociaal | 107,2 | ||
Invulling sociale agenda | 34 | BZK-begroting, Artikel 15 | 107,2 |
Beschikbaar op AP - economisch perspectief | 500,0 | ||
Resterend op AP - economisch perspectief | 185,0 | ||
Reeds opgevraagd - economisch perspectief | 315,0 | ||
N33 Noord | 35 | IenW-begroting, Artikel 11 | 250,0 |
Nationaal Programma Groningen 2.0 | 35 | BZK-begroting, Artikel 15 | 65,0 |
Beschikbaar op AP - generatielange betrokkenheid (2026-2055) | 7.500,0 | ||
Resterend op AP - generatielange betrokkenheid (2026-2055) | 7.500,0 | ||
Reeds opgevraagd - generatielange betrokkenheid (2026-2055) | ‒ |
- Exclusief LPO
Van de middelen op de Aanvullende Post is € 3 mld. gereserveerd voor maatregelen die verband houden met schadeherstel en de versterkingsoperatie, € 500 mln. voor mentaal en sociaal en € 500 mln. voor economisch perspectief. € 7,5 mld. is voor de generatielange betrokkenheid op het gebied van verduurzaming en sociaal en economisch perspectief van 2026-2055. De bovenstaande tabel toont hoeveel middelen tot op heden van de Aanvullende Post naar de departementale begrotingen of andere uitvoerende departementen meerjarig is overgeheveld. De middelen worden vervolgens beschikbaar gesteld voor of overgemaakt naar de desbetreffende uitvoeringsorganisatie of de regio. Het geld is meerjarig beschikbaar.
Momenteel resteert € 1,6996 mld. op de Aanvullende Post voor maatregelen die verband houden met schadeherstel en de versterkingsoperatie. Het overgrote deel is gereserveerd voor de IMG-regeling duurzaam herstel. Daarnaast zullen diverse versterkingsmaatregelen hieruit gefinancierd worden, waaronder maatwerk en verduurzaming bij versterking. De € 392,8 mln. die resteert voor sociaal en mentaal is beschikbaar voor maatregelen die nader bepaald worden door de kwartiermaker sociale agenda in samenspraak met de regio. De € 185 mln. die resteert voor economisch perspectief is beschikbaar voor versterking van het Nationaal Programma Groningen. De middelen voor de generatielange betrokkenheid worden vanaf 2026 beschikbaar gesteld.
Indicatoren
Dashboard Groningen
Diverse informatie over de schadeafhandeling, de versterkingsoperatie en de afbouw van de gaswinning in Groningen is online beschikbaar via het Dashboard Groningen.
Schadeafhandeling
Het IMG rapporteert onder andere over het aantal ingediende en afgehandelde meldingen voor zowel fysieke schade als immateriële schade. Zie onderstaande tabel. In volgende begrotingsstukken wordt hier een update van gegeven. Actuele informatie over de schadeafhandeling is beschikbaar op de website van het IMG.
Aantal ingediende meldingen immateriële schade (inclusief herstelactie en IMKJ) | 136.768 | |
Aantal besluiten | 129.385 | |
Nog openstaande meldingen | 7.383 | |
Totaal uitgekeerd bedrag (x € 1 mln) | 207 | |
Aantal ingediende aanvragen waardedaling (inclusief niet woningen) | 119.304 | |
Aantal besluiten | 119.041 | |
Nog openstaande meldingen | 263 | |
Totaal uitgekeerd bedrag (x € 1 mln) | 513 |
Versterkingsoperatie
De NCG rapporteert maandelijks over de voortgang van de versterking. De volgende tabel geeft de stand van de versterkingsoperatie weer. Actuele informatie is beschikbaar op de website van de NCG.
Aantal nog te starten | 232 | 1% |
Aantal in opnamefase | 550 | 2% |
Aantal in beoordelingsfase | 1.212 | 4% |
Aantal in planvormingsfase | 8.254 | 30% |
Aantal in uitvoering | 2.854 | 10% |
Aantal afgerond | 14.509 | 53% |
4. Niet-beleidsartikelen
4.1 Artikel 11. Centraal apparaat
A. Apparaatsuitgaven Kerndepartement
Op dit artikel worden naast alle personele en materiële uitgaven en ontvangsten van het kerndepartement ook de apparaatsuitgaven van de agentschappen gepresenteerd.
Art. | Verplichtingen | 799.497 | 907.835 | 850.589 | 764.460 | 663.488 | 587.855 | 506.111 |
Uitgaven | 772.421 | 908.531 | 851.263 | 765.134 | 663.488 | 587.855 | 506.111 | |
11.1 | Apparaat (excl. AIVD) | 772.421 | 908.531 | 851.263 | 765.134 | 663.488 | 587.855 | 506.111 |
Personele uitgaven | 397.554 | 511.242 | 530.783 | 458.036 | 368.651 | 309.458 | 253.152 | |
Eigen personeel | 320.364 | 397.026 | 394.993 | 352.803 | 302.709 | 265.498 | 237.768 | |
Inhuur externen | 72.418 | 104.913 | 130.627 | 100.530 | 61.875 | 39.652 | 11.599 | |
Overige personele uitgaven | 4.772 | 9.303 | 5.163 | 4.703 | 4.067 | 4.308 | 3.785 | |
Materiële uitgaven | 373.710 | 396.677 | 315.523 | 302.175 | 289.936 | 273.484 | 252.746 | |
Bijdrage SSO's | 332.505 | 357.426 | 281.932 | 268.532 | 256.828 | 242.839 | 237.276 | |
ICT | 19.130 | 18.368 | 9.090 | 8.966 | 8.849 | 8.800 | 1.103 | |
Overige materiële uitgaven | 22.075 | 20.883 | 24.501 | 24.677 | 24.259 | 21.845 | 14.367 | |
Bijdrage aan agentschappen | 1.157 | 612 | 4.957 | 4.923 | 4.901 | 4.913 | 213 | |
Diverse bijdragen | 1.157 | 612 | 215 | 214 | 213 | 213 | 213 | |
Bijdrage aan DICTU | 0 | 0 | 4.742 | 4.709 | 4.688 | 4.700 | 0 | |
Ontvangsten | 175.891 | 195.254 | 196.383 | 187.881 | 146.306 | 101.430 | 74.220 | |
In deze tabel zijn de apparaatsuitgaven van het kerndepartement opgenomen, inclusief het Huis voor Klokkenluiders (HvK) en de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw (TloKB). De reeks is exclusief de apparaatsuitgaven van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD). Vanwege het specifieke karakter zijn deze begroot op beleidsartikel 2.
B. Totaaloverzicht apparaatsuitgaven en -kosten inclusief agentschappen en ZBO/RWT's
De apparaatskosten van BZK bestaan uit de apparaatsuitgaven voor het kerndepartement, de AIVD en de apparaatskosten voor de zeven baten-lastenagentschappen. In de onderstaande tabel staan de structurele apparaatsuitgaven van het kerndepartement en de AIVD aangegeven.
Totaal apparaatsuitgaven ministerie | 1.197.390 | 1.386.181 | 1.320.180 | 1.230.041 | 1.149.543 | 1.063.312 | 981.666 |
Kerndepartement | 772.421 | 908.531 | 851.263 | 765.134 | 663.488 | 587.855 | 506.111 |
Algemene Inlichtingen en veiligheidsdienst | 424.969 | 477.650 | 468.917 | 464.907 | 486.055 | 475.457 | 475.555 |
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de apparaatskosten van de baten-lastenagentschappen, de Zelfstandige Bestuursorganen (ZBO’s) en de Rechtspersonen met een Wettelijke Taak (RWT’s).
Totaal apparaatskosten Agentschappen | 1.432.494 | 1.592.716 | 1.807.559 | 1.829.355 | 1.846.178 | 1.854.961 | 1.842.668 |
RvIG | 153.084 | 185.261 | 203.225 | 209.198 | 207.651 | 198.955 | 168.879 |
Logius | 325.657 | 345.735 | 380.095 | 380.095 | 380.095 | 380.095 | 380.095 |
Organisatie en Personeel Rijk (O&P Rijk) | 247.069 | 311.946 | 360.332 | 360.157 | 360.157 | 360.157 | 360.157 |
Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie (RODI) | 90.338 | 101.708 | 115.015 | 117.775 | 120.602 | 123.496 | 126.460 |
FMH | 165.773 | 175.010 | 199.748 | 199.748 | 199.748 | 199.748 | 199.748 |
SSC-ICT | 321.367 | 324.426 | 387.883 | 399.610 | 413.789 | 426.800 | 440.255 |
Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek (RBL) | 129.206 | 148.630 | 161.261 | 162.772 | 164.136 | 165.710 | 167.074 |
Totaal apparaatskosten ZBO's en RWT's | 1.513 | 1.584 | 1.132 | 1.111 | 1.076 | 964 | 983 |
Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP) | 1.513 | 1.584 | 1.132 | 1.111 | 1.076 | 964 | 983 |
Apparaatsuitgaven per Directoraat-Generaal
Om de Tweede Kamer inzicht te bieden in de apparaatsuitgaven per beleidsterrein wordt in onderstaande tabel weergegeven wat de apparaatsuitgaven zijn per onderdeel van het ministerie van BZK.
Algemene Bestuursdienst (DGABD) | 47.922 |
Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (NCDR) | 2.637 |
Openbaar Bestuur en Democratische Rechtstaat (DGOBDR) | 14.936 |
Volkshuisvesting en Bouwen (DGVB) | 7.076 |
Koninkrijksrelaties (DGKR) | 1.092 |
Ruimtelijke Ordening (DGRO) | 2.664 |
Digitalisering en Overheidsorganisatie (DGDOO) | 283.070 |
Vastgoed en Bedrijfsvoering Rijk (DGVBR) | 11.517 |
Cluster Mensen en Middelen (MenM) | 280.594 |
Cluster Bestuurondersteuning (BO) | 4.866 |
Huis voor Klokkenluiders (HvK) | 5.803 |
NCG | 189.086 |
Totaal apparaat | 851.263 |
4.2 Artikel 12. Algemeen
A. Budgettaire gevolgen
Verplichtingen | 14.3271 | 57.0751 | 58.185 | 42.654 | 51.504 | 42.694 | 2.691 | |
Uitgaven | 29.2221 | 57.3251 | 58.435 | 42.904 | 51.504 | 42.694 | 2.691 | |
12.0 | Algemeen | 29.222 | 57.325 | 58.435 | 42.904 | 51.504 | 42.694 | 2.691 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||
Diverse subsidies | 1.115 | 1.378 | 755 | 729 | 504 | 496 | 491 | |
Koninklijk Paleis Amsterdam | 50 | 59 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | |
Opdrachten | ||||||||
(Inter)nationale samenwerking | 242 | 199 | 250 | 249 | 282 | 282 | 282 | |
Diverse opdrachten | 364 | 530 | 453 | 452 | 451 | 450 | 451 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | ||||||||
Diverse bijdragen | 2 | 35 | 17 | 17 | 15 | 15 | 15 | |
POK - BZK transparant | 0 | 101 | 101 | 101 | 101 | 101 | 101 | |
Bijdrage aan medeoverheden | ||||||||
Kwijtschelden publieke schulden | 14.452 | 20.000 | 20.000 | 40.000 | 40.000 | 40.000 | 0 | |
Verzameluitkeringen | 118 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Schuldregeling ex-partners | 0 | 15.800 | 30.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||
Eigenaarsbijdrage | 11.550 | 17.553 | 5.500 | 0 | 8.800 | 0 | 0 | |
POK - BZK transparant | 1.329 | 1.661 | 1.300 | 1.297 | 1.292 | 1.291 | 1.292 | |
Diverse bijdragen | 0 | 9 | 9 | 9 | 9 | 9 | 9 | |
Ontvangsten | 18.278 | 31.600 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- De verplichting en uitgaven voor jaren 2023 en 2024 zijn gecorrigeerd voor de overheveling van Vennootschapsbelasting (VPB) van de benzineveilingen en bodemwinning naar begroting van VRO. De totalen in deze tabel wijken daarom af van de gerapporteerde standen in jaarverslag 2023 van BZK en Suppletoire begroting september 2024»
B. Toelichting op de financiële instrumenten
12.1 Algemeen
Bijdrage aan medeoverheden
Kwijtschelden publieke schulden
In 2021 is in samenwerking met de publieke schuldeisers en de verantwoordelijke departementen het kwijtschelden van publieke schulden, in verband met de gevolgen van de kinderopvangtoeslagaffaire, verder uitgewerkt. Met de medeoverheden is afgesproken dat compensatie van de uitgaven en de derving van inkomsten plaatsvindt op basis van nacalculatie (werkelijke kosten). Ook de uitvoeringskosten van de kwijtscheldingsregelingen en de uitvoeringskosten die samenhangen met het compenseren van gemeenten worden vergoed. Deze uitvoeringskosten worden vergoed op basis van een normbedrag. Het uiteindelijke aantal ouders dat recht heeft op de herstelregelingen en de hoogte van de publieke schulden is onzeker (Kamerstukken II 2023/24, 36 410 VII, nr. 2). In 2025 is een bedrag van € 20 mln. beschikbaar.
Schuldregeling ex-partners
In verband met de inwerkingtreding van de onderdelen van de Wet aanvullende regelingen hersteloperatie toeslagen die betrekking hebben op ex-partners van gedupeerde aanvragers kinderopvangtoeslag zijn de hieraan verbonden regelingen aangepast. Hiermee wordt bereikt dat ex-partners van gedupeerden van de toeslagenaffaire niet verder in de financiële problemen komen. In 2025 is een bedrag van € 30 mln. beschikbaar voor gemeenten en waterschappen ter compensatie van het kwijtschelden van publieke schulden van de ex-partners.
Bijdrage aan agentschappen
Eigenaarsbijdrage
Het betreft middelen voor de doorontwikkeling van SSC-ICT.
4.3 Artikel 13. Nog onverdeeld
A. Budgettaire gevolgen
Art. | Verplichtingen | 0 | 0 | 15.400 | 20.360 | 23.201 | 73.701 | 71.500 |
Uitgaven | 0 | 0 | 15.400 | 20.360 | 23.201 | 73.701 | 71.500 | |
13.0 | Nog onverdeeld | 0 | 0 | 15.400 | 20.360 | 23.201 | 73.701 | 71.500 |
Nog te verdelen | 0 | 0 | 15.400 | 20.360 | 23.201 | 73.701 | 71.500 | |
Onvoorzien | 0 | 0 | 15.400 | 20.360 | 23.201 | 73.701 | 71.500 | |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
B. Toelichting op de financiële instrumenten
Nog onverdeeld
Onvoorzien
BZK is aangewezen als coördinator voor het verdelen van de enveloppe ten behoeve van Goed bestuur en een sterke rechtsstaat uit het hoofdlijnenakkoord. In lijn met het regeerprogramma worden de gelden verdeeld op goed bestuur en democratische rechtsstaat en de maatregelen die daarmee samenhangen en genoemd worden in het hoofdlijnenakkoord.
De middelen voor de eventuele oprichting van een Constitutioneel hof en het splitsen van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State en de Afdeling Advisering van de Raad van State zijn gereserveerd op artikel 13.
Daarnaast zijn de middelen ten behoeve van het versterken van dienstbare overheidsorganisaties op artikel 13 gereserveerd. Middelen worden beschikbaar gesteld voor onder ander een Rijksbrede aanpak van hardheden en taskforce hardheden. Overheidsdienstverlening wordt meer bereikbaar en toegankelijk door direct contact en eerstelijnsbalies, betere gegevensdeling en doordacht gebruik van AI. Ook wordt ingezet op een overheid die anders werkt en wordt ambtelijk vakmanschap versterkt, onder ander via verplichte scholing voor (top)ambtenaren. Klokkenluiders worden beter beschermd.
5. Begroting agentschappen
5.1 Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG)
Inleiding
De Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) is de autoriteit en regisseur van het veilig en betrouwbaar gebruik van identiteitsgegevens en is de uitvoeringsorganisatie op het gebied van persoonsgegevens en reisdocumenten voor het Koninkrijk der Nederlanden. In een constant veranderende samenleving is de veiligheid en betrouwbaarheid van identiteitsgegevens van groot belang.
RvIG is verantwoordelijk voor de volgende diensten:
- de Basisregistratie Persoonsgegevens (BRP);
- de beheervoorziening burgerservicenummer (BV-BSN);
- het systeem van aanvraag, productie en distributie van reisdocumenten;
- de persoonsinformatievoorziening van het Caribisch gebied (PIVA);
- het beheren van voorzieningen ten behoeve van het eIDAS-stelsel;
- het Centraal Meldpunt Identiteitsfraude en –fouten (CMI);
- de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA);
- het Meldpunt Fouten in Overheidsregistraties (MFO).
Ontwikkelingen
RvIG is voornemens in 2024 te starten om de uitbestede dienstverlening onder besturing te plaatsen van RvIG door een transitie van DICTU naar RvIG. Hierdoor zal in 2025 de formatie en het totaal aantal ingehuurde medewerkers stijgen. Het uitvoeren van de huidig uitbestede dienstverlening onder eigen besturing leidt structureel tot een groei in het aantal FTE.
In 2025 zal RvIG noodzakelijke doorontwikkelingen doorvoeren op de bestaande platformen en infrastructuur. Daarnaast zullen er enkele vernieuwingen worden gerealiseerd. Deze activiteiten zijn nodig om invulling te geven aan de noodzakelijke ontwikkelingen. Bovendien stellen deze ontwikkelingen RvIG in staat om op termijn te migreren naar een meer modern platform. In 2025 wordt bepaald aan welke vereisten het opvolgende platform moet voldoen.
RvIG geeft invulling aan de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren.
Voor de BRP en het BSN lopen ontwikkelingen met de nadruk op dataminimalisatie. Daarnaast wordt de implementatie van het BSN binnen Caribisch Nederland voorbereid in opmaat naar de overgang naar de Nederlandse Identiteitsinfrastructuur.
Bij het CMI en MFO worden structurele verbeteringen gestimuleerd en de rol en bevoegdheden van RvIG bestendigd door middel van borging in wet- en regelgeving.
Op het gebied van de aanvraag, personalisatie en uitgifte van reis- en identiteitsdocumenten wordt gewerkt aan verschillende verbeteringen om ID fraude tegen te gaan en de dienstverlening te verbeteren. De projecten «Verbeteren Reisdocumenten» Stelsel (VRS) en «Risicoreductie Optimalisering Data-integriteit en Services» (RODS) dragen hieraan bij.
Diensten
Basis Registratie Personen (BRP)
Op basis van de Wet BRP voert RvIG het beheer over de registratie van ingezetenen, de Basis Registratie Personen (BRP) en de Registratie niet-ingezetenen (RNI). Deze registraties hebben als doel om alle overheidsorganisaties te kunnen voorzien van dezelfde persoonsgegevens van de inwoners van ons land. Hierdoor hoeven andere overheden die informatie niet steeds weer bij de burger uit te vragen. Dit zorgt voor een efficiënte dienstverlening en voor minder administratieve lasten voor de burger.
Burgerservicenummer (BSN)
RvIG is verantwoordelijk voor de beheervoorziening BSN. Hieronder valt het beheer van de voorziening voor het genereren, distribueren, toekennen en beheren van Burgerservicenummers. Daarnaast beheert RvIG het foutenmeldpunt voor het melden van vermoedens over BSN-nummerfouten en worden mogelijk dubbelinschrijvingen gecontroleerd via de voorziening permanente monitoring dubbelinschrijvingen.
Reisdocumenten
RvIG ziet in haar verantwoordelijkheid voor het reisdocumentenstelsel toe op de productie van paspoorten en Nederlandse identiteitskaarten (eNIK) en het aanvraag- en uitgifte proces bij uitgevende instanties. Daarnaast beheert RvIG de registers ‘Register Paspoortsignalering’ (RPS), Basisregister 'Reisdocumenten’ (BRR) en ‘Verificatieregister Reisdocumenten’ (VR).
Caribisch gebied
RvIG is verantwoordelijk voor de centrale voorzieningen en het stelsel van berichtuitwisseling ten behoeve van het bijhouden van de basisadministraties van de openbare lichamen, de verstrekkingenvoorziening en de systematische verstrekking van gegevens. Daarnaast beheert RvIG de apparatuur, software en voorraden ten behoeve van de lokaal geproduceerde ID-kaart BES.
Electronic Identification Authentication and Trust Services (eIDAS)
RvIG voert het stelselbeheer over diverse voorzieningen binnen eIDAS. Deze voorzieningen zorgen ervoor dat op basis van de uit de EU meegegeven set aan gegevens, via een bevraging in de beheervoorziening BSN, een BSN van de betreffende persoon wordt gezocht. Een dienstverlener kan op basis van het BSN zijn diensten aan de burger verlenen. Daarnaast is RvIG in het kader van eIDAS verantwoordelijk voor de toetsing op het gebruik van BSN’s door eIDAS uitvoerende instanties.
Centraal Meldpunt Identiteitsfraude en –fouten (CMI)
RvIG begeleidt naast slachtoffers van identiteitsfraude ook burgers met fouten met betrekking tot hun persoonsgegevens. RvIG fungeert als ketenregisseur en schakelt indien nodig ketenpartners zoals Politie, Belastingdienst, RDW, IND en Logius in.
Landelijke aanpak adreskwaliteit (LAA)
De LAA kan gezien worden als de samenwerking van de toekomst. Rijksoverheid en uitvoeringsorganisaties werken nauw samen met gemeenten om op basis van risicosignalen risicoadressen te onderzoeken, waarbij ook een huisbezoek wordt afgelegd. Deze intensieve manier van samenwerken over alle lagen van de overheid heen is van grote meerwaarde voor de kwaliteit van de BRP, helpt in het oplossen van maatschappelijke problemen en is tegelijkertijd een effectieve werkwijze in het kader van adres gerelateerde fraude.
Meldpunt Fouten in Overheidsregistraties (MFO)
Het MFO is een meldpunt voor fouten in basisregistraties waar burgers en geregistreerden zich tot kunnen wenden als zij vastlopen binnen de overheid. De fouten op het terrein van Identiteit kunnen daarin worden meegenomen.
Staat van baten en lasten
Baten | |||||||
- Omzet | 121.937 | 189.992 | 236.033 | 245.846 | 241.959 | 231.068 | 174.076 |
waarvan omzet moederdepartement | 64.158 | 52.884 | 65.174 | 87.293 | 80.921 | 81.577 | 82.348 |
waarvan omzet overige departementen | 247 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan omzet derden | 57.532 | 137.108 | 170.859 | 158.553 | 161.038 | 149.491 | 91.728 |
Rentebaten | 1.158 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 29.017 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 152.112 | 189.992 | 236.033 | 245.846 | 241.959 | 231.068 | 174.076 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 153.084 | 185.261 | 203.225 | 209.198 | 207.651 | 198.955 | 168.879 |
- Personele kosten | 42.092 | 41.046 | 67.739 | 67.638 | 60.723 | 61.486 | 62.264 |
waarvan eigen personeel | 27.087 | 28.026 | 33.333 | 34.000 | 34.680 | 35.374 | 36.081 |
waarvan inhuur externen | 14.150 | 11.987 | 32.973 | 32.405 | 24.810 | 24.879 | 24.950 |
waarvan overige personele kosten | 855 | 1.033 | 1.433 | 1.233 | 1.233 | 1.233 | 1.233 |
- Materiële kosten | 110.992 | 144.215 | 135.486 | 141.560 | 146.928 | 137.469 | 106.615 |
waarvan apparaat ICT | 39 | 375 | 10 | 10 | 10 | 10 | 10 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 227 | 200 | 225 | 225 | 225 | 225 | 225 |
waarvan overige materiële kosten | 110.726 | 143.640 | 135.251 | 141.325 | 146.693 | 137.234 | 106.380 |
Rentelasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Afschrijvingskosten | 7.218 | 11.540 | 11.540 | 12.240 | 13.740 | 13.740 | 13.740 |
- Materieel | 4.916 | 9.060 | 7.025 | 7.725 | 7.725 | 7.725 | 7.725 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 200 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 4.916 | 8.860 | 6.975 | 7.675 | 7.675 | 7.675 | 7.675 |
- Immaterieel | 2.302 | 2.480 | 4.515 | 4.515 | 6.015 | 6.015 | 6.015 |
Overige lasten | 0 | 11.739 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan dotaties voorzieningen | 0 | 11.739 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 160.302 | 208.540 | 214.765 | 221.438 | 221.391 | 212.695 | 182.619 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | ‒ 8.190 | ‒ 18.548 | 21.268 | 24.408 | 20.568 | 18.373 | ‒ 8.543 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | ‒ 8.190 | ‒ 18.548 | 21.268 | 24.408 | 20.568 | 18.373 | ‒ 8.543 |
Toelichting
Baten
Omzet
De omzet van RvIG is als volgt over de diverse opdrachten begroot:
BRP | 39.543 | 0 | 21.755 | 61.298 |
BSN | 5.910 | 0 | 0 | 5.910 |
Reisdocumenten | 0 | 0 | 149.084 | 149.084 |
Caribisch Gebied | 2.067 | 0 | 20 | 2.087 |
eIDAS | 5.540 | 0 | 0 | 5.540 |
CMI | 1.863 | 0 | 0 | 1.863 |
LAA | 9.321 | 0 | 0 | 9.321 |
MFO | 930 | 0 | 0 | 930 |
Totaal | 65.174 | 0 | 170.859 | 236.033 |
Waarvan omzet derden
Als gevolg van de invoering van de tienjarige geldigheid voor reisdocumenten worden er in de jaren 2024 tot en met 2028 structureel meer reisdocumenten uitgegeven dan in 2023. In de jaren 2029 tot en met 2033 worden er vervolgens weer structureel minder reisdocumenten uitgegeven.
Vrijval voorzieningen
Om te voorkomen dat er grote fluctuaties in de kostprijs van reisdocumenten ontstaan als gevolg van de invoering van de tienjarige geldigheid, heeft RvIG een egalisatievoorziening opgebouwd. Deze egalisatievoorziening zal in het begin van 2024 volledig uitgeput zijn. Zodoende zal vanaf 2024 geen vrijval uit egalisatievoorziening plaatsvinden.
Lasten
Apparaatskosten
Personele kosten
De personele lasten bedragen € 67,7 mln. De verhoging van de personele kosten betreft van DICTU over te nemen externe inhuur ten behoeve van de voorgenomen transitie van DICTU naar RvIG van uitbestede dienstverlening ten behoeve van platform- en applicatiebeheer. Daarnaast heeft RvIG te maken met tijdelijke externe inhuur ten behoeve van incidentele projecten, zoals VRS en RODS.
Materiële kosten
Het grootste gedeelte van de lasten betreft de kosten die worden gemaakt voor de productie en distributie van de reisdocumenten, het in stand houden van het BRP-netwerk, het beheer van de centrale verstrekkingvoorziening van de BRP (BRP-V en RNI) en de beheervoorziening BSN, CMI, PIVA-V en Sédula. Voor de uitvoering van de taken maakt RvIG gebruik van geautomatiseerde systemen.
Er vindt een verschuiving plaats van materiële kosten naar externe inhuur als gevolg van de voorgenomen transitie van uitbestede dienstverlening naar RvIG.
Als gevolg van verwachte toename in de uitgifte van reisdocumenten stijgen de productiekosten van de reisdocumenten.
Afschrijvingskosten
Op de materiële activa wordt in 2025 € 7,0 mln. afgeschreven. Dit betreft de afschrijving op de investering van de vernieuwde RvIG-infrastructuur en de systemen ten behoeve van het aanvragen en uitgeven van reisdocumenten. Daarnaast is sprake van afschrijvingen ad € 4,5 mln. op immateriële vaste activa, zijnde de ontwikkelde (IT-)verbeteringen binnen onder andere VRS.
Saldo van baten en lasten
De kosten voor het beheren van de BRP worden doorberekend aan de gebruikers met een kostendekkend tarief in de vorm van een abonnementsprijs. Deze doorberekening vindt deels via het Ministerie van BZK en deels rechtstreeks aan derden plaats. De kosten voor het beheren van de reisdocumentenketen, innovatie, investering en de kosten van de productie en distributie worden in de huidige systematiek gedekt uit het tarief dat RvIG in rekening brengt bij de uitgevende instanties. De overige opdrachten worden betaald door de opdrachtgever, namelijk het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Uitgangspunt voor de begroting van baten en lasten van RvIG is een kostendekkende exploitatie.
Om te voorkomen dat er grote fluctuaties in de kostprijs van reisdocumenten ontstaan als gevolg van de invoering van de tienjarige geldigheid, wordt bij de kostprijsberekening uitgegaan van kostendekkendheid over een periode van 10 jaar. Hierdoor is in de jaren 2025 tot en met 2028 sprake van een positief resultaat, aangezien in die periode structureel meer reisdocumenten worden uitgegeven dan in de jaren 2029 tot en met 2033. RvIG maakt over de administratieve verwerkingswijze afspraken met het Ministerie van Financiën.
Kasstroomoverzicht
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 65.072 | 21.886 | 12.106 | 41.814 | 75.462 | 108.270 | 139.883 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 162.369 | 189.992 | 236.033 | 245.846 | 241.959 | 231.068 | 174.076 | |
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 204.670 | ‒ 185.261 | ‒ 203.225 | ‒ 209.198 | ‒ 207.651 | ‒ 198.955 | ‒ 168.879 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | ‒ 42.301 | 4.731 | 32.808 | 36.648 | 34.308 | 32.113 | 5.197 |
-/- totaal investeringen | ‒ 10.519 | ‒ 4.877 | ‒ 3.100 | ‒ 3.000 | ‒ 1.500 | ‒ 500 | ‒ 500 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 10.519 | ‒ 4.877 | ‒ 3.100 | ‒ 3.000 | ‒ 1.500 | ‒ 500 | ‒ 500 |
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
-/- aflossingen op leningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 12.252 | 21.740 | 41.814 | 75.462 | 108.270 | 139.883 | 144.580 |
Toelichting
Operationele kasstroom
In 2025 vertoont de operationele kasstroom een positief saldo. Dit wordt met name veroorzaakt doordat vanaf 2024 het aantal aangevraagde 10-jarige reisdocumenten toeneemt, waardoor de kasontvangsten oplopen.
Investeringskasstroom
Voor 2025 wordt de omvang van de investeringen geraamd op € 3,1 mln. Dit betreft investeringen ten behoeve van het programma VRS en investeringen met betrekking tot de doorontwikkeling van en vernieuwingen aan ICT-platformen en -infrastructuur.
Doelmatigheidsindicatoren
Omschrijving Generiek Deel | |||||||
FTE-totaal (excl. externe inhuur) | 296 | 324 | 329 | 329 | 329 | 329 | 329 |
Saldo van baten en lasten (%) | ‒ 5,38% | ‒ 9,20% | 0,00% | 0,00% | 0,00% | 0,00% | 0,00% |
Klanttevredenheid | n.v.t. | 7,8 | n.v.t. | 8 | n.v.t. | 8 | n.v.t. |
Omschrijving Specifiek Deel | |||||||
Kostprijzen per product (in €) | |||||||
Abonnementsstructuur (B) | 720 | 970 | 2.310 | 2.420 | 2.680 | 2.700 | 2.710 |
Reisdocumenten: Paspoort 5 jaar | 24,66 | 26,07 | 27,01 | 27,71 | 28,43 | 29,17 | 29,93 |
Reisdocumenten: Paspoort 10 jaar | 43,64 | 46,15 | 47,81 | 49,05 | 50,33 | 51,64 | 52,98 |
Identiteitskaart 5 jaar | 7,84 | 6,59 | 6,83 | 7,01 | 7,19 | 7,38 | 7,57 |
Identiteitskaart 10 jaar | 40,24 | 37,61 | 38,96 | 39,97 | 41,01 | 42,08 | 43,17 |
Beschikbaarheid | |||||||
Beschikbaarheid GBA netwerk | 100% | 100,00% | 95,00% | 97,00% | 98,00% | 98,00% | 98,00% |
Beschikbaarheid GBA-V | 100% | 99,90% | 95,00% | 97,00% | 98,00% | 98,00% | 98,00% |
responsetijd GBA-V | <3 sec | <3 sec | <3 sec | <3 sec | <3 sec | <3 sec | <3 sec |
Beschikbaarheid basisregister | 100% | 99,90% | 95,00% | 97,00% | 98,00% | 98,00% | 98,00% |
Beschikbaarheid verificatieregister | 100% | 99,90% | 95,00% | 97,00% | 98,00% | 98,00% | 98,00% |
Beschikbaarheid BSN | 100% | 99,90% | 95,00% | 97,00% | 98,00% | 98,00% | 98,00% |
Toelichting
Generiek Deel
Fte-totaal
Het aantal FTE is in 2025 in lijn met de begroting 2024.
Klanttevredenheid
Tweejaarlijks vindt er een klanttevredenheidsonderzoek plaats. Het eerstvolgende klanttevredenheidsonderzoek zal plaatsvinden in 2026.
Specifiek Deel
Kostprijzen per product
RvIG streeft ernaar om de kostprijzen per product zo constant mogelijk te houden.
De hoogte van de leges die RvIG in rekening brengt bij de uitgevende instanties, zoals de gemeenten, de buitenlandse posten en de Caribische gemeenten (Bonaire, Eustatius en Saba), is exclusief de gemeentelijke leges en eventuele spoedtoeslagen.
Beschikbaarheid
De doelstelling in 2025 met betrekking tot de beschikbaarheid van de diverse ICT-voorzieningen is het halen van de gestelde normen, als opgenomen onder de kwaliteitsindicatoren in bovenstaande tabel.
5.2 Logius
Inleiding
Logius is de dienst digitale overheid en onderdeel van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Logius beheert en ontwikkelt producten en diensten voor de overheid en organisaties met een publieke taak. Daarmee kunnen burgers en bedrijven digitaal hun zaken met hen regelen. Ook geven wij laagdrempelig toegang tot betrouwbare overheidsinformatie. Burgers kunnen onder andere digitaal belastingaangifte doen, digitale post ontvangen en veilig privacygevoelige data delen met onder andere de overheid en zorgverzekeraars. Dit dankzij producten en diensten zoals DigiD, MijnOverheid en Digipoort. Logius zorgt ervoor dat zij veilig toegang krijgen tot de digitale overheid en dat hun gegevens daar veilig worden uitgewisseld. Daarnaast zorgt zij voor betrouwbare informatie van en over de overheid. Daar waar al succesvolle oplossingen beschikbaar zijn, stimuleert Logius het gebruik van (open) standaarden. Zij organiseert dat zulke oplossingen eenvoudig en eenduidig met elkaar samenwerken in stelsels zoals Diginetwerk en PKIoverheid. Logius werkt hiervoor nauw samen met andere overheden en organisaties met een publieke taak, waar de behoefte van eindgebruikers, burgers en bedrijven centraal wordt gezet.
Dienstverlening
Logius biedt dienstverlening op de volgende gebieden:
Domein Toegang
Met diensten en producten van Logius kan veilig en makkelijk toegang worden gegeven tot online dienstverlening. Niet alleen vanuit Nederland, maar ook daarbuiten. Vaak gaat het om privacygevoelige gegevens. Logius biedt de zekerheid dat gegevens met de juiste persoon of het juiste bedrijf worden gedeeld.
Regie op Stelsels en Standaarden
De digitale dienstverlening aan burgers en bedrijven is veilig, herkenbaar en makkelijk door het gebruik van uniforme standaarden en stelsels. Daarvoor maken organisaties met een publieke taak sectoroverschrijdende afspraken. Logius heeft de regie op het maken, vastleggen en actualiseren van die afspraken en organiseert daarvoor publiek- private samenwerking.
Domein Gegevensuitwisseling
Logius biedt oplossingen voor elektronisch berichtenverkeer tussen overheden en hun ketenpartners. Dit maakt het ontsluiten en beschikbaar stellen van gegevens mogelijk én hierdoor wordt informatie maar één keer aangeleverd.
Domein Interactie
Dankzij de dienstverlening van Logius kunnen gegevens veilig, betrouwbaar en gestandaardiseerd tussen overheden, burgers en bedrijven worden uitgewisseld. Logius maakt dit mogelijk als ketenpartner voor de digitale overheid. De dienstverlening van Logius biedt eveneens oplossingen om de gegevens in de basisregistraties op orde te houden en uit te wisselen.
Domein Infrastructuur
Digitale diensten kunnen snel en schaalbaar worden opgebouwd met het IT-fundament van Logius. Daarmee wordt altijd voldaan aan de laatste veiligheidseisen, standaarden en regelgeving. Ook zorgt Logius voor betrouwbare verbindingen voor het transport van uw data naar burgers, bedrijven en overheden.
Domein Publicatie
Iedereen laagdrempelig toegang geven tot betrouwbare overheidsinformatie. Daarbij ondersteunt Kennis- en Exploitatiecentrum Officiële Overheidspublicaties (KOOP) alle overheidsorganisaties als uitgever van de overheid, zodat zij voldoen aan de wettelijke taken op het gebied van publicatie. Ook ondersteunt KOOP bij het verbeteren van het wet- en regelgevingsproces en het actief openbaar maken van overheidsinformatie.
Logius voorziet dat naast het borgen van continuïteit en veiligheid van dienstverlening, investeren in het fundament van belang is voor het garanderen van een veilige, flexibele en wendbare digitale overheid. De volgende drie elementen vormen tezamen de kapstok voor ons werk in de komende jaren.
Continuïteit en veiligheid dienstverlening
De continuïteit en veiligheid van onze dienstverlening staat centraal bij ons. Dit doet Logius door alles wat het in beheer heeft te onderhouden en hierop kleine doorontwikkeling door te voeren. Dat betekent dat de dienstverlening niet alleen op een solide infrastructuur moet draaien, maar daarnaast ook blijvend aandacht moet zijn voor beveiligingsaspecten. Daarom staat naast continuïteit en veiligheid ook incident- en crisismanagement hoog in het vaandel bij Logius.
Vernieuwen van het fundament
Logius zet belangrijke stappen om het fundament voor de digitale overheid te vernieuwen, waardoor dit toekomstbestendig wordt, beter schaalbaar is en flexibel ingezet kan worden.
Wet- en regelgeving
Logius geeft invulling aan de implementatie van wet- en regelgeving. Hier kan gedacht worden aan de wet Digitale Overheid of de Wet elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst. Hiervoor moeten bestaande producten en diensten aangepast worden of moet Logius de dienstverlening richting andere overheidsdienstverleners ontsluiten.
Staat van Baten en Lasten
Baten | |||||||
- Omzet | 325.187 | 345.770 | 380.145 | 380.145 | 380.145 | 380.145 | 380.145 |
waarvan omzet moederdepartement | 296.618 | 312.338 | 342.277 | 342.277 | 342.277 | 342.277 | 342.277 |
waarvan omzet overige departementen | 21.456 | 17.109 | 19.490 | 19.490 | 19.490 | 19.490 | 19.490 |
waarvan omzet derden | 7.113 | 16.323 | 18.378 | 18.378 | 18.378 | 18.378 | 18.378 |
Rentebaten | 1.474 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 4.872 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 331.533 | 345.770 | 380.145 | 380.145 | 380.145 | 380.145 | 380.145 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 325.657 | 345.735 | 380.095 | 380.095 | 380.095 | 380.095 | 380.095 |
- Personele kosten | 126.162 | 124.759 | 144.135 | 144.135 | 144.135 | 144.135 | 144.135 |
waarvan eigen personeel | 56.253 | 68.739 | 78.416 | 78.416 | 78.416 | 78.416 | 78.416 |
waarvan inhuur externen | 66.027 | 51.566 | 60.697 | 60.697 | 60.697 | 60.697 | 60.697 |
waarvan overige personele kosten | 3.882 | 4.454 | 5.022 | 5.022 | 5.022 | 5.022 | 5.022 |
- Materiële kosten | 199.495 | 220.976 | 235.960 | 235.960 | 235.960 | 235.960 | 235.960 |
waarvan apparaat ICT | 10.753 | 8.009 | 8.303 | 8.303 | 8.303 | 8.303 | 8.303 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 831 | 3.646 | 4.520 | 4.520 | 4.520 | 4.520 | 4.520 |
waarvan overige materiële kosten | 187.910 | 209.321 | 223.137 | 223.137 | 223.137 | 223.137 | 223.137 |
Rentelasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Afschrijvingskosten | 12 | 35 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 |
- Materieel | 0 | 25 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 0 | 25 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 |
- Immaterieel | 0 | 10 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan dotaties voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 325.669 | 345.770 | 380.145 | 380.145 | 380.145 | 380.145 | 380.145 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 5.864 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 5.864 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Baten
Totaal
Beheer & Exploitatie (GDI) - Centrale Financiering | 223.804 | 244.387 | 0 | 0 | 244.387 |
Notificatieservice (GDI) | 3.052 | 3.052 | 0 | 0 | 3.052 |
Centraal Aansluitpunt (CA) | 1.698 | 0 | 729 | 0 | 729 |
Standaard Platform (SP) | 9.587 | 0 | 0 | 10.237 | 10.237 |
Haagse Ring & Netwerkdiensten | 12.322 | 0 | 13.077 | 0 | 13.077 |
eID-Bsnk | 10.643 | 7.872 | 0 | 0 | 7.872 |
Stelsel Toegang (incl. Vertegenw.) | 0 | 7.373 | 0 | 0 | 7.373 |
SIEM/SOC voor de Kiesraad | 200 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subtotaal Beheer & Exploitatie (Niet GDI) | 34.450 | 15.245 | 13.806 | 10.237 | 39.288 |
Totaal Beheer & Exploitatie | 261.306 | 262.684 | 13.806 | 10.237 | 286.727 |
- Stelsel Toegang (in 2025 incl. Vertegenw.) | 14.773 | 4.075 | 0 | 0 | 4.075 |
- Federatief Berichten Stelsel (FBS) | 10.824 | 11.618 | 0 | 0 | 11.618 |
- Herbouw Digipoort | 7.991 | 8.570 | 0 | 0 | 8.570 |
- Vertegenwoordigen (in 2025 naar Stelsel Toeg.) | 2.500 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Doorontwikkeling Mijn Overheid | 3.329 | 4.728 | 0 | 0 | 4.728 |
- Federatief Datastelsel | 1.500 | 1.606 | 0 | 0 | 1.606 |
- Diginetwerk | 300 | 320 | 0 | 0 | 320 |
- Programma's Domein Toegang (incl. Wallet) | 0 | 5.119 | 0 | 0 | 5.119 |
- Doorontwikkeling DigiToegankelijk | 0 | 2.782 | 0 | 0 | 2.782 |
- BZK transparant | 0 | 815 | 0 | 0 | 815 |
Ntb | 0 | 0 | 0 | 0 | ‒ |
Totaal Doorontwikkeling | 41.218 | 39.632 | 0 | 0 | 39.632 |
Totaal KOOP | 45.104 | 39.962 | 5.684 | 8.141 | 53.787 |
Totaal | 347.628 | 342.278 | 19.490 | 18.378 | 380.146 |
Omzet moederdepartement
Omzet moederdepartement bestaat uit de centrale financiering voor de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI), overige dienstverlening gefinancierd door BZK en de bijdrage voor doorontwikkeling.
Voor de omzet B&E GDI geldt in het kader van de centrale financiering jaarlijks één opdracht B&E-GDI. De toename van € 223,8 mln. met € 20,6 mln. naar € 244,4 mln. wordt veroorzaakt door loon- en prijsontwikkelingen en gewijzigde contractuele prijsafspraken zoals toegelicht onder de lasten.
De toename van de omzet B&E niet GDI van € 34,5 mln. naar € 39,3 mln. wordt veroorzaakt door de in beheer name van de programma’s van Stelsel Toegang (inclusief Vertegenwoordigen).
Ten aanzien van de doorontwikkeling moet de besluitvorming over de vernieuwingsvoorstellen in de Programmeringsraad Generieke Digitale Infrastructuur nog plaatsvinden. Hier staat het aandeel van de door Logius ingediende plannen opgesomd.
Omzet overige departementen
De omzet voor niet GDI-dienstverlening en ook KOOP komt naast het moederdepartement ook vanuit andere departementen, die vooralsnog wel apart in de omzet vermeld worden.
De hogere omzet KOOP (domein Publicatie) wordt veroorzaakt door de ambitieverhoging bij het project Wet Open Overheid (WOO, voorheen PLOOI) ad € 4,2 mln. en in opdracht van 12 uitvoeringsorganisaties de vernieuwing van het Platform Uitvoeringscontent waarmee ook aan de WOO voldaan gaat worden (PUC Next) ad € 1,6 mln. De overige toename wordt verklaard door de toenemende eisen op gebied van compliance en toegenomen hosting kosten.
Omzet derden
Omzet derden bestaat uit omzet voor het Standaard Platform, een gedeelte van de omzet KOOP en een aantal kleinere posten voor dienstverlening die niet onder onder GDI valt, zoals diensten voor waterschappen.
Lasten
Apparaatskosten
Personele kosten
Eigen personeel
De personeelskosten eigen personeel stijgen in 2025 met circa € 9,7 mln. tot € 78,4 mln. Dit wordt voor het grootste gedeelte veroorzaakt door de ingegane salarisverhogingen per 1 juli 2024 als gevolg van het CAO-akkoord 2024-2025.
Inhuur externen
De personeelskosten inhuur externen zijn geraamd op € 60,7 mln. Ten opzichte van de realisatie 2023 (slotwet) ad € 66,0 mln is er sprake van een daling van € 5,3 mln. De afname van externe inhuur wordt veroorzaakt door het feit dat Logius in 2024 gestart is met het op orde brengen van de formatie en bezetting, wat leidt tot een verwachte toename van het aantal (interne) fte’s en een verwachte afname van het aantal externe inhuurkrachten.
Materiële kosten
De materiële kosten bestaan voor het grootste deel uit contractkosten voor de dienstverlening van Logius, zoals deze zijn opgenomen bij de omzet. Deze kosten vallen onder overig materieel en bestaan uit kosten voor leveranciers die zorgen voor onder andere applicatiebeheer, infrastructuurbeheer en hosting van de producten. Daarnaast vallen hier de contractkosten onder voor de bedrijfsvoering.
Een klein deel van de materiële kosten, de kantoorautomatisering en huisvesting, valt onder apparaat ICT en bijdrage SSO's. De bijdrage aan SSO's worden jaarlijks opnieuw bepaald. Als gevolg van indexaties, zijn deze kosten aanzienlijk hoger. Deze kosten worden in rekening gebracht (doorbelast) binnen het Rijk en niet beïnvloedbaar.
De overige materiële kosten stijgen in 2025 met circa € 13,8 mln. tot € 223,1 mln. De belangrijkste verklaring voor deze toename zijn prijsontwikkelingen/indexeringen op contracten. Daarnaast nemen ook de kosten van KOOP toe. Uitkomst van lopende contractonderhandelingen kunnen leiden tot hogere kosten en worden in de suppletoire begroting verwerkt.
Kasstroomoverzicht
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 49.156 | 72.404 | 72.404 | 72.404 | 72.404 | 72.404 | 72.404 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 370.921 | 345.770 | 380.145 | 380.145 | 380.145 | 380.145 | 380.145 | |
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 332.663 | ‒ 345.770 | ‒ 380.145 | ‒ 380.145 | ‒ 380.145 | ‒ 380.145 | ‒ 380.145 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 38.258 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
-/- totaal investeringen | ‒ 63 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 63 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 564 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
-/- aflossingen op leningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 564 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 87.915 | 72.404 | 72.404 | 72.404 | 72.404 | 72.404 | 72.404 |
Toelichting
Operationele kasstroom
In alle jaren is uitgegaan van een exploitatieresultaat dat nihil is.
Omschrijving Generiek Deel | |||||||
Totale omzet | € 325 mln. | € 346 mln. | € 380 mln. | € 380 mln. | € 380 mln. | € 380 mln. | € 380 mln. |
Saldo van baten en lasten (%) | 0,89% | 0,00% | 0,00% | 0 | 0 | 0 | 0 |
FTE-totaal (excl. externe inhuur) | 559 | 701 | 701 | 701 | 701 | 701 | 701 |
Fte overhead | 22,0% | 22,2% | 22,2% | 22,2% | 22,2% | 22,2% | 22,2% |
Klanttevredenheid (KTO) | niet uitgevoerd | gepland | gepland | gepland | gepland | gepland | gepland |
Medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) | uitgevoerd | n.v.t. | gepland | n.v.t. | gepland | n.v.t. | gepland |
Benchmark | uitgevoerd | gepland | gepland | gepland | gepland | gepland | gepland |
Omschrijving Specifiek Deel | |||||||
DigiD | |||||||
* Aantal DigiD authenticaties | 480 mln. | 558 mln. | 500 mln | 500 mln | 500 mln | 500 mln | 500 mln |
*DigiD Machtigen | 13 mln. | 30 mln. | 16,4 mln | 16,5 mln | 16,6 mln | 16,7 mln | 16,8 mln |
MijnOverheid | |||||||
* Aantal berichten | 86 mln. | 80 mln. | 85 mln. | 86 mln. | 87 mln. | 88 mln. | 89 mln. |
Digipoort | |||||||
* Aantal berichten via Digipoort | 68 mln. | 67 mln. | 67 mln. | 67 mln. | 67 mln. | 67 mln. | 67 mln. |
Beschikbaarheid Dienstverlening | |||||||
DigiD | 99,79% | 99,50% | 99,50% | 99,50% | 99,50% | 99,50% | 99,50% |
DigiD Machtigen | 99,59% | 99,50% | 99,50% | 99,50% | 99,50% | 99,50% | 99,50% |
MijnOverheid | 99,96% | 99,00% | 99,00% | 99,00% | 99,00% | 99,00% | 99,00% |
Pkloverheid | 100,00% | 99,00% | 99,00% | 99,00% | 99,00% | 99,00% | 99,00% |
Diginetwerk | 100,00% | 99,00% | 99,00% | 99,00% | 99,00% | 99,00% | 99,00% |
Stelsteldiensten (Digimelding, Digilevering, OIN-register, Stelselcatalogus) | 99,93% | 98,00% | 98,00% | 98,00% | 98,00% | 98,00% | 98,00% |
Digipoort; Procesinfrastructuur (SBR) | 100,00% | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
- Operational Excellence | 100,00% | 99,70% | 99,70% | 99,70% | 99,70% | 99,70% | 99,70% |
- Baseline | 100,00% | 95,00% | 95,00% | 95,00% | 95,00% | 95,00% | 95,00% |
- B2 | 100,00% | 99,70% | 99,70% | 99,70% | 99,70% | 99,70% | 99,70% |
- portalen (SBR en inzien & intrekken Machtingen) | ‒ | 95,00% | 95,00% | 95,00% | 95,00% | 95,00% | 95,00% |
BSN Koppelregister | 99,77% | 99,20% | 99,20% | 99,20% | 99,20% | 99,20% | 99,20% |
Beschikbaarheid eerstelijns burgeronderzoek | |||||||
Aanname % Calls ‒ 1e lijns klantcontactor | |||||||
- DigiD en DigiD Machtigen | 87,50% | 97,00% | 97,00% | 97,00% | 97,00% | 97,00% | 97,00% |
- MijnOverheid | 88,40% | 97,00% | 97,00% | 97,00% | 97,00% | 97,00% | 97,00% |
ServiceLevel Calls 80/20 ‒ 1e lijns klantcontactcenter | |||||||
- DigiD en DigiD Machtigen | 49,20% | 80,00% | 80,00% | 80,00% | 80,00% | 80,00% | 80,00% |
- MijnOverheid | 50,20% | 80,00% | 80,00% | 80,00% | 80,00% | 80,00% | 80,00% |
Beschikbaarheid eerstelijns burger en bedrijven ondersteuning | |||||||
- SBR | ‒ | 80,0% | 80,0% | 80,0% | 80,0% | 80,0% | 80,0% |
Toelichting
Algemeen
Voor de meeste doelmatigheidsindicatoren geldt dat Logius afhankelijk is van externe opdrachtgevers (bijvoorbeeld de Belastingdienst als het gaat om volumes).
Generiek deel
- Totale omzet. Dit is het totaal van de baten (= omzet), die gelijk zijn aan de lasten (= apparaatskosten).
- Saldo van baten en lasten. Begrotingtechnisch is dit altijd nul.
- Fte totaal (excl. externe inhuur). Dit is de formatie in fte van eigen personeel.
- Klanttevredenheid. Logius organiseert jaarlijks een onderzoek naar de bevindingen van de dienstverlening bij de afnemers.
- Medewerkerstevredenheid. Logius organiseert tweejaarlijks een onderzoek naar de werkomstandigheden van werknemers.
Specifiek deel
- DigiD aantal authenticaties. Dit is het aantal keer dat men zich door middel van DigiD identificeert.
- DigiD aantal machtigen. Dit is het aantal keer dat men zich laat machtigen door middel van DigiD.
- Mijn Overheid aantal berichten. Dit is het aantal berichten dat via Mijn Overheid wordt verstuurd.
- Digipoort aantal berichten. Dit is het aantal berichten dat via Digipoort wordt verstuurd.
- Beschikbaarheid eerstelijnsburgerondersteuning. Aanname % Calls betreft aantal keren dat er contact was nadat men heeft gebeld; Service Level Calls 80/20 betreft het aantal afgehandelde vragen.
5.3 Organisatie & Personeel Rijk (O&P Rijk)
Inleiding
Organisatie en Personeel Rijk (O&P Rijk) staat voor een Rijksoverheid waar iedereen gelijkwaardige kansen krijgt en duurzaam, passend en zinvol werk verricht. O&P Rijk is er voor medewerkers, managers en organisaties.
O&P Rijk wil aansluiten bij de rijksbrede opgaves en de prioriteiten van de Interdepartementale Commissie Bedrijfsvoering Rijksdienst (ICBR), de Interdepartementale Commissie Organisatie en Personeelsbeleid (ICOP) en de Directie Ambtenaar en Organisatie (DGDOO), in plaats van individuele producten te leveren. Dankzij deze verbeterde multidisciplinaire samenwerking is O&P Rijk beter gepositioneerd om integraal aan de behoeften van de klant te voldoen.
O&P Rijk levert de volgende diensten:
Binnenwerk zet zich in voor het realiseren van de Banenafspraak; de creatie van uiteindelijk 1.500 extra banen in teamverband voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in 2025. Daarmee wordt bijgedragen aan een inclusievere en meer diverse Rijksoverheid;
P-Direkt standaardiseert en uniformeert ondersteunende HR- en organisatie-dienstverlening, zoals een goede en tijdige salaris- en HR-administratie, duidelijke HR-informatievoorziening en een helder ingericht personeelsdossier voor ongeveer 160.000 werknemers;
Organisatieadvies levert advies, onderzoek, implementatie en begeleiding bij alle aspecten voor de inrichting van een moderne Rijksdienst. Zowel bij organisatieinrichting, organisatieonderzoek, instrumentontwikkeling, flexibele organisaties, evaluatie als kennisdeling;
Advocaten en Adviseurs Arbeidsrecht geeft management en P&O-professionals juridisch advies en bijstand en adviseert over beleidsvorming;
Diversiteit & Inclusie ondersteunt het Rijk bij het bevorderen van divers en inclusief denken en handelen op de werkvloer. Inclusiviteit geeft advies, trainingen en colleges, werft, bemiddelt en begeleidt;
Arbeidsmarkt zorgt voor een aantrekkelijke arbeidsmarktcommunicatie en een soepel lopend werving- en selectieproces voor zowel vast als tijdelijk. Het doel is de juiste kandidaat, op de juiste plek op het juiste moment;
Loopbaan- en Talentontwikkeling versterkt management en medewerkers bij talentontwikkeling en het vormgeven van de loopbaan en ontwikkelt tools die regie op de loopbaan mogelijk maken. De implementatie van de rijksbrede werving- en selectietool zal in 2025 worden gecontinueerd;
Bedrijfszorg adviseert over gezonde organisaties en gezond werken binnen het Rijk en zet zich in om de duurzame inzetbaarheid en het werkplezier van medewerkers binnen het Rijk te vergroten;
De ontwikkeling van de dienstverlening gebeurt naar aanleiding van de behoefte, in overleg met en in opdracht van de opdrachtgevers en de afnemers. Dit wordt vastgelegd in de Bestuurlijke Overleggen. De hoofdpunten voor 2025 zijn hieronder samengevat.
Integratie van organisatieonderdelen tot één
2025 zal voor een belangrijk deel in het teken staan van de volledige integratie van de samengevoegde onderdelen: de shared service organisatie P-Direkt en de onderdelen Personeel en Binnenwerk van de voormalig shared service organisatie UBR.
Het verbeteren van de huidige dienstverlening
De technologische ontwikkeling gaat snel. Dit opent mogelijkheden om onze bestaande diensten te verbeteren. In 2025 wordt verder gegaan met (de voorbereiding van) de transitie van de on-premises-applicaties met een rijksbreed karakter naar applicaties in de cloud: met veel aandacht voor de veiligheid. Voordelen daarvan zijn onder andere flexibele opslag en rekencapaciteit en makkelijke bereikbaarheid voor medewerkers en afnemers.
Staat van baten en lasten
Baten | |||||||
- Omzet | 260.521 | 314.174 | 362.210 | 362.210 | 362.210 | 362.210 | 362.210 |
waarvan omzet moederdepartement | 144.819 | 159.783 | 168.237 | 168.237 | 168.237 | 168.237 | 168.237 |
waarvan omzet overige departementen | 113.663 | 146.207 | 191.922 | 191.922 | 191.922 | 191.922 | 191.922 |
waarvan omzet derden | 2.039 | 8.184 | 2.051 | 2.051 | 2.051 | 2.051 | 2.051 |
Rentebaten | 1.347 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 750 | 0 | 175 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 262.618 | 314.174 | 362.385 | 362.210 | 362.210 | 362.210 | 362.210 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 247.069 | 311.946 | 360.332 | 360.157 | 360.157 | 360.157 | 360.157 |
- Personele kosten | 154.047 | 207.786 | 210.159 | 210.159 | 210.159 | 210.159 | 210.159 |
waarvan eigen personeel | 124.694 | 178.256 | 181.289 | 181.289 | 181.289 | 181.289 | 181.289 |
waarvan inhuur externen | 27.026 | 20.952 | 23.776 | 23.776 | 23.776 | 23.776 | 23.776 |
waarvan overige personele kosten | 2.327 | 8.578 | 5.094 | 5.094 | 5.094 | 5.094 | 5.094 |
- Materiële kosten | 93.022 | 104.160 | 150.173 | 149.998 | 149.998 | 149.998 | 149.998 |
waarvan apparaat ICT | 14.041 | 13.107 | 13.694 | 13.694 | 13.694 | 13.694 | 13.694 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 42.236 | 51.160 | 47.792 | 47.792 | 47.792 | 47.792 | 47.792 |
waarvan overige materiële kosten | 36.745 | 39.893 | 88.687 | 88.512 | 88.512 | 88.512 | 88.512 |
Rentelasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Afschrijvingskosten | 1.715 | 2.228 | 2.053 | 2.053 | 2.053 | 2.053 | 2.053 |
- Materieel | 104 | 159 | 102 | 102 | 102 | 102 | 102 |
waarvan apparaat ICT | 98 | 159 | 102 | 102 | 102 | 102 | 102 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 6 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Immaterieel | 1.611 | 2.069 | 1.951 | 1.951 | 1.951 | 1.951 | 1.951 |
Overige lasten | 102 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan dotaties voorzieningen | 102 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 248.886 | 314.174 | 362.385 | 362.210 | 362.210 | 362.210 | 362.210 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 13.732 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 13.732 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Baten
Generieke Dienst | 159.411 | 135.594 | 542 | 295.547 |
Specifiek/Maatwerk | 8.826 | 56.328 | 1.509 | 66.663 |
Projecten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige Ontvangsten / bijdragen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 168.237 | 191.922 | 2.051 | 362.210 |
Omzet
Omzet moederdepartement
De omzet stijgt in 2025 ten opzichte van 2024 voornamelijk als gevolg van de prijs- en productieafspraken voor het jaar 2025. Zo stijgt het aantallen medewerkers bij de het moederdepartement met bijna 1.000 individuele arbeidsrelaties (IAR).
Omzet overige departementen
De omzet stijgt in 2025 ten opzichte van 2024 voornamelijk als gevolg van de toevoeging van de dienst Regie uitvoering Ontslaguitkeringen Rijk en mutaties als gevolg van de prijs- en productieafspraken voor het jaar 2025. Zo stijgen de aantallen medewerkers bij de departementen met bijna 9.000 individuele arbeidsrelaties (IAR) en is de prognose 2025 voor de Rijksbrede afspraak voor arbeidsparticipatie 1.285 banen gemiddeld.
Omzet derden
O&P Rijk levert naast de basis dienstverlening aan een aantal ZBO’s met eigen rechtspersoonlijkheid, de rijksbrede ICT-voorziening Rijkspas aan de Nationale Politie en Arbeidsmarktcommunicatiediensten aan de gemeenten.
Lasten
Apparaatskosten
Personele kosten
De stijging van de kosten van eigen personeel is beperkt, ondanks het feit dat het opbouwen van de ondersteunende business units Informatievoorziening, Bedrijfsvoering en Strategie en Beleid extra capaciteit vergt. Het verdisconteren van de geprognosticeerde prijsstijging en benodigde aanvullende capaciteit om het extra werkaanbod, door de stijging van het aantal departementale werknemers en de hogere gerealiseerde banen voor arbeidsparticipanten, heeft een beperkt effect als gevolg van behaalde efficiency in de productie.
O&P Rijk zet in op verlaging van de kosten van extern personeel maar voor sommige rijksbrede programma’s en samenwerking blijft de inhuur van specialistische expertise vaak noodzakelijk omdat die oftewel uniek is en niet te internaliseren dan wel niet structureel noodzakelijk en daarom niet efficiënt om in dienst te nemen.
Materiële kosten
Bijdrage aan SSO’s
Dit betreft voornamelijk de kosten van kantoorautomatisering, ICT-applicatiebeheer en de huisvestingskosten. De daling van deze kosten is voornamelijk het gevolg van het in eigen beheer nemen van voorheen bij andere overheidsorganisaties inbestede dienstverlening en eliminatie van intercompany dienstverlening van de onderdelen.
Ook betreft het inbesteding van werkzaamheden ten behoeve van de Rijksbrede ICT-voorzieningen Rijkspas, het Rijks Identity Management (RIdM) en het beheer van het rijks identificerend nummer (BvRIN) en het Identity Management beheer (IDM-beheer) voor het ministerie van BZK.
Apparaat ICT
Dit betreft de kosten van systeemlicenties en uitbestede systeemontwikkeling- en beheer. Ook betreft het de uitbesteding van werkzaamheden ten behoeve van de Rijksbrede ICT-voorzieningen Rijkspas, RIdM en BvRIN en het IDM-beheer voor het ministerie van BZK.
Overige materiele kosten
Dit betreft voornamelijk de uitbesteding van werkzaamheden en inkoop van diensten in het kader van de arbodienstverlening, arbeidsrechtelijke diensten en arbeidsmarktcommunicatie. O&P Rijk zet in op verlaging van deze kosten door verambtelijking maar voor sommige diensten en producten blijft uitbesteding aan de markt vooralsnog de leidende factor omdat het functiegebouw Rijk onvoldoende aansluit op de marktsituatie.
Met ingang van medio 2024 wordt de dienst Regie uitvoering Ontslaguitkeringen Rijk door O&P Rijk gecoördineerd en dat is de oorzaak van de forse kostenstijging. De uitvoering is belegd bij een marktpartij.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten bestaan uit afschrijvingen van de investeringen in de immateriële en materiële vaste activa.
Kasstroomoverzicht
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 23.947 | 18.692 | 37.909 | 21.559 | 21.384 | 21.209 | 21.034 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 240.272 | 314.174 | 362.210 | 362.210 | 362.210 | 362.210 | 362.210 | |
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 210.379 | ‒ 316.946 | ‒ 376.507 | ‒ 360.332 | ‒ 360.332 | ‒ 360.332 | ‒ 360.332 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 29.894 | ‒ 2.772 | ‒ 14.297 | 1.878 | 1.878 | 1.878 | 1.878 |
-/- totaal investeringen | ‒ 40 | ‒ 2.558 | ‒ 2.053 | ‒ 2.053 | ‒ 2.053 | ‒ 2.053 | ‒ 2.053 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | ‒ 104 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 144 | ‒ 2.558 | ‒ 2.053 | ‒ 2.053 | ‒ 2.053 | ‒ 2.053 | ‒ 2.053 |
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | ‒ 2.792 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 2.994 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
-/- aflossingen op leningen | ‒ 780 | ‒ 780 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | ‒ 578 | ‒ 780 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 53.119 | 12.582 | 21.559 | 21.384 | 21.209 | 21.034 | 20.859 |
Toelichting
Operationele kasstroom
In 2025 verwacht O&P Rijk een lagere operationele kasstroom door een afloop van de kortlopende schuldposten op de balans.
Investeringskasstroom
In 2025 gaat O&P Rijk door met de realisatie van de investeringsagenda; de vervanging van software die aan het eind van de levensduur is, de verbetering van de efficiency en klantinteractie, het klantvolgsysteem InBeeld, app-ontwikkeling en datagedreven werken. Een grootschalige systeemvervanging voor de P-Direkt dienstverlening wordt momenteel voorbereid maar dat zal voor 2025 nog geen grote impact hebben.
Financieringsstroom
Voor 2025 en volgende jaren wordt geen beroep gedaan op de leenfaciliteit voor de financiering van de systeeminvesteringen. De investeringsomvang is de laatste jaren van zodanige omvang dat O&P Rijk voldoende eigen vermogen heeft om de investeringen voor te financieren.
Overzicht doelmatigheidsindicatoren
O&P Rijk werkt met een Producten- en dienstengids (PDG) inclusief servicelevels. In de PDG zijn de verschillende diensten en activiteiten, leveringsvoorwaarden en de kwaliteitsborging vastgelegd die de ministeries kunnen verwachten.
Omschrijving Generiek Deel | |||||||
Totale omzet basisdienstverlening (x 1.000) | 102.355 | 299.730 | 302.937 | 302.937 | 302.937 | 302.937 | 302.937 |
Totale omzet overige + projecten (x 1.000) | 20.253 | 15.582 | 59.273 | 59.273 | 59.273 | 59.273 | 59.273 |
Fte-totaal (excl. externe inhuur) | 748,5 | 2419,0 | 2637,0 | 2637,0 | 2637,0 | 2637,0 | 2637,0 |
Saldo van baten en lasten (%) | 0,16% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
Medewerkerstevredenheid | 6,9 | 7 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Omschrijving Specifiek Deel diensten Organisatieadvies, Arbeidsrecht, Diversiteit & Inclusie, Loopbaan- en Talentontwikkeling en Bedrijfszorg | |||||||
Omzet per Fte | ‒ | 200.853 | 200.853 | 200.853 | 200.853 | 200.853 | 200.853 |
Declarabiliteit ambtelijk personeel | ‒ | 70,0% | 70,0% | 70,0% | 70,0% | 70,0% | 70,0% |
Declarabiliteit externe inhuur | ‒ | 95,0% | 95,0% | 95,0% | 95,0% | 95,0% | 95,0% |
Omschrijving Specifiek Deel dienst Binnenwerk | |||||||
Kostprijzen per product (groep) | ‒ | 57.430 | 55.112 | 55.112 | 55.112 | 55.112 | 55.112 |
Aantal Binnenwerkbanen | ‒ | 1.500 | 1.285 | 1.285 | 1.285 | 1.285 | 1.285 |
Percentage medewerkers in of met afgerond leer-/ ontwikkeltraject | ‒ | 50,0% | 50,0% | 50,0% | 50,0% | 50,0% | 50,0% |
Omschrijving Specifiek Deel dienst P-Direkt | |||||||
Kostprijzen per product (groep) | 667,1 | 732,20 | 746,63 | 746,63 | 746,63 | 746,63 | 746,63 |
Verloop tarieven/uur (basisjaar 2015 = 713) | 93,6 | 102,7 | 104,7 | 104,7 | 104,7 | 104,7 | 104,7 |
Aantal individuele arbeidsrelaties (IAR) | 159.209 | 159.209 | 168.949 | 168.949 | 168.949 | 168.949 | 168.949 |
Gebruikerstevredenheid | |||||||
De mate waarin medewerkers en managers tevreden zijn over de dienstverlening van P-Direkt | 7,8 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 |
Tijdige afhandeling vragen, klachten, wijzigingen en documenten | |||||||
O&P Rijk beantwoordt vragen en klachten binnen 5 werkdagen. | 94,1% | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% |
O&P Rijk verwerkt wijzigingen binnen 5 werkdagen. | 84,2% | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% |
O&P Rijk archiveert documenten binnen 10 werkdagen. | 23,9% | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% |
De gemiddelde wachttijd per dag aan de telefoon is maximaal 45 seconden. | 81 sec | 45 sec | 45 sec | 45 sec | 45 sec | 45 sec | 45 sec |
Beschikbaarheid systeem | |||||||
Het O&P Rijkportaal is zeven dagen per week en 24 uur per dag beschikbaar. Op werkdagen geldt een beschikbaarheidsnorm tussen 8.00 uur tot 17.00 uur. | 99,9% | 98,0% | 98,0% | 98,0% | 98,0% | 98,0% | 98,0% |
Bereikbaarheid | |||||||
Het contactcenter is bereikbaar van 8.00 uur tot 22.00 uur | 99,90% | 98,00% | 98,00% | 98,00% | 98,00% | 98,00% | 98,00% |
Betrouwbaarheid | |||||||
O&P Rijk zorgt voor volledige en tijdige dataleveringen via interfaces. | 100,0% | 98,0% | 98,0% | 98,0% | 98,0% | 98,0% | 98,0% |
O&P Rijk verwerkt wijzigingen op een juiste manier. | 98,2% | 98,0% | 98,0% | 98,0% | 98,0% | 98,0% | 98,0% |
Toelichting
Generiek deel
Fte-Totaal
O&P Rijk is ontstaan uit de onderdelen P-Direkt, UBR-Personeel en UBR-Binnenwerk. De organisatie is in 2024 getransformeerd naar een organisatie waaruit vanuit 5 dienstverlenende business units diensten worden aangeboden: Binnenwerk, Bedrijfszorg, Diversiteit arbeidsmarkt loopbaan en talentontwikkeling, Organisatie- en arbeidsrechtadvies en P-Direkt dienstverlening.
Kostprijs
O&P Rijk realiseert in opdracht van de eigenaar jaarlijks goedkopere basisdienstverlening. Voor het jaar 2025 zal O&P Rijk de prijsstijging op de productiekosten niet volledig verdisconteren in de tarieven, waarmee minimaal 1% wordt bespaard op de totale kosten van de uitvoering. O&P Rijk verantwoordt zich naar de eigenaar en de centraal opdrachtgever, respectievelijk de achterliggende departementen.
De behaalde resultaten worden drie keer per jaar in de bestuurlijke overleggen (BO) besproken. De BO’s kennen naast de directeur O&P Rijk (de opdrachtnemer) de volgende deelnemers: de gedelegeerd eigenaar, de centraal opdrachtgever (CO) of een vertegenwoordiging van de opdrachtgevers, de financieel deskundige en een vertegenwoordiging van de afnemers.
Specifiek deel / Diensten
Merk Organisatieadvies, Arbeidsrecht, Diversiteit en Inclusie, Loopbaan en Talentontwikkeling en Bedrijfszorg - Omzet en Declarabiliteit
De omzet is het beoogde minimum om de omzetbegroting te halen. Daaraan ten grondslag liggen minimale declarabiliteitsnormen voor de interne en externe medewerkers in het primaire proces.
Merk Binnenwerk - Aantal banen en Kostprijs
Binnenwerk realiseert in 2025 gemiddeld 1.285 banen in 9 categorieën (o.a. Bosbeheer, archiefbewerking, logistiek) met een gemiddelde kostprijs van € 55.112.
Merk P-Direkt - ICT diensten
P-Direkt verantwoordt zich naar de centraal opdrachtgever, respectievelijk de achterliggende departementen, door een aantal servicelevels op de dienstverlening, beschikbaarheid en bereikbaarheid. De servicelevels gelden voor het hele jaar en zijn voor alle klanten hetzelfde. De servicelevels zijn geen doel op zich, maar minimale normen.
5.4 Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie (RODI)
Inleiding
De Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie (Rijksorganisatie ODI) is op 1 januari 2023 gestart als zelfstandig agentschap binnen het directoraat-generaal Vastgoed & Bedrijfsvoering Rijk (DGVBR) van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Het jaar 2025 staat voornamelijk in het teken van het definitief vormen van Rijksorganisatie ODI en het afronden van de transitieactiviteiten.
Met actuele kennis van informatisering, organisatievraagstukken, innovatie en met een sterk netwerk, helpen we de opgaven en ambities van de Rijksoverheid te realiseren.
De toegenomen complexiteit van maatschappelijke opgaven zorgt ervoor dat de vraag verandert van opdrachten naar multidisciplinaire opgaves, waarbij een gebundelde innovatie- en executiekracht nodig is om opgaves succesvol uit te voeren. Om samenwerking tussen beleid en uitvoering beter te kunnen organiseren is van belang dat de units en merken van Rijksorganisatie ODI zelf goed samenwerken en investeren in innovatie en kennismanagement.
De krachtige denkers en doeners van Rijksorganisatie ODI willen samen met onze opdrachtgevers bouwen aan een goed functionerende overheid voor de toekomstige generaties. Als Rijkscollega’s pakken we graag complexe vraagstukken aan op het gebied van organisatieontwikkeling, digitalisering en innovatie. Hierbij maken we gebruik van onze realisatiekracht, kennis en netwerk, gebaseerd op actuele inzichten uit de overheid, het onderwijs en de markt.
Met de bundeling van verschillende expertises is het mogelijk om een verschil te maken die aansluit bij de ambities van de Rijksoverheid. Net als in 2024 wordt er in 2025 aan de volgende doorontwikkelingen gewerkt:
- om partner te worden in realisatiekracht en strategisch advies;
- om een kennisintensieve partner te worden;
- een fijne plek te worden om je competenties te verrijken; en
- om een innovatieve organisatie te worden;
- om de huidige dienstverlening als betrouwbare overheidspartner te borgen.
We bouwen hiermee voort op het goede werk dat de afgelopen jaren binnen de verschillende merken is verricht en gedurende de transitie in gang is gezet. Hiermee leggen we de basis voor de daadwerkelijke wording en definitieve vorming van de Rijksorganisatie ODI zoals we die vanaf het begin van deze transitie voor ogen hebben gehad.
Staat van baten en lasten
Baten | |||||||
- Omzet | 88.730 | 101.708 | 115.015 | 117.775 | 120.602 | 123.496 | 126.460 |
waarvan omzet moederdepartement | 34.541 | 41.905 | 48.560 | 49.725 | 50.919 | 52.141 | 53.392 |
waarvan omzet overige departementen | 52.428 | 57.406 | 63.808 | 65.339 | 66.907 | 68.513 | 70.157 |
waarvan omzet derden | 1.761 | 2.397 | 2.647 | 2.711 | 2.776 | 2.842 | 2.911 |
Rentebaten | 116 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 88.846 | 101.708 | 115.015 | 117.775 | 120.602 | 123.496 | 126.460 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 90.338 | 101.708 | 115.015 | 117.775 | 120.602 | 123.496 | 126.460 |
- Personele kosten | 76.341 | 82.227 | 92.534 | 94.755 | 97.029 | 99.358 | 101.742 |
waarvan eigen personeel | 65.598 | 73.802 | 83.907 | 85.920 | 87.983 | 90.094 | 92.256 |
waarvan inhuur externen | 6.626 | 2.728 | 3.127 | 3.202 | 3.279 | 3.358 | 3.438 |
waarvan overige personele kosten | 4.117 | 5.697 | 5.500 | 5.632 | 5.767 | 5.906 | 6.047 |
- Materiële kosten | 13.997 | 19.481 | 22.481 | 23.020 | 23.573 | 24.139 | 24.718 |
waarvan apparaat ICT | 398 | 136 | 433 | 444 | 455 | 465 | 477 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 9.666 | 11.033 | 11.728 | 12.010 | 12.298 | 12.593 | 12.895 |
waarvan overige materiële kosten | 3.933 | 8.312 | 10.319 | 10.567 | 10.821 | 11.080 | 11.346 |
Rentelasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Afschrijvingskosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Materieel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Immaterieel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan dotaties voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 90.338 | 101.708 | 115.015 | 117.775 | 120.602 | 123.496 | 126.460 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | ‒ 1.492 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | ‒ 1.492 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Bij het opstellen van de begroting 2025 is uitgegaan van de 2024 tarieven geïndexeerd met een gewogen gemiddelde loon- en prijsbijstelling van 6,42%. Uitgangspunt voor deze indexatie zijn de CAO Rijk 2024-2025 en CPB-raming voor 2025 inzake de index materiele overheidsconsumptie (IMOC) met 2,2%
Omzet
De OW2024 omzet van € 101,7 mln. is bijgesteld in OW2025 naar €115,0 mln. De toename van € 13,3 mln. (verschil tussen OW2024 en OW2025) wordt verklaard door:
- In OW2024 is rekening gehouden met een tariefstijging van 4,92%. Echter als gevolg van de inflatie en de loonkostenstijging in 2024 door CAO Rijk 2024-2025 is de verwachte tariefstijging in 2024 8,34%. De hogere tariefstijging in 2024 van 3,42% is € 3,5 mln.
- In 2024 worden extra activiteiten verwacht die niet zijn verwerkt in de OW2024, zoals de uitbreiding bij Rijks-ICT Gilde (RIG) (de vraag naar de dienstverlening van RIG neemt toe), extra verkoop van coaching trajecten en het programma Mindful Rijk. Effect van deze extra activiteiten is € 2,9 mln.
- Tariefstijging in 2025 van 6,42% gebaseerd op afgesloten CAO Rijk (1 juli 2024 t/m 31 dec 2025) en CPB-ramingen voor 2025 inzake prijsontwikkeling materiele overheidsconsumptie (IMOC). Dat leidt tot een omzet toename van € 6,9 mln.
In onderstaande tabel zijn de begrote omzetcijfers 2025 per organisatieonderdeel weergegeven:
Digitalisering | 39.120 |
Innovatie | 41.681 |
Organisatie | 20.907 |
Totale omzet | 101.708 |
De bekostigingssystematiek van Rijksorganisatie ODI is P * Q. Rijksorganisatie ODI hanteert kostprijzen/tarieven per product/per uur die in rekening worden gebracht per weggezet product/medewerker bij de opdrachtgevers.
Lasten
Apparaatskosten
De totale lasten in de OW2025 nemen toe met € 13,3 mln., namelijk van € 101,7 mln. in OW2024 naar € 115 mln. (OW2025). Als gevolg van de hogere verwachte omzet ad € 13,3 mln. zijn ook de apparaatskosten in evenredigheid toegenomen.
Personele kosten
Waarvan eigen personeel
De kosten voor eigen personeel in de begroting 2025 zijn € 10,1 mln. hoger. Dit is gerelateerd aan de effecten van de CAO Rijk 2024-2025 van € 5,7 mln. en van de uitbreiding van het aantal formatieplaatsen (totaalbedrag € 4,4 mln.).
Waarvan externe inhuur
De begrote externe inhuur 2024 is € 0,4 mln. hoger en is volledig toe te wijzen aan verwachte prijsstijging volgens IMOC-raming over 2025. Externe inhuur wordt ingezet bij de programma’s HR-ICT en Informatiehuishouding (IHH).
Waarvan overige personele kosten
De geringe afname van de begrote overige personele kosten 2025 met € 0,2 mln. is te verklaren door lagere begrote opleidingskosten bij het onderdeel Rijks-I Traineeship (RITP). Dit komt door efficiëntere inkoop en aangepast opleidingsplan bij RITP.
Materiële kosten
De begrote materiële kosten in 2025 komen € 3,0 mln. hoger uit. Dit wordt enerzijds verklaard door de programma’s Informatiehuishouding (IHH) en Werk aan Uitvoering (WaU) waardoor een aantal activiteiten zoals I-arbeidsmarktcommunicatie, ontwikkeling van IHH multidisciplinaire teams en IHH-onderzoek en innovatie activiteiten worden uitbesteed (€ 2,3 mln.) en anderzijds door stijgende bedrijfsvoeringskosten (€ 0,7 mln.).
Kasstroomoverzicht
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 41.139 | 4.100 | 3.100 | 2.100 | 2.100 | 2.100 | 2.100 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 121.579 | 101.708 | 115.015 | 117.775 | 120.602 | 123.496 | 126.460 | |
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 120.287 | ‒ 102.708 | ‒ 116.015 | ‒ 117.775 | ‒ 120.602 | ‒ 123.496 | ‒ 126.460 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 1.292 | ‒ 1.000 | ‒ 1.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
-/- totaal investeringen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | ‒ 39.754 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 2.738 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
-/- aflossingen op leningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | ‒ 37.016 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 5.415 | 3.100 | 2.100 | 2.100 | 2.100 | 2.100 | 2.100 |
Toelichting
Het verwachte rekeningcourantsaldo van Rijksorganisatie ODI per 1 januari 2025 is € 3,1 mln.
Operationele kasstroom
De mutatie in de operationele kasstroom in 2025 is het gevolg van uitgaven in verband met de transitie- en veranderactiviteiten zoals inrichting van centrale bedrijfsvoering unit, accountmanagement en recruitment activiteiten. Deze uitgaven zijn gericht op kwaliteitsverbetering van de dienstverlening en het doorvoeren van efficiency in de bedrijfsvoering. Uitgangspunt is dat de transitie- en veranderactiviteiten in 2025 worden afgerond met een mogelijke uitloop en nazorg in 2026.
Doelmatigheidsindicatoren
Omschrijving Generiek Deel-RODI | |||||||
Saldo van baten en lasten (%) | ‒ 1,7% | 0,0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% |
Fte-totaal (excl. externe inhuur) | 555 | 573 | 622 | 622 | 622 | 622 | 622 |
Kwaliteitsindicator 1 - MTO | 7,1 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 |
Omschrijving Specifiek Deel-RODI | |||||||
RODI - Rijksconsultants | |||||||
Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer) | 114 | 130 | 142 | 142 | 142 | 142 | 142 |
Tarieven/maand (indexcijfer) | 117 | 130 | 142 | 142 | 142 | 142 | 142 |
Omzet per fte (bedragen x €1.000) | 149 | 165 | 181 | 181 | 181 | 181 | 181 |
Tevredenheid dienstverlening | 8,5 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 |
RODI - IIR | |||||||
Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer) | 126 | 136 | 151 | 151 | 151 | 151 | 151 |
Tarieven/maand (indexcijfer) | 126 | 136 | 151 | 151 | 151 | 151 | 151 |
Omzet per fte (bedragen x €1.000) | 160 | 174 | 192 | 192 | 192 | 192 | 192 |
Tevredenheid dienstverlening | 8,0 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 |
RODI - RIG | |||||||
Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer) | 109 | 115 | 128 | 128 | 128 | 128 | 128 |
Tarieven/maand (indexcijfer) | 115 | 115 | 128 | 128 | 128 | 128 | 128 |
Omzet per fte (bedragen x €1.000) | 147 | 147 | 164 | 164 | 164 | 164 | 164 |
Tevredenheid dienstverlening | geen | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 |
RODI - RIT | |||||||
Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer) | 73 | 79 | 86 | 86 | 86 | 86 | 86 |
Tarieven/maand (indexcijfer) | 74 | 79 | 86 | 86 | 86 | 86 | 86 |
Omzet per fte (bedragen x €1.000) | 94 | 101 | 109 | 109 | 109 | 109 | 109 |
Tevredenheid dienstverlening | 8,4 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 |
RODI - Peerreview | |||||||
Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer) | 102 | 105 | 120 | 120 | 120 | 120 | 120 |
Tarieven/maand (indexcijfer) | 72 | 105 | 120 | 120 | 120 | 120 | 120 |
Omzet per fte (bedragen x €1.000) | 92 | 134 | 153 | 153 | 153 | 153 | 153 |
Tevredenheid dienstverlening | 8 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 |
RODI - Intercoach | |||||||
Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer) | 111 | 122 | 132 | 132 | 132 | 132 | 132 |
Tarieven/maand (indexcijfer) | 113 | 122 | 132 | 132 | 132 | 132 | 132 |
Omzet per fte (bedragen x €1.000) | 144 | 156 | 168 | 168 | 168 | 168 | 168 |
Tevredenheid dienstverlening | 8,3 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 |
Toelichting
In de tabel zijn de indicatoren van Rijksorganisatie ODI opgenomen (Slotwet 2023 en vastgestelde begroting 2024) zoals die vorig jaar zijn vastgesteld.
FTE’s
Het aantal begrote FTE’S voor 2025 laat in vergelijking met de vastgestelde begroting 2024 een stijging zien van 49 FTE’S. Dit wordt verklaard door groei bij RIG (12,4 FTE’S), verambtelijking van 19,8 FTE’S bij het programma I-Vakmanschap en uitbreiding van 3,9 FTE’S bij Intercoach. De resterende uitbreiding van 12,9 FTE’S wordt verwacht bij de merken I-Interim Rijk (IIR), Rijks-I Traineeship (RITP), Learning en Ontwikkelcentrum (LOC) en Mindful als gevolg van de toenemende vraag naar hun dienstverlening.
MTO, werkplezier en werkdruk
Het medewerkers tevredenheidsonderzoek (MTO) wordt bij Rijksorganisatie ODI om de twee jaar uitgevoerd. Rijksorganisatie ODI heeft als doelstelling een medewerkerstevredenheid score hoger dan 7.
Kostprijzen per product en tarieven per uur
Integraal geldt dat de kostprijzen per product en de tarieven per uur zijn geïndexeerd met 6,42% in 2025. De kostprijzen van producten en de tarieven per uur zijn bepaald op basis van de Rijksproductiviteitsnorm van 1275 uren op jaarbasis.
Omzet per FTE’s
Het gevolg van de toenemende omzet per FTE bij alle organisatieonderdelen van Rijksorganisatie ODI is volledig te verklaren door de loon- en prijsbijstelling indexatie in 2024 en 2025.
Klanttevredenheid
Als belangrijke graadmeter voor de kwaliteit hanteert Rijksorganisatie ODI de indicator klanttevredenheid over de dienstverlening per merk. Rijksorganisatie ODI streeft ernaar minimaal hoger dan een 7 te scoren.
In de tabel zijn de doelmatigheidsindicatoren per merk (Rijksconsultants, I-Interim Rijk, Rijks ICT Gilde, Rijks I-Traineeship, Peerreview en Intercoach) weergegeven voor de reguliere diensten van Rijksorganisatie ODI. Bij alle merken van Rijksorganisatie ODI die reguliere diensten leveren is de begrote omzet per FTE 2025 gemiddeld met 10% gestegen.
5.5 FMHaaglanden (FMH)
Inleiding
FMHaaglanden zorgt voor een comfortabele en veilige werkomgeving voor rijksambtenaren, met aandacht voor mens en aarde. Bij ons werken vakmensen met hart voor de klant waardoor de klant focus kan houden op de eigen dagelijkse werkzaamheden.
Samen met onze Rijkspartners en leveranciers zorgen wij, in een veranderende wereld, voor de best passende werkomgeving voor onze klant. Wij werken vanuit onze kernwaarden samen, herkenbaar, eigenaarschap en enthousiasme. Dit vertaalt zich in herkenbare en gastvrije dienstverlening.
We nemen onze maatschappelijke verantwoordelijkheid door het leveren van duurzame dienstverlening en dragen daarmee bij aan een circulaire economie. Vanuit goed werkgeverschap bevordert FMHaaglanden duurzame inzetbaarheid door het stimuleren van vitaliteit en persoonlijke ontwikkeling.
Wij leveren facilitaire producten en diensten (o.a. beveiliging, kunst, vergaderservice, catering, post en reprografische diensten, vervoer, gebouwbeheer, schoonmaak en werkomgeving) voor vrijwel alle departementen. Uitstekende service staat bij ons hoog in het vaandel.
Als een van de grootste facilitaire dienstverleners kan FMH met zijn dienstverlening echt impact maken. De ambitie is om in 2030 als organisatie te transformeren naar een volledig circulaire facilitaire dienstverlener met een neutrale CO₂-impact. Om dit te kunnen realiseren moeten de komende jaren alle producten en diensten worden herijkt. Elektrificatie van het wagenpark en het vervoer, het verminderen van restafval, het verduurzamen van de catering en groenvoorziening en het hanteren van de principes van circulariteit zijn belangrijke speerpunten.
De masterplannen Rijkskantoorhuisvesting zijn in belangrijke mate richtinggevend voor de ontwikkelingen binnen ons verzorgingsgebied. De komende jaren wordt uitvoering gegeven aan deze masterplannen waarbij grenzeloos samenwerken en hybride werken belangrijke thema’s zijn. FMH zal op basis van deze ontwikkelingen de dienstverlening hierop aanpassen en blijven zorgdragen voor een comfortabele en inspirerende werkomgeving.
Staat van baten en lasten
Baten | |||||||
- Omzet | 168.234 | 179.928 | 205.900 | 206.072 | 206.173 | 206.264 | 206.361 |
waarvan omzet moederdepartement | 139.197 | 149.474 | 171.523 | 171.695 | 171.796 | 171.887 | 171.984 |
waarvan omzet overige departementen | 25.174 | 26.566 | 30.161 | 30.161 | 30.161 | 30.161 | 30.161 |
waarvan omzet derden | 3.863 | 3.888 | 4.216 | 4.216 | 4.216 | 4.216 | 4.216 |
Rentebaten | 1.688 | 484 | 586 | 618 | 649 | 667 | 660 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 169.922 | 180.412 | 206.486 | 206.690 | 206.822 | 206.931 | 207.021 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 165.773 | 175.010 | 199.748 | 199.748 | 199.748 | 199.748 | 199.748 |
- Personele kosten | 53.378 | 62.356 | 66.717 | 66.717 | 66.717 | 66.717 | 66.717 |
waarvan eigen personeel | 50.108 | 53.917 | 61.771 | 61.771 | 61.771 | 61.771 | 61.771 |
waarvan inhuur externen | 3.270 | 8.439 | 4.946 | 4.946 | 4.946 | 4.946 | 4.946 |
waarvan overige personele kosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Materiële kosten | 112.395 | 112.654 | 133.031 | 133.031 | 133.031 | 133.031 | 133.031 |
waarvan apparaat ICT | 91 | 156 | 102 | 102 | 102 | 102 | 102 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 80.549 | 79.842 | 91.751 | 91.751 | 91.751 | 91.751 | 91.751 |
waarvan overige materiële kosten | 31.755 | 32.656 | 41.178 | 41.178 | 41.178 | 41.178 | 41.178 |
Rentelasten | 154 | 353 | 571 | 775 | 907 | 1.016 | 1.106 |
Afschrijvingskosten | 4.522 | 5.049 | 6.167 | 6.167 | 6.167 | 6.167 | 6.167 |
- Materieel | 4.522 | 5.049 | 6.167 | 6.167 | 6.167 | 6.167 | 6.167 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 4.522 | 5.049 | 6.167 | 6.167 | 6.167 | 6.167 | 6.167 |
- Immaterieel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan dotaties voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 170.449 | 180.412 | 206.486 | 206.690 | 206.822 | 206.931 | 207.021 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | ‒ 527 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | ‒ 527 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Baten
Omzet
Omzet moederdepartement
De omzet moederdepartement heeft met name betrekking op de generieke facilitaire dienstverlening binnen het verzorgingsgebied. De budgetten van de departementen voor de facilitaire dienstverlening (het generieke pakket) zijn overgeheveld naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). De toename van de omzet is met name het gevolg van uitbreiding van het verzorgingsgebied. Daarnaast neemt de omzet toe door de implementatie van het hybride werken in de kantoorgebouwen.
Omzet overige departementen
De omzet overige departementen heeft betrekking op de generieke dienstverlening van de nog niet centraal bekostigde departementen/organisatieonderdelen en de specifieke dienstverlening die geleverd wordt aan de overige departementen. De toename bij de overige departementen is het gevolg van uitbreiding van het verzorgingsgebied en een hogere omzet voor catering en evenementen. De hogere omzet voor catering is onder andere het gevolg van een toename van de bezetting op de panden waardoor meer gebruik wordt gemaakt van deze dienstverlening. Bij evenementen betreft dit de implementatie van deze dienstverlening in het volledige verzorgingsgebied van FMH.
Omzet derden
De omzet derden betreft de facilitaire dienstverlening die geleverd wordt aan het Centraal Orgaan opvang asielzoekers en Autoriteit Persoonsgegevens.
Rentebaten
De rentebaten hebben betrekking op de rentevergoeding over het rekening-courantsaldo.
Lasten
Apparaatskosten
Personele kosten
De personele kosten omvatten alle personele uitgaven van de ambtenaren in dienst, gedetacheerde ambtenaren en kosten van uitzendkrachten en inhuur van externen. De toename van de personele kosten is, naast de effecten van het CAO akkoord 2024-2025, het gevolg van uitbreiding van het verzorgingsgebied. De daling van de externe inhuur is het gevolg van maximale inzet op werving van eigen personeel.
Materiële kosten
De materiële kosten bestaan voor een belangrijk deel uit directe inkoopkosten van de dienstverlening (circa 90% van de materiële kosten). De inkoopkosten zijn opgenomen onder de posten bijdrage Shared Service Organisaties (SSO's) en overige materiële kosten. De toename is, naast hogere prijsstijgingen bij de leveranciers, het gevolg van uitbreiding van het verzorgingsgebied en grotere afname van de diensten catering en evenementen.
In de bijdrage aan SSO’s hebben de kosten van de Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek (RBL) en de Rijksschoonmaakorganisatie (RSO) een groot aandeel (62%). Daarnaast zijn de kosten voor onder andere Rijnstraat 8 door het consortium DBFMO (Design Build Finance Maintain Operate) hier opgenomen, aangezien deze kosten via het Rijksvastgoedbedrijf bij FMH in rekening worden gebracht.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten hebben betrekking op investeringen in meubilair en overige materiële vaste activa. De toename in de afschrijvingskosten is het gevolg van investeringen in het hybride werken.
Rentelasten
Onder deze post zijn alle rentelasten opgenomen die verband houden met de financiering van materiële vaste activa vanuit het ministerie van Financiën. De hogere rentelasten zijn het gevolg van relatief hogere rentepercentages voor de nieuwe leningen ten opzichte van de bestaande leningen waar het rentepercentage bijna nihil is.
Kasstroomoverzicht
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 47.894 | 14.655 | 14.519 | 15.497 | 16.411 | 16.944 | 16.830 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 164.302 | 180.412 | 206.486 | 206.690 | 206.822 | 206.931 | 207.021 | |
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 171.120 | ‒ 175.363 | ‒ 200.319 | ‒ 200.523 | ‒ 200.655 | ‒ 200.764 | ‒ 200.854 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | ‒ 6.818 | 5.049 | 6.167 | 6.167 | 6.167 | 6.167 | 6.167 |
-/- totaal investeringen | ‒ 5.457 | ‒ 3.110 | ‒ 10.200 | ‒ 8.320 | ‒ 8.370 | ‒ 8.200 | ‒ 8.370 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 5.457 | ‒ 3.110 | ‒ 10.200 | ‒ 8.320 | ‒ 8.370 | ‒ 8.200 | ‒ 8.370 |
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | ‒ 4.063 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
-/- aflossingen op leningen | ‒ 4.864 | ‒ 5.185 | ‒ 5.189 | ‒ 5.253 | ‒ 5.634 | ‒ 6.281 | ‒ 6.667 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 5.748 | 3.110 | 10.200 | 8.320 | 8.370 | 8.200 | 8.370 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | ‒ 3.179 | ‒ 2.075 | 5.011 | 3.067 | 2.736 | 1.919 | 1.703 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 32.440 | 14.519 | 15.497 | 16.411 | 16.944 | 16.830 | 16.330 |
Toelichting
Investeringskasstroom
FMH investeert voornamelijk in meubilair. De investeringen zijn met name het gevolg van hybride werken. Een hybride werkomgeving stelt andere eisen aan de werkomgeving en inrichting van een gebouw.
Financieringskasstroom
De aflossing heeft betrekking op lopende en toekomstige leningen. Het beroep op de leenfaciliteit komt overeen met de investeringsstroom.
Doelmatigheidsindicatoren
Omschrijving Generiek Deel | |||||||
Omzet per productgroep (PxQ) | 168.234 | 180.412 | 205.900 | 206.072 | 206.173 | 206.264 | 206.361 |
Generiek | 144.422 | 157.771 | 178.518 | 178.690 | 178.791 | 178.882 | 178.979 |
Specifiek | 23.657 | 22.157 | 27.206 | 27.206 | 27.206 | 27.206 | 27.206 |
Overig | 155 | 484 | 176 | 176 | 176 | 176 | 176 |
Fte-totaal (excl. externe inhuur) | 598 | 612 | 662 | 662 | 662 | 662 | 662 |
Saldo van baten en lasten (%) | ‒ 0,3% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
Omschrijving Specifiek Deel | |||||||
Verhouding generiek vs specifieke dienstverlening | 87:13 | 90:10 | 87:13 | 87:13 | 87:13 | 87:13 | 87:13 |
Personele kosten als % van totale kosten | 31,3% | 34,6% | 32,3% | 32,3% | 32,3% | 32,2% | 32,2% |
Materiële kosten als % van totale kosten | 68,7% | 65,4% | 67,7% | 67,7% | 67,7% | 67,8% | 67,8% |
Apparaatskosten (in €) | 65.233 | 73.621 | 81.350 | 81.350 | 81.350 | 81.350 | 81.350 |
Tarieven | |||||||
Regiotarief (facilitair) | 218 | 228 | 248 | 248 | 248 | 248 | 248 |
Tevredenheid | |||||||
Klanttevredenheid | Tevreden | Tevreden | Tevreden | Tevreden | Tevreden | Tevreden | Tevreden |
Tevredenheid specifieke dienstverlening | 7,5 | 7,0 | 7,0 | 7,0 | 7,0 | 7,0 | 7,0 |
Medewerkerstevredenheid | Tevreden | n.v.t. | Tevreden | n.v.t. | Tevreden | n.v.t. | Tevreden |
Doorlichting gepland c.q. |
Toelichting
Generiek deel
Omzet per productgroep
De productgroep Generiek is een afgesproken pakket producten en diensten dat wordt afgenomen waarvoor een vaste prijs per vaste verrekeneenheid wordt betaald. De prijs (p) en hoeveelheid (q) staan in principe gedurende het jaar vast.
De productgroep Specifiek heeft betrekking op producten en diensten waarvoor de opdrachtgever afhankelijk van de afgenomen hoeveelheid een prijs per product/dienst betaalt (zoals catering, extra beveiliging, overig vervoer) en/of producten en diensten waarover tussen opdrachtgever en opdrachtnemer aparte afspraken worden gemaakt (zoals uitvoering van maatwerkprojecten).
Fte-totaal (excl. Externe inhuur)
Dit betreft de bezetting van ambtelijk personeel. De toename wordt enerzijds verklaard door een verschuiving van externe inhuur naar eigen personeel en anderzijds door een uitbreiding in de dienstverlening.
Saldo van baten en lasten (%)
Het saldo baten en lasten van 0% geeft een sluitende begroting weer.
Specifiek deel
Verhouding generiek versus specifieke dienstverlening
Dit is het aandeel van de omzet van de generieke dienstverlening op de totale omzet versus het aandeel van de omzet van de specifieke dienstverlening in de totale omzet.
Personele- en materiële kosten als % van de totale kosten
Dit betreft de procentuele verhouding van de respectievelijk de personele en materiële kosten in de totale lasten.
Apparaatskosten
De apparaatskosten hebben betrekking op de personele kosten en de materiële kosten exclusief de inkoopkosten voor de dienstverlening. De toename is, naast de indexatie, het gevolg van hogere kosten voor de bedrijfsvoering.
Regiotarief (facilitair)
De verrekeningsystematiek voor de generieke dienstverlening is een tarief per m2 bruto vloeroppervlak. Het regiotarief geldt voor de kantoorpanden in het verzorgingsgebied van FMH. Specialty panden en panden waar FMH beperkte dienstverlening levert zijn uitgesloten.
Het vastgestelde tarief voor 2024 bedraagt € 234 per m2 BVO. De stijging ten opzichte van het vastgestelde tarief bedraagt 6%. Het tarief voor 2024 is geïndexeerd met een gewogen loon- en prijsbijstelling van circa 3,6%. Uitgangspunt voor deze indexatie zijn de CPB-ramingen voor 2025 inzake loonvoet sector overheid (4,4%) en prijsontwikkeling materiële overheidsconsumptie (IMOC) met 2,2%. De resterende stijging van 2,4% is het gevolg van CAO akkoord 2024-2025 en de implementatie van het hybride werken.
Klanttevredenheid
FMH optimaliseert de dienstverlening door structureel en frequent de klantbeleving te meten. Zo krijgen we sneller en beter inzicht in de veranderende klantbehoefte en kunnen we hier tijdig op inspelen.
Tevredenheid specifieke dienstverlening
Om de tevredenheid over de uitvoering van projecten te meten wordt na ieder project een evaluatieformulier toegestuurd. De streefwaarde is minimaal een 7.
Medewerkerstevredenheid
FMH wil een organisatie zijn (en blijven), waarin plezier, betrokkenheid en ontwikkeling van de medewerkers voorop staan. Het medewerkeronderzoek (MO) laat zien hoe medewerkers over het werk en de organisatie denken. Eens in de twee jaar vindt dit onderzoek plaats.
5.6 Shared Service Centrum ICT (SSC-ICT)
Inleiding
SSC-ICT is partner van en voor het Rijk. Samen met zeven ministeries werkt SSC-ICT aan een eigentijdse en compacte Rijksdienst. Naast de werkplekautomatisering wordt gewerkt aan het beheer van applicaties, housing en hosting, en ICT-infrastructuren voor rijksgebouwen en tijdens evenementen. Ruim 50.000 ambtenaren werken via de ICT-omgeving van SSC-ICT. Ambtenaren werken steeds vaker hybride, waarbij ze zowel in rijksgebouwen als vanuit huis werken. SSC-ICT beheert verder ruim 2.000 applicaties en ondersteunt internationale missies.
In 2025 continueert SSC-ICT de in 2022 in gang gezette transformatie in relatie tot de I-strategienota Rijk 2021-2025. SSC-ICT werkt in dat kader verder aan belangrijke speerpunten voor de komende jaren. Dit betreft het verhogen van de klantgerichtheid en het verbeteren van de digitale weerbaarheid. Maar ook het moderniseren van de dienstverlening zoals het ondersteunen van het hybride werken en het incorporeren van het Cloud-beleid Rijk alsmede het (door)ontwikkelen van de organisatie(cultuur) en talent. Ook na 2025 zal SSC-ICT aandacht blijven schenken aan de speerpunten die uit de transformatie zijn voortgekomen. Vanuit de jaarplancyclus zal jaarlijks de stand van zaken worden geëvalueerd.
Staat van baten en lasten
Baten | |||||||
- Omzet | 370.959 | 372.174 | 432.478 | 450.807 | 466.112 | 480.275 | 494.906 |
waarvan omzet moederdepartement | 111.482 | 102.939 | 119.618 | 122.011 | 124.451 | 126.940 | 129.479 |
waarvan omzet overige departementen | 258.479 | 268.202 | 311.659 | 317.892 | 324.250 | 330.735 | 337.350 |
waarvan omzet derden | 998 | 1.033 | 1.200 | 1.224 | 1.249 | 1.274 | 1.299 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 2.328 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 373.287 | 372.174 | 432.478 | 450.807 | 466.112 | 480.275 | 494.906 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 321.367 | 324.426 | 387.883 | 399.610 | 413.789 | 426.800 | 440.255 |
- Personele kosten | 164.320 | 169.000 | 199.607 | 207.192 | 217.137 | 225.822 | 234.855 |
waarvan eigen personeel | 100.858 | 108.565 | 114.572 | 118.926 | 124.634 | 129.620 | 134.804 |
waarvan inhuur externen | 58.581 | 55.069 | 77.166 | 80.098 | 83.943 | 87.301 | 90.793 |
waarvan overige personele kosten | 4.881 | 5.366 | 7.869 | 8.168 | 8.560 | 8.902 | 9.258 |
- Materiële kosten | 157.047 | 155.426 | 188.276 | 192.418 | 196.652 | 200.978 | 205.399 |
waarvan apparaat ICT | 133.195 | 126.322 | 149.676 | 152.969 | 156.335 | 159.774 | 163.289 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 19.399 | 21.864 | 27.887 | 28.501 | 29.128 | 29.769 | 30.423 |
waarvan overige materiële kosten | 4.453 | 7.240 | 10.713 | 10.948 | 11.189 | 11.435 | 11.687 |
Rentelasten | 1.321 | 799 | 799 | 817 | 835 | 853 | 872 |
Afschrijvingskosten | 50.045 | 47.109 | 49.295 | 50.380 | 51.488 | 52.621 | 53.779 |
- Materieel | 42.894 | 39.276 | 41.758 | 42.677 | 43.616 | 44.575 | 45.556 |
waarvan apparaat ICT | 42.894 | 39.276 | 41.758 | 42.677 | 43.616 | 44.575 | 45.556 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Immaterieel | 7.151 | 7.833 | 7.537 | 7.703 | 7.873 | 8.046 | 8.223 |
Overige lasten | 3.151 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan dotaties voorzieningen | 2.461 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan bijzondere lasten | 690 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 375.884 | 372.334 | 437.978 | 450.807 | 466.112 | 480.275 | 494.906 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | ‒ 2.597 | ‒ 160 | ‒ 5.500 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | ‒ 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | ‒ 2.596 | ‒ 160 | ‒ 5.500 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Baten
Voor de Ontwerpbegroting 2025 is uitgegaan van de Jaarrekening 2023, de begroting 2024, het CAO akkoord 2024-2025 en de ontwikkelingen binnen het dienstverleningspakket die effect hebben op de meerjarenbegroting van SSC-ICT. De omzetstijging komt niet alleen door de prijsstijgingen, maar heeft ook te maken met de afname van meer dienstverlening (aantallen). Ook is de prognose dat de groei qua intern personeel verder zal toenemen in 2025.
Lasten
Personele kosten
De personele kosten omvatten alle personele uitgaven van de ambtenaren in dienst, gedetacheerde ambtenaren, kosten van uitzendkrachten en inhuur van externen. De stijging in de loonkosten ambtelijk personeel is, naast de effecten van het CAO akkoord 2024-2025, het gevolg van de verdere invulling van de personele bezetting in 2025 en inflatie. Met deze invulling, zowel op kwantitatief als op kwalitatief niveau, wil SSC-ICT de continuïteit van de dienstverlening waarborgen. In het meerjarenperspectief staat het aandeel externen in verhouding met de verwachte stijging bij het eigen personeel. De trend op de ontwikkelingen van het interne personeel van 2024 zal zich in 2025 verder door zetten is de verwachting. Dit zal ook effect hebben op het externe personeel, mogelijk ook als gevolg van de nieuwe CAO 2024 en de wet DBA. Als gevolg van de blijvende vraag naar specialistische ICT kennis, mede als gevolg van het dalende aanbod van ICT personeel op de arbeidsmarkt, zal externe expertise blijvend noodzakelijk zijn.
Materiële kosten
De materiële kosten bestaan voor een belangrijk deel uit de directe inkoopkosten van de dienstverlening, zoals kosten voor de (reguliere) ICT-werkplek en hosting van applicaties. Daarnaast vallen de kosten voor huisvesting en de servicekosten BZK onder deze post. Voor 2025 wordt een verdere groei verwacht in de levering van producten en diensten binnen het verzorgingsgebied. Daarnaast is de verwachting dat als gevolg van de hoge inflatie en soms langere levertijden door tekorten aan onderdelen de marktprijzen de komende jaren zullen stijgen. In 2025 verwachten we rentelasten als gevolg van rekening-courantrente.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten hebben betrekking op investeringen in hard- en software en overige materiële vaste activa. De voor de generieke en gemeenschappelijke basis- en basisplusdienstverlening benodigde activa zijn in eigendom bij SSC-ICT. Als gevolg van de verwachte groei binnen het verzorgingsgebied wordt een stijging van het aantal investeringen verwacht. Dit resulteert in hogere afschrijvingskosten.
Saldo van baten en lasten
Het resultaat van € -5,5 mln. heeft betrekking op de kosten voor het
transformatieprogramma. Deze zijn opgenomen onder de kosten voor externe
inhuur. De dekking hiervoor zal plaatsvinden via een vermogensbijdrage
door de Eigenaar.
Kasstroomoverzicht
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 12.302 | 17.412 | 30.082 | 41.054 | 47.251 | 54.574 | 63.048 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 388.685 | 372.174 | 432.478 | 450.807 | 466.112 | 480.275 | 494.906 | |
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 337.162 | ‒ 324.425 | ‒ 387.883 | ‒ 399.610 | ‒ 413.789 | ‒ 426.800 | ‒ 440.255 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 51.523 | 47.748 | 44.595 | 51.197 | 52.323 | 53.474 | 54.651 |
-/- totaal investeringen | ‒ 64.977 | ‒ 76.602 | ‒ 106.602 | ‒ 106.602 | ‒ 106.602 | ‒ 106.602 | ‒ 106.602 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 690 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 64.287 | ‒ 76.602 | ‒ 106.602 | ‒ 106.602 | ‒ 106.602 | ‒ 106.602 | ‒ 106.602 |
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | ‒ 11.480 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 11.550 | 0 | 5.500 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
-/- aflossingen op leningen | ‒ 38.005 | ‒ 35.078 | ‒ 39.123 | ‒ 45.000 | ‒ 45.000 | ‒ 45.000 | ‒ 45.000 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 46.560 | 76.602 | 106.602 | 106.602 | 106.602 | 106.602 | 106.602 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 8.625 | 41.524 | 72.979 | 61.602 | 61.602 | 61.602 | 61.602 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 8.163 | 30.082 | 41.054 | 47.251 | 54.574 | 63.048 | 72.699 |
Toelichting
De belangrijkste ontwikkeling qua kaseffect, zijn de verwachte investeringen in hard- en software. Het gaat hierbij om periodieke vervanging persoonlijke mobiele apparatuur, netwerkapparatuur in het Overheid Data Centrum Rijswijk, servers en licenties. Tevens betreft het de vervanging van technische verouderde systemen.
Doelmatigheidsindicatoren
Omschrijving Generiek Deel | |||||||
1.040,1 | 1.114 | 1.129 | 1.155 | 1.155 | 1.155 | 1.155 | |
Aantal externe fte's in % van totale fte's | 22,7% | 23,4% | 21,9% | 22,5% | 22,5% | 22,5% | 22,5% |
Saldo van baten en lasten (%) | ‒ 0,7% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
Klanttevredenheid (KTO) | n.b. | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 |
Gebruikerstevredenheid beleving (GTO) | 7,5 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 |
Medewerkertevredenheid (MTO) | 6,8 | 7 | nvt | 7 | nvt | 7 | |
Kostprijs | |||||||
Digitale werkomgeving basis | 1.245 | 955 | 1.435 | 1.467 | 1.499 | 1.532 | 1.566 |
Digitale werkomgeving on-line | 535 | 681 | 596 | 609 | 623 | 636 | 650 |
Digitale werkomgeving light | 255 | 351 | 283 | 289 | 296 | 302 | 309 |
Basisinrichting kantoorpand | 63 | 71 | 74 | 76 | 77 | 79 | 81 |
Fat client DWR special | 975 | 914 | 1.081 | 1.105 | 1.129 | 1.154 | 1.179 |
Kiosk PC incl. monitor | 730 | 780 | 719 | 735 | 751 | 768 | 784 |
Omzet per productgroep (PxQ) (bedragen x € 1.000) | |||||||
Generiek | 9.930 | 11.344 | 12.855 | 13.524 | 13.983 | 14.408 | 14.847 |
Gemeenschappelijk | 326.143 | 325.182 | 368.521 | 387.694 | 400.856 | 413.036 | 425.619 |
Klantspecifiek | 34.886 | 41.593 | 47.136 | 49.589 | 51.272 | 52.830 | 54.440 |
Totaal | 370.959 | 378.119 | 428.513 | 450.807 | 466.112 | 480.275 | 494.906 |
Omschrijving Specifiek Deel | |||||||
Beschikbaarheid kernsystemen | 99,9% | 98,00% | 98,00% | 98,00% | 98,00% | 98,00% | 98,00% |
Grote incidenten | 58 | 45 | 75 | 75 | 75 | 75 | 75 |
Geleverd binnen gestelde termijn | 84,0% | 90,0% | 95,0% | 95,0% | 95,0% | 95,0% | 95,0% |
Server hardware onder suppport | 90,0% | 80,0% | 80,0% | 80,0% | 80,0% | 80,0% | 80,0% |
Software onder support | 60,6% | 80,0% | 90,0% | 90,0% | 90,0% | 90,0% | 90,0% |
Doorlichting uitgevoerd cq gepland | 2024 |
Toelichting
Generiek deel
FTE
Fte totaal betreft de maximale bezetting van ambtelijk personeel welke benodigd is voor continuering van de dienstverlening. Hierbij is 1,0 fte gelijk aan een aanstelling van 36,0 uur per week.
Saldo van baten en lasten
Het saldo van baten en lasten dient minimaal nihil te zijn. Dit betreft het verschil tussen de inkomsten en uitgaven van SSC-ICT, voor zover afkomstig uit reguliere financiële activiteiten, zoals inkomsten op basis van standaard leveringsafspraken met afnemers, maatwerkopdrachten en personele- en materiele uitgaven.
Klanttevredenheid
SSC-ICT streeft naar een volwassen opdrachtgevers-opdrachtnemers relatie. Om de tevredenheid van de belanghebbenden van SSC-ICT in beeld te krijgen worden periodiek metingen verricht. Dit betreft de tevredenheid van de belanghebbenden/opdrachtgevers en klanten in de klantcontacten met SSC-ICT. Dit staat los van de tevredenheid die gemeten wordt bij gebruikers. Deze belanghebbenden/opdrachtgevers en klanten hebben contact met SSC-ICT medewerkers op verschillende strategische/tactische lagen in de organisatie. De norm voor 2025 voor dit onderzoek is minimaal een 7.
Gebruikerstevredenheid
SSC-ICT streeft naar een actueel beeld van de tevredenheid van de eindgebruikers over de kwaliteit van de geleverde dienstverlening. Dit betreft de beoordeling door de eindgebruikers van de gehele dienstverlening van SSC-ICT, in de context waar Shared Service Organisaties voor in het leven zijn geroepen. Tien keer per jaar wordt één tiende deel van de eindgebruikers bevraagd middels een enquête waarin deze vraag is opgenomen. In de maanden augustus en december vindt er geen gebruikers tevredenheidsonderzoek plaats vanwege de vakanties in die maanden en de daarbij gepaard gaande lage respons. De norm voor dit onderzoek is een 7.
Medewerkerstevredenheid
SSC-ICT wil een goede werkgever zijn, waarin plezier, betrokkenheid en ontwikkeling van haar medewerkers voorop staan. In periodieke metingen wordt dat beeld binnen de organisatie opgehaald. Dit betreft een tweejaarlijks onderzoek. In 2025 zal er weer een medewerkerstevredenheidsonderzoek worden uitgevoerd.
Kostprijs
De gepresenteerde tarieven zijn voorlopig en gebaseerd op de tarieven zoals deze zijn opgenomen in de Producten- en dienstencatalogus (PDC) SSC-ICT 2024, inclusief een prijsstijging, welke varieert per product. De tarieven voor 2025 zijn op het moment van verschijnen van deze begroting nog niet definitief vastgesteld.
De persoonlijke digitale werkomgeving rijk (DWR) wordt hier weergegeven in drie aparte voorzieningen, namelijk: Basis, Online en Light. Basis betreft de volledige Windowsomgeving met basisfunctionaliteiten en applicaties. Online betreft de digitale werkplek op Cloudbook, Kiosk PC of een eigen apparaat in combinatie met een geheime toegangscode. Light betreft de digitale werkomgeving met beperkte functionaliteiten, voornamelijk voor tablets en mobiele telefoons.
De inrichting Kantoorpanden Basisdiensten, conform de Rijks Producten- en Diensten catalogus Pand-gebonden ICT-diensten in het Rijkskantoor wordt verrekend per m². Iedere rijksambtenaar van elke Rijksoverheidsorganisatie kan gebruik maken van deze pand-gebonden ICT-voorzieningen. Dit betreft o.a. werkplek- en afdrukdiensten, LAN- en wifiverbinding, telefonie en video vergader- en presentatiefaciliteiten.
De Fat Client Digitale Werkomgeving Rijk DWR Basis welke is geïnstalleerd op een desktop computer. Het komt voor dat bepaalde applicaties niet aangeboden kunnen worden op de Digitale Werkomgeving Online (Citrix). Ook komt het voor dat er speciale randapparatuur nodig is voor een specifiek informatiesysteem. Voor deze gevallen is er een Fat Client beschikbaar.
Omzet
De totale omzet betreft de geraamde kostendekkende opbrengsten welke grotendeels worden gerealiseerd op basis van financiële afspraken met de klanten. Deze worden per afnemer binnen het verzorgingsgebied van SSC-ICT vastgelegd in het Dossier Financiële Afspraken (DFA). De verwachte totale omzet per product/dienst 2025 betreft de begroting gebaseerd op de jaarrekening 2023, begroting 2024 en de ontwikkelingen in de dienstverlening die effect hebben de (meerjaren) begroting van SSC-ICT.
Specifiek deel
Beschikbaarheid kernsystemen
SSC-ICT streeft naar een hoge beschikbaarheid van haar dienstverlening. Om de basis dienstverlening te kunnen garanderen zijn twintig kernsystemen en kerndiensten gedefinieerd waarvoor een hoge beschikbaarheid gewenst is. Deze kernsystemen zijn voorwaardelijk voor de werkzaamheden van 55.000 Rijksambtenaren. De twintig kernsystemen/diensten zijn gegroepeerd over vier categorieën. Over deze categorieën wordt de beschikbaarheid gerapporteerd. Met andere woorden, als een van de kernsystemen uit een van deze vier categorieën uitvalt, gaat de beschikbaarheid van die specifieke categorie naar beneden. Voor alle kernsystemen geldt een beschikbaarheidsnorm van 98,0%.
Grote incidenten
SSC-ICT streeft naar een minimaal aantal grote incidenten (storingen) om de beschikbaarheid van de dienstverlening zo optimaal mogelijk te houden. Dit betreft het totaal aantal grote incidenten vanaf het begin van het kalenderjaar. Een groot incident wordt als zodanig gedefinieerd als de urgentie (intolerantie van uitstel), de impact (hoeveel gebruikers zijn geraakt) en het escalatierisico (verspreiding) hoog zijn. De norm is sinds 2021 maximaal 75 grote incidenten per jaar.
Levertijd standaard diensten
SSC-ICT levert standaard diensten conform afgesproken niveaus van dienstverlening. Dit betreft de doorlooptijd van aanvragen voor voorzieningen die in de PDC van SSC-ICT genoemd staan onder «Servicegroep Rijkswerkomgeving» met een afgesproken maximale levertijd. De norm is dat 95% van de aanvragen binnen de streeftijd is geleverd.
Hardware in support
SSC-ICT wil veroudering van infrastructuur componenten voorkomen. De norm voor 2025 is dat 80% van de gedefinieerde en geregistreerde hardware in support is. Meting vindt plaats op de servers.
Software in support
SSC-ICT zorgt voor een veilige werkomgeving. Dit betreft het percentage softwarecomponenten waarvoor de leverancier security updates (support) levert. Per applicatielandschap is gedefinieerd welke servers daar aan gekoppeld zijn. Per server is inzichtelijk welke software componenten daar op draaien en tot wanneer zij in support zijn. De norm voor 2025 is 90%.
5.7 Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek (RBL)
Inleiding
Rijks Beveiligings Organisatie (RBO)
Rijksbeveiliging vervult een onmisbare functie binnen de Rijksoverheid. Ze beveiligt met zo’n 1.250 beveiligingsprofessionals meer dan 450 (rijks)locaties voor ruim 30 afnemers. Er zijn ongeveer 700 fte’s in vaste dienst. Verder werkt de Rijksbeveiliging met particuliere beveiligingsorganisaties (PBO’s). Bij die samenwerking houdt de Rijksbeveiliging toezicht op voorwaarden en werkwijze. Er is een afspraak met de branche en bonden gemaakt om op bedrijfskritische locaties 100% ambtelijke bezetting te creëren. De rijkslocaties en afnemers zijn ministeries en uitvoeringsorganisaties, maar ook belangrijke waterkeringen. Naast de (rijks)locaties beveiligt de Rijksbeveiliging ook zo’n 120 (inter)nationale rijksevenementen.
Interdepartementale Post- en Koeriersdienst (IPKD)
De Rijkslogistiek verzorgt transport- en koeriersdiensten voor ministeries en agentschappen. De dienst richt zich vooral op vertrouwelijke en gerubriceerde zendingen. Als wettelijke taak heeft de dienst het bezorgen van gerechtelijke brieven voor het Openbaar Ministerie. De Rijkslogistiek werkt met een vaste bezetting van 144 medewerkers, waarbij er ook gebruik wordt gemaakt van een flexibele schil in de vorm van uitzendkrachten en een onderaannemer. Daarnaast werkt de dienst via aanbestedingscontracten met onderaannemers. Jaarlijks bezoekt Rijkslogistiek ongeveer één miljoen adressen.
Staat van baten en lasten
Baten | |||||||
- Omzet | 129.915 | 148.964 | 161.690 | 163.200 | 164.565 | 166.138 | 167.503 |
waarvan omzet moederdepartement | 34.962 | 43.545 | 40.205 | 40.592 | 40.961 | 41.355 | 41.724 |
waarvan omzet overige departementen | 94.295 | 105.322 | 121.381 | 122.504 | 123.498 | 124.677 | 125.671 |
waarvan omzet derden | 658 | 97 | 104 | 105 | 106 | 107 | 108 |
Rentebaten | 38 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 129.953 | 148.964 | 161.690 | 163.200 | 164.565 | 166.138 | 167.503 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 129.206 | 148.630 | 161.261 | 162.772 | 164.136 | 165.710 | 167.074 |
- Personele kosten | 54.216 | 53.136 | 79.552 | 81.780 | 81.780 | 81.780 | 81.780 |
waarvan eigen personeel | 50.409 | 51.021 | 76.236 | 78.357 | 78.357 | 78.357 | 78.357 |
waarvan inhuur externen | 2.177 | 219 | 217 | 217 | 217 | 217 | 217 |
waarvan overige personele kosten | 1.630 | 1.896 | 3.099 | 3.206 | 3.206 | 3.206 | 3.206 |
- Materiële kosten | 74.990 | 95.494 | 81.709 | 80.992 | 82.356 | 83.930 | 85.294 |
waarvan apparaat ICT | 1.011 | 1.080 | 1.105 | 1.105 | 1.105 | 1.105 | 1.105 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 11.331 | 10.764 | 12.900 | 12.900 | 12.900 | 13.100 | 13.100 |
waarvan overige materiële kosten | 62.648 | 83.650 | 67.703 | 66.987 | 68.351 | 69.724 | 71.089 |
Rentelasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Afschrijvingskosten | 198 | 334 | 429 | 429 | 429 | 429 | 429 |
- Materieel | 99 | 59 | 189 | 189 | 189 | 189 | 189 |
waarvan apparaat ICT | 46 | 10 | 19 | 19 | 19 | 19 | 19 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 53 | 49 | 170 | 170 | 170 | 170 | 170 |
- Immaterieel | 99 | 275 | 240 | 240 | 240 | 240 | 240 |
Overige lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan dotaties voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 129.404 | 148.964 | 161.690 | 163.201 | 164.565 | 166.138 | 167.503 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 549 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 549 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Bij het opstellen van de begroting 2025 is uitgegaan van de tarieven 2024 geïndexeerd met een gewogen loon- en prijsbijstelling van 5,2%. Voor de begrotingscijfers van 2026 tot en met 2029 wordt het prijspeil van 2025 gehanteerd. Uitgangspunt voor deze indexatie zijn de CAO Rijk 2024-2025 (personele kosten 5,0%), CPB-raming voor 2025 inzake prijsontwikkeling materiële overheidsconsumptie (IMOC 2,2%), specifieke indexaties op de uitbestedingscontracten beveiligingsdiensten 5,9% en uitbestedingscontract logistieke diensten 10,0%. Deze specifieke indexatiepercentages zijn gebaseerd op de huidige verwachtingen van de tariefontwikkelingen.
Hieronder worden de mutaties t.o.v. de vastgestelde begroting 2024 toegelicht.
Baten
Omzet
Uit de OW2024 is de omzet van RBL van € 149,0 mln. bijgesteld naar € 161,7 mln. in 2025. De toename van € 12,7 mln. wordt verklaard door:
- tariefstijging RBL 2024 (13,8%) als gevolg van o.a. inflatie, de implementatie van het organisatie en formatie plan RBL en de elektrificatie van het wagenpark bij Rijkslogistiek. Ten opzichte van waar in de OW 2024 rekening mee is gehouden (7,6%) is het effect €8,6 mln.
- tariefstijging 2025 als gevolg van de verwachte inflatie van 5,2%. Effect van deze afwijking is € 7,2 mln.
- bij Rijksbeveiliging is sprake van een tekort aan beveiligers door de krapte op de arbeidsmarkt. Als gevolg hiervan kan Rijksbeveiliging niet voldoen aan alle vraag. Hierdoor is de omzetverwachting in 2025 naar beneden bijgesteld met € 2,5 mln.
- overige omzetdaling à € 0,6 mln.
In onderstaande tabel zijn de begrote omzetcijfers 2025 per organisatieonderdeel (x € 1 mln.) weergegeven:
RBO | 128,6 |
IPKD | 20,4 |
Totaal | 149,0 |
Lasten
Apparaatskosten
Uit de OW2024 zijn de lasten van RBL van € 148,6 mln. bijgesteld naar € 161,3 mln. in 2025. Als gevolg van de hogere verwachte omzet ad € 12,6 mln. zijn ook de apparaatskosten in evenredigheid toegenomen.
Eigen personeel
De kosten voor eigen personeel in de begroting 2025 zijn € 25,2 mln. hoger dan de vastgestelde begroting 2024. Deze toename is het gevolg van:
- het verschil tussen de indexaties OW 2024, de indexatie jaarplan 2024 en de indexatie voor 2025 (€ 3,5 mln.).
- een forse stijging van eigen personeel van circa 250 fte. Deze stijging wordt grotendeels veroorzaakt door bestuurlijke afspraken m.b.t. Het Nieuwe Evenwicht (HNE), waarbij Rijksbeveiliging bedrijfskritische locaties volledig gaat bezetten met eigen Rijksbeveiligers in plaats van (deels) Private beveiligingsorganisaties (PBO). De kosten verbonden aan de groei van het eigen personeel in 2025 als gevolg van verwachte verambtelijking bedragen € 17,2 mln.
- de beschikbaarheid van ambtelijke beveiligers die als achtervang dienen op de bedrijfskritische locaties. Omdat de PBO’s deze panden niet meer zullen beveiligen is het noodzakelijk om een eigen flexibele schil te creëren. Dit heeft een kostenverhogend effect van € 2,1 mln.
- de implementatie van het Organisatie en Formatie plan RBL à € 2,9 mln.
- de wijzigingen in de CAO die per 1-1 2024 van kracht zijn en invloed heeft op o.a. toeslagen en overwerk. Het verwachte financiële effect bedraagt € 2,0 mln.
- het elektrificeren van het wagenpark bij Rijkslogistiek. Dit heeft o.a. een financieel effect op de efficiency m.b.t inzet van personeel van € 0,6 mln.
Externe inhuur
De begrote externe inhuur 2025 is in lijn met de OW 2024.
Overige personele kosten
De toename van de begrote overige personele kosten 2025 met € 1,2 mln. ten opzichte van de vastgestelde begroting 2024 is te herleiden naar de indexatie en de stijging van het personeelsbestand RBL.
Materiële kosten
De begrote materiële kosten 2025 komen € 13,8 mln. lager uit dan de vastgestelde begroting 2024. Dit wordt verklaard door:
- indexaties 2024 (de afwijking tussen OW 2024 en jaarplan 2024) en 2025 van totaal € 4,9 mln.
- lagere kosten op uitbesteding beveiliging (€ 20,1 mln.). Deze daling wordt veroorzaakt door de forse stijging van de bezetting van Rijksbeveiligers en de lichte daling van de omzet in 2025.
- een verlaging van de kosten van € 0,9 mln. m.b.t. Binnenwerk vanwege bestuurlijke afspraken om 25 fte extra Binnenwerk banen te creëren. De kosten van de extra banen die worden gecreëerd zijn niet in de begroting van RBL opgenomen maar in de begrotingen van de betreffende afnemers.
- een stijging van de leasekosten bij Rijkslogistiek m.b.t. elektrificeren van het wagenpark van € 1,2 mln.
- een stijging van de bedrijfsvoeringskosten. Dit betreft kosten van dienstverlening die RBL afneemt van andere (veelal) BZK organisaties van € 1,1 mln.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten stijgen met € 0,1 mln. in verband met de aanschaf van een vrachtwagen bij Rijkslogistiek.
Kasstroomoverzicht
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | ‒ 4.343 | 200 | 96 | 375 | 803 | 1.232 | 1.661 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 143.310 | 148.964 | 161.690 | 163.200 | 164.565 | 166.138 | 167.503 | |
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 117.746 | ‒ 148.618 | ‒ 161.261 | ‒ 162.772 | ‒ 164.136 | ‒ 165.710 | ‒ 167.074 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 25.564 | 346 | 429 | 428 | 429 | 429 | 429 |
-/- totaal investeringen | ‒ 534 | ‒ 450 | ‒ 150 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 2 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 532 | ‒ 450 | ‒ 150 | 0 | 0 | 0 | 0 |
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
-/- aflossingen op leningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 20.689 | 96 | 375 | 803 | 1.232 | 1.661 | 2.090 |
Toelichting
De ontwikkeling in de operationele kasstroom in de jaren 2025 t/m 2029 is het gevolg van uitgaven en ontvangsten in verband met de reguliere baten en lasten zoals gepresenteerd in de staat van baten en lasten.
De investeringskasstroom bestaat uit investeringen in het wagenpark van Rijkslogistiek.
Doelmatigheidsindicatoren
Rijksbeveiliging | |||||||
Omschrijving Generiek Deel | |||||||
Omzet per uur | 64,32 | € 72,33 | € 78,15 | € 78,14 | € 78,14 | € 78,14 | € 78,14 |
Kostprijs per uur | 64,25 | € 72,33 | € 78,15 | € 78,14 | € 78,14 | € 78,14 | € 78,14 |
Omzet per productgroep (PxQ) bedragen x € 1.000 | |||||||
Structurele Dienstverlening | 102.959 | € 122.420 | € 131.344 | € 132.709 | € 134.073 | € 135.437 | € 136.802 |
Extra Dienstverlening | 4.352 | € 4.733 | € 5.291 | € 5.291 | € 5.291 | € 5.291 | € 5.291 |
Overige omzet | 2.370 | € 370 | € 1.548 | € 1.548 | € 1.548 | € 1.548 | € 1.548 |
Fte-totaal (excl. externe inhuur) | 544,67 | 675 | 783 | 809 | 809 | 809 | 809 |
Saldo van baten en lasten (%) | 1,1% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
Kwaliteitsindicator 1 - MTO | NVT | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 |
Rijkslogistiek | |||||||
Omschrijving Generiek Deel | |||||||
Omzet per fte | 136.446 | € 136.792 | € 162.384 | € 163.393 | € 163.393 | € 164.841 | € 164.841 |
Kostprijs per fte | 140.734 | € 136.809 | € 162.381 | € 163.392 | € 163.392 | € 164.843 | € 164.843 |
Omzet per productgroep (PxQ) bedragen x € 1.000 | |||||||
Koerier | 3.260 | € 4.026 | € 4.296 | € 4.323 | € 4.323 | € 4.361 | € 4.361 |
Transport | 7.295 | € 8.298 | € 8.856 | € 8.911 | € 8.911 | € 8.990 | € 8.990 |
Zelftesten | 400 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rijksdocumenten | 8.797 | € 9.702 | € 10.355 | € 10.419 | € 10.419 | € 10.511 | € 10.511 |
Fte-totaal (excl. externe inhuur) | 145 | 145 | 145 | 145 | 145 | 145 | 145 |
Saldo van baten en lasten (%) | ‒ 3,3% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
Kwaliteitsindicator 1 - MTO | NVT | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 |
Toelichting
Omzet per uur/fte en kostprijs per uur/fte
De omzet per uur/fte en de kostprijzen per uur/fte zijn geïndexeerd met 5,2% (Rijksbeveiliging) en 4,8% (Rijkslogistiek) in 2025.
De omzet en kostprijs per uur blijft bij Rijksbeveiliging na 2025 stabiel. De omzet en kostprijs per fte bij Rijkslogistiek stijgt licht. Dit heeft te maken met het elektrificeren van dienstverlening, waaronder ook de uitbestede diensten.
Omzet per productgroep
Bij Rijksbeveiliging is er tot 2029 sprake van een lichte stijging van de structurele dienstverlening. Dit heeft te maken met het feit dat de verwachting is dat de leveringszekerheid de komende jaren zal verbeteren door maatregelen die Rijksbeveiliging neemt in het kader van de krapte op de arbeidsmarkt. De verwachting is dat de omzet van Rijkslogistiek stabiel blijft na 2025.
FTE’s
De stijging in aantallen fte’s wordt gerealiseerd bij Rijksbeveiliging en is grotendeels het gevolg van het convenant Het Nieuwe Evenwicht. Hierdoor verwacht de Rijksbeveiliging aan de vraag naar de dienstverlening te kunnen voldoen.
MTO, werkplezier en werkdruk
Het medewerkers tevredenheidsonderzoek (MTO) wordt bij Rijksorganisatie RBL om de twee jaar uitgevoerd. RBL heeft als doelstelling een medewerkerstevredenheid score > 7.
6. Bijlagen
Bijlage 1: ZBO's en RWT's
Huis voor klokkenluiders | ZBO | artikel 11 | 5.803 | N.v.t. | 2025 |
Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP) | RWT en ZBO | artikel 7 | 4.738 | N.v.t.1 | N.v.t. |
Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw | ZBO | artikel 11 | 3.824 | N.v.t. | 20272 |
Keuringsinstanties Bouwproducten | ZBO | artikel 11 | N.v.t. | N.v.t. |
- De SAIP valt niet onder de kaderwet ZBO's.
- Als gevolg van latere inwerkingtreding wetgeving
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) | EZ | ZBO | artikel 1, 6 | 1.464 |
Raad voor Rechtbijstand | JenV | RWT | artikel 15 | 8.058 |
Kamer van Koophandel (KvK) | EZ | ZBO | artikel 6 | 7.073 |
Bijlage 2: Specifieke uitkeringen
Als het Rijk bijdragen onder voorwaarden ten behoeve van een bepaald openbaar belang aan provincies en gemeenten verstrekt, is op basis van artikel 15a lid 1 Financiële-verhoudingswet sprake van een specifieke uitkering. Hieronder een overzicht met de specifieke uitkeringen en voornemens tot specifieke uitkeringen. De voornemens worden aangeduid met een «V» onder het kopje SiSa nummer (Single information Single audit).
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII)
C53 | Naam | Groeiopgave Almere | 10,0 | 10,0 | 9,0 | 9,0 | 9,0 | 9,0 |
Korte duiding | Almere ontvangt deze uitkering in verband met de uitzonderlijke groeikosten van Almere. De uitkering is gebaseerd op de Uitvoeringsovereenkomst Almere 2.0. | |||||||
Juridische grondslag | Regeling specifieke uitkering groeiopgave Almere | |||||||
Maatschappelijke effecten | Het doel van de uitkering is om de gemeente Almere in staat te stellen om haar bijdrage aan de gemaakte groeiafspraken te leveren. | |||||||
Ontvangende partijen | Gemeente Almere | |||||||
Artikel | 1. Openbaar bestuur en democratie | |||||||
C100 | Naam | Kansrijke Wijk | 102,1 | 98,3 | ||||
Korte duiding | Het hoofddoel van de beoogde ministeriële regeling is dat er één specifieke uitkering wordt uitgekeerd aan de 19 gemeenten met een stedelijk focusgebied in het kader van het NPLV. Het betreft een uitkering met een breed bestedingskader op het terrein van vijf hoofdthema’s: a. preventie van armoede en schulden; b. veerkracht en weerbaarheid; c. re-integratie; d. school en omgeving; e. ontwikkeling van het jonge kind. | |||||||
Juridische grondslag | Regeling Kansrijke wijk | |||||||
Maatschappelijke effecten | Het doel van deze Regeling kansrijke wijk is tweeledig. Ten eerste dient de regeling om de inzet van gemeenten te versterken op de hoofdthema’s die meelopen in de regeling, inclusief de nevenschikkende doelstellingen per beleidsterrein en de organisatie van een uitvoeringsprogramma. Daarnaast heeft de regeling als doel om de integrale werkwijze op gemeentelijk niveau te stimuleren, door gemeenten ruimte te geven een deel van de middelen integraal te besteden. | |||||||
Ontvangende partijen | 19 gemeenten met een stedelijk focusgebied (in totaal 20 focusgebieden) | |||||||
Artikel | 1. Democratie en Bestuur | |||||||
C121 | Naam | Townhall Sessie 30 maart 2023 | 0,008 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Korte duiding | Townhall Sessie | |||||||
Juridische grondslag | Toekennings- en vaststellingsbeschikking incidentele specifieke uitkering Townhall Sessie 30 maart 2023 | |||||||
Maatschappelijke effecten | De gemeente kan leren van het Bureau Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme. | |||||||
Ontvangende partijen | Gemeente Amsterdam / Stadsdeel Zuidoost Gebiedspool/GPMO | |||||||
Artikel | 1. Openbaar bestuur en democratie | |||||||
C82 | Naam | Gemeentebalie Schiphol | 0,4 | 0,4 | 0,3 | 0,3 | nnb | nnb |
Korte duiding | De gemeentebalie Schiphol wordt deels betaald door de legesinkomsten en deels door de bijdragen van de ministerie van BZ en BZK. | |||||||
Juridische grondslag | Begrotingswet ogv 17 lid 2 Fvw. jo. 4:23 lid 3 onder c Awb. | |||||||
Maatschappelijke effecten | Nederlanders woonachtig in het buitenland kunnen bij de posten van Buitenlandse zaken en bij een aantal Nederlandse gemeenten terecht voor de aanvraag van reisdocumenten. De gemeentebalie Schiphol is daar één van. Deze balie is, voor deze groep een bijzondere voorziening met toegevoerde waarde (gelegen op een internationale luchthaven). | |||||||
Ontvangende partijen | Gemeente Haarlemmermeer | |||||||
Artikel | 6. Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving | |||||||
C92 | Naam | Informatiepunten Digitale Overheid | 17,127 | 17,127 | 15,414 | 15,414 | 15,414 | 15,414 |
Korte duiding | Realisatie, instandhouding Informatiepunten Digitale Overheid | |||||||
Juridische grondslag | Regeling specifieke uitkering Informatiepunten Digitale Overheid | |||||||
Maatschappelijke effecten | Alle gemeenten ontvangen via de Specifieke uitkeringsregeling Informatiepunten Digitale Overheid een bijdrage voor de financiering van de lokale bibliotheek ten behoeve van de realisatie of de instandhouding van de Informatiepunten Digitale Overheid; de promotie van de Informatiepunten Digitale Overheid bij haar inwoners en het voeren van regie over het netwerk van organisaties rond de Informatiepunten Digitale Overheid die voor de inwoners van de gemeente relevant zijn. | |||||||
Ontvangende partijen | Gemeenten | |||||||
Artikel | 6. Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving | |||||||
V | Naam | Start-up in Residence | 0,165 | |||||
Korte duiding | Deze Specifieke Uitkering is onderdeel van het samenwerkingsverband Startup In Residence Intergov. Dit is een samenwerking van de ministeries van BZK, SZW, LNV en EZK, de provincie Zuid-Holland en de gemeente Den Haag. | |||||||
Juridische grondslag | Begrotingswet ogv 17 lid 2 Fvw. jo. 4:23 lid 3 onder c Awb. | |||||||
Maatschappelijke effecten | Dergelijke initiatieven dragen bij aan het bevorderen van de samenwerking tussen de overheid en start-ups, het delen van kennis en het realiseren van innovatieve oplossingen voor maatschappelijke en beleidsvraagstukken van ambtenaren. | |||||||
Ontvangende partijen | Provincie Zuid-Holland | |||||||
Artikel | 6. Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving | |||||||
C98 | Naam | Smart city | ||||||
Korte duiding | Binnen het internationale project, genaamd Citcom.ai., worden test- en experimenteerfaciliteiten opgezet. | |||||||
Juridische grondslag | Artikel 17, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet en artikel 4:23, derde lid, onder d, van de Algemene wet bestuursrecht. | |||||||
Maatschappelijke effecten | De bijbehorende Europese mobiliteitsdata managen. | |||||||
Ontvangende partijen | Gemeente Eindhoven | |||||||
Artikel | 6. Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving | |||||||
V | Naam | Overheidsbrede loketten | ||||||
Korte duiding | Als pilot loketten opzetten die het gehele publieke domein afhechten. | |||||||
Juridische grondslag | Artikel 17, tweede lid, Financiële-verhoudingswet juncto artikel 4:23, derde lid, onderdeel c, Algemene wet bestuursrecht | |||||||
Maatschappelijke effecten | Het leren van de inrichting van overheidsbrede loketten. | |||||||
Ontvangende partijen | Gemeenten | |||||||
Artikel | 6. Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving | |||||||
C124 | Naam | Pilot wetsanalyse | 0,3 | |||||
Korte duiding | De methode Wetsanalyse wordt ingezet om de digitale uitvoering en proactieve dienstverlening rond armoederegelingen te verbeteren. |
|||||||
Juridische grondslag | Artikel 17, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet, juncto artikel 4:23, derde lid, onderdeel d, van de Algemene wet bestuursrecht. | |||||||
Maatschappelijke effecten | Het onderzoek draagt bij aan de verkenning van het Persoonlijk Digitaal Regelingenoverzicht. De ministeries BZK en SZW werken samen om het niet-gebruik van inkomensondersteunende regelingen te voorkomen. | |||||||
Ontvangende partijen | Gemeente Amsterdam | |||||||
Artikel | 6. Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving | |||||||
C62 | Naam | Kwijtschelden publieke schulden | 20 | 20 | 40 | 40 | 40 | |
Korte duiding | Het betreft de verstrekking van een specifieke uitkering aan gemeenten voor de derving van inkomsten en bekostiging van de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen van gedupeerden door de toeslagenaffaire. | |||||||
Juridische grondslag | Regeling specifieke uitkering kwijtschelding gemeentelijke belastingen | |||||||
Maatschappelijke effecten | Het doel van het kwijtschelden van publieke schulden zorgt ervoor dat gedupeerden van de toeslagenaffaire in staat worden gesteld om meer financieel zelfredzaam te worden. Daarbij zal het ook een positief effect hebben op het psychisch welbevinden van de gedupeerden. | |||||||
Ontvangende partijen | Gemeenten | |||||||
Artikel | 12. Algemeen | |||||||
Niet bekend1 | Naam | Onderdeel A | 45 | 30 | 20 | 20 | 2 | |
Korte duiding | Verbeteren van de sociale cohesie (Blok B) | |||||||
Maatschappelijke effecten | Activiteiten die gericht zijn op de verbetering van de sociale cohesie, door middel van het maken en uitvoeren van afspraken die voor dat doel zijn gemaakt en het oplossen van knelpunten in de versterkingsopgave en schadeafhandeling; | |||||||
Juridische grondslag | Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 28 juni 2024, nr. WJZ/ 59343160, houdende regels met betrekking tot de verstrekking van specifieke uitkeringen aan gemeenten in de provincie Groningen en aan de provincie Groningen ten behoeve van activiteiten die verband houden met de uitvoering van de versterkingsopgave en met maatregelen benoemd in de kabinetsreactie op het rapport van de Parlementaire enquête aardgaswinning Groningen (Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen 2024–2030) | |||||||
Ontvangende partijen | Gemeenten: Eemsdelta, Midden-Groningen, Groningen, Oldambt, Het Hogeland | |||||||
Artikel | Beleidsartikel 15: Een veilig Groningen met perspectief | |||||||
1 | ||||||||
Niet bekend | Naam | Onderdeel B | 13 | 38 | 38 | 38 | 38 | 38 |
Korte duiding | Leefbaarheid en wijkontwikkeling (maatregel 14) | |||||||
Maatschappelijke effecten | Activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van leefbaarheid en wijkontwikkeling; | |||||||
Juridische grondslag | Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 28 juni 2024, nr. WJZ/ 59343160, houdende regels met betrekking tot de verstrekking van specifieke uitkeringen aan gemeenten in de provincie Groningen en aan de provincie Groningen ten behoeve van activiteiten die verband houden met de uitvoering van de versterkingsopgave en met maatregelen benoemd in de kabinetsreactie op het rapport van de Parlementaire enquête aardgaswinning Groningen (Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen 2024–2030) | |||||||
Ontvangende partijen | Gemeenten: Eemsdelta, Midden-Groningen, Groningen, Oldambt, Het Hogeland | |||||||
Artikel | Beleidsartikel 15: Een veilig Groningen met perspectief | |||||||
1 | ||||||||
Niet bekend | Naam | Onderdeel C | 26,65 | 66,62 | 60,47 | 48,26 | 23,41 | 4,09 |
Korte duiding | Herstel openbare ruimte na versterking (maatregel 15, Blok D) | |||||||
Maatschappelijke effecten | Activiteiten die gericht zijn op ruimtelijke inpassingen in de openbare ruimte in verband met de versterkingsopgave | |||||||
Juridische grondslag | Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 28 juni 2024, nr. WJZ/ 59343160, houdende regels met betrekking tot de verstrekking van specifieke uitkeringen aan gemeenten in de provincie Groningen en aan de provincie Groningen ten behoeve van activiteiten die verband houden met de uitvoering van de versterkingsopgave en met maatregelen benoemd in de kabinetsreactie op het rapport van de Parlementaire enquête aardgaswinning Groningen (Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen 2024–2030) | |||||||
Ontvangende partijen | Gemeenten: Eemsdelta, Midden-Groningen, Groningen, Oldambt, Het Hogeland | |||||||
Artikel | Beleidsartikel 15: Een veilig Groningen met perspectief | |||||||
1 | ||||||||
Niet bekend | Naam | Onderdeel D | 92 | 29 | 3 | |||
Korte duiding | Batch 1588 (maatregel 17) | |||||||
Maatschappelijke effecten | Activiteiten in het kader van het versterken van gebouwen in de batch 1.588 | |||||||
Juridische grondslag | Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 28 juni 2024, nr. WJZ/ 59343160, houdende regels met betrekking tot de verstrekking van specifieke uitkeringen aan gemeenten in de provincie Groningen en aan de provincie Groningen ten behoeve van activiteiten die verband houden met de uitvoering van de versterkingsopgave en met maatregelen benoemd in de kabinetsreactie op het rapport van de Parlementaire enquête aardgaswinning Groningen (Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen 2024–2030) | |||||||
Ontvangende partijen | Gemeenten: Eemsdelta, Midden-Groningen, Groningen | |||||||
Artikel | Beleidsartikel 15: Een veilig Groningen met perspectief | |||||||
1 | ||||||||
Niet bekend | Naam | Onderdeel E | 20 | 19 | 19 | 18 | 18 | |
Korte duiding | Extra budget personeel- en organisatiekosten (maatregel 18) | |||||||
Maatschappelijke effecten | Personele inzet en organisatiekosten gerelateerd aan de uitvoering van de versterkingsopgave, de schadeafhandeling en het bieden van perspectief | |||||||
Juridische grondslag | Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 28 juni 2024, nr. WJZ/ 59343160, houdende regels met betrekking tot de verstrekking van specifieke uitkeringen aan gemeenten in de provincie Groningen en aan de provincie Groningen ten behoeve van activiteiten die verband houden met de uitvoering van de versterkingsopgave en met maatregelen benoemd in de kabinetsreactie op het rapport van de Parlementaire enquête aardgaswinning Groningen (Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen 2024–2030) | |||||||
Ontvangende partijen | Provincie Groningen, Gemeenten: Eemsdelta, Midden-Groningen, Groningen, Oldambt, Het Hogeland | |||||||
Artikel | Beleidsartikel 5: Een veilig Groningen met perspectief | |||||||
Niet bekend | Naam | Onderdeel F | 5,88 | 5,88 | 5,88 | 5,88 | 5,88 | |
Korte duiding | MKB-programma (maatregel 25) | |||||||
Maatschappelijke effecten | Activiteiten in het kader van voortzetting van het mkb-programma | |||||||
Juridische grondslag | Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 28 juni 2024, nr. WJZ/ 59343160, houdende regels met betrekking tot de verstrekking van specifieke uitkeringen aan gemeenten in de provincie Groningen en aan de provincie Groningen ten behoeve van activiteiten die verband houden met de uitvoering van de versterkingsopgave en met maatregelen benoemd in de kabinetsreactie op het rapport van de Parlementaire enquête aardgaswinning Groningen (Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen 2024–2030) | |||||||
Ontvangende partijen | Provincie Groningen | |||||||
Artikel | Beleidsartikel 15: Een veilig Groningen met perspectief | |||||||
Niet bekend | Naam | Onderdeel G | 13 | 15 | 17 | 14 | 14 | |
Korte duiding | Voortzetting Erfgoedprogramma (maatregel 26) | |||||||
Maatschappelijke effecten | Activiteiten in het kader van voortzetting van het Erfgoedprogramma; | |||||||
Juridische grondslag | Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 28 juni 2024, nr. WJZ/ 59343160, houdende regels met betrekking tot de verstrekking van specifieke uitkeringen aan gemeenten in de provincie Groningen en aan de provincie Groningen ten behoeve van activiteiten die verband houden met de uitvoering van de versterkingsopgave en met maatregelen benoemd in de kabinetsreactie op het rapport van de Parlementaire enquête aardgaswinning Groningen (Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen 2024–2030) | |||||||
Ontvangende partijen | Provincie Groningen | |||||||
Artikel | Beleidsartikel 15: Een veilig Groningen met perspectief | |||||||
Niet bekend | Naam | Onderdeel H | 14 | 14 | 14 | 14 | 14 | |
Korte duiding | Knelpuntenbudget gemeenten (maatregel 31) | |||||||
Maatschappelijke effecten | Activiteiten gericht op het wegnemen van psychosociale en sociaaleconomische knelpunten in de versterkingsopgave en de schadeafhandeling | |||||||
Juridische grondslag | Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 28 juni 2024, nr. WJZ/ 59343160, houdende regels met betrekking tot de verstrekking van specifieke uitkeringen aan gemeenten in de provincie Groningen en aan de provincie Groningen ten behoeve van activiteiten die verband houden met de uitvoering van de versterkingsopgave en met maatregelen benoemd in de kabinetsreactie op het rapport van de Parlementaire enquête aardgaswinning Groningen (Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen 2024–2030) | |||||||
1 | Ontvangende partijen | Provincie Groningen, Gemeenten: Eemsdelta, Midden-Groningen, Groningen, Oldambt, Het Hogeland | ||||||
Artikel | Beleidsartikel 15: Een veilig Groningen met perspectief | |||||||
Niet bekend | Naam | Onderdeel i | 8 | 9 | 10 | 9 | 9 | 8 |
Korte duiding | Aardbevingscoaches in elk gemeente (maatregel 31) | |||||||
Maatschappelijke effecten | Activiteiten die gericht zijn op het bieden van sociale en emotionele ondersteuning aan inwoners | |||||||
Juridische grondslag | Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 28 juni 2024, nr. WJZ/ 59343160, houdende regels met betrekking tot de verstrekking van specifieke uitkeringen aan gemeenten in de provincie Groningen en aan de provincie Groningen ten behoeve van activiteiten die verband houden met de uitvoering van de versterkingsopgave en met maatregelen benoemd in de kabinetsreactie op het rapport van de Parlementaire enquête aardgaswinning Groningen (Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen 2024–2030) | |||||||
Ontvangende partijen | Provincie Groningen, Gemeenten: Eemsdelta, Midden-Groningen, Groningen, Oldambt, Het Hogeland | |||||||
Artikel | Beleidsartikel 15: Een veilig Groningen met perspectief | |||||||
Niet bekend | Naam | Onderdeel J | ntb | |||||
Korte duiding | Nationaal Programma Groningen | |||||||
Maatschappelijke effecten | Activiteiten in het kader van de uitvoering van projecten en werkzaamheden ten behoeve van Nationaal Programma Groningen | |||||||
Juridische grondslag | Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 28 juni 2024, nr. WJZ/ 59343160, houdende regels met betrekking tot de verstrekking van specifieke uitkeringen aan gemeenten in de provincie Groningen en aan de provincie Groningen ten behoeve van activiteiten die verband houden met de uitvoering van de versterkingsopgave en met maatregelen benoemd in de kabinetsreactie op het rapport van de Parlementaire enquête aardgaswinning Groningen (Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen 2024–2030) | |||||||
Ontvangende partijen | Nationaal Programma Groningen | |||||||
Artikel | Beleidsartikel 5: Een veilig Groningen met perspectief |
- SISA code bij EZ
Bijlage 3: Verdiepingsbijlage
Beleidsartikel 1. Openbaar bestuur en democratie
Uitgaven
Stand ontwerpbegroting 2024 | 128.2931 | 102.4821 | 103.3681 | 96.001 | 96.076 | ‒ |
Amendementen op ontwerpbegroting 2024 | 1.000 | |||||
Mutatie eerste suppletoire begroting 2024 | 8.0351 | 12.0031 | 2.8991 | 14.096 | 4.405 | 102.965 |
Nieuwe mutaties | ‒ 18.139 | 49.977 | 73.185 | 103.335 | 57.028 | 57.107 |
Waarvan: | ||||||
1) Friese taal | ‒ 2.792 | ‒ 268 | ‒ 268 | ‒ 268 | ‒ 268 | 0 |
2) Transitie kiesraad | ‒ 2.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3) Zicht op ondermijning | ‒ 1.992 | ‒ 1.992 | ‒ 1.992 | ‒ 1.992 | ‒ 1.992 | ‒ 1.992 |
4) Goed bestuur | 0 | 51.996 | 76.652 | 110.087 | 66.083 | 68.507 |
5) Taakstelling subsidies | ‒ 424 | ‒ 955 | ‒ 4.105 | ‒ 5.818 | ‒ 8.431 | |
Stand ontwerpbegroting 2025 | 119.189 | 164.462 | 179.452 | 213.432 | 157.509 | 160.072 |
- Vanwege overheveling van Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid naar begroting VRO zijn de standen van de uitgaven 2024 lager dan in de begroting van BZK
Toelichting
1. Friese taal
Dat betreft een overboeking naar het provinciefonds. Zoals overeengekomen in de Bestuurlijke afspraak Friese taal en cultuur (BFTK) 2024-2028 verstrekt het ministerie van BZK een bijdrage aan de provincie Fryslân. Dit betreft een eenmalige bijdrage in 2024 van € 1 mln. voor ondersteuning van taalbevorderingsinstituut Afûk en een eenmalige bijdrage in 2024 van € 1,7 mln. voor meertaligheidscoördinatoren. Daarnaast betreft het een meerjarige jaarlijkse bijdrage in de jaren 2024 tot en met 2028 voor onder andere de uitwerking van langetermijndoelstellingen voor het Frysk, de uitvoering van het jaarplan van DINGtiid, orgaan voor Friese taal & uitvoering Wet gebruik Friese taal.
2. Transitie kiesraad
Dit betreft een overboeking naar het begrotingshoofdstuk Hoge Colleges van Staat en overige, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB). In overleg met de Kiesraad zijn afspraken gemaakt over de benodigde middelen voor de transitie van de Kiesraad naar de verkiezingsautoriteit. De afspraak is dat er eerst incidenteel € 2,0 mln. voor 2024 aan de begroting van de Kiesraad wordt toegevoegd en op het moment dat het tweede wetsvoorstel, kwaliteitsbevordering uitvoering verkiezingsproces, in werking treedt dit structureel wordt toegevoegd.
3. Zicht op ondermijning
Dit betreft een reallocatie van bijdrage aan ZBO's/RTW's onderdeel diverse bijdragen naar het centrale personeel budget (artikel 11) om op het juiste artikel en instrument te verantwoorden. Voorheen werden deze werkzaamheden ten behoeve van Zicht op Ondermijning uitbesteed, deze werkzaamheden worden nu gedaan door medewerkers bekostigd vanuit het apparaatsartikel.
4. Goed bestuur
In het hoofdlijnenakkoord zijn middelen beschikbaar gesteld ten behoeve van goed bestuur. Een deel van de beschikbare middelen voor artikel 1 wordt nu toegevoegd aan dit artikel. De resterende middelen staan voorlopig nog op artikel 13.
5. Taakstelling subsidies
In het hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat rijksbreed wordt bezuinigd op subsidies. Dit betreft de bijdrage die wordt gedaan vanuit de subsidies op artikel 1.
Ontvangsten
Stand ontwerpbegroting 2024 | 14.765 | 14.765 | 24.765 | 24.765 | 24.765 | ‒ |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2024 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 24.765 |
Nieuwe mutaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Waarvan: | ||||||
Stand ontwerpbegroting 2025 | 14.765 | 14.765 | 24.765 | 24.765 | 24.765 | 24.765 |
Beleidsartikel 2. Nationale Veiligheid
Uitgaven
Stand ontwerpbegroting 2024 | 456.290 | 465.595 | 461.985 | 482.553 | 472.553 | ‒ |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2024 | 38.981 | 22.026 | 21.616 | 22.180 | 21.577 | 494.232 |
Nieuwe mutaties | 1.110 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Waarvan: | ||||||
1) Arbomiddelen en opleidingen | 1.253 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Stand ontwerpbegroting 2025 | 496.381 | 487.621 | 483.601 | 504.733 | 494.130 | 494.232 |
Toelichting
1. Arbomiddelen en opleidingen
Dit betreft voornamelijk de overboeking van het ministerie van Defensie voor arbo middelen en opleidingen.
Ontvangsten
Stand ontwerpbegroting 2024 | 17.214 | 17.214 | 17.214 | 17.214 | 17.214 | ‒ |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2024 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 17.214 |
Nieuwe mutaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Waarvan: | ||||||
Stand ontwerpbegroting 2025 | 17.214 | 17.214 | 17.214 | 17.214 | 17.214 | 17.214 |
Beleidsartikel 6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving
Uitgaven
Stand ontwerpbegroting 2024 | 536.087 | 539.680 | 538.523 | 533.791 | 631.907 | ‒ |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2024 | ‒ 2.005 | 631 | ‒ 1.910 | ‒ 3.698 | ‒ 4.247 | 626.057 |
Nieuwe mutaties | ‒ 10.113 | ‒ 3.423 | ‒ 5.182 | ‒ 5.892 | ‒ 7.035 | ‒ 7.681 |
Waarvan: | ||||||
1) GDI, digitale Overheid en WaU | ‒ 5.206 | ‒ 2.871 | ‒ 2.871 | ‒ 2.871 | ‒ 2.871 | ‒ 2.871 |
2) Landelijke aanpak adreskwaliteit | ‒ 2.856 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3) Informatiepunten digitale overheid | 0 | 0 | ‒ 1.713 | ‒ 1.713 | ‒ 1.713 | ‒ 1.713 |
4) Taakstelling subsidies | 0 | ‒ 478 | ‒ 1.192 | ‒ 1.850 | ‒ 2.588 | ‒ 2.859 |
Stand ontwerpbegroting 2025 | 523.969 | 536.888 | 531.431 | 524.201 | 620.625 | 618.376 |
Toelichting
1. GDI, digitale Overheid en WaU
Om de uitvoeringskosten van GDI-dienstverlening, Digitale Overheid en Werk aan Uitvoering (dossier Interbestuurlijke Datastratie) op het juiste instrument te kunnen verantwoorden worden middelen overgeboekt naar artikel 11 apparaat.
2. Landelijke aanpak adreskwaliteit
Dit betreft een overboeking van € 2,9 mln. naar het gemeentefonds voor het verbeteren van de adreskwaliteit in de Basisregistratie Personen via de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA).
3. Informatiepunten digitale overheid
In het hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat de specifieke uitkeringen worden overgeheveld naar het gemeente- of provinciefonds. Ook vindt er een budgetkorting van 10 procent plaats. Voor de informatiepunten digitale overheid wordt deze korting nu verwerkt.
4. Taakstelling subsidies
In het hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat rijksbreed wordt bezuinigd op subsidies. Dit betreft de bijdrage die wordt gedaan vanuit de subsidies op artikel 6.
Ontvangsten
Stand ontwerpbegroting 2024 | 10.927 | 10.927 | 10.927 | 10.927 | 10.927 | ‒ |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2024 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 10.927 |
Nieuwe mutaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Waarvan: | ||||||
Stand ontwerpbegroting 2025 | 10.927 | 10.927 | 10.927 | 10.927 | 10.927 | 10.927 |
Beleidsartikel 7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid
Uitgaven
Stand ontwerpbegroting 2024 | 86.189 | 92.533 | 99.656 | 99.252 | 98.577 | ‒ |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2024 | ‒ 4.138 | ‒ 1.283 | ‒ 1.376 | 2.090 | ‒ 1.143 | 97.527 |
Nieuwe mutaties | ‒ 2.341 | ‒ 1.611 | ‒ 5.513 | ‒ 450 | ‒ 982 | ‒ 2.093 |
Waarvan: | ||||||
1) Programma beter samenwerken | 1.903 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2) Programma open op orde | 6.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3) Rijksprogramma duurzame digitale informatiehuishouding | ‒ 7.581 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4) Doorontwikkeling informatiehuishouding | 0 | ‒ 5.530 | ‒ 5.530 | 0 | 0 | 0 |
5) Taakstelling subsidies | 0 | ‒ 353 | ‒ 881 | ‒ 1.333 | ‒ 1.865 | ‒ 2.023 |
6) WAU middelen | 197 | 1.160 | 968 | 953 | 953 | 0 |
7) Kasschuif SSC-ICT | ‒ 2.300 | 2.300 | 0 | 0 | 0 | 0 |
8) Kasschuif Algemene Beveiligingseisen Rijksoverheid | ‒ 1.000 | 1.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Stand ontwerpbegroting 2025 | 79.710 | 89.639 | 92.767 | 100.892 | 96.452 | 95.434 |
Toelichting
1. Programma beter samenwerken
Dit betreft een bijdrage van € 1,9 mln. van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het kader van het programma Beter Samenwerken (BSW).
2. Programma open op orde
Dit betreft een overboeking van het ministerie van Justitie en Veiligheid van € 6,0 mln. voor de bekostiging van het programma Open op Orde.
3. Rijksprogramma duurzame digitale informatiehuishouding
Dit betreft een overboeking naar het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van € 7,6 mln. voor het Rijksprogramma Duurzame Digitale Informatiehuishouding voor de uitvoering van het generiek projectenportfolio 2024.
4. Doorontwikkeling informatiehuishouding
Betreft een reallocatie naar artikel 11 voor de bekostiging van het apparaat voor de doorontwikkeling van de informatiehuishouding.
5. Taakstelling subsidies
In het hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat rijksbreed wordt bezuinigd op subsidies. Dit betreft de bijdrage die wordt gedaan vanuit de subsidies op artikel 7.
6. WAU middelen
Dit betreft een overboeking van middelen vanuit de Aanvullende Post van het ministerie van Financien ten behoeve van de de WAU middelen. De Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie (RODI) ontvangt middelen ter bevordering van de brede samenwerking tussen de verschillende lagen van de overheid bij het aantrekken en behouden van capaciteit en kennis, terugdringen van de externe inhuur, en delen van innovatieve werkwijzen en expertise.
7. Kasschuif SSC-ICT
Betreft een kasschuif om het betaalritme voor een factuur van SSC-ICT goed te zetten.
8. Kasschuif Algemene Beveiligingseisen Rijksoverheid (ABRO)
Het programma Algemene Beveiligingseisen Rijksoverheid (ABRO) heeft vertraging opgelopen en via een kasschuif wordt een deel van het budget van 2024 doorgeschoven naar 2025. Het budget is afkomstig van het ministerie van Defensie voor een specifiek programma voor inkopen. De specialisten op dit vakgebied konden niet meteen gevonden worden door de krapte op de arbeidsmarkt.
Ontvangsten
Stand ontwerpbegroting 2024 | 64 | 64 | 64 | 64 | 64 | ‒ |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2024 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 64 |
Nieuwe mutaties | 29 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Waarvan: | ||||||
Stand ontwerpbegroting 2025 | 93 | 64 | 64 | 64 | 64 | 64 |
Beleidsartikel 14. Slavernijverleden
Uitgaven
Stand ontwerpbegroting 2024 | 106.000 | 107.002 | 7.999 | 8.000 | 8.000 | ‒ |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2024 | ‒ 39.6621 | ‒ 70.2712 | 8.8332 | 8.8332 | 5002 | 8.000 |
Nieuwe mutaties | ‒ 58.338 | ‒ 10.453 | 9.390 | 41.178 | 16.158 | 0 |
Waarvan: | ||||||
1) Kasschuiven subsidies | ‒ 57.973 | ‒ 10.253 | 9.890 | 41.678 | 16.658 | 0 |
Stand ontwerpbegroting 2025 | 8.000 | 26.278 | 26.222 | 58.011 | 24.658 | 8.000 |
- in de eerste suppletoire begroting 2024 is in de budgettaire tabel niet de juiste stand voor 2024 opgenomen. De nu opgenomen stand 2024 is de juiste stand van de mutaties eerste suppletoire begroting 2024.
- in de eerste suppletoire begroting 2024 is in de budgettaire tabel bij de mutaties voor de jaren 2025 tot en met 2028 geen bedrag opgenomen. De nu opgenomen standen eerste suppletoire begroting 2024 zijn de juiste standen van de mutaties eerste suppletoire begroting 2024.
Toelichting
1. Kasschuiven subsidies
De subsidieregeling van Europees Nederland heeft vertraging opgelopen. Via een kasschuif worden de middelen in het juiste ritme gezet. Verder was tijdens het vormgeven van artikel 14 het kasritme van de subsidies nog niet bekend. Middels een kasschuif van 2024 en 2025 naar de jaren 2026 tot en met 2028, worden de middelen ten behoeve van het slavernijverleden fonds in het juiste ritme gezet voor de komende jaren.
Ontvangsten
Stand ontwerpbegroting 2024 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Mutatie nota van wijziging 2024 | ||||||
Mutatie eerste suppletoire begroting 2024 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Nieuwe mutaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Waarvan: | ||||||
Stand ontwerpbegroting 2025 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Beleidsartikel 15. Een veilig Groningen met perspectief
Uitgaven
Stand ontwerpbegroting 2024 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2024 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Nieuwe mutaties | ‒ | 2.853.953 | 2.402.804 | 1.154.803 | 953.929 | 217.823 |
Waarvan: | ||||||
1) Herverkaveling van min EZ | ‒ | 2.795.460 | 2.340.616 | 1.104.677 | 979.147 | 258.856 |
2) Kasschuiven | 46.281 | 56.264 | 44.024 | ‒ 29.812 | ‒ 40.680 | |
Stand ontwerpbegroting 2025 | 2.324.438 | 2.853.953 | 2.402.804 | 1.154.803 | 953.929 | 217.823 |
Toelichting
1. Herverkaveling van min EZK
In het hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat Herstel Groningen naar de begroting van het ministerie van BZK wordt overgeheveld. Het programmabudget is daarom overgeheveld naar artikel 15.
2. Kasschuiven
Er zijn een aantal kasschuiven op de middelen voor Herstel Groningen doorgevoerd. Twee kasschuiven hebben betrekking op de budgetten uit de bestuurlijke afspraken die meelopen in de meerjarige regeling met specifieke uitkeringen. Met deze kasschuiven wordt het budget in lijn gebracht met het bestedingsritme van de regio en de planning van de versterkingsoperatie. Daarnaast gaat de uitputting van het budget van het IMG om knelpunten in de schadeafhandeling op te lossen sneller dan eerder geraamd. Met een kasschuif worden daarom middelen naar voren gehaald. Bij de voorjaarsnota 2024 is de reeks voor de PEGA maatregel 14 leefbaarheid en wijkontwikkeling opgevraagd. Hierop wordt een kasschuif doorgevoerd om het budget in lijn te brengen met het door de regio geraamde ritme. Tot slot is een kasschuif doorgevoerd op het budget van economische bedrijvigheid van 2028 naar 2029 om dit beter aan te laten sluiten bij het ritme van de verwachte uitgaven.
Ontvangsten
Stand ontwerpbegroting 2024 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2024 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Nieuwe mutaties | ‒ | 1.532.265 | 1.934.977 | 1.719.647 | 791.871 | 694.463 |
Waarvan: | ||||||
1) Herverkaveling van min EZ | ‒ | 1.532.265 | 1.934.977 | 1.719.647 | 791.871 | 694.463 |
Stand ontwerpbegroting 2025 | 1.526.872 | 1.532.265 | 1.934.977 | 1.719.647 | 791.871 | 694.463 |
Toelichting
1. Herverkaveling van min EZK
In het hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat Herstel Groningen naar de begroting van het ministerie van BZK wordt overgeheveld. De ontvangsten zijn daarom overheveld naar artikel 15.
Niet-beleidsartikel 11. Centraal apparaat
Uitgaven
Stand ontwerpbegroting 2024 | 622.121 | 581.516 | 577.958 | 565.511 | 558.139 | ‒ |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2024 | 254.303 | 89.553 | 77.094 | 71.016 | 66.702 | 619.294 |
Nieuwe mutaties | 32.107 | 180.194 | 110.082 | 26.961 | ‒ 36.986 | ‒ 113.183 |
Waarvan: | ||||||
1) Taakstelling apparaat | 0 | ‒ 29.766 | ‒ 58.676 | ‒ 86.196 | ‒ 113.587 | ‒ 125.546 |
2) Desaldering HRM advies | 11.228 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3) GDI, digitale Overheid en WaU | 5.206 | 2.871 | 2.871 | 2.871 | 2.871 | 0 |
4) Verrekening P-Direkt afwijking Individuele Arbeidsrelaties | 3.158 | 2.706 | 2.706 | 2.706 | 2.706 | 2.706 |
5) Informatiehuishouding en hoog gerubriceerde informatie | 3.220 | 5.530 | 5.530 | 0 | 0 | 0 |
6) Zicht op ondermijning | 1.992 | 1.992 | 1.992 | 1.992 | 1.992 | 1.992 |
7) Uitvoeringskosten Nationaal Isolatie Programma | 0 | 1.450 | 1.450 | 1.450 | 1.450 | 1.450 |
8) Overheveling apparaat Nationale Coordinator Groningen van min EZ | 0 | 189.086 | 143.435 | 94.058 | 63.863 | 0 |
9) Apparaat goed bestuur | 3.800 | 8.400 | 8.400 | 2.200 | 2.200 | |
Stand ontwerpbegroting 2025 | 908.531 | 851.263 | 765.134 | 663.488 | 587.855 | 506.111 |
Toelichting
1. Taakstelling apparaat
In het hoofdlijnenakkoord is een taakstelling opgenomen op de apparaatsuitgaven van de Rijksoverheid. Het aandeel van BZK in deze Rijksbrede taakstelling wordt nu structureel verwerkt op artikel 11. De komende periode wordt de invulling van deze taakstelling nader uitgewerkt.
2. Desaldering HRM advies
In 2024 zijn de kosten voor de HRM-adviseurs en andere P&O dienstverlening die verricht worden ten behoeve van de agentschappen en de SSO's hoger dan eerder geraamd. De agentschappen en SSO's hebben deze meerkosten betaald aan BZK. De ontvangst van deze meerkosten wordt via een desaldering toegevoegd aan het budget van 2024.
3. GDI, digitale Overheid en WaU
Er zijn reallocaties van artikel 6 Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving om onder andere de uitvoeringskosten van Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) dienstverlening, digitale Overheid en Werk aan Uitvoering (dossier Interbestuurlijke Datastratie) op het juiste instrument te kunnen verantwoorden.
4. Verrekening P-Direkt afwijking Individuele Arbeidsrelaties (iar's)
Dit betreft de bijdrage van diverse departementen voor de stijging van het aantal Individuele Arbeidsrelaties (IAR's). Het aantal waarvoor in 2024 gebruik wordt gemaakt van de dienstverlening van O&P-Rijk overstijgt het aantal waarvoor destijds budget is overgeheveld naar de centrale opdrachtgever (BZK).
5. Informatiehuishouding en hooggerubriceerde informatie
Er zijn reallocaties van artikel 7 werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid om de uitvoeringskosten doorontwikkeling informatiehuishouding en hoog gerubriceerde informatie op het juiste instrument te kunnen verantwoorden.
6. Zicht op ondermijning
Dit betreft een reallocatie van bijdrage aan ZBO's/RTW's onderdeel diverse bijdragen van artikel 1 naar het centrale personeel budget om op het juiste artikel en instrument te verantwoorden. Voorheen werden deze werkzaamheden ten behoeve van Zicht op Ondermijning uitbesteed, deze werkzaamheden worden nu gedaan door medewerkers bekostigd vanuit het apparaatsartikel.
7. Uitvoeringskosten Nationaal Isolatie Programma
Er is een overboeking van het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening om de uitvoeringskosten van het Nationaal Isolatie Programma op het juiste instrument te kunnen verantwoorden. Het is doelmatiger om intern apparaat in te zetten voor de bestaande werkzaamheden.
8. Overheveling apparaat Nationaal Coördinator Groningen van het ministerie van EZ
In het hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat Herstel Groningen naar de begroting van het ministerie van BZK wordt overgeheveld. Het apparaatsbudget van de Nationaal Coördinator Groningen is daarom overgeheveld naar het apparaat van het ministerie van BZK.
9) Apparaat goed bestuur
In het hoofdlijnenakkoord zijn middelen beschikbaar gesteld ten behoeve van goed bestuur. Voor de apparaatskosten worden deze middelen nu toegevoegd aan artikel 11 van de begroting.
Ontvangsten
Stand ontwerpbegroting 2024 | 21.120 | 21.120 | 21.120 | 21.120 | 21.120 | ‒ |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2024 | 150.752 | 0 | 0 | 0 | 0 | 21.120 |
Nieuwe mutaties | 23.382 | 175.263 | 166.761 | 125.186 | 80.310 | 53.100 |
Waarvan: | ||||||
1) Desaldering Waarborgfonds Sociale Woningbouw | 11.078 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2) Desaldering HRM advies | 11.228 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3) Overheveling apparaatontvangsten Nationale Coordinator Groningen van min EZ | 0 | 176.319 | 168.873 | 128.354 | 84.534 | 57.746 |
Stand ontwerpbegroting 2025 | 195.254 | 196.383 | 187.881 | 146.306 | 101.430 | 74.220 |
Toelichting
1. Desaldering Waarborgfonds Sociale Woningbouw
De begrotingsreserve Waarborgfonds Sociale Woningbouw wordt, via een overboeking van artikel 1 van de begroting van VRO, opgehoogd met een terugbetaling van € 11,1 mln. voor niet benodigde saneringsmiddelen.
2. Desaldering HRM advies
In 2024 zijn de kosten voor de HRM-adviseurs en andere P&O dienstverlening die verricht worden ten behoeve van de agentschappen en de SSO's hoger dan eerder geraamd. De agentschappen en SSO's hebben deze meerkosten betaald aan BZK. De ontvangst van deze meerkosten wordt via een desaldering toegevoegd aan het budget van 2024.
3. Overheveling apparaat Nationaal Coördinator Groningen van min EZ
In het hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat Herstel Groningen naar de begroting van het ministerie van BZK wordt overgeheveld. De ontvangsten op het apparaatsbudget van de Nationaal Coördinator Groningen zijn daarom overgeheveld naar de apparaatsontvangsten van het ministerie van BZK.
Niet-beleidsartikel 12. Algemeen
Uitgaven
Stand ontwerpbegroting 20241 | 190.095 | 32.729 | 2.728 | 2.524 | 2.524 | ‒ |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2024 | ‒ 133.070 | 25.723 | 40.218 | 49.010 | 40.208 | 2.734 |
Nieuwe mutaties | 300 | ‒ 17 | ‒ 42 | ‒ 30 | ‒ 38 | ‒ 43 |
Waarvan: | ||||||
Stand ontwerpbegroting 2025 | 57.325 | 58.435 | 42.904 | 51.504 | 42.694 | 2.691 |
- De stand OW24 is gecorrigeerd voor de overheveling van Vennootschapsbelasting (VPB) van de benzineveilingen en bodemwinning naar begroting van VRO. De totalen in deze tabel wijken daarom af van de gerapporteerde standen in jaarverslag 2023 van BZK en Suppletoire begroting september 2024
Ontvangsten
Stand ontwerpbegroting 2024 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ‒ |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2024 | 31.300 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Nieuwe mutaties | 300 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Waarvan: | ||||||
Stand ontwerpbegroting 2025 | 31.600 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Niet-beleidsartikel 13. Nog onverdeeld
Uitgaven
Stand ontwerpbegroting 2024 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ‒ |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2024 | 2.226 | 2.203 | 1.781 | 1.452 | 1.394 | 1.415 |
Nieuwe mutaties | ‒ 2.226 | 13.197 | 18.579 | 21.749 | 72.307 | 70.085 |
Waarvan: | ||||||
1) Beheer digitaal stelsel Omgevingswet | ‒ 2.203 | ‒ 1.781 | ‒ 1.452 | ‒ 1.394 | ‒ 1.415 | |
2) Goed bestuur | 15.400 | 20.360 | 23.201 | 73.701 | 71.500 | |
Stand ontwerpbegroting 2025 | 0 | 15.400 | 20.360 | 23.201 | 73.701 | 71.500 |
Toelichting
1. Beheer digitaal stelsel Omgevingswet
Dit betreft een overboeking naar artikel 3 van de begroting van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening naar artikel 3 voor het beheer van het Digitaal Stelsel Omgevingswet.
2. Goed bestuur
In het hoofdlijnenakkoord zijn middelen beschikbaar gesteld ten behoeve van goed bestuur. Een deel van de beschikbare middelen wordt nu toegevoegd aan artikel 1. De resterende middelen staan voorlopig nog op artikel 13 voor de eventuele oprichting van een Constitutioneel hof en het splitsen van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State en de Afdeling Advisering van de Raad van State. Daarnaast zijn middelen gereserveerd ten behoeve van het versterken dienstbare overheidsorganisaties.
Het budget wordt beschikbaar gesteld voor onder ander een Rijksbrede aanpak van hardheden en taskforce hardheden. Overheidsdienstverlening wordt meer bereikbaar en toegankelijk door direct contact en eerstelijnsbalies, betere gegevensdeling en doordacht gebruik van AI. Daarnaast wordt ingezet op een overheid die anders werkt en wordt ambtelijk vakmanschap versterkt, onder ander via verplichte scholing voor (top)ambtenaren. Ook worden Klokkenluiders beter beschermd.
Ontvangsten
Stand ontwerpbegroting 2024 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ‒ |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2024 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Nieuwe mutaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Waarvan: | ||||||
Stand ontwerpbegroting 2025 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Niet beleidsartikel 13 Nog onverdeeld
Bijlage 4: Moties en toezeggingen
De motie van het lid Chakor c.s.; Verzoekt de regering om als (rijks)overheid nu en in de toekomst een voorbeeld te zijn op het gebied van het bestrijden van arbeidsmarktdiscriminatie, om lokaal, regionaal en landelijk met werkgeversorganisaties het gesprek aan te gaan over gelijke kansen voor iedereen, en om de Kamer hierover jaarlijks te rapporteren. | Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 405 | Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van SZW. |
De motie van het lid Azarkan; Verzoekt de regering om te onderzoeken of de wijze van werven en selecteren op basis van objectieve criteria overheidsbreed kan worden ingezet. | Kamerstuk II 2022/23, 29544, nr. 1125 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 februari 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 325). |
De motie van het lid Omtzigt c.s.; Verzoekt de regering de WRR opdracht te geven om standaarden en protocollen op te stellen voor onafhankelijkheid van advisering en onafhankelijkheid van onderzoek, en hun de vrijheid te geven daar de KNAW bij te betrekken. | Kamerstuk II 2021/22, 25295, nr. 1805 | Afgedaan. De WRR heeft aangegeven zelf in gesprek te willen met de Tweede Kamer. |
De motie van het lid Nijboer; Verzoekt het kabinet in actie te komen en als de wiedeweerga ervoor te zorgen dat het zijn eigen beloftes op dit terrein waarmaakt. | Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 64 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 december 2023 per brief (Kamerstuk II 2023/24, 34352, nr. 309). |
De motie van de leden Dekker-Abdulaziz en Van der Laan; Verzoekt de regering om te onderzoeken op welke wijze jonge sporters en dansers die in de jeugdselectie zitten, maar nog niet worden betaald, kunnen vallen onder de Wet bescherming klokkenluiders of een andere voorziening die hun meer passende bescherming biedt; Verzoekt de regering te onderzoeken of het mogelijk is de evaluatie van het onafhankelijke integriteitscentrum te betrekken bij de evaluatie van de Wet bescherming klokkenluiders en de Kamer hierover te informeren. | Kamerstuk II 2023/24, 35851, nr. 58 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 35851, nr. 63). |
De motie van het lid Chakor; Roept de regering op om de aanbevelingen uit het rapport Elke regio telt! verder uit te voeren, die uitvoering waar mogelijk te versnellen en hiervoor een concreet plan op te stellen met daarin speciale aandacht voor het bevorderen van werkgelegenheid, het verbeteren van de zorgvoorzieningen en het optimaliseren van het openbaar vervoer, en de Tweede Kamer hierover te informeren. | Kamerstuk II 2023/24, 29697, nr. 147 | Afgedaan. Het betreft een «roept op» motie, geen verdere actie vereist. |
De motie van de leden Bikker en Inge van Dijk; Verzoekt de regering samen met de deelstaten Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen tot een gelijksoortig initiatief te komen met als doel knelpunten en oplossingsrichtingen te formuleren, specifiek voor wet- en regelgeving in grensregio’s. | Kamerstuk II 2022/23, 36200 VII, nr. 33 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 32851, nr. 79). |
De motie van de leden Van der Graaf en Inge van Dijk; Verzoekt de regering de verevening van de overige eigen middelen zo snel mogelijk maar uiterlijk met ingang van 2024 beter aan te laten sluiten bij de meerjarige werkelijke ontvangen overige eigen middelen in relatie tot het kostenniveau van de gemeente. | Kamerstuk II 2021/22, 35925 VII, nr. 161 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 september 2023 geïnformeerd in de begrotingsstaat van het gemeentefonds (Kamerstuk II 2023/24, 36410 B, nr. 2). |
De motie van het lid Inge van Dijk; Verzoekt de regering serieus te kijken naar de opschalingskorting als onderdeel van de voorjaarsbesluitvorming en eventuele alternatieven; zoals het bevriezen van de opschalingskorting op het huidige niveau tot en met 2029. | Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 77 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 83). |
De motie Nijboer; Verzoekt het kabinet de consequenties van de tekorten inzichtelijk te maken en voorstellen voor te bereiden om het ravijn te dichten. | Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 62 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 83). |
De motie van het lid Verhoeven c.s.; Voorts wordt onderzocht hoe de Chief Privacy Officer zich onder andere zal verhouden tot de bestaande rollen van de Functionaris Gegevensbescherming (FG), de Privacy Officer en de Chief Information Security Officer. | Kamerstuk II 2020/21, 27529, nr. 239 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 32761, nr. 282). |
De motie van de leden Van Ginneken en Leijten; Verzoekt het kabinet vanaf de volgende begrotingsronde vóór november op uniforme wijze inzicht te geven in de budgetten voor digitalisering (onder andere IV-plannen van departementen, uitvoeringsorganisaties en toezichthouders op het gebied van digitalisering en stimuleringsprogramma’s), en de Tweede Kamer tevens een integraal overzicht hiervan te sturen. | Kamerstuk II 2021/22, 26643, nr. 882 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1197). |
De motie van het lid Dekker-Abdulaziz; Verzoekt de regering om in kaart te brengen wat de wettelijke, technische en financiële obstakels zijn die in de weg staan van een mogelijke archivering van het .nl-domein en hoe deze te overkomen, en de Tweede Kamer hierover te informeren in 2024. | Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1076 | Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van OCW. |
De motie van het lid Slootweg; Verzoekt de regering om als twaalfde randvoorwaarde voor gebruik van publieke cloudvoorzieningen te laten gelden dat dit pas kan na inrichting van een goede democratische controle. | Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 977 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1149). |
De motie van de leden Koekkoek en Rajkowski; Verzoekt het kabinet om in het implementatiekader nader te specificeren hoe de publieke waarden door de departementen moeten worden afgewogen; Verzoekt het kabinet om de toepassing van die afwegingen door de departementen mee te nemen in het jaarlijkse evaluatierapport van het rijksbreed cloudbeleid. | Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 976 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1149). |
De motie van het lid Rajkowski c.s.; Verzoekt het kabinet bij zowel de eerstvolgende evaluatie van het Rijksbreed cloudbeleid 2022 als bij het aflopen van de I-strategie Rijk 2021–2025 de doorgifte van persoonsgegevens en overheidsdata naar landen buiten de EER te heroverwegen en de keuze te maken voor een Europees cloudinitiatief. | Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 975 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1149). |
De motie van het lid Rajkowski; Verzoekt het kabinet om bij de uitvoering van het Rijksbreed cloudbeleid 2022 mee te nemen dat de rijksoverheid ook bij een internetstoring in enige mate haar belangrijkste taken moet kunnen blijven uitoefenen, hier concreet uitvoering aan te geven en de Tweede Kamer hierover te informeren in het voorjaar. | Kamerstuk II 2022/23, 36643, nr. 974 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1149). |
De motie van het lid Michon-Derkzen; Verzoekt de regering zo spoedig mogelijk met een overzicht te komen van de gemeenten die geen ADV hebben c.q. gemeenten die geen ADV hebben die is aangesloten bij discriminatie.nl. | Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 407 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 juni 2024 per brief geïnformeerd. |
De motie van de leden Chakor en Bamenga; Verzoekt de regering om bij het eerstvolgende Nationaal Programma tegen Discriminatie en Racisme te komen tot concrete maatregelen om moslimdiscriminatie aan te pakken. | Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 406 | Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van SZW. |
De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering in het aankomende nationaal plan tegen discriminatie specifieke maatregelen voor te stellen om de strijd tegen moslimdiscriminatie op te voeren. | Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 401 | Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van SZW. |
De motie van de leden Hermans en Bontenbal; Verzoekt de regering met het oog op de herziening van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 zo spoedig mogelijk per brief aan de Kamer toe te lichten wat voor onze diensten noodzakelijk is om de huidige en toekomstige dreigingen vanuit statelijke actoren, waarbij een dreiging uitgaat tegen onze nationale veiligheid, zoals Rusland, op een adequate manier tegen te gaan, en bij de herziening ook voorstellen te doen om waar nodig de bevoegdheden van de diensten om samen te werken met bevriende diensten in andere landen, uit te breiden. | Kamerstuk II 2023/24, 30821, nr. 212 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 30821, nr. 232). |
De motie van het lid Sneller c.s.; Verzoekt de regering om de Woo uit te voeren overeenkomstig de wet en de jurisprudentie, de rijksbrede instructie in overeenstemming te brengen met de wet en de jurisprudentie, en de Tweede Kamer hiervan binnen zes weken verslag te doen. | Kamerstuk II 2023/24, 32802, nr. 89 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 32802, nr. 95). |
De motie van het lid Veldhoen c.s.; Verzoekt de regering een nieuwe werkwijze van het wetgevingsproces te onderzoeken waarbij in geval van wetgeving die door of met behulp van algoritmen wordt uitgevoerd, de kaders voor de daaraan ten grondslag liggende codes door de wetgever zelf worden uitgeschreven en zo onderdeel zijn van de parlementaire behandeling. | Kamerstuk I 2022/23, CXLVII, nr. F | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 28 september 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2023/24, CXLVII, nr. L). |
De motie van de leden Van Baarle en Ceder; Verzoekt de regering, de meldingsbereidheid van discriminatie vaker periodiek te meten en uit te splitsen naar discriminatiegrond. | Kamerstuk II 2020/21, 30950, nr. 270 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 365). |
De motie van het lid Azarkan; Verzoekt de regering, te onderzoeken hoe discriminatie als gevolg van de coronacrisis kan worden bestreden. | Kamerstuk II 2020/21, 30950, nr. 224 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 3 november 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 VX, nr. 60). |
De motie van het lid Van Baarle c.s.; Verzoekt de regering om de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme te verzoeken om de regering te adviseren hoe de meting van de effectiviteit van de maatregelen tegen discriminatie kan worden verbeterd; Verzoekt de regering om, mede op basis van dit advies, een voorstel te doen aan de Kamer om de beoordeling van de effectiviteit van het antidiscriminatiebeleid te verbeteren. | Kamerstuk II 2021/22, 35925 VII, nr. 36 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 355). |
De motie van de leden Sneller en Van der Werf; Verzoekt de regering te onderzoeken op welke wijze het ongewenst en onaangekondigd thuis bezoeken van politici vanwege hun politieke overtuigingen strenger kan worden aangepakt of verboden, bijvoorbeeld bij wet of met behulp van (andere) juridische en bestuurlijke instrumenten en de Tweede Kamer hier voor het einde van 2022 over te informeren. | Kamerstuk II 2021/22, 36062, nr. 15 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 34324, nr. 9). |
De motie van het lid Westerveld; Verzoekt de regering om met de VNG en gemeenten te zorgen dat in alle gemeenten het beleid de landelijke richtlijnen volgt en de Tweede Kamer ruim voor de begrotingsbehandeling BZK hierover te informeren. | Kamerstuk II 2022/23, 30950, nr. 333 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 365). |
De motie van het lid Podt c.s.; Verzoekt de regering uiterlijk met Prinsjesdag voor elk van de in het actieprogramma benoemde beleidsterreinen minimaal een concrete en tijdgebonden doelstelling te formuleren per onderdeel van het programma (erkennen en voorkomen, herkennen en melden, bijstaan en beschermen). | Kamerstuk II 2022/23, 30950, nr. 332 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 355). |
De motie van de leden Van Baarle en Dekker-Abdulaziz; Verzoekt de regering om na de versterking van de antidiscriminatievoorzieningen en na het gaan opereren van de antidiscriminatievoorzieningen onder een naam, een publiekscampagne te starten die de meldingsbereidheid van discriminatie en de vindbaarheid van de antidiscriminatievoorzieningen ten goede komt. | Kamerstuk II 2022/23, 30950, nr. 330 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 365). |
De motie van het lid Michon-Derkzen; Verzoekt de regering te onderzoeken in het licht van bovengenoemde ontwikkelingen of het huidige instrumentarium van de Wet openbare manifestaties om demonstraties te beperken voldoende aansluit bij de verantwoordelijkheid van burgemeesters, en de Tweede Kamer hierover te informeren in de eerste helft van 2023. | Kamerstuk II 2022/23, 36200 VI, nr. 59 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 34324, nr. 9). |
De motie van het lid Rosenmöller c.s.; Verzoekt de regering te reageren op de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie inclusief de daarover gevoerde gedachtewisseling; Verzoekt de Voorzitter van deze Kamer een voorstel te doen hoe te komen tot uitwerking van de voorstellen van de parlementaire onderzoekscommissie voor de werkwijze van de Kamer bij de behandeling van nieuwe wetgeving en het rapport te delen met de Tweede Kamer. | Kamerstuk I 2022/23, CXLVI, nr. Y | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2022/23, CXLVI, nr. AB). |
De motie van het lid Omtzigt c.s.; Verzoekt de regering de aanpassing van de beperkingssystematiek van de Grondwet mee te nemen in de consultatie over wijziging van artikel 120 van de Grondwet. | Kamerstuk II 2022/23, 36200 VII, nr. 165 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 2 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 106). |
De motie van het lid Meulenkamp c.s.; Verzoekt de regering rekening te houden met de vraag naar voldoende Friestalige kinderopvang. | Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 102 | Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van SZW. |
De motie van het lid Beckerman c.s.; Verzoekt de regering het Friese taalonderwijs in het primair en voortgezet onderwijs in Fryslân blijvend te stimuleren voor een gelijkwaardige positie van het Fries in het onderwijs. | Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 99 | Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van OCW. |
De motie van het lid Bikker c.s.; Verzoekt de regering in lijn met voorgenoemd advies en in overleg met Friestalige media-aanbieders te komen tot een wettelijke borging van Friestalig media-aanbod in bijvoorbeeld de Mediawet of de Wet gebruik Friese taal; Verzoekt de regering ervoor zorg te dragen dat Friestalige producties niet alleen op papier, maar ook daadwerkelijk in de praktijk aanspraak kunnen maken op subsidiëring uit het Filmfonds en het NPO-fonds, en dat dit ook actief wordt gestimuleerd en kenbaar gemaakt. | Kamerstuk 2023/24, 36410 VII, nr. 98 | Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van OCW. |
De motie van het lid Soepboer c.s.; Verzoekt de regering om in beeld te brengen wat er nodig is om aan de in de overweging genoemde punten tegemoet te komen en ondertekening van de BFTK te bespoedigen. | Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 103 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 107). |
De motie van het lid Tuinman c.s.; Verzoekt de regering om eraan bij te dragen dat in iedere gemeente in het Friese taalgebied een meertaligheidscoördinator wordt aangesteld. | Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 100 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 107). |
De motie van het lid De Hoop c.s.; Verzoekt de regering instandhouding van de Afûk als onderdeel van de wettelijke zorgplicht ten aanzien van de Friese taal en cultuur te behandelen. | Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 97 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24 36410 VII, nr. 107). |
De motie van het lid De Hoop c.s.; Verzoekt de regering in de nieuwe bestuursafspraak Friese taal en cultuur concrete maatregelen op te nemen voor een gelijkwaardige positie van de Friese taal in de openbare ruimte, in het bijzonder waar het gaat om verkeersbebording, beleid en wet- en regelgeving. | Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 96 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 107). |
De motie van de leden De Groot en Meulenkamp; Verzoekt de regering met concrete maatregelen te komen om Fries in het rechtsverkeer in Fryslân op de kortst mogelijke termijn te bevorderen, waaronder te bezien of wet- en regelgeving geactualiseerd dient te worden om de tweetalige rechtspraktijk te bevorderen, en te onderzoeken hoe alle Friestalige zaken kunnen worden gecentreerd in Leeuwarden en de Tweede Kamer over de voortgang te informeren voor het zomerreces 2024. | Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 94 | Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van JenV. |
De motie van het lid Van der Plas; Verzoekt de regering in overleg te treden met gemeenten om te onderzoeken of er gedurende de hele periode van ondersteuningsverklaringen een avondopenstelling van de betreffende balies op gemeentehuizen kan plaatsvinden, in ieder geval voor het inleveren van de ondersteuningsverklaringen. | Kamerstuk II 2023/24, 35165, nr. 71 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 35165, nr. 74). |
De motie van de leden Van der Plas en Chakor; Verzoekt de regering te onderzoeken welke impact deze daling heeft op de bereikbaarheid van stembureaus in landelijke gebieden en welke gevolgen dit heeft voor de opkomst in deze regio’s. | Kamerstuk II 2023/24, 35165, nr. 69 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 35165, nr. 73). |
De motie van het lid Beckerman; Verzoekt de regering voor bewindspersonen die tijdens het kabinet Rutte-lV een positie hebben bekleed een lobbyverbod en draaideurverbod van twee jaar te hanteren. | Kamerstuk II 2023/24, 36410 III, nr. 6 | Afgedaan. Met indiening bij de Tweede Kamer van het wetsvoorstel Wet regels vervolgfuncties bewindspersonen d.d. 3 mei is de motie beantwoord. |
De motie van het lid Middendorp c.s.; Verzoekt de regering, deze kabinetsperiode met een voorstel tot een grondwetswijziging te komen om tussentijdse verkiezingen in gemeenteraden mogelijk te maken. | Kamerstuk II 2019/20, 35300 VII, nr. 14 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 september 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 36200 VII, Nr. 180) |
De motie van de leden Kuiken en Romke de Jong; Verzoekt de regering het ambitieniveau te verhogen en bij deze en volgende bestjoersâfspraken Fryske taal en kultuer de Kamer te informeren over haar visie op de toekomst van de Friese taal en de inzet in de onderhandelingen met de provincie Fryslân. | Kamerstuk II 2022/23, 36200 VII, nr. 135 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 107). |
De motie van de leden Bouchallikh en Kathmann; Verzoekt de regering de komende Provinciale Statenverkiezingen grondig te laten monitoren en evalueren op het gebied van online beïnvloeding, waaronder desinformatie, microtargeting en buitenlandse inmenging, en de resultaten van deze evaluatie te delen met de Tweede Kamer. | Kamerstuk II 2022/23, 36 200 VII, nr. 75 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 september 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk 2023/24, 35165, nr. 61). |
De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering te onderzoeken of in de wettelijke borging van de afkoelperiode met verplicht advies er gekomen kan worden tot afdwingbaarheid van het advies dan wel tot het verbinden van een sanctie aan het niet opvolgen van het advies. | Kamerstuk II 2021/22, 28844, nr. 241 | Afgedaan. Met indiening bij de Tweede Kamer van het wetsvoorstel Wet regels vervolgfuncties bewindspersonen d.d. 3 mei is de motie beantwoord. |
De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering om een rijksbreed lobbyverbod in te stellen voor gewezen bewindspersonen. | Kamerstuk II 2021/22, 28844, nr. 240 | Afgedaan. Met indiening bij de Tweede Kamer van het wetsvoorstel Wet regels vervolgfuncties bewindspersonen d.d. 3 mei is de motie beantwoord. |
De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering om tot een eenduidige definitie te komen van aanpalende beleidsterreinen waarmee actieve bemoeienis is geweest en deze zo stringent mogelijk op te stellen om de schijn van belangenverstrengeling te voorkomen. | Kamerstuk II 2021/22, 28844, nr. 239 | Afgedaan. Met indiening bij de Tweede Kamer van het wetsvoorstel Wet regels vervolgfuncties bewindspersonen d.d. 3 mei is de motie beantwoord. |
De motie van het lid Sneller: Verzoekt de regering bij de verdere uitwerking van het lobbyverbod, draaideurverbod en de afkoelperiode in deze voorstellen een bredere reikwijdte, minder uitzonderingsmogelijkheden en strengere handhaving op te nemen en deze daarom een steviger (wettelijke) grondslag te geven. | Kamerstuk II 2021/22, 28844, nr. 238 | Afgedaan. Met indiening bij de Tweede Kamer van het wetsvoorstel Wet regels vervolgfuncties bewindspersonen d.d. 3 mei is de motie beantwoord. |
De motie van het lid Dassen c.s.; Verzoekt de regering, een verplicht lobbyregister voor bewindspersonen, ambtenaren en politici in te voeren, conform het lobbyregister van de Europese Commissie. | Kamerstuk II 2021/22, 35896, nr. 12 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 28844, nr. 269). |
De motie van de leden Bromet en Inge van Dijk; Verzoekt de regering om mede in het licht van deze aanbevelingen op korte termijn met jongerenorganisaties in gesprek te gaan en een concrete actieagenda op te stellen hoe de betrokkenheid van jongeren bij (politieke) besluitvorming kan worden vergroot. | Kamerstuk II 2021/22, 35925 VII, nr. 22 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 36200 VII, nr. 175). |
De motie van de leden Kuiken en Romke de Jong; Verzoekt de regering in samenwerking met de provincie Fryslân aan DINGtiid advies te vragen over de stand van zaken aangaande de Friestalige journalistiek en oplossingsrichtingen. | Kamerstuk II 2022/23, 36200 VII, nr. 134 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 36200 VII, nr. 174). |
De motie van het lid Kröger; Verzoekt de regering het burgerberaad eerder in te plannen zodat de aanbevelingen zorgvuldig overgenomen kunnen worden. | Kamerstuk II 2022/23, 32813, nr. 1278 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 februari 2024 per brief door de minister van Klimaat en Energie geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 32813, nr. 1350). |
De motie van het lid Van der Graaf c.s.; Verzoekt de regering om in samenspraak met VNG, IPO, de Unie van Waterschappen, de openbare lichamen, het LSA, het Landelijk Samenwerkingsverband Actieve bewoners, de LVKK, de Landelijke Vereniging voor Kleine Kernen, en de vertegenwoordigers van de jongerenraden uit te werken hoe flankerend beleid kan worden vormgegeven, zodat het uitdaagrecht ook in de praktijk goed uit de verf gaat komen. | Kamerstuk II 2023/24, 36210, nr. 9 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 maart 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24 30184, nr. 39). |
De motie van het lid Grinwis c.s.; Verzoekt de regering ten behoeve van de aankomende kabinetsformatie en in aanloop naar de begroting voor 2025 uit te werken hoe alsnog in continuering van de Jettengelden voor politieke partijen kan worden voorzien. | Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 68 | Afgedaan. De motie is afgedaan met de Voorjaarsnota 2024. |
De motie van het lid Inge van Dijk; Verzoekt de regering in gesprek te gaan met deze samenwerking om eenmalig dit onderzoek te verbreden naar gemeenteniveau en na te denken hoe ze daarin te faciliteren. | Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 66 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 maart 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 30184, nr. 39). |
De motie van de leden Inge van Dijk en Van der Graaf; Verzoekt de regering te onderzoeken op welke wijze de Landelijke Vereniging voor Kleine Kernen het best structureel gefaciliteerd kan worden, zodat zij in staat is de belangen van kleine dorpskernen, dorpsverenigingen en dorpshuizen op landelijk niveau te behartigen. | Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 65 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 maart 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 30184, nr. 39). |
De motie van het lid Ephraim; Verzoekt de regering om met een aanzet tot een uitvoeringswet te komen waarin alle varianten – een door de kiezers rechtstreeks gekozen commissaris van de Koning en een door de provinciale staten gekozen commissaris (zowel uit het midden van de Staten als een buitenstaander die zich verkiesbaar stelt) – worden betrokken, en de Tweede Kamer over de uitkomsten te berichten. | Kamerstuk II 2022/23, 35165, nr. 54 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 31570, nr. 37). |
De motie van het lid Ephraim; Verzoekt de regering om met een aanzet tot een uitvoeringswet te komen waarin alle varianten – een door de kiezers rechtstreeks gekozen burgemeester en een door de gemeenteraad gekozen burgemeester (zowel uit het midden van de raad als een buitenstaander die zich verkiesbaar stelt) - worden betrokken, en de Kamer over de uitkomsten te berichten. | Kamerstuk II 2022/23, 35165, nr. 53 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 31570, nr. 37). |
De motie van de leden Van Baarle en Dassen; Verzoekt de regering om de Uitvoeringsrichtlijn transparantie agenda's bewindslieden aan te scherpen. | Kamerstuk II 2022/23, 28844, nr. 261 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 28844, nr. 269). |
De motie van de leden Dekker-Abdulaziz en Kat; Verzoekt de regering om overheidsinstanties op te roepen om eerst een kosteloze betalingsherinnering te sturen naar de burger indien een aanslag dan wel rekening niet op tijd is betaald; verzoekt de regering tevens om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om overheidsinstanties hiertoe te verplichten. | Kamerstuk II 2022/23, 36200 VII, nr. 26 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1149). |
De motie van het lid Bikker c.s.; Verzoekt de regering op korte termijn een quickscan te doen naar dergelijke wettelijke blokkades en hier een beleidsgevolg aan te geven. | Kamerstuk II 2022/23, 26200 VII, nr. 32 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1099). |
De motie van het lid Temmink; Verzoekt de regering met een plan te komen voor een dekkend netwerk van laagdrempelige overheidsbrede loketten. | Kamerstuk II 2023/24, 29697, nr. 130 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1149). |
De motie van het lid Drost; Verzoekt de regering in de vervolgonderhandelingen over het Raamwerk duidelijk kenbaar te blijven maken dat de positie van het Nederlands parlement in meerderheid kritisch is; Verzoekt de regering voorts in de voortzetting van de onderhandeling van deze en andere Europese voorstellen op het gebied van digitalisering scherper en kritischer dan nu te toetsen op genoemde uitgangspunten. | Kamerstuk II 2022/23, 36305, nr. 7 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 oktober 2023 per brief geïnformeerd Trilogen (Kamerstuk II 2023/24, 21501-33, nr. 1042). |
De motie van het lid Kathmann; Verzoekt de regering om het gebruik van gezichtsherkenningssoftware bij publieke en private organisaties in kaart te brengen, en toepassingen waarbij het gebruik niet expliciet is toegestaan door wetgeving maar wel gewenst is zo snel als mogelijk van een grondslag te voorzien en anders te doen beëindigen. | Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1171 | Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van JenV. |
De motie van de leden Ergin en Van Baarle: Verzoekt de regering om onderzoeken naar de effecten van digitale systemen te stimuleren en hieraan bij te dragen; Verzoekt de regering tevens om voorlichting te geven over digitale systemen en de risico’s hiervan voor schoolbesturen, docenten, ouders en leerlingen. | Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1168 | Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van OCW. |
De motie van het lid Eerdmans c.s.; Roept de regering op a. in beeld te brengen hoeveel ouderen en digitaal minder vaardigen hierdoor afgehaakt raken en b. hiertoe een plan van aanpak op te stellen om de huidige aanpak te intensiveren. | Kamerstuk II 20223/24, 36410, nr. 54 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1149). |
De motie van het lid Leijten; Verzoekt de regering te regelen dat in de Raadspositie over de Al-verordening duidelijk wordt dat een genomen besluit altijd begrijpelijk kenbaar wordt gemaakt, waarbij ook de gebruikte data worden vermeld teneinde iemand kan toetsen of het besluit op correcte gegevens tot stand is gekomen. | Kamerstuk II 2022/23, 21501-33, nr. 987 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1149). |
De motie van de leden Koekoek en Kathmann; Verzoekt de regering om te onderzoeken hoe zij de steun van BZK en OCW aan het initiatief PublicSpaces uit kan breiden tot deelname van alle departementen aan de PublicSpaces-coalitie; | Kamerstuk II 2022/23, 36200 VII, nr. 79 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1057). |
Verzoekt de regering om samen met gelijkgestemde Europese lidstaten een coalitie te vormen om de ontwikkeling van een digitaal publiek sociaal medium te accelereren. | ||
De motie van de leden Ceder en Bontenbal; Verzoekt de regering mediawijsheid voor opvoeders expliciet onderdeel te maken van de werkagenda en daartoe in de uitwerking van de plannen onder het Programma Digitale Samenleving met voorstellen te komen. | Kamerstuk II 2022/23, 36200 VII, nr. 76 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1112). |
De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering om een aantal gemeenten te selecteren die met capaciteit en middelen vanuit het Rijk ondersteund zullen worden om hun algoritmen en risicomodellen in lijn te brengen met deze standaarden omtrent non-discriminatie en mensenrechten, zodat er lokaal voorbeeld-beleid wordt ontwikkeld waar andere gemeenten hun voordeel mee kunnen doen. | Kamerstuk II 2022/23, 26200 VII, nr. 39 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1056). |
De motie van de leden Bouchallikh en Dekker-Abdulaziz; Verzoekt de regering het verplicht te maken om dit impactassessment te doen voorafgaand aan het gebruik van algoritmen wanneer algoritmen worden ingezet om evaluaties van of beslissingen over mensen te maken; Verzoekt de regering tevens te verplichten om waar mogelijk deze impactassessments openbaar te maken. | Kamerstuk II 2021/22, 26643, nr. 835 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1056). |
De motie van de leden Van Haga en Leijten; Verzoekt de regering het gebruik van de eID niet indirect te verplichten, door te waarborgen dat onlinetoegang tot overheidsdiensten mogelijk blijft met de nationale DigiD. | Kamerstuk II 2021/22, 26643, nr. 831 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 21501-33, nr. 1042). |
De motie van het lid Van Baarle c.s.; Verzoekt de regering om actief de kennis van de handreiking non-discriminatie by design te verspreiden onder private partijen die mogelijk aan afkomst gerelateerde persoonsgegevens verwerken. | Kamerstuk II 2021/22, 26643, nr. 829 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1056). |
De motie van het lid Van Baarle c.s.; Verzoekt de regering om één jaar na de verspreiding van deze handreiking te onderzoeken in hoeverre de handreiking non-discriminatie by design bekend is bij relevante overheidsdiensten en lokale overheden en te onderzoeken in hoeverre de aanbevelingen worden geïmplementeerd, en de Tweede Kamer over de resultaten te informeren. | Kamerstuk II 2021/22, 35925 VII, nr. 39 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1056). |
De motie van het lid Dassen c.s.; Verzoekt de regering om het gebruik van het door de regering aangekondigde algoritmeregister voor overheden verplicht te stellen. | Kamerstuk II 2021/22, 35925 VII, nr. 26 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1056). |
De motie van het lid Koekkoek; Verzoekt de regering om met een voorstel te komen met technische en organisatorische maatregelen die ervoor zorgen dat voorafgaand aan het in gebruik nemen van algoritmen en IT-systemen door de rijksoverheid en haar uitvoeringsorganisaties wordt getoetst op mogelijke discriminerende effecten in de toepassing ervan; Verzoekt de regering om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om de implementatie of het gebruik van discriminerende algoritmen en IT-systemen stop te zetten wanneer niet kan worden vastgesteld dat zij geen discriminerende werking hebben. | Kamerstuk II 2021/22, 30950, nr. 306 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1056). |
De motie van de leden Van Baarle c.s.; Verzoekt de regering om zo spoedig mogelijk een wetsvoorstel naar de Kamer te sturen waarin de overheid en bedrijven verplicht worden gesteld om concrete waarborgen te hanteren, zowel in de ontwikkelfase als in de implementatiefase, om discriminatie door algoritmen te voorkomen. | Kamerstuk II 2021/22, 26643, nr. 877 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1149). |
De motie van de leden Leijten en Ceder; Verzoekt de regering met een duidelijk waardenkader te komen met betrekking tot de inzet, regulering en toepassing van digitale technologie door de overheid, waarbij duidelijk wordt aangegeven welke principes en waarden leidend zijn. | Kamerstuk II 2021/22, 26643, nr. 871 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1056). |
De motie van de leden Ceder en Leijten; Verzoekt de regering, al dan niet in Europees verband, te komen tot een wettelijke verplichting voor een kindimpactassessment voor publieke en private digitale diensten die deels of volledig op kinderen zijn gericht. | Kamerstuk II 2021/22, 26643, nr. 870 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1063). |
De motie van de leden Rajkowski en Dekker-Abdulaziz; Verzoekt het kabinet om zich op Europees niveau te committeren aan het verbieden van ontwrichtende aanbevelingsalgoritmes door bijvoorbeeld in de lopende Triloog-onderhandelingen ten aanzien van de Al-act te pleiten voor maatregelen en afspraken die dit verbod realiseren en de Tweede Kamer over de genomen stappen te informeren voor de begrotingsbehandeling Digitale Zaken 2023. | Kamerstuk II 2022/23, 30821, nr. 193 | Afgedaan. De Tweede Kamer is over de uitvoering van de motie geïnformeerd via de geannoteerde agenda voor de informele Telecomraad van 23-24 oktober geïnformeerd, alsook via het schriftelijk overleg dat voor deze Telecomraad is geweest. |
De motie van het lid Bouchallikh; Verzoekt de regering om te borgen dat overheidsinformatie altijd voor iedereen toegankelijk moet zijn en dat in noodsituaties niet alleen naar overheidsaccounts op sociale media moet worden verwezen als deze berichten voor niet-gebruikers van het betreffende platform niet toegankelijk zijn. | Kamerstuk II 2022/23, 30821, nr. 191 | Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van JenV. |
De motie van de leden Bouchallikh en Kathmann; Verzoekt de regering om zich in Europees verband sterk te maken voor de wetielijke aanpak van aanbevelingsalgortimes op basis van clicks en interactie op sociale media platforms en de Kamer over deze inspanningen te informeren: verzoekt de regering tevens om zich in Europees verband sterkt te maken voor de wettelijke aanpak van verslavend ontwerp van online diensten, in het bijzonder sociale media platforms in bijvoorbeeld het herziene Europese consumentenrecht en de Tweede Kamer over deze inspanningen te informeren. | Kamerstuk II 2022/23, 30821, nr. 190 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1112). |
De motie van de leden Dekker-Abdulaziz en Rajkowski; Verzoekt de regering om het Europees voorzitterschap te vragen om bij de onderhandelingen over de Al Act het verplichten van watermerken bij door Al gegenereerde teksten en beelden waarbij auteursrechtelijke bronnen zijn benut te agenderen. | Kamerstuk II 2022/23, 30821, nr. 185 | Afgedaan. De Tweede Kamer is over de uitvoering van de motie geïnformeerd via de geannoteerde agenda voor de informele Telecomraad van 23-24 oktober geïnformeerd, alsook via het schriftelijk overleg dat voor deze Telecomraad is geweest. |
De motie van het lid Dekker-Abdulaziz; Verzoekt de regering om vanaf nu alle nieuwe hoogrisicoalgoritmes die binnen de rijksoverheid gebruikt worden, verplicht op te nemen in het Algoritmeregister en te onderwerpen aan een mensenrechtentoets (IAMA); | Kamerstuk II 2022/23, 36360 VI, nr. 14 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1112). |
Verzoekt de regering tevens om elk departement jaarlijks aan de Tweede Kamer te laten rapporteren over de voortgang van het in het register opnemen van bestaande en nieuwe algoritmes in het register. | ||
De motie van het lid Weerdenburg: Spreekt uit dat het thema artificiële intelligentie en alles wat daarmee samenhangt zou moeten behoren tot de portefeuille van de bewindspersoon die (algemeen) verantwoordelijk is voor digitalisering in een volgend kabinet, ongeacht bij welk ministerie deze bewindspersoon wordt ondergebracht. | Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1077 | Afgedaan. De motie is een spreekt-uit-motie. |
De motie van de leden Dekker-Abdulaziz en Rajkowski; Verzoekt de regering om voor uiterlijk het eerste kwartaal van 2024 een dergelijk onafhankelijk team in te stellen, waarbij zo veel mogelijk de reeds bestaande multidisciplinaire werkgroepen worden benut. | Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1075 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 januari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1125). |
De motie van de leden Rajkowski en Dekker-Abdulazis: Verzoekt de regering om te onderzoeken of een Nederlands adviserend orgaan van toegevoegde waarde kan zijn om de overheid op korte termijn te kunnen adviseren bij ontwikkelingen rondom kunstmatige intelligentie die impact hebben op de samenleving en niet kan wachten op reguleringsvoorstellen; Verzoekt de regering te onderzoeken of een dergelijk Nederlands adviserend orgaan rondom kunstmatige intelligentie geïmplementeerd kan worden binnen een al bestaand orgaan of dat er een nieuw orgaan moet worden opgericht. | Kamerstuk II 2023/24, 21501-33 nr. 1041 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 21501, nr. 1034). |
De motie van het lid Dassen; Verzoekt de regering een impactanalyse per ministerie uit te voeren met betrekking tot de effecten en de toepassing van kunstmatige intelligentie door de overheid, op de banen van de toekomst, beleidsontwikkeling en onze manier van werken. | Kamerstuk II 2023/24, 36410, nr. 53 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 januari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1125). |
De motie van het lid Drost; Verzoekt de regering een verkenning te doen naar de mogelijkheden tot aanstelling van een dergelijke kinderautoriteit persoonsgegevens en hierover voor de behandeling van de begrotingsonderdelen Digitale Zaken diverse scenario’s aan de Tweede Kamer voor te leggen. | Kamerstuk II 2022/23, 32761, nr. 272 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1063). |
De motie van het lid Drost; Verzoekt de regering om in Nederland zorg te dragen voor een soortgelijke bepaling als artikel 30 van de Data Protection Act. | Kamerstuk II 2022/23, 32761, nr. 271 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1112). |
De motie van de leden Dekker-Abdulaziz en Kathmann; Verzoekt de regering zich in te spannen dat er binnen Europese regel-geving wordt opgenomen dat de verkoop van persoonsgegevens van minderjarigen voor financieel gewin verboden wordt en toezicht hierop goed te borgen. | Kamerstuk II 2022/23, 32761, nr. 268 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1063). |
De motie van de leden Dekker-Abdulaziz en Kathmann; Verzoekt de regering om vooruitlopend op een e-Privacyverordening te onderzoeken hoe websites te verplichten om dit in browsers op een default te zetten waarin standaard geen trackingcookies worden geplaatst tenzij hier nadrukkelijk toestemming voor wordt gegeven. | Kamerstuk II 2022/23, 32761, nr. 267 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 september 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 32761, nr. 286). |
De motie van de leden Dekker-Abdulaziz en Kathmann; Verzoekt de regering in EU-verband te pleiten voor nadere regulering voor het plaatsen van cookies om te komen tot een goed geïnformeerde praktijk rondom het toestemmingsvereiste voor cookies, zodanig dat het voor gebruikers duidelijk is wat er met de verzamelde gegevens gebeurt; verzoekt tevens de regering hierbij ook te streven naar het vergroten van inzicht waarvoor precies toestemming wordt gegeven, waaronder de mogelijkheid tot doorverkoop, en het gemakkelijker maken van het weigeren. | Kamerstuk II 2022/23, 32761, nr. 266 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 september 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 32761, nr. 286). |
De motie van de leden Dekker-Abdulaziz en Rajkowski; Verzoekt de regering om tot een integrale visie te komen over de inzet, het potentieel én de risico’s van nieuwe AI-producten, zoals generatieve AI. | Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1003 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 januari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1125). |
De motie van de leden Rajkowski en Dekker-Abdulaziz; Verzoekt het kabinet te inventariseren welke negatieve gevolgen en uitwassen het gebruik van kunstmatige intelligentie met zich mee kan brengen voor de Nederlandse samenleving; Verzoekt het kabinet met organisaties in gesprek te gaan over hoe zij, vooruitlopend op de AI-verordening, verantwoordelijkheid nemen om de risico’s van AI voor de samenleving te verkleinen, en de Tweede Kamer hierover uiterlijk in de zomer van 2023 te informeren. | Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1002 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 21501, nr. 1034). |
De motie van het lid Kathmann c.s.; Verzoekt de regering daarom te onderzoeken in hoeverre de inzet van expertteams die op vertrouwelijke basis volledige inzage krijgen in een algoritme succesvol kan zijn in het bestrijden van discriminerende algoritmes. | Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 995 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1149). |
De motie van het lid Slootweg; Verzoekt de regering ervoor te zorgen dat binnen twee jaar alle overheids-organisaties kenbaar maken aan onze inwoners van welke persoonsgegevens en welke algoritmes ze hebben gebruikgemaakt bij het nemen van het besluit. | Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 993 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1149). |
De motie van het lid Leijten; Verzoekt de regering de categorische uitzondering in het algoritmeregister voor algoritmes die zien op rechtshandhaving te laten vervallen en indien het opsporingsbelang geraakt wordt met het openbaar maken van het algoritme enkel gemotiveerd af te zien van openbaarmaking en inzage in de werking van het algoritme wel toe te staan door de toezichthouder. | Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1001 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1149). |
De motie van het lid Dekker-Abdulaziz; Verzoekt de regering te bezien hoe zij nieuw wetenschappelijk onderzoek op het gebied van AI safety kan aanmoedigen, bijvoorbeeld bij een organisatie als NWO. | Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 986 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1149). |
De motie van het lid Verkerk c.s.; Verzoekt de regering te onderzoeken wat voor soort wetgeving nodig is en de Eerste Kamer te informeren op welke wijze en wanneer de regering deze wetgeving wil realiseren. | Kamerstuk I 2022/23, CXLVII, nr. H | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 6 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2023/245, CXLVII, nr. Q). |
De motie van het lid Recourt c.s.; Verzoekt de regering verder de uitkomst breed bekend te maken en het maatschappelijk debat hierover te stimuleren. | Kamerstuk I 2022/23, CXLVII, nr. D | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 6 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2023/245, CXLVII, nr. Q). |
De motie van het lid Slootweg; Verzoekt de regering medeoverheden zo snel als mogelijk is duidelijkheid te geven over de scope en focus van de NIS 2, hen te betrekken bij de nadere uitwerking van de richtlijn en hen te ondersteunen in de implementatie van de richtlijn, in plaats van het opleggen van sancties. | Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1049 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1072). |
De motie van de leden Bisschop en Inge van Dijk; Verzoekt de regering er de komende jaren naar toe te werken dat de provincies Zeeland, Friesland, Flevoland, Drenthe en Limburg een meer evenredig aandeel hebben in de rijkswerkgelegenheid en per saldo de landelijke ontwikkeling van de rijkswerkgelegenheid te volgen, en daartoe een richtlijn te ontwikkelen. | Kamerstuk II 2022/23, 36200 VII, nr. 34 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 31490, nr. 332). |
De motie van de leden Chakor en Palmen; Verzoekt de regering te onderzoeken hoe bij overheidsorganisaties bevorderd kan worden dat dit overleg tot stand gaat komen, te bezien of de Woo daarvoor moet worden aangepast en daarbij de desbetreffende adviezen van het Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding te betrekken. | Kamerstuk II 2023/24, 32802, nr. 88 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 32802, nr. 94). |
De motie van het lid Palmen; verzoekt de regering te onderzoeken welke aanpassingen leiden tot het sneller, actief en meer geautomatiseerd openbaar maken van overheidsinformatie waarbij de inzet van extra ambtenaren, in de parafenlijn, beperkt kan worden. | Kamerstuk II 2023/24, 32802, nr. 86 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 32802, nr. 94). |
De motie van het lid Palmen; Verzoekt de regering afdoende maatregelen te nemen om vanaf 2024 minimaal de helft van de jaarlijkse Wet open overheid-verzoeken aan het Rijk binnen de wettelijke termijn van 42 dagen af te handelen; Verzoekt de regering om, net als in andere Europese landen, overheidsbesluiten, zowel centraal als decentraal, geautomatiseerd en actief openbaar te maken en per brief de Kamer te informeren over de mogelijkheden en termijnen hiervoor. | Kamerstuk II 2023/24, 32802, nr. 85 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 32802, nr. 94). |
De motie van het lid Leijten; Verzoekt de regering om voor de zomer met een haalbaar plan te komen over hoe de invoering van de Wet open overheid beter gestructureerd en gecoördineerd kan worden en hoe de achterstanden op korte termijn op een verantwoorde manier kunnen worden weggewerkt. | Kamerstuk II 2022/23, 32802, nr. 63 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 december per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 29362, nr. 344). |
De motie van het lid Leijten; Verzoekt de regering de verantwoordelijkheid voor het invoeren van de Wet open overheid te beleggen bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, zodat dat verantwoordelijk wordt voor het formuleren van heldere en eenduidige definities over de verplicht openbaar te maken informatiecategorieën, waarbij het ook het verantwoordelijke ministerie is voor de verdeling van de budgetten ten behoeve van de verbetering van de informatiehuishouding van het Rijk. | Kamerstuk II 2022/23, 32802, nr. 62 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 32802, nr. 73). |
De motie van het lid Bushoff c.s.; Verzoekt de regering om er zorg voor te dragen dat redelijkerwijs zoveel mogelijk van de genoemde adviezen worden opgevolgd en dat het niet opvolgen aan de Tweede Kamer voorzien van een deugdelijke motivering moet worden gemeld. | Kamerstuk II 2022/23, 32802, nr. 65 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 32802, nr. 73). |
De motie van het lid Omtzigt c.s.; Verzoekt de regering binnen een half jaar de Kamer een analyse te doen toekomen over de oorzaken van het stijgend aantal uitspraken in WOO-zaken waaraan de regering niet voldoet; Verzoekt de regering de rechterlijke uitspraken op het verstrijken van termijnen (zowel voor documenten beschikbaar stellen als inventarislijsten) binnen acht maanden uit te voeren, zoals in een rechtsstaat hoort, en de Kamer vanaf nu elke drie maanden met een lijst op de hoogte te stellen van de rechterlijke uitspraken die niet zijn uitgevoerd, te beginnen op 1 juli 2023. | Kamerstuk II 2022/23, 32802, nr. 64 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 32802, nr. 73). |
De motie van het lid Leijten; Verzoekt de regering, er zorg voor te dragen dat de toezichthouders in de ambtelijke voorbereiding van de aangekondigde wetswijziging voldoende betrokken worden. | Kamerstuk II 2020/21, 29924, nr. 215 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 september 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 34588, nr. 92). |
De motie van het lid Ceder; Verzoekt de regering, om te inventariseren bij de veiligheidsdiensten en toezichthouders welke voor- en nadelen er zijn om de twee toezichthouders tot een krachtige toezichthouder te maken en mogelijke knelpunten aan de Kamer voor te leggen. | Kamerstuk II 2020/21, 29924, nr. 219 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 september 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 34588, nr. 92). |
De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering, om bij de eventuele uitwerking en opvolging van deze conclusie uit het rapport van de evaluatiecommissie Wiv waarborgen in te bouwen zodat dit in de praktijk geen afschaling van toezicht op de verwerkingsfase inhoudt. | Kamerstuk II 2020/21, 29924, nr. 218 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 september 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 34588, nr. 92). |
De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering, om deze aanbeveling niet onverkort in wetgeving vast te leggen, maar hier eerst consultatie over te plegen met toezichthouders, mensenrechtenorganisaties, wetenschappers, de Autoriteit Persoonsgegevens en juristen, en de Kamer van de uitkomsten hiervan op de hoogte te stellen. | Kamerstuk II 2020/21, 29924, nr. 217 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 september 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 34588, nr. 92). |
De motie van het lid Leijten; Verzoekt de regering, de bevoegdheden van de TIB bij de toetsing vooraf van verzoeken op geen enkele manier in te perken. | Kamerstuk II 2020/21, 29924, nr. 220 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 september 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 34588, nr. 92). |
De motie van het lid Strolenberg c.s.; Verzoekt de regering bij de onderhandelingen over de Europese Kiesakte het standpunt in te brengen dat Nederland transnationale kieslijsten voor het Europees parlement afwijst. | Kamerstuk II 2021/22, 36104, nr. 6 | Afgedaan. De Tweede Kamer wordt ieder kwartaal geïnformeerd. |
De motie van het lid Bisschop; Verzoekt de regering niet in te stemmen met een voorstel waarin een vaste dag voor de Europese verkiezingen is opgenomen. | Kamerstuk II 2021/22, 36104, nr. 4 | Afgedaan. De Tweede Kamer wordt ieder kwartaal geïnformeerd. |
De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering om maatregelen tegen discriminatie bij het Rijk een rijksbreed en waar mogelijk verplichtend karakter te geven, en hier in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk integraal over te rapporteren. | Kamerstuk II 2022/23, 35510, nr. 126 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 februari 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 359). |
De motie van de leden Van Oostenbruggen en Palmen; Verzoekt de regering om te onderzoeken hoe het opleidingsaanbod voor ambtenaren kan worden verbreed, zodat naast ambtelijk vakmanschap ook voldoende aandacht wordt besteed aan brede kennis en vaardigheden over de democratische rechtsstaat. | Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 108 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Ellian; Verzoekt de regering, om «trouw aan de publieke taak» toe te voegen aan de eed of belofte die ambtenaren afleggen. | Kamerstuk II 2020/21, motie 35570, nr. 63 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Inge van Dijk; Verzoekt de regering in de Wet op de rijksinspecties vast te leggen dat inspecties kunnen kiezen voor de mogelijkheid een collegiaal bestuur in te stellen. | Kamerstuk II 2022/23, 36149, nr. 7 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt begin 2025 geïnformeerd. |
De motie Nijboer; Verzoekt het kabinet een stevig plan op te stellen om de externe inhuur te beperken en zo spoedig mogelijk weer aan de Roemernorm te voldoen. | Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 63 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2024 geïnformeerd. |
De motie van de leden Temmink en van Dijk; Verzoekt de regering met een voorstel te komen zodat toekomstige boeteopbrengsten vanuit sanctiemogelijkheden voor het Huis voor Klokkenluiders ten goede komen aan het fonds voor klokkenluiders. | Kamerstuk II 2023/24, 35851, nr. 57 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio 2025 geïnformeerd. |
De motie van de leden Temmink en van Dijk; Verzoekt de regering met een plan te komen over hoe het fonds voor klokkenluiders op termijn onafhankelijk kan worden. | Kamerstuk II 2023/24, 35851, nr. 56 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio 2025 geïnformeerd. |
De motie van het lid Chakor; Verzoekt de regering te borgen dat jongeren structureel beter betrokken worden bij de ontwikkeling en investeringen in hun regio en hierbij nadrukkelijk aandacht te besteden aan het vergroten van de inspraak en participatie van jongeren. | Kamerstuk II 2023/24, 29697, nr. 148 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2024 geïnformeerd. |
De motie van de leden Palmen en Mohandis; Verzoekt de regering om de vermogensgrenzen van lokale belastingen gelijk te stellen aan de vermogensgrenzen van de Participatiewet. | Kamerstuk II 2023/24, 24515, nr. 742 | In behandeling. De Tweede Kamer zal naar verwachting in de tweede helft van 2024 nader over het onderzoek worden geïnformeerd. |
De motie van het lid Snoeren c.s.; Verzoekt de regering, na voltooiing van het herindelingsproces de provincie Noord-Holland te verzoeken met de nieuwe gemeente Dijk enWaard, de gemeente Alkmaar, alsmede met de inwoners van Sint Pancras en Koedijk te evalueren en te verkennen of voor de dorpen Sint Pancras en/of Koedijk een grenscorrectie met de gemeente Alkmaar een duurzameoplossing is, en de Kamer hierover binnen twee jaar te informeren over de voortgang. | Kamerstuk II, 2020/21, 35621 nr. 8 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt begin 2025 geïnformeerd. |
De motie van de leden Kamminga en Krul; Verzoekt de regering om in de reeds toegezegde brief over de verdere opvolging van het rapport met een concreet voorstel te komen op dit punt, zodat het niet slechts bij een voornemen blijft of afhankelijk is van de weging of inzet van een individuele medewerker. | Kamerstuk II 2023/24, 29697, nr. 135 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2024 geïnformeerd. |
De motie van de leden Kamminga en Krul; Verzoekt de regering bij die verdere uitwerking van de kabinetsreactie nadrukkelijk te investeren op ruimte voor maatwerk, zodat beleid aansluit bij de kansen, de eigenheid en de uitdagingen die er zijn. | Kamerstuk II 2023/24, 29697, nr. 134 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2024 geïnformeerd. |
De motie van de leden Dassen en Koekkoek; Verzoekt de regering te onderzoeken hoe een nationale variant van het Europees Comité van de Regio’s vorm zou kunnen krijgen. | Kamerstuk II 2023/24, 29697, nr. 128 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2024 geïnformeerd. |
De motie van de leden Van der Graaf en Bushoff; Verzoekt de regering naar Duits voorbeeld, op basis van de principes van ruimtelijke rechtvaardigheid, een rechtvaardigheidsminimum voor de beschikbaarheid van voorzieningen op te stellen en de Tweede Kamer hierover te informeren. | Kamerstuk II 2023/24, 29697, nr. 137 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van der Graaf; Verzoekt de regering een afwegingskader voor de regio zo in te richten dat het geen bureaucratisch monster wordt, maar wél de effecten van beleid in regio’s aan het licht brengt, daar rekening mee houdt bij de besluitvorming en dit ook inzichtelijk te maken voor de Tweede Kamer. | Kamerstuk II 2023/24, 29697, nr. 121 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Krul; Verzoekt de regering het nationaal keukentafelgesprek te organiseren tussen de rijksoverheid en inwoners, in de stad en op het platteland, uit alle regio’s en met verschillende achtergronden met als doel ervoor te zorgen dat meer begrip, betrokkenheid en vertrouwen in elkaar ontstaat. | Kamerstuk II 2023/24, 29697, nr. 119 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Krul c.s.; Verzoekt de regering een verkenning te doen naar een gemeenschapsfonds, waarmee lokale gemeenschappen belangrijke voorzieningen als een dorpswinkel, buurthuis of sportaccommodatie in stand kunnen houden, en daarbij ook te kijken naar hoe het Rijk structureel kan aansluiten bij bestaande initiatieven in regio’s. | Kamerstuk II 2023/24, 29697, nr. 117 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2024 geïnformeerd. |
De motie van de leden Krul en Bushoff; Verzoekt de regering om samenwerkende partijen in regio’s te vragen om kansenagenda’s op te stellen voor de ontwikkeling van brede welvaart op lange termijn met prioriteit voor de vijf voorbeeldregio’s uit Elke regio telt! en op basis van deze kansenagenda’s aan de slag te gaan met het verkleinen van oneerlijke verschillen. | Kamerstuk II 2023/24, 29697, nr. 116 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Bisschop; Verzoekt de regering om in de verdere uitwerking van de kabinetsvisie op het advies «Elke regio telt!» ruim aandacht te geven aan versterking van regionale economieën en hoe dat te realiseren; Verzoekt de regering om in de kabinetsvisie tevens aan te geven hoe departementale budgetten meer in samenhang kunnen worden ingezet ten behoeve van brede welvaart in de regio’s. | Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 70 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2024 geïnformeerd. |
De motie van de leden Van Oostenbruggen en Chakor; Verzoekt de regering alsnog een vergelijkend onderzoek uit te voeren met daarbij een diepgaande analyse van de effecten van discriminatie in relatie tot het gebruik van zowel aselecte steekproeven als risicoselecties. | Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 408 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering in het aankomende nationaal plan tegen discriminatie concrete streefcijfers of doelen op te nemen. | Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 402 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor eind 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Bamenga; Verzoekt de regering om bij de eindevaluatie mee te nemen op welke manier dit instrument ook aangeboden kan worden ter ondersteuning voor het uitbannen van discriminatie in de private sector; Verzoekt de regering tevens om tijdens de looptijd van de pilot geleerde lessen direct proactief te delen met werkgevers. | Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 400 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Koekkoek c.s.; Verzoekt de regering om de aanbevelingen van de commissie-Fokkens om te zetten in een wetsvoorstel teneinde de regeling inzake ambtsmisdrijven werkbaar te maken, en dit wetsvoorstel met spoed aan de Kamer toe te zenden. | Kamerstuk II 2023/24, 30821, nr. 211 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het voorjaar van 2025 geïnformeerd. |
De motie van het lid Omtzigt c.s.; Verzoekt de regering binnen twee maanden een hoofdlijnenbrief te sturen met de wijzigingen die doorgevoerd gaan worden in de wet op de ambtsmisdrijven en de Grondwet; Verzoekt de regering de voorstellen binnen een jaar aanhangig te maken bij de Tweede Kamer. | Kamerstuk II 2023/24, 30821, nr. 214 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het voorjaar van 2025 geïnformeerd. |
De motie van de leden Leijten en Ellian; Verzoekt de regering met een reflectie te komen over de rol als proces-partij en deze in de zomer van 2023 aan de Tweede Kamer te sturen. | Kamerstuk II 2022/23, 29279, nr. 761 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2024 geïnformeerd. |
De motie van de leden Paternotte en Özütok; Verzoekt de regering, in overleg met het CBS en eventuele andere centrale onderzoeksinstellingen te onderzoeken of een dergelijk periodiek onderzoek uitgevoerd kan worden. | Kamerstuk II 2020/21, 35570 VII, nr. 23 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor 1 januari 2025 geinformeerd. |
De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering om te onderzoeken hoe de motiveringsplicht bij overheidsbesluiten zodanig aangepast kan worden dat bij een besluit altijd wordt aangegeven of deze is gebaseerd op een algoritme of op risicoprofilering. | Kamerstuk II 2022/23, 29279, nr. 765 (tvv nr. 760) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering om de Staatscommissie tegen Discriminatie en Racisme te verzoeken om komend jaar aan te vangen met de uitvoering van de brede doorlichting op discriminatie en etnisch profileren van de werkwijze en organisatiecultuur van alle (semi)overheidsinstanties en uitvoeringsinstanties, hierbij tevens te verzoeken om halfjaarlijks te rapporteren over de voortgang en toe te werken naar uiterlijke oplevering van de resultaten voor de zomer van 2024. | Kamerstuk II 2022/23, 36200 VII, nr. 38 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor zomer 2026 geïnformeerd. |
De motie van het lid Leijten c.s.; Verzoekt de regering uitvoering te geven aan het advies het directe contact tussen Kamerleden en uitvoering te normaliseren en daarvoor de Aanwijzingen voor de externe contacten van rijksambtenaren grondig te herzien. | Kamerstuk II 2021/22, 35387, nr. 15 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De motie van de leden Ceder en Mutluer; Verzoekt het kabinet om een expliciet verbod op het gebruik van nationaliteit (zonder gerichte aanleiding) of etniciteit in risicoprofilering bij wetshandhaving in de zoektocht naar potentiële normovertreders te onderzoeken en hier de kamer over te informeren. | Kamerstuk II 2021/22, 30950, nr. 299 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Westerveld; Verzoekt de regering om op basis van het toetsingskader en de relevante mensenrechten concrete regels op te stellen om etnisch profileren tegen te gaan, zodat dit niet alleen aan de uitvoeringsorganisaties wordt overgelaten. | Kamerstuk II 2021/22, 30950, nr. 295 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van Baarle c.s.; Verzoekt de regering om te onderzoeken hoe een beleidstarget of streefcijfer opgesteld zou kunnen worden voor het antidiscriminatiebeleid en hier na de totstandkoming van het nationale plan tegen discriminatie van de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme een voorstel voor te doen aan de Kamer. | Kamerstuk II 2021/22, 30950, nr. 290 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van Baarle c.s.; Verzoekt de regering om: te onderzoeken waarom instanties in deze casus niet goed in staat zijn geweest om passende hulp te bieden en op grond hiervan verbetervoorstellen te doen; te onderzoeken of de aanwijzing discriminatie voldoende bekendheid geniet en te bezien of deze aanwijzing aanscherping behoeft; het onderzoek naar de vraag of gemeenten lokaal antidiscriminatiebeleid voeren te herhalen. | Kamerstuk II 2021/22, 30950, nr. 289 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in de tweede helft van 2024 geïnformeerd. |
De motie van de leden Van Baarle en Dekker-Abdulaziz; Verzoekt de regering om samen met gemeenten tot concrete afspraken te komen over hoe gemeenten toewerken naar het voeren van lokaal antidiscriminatiebeleid, hierbij een tijdpad te schetsen waarna de monitor wordt herhaald, en aan te geven hoe gemeenten hierbij worden ondersteund. | Kamerstuk II 2022/23, 30950, nr. 331 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar van 2024 geïnformeerd. |
De motie Hans Teunissen c.s.; Verzoekt de regering het recht op begrijpelijke taal en duidelijke uitleg van besluiten wettelijk vast te leggen. | Kamerstukken II 2023/24, 36410 VII, nr. 60 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt tweede helft 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Slootweg: Verzoekt de regering binnen het bestuursrecht de positie van burgers te versterken wanneer zij overheidsorganisaties willen aanspreken omdat fouten in besluiten van overheidsorganisaties gebaseerd zijn op het algoritmegebruik; Verzoekt de regering te bezien of uitbreiding of explicitering van de Algemene wet bestuursrecht op dit punt tot de gewenste verbetering kan leiden. | Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 994 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Kox c.s.; Verzoekt de regering om aan de Staatscommissie discriminatie en racisme voor te leggen of het wenselijk zou zijn de redactie van art. 1 van de Grondwet dusdanig aan te passen dat het algemeen verbod discriminatie op welke grond dan ook) vóór de specifieke non discriminatiegronden wordt geplaatst. | Kamerstuk I 2022/23, 35741, nr. E | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in het najaar van 2024 geïnformeerd. |
De motie van de leden Chakor en Inge van Dijk; Verzoekt de regering om in samenspraak met jongeren(organisaties) concrete voorstellen uit te werken voor hoe de betrokkenheid van jongeren bij de EU-besluitvorming kan worden verbeterd, en de Kamer hierover te informeren. | Kamerstuk II 2023/24, 36514, nr. 5 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2024 geïnformeerd. |
De motie van de leden Chakor en Inge van Dijk; Verzoekt de regering om met decentrale overheden en de beroepsverenigingen van decentrale volksvertegenwoordigers te bezien welke aanpassingen wenselijk zijn om het ambt van raadslid, Statenlid en algemeen bestuurslid aantrekkelijker te maken, en de Kamer hier voor de begrotingsbehandeling Binnenlandse Zaken over te informeren. | Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 110 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2024 geïnformeerd. |
De motie van de leden Paternotte en Omtzigt; Verzoekt het kabinet om het maximaal mogelijke te doen binnen de grenzen van de vertrouwelijkheid van de diensten, indien er sprake is van beschuldigingen van Russisch smeergeld bij Nederlandse politici, om de desbetreffende partijen te informeren alvorens zij hun kandidatenlijsten indienen voor de Europese verkiezingen. | Kamerstuk II 2023/24, 30821, nr. 215 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het vierde kwartaal van 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Timmermans c.s.; Verzoekt de regering te onderzoeken hoe aanvullende maatregelen genomen kunnen worden om het toezicht op buitenlandse financiële beïnvloeding te versterken, en daarbij de regels voor giften en de interne verantwoordingsstructuur van partijen te betrekken en te bezien welke rol de Autoriteit Wpp kan spelen voor toezicht op fracties en individuele politici, en hier voor het najaar over te rapporteren; Verzoekt de regering het wetsvoorstel binnen een jaar in te dienen. | Kamerstuk II 2023/24, 30821, nr. 210 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor eind 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Vedder c.s.; Verzoekt de regering te bezien welke voor- en nadelen het heeft om het Fries aan te melden voor deel III van het Europees Handvest regionale talen met vergelijkbare rechten als het Papiaments; verzoekt het kabinet inzichtelijk te maken welke voorbereidingen er moeten worden getroffen en welke stappen er moeten worden doorlopen bij aanmelding voor deze onderdelen. | Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 95 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het voorjaar van 2025 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van der Graaf; Verzoekt de regering, zeker te stellen dat haar voorstellen tot aanpassing van de Kieswet niet leiden tot een verslechtering van de representatie van kleine(re) partijen in de Eerste Kamer. | Kamerstuk II 2020/21, 35532, nr 9 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het voorjaar van 2025 geïnformeerd. |
De motie van het lid Den Boer; Verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat het toezicht op de financiering van politieke partijen volledig onafhankelijk wordt georganiseerd. | Kamerstuk II 2018/19, 32752, nr. 60 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor eind 2024 geïnformeerd. |
De motie van de leden Bevers en Van der Molen; Verzoekt de regering bij de nieuwe BFTK te onderzoeken of de instelling van een landelijke «commissie Frysk» mogelijk is met de volgende deelnemers: –het Statencomité Frysk (vertegenwoordiging van provinciale staten van Fryslân); –leden van de Tweede Kamer; –DINGtiid; –de verantwoordelijk gedeputeerde Frysk en de commissaris van de Koning van de provincie Fryslân; –de ministers van BZK en OCW; –de hoogleraar of universitair docent Frysk; en deze commissie regelmatig bijeen te laten komen. | Kamerstuk II 2022/23, 36200 VII, nr. 132 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Romke de Jong c.s.; Verzoekt de regering met de nieuwe bestuursafspraak te onderzoeken hoe de wettelijke zorgplicht en verantwoordelijkheid voor de Friese taal en cultuur verder uitgewerkt kan worden door een commissie en daarbij de taalvitaliteit mee te nemen. | Kamerstuk II 2022/23, 36200 VII, nr. 128 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Inge van Dijk; Verzoekt de regering in overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een plan te maken op welke wijze gemeenten met een slecht functionerende rekenkamer of rekenkamerfunctie tot verbetering kunnen worden aangezet. | Kamerstuk II 2021/22, 35298, nr. 21 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio 2025 geïnformeerd. |
De motie van het lid Strolenberg; Verzoekt de regering het bedrag dat momenteel per inwoner per gemeente besteed wordt aan rekenkameronderzoek in beeld te brengen; Verzoekt de regering tevens, de gemeentelijke autonomie in acht nemend, in overleg met de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies na te gaan welk bedrag per inwoner per gemeente voor gemeenten toereikend zou moeten zijn om onafhankelijk rekenkameronderzoek te doen. | Kamerstuk II 2021/22, 35298, nr. 19 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2025 geïnformeerd. |
De motie van het lid Inge van Dijk c.s.; Verzoekt de regering in 2022 een voorstel Wet op de politieke partijen bij de Kamer in te dienen dat een regeling bevat voor subsidiëring van decentrale politieke partijen conform het advies van de commissie-Veling alsmede, na overleg met vertegenwoordigers van decentrale politieke partijen, een regeling voor transparantie van de overige inkomsten per 1 januari 2024. | Kamerstuk II 2021/22, 35657, nr. 79 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor eind 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Inge van Dijk; Verzoekt de regering de effecten van de Evaluatiewet Wfpp op de inkomsten van politieke partijen te monitoren en de Kamer daarover twee jaar na de inwerkingtreding van de wet te informeren. | Kamerstuk II 2021/22, 35657, nr. 77 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2026 geïnformeerd. |
De motie van het lid Arib c.s.; Verzoekt de Minister om in de komende Wet op de politieke partijen een dergelijke onafhankelijke toezichthouder op te nemen. | Kamerstuk II 2021/22, 35657, nr. 76 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor eind 2024 geïnformeerd. |
De motie van de leden Azarkan en Van Baarle; Verzoekt de regering om bij de evaluatie en tussenrapportages over de Wfpp toe te zien op het mogelijk gebruik van mogelijke omzeilingsroutes, waaronder: donaties van buiten de EU die via EU-landen bij Nederlandse politieke partijen komen; het gebruik van de mogelijkheid tot anonieme donaties aan politieke partijen; het gebruik van de mogelijkheid om leningen aan politieke partijen te geven of uitstel van betaling te bieden; giften in natura aan politieke partijen. | Kamerstuk II 2021/22, 35657, nr. 72 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor eind 2024 geïnformeerd. |
De motie van de leden Azarkan en Van Baarle; Verzoekt de regering om te onderzoeken hoe de rapportage over partijfinanciering voor inwoners van Nederland laagdrempeliger en begrijpelijker kan worden gemaakt en hierbij inspiratie op te doen vanuit het buitenland, en bij de komende Wet op de politieke partijen een voorstel te doen aan de Kamer. | Kamerstuk II 2021/22, 35657, nr. 71 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Boulakjar; Verzoekt de regering om met betrokken partijen de aanbevelingen in de evaluatie omtrent beter cijfermatig inzicht uit te werken, en de Kamer hierover voor de zomer te informeren. | Kamerstuk II 2021/22, motie 32847, nr. 845 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van der Plas; Verzoekt het demissionaire kabinet, om de Kamer uiterlijk 1 maand voor de uitvoering van het eerste experiment alle onderzoeksvragen en onderzoeksplannen toe te sturen van de experimenten met het stembiljet, en de rapportages van de experimenten met het stembiljet niet later dan twee maanden na datum van die verkiezingen aan de Kamer ter informatie toe te zenden zodat burgers en volksvertegenwoordigers een eerlijk beeld krijgen van de mate waarin het experiment wel of niet geslaagd is. | Kamerstuk II 2021/22, 35455 nr. 15 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in de zomer van 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Gündogan c.s.; Verzoekt de regering om voor het einde van 2023 te onderzoeken welke aspecten van sociale media bijdragen aan de risico’s voor onze democratie en daarbij ook expliciet de rol van anonimiteit mee te nemen; Verzoekt de regering om in het geval van aantoonbare risico’s van anonimiteit, tevens te onderzoeken welke technische mogelijkheden een oplossing zouden kunnen bieden met behoud van publieke waarden als privacy en recht op zelfbeschikking. | Kamerstuk II 2022/23, 30821, nr. 192 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar van 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Bisschop; Verzoekt de regering samen met de provincies en de beroepsvereniging van Statenleden te werken aan een richtlijn voor de ondersteuning van Statenleden. | Kamerstuk II 2023/24, 29697, nr. 136 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Sylvana Simons c.s.; Verzoekt de regering om niet alleen het veranderen van achternamen te financieren voor nazaten van tot slaaf gemaakten, maar ook de zoektocht naar waar men exact vandaan komt, door middel van DNA-onderzoek door instituten zonder winstoogmerk, zoals de Erasmus Universiteit, te faciliteren. | Kamerstuk II 2022/23, 36284, nr. 9 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Ceder c.s.; Verzoekt de regering in de opdracht voor het herdenkingscomité meerjarig aandacht voor blijvende verzoening tussen gemeenschappen in het Koninkrijk en Suriname op te nemen. | Kamerstuk II 2022/23, 36284, nr. 7 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Kuzu c.s.; Verzoekt de regering om voor het aflopen van de werking van het fonds te komen met een voorstel waarin wordt aangegeven hoe en met welke middelen het fonds, of onderdelen van het fonds, een structureel vervolg krijgt. | Kamerstuk II 2022/23, 36284, nr. 2 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Crone c.s.; Verzoekt de regering nadat de WTP is aangenomen binnen afzienbare tijd ook de pensioenen voor politici volgens de WTP vorm te gaan geven. | Kamerstuk I 2022/23, 36067, nr. AO | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor eind 2026 geïnformeerd. |
De motie van het lid Dassen c.s.; Verzoekt de Minister om na de gesprekken en in samenspraak met IPO, VNG en UvW over het integriteitsbeleid van decentrale overheden, met een plan van aanpak te komen om het integriteitsbeleid binnen bestuurslagen zo nodig te harmoniseren en te versterken, en hierover voor het einde van dit kalenderjaar aan de Kamer te rapporteren. | Kamerstuk II 2022/23, 28844, nr. 265 (tvv nr. 257) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Dassen c.s.; Verzoekt de Minister om de verplichting tot het hebben van een gedragscode integriteitsregels voor bewindspersonen wettelijk vast te leggen en een voorstel hiertoe dit kalenderjaar naar de Kamer toe te sturen. | Kamerstuk II 2022/23, 28844, nr. 256 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2024 geïnformeerd. |
De motie van de leden Kamminga en Zeedijk; Verzoekt de regering om in kaart te brengen welke mogelijkheden er nu al zijn in de arbeidsvoorwaarden of arbeidsomstandigheden om ook als je verder van de Randstad woont bij de Rijksoverheid, inclusief de beleidsministeries, te kunnen werken zonder te hoeven verhuizen, en te onderzoeken of er meer flexibiliteit mogelijk is. | Kamerstuk II 2023/24, 29697, nr. 152 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2024 geïnformeerd. |
De motie van de leden Flach en Zeedijk; Verzoekt de regering een actieplan met concrete doelstellingen op te stellen om te komen tot een meer evenredige verdeling van de rijkswerkgelegenheid over de provincies. | Kamerstuk II 2023/24, 29697, nr. 149 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2024 geïnformeerd. |
Motie van het lid Bouchallikh c.s.; Verzoekt de regering, om samen met de diverse inkoopafdelingen van het Rijk in kaart te brengen waar de inkoop van pfas-houdende producten zo ver mogelijk kan worden ingeperkt. | Kamerstuk II 2021/22, 28089, nr. 201 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor eind 2024 geïnformeerd. |
De motie van de leden Rajkowski en Bisschop; Verzoekt het kabinet om een voortgangsrapportage ten aanzien van de inrichting en uitrol van de ABRO op te stellen met daarin een bijbehorend tijdspad en versnellingsmogelijkheden; Verzoekt het kabinet deze voortgangsrapportage voor de begrotingsbehandeling Digitale Zaken op 27 november te delen met de Kamer. | Kamerstuk II 2022/23, 29924, nr. 246 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar van 2024 geïnformeerd. |
De motie van de leden Van Oostenbruggen en Palmen; Verzoekt de regering bij de inzet van wetenschappelijke onderbouwing te waarborgen dat alle relevante perspectieven, zowel voor als tegen het voorgesteld beleid, worden meegenomen en belicht. | Kamerstuk II 2023/24, 36514, nr. 4 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Hammelburg; Verzoekt de regering om in de extremismestrategie dan wel in de kabinetsreactie op de eindrapportage van de adviescommissie-Marcouch te verduidelijken wat de gehanteerde definities en onderscheiden tussen «activisme» en «extremisme» en tussen «niet-gewelddadige activiteiten» en «gewelddadige activiteiten» betekenen voor de praktijk. | Kamerstuk II 2022/23, 29924, nr. 247 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar van 2024 geïnformeerd. |
De motie Hammelburg c.s.; Verzoekt het kabinet één jaar na inwerkingtreding van de tijdelijke wet een invoeringstoets uit te voeren die ziet op de balans tussen passende waarborgen en effectieve taakuitvoering. | Kamerstuk II 2023/24, 36263, nr. 32 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Palmen; Verzoekt de regering een verkenning uit te voeren naar de mogelijkheid om naar Frans model een chatapplicatie te ontwikkelen of een bestaande in gebruik te nemen, die Ministers en hun ambtenaren dienen te gebruiken voor zakelijk chatcontact. | Kamerstukken II 2023/24, 36410 III, nr. 11 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor 1 oktober 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Tuinman c.s.; Verzoekt het kabinet om bij het voorstel voor een nieuwe Wet op de identificatieplicht te borgen dat in ieder geval identiteitskaarten dan wel delen daarvan in het Frysk kunnen worden uitgegeven. | Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 101 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio 2025 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering om in de verdere beleidsreactie op het rapport van de TCU in te gaan op de vraag hoe de regering cultuursensitief werken in de dienstverlening en de uitvoering zal bevorderen, met daarbij ook aandacht te hebben voor verschillen in taalvaardigheid, bejegening, bewustwording en het voorkomen van vooroordelen. | Kamerstuk II 2021/22, 35387, nr. 7 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in derde kwartaal 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Bromet c.s.; Verzoekt de regering het onderzoek naar het invoeren van het bsn in Caribisch Nederland zo spoedig mogelijk af te ronden en indien uit dit onderzoek geen onoverkomelijke contra-indicaties blijken, de benodigde wetswijzigingen bij de Kamer aanhangig te maken. | Kamerstuk II 2021/22, 35925 IV, nr. 19 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt derde kwartaal 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Fiers c.s.; Verzoekt de staatssecretaris voor Digitalisering en Koninkrijksrelaties: 1. bij de toekomstige wetsbehandeling van digitaliseringswetgeving (zowel nationale wetgeving als implementatiewetgeving van de Europese richtlijnen) inzicht te bieden in de samenhang van het voorliggende wetsvoorstel met bestaande en te verwachten digitaliseringswetten, zodat de Kamer een wetsvoorstel in de juridische context kan beoordelen; 2. bij toekomstige voorstellen voor digitaliseringswetgeving altijd vooraf een Uitvoeringstoets Decentrale Overheden (UDO) te laten uitvoeren, waarbij de samenhang met bestaande en te verwachten digitaliseringswetgeving wordt meegenomen en getoetst op uitvoerbaarheid, waarmee rekening wordt gehouden met juridische, organisatorische en technische implicaties, zodat de Kamer deze kan betrekken bij de beoordeling van voorstellen van digitaliseringswetgeving; 3. bij voorstellen voor toekomstige digitaliseringswetgeving een helder, met de medeoverheden afgestemd, implementatiepad aan te geven (onder andere AMvB's, KB's), met een haalbare implementatietermijn en met inschatting van de kosten voor invoering, zodat de Eerste Kamer dit kan betrekken bij de beoordeling om te komen tot zorgvuldige implementatie volgens de bedoeling van de wet. | Kamerstuk I 2023/24, 36382, nr. D | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van der Werf; Verzoekt de regering om een handreiking te ontwikkelen voor gemeenten en andere overheden met relevante en veilige AI-toepassingen die de werkdruk kunnen verminderen en het werkplezier kunnen verhogen. | Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1167 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De motie van de leden Ceder en Six Dijkstra; Verzoekt de regering wettelijk te borgen waar wettelijk noodzakelijke leeftijdsverificatie bij verkoop of gebruik van online diensten aan moet voldoen op een dusdanige manier dat de privacy gewaarborgd blijft (bijvoorbeeld zero knowledge identity proof). | Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1163 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van der Werf; Verzoekt de regering om ervoor te zorgen dat alle relevante informatie voor burgers niet alleen op social media gedeeld zou moeten worden, maar ook te vinden zou moeten zijn op openbare overheidswebsites die inzichtelijk zijn voor iedereen. | Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1162 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in derde kwartaal 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van der Werf; Verzoekt de regering het gebruik van schermtijd door jonge kinderen structureel in kaart te brengen en om met GGD GHOR en Netwerk Mediawijsheid in gesprek te gaan over het standaard informeren van en bieden van handelingsperspectieven aan ouders om overmatig gebruik tegen te gaan. | Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1161 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Six Dijkstra c.s.; Verzoekt de regering in kaart te brengen hoe Al-ontwikkelingen onze samenleving en de democratische rechtsstaat kunnen bedreigen en welke weerbaarheidsbevorderende maatregelen in Nederland inpasbaar zijn; Verzoekt de regering om in aanvulling op de internationale cyberstrategie (ICS) te komen tot een internationale Al-strategie voor de diplomatieke inzet die nodig is om wereldwijd de ontwikkeling en het gebruik van ontwrichtende autonome systemen tegen te gaan. | Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1160 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Kathmann; Verzoekt de regering om samen met betrokken bewindspersonen, de Autoriteit Persoonsgegevens, uitvoerders en betrokkenen tot een gedragen standaard afwegingskader te komen over hoe open data worden aangevraagd, gedeeld en verwerkt; Verzoekt de regering bovendien om de Tweede Kamer te betrekken indien er op specifieke afwegingen geen overeenstemming wordt bereikt, zodat het parlement hierover een knoop kan doorhakken. | Kamerstukken II 2023/24, 36382, nr. 14 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2024 geïnformeerd |
De motie van het lid Kathman c.s.; Verzoekt de staatssecretaris de cyberweerbaarheid van de lagere overheden in kaart te brengen, waar nodig ondersteuning aan te bieden, en vraagt daarbij gebruik te maken van de expertise die is opgebouwd in relevante organisaties, zoals het Centrum voor Veiligheid en Digitalisering, Security Delta, Informatiebeveiligingsdienst en dcypher, en aan de Kamer Tweede hierover te rapporteren via de voortgangsrapportage van de NLCS. | Kamerstuk II 2022/23, 36200 VII, nr. 68 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in derde kwartaal 2024 geïnformeerd. |
De minister zegt de Tweede Kamer toe een reactie te sturen naar aanleiding van het voorstel van de heer Omtzigt om de vertrouwelijkheid van de klokkenluidersmelding te garanderen. | Kamerbrief Voorstel van wet tot wijziging van de Wet Huis voor klokkenluiders en enige andere wetten ter implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1937 (35 851) d.d. 29 juni 2022 (Kamerstuk II 2021/22, 35851, nr. 11) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 35851, nr. 55). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer tussentijds te informeren over de voortgang van de nadere onderzoeken naar aanleiding van de voorstellen van de heer Omtzigt ter aanmoediging van het melden van misstanden en ter verbetering van de bescherming van klokkenluiders. | Kamerbrief Voorstel van wet tot wijziging van de Wet Huis voor klokkenluiders en enige andere wetten ter implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1937 (35 851) d.d. 29 juni 2022 (Kamerstuk II 2021/22, 35851, nr. 11) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 35851, nr. 55). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer aan het einde van het jaar te informeren over de voortgang van de campagne met betrekking tot het stimuleren van organisaties om zorg te dragen voor een veilig werk- en meldklimaat. | Kamerbrief Voorstel van wet tot wijziging van de Wet Huis voor klokkenluiders en enige andere wetten ter implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1937 (35 851) d.d. 29 juni 2022 (Kamerstuk II 2021/22, 35851, nr. 11) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 35851, nr. 55). |
De minister zegt toe samen met de minister van JenV de Tweede Kamer te informeren over de uitkomst van het overleg tussen het OM, het ministerie van JenV en het Huis voor klokkenluiders naar aanleiding van de motie-Van Nispen (Kamerstuk II 2019/20, 28844, nr. 206), en de reactie op het voorstel van de heer Omtzigt met betrekking tot het garanderen van de vertrouwelijkheid van klokkenluidersmeldingen. | Kamerbrief Voorstel van wet tot wijziging van de Wet Huis voor klokkenluiders en enige andere wetten ter implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1937 (35 851) d.d. 29 juni 2022 (Kamerstuk II 2021/22, 35851, nr. 11) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 35851, nr. 55). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer voor de zomer van 2023 te informeren over de bepalingen van de Wet bescherming klokkenluiders die nog niet in werking zijn getreden, en over de stand van zaken van lopende acties en de tijdlijnen die daarbij horen. | Kamerbrief Gedeeltelijke inwerkingtreding van de Wet van 25 januari 2023 tot wijziging van de Wet Huis voor klokkenluiders en enige andere wetten ter implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1937 (Stb. 2023, 29) d.d. 21 februari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 35851, nr. 53 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 35851, nr. 55). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer in de loop van het jaar 2023 te informeren over de precieze invulling en de voortgang van de pilot met betrekking tot anoniem solliciteren. | Kamerbrief Breed werven en objectief selecteren binnen de Rijksoverheid d.d. 23 februari 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 31490, nr. 327) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 februari 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 325). |
De minister poogt de Kamer, samen met de brief die de nationaal coördinator altijd in het najaar stuurt, te informeren over voornemens ten aanzien van verplichte maatregelen tegen discriminatie bij het Rijk, waar conform de motie-Van Baarle in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk over wordt gerapporteerd (TZ202306-227). | Commissiedebat Functioneren Rijksdienst d.d. 8 juni 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 31490, nr. 330) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 februari 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 359). |
Begin volgend jaar ontvangt de Kamer de resultaten van de personeelsenquête (TZ202306-223). | Commissiedebat Functioneren Rijksdienst d.d. 8 juni 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 31490, nr. 330) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 februari 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 359). |
De minister stuurt dit najaar een brief over de spreiding werkgelegenheid van de Rijksoverheid (TZ202306-214). | Commissiedebat Functioneren Rijksdienst d.d. 8 juni 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 31490, nr. 330) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 31490, nr. 332). |
De minister van BZK zegt toe de Tweede Kamer voor de zomer van 2023 te informeren over de resultaten van het onderzoek naar de verschillende opties bij de instelling van een fonds voor klokkenluiders, en welke keuzes daarbij de voorkeur genieten (de rechtsvorm, de wijze van financiering en de criteria voor de toekenning van een uitkering). | Kamerbrief Voorstel van wet tot wijziging van de Wet Huis voor klokkenluiders en enige andere wetten ter implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1937 (35851) d.d. 14 december 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 35851, nr. 45) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 35851, nr. 55). |
De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe eind dit jaar een brief te sturen met daarin een terugkoppeling op het overleg tussen de staatssecretaris van BZK en de minister voor Langdurige Zorg en Sport over het delen van kennis en het zorgen voor een goede aansluiting met het systeem voor meldingsmogelijkheden voor vrijwilligers die in de sportwereld en danswereld actief zijn (TZ202309-074). | Commissiedebat Klokkenluiders d.d. 13 september 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 35851, nr. 59) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 juni 2024 per brief geïnformeerd. |
De minister van Financiën geleidt het informatieverzoek van het lid Eppink (BBB) over de ontwikkeling in het aantal fte's bij de Rijksoverheid en de inhuur van extern personeel door naar de minister van Binnenlandse zaken, inclusief de toevoeging van het lid Van Weyenberg (D66) ten aanzien van een meerjarig overzicht en de vraag hoe regie wordt gevoerd op de inhuur van externen (TZ202310-049). | Plenair debat Algemene Financiële Beschouwingen d.d. 5 oktober 2023 (Handelingen II 2023/24, nr. 9, item 4) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 31490, nr. 333). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer voor de kerst van 2023 verder te informeren over de evaluatiestrategie en de voortgang van de verschillende onderzoeken en monitoringsinstrumenten van de Wet bescherming klokkenluiders. | Kamerbrief Stand van zaken klokkenluidersdossier d.d. 6 juli 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 35851, nr. 55) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 35851, nr. 61). |
Over de uitkomst van het (literatuur)onderzoek dat momenteel door het ministerie van BZK wordt uitgevoerd naar de wenselijkheid en mogelijkheid van het publiekelijk bekend maken van de naam van de werkgever die ten onrechte benadeeld heeft, zal de Tweede Kamer na het zomerreces worden geïnformeerd. | Kamerbrief Stand van zaken klokkenluidersdossier d.d. 6 juli 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 35851, nr. 55) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 35851, nr. 61). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren over het overleg tussen het ministerie van BZK, het Huis en de Raad voor Rechtsbijstand met betrekking tot de verdere uitwerking van de toegang tot ondersteuning en de onafhankelijke onderzoekstaak van het Huis. | Kamerbrief Stand van zaken klokkenluidersdossier d.d. 6 juli 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 35851, nr. 55) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 35851, nr. 61). |
De minister zegt toe dat de staatssecretaris de Tweede Kamer medio november nader informeert over de verdere aanpak en realisatie van de banenafspraak. | Kamerbrief Antwoorden op vragen gesteld tijdens begrotingsbehandeling BZK 2023 d.d. 18 oktober 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 2023Z17730) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 34352, nr. 309). |
De minister gaat de aanbevelingen voor de ABD van de visitatiecommissie verder uitwerken en informeert de Tweede Kamer later in 2024 over de uitkomsten. | Kamerbrief Aanbieding rapport visitatiecommissie Algemene Bestuursdienst «Ambtelijk leiderschap met impact» d.d. 19 januari 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 31490, nr. 335) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 mei 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 31490, nr. 339). |
De werving van de leden van de visitatiecommissie zal na binnenkort van start gaan. De visitatie zal in het najaar van 2023 plaatsvinden en zal één week duren, waarna een rapport met aanbevelingen zal worden opgeleverd. Na afronding van de visitatie zal de minister de Tweede Kamer informeren over de uitkomsten van de visitatie en de aanbevelingen. | Kamerbrief Visitatiecommissie Algemene Bestuursdienst d.d. 25 januari 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 31490, nr. 326) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 januari 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 31490, nr. 335). |
De Tweede Kamer heeft de brief van mijn voorganger aangaande de resultaten overleg gemeenten over mogelijke tariefverlagingen Onroerendezaakbelasting controversieel verklaard. In deze brief heeft mijn voorganger aangekondigd een extern onderzoek te laten doen om te bezien of en hoe de uitvoerings- en toepassingsvraagstukken van art. 220f lid 2 Gemeentewet het beste kunnen worden geadresseerd. Dit eindrapport is inmiddels gereed en de minister is bezig met het formuleren van een reactie. Het rapport en de reactie zal de minister binnenkort aan de Tweede Kamer doen toekomen. | Kamerbrief Antwoorden op vragen gesteld tijdens begrotingsbehandeling BZK 2023 d.d. 18 oktober 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 2023Z17730) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 32140, nr. 178). |
De minister zegt toe (in overeenstemming met de afspraak die zij heeft met Kamer en Zeeuwse partners) de Tweede Kamer over een half jaar wederom te informeren over de voortgang met betrekking tot Wind in de zeilen. | Kamerbrief Zesde voortgangsrapportage Wind in de zeilen d.d. 8 juni 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 33358, nr. 42) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 33358, nr. 43). |
De minister zegt de Tweede Kamer toe dat de kabinetsreactie op het adviesrapport «Elke regio telt!» voor het zomerreces aan de Tweede Kamer zal worden gestuurd. | Kamerbrief Antwoorden Kamervragen van het lid Van Dijk (CDA) over het bericht «Schrikbarende’ conclusies in zeer kritisch advies: Den Haag heeft ‘de regio’ stelselmatig verwaarloosd’ d.d. 7 juni 2023 (Aanhangsel Handelingen II 2022/23, 2832) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 29697, nr. 114). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer in de eerste helft van 2023 nader te informeren over de stand van zaken van de herijking van het provinciefonds. | Commissiedebat Bestuurlijke organisatie, democratie en verkiezingen d.d. 18 januari 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 35165, nr. 55) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 maart 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 C, nr. 5). |
Het versterken van het bestuur doet de minister vanzelfsprekend niet alleen. Het is een weg van de lange adem, maar één die departementen, waterschappen, provincies en gemeenten – ambtelijk en bestuurlijk – samen moeten gaan. Bij de verdere uitwerking wil de minister daarom samen optrekken met departementen en medeoverheden. Over de voortgang en inzichten zal de minister de Kamers jaarlijks informeren. | Kamerbrief Actieagenda Sterk Bestuur d.d. 20 januari 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 33047, nr. 25) | Afgedaan. Is nu staand beleid. De Tweede Kamer is op 12 juni 2024 per brief voor het eerst geïnformeerd (Kamerstuk II, 2023/2024, 33047, nr. 27). |
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Hattem (PVV), toe bij de heroverweging van de verdeelmaatstaven van het Provinciefonds naar de inkomsten uit de motorrijtuigenbelasting te kijken (T02426). | Plenair debat Vereenvoudiging verdeelmodel Provinciefonds, nr. 34568 d.d. 23 mei 2017 (Handelingen I 2016/17, nr. 28, item 8) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 6 maart 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2023/2024, 34568, nr. E). |
De minister zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Flierman (CDA), Postema (PvdA) en Schalk (SGP), toe dat: de minister van Economische Zaken naar de problematiek van de provincie Zeeland kijkt en de Kamer daarover een brief stuurt; De minister zelf na het verschijnen van het advies van de commissie-Jansen II met het IPO zal overleggen en naar verdere ontwikkeling van het verdeelmodel van het Provinciefonds zal kijken (T02425). | Plenair debat Vereenvoudiging verdeelmodel Provinciefonds, nr. 34568 d.d. 23 mei 2017 (Handelingen I 2016/17, nr. 28, item 8) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 6 maart 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2023/2024, 34568, nr. E). |
In najaar 2023 informeert het kabinet de Tweede Kamer over de concretisering en voortgang van de uitwerking van de adviezen van de Rli, RVS en ROB. | Kamerbrief Kabinetsreactie op het adviesrapport «Elke regio telt!» d.d. 12 juli 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 29697, nr. 114) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 maart 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 29697, nr. 142). |
De minister zegt toe opdracht te geven tot een extern onderzoek om te bezien of en hoe de uitvoerings- en toepassingsvraagstukken met betrekking tot het creëren van extra mogelijkheden in het fiscale instrumentarium voor onder andere sportaccommodaties het beste geadresseerd kunnen worden. De minister zal de Tweede Kamer op de hoogte houden van de uitkomsten van het onderzoek, die in de eerste helft van 2023 worden verwacht. | Kamerbrief Resultaten overleg gemeenten over mogelijkheden tariefverlagingen onroerendezaakbelasting d.d. 30 mei 2022 (Kamerstuk II 2021/22, 32140, nr. 108) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk 2023/24, 32140, nr. 178). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer volgend jaar te informeren over de voortgang van het actieprogramma met betrekking tot de verdere concretisering van het spoor kennis en innovatie, dit in gesprek met wetenschappers, andere departementen, de regionale planbureaus en met de regio's aan de grens. | Kamerbrief Beantwoording Kamervragen Schriftelijk Overleg Grensoverschrijdende samenwerking 32 851 d.d. 12 september 2022 2022 (Kamerstuk II 2021/22, 32851, nr. 77) | Afgedaan. De Tweede Kamer is 15 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 32851, nr. 79). |
De Tweede Kamer ontvangt uiterlijk 30 april een brief met een besluit over de eventuele verlenging van de functie van regeringscommissaris IHH. Deze zal gebaseerd zijn op een integrale afweging van de externe evaluatie, het ACOI-advies en de reflectie van de regeringscommissaris over dit onderwerp. Hierin wordt ook een reactie gegeven op het advies om een Nationaal Coördinator in te stellen en welke bevoegdheden eventueel veranderd zouden moeten worden (TZ202402-119-C). | Commissiedebat Wet open overheid d.d. 15 februari 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 32802, nr. 91) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 29362, nr. 362). |
De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe, als onderdeel van de controle op het beleid, om vanaf 2023 (te starten één jaar na publicatie van) het Rijksbreed Cloudbeleid 2022 te evalueren en over de voortgang van de implementatie te rapporteren om daarmee Tweede de Kamer de gelegenheid te geven om nadere vragen te stellen. | Kamerbrief Rijksbreed cloudbeleid 2022 d.d. 29 augustus 2022 (Kamerstuk II 2021/22, 26643, nr. 904) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1149). |
In de tweede helft van dit jaar ontvangt de Tweede Kamer het beleid inzake digitale autonomie en infrastructuur dat we samen met EZK maken. (is een EZK toezegging, waar BZK aan meewerkt). | Commissiedebat Informatiebeveiliging bij de overheid d.d. 5 april 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1016) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36259, nr. 21). |
Ook andere departementen hebben mij laten weten hard te werken om zoveel mogelijk algoritmen zo snel mogelijk in het register op te nemen. Dat vraagt tijd. In een jaarlijkse voortgangsrapportage melden de departementen over hun voortgang. Door de CIO Rijk is aan de ministeries gevraagd om te komen tot een planning per departement. In de tweede helft van het jaar informeer de staatssecretaris de Tweede Kamer verder over. | Kamerbrief Verzamelbrief ‘algoritmen reguleren’ d.d. 7 juli 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1056) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1112). |
De minister zegt de Eerste en Tweede Kamer toe periodiek, en aanvankelijk jaarlijks over de voortgang van de uitvoering van het meerjarenplan ihkv de verbetering van de digitale informatiehuishouding (Woo) te rapporteren. | Kamerbrief Wetsvoorstel Open overheid d.d. 2 januari 2019 (Kamerstuk II 2018/19, 35112, nr. 4) | Afgedaan. De Tweede Kamer wordt standaard jaarlijks gerapporteerd. |
Voor de zomer ontvangt de Tweede Kamer via de brief met roadmaps en evaluatie van de I-strategie Rijk tevens inzicht in de ontwikkeling naar een digitale begroting. Dit zal zijn in de vorm van een format dat uiteindelijk één totaaloverzicht gaat bieden. Deze brief bevat daarnaast een update van het CIO-stelsel (TZ202306-235). | Wetgevingsoverleg Jaarverslag en Slotwet over 2022 van het ministerie van BZK, EZK en van J&V voor zover het onderwerpen betreft die zien op digitalisering d.d. 13 juni 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36360 VI, nr. 2) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1061). |
De staatssecretaris informeert de Tweede Kamer voor 1 juli 2023 over de vraag of de opdrachtgeving aan de ADR aangepast moet worden of dat die verder geëxpliciteerd kan worden (TZ202306-253). | Commissiedebat Opruimen vervuilde data d.d. 15 juni 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1062) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1059). |
De staatssecretaris zal in de evaluatie van het Rijksbreed cloudbeleid 2022 niet alleen Europese ontwikkelingen monitoren, maar ook in gesprek gaan met Europese collega’s en daarover aan de Tweede Kamer terugkoppelen. Dit gesprek is reeds gestart. | Tweeminutendebat Rijksbreed cloudbeleid 2022 (26 643, nr. 904) d.d. 16 februari 2023 (Handelingen II 2022/23, nr. 54, item 5) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1149). |
De Tweede Kamer ontvangt binnen drie weken een brief inzake de hoeveelheid van chatberichten van de minister-president die zijn veilig gesteld (TZ202305-096). | Commissiedebat Archivering van stukken door bewindspersonen onder de archiefwet en de WOO/WOB d.d. 24 mei 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 32802, nr. 71) | Afgedaan. De uitvoering van de toezegging is overgedragen aan het ministerie van AZ. |
De staatssecretaris stuurt op korte termijn meer informatie naar de Tweede Kamer over apps die worden beschouwd als zijnde afkomstig uit landen met een offensief cyberprogramma. | Plenair debat Tweeminutendebat over de bescherming van online gegevens d.d. 17 mei (Handelingen II 2022/23, nr. 82, item 11) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 november 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1087). |
De staatssecretaris zegt toe – in Q4 2022 – dat de Tweede Kamer geïnformeerd wordt over de vormgeving en het kader voor de informatieparagraaf. De informatieparagraaf wordt gefaseerd ingevoerd vanaf 2023. | Commissiedebat Digitaliserende overheid d.d. 5 oktober (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 929) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1197). |
De staatssecretaris zegt toe dat de in de voortgangsbrief van de I-strategie Rijk die in Q1 2023 wordt verstuurd, de Tweede Kamer te voorzien van de voortgang m.b.t. I-vakmanschap. | Commissiedebat Digitaliserende overheid d.d. 5 oktober (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 929) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1061). |
Voor wat betreft meer inzicht te krijgen in de digitaliseringscomponent in de rijksbegroting. De I is in toenemende mate een onlosmakelijk onderdeel van het primair proces. Daarom gaat de staatssecretaris samen met de departementale CIO’s en het minFinanciën onderzoeken hoe er inzicht kan worden gegeven in planning en control cyclus omtrent digitalisering en hoe de informatie periodiek met de Kamer kan worden gedeeld, bijvoorbeeld als zelfstandig product of als onderdeel van de rijksbegroting. De staatssecretaris zal met hen een plan opstellen en dit met de Tweede Kamer delen in Q4 2023. | Kamerbrief Rijksbrede beschouwing bij meerjarige, departementale informatieplannen d.d. 8 november 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 933) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1197). |
De staatssecretaris zal de Tweede Kamer informeren over de uit te voeren quickscan om te zien wat de impact is van nieuwe technologieën voor het overheidspersoneel. | Commissiedebat Digitale Dienstverlening door de overheid d.d. 23 maart 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1012) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1098) |
In de loop van volgend jaar ontvangt de Tweede Kamer een plan van aanpak inzake een aparte begroting voor Digitale Zaken dat de staatssecretaris i.s.m de minister van Financiën ontwikkelt (TZ202211-226). | Wetgevingsoverleg Begrotingsonderdelen van BiZa, EZK en J&V die zien op digitalisering d.d. 14 november 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 VII, nr. 116) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1112). |
De minister van JenV zegt toe om de toezegging gericht op het borgen van cyberkennis binnen de Rijksoverheid door te geleiden naar de staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering. Daarop zou ergens in een voortgangsbrief of iets dergelijks nog specifiek worden ingegaan. | Commissiedebat Online Veiligheid en Cybersecurity d.d. 14 september 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 918) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1061). |
De staatssecretaris zal Buitenlandse Zaken vragen de Tweede Kamer te informeren over de uitkomsten van de gesprekken over de visumalgoritmes (TZ202306-252). | Commissiedebat Opruimen vervuilde data d.d. 15 juni 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1062) | Afgedaan. De uitvoering van de toezegging is overgedragen aan het ministerie van Buitenlandse Zaken |
De staatssecretaris zal de regeringscommissaris verzoeken om de Tweede Kamer te informeren over de termijn waarop de Informatiewet naar de Kamer komt, en over hoe het proces zal plaatsvinden (TZ202306-251). | Commissiedebat Opruimen vervuilde data d.d. 15 juni 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1062) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 29362, nr. 340). |
De Tweede Kamer ontvangt een brief van de minister van SZW inzake de pilot goed werkgeverschap en de evaluatie van de bevindingen van die pilot in het derde kwartaal 2024 (TZ202404-232). | Commissiedebat Discriminatie, racisme en mensenrechten d.d. 16 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 411) | Afgedaan. De toezegging is overgedragen aan SZW. |
De Tweede Kamer ontvangt binnen een week het onderzoek naar het effect van risicoselectie en aselecte steekproeven (TZ202404-231). | Commissiedebat Discriminatie, racisme en mensenrechten d.d. 16 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 411) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 365). |
De Tweede Kamer ontvangt in het eerste kwartaal van 2025 de uitkomsten van een onderzoek naar het versterken van de aanpak van moslimdiscriminatie (TZ202404-225). | Commissiedebat Discriminatie, racisme en mensenrechten d.d. 16 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 411) | Afgedaan. Toezegging overgedragen aan SZW. |
De minister van Justitie en Veiligheid zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Dessing (FVD), toe dat de minister van Binnenlandse Zaken terugkomt op de gestelde vragen aangaande het Handvest voor Lokaal Zelfbestuur en de invulling van het amendement over het constitutioneel hof (T03582). | Behandeling Voortduringswet artikelen 2c en 4 Wet verplaatsing bevolking d.d. 28 maart 2023 (Kamerstuk I 2022/2023, nr. 24, item 7) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 8 mei 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2023/24, 36081, nr. M). |
De minister zal een brief sturen over het vraagstuk van de reikwijdte van de inlichtingenplicht van artikel 68 van de Grondwet. Daarbij wordt de factsheet ‘de reikwijdte van de inlichtingenplicht van artikel 68 van de Grondwet meegenomen. Verzoek is om te reageren op deze toezegging voor 1 april 2024. | Begrotingsbehandeling Algemene Zaken d.d. 18 januari 2024 (Handelingen II 2023/24, nr. 31, item 8) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 februari 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 28362, nr. 71). |
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Dittrich (D66), toe dat hij een brief zal sturen betreffende het verdelingssysteem bij een referendum op provinciaal of gemeentelijk niveau (T03759). | Plenair debat over het Initiatiefvoorstel-Leijten Opneming in de Grondwet van bepalingen inzake het correctief referendum (36160) d.d. 3 oktober 2023 (Handelingen I 2023/24, nr. 2, item 3) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 29 januari 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2023/24, 36160, nr. J). |
De Staatscommissie tegen Discriminatie en Racisme heeft de opdracht gekregen om deze beleidsdoorlichting uit te voeren. De Staatscommissie is nu ongeveer een jaar aan de slag met deze omvangrijke opdracht en zal de Tweede Kamer, via mij, dit najaar informeren over de voortgang. | Kamerbrief Antwoorden op vragen gesteld tijdens begrotingsbehandeling BZK 2023 d.d. 18 oktober 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 2023Z17730) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 356). |
De staatssecretaris voor Europese Zaken zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een verzoek van de commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis der Koningin, toe dat, wanneer het richtlijnvoorstel in de besluitvormende fase komt, het kabinet voorafgaande aan de desbetreffende Raad de definitieve (concept)versie van de richtlijn aan de Eerste Kamer opstuurt (T01237). | Verslag Schriftelijk Overleg 17 april 2010 | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 15 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I, 21501 31, nr. BT). |
Op de ministeries van J&V alsook van BZK worden voorbereidingen getroffen om het nieuwe kabinet snel beslissingen te laten nemen over de opvolging van het advies van de Commissie Fokkens met betrekking tot de procedure voor ambtsdelicten. De Tweede Kamer zal hierover vanzelfsprekend nader worden geïnformeerd. | Kamerbrief Stand van zaken implementatie GRECO aanbevelingen d.d. 26 oktober 2021 (Kamerstuk II 2021/22, 35925 VII, nr. 15) | Afgedaan. De minister van JenV heeft de Tweede Kamer op 12 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 34340 nr. 22). |
De Nationale ombudsman heeft onderzocht hoe de overheid moet omgaan met klachten over etnisch profileren. Hij heeft daarover een kader opgesteld, waarin hij handvatten biedt voor klachtbehandeling bij etnisch profileren, op basis van direct contact tussen burger en ambtenaar. De minister zal samen met de minister van Justitie en Veiligheid en in overleg met de Nationale ombudsman verder uitvoering geven aan aanbevelingen uit dit onderzoek en de Tweede Kamer hierover voor het voorjaar van 2022 berichten. | Kamerbrief Juridisch toetsingskader etnisch profileren d.d. 14 december 2021 (Kamerstuk II 2021/22, 30950, nr. 281) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2022/23, CXLVI, nr. AB). |
Het kennisinstituut Movisie is, in opdracht van het ministerie van BZK, gestart met een onderzoek dat in kaart brengt hoe het meldingsproces bij ADV’s optimaal moet worden ingericht, zodat het melden van een discriminatieklacht een duidelijke meerwaarde heeft voor het slachtoffer. De minister verwacht eind 2022 de resultaten van dit onderzoek en zal de Tweede Kamer op de hoogte brengen van de vervolgstappen. | Kamerbrief Versterking ketenbrede aanpak discriminatie en racisme d.d. 23 februari 2022 (Kamerstuk II 2021/22, 30950, nr. 284) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 30950 nr. 365). |
De minister zegt toe dat de Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding wordt geëvalueerd en dat de Tweede Kamer hierover zal worden geïnformeerd. | Commissiedebat Discriminatie en racisme d.d. 24 februari 2022 (Kamerstuk II 2021/22, 3950, nr. 286) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 juni 2024 per brief geïnformeerd. |
De minister zegt de Tweede Kamer toe rond te zomer met een duidelijkere explicitering te komen op de vraag aan welke klassieke grondrechten getoetst zal kunnen worden. | Plenair debat Tweeminutendebat Constitutionele toetsing d.d. 19 april 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 84, item 11) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 2 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 105). |
In de eerder toegezegde brief over demonstratierecht neemt de minister in overleg met de minister van JenV mee of het instrumentarium voor het lokaal gezag toereikend is (TZ202306-284). | Commissiedebat IVD-aangelegenheden d.d. 21 juni 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36340, nr. 2) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 34324, nr. 9). |
De minister zegt toe als de dynamiek van de coronacrisis gezakt is met de Tweede Kamer in gesprek te gaan over een stresstest breed op de rechtsstaat, inclusief lagere overheden en de manier waarop veiligheidsregio’s functioneren. | Plenair debat Begrotingsbehandeling Binnenlandse Zaken d.d. 15 oktober 2020 (Handelingen II, 2020/21, nr. 15, item 13) | Afgedaan. In diverse brieven en rapporten is de Tweede Kamer sinds 2020 over de rechtsstaat geïnformeerd. |
De minister zegt de Tweede Kamer toe om de Wet gedeeltelijk verbod op gezichtsbedekkende kleding drie jaar na inwerkingtreding te evalueren en de Kamers hierover te informeren. | Kamerbrief Beantwoording Kamervragen over de uitvoering van het gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding d.d. 16 september 2019 (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 3) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 juni 2024 per brief geïnformeerd. |
De minister zegt de Tweede Kamer toe zodra het onderzoek naar mogelijke uitbreiding van taken, inrichting en financieringssystematiek is afgerond in het voorjaar van 2023, met de betrokken partijen, waaronder de ADV’s en gemeenten, in overleg gaan om de verdere richting bepalen, en die delen met de Tweede Kamer. | Kamerbrief Reactie op brief Discriminatie.nl over Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen d.d. 12 december 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 30950, nr. 323) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 365). |
De minister zal over een jaar een evaluatie naar de Tweede Kamer sturen met daarin opgenomen hoever het kabinet is met de uitvoering van de aan het kabinet gerichte aanbevelingen uit het rapport van de Venetiëcommissie. | Notaoverleg Reactie van de Venetië-Commissie van de Raad voor Europa over een adviesaanvraag rechtsbescherming van burgers in Nederland d.d. 30 mei (Kamerstuk II 2021/22, 29279, nr. 717) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 29279, nr. 809). |
Hierbij zal er ook aandacht zijn voor algoritmische besluitvorming en hoe daarover gecommuniceerd wordt, om meer inzicht te krijgen in de huidige praktijk. Dit sluit aan op de opmerkingen die de Raad maakt over de inzet van algoritmes door de overheid. Het kabinet onderneemt in het kader van de werkagenda daarnaast diverse acties om een verantwoorde inzet van algoritmes te bewerkstelligen. Daarnaast wil het kabinet stimuleren dat bestuursorganen waar mogelijk ambtshalve onderzoeken hoe maatwerk (een bijzondere oplossing voor het individuele geval) kan worden toegepast als een dossier hier aanwijzingen voor bevat of als een bestuursorgaan uit anderen hoofde weet dat hiervoor aanleiding bestaat. Daarom wordt dit thema onderzocht door de Universiteit Leiden met een inventarisatiestudie naar het proactief identificeren van maatwerk gevallen. Het genoemde onderzoek is onlangs van start gegaan. Naar verwachting wordt het begin 2023 afgerond en daarna aan de Tweede Kamer aangeboden. | Kamerbrief Reactie op rapport digitalisering in wetgeving en rechtspraak d.d. 23 december 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 29362, nr. 319) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 3 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 29279, nr. 814). |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Dittrich (D66) en Nicolaï (PvdD), toe Conventie 108+ te ratificeren en de Rijkswet daartoe na het zomerreces in te dienen (T03247). | Plenair debat Wijziging van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (35 242) d.d. 8 juni 2021 (Handelingen I 2020/21, nr. 40, item 8) | Afgedaan. Het wetsvoorstel is op 23 oktober 2023 ingediend. |
De minister houdt de Tweede Kamer op de hoogte van nieuwe benoemingen in de staatscommissie tegen Discriminatie en Racisme. | Kamerbrief Stand van zaken Staatscommissie tegen Discriminatie en Racisme d.d. 29 september 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 352) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 februari 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 360). |
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Dittrich (D66), toe dat zij in de kabinetsreactie terug zal komen op hoe de kennis van oud Kamerleden te includeren (T03711). | Mondeling overleg over de bouwstenen voor een kabinetsreactie op het rapport «Gelijk recht doen» van de POC en het rapport zelf D.D. 16 mei 2023 (Kamerstuk I 2022/23, CXLVI, nr. AA) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2022/23, CXLVI, nr. AB). |
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Vos (VVD) en De Boer (GroenLinks), toe dat zij in de reactie op het rapport in zal gaan op de wijze waarop de antidiscriminatie-instrumenten binnen de rijksoverheid en de uitvoeringsorganisaties zullen worden versterkt (T03709). | Mondeling overleg over de bouwstenen voor een kabinetsreactie op het rapport «Gelijk recht doen» van de POC en het rapport zelf D.D. 16 mei 2023 (Kamerstuk I 2022/23, CXLVI, nr. AA) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2022/23, CXLVI, nr. AB). |
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Lucas Vos (VVD), toe dat zij bij de voorbereiding van de kabinetsreactie het voorbeeld van de VK genaamd de public sector equality duty gaat overwegen (T03708). | Mondeling overleg over de bouwstenen voor een kabinetsreactie op het rapport «Gelijk recht doen» van de POC en het rapport zelf D.D. 16 mei 2023 (Kamerstuk I 2022/23, CXLVI, nr. AA) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2022/23, CXLVI, nr. AB). |
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Lucas Vos (VVD), toe dat zij aan EZK zal vragen in de kabinetsreactie op de Corporate Governance Code terug te komen (T03707). | Mondeling overleg over de bouwstenen voor een kabinetsreactie op het rapport «Gelijk recht doen» van de POC en het rapport zelf D.D. 16 mei 2023 (Kamerstuk I 2022/23, CXLVI, nr. AA) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2022/23, CXLVI, nr. AB). |
De Staatssecretaris informeert de Eerste Kamer over de resultaten en vervolgstappen van de werkmethode 'Uitvoeringsgericht wetgeven'. | Kamerbrief Nieuwe werkwijze wetgevingsproces d.d. 28 september 2023 (Kamerstuk I 2023/24, CXLVII, nr. L) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 4 maart 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2023/24, CXLVII, nr. P). |
De minister-president zegt de Kamer toe dat het kabinet spoedig met een reactie komt, uiterlijk begin 2023, op het rapport en de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie effectiviteit antidiscriminatiewetgeving (T03504). | Plenair debat Algemene Politieke Beschouwingen (EK) d.d. 18 oktober 2023 (Handelingen I 2022/23, nr. 4, item 12) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2022/23, CXLVI, nr. AB). |
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koole (PvdA), toe dat, voordat de tussenrapportages uitkomen van de staatscommissie discriminatie en racisme, het werkprogramma van de commissie met de Kamer gedeeld wordt (T03551). | Plenair debat Initiatiefvoorstel-Hammelburg, Bromet en De Hoop Handicap en seksuele gerichtheid als non-discriminatiegrond (35741) d.d. 20 december 2022 (Kamerstuk I 2022/2023, nr. 14) | Afgedaan. De Staatscommissie heeft de Eerste Kamer geïnformeerd. |
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Talsma (ChristenUnie), toe dat de Kamer in de loop van 2023 verder wordt geïnformeerd over het rapport Gelijk recht doen (T03549). | Plenair debat Initiatiefvoorstel-Hammelburg, Bromet en De Hoop Handicap en seksuele gerichtheid als non-discriminatiegrond (35741) d.d. 20 december 2022 (Kamerstuk I 2022/2023, nr. 14) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2022/23, CXLVI, nr. AB). |
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Dittrich (D66), toe dat in de reactie op het rapport Gelijk recht doen extra wordt stilgestaan bij de aangenomen resolutie in de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa, waarbij regeringen de opdracht krijgen om sociale afkomst en sociaal-economische status als non-discriminatiegronden op te nemen in (grond)wetgeving (T03548). | Plenair debat Initiatiefvoorstel-Hammelburg, Bromet en De Hoop Handicap en seksuele gerichtheid als non-discriminatiegrond (35741) d.d. 20 december 2022 (Kamerstuk I 2022/2023, nr. 14) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2022/23, CXLVI, nr. AB). |
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ganzevoort (GroenLinks), toe dat zij aan de minister voor Langdurige Zorg en sport zal doorgeven dat ook de Eerste Kamer geïnformeerd wil worden over het kabinetsstandpunt met betrekking tot het advies van de Raad van State over de ratificatie van het facultatief protocol bij het VN-verdrag Handicap (T03547). | Plenair debat Initiatiefvoorstel-Hammelburg, Bromet en De Hoop Handicap en seksuele gerichtheid als non-discriminatiegrond (35741) d.d. 20 december 2022 (Kamerstuk I 2022/2023, nr. 14) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2022/23, CXLVI, nr. AB). |
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koole (PvdA), toe dat de uitkomsten van het kwantitatief onderzoek, over de vraag in hoeverre men tegen discriminatie en racisme aanloopt binnen de rijksoverheid, worden gedeeld met de Kamer (T03545). | Plenair debat Initiatiefvoorstel-Hammelburg, Bromet en De Hoop Handicap en seksuele gerichtheid als non-discriminatiegrond (35741) d.d. 20 december 2022 (Kamerstuk I 2022/2023, nr. 14) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 9 februari 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2023/24, 35741, nr. F). |
De minister van BZK zal de Tweede Kamer in september 2023 nader informeren over de versterking van de antidiscriminatievoorzieningen (ADV's). | Kamerbrief Brief vervolgtraject excuses slavernijverleden d.d. 23 juni 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36284, nr. 34) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 354). |
De minister zegt uiterlijk medio november met een reactie komen over het rapport 'Paal en perk stellen aan protestacties bij (privé)woningen van politici en andere personen'. | Kamerbrief bij onderzoek Paal en perk stellen aan protestacties bij (privé)woningen van politici en andere personen (Kamerstuk II 2022/23, 34324, nr. 10) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 34324, nr. 12). |
De minister is van plan om voor de NCDR een publiekscampagne te doen, maar wil een aantal onderzoeken afwachten. Bij Voorjaarsnota 2023 kijken voor dekking en zal de Tweede Kamer informeren. | Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken begroting d.d. 13 oktober 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 12, item 7) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 365). |
Over het slavernijverleden komt het kabinet later dit jaar met een reactie. Over de gestelde voorschriften uit de gedragscode lifestyle neutraliteit geldt dat met het oog op de toekomst het gesprek met (en tussen) de betrokken partijen en stakeholders aangegaan moeten worden. De NCDR heeft hier ook een rol in. En naar aanleiding van de evaluatie van de Wbmgp zal de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening later dit jaar de Tweede Kamer berichten of en hoe hij de wet zou willen aanpassen. | Kamerbrief Antwoorden schriftelijke Kamervragen ontwerpbegrotingen 2023 (Begrotingshoofdstukken BZK H VII en Gemeentefonds, Provinciefonds, Staten-Generaal en overige Hoge Colleges van Staat) d.d. 6 oktober 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 VII, nr. 12) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 355). |
De Tweede Kamer ontvangt uiterlijk 6 mei 2024 een brief inzake de opzet van de evaluatie van het experiment met het kleinere stembiljet, inclusief het belang van referentiegemeenten (TZ202404-239). | Commissiedebat Verkiezingen d.d. 18 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 35165, nr. 83) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 35455, nr. 20). |
De Tweede Kamer ontvangt voor de zomer een brief over de voors en tegens van peilingen voorafgaand aan de verkiezingen, inclusief de wetenschappelijke inzichten (TZ202404-241). | Commissiedebat Verkiezingen d.d. 18 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 35165, nr. 83) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 35165, nr. 77). |
De Tweede Kamer ontvangt in mei of juni 2024 een brief inzake de verbetering van de aanpak van desinformatie (TZ202404-240). | Commissiedebat Verkiezingen d.d. 18 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 35165, nr. 83) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 30821, nr. 230). |
De Tweede Kamer ontvangt net voor of net na de zomer een hoofdlijnenbrief vooruitlopend op het wetsvoorstel inzake bijstand in het stemhokje (TZ202404-237). | Commissiedebat Verkiezingen d.d. 18 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 35165, nr. 83) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 35165, nr. 81). |
De Tweede Kamer ontvangt voor de zomer een brief met een terugkoppeling op de gesprekken met PostNL over de levering van stempassen en de verruiming van de termijnen van de levering (TZ202404-235). | Commissiedebat Verkiezingen d.d. 18 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 35165, nr. 83) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 35165, nr. 77). |
De Tweede Kamer ontvangt binnen een aantal weken van de minister van BZK en de minister van J&V een brief inzake het demonstratierecht, waarin tevens het onderzoek over het thuis bezoeken van politie wordt meegenomen, en de interpretatie van het begrip «wanordelijkheden» omtrent het verbieden van demonstraties (TZ202404-040). | Commissiedebat Bestuurlijke organisatie en democratie d.d. 13 maart 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 114) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 34324, nr. 12). |
De Tweede Kamer ontvangt in de loop van dit jaar een brief inzake een onderzoek naar democratische burgerschapscompetenties en de vergelijking met en lessen uit andere EU-landen (TZ202404-038). | Commissiedebat Bestuurlijke organisatie en democratie d.d. 13 maart 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 114) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 29279, nr. 866). |
De Tweede Kamer ontvangt voor de zomer een brief met een terugkoppeling op gesprekken met fondsen en bedrijven over initiatieven inzake democratisch burgerschap (TZ202404-037). | Commissiedebat Bestuurlijke organisatie en democratie d.d. 13 maart 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 114) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 29279, nr. 866). |
De Tweede Kamer ontvangt binnen één maand de kabinetsreactie op de initiatiefnota van het lid Omtzigt inzake constitutionele toetsing, waarin tevens wordt ingegaan op de wenselijkheid van toetsing van sociale grondrechten (TZ202404-036). | Commissiedebat Bestuurlijke organisatie en democratie d.d. 13 maart 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 114) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 2 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36344, nr. 3). |
De Tweede Kamer wordt in het voorjaar van 2024 verder geïnformeerd over de uitwerking van de Regeling voor Maatschappelijke Initiatieven en de Beleidsintensiveringen. | Kamerbrief Geografische Balans m.b.t de Subsidieregeling en de beleidsintensiveringen Slavernijverleden d.d. 15 februari 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 36284, nr. 36) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36284, nr. 39). |
De minister zegt toe de een evaluatie van de Tweede Kamerverkiezingen van 2023 naar de Tweede Kamer te sturen en is voornemens om dat uiterlijk 1 april 2024 te doen. | Kamerbrief Hertelling in opdracht van het centraal stembureau d.d. 7 december 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 35165, nr. 67) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 35165, nr. 73). |
Begin oktober sprak de staatssecretaris van BZK met nazaten over hoe alle nazaten zich betrokken kunnen blijven voelen bij de herdenking van het slavernijverleden. Tijdens de Caribische Catshuissessie in Sint Maarten en vanaf 26 oktober 2023 starten de dialoogsessies in het Europees deel van het Koninkrijk. De speciaal gezant slavernijverleden voert hierover het gesprek met nazaten in Suriname. Na deze koninkrijksbrede dialoog wordt de Tweede Kamer begin volgend jaar geïnformeerd over de uitkomsten. | Kamerbrief Antwoorden op vragen gesteld tijdens begrotingsbehandeling BZK 2023 d.d. 18 oktober 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 2023Z17730) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24. 36284, nr. 39). |
De minister zegt toe aan het einde van het jaar 2023 de Eerste en Tweede Kamer in de brede voortgangsbrief te informeren over de verdere invulling van het vervolgonderzoek met betrekking tot het Slavernijverleden. | Kamerbrief Aanbieding onderzoek n.a.v. de motie-Ceder: onafhankelijk nationaal onderzoek slavernijverleden d.d. 15 juni 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36284, nr. 31) | Afgedaan. De Eerste en Tweede Kamers zijn op 22 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36284, nr. 39). |
In juni 2023 is er een ronde tafel georganiseerd waarbij onder andere wordt gesproken over de nakoming van de toezeggingen en de aankomende verplichting onder de DSA rondom datadeling met wetenschappers. Eind 2023 wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang van de uitvoering van de Rijksbrede strategie. Daarnaast wordt de Kamer geïnformeerd over regulering van online platformen om uitwassen te voorkomen. Voor een meer gedetailleerde uitleg van de kabinetsaanpak verwijst de staatssecretaris naar de Rijksbrede strategie effectieve aanpak van desinformatie. Tegelijkertijd blijven we de ontwikkelingen op dit gebied volgen zodat beleid aangepast kan worden waar nodig. Eind 2023 wordt de Kamer geïnformeerd in de voortgangsbrief van de Rijksbrede strategie. | Kamerbrief Beantwoording Kamervragen over Desinformatie d.d. 13 juni 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 30821, nr. 183) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 30821, nr. 230). |
Over de verdere uitwerking en voortgang van de inzet omtrent een weerbaar bestuur en gerelateerde onderwerpen zal de minister de Tweede Kamer met de volgende voorgangsbrief in het voorjaar van 2024 informeren. | Kamerbrief Voortgang Programma Weerbaar Bestuur d.d. 14 maart 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 28844, nr. 252) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 mei 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 28844, nr. 273). |
De minister zegt toe zich te bezinnen over de aanbeveling van de OVSE/ODIHR met betrekking tot rechterlijke toetsing van verkiezingsuitslagen, en de Tweede Kamer in het komende jaar nader te informeren over de bevindingen. Hierbij gaat de minister ook in op het advies van de Kiesraad hierover. | Kamerbrief Beantwoording vragen over evaluatie Tweede Kamerverkiezing maart 2021; aanbieden diverse stukken d.d. 16 november 2021 (Kamerstuk II 2021/22, 35165, nr. 42) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 januari 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 35165, nr. 68). |
De minister verwacht het wetsvoorstel modernisering van de Wet op de lijkbezorging eind 2022 aan de Tweede Kamer aan te kunnen bieden. | Kamerbrief Initiatiefnota DENK over eeuwigdurende grafrust d.d. 4 februari 2022 (Kamerstuk II 2021/22, 35952, nr. 3) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 2 januari 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 30696, nr. 58). |
De minister zegt toe voor de zomer van 2022 een uitwerking van de aangenomen moties over het betrekken van jongeren bij de politiek te sturen naar de Tweede Kamer. | Commissiedebat Bestuurlijke organisatie en democratie d.d. 23 februari 2022 (Kamerstuk II 2021/22, 28479, nr. 87) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 36200 VII, nr. 175). |
De Kamer ontvangt voor de zomer van 2023 de opzet van de evaluatie inzake de transparantie van openbare agenda's van bewindspersonen en de vermelding van inbreng van externen in de toelichting bij wet- en regelgeving, inclusief de Uitvoeringsrichtlijn Openbare agenda’s bewindslieden. Het kabinet is voornemens deze evaluatie begin 2024 uit te voeren (TZ202305-008). | Commissiedebat Integriteit openbaar bestuur d.d. 9 mei 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 28844, nr. 266) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 28844, nr. 269). |
De Kamer ontvangt eind 2023 de regeling voor betere beveiligingsmaatregelen voor burgemeesters en andere bestuurders (TZ202305-008). | Commissiedebat Integriteit openbaar bestuur d.d. 9 mei 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 28844, nr. 266) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 november 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 28844, nr. 271). |
De minister zal de Tweede Kamer informeren over de uitkomsten van het herhaalde APPA-feitenonderzoek naar de al getroffen voorzieningen op de begrotingen. | Kamerbrief Beantwoording Kamervragen over «De miljarden aan kosten voor de pensioenen van militairen en politieke ambtsdragers waarvoor geen voorziening is getroffen» (2023Z08429) d.d. 26 mei 2023 (Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 2720) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 3 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 32043, nr. 651). |
De staatssecretaris zal in de evaluatie van de oefening - die voorafgaand aan de verkiezingen voor de Provinciale Staten en waterschappen op het gebied van desinformatie is gehouden - betrekken hoe er verder kan worden geoefend met desinformatiesituaties (ofwel via het ISIDOR-platform ofwel via andere manieren) (TZ202307-105). | Vervolg commissiedebat Desinformatie en online platformen d.d. 6 juli 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 30821, nr. 198) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 30821, nr. 230). |
De minister zegt toe het rapport van de Adviescommissie ‘versterken weerbaarheid democratische rechtsorde’, die voor oktober 2023 staat gepland, naar de Tweede Kamer te sturen, samen met een reactie van de betrokken ministeries. | Kamerbrief Voortgang adviescommissie versterken weerbaarheid democratische rechtsorde d.d. 24 april 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 29279, nr. 784) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 november 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 29279, nr. 823). |
De Tweede Kamer ontvangt nog voor het tweeminutendebat een brief over de persoon van de voorzitter van het burgerforum (TZ202306-320). | Commissiedebat Nationaal burgerforum klimaat- en energiebeleid d.d. 28 juni 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 32813, nr. 1288) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 32813, nr. 1274). |
De minister zegt toe in een brief in te gaan op de aanbevelingen in het evaluatierapport naar aanleiding van het onderzoek van het Europese Comité van Experts van de Raad van Europa naar hoe de overheid omgaat met de doelstellingen zoals deze in het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden zijn opgesteld. | Kamerbrief Antwoorden Schriftelijke Overleg Bestuursafspraak Friese taal en cultuur d.d. 21 november 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 VII, nr. 115) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 februari 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 89). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer in het voorjaar van 2023 te informeren over de gesprekken die de minister voert met een aantal politieke partijen over het ontbreken van goedgekeurde verklaringen van de accountant en de gevolgen hiervan. | Commissiedebat Bestuurlijke organisatie, democratie en verkiezingen d.d. 18 januari 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 35165, nr. 55) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 32634, nr. 10). |
De minister zegt toe binnenkort een brief naar de Tweede Kamer te sturen betreffende de uitvoering van de motie Bromet-Van Dijk over het betrekken van jongeren bij de democratie. | Commissiedebat Bestuurlijke organisatie, democratie en verkiezingen d.d. 18 januari 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 35165, nr. 55) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 36200 VII, nr. 175). |
De minister is voornemens om in het eerste half jaar van 2023 de Tweede Kamer nader te informeren over de inrichting van de functie van vertrouwenspersoon, bij wie bewindspersonen te rade kunnen gaan omtrent integriteitskwesties. | Kamerbrief Aanbieding gedragscode integriteit voor bewindspersonen d.d. 23 december 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 28844, nr. 251) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 maart 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 28844, nr. 272). |
Met dit nieuwe beleidskader worden de lijnen geschetst waarbinnen de Rijksoverheid optreedt tegen desinformatie. Eind 2023 wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang van de uitvoering van deze aanpak. | Kamerbrief Rijksbrede strategie effectieve aanpak van desinformatie d.d. 23 december 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 30821, nr. 173) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 30821, nr. 230). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer in de eerste helft van 2023 nader te informeren over de inrichting van de functie van vertrouwenspersoon voor bewindspersonen. | Kamerbrief Aanbieding gedragscode integriteit voor bewindspersonen d.d. 23 december 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 28844, nr. 251) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 maart 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 28844, nr. 272). |
Over de verdere invulling en uitvoering van de acties ter versterking van het decentraal bestuur streeft de minister ernaar de Kamers in het eerste kwartaal van 2023 te informeren. | Kamerbrief Actieagenda Sterk Bestuur d.d. 20 januari 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 33047, nr. 25) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 september 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 36200 VII, nr. 178). |
Graag weegt de minister het instrument tussentijdse raadsontbinding af tegen andere mogelijke instrumenten die een oplossing zouden kunnen bieden voor aanhoudende bestuurlijke problemen in gemeenten. De minister is voornemens die eventuele nieuwe instrumenten nader uit te werken en de Tweede Kamer hierover in het eerste kwartaal van 2023 te informeren. | Kamerbrief Beantwoording gestelde vragen betreffende het schriftelijk overleg over de notitie varianten tussentijdse raadsontbinding d.d. 17 januari 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 VII, nr. 145) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 september 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 36200 VII, nr. 180). |
De minister verwacht de Tweede Kamer in september 2023 te kunnen informeren over de uitkomsten van de evaluatie van de provinciale staten- en waterschapsverkiezingen. | Kamerbrief Reactie op commissiebrief mbt verzoek om reactie op NRC-artikel en NVVB-standpunt d.d. 4 april 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 35165, nr. 57) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 september 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 35165, nr. 61). |
De minister van BZK zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Dittrich (D66), toe dat de ervaringen van de kiezerskandidaten en de politieke partijen onderdeel zullen vormen van de evaluatie. De minister zal ook de Kamer informeren over de uitkomsten van de evaluatie (T03554). | Plenair debat Wet kiescollege niet-ingezetenen (36.071) (1e termijn) d.d. 11 oktober 2022 (Handelingen I 2022/23, nr. 3, item 11) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 25 september 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I, 2023/24, 36410 VII/36410 IV, nr. C). |
De minister van BZK zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Hattem (PVV), toe dat zij aan de gemeente Den Haag zal vragen of het mogelijk is om een opname van de vergadering van het kiescollege te maken (T03553). | Plenair debat Wet kiescollege niet-ingezetenen (36.071) (1e termijn) d.d. 11 oktober 2022 (Handelingen I 2022/23, nr. 3, item 11) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 25 september 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2023/24, 35165, nr. E). |
De minister van BZK zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koole (PvdA), toe dat het punt van de Kiesraad over de gelijkheid van de kiezers, expliciet zal worden betrokken bij de evaluatie (T03552). | Plenair debat Wet kiescollege niet-ingezetenen (36.071) (1e termijn) d.d. 11 oktober 2022 (Handelingen I 2022/23, nr. 3, item 11) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 25 september 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2023/24, 35165, nr. E). |
In één van de binnenkort aan de Tweede Kamer te versturen brieven zal de minister de juridische analyse opnemen over de wettelijke beperking van stemmen door meerderjarige kinderen die onder curatele staan (TZ202301-006). | Commissiedebat Bestuurlijke organisatie, democratie en verkiezingen d.d. 18 januari 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 35165, nr. 55) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 september 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 35165, nr. 61). |
De minister verwacht haar reactie op het advies van de Kiesraad over de verbetering van de kandidaatstellingsprocedure samen met de hoofdlijnennotitie in 2023 aan de Tweede Kamer toe te sturen. | Kamerbrief Nota naar aanleiding van het verslag inzake de wet programmatuur verkiezingsuitslagen d.d. 13 juli 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36150, nr. 6) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 35165, nr. 74). |
De minister van BZK zal de Tweede Kamer voorjaar 2024 verder informeren over de gekozen procedures ten aanzien van de verdere invulling van de subsidieregeling en het Herdenkingscomité. | Kamerbrief Brief vervolgtraject excuses slavernijverleden d.d. 23 juni 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36284, nr. 34) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36284, nr. 39). |
De minister zegt toe dat de Tweede Kamer naar verwachting in het najaar van 2023 geïnformeerd zal worden over de resultaten van de evaluatie van het Convenant inzake de Nederlandse erkenning van de Limburgse taal door het ministerie van BZK en de Provincie Limburg. | Kamerbrief Beantwoording Kamervragen over het bericht ‘Den Haag schiet tekort voor het Limburgs’ d.d. 5 april 2023 (Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 2176) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 februari 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 89). |
Onderzocht wordt of de (online) haat en intimidatie waar ondervertegenwoordigde groepen mee te maken krijgen de participatie van die groepen tegenhouden. Het streven is de Tweede Kamer hier aan het eind van 2023 over te informeren. | Kamerbrief Versterking decentrale volksvertegenwoordigingen en besturen d.d. 4 september 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200, nr. 178) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 mei 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 28844, nr. 273). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer eind 2023 te informeren over de voortgang van gesprekken met de VNG over hoe de bekendheid van de inzet op het vergroten van het bewustzijn van medeoverheden over desinformatie kan worden versterkt en te informeren over de verdere acties uit de Rijksbrede strategie effectieve aanpak van desinformatie. | Kamerbrief beantwoording Kamervragen over het bericht «Gemeenten worstelen met desinformatie» (Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 3637) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 30821, nr. 230). |
De minister zegt toe uitvoerig in te gaan op de stand van zaken ten aanzien van de organisatie van de aanstaande Tweede Kamerverkiezingen in de Kamerbrief over de evaluatie van de provinciale staten- en waterschapsverkiezingen die voor het commissiedebat op 28 september aan de Kamer verstuurd wordt. | Kamerbrief beantwoording vragen over het artikel «VNG waarschuwt voor tekort aan stembureau-vrijwilligers bij volgende verkiezingen» d.d. 14 september 2023 (Aanhangsel Handelingen 2022/23, nr. 3632) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 september 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 35165, nr. 61). |
De minister SZW gaat na en koppelt terug (via minister van Binnenlandse Zaken) hoe buitenlandse inmenging en beïnvloeding wordt tegengegaan bij de aanstaande verkiezingen (TZ202310-047). | Commissiedebat Buitenlandse inmenging en beïnvloeding d.d. 4 oktober 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 35228, nr. 46) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 november 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 35165, nr. 64). |
De Tweede Kamer ontvangt een brief inzake het advies van ABDTOPConsult, hoe de procesbegeleiding vorm heeft gekregen en welk advies daaruit is gevolgd (TZ202309-075). | Commissiedebat Klokkenluiders d.d. 13 september 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 35851, nr. 59). | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 september 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 35851, nr. 60). |
De Tweede Kamer ontvangt zo spoedig mogelijk de onderzoeksopdracht en de deelvragen van het juridisch vooronderzoek inzake toezichts- en sanctietaken van het Huis voor Klokkenluiders (TZ202309-073). | Commissiedebat Klokkenluiders d.d. 13 september 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 35851, nr. 59). | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 september 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 35851, nr. 60). |
De Kamer ontvangt het eerste kwartaal 2024 een brief inzake de vergoeding voor gemeenten voor de organisatie van de verkiezingen (TZ202310-065). | Commissiedebat Verkiezingen d.d. 28 september 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 35165, nr. 62) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 35165, nr. 73). |
De Tweede Kamer ontvangt het eerste kwartaal 2024 een brief over het hoofdlijnenvoorstel inzake ondersteuningsverklaringen voor nieuwe politieke partijen (TZ202310-064). | Commissiedebat Verkiezingen d.d. 28 september 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 35165, nr. 62) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 35165, nr. 74). |
De minister informeert de Tweede Kamer begin 2024 over de voortgang op de aanpak burgerparticipatie en burgerfora. | Kamerbrief Aanpak burgerparticipatie en burgerfora d.d. 17 maart 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 30184, nr. 38) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 maart 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 30184, nr. 39). |
De minister zegt toe dat de Tweede Kamer voor het einde van 2023 geïnformeerd wordt over op welke wijze het wetsvoorstel (Tijdelijke experimentenwet bijstand in het stemhokje) de bijstand in het stemhokje gaat regelen. | Kamerbrief Beantwoording vragen lid Van der Graaf (CU) over het stemmen voor mensen met een beperking d.d. 13 juli 2022 (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 3520) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 januari 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 35165, nr. 72). |
Op dit moment wordt er in opdracht van het ministerie een verkenning uitgevoerd naar kwetsbare processen bij gemeenten. In de kamerbrief over de voortgang van het programma Weerbaar Bestuur zullen de uitkomsten van deze verkenning aan bod komen. Deze kamerbrief zal in het voorjaar van 2023 naar de Tweede Kamer verzonden worden. | Kamerbrief Antwoorden schriftelijke Kamervragen ontwerpbegrotingen 2023 (Begrotingshoofdstukken BZK H VII en Gemeentefonds, Provinciefonds, Staten-Generaal en overige Hoge Colleges van Staat) d.d. 6 oktober 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 VII, nr. 12) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 mei 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 28844, nr. 273). |
Er wordt gewerkt in samenwerking met de beroeps- en belangenverenigingen van het decentraal bestuur aan concrete acties en maatregelen ter versterking van de positie van decentrale volksvertegenwoordigingen. Goede kaderstelling en controle door volksvertegenwoordigers is van groot belang voor de kwaliteit van de democratische besluitvorming en daarmee voor de legitimiteit van het gemeente- en provinciebestuur. Zo is onlangs het wetsvoorstel versterking decentrale rekenkamers in de Eerste Kamer aangenomen. Het streven is dat de Tweede Kamer voor einde jaar 2022 over de voortgang van deze acties en maatregelen te informeren. | Kamerbrief Uitkomsten onderzoek naar opkomst bij gemeenteraadsverkiezingen 2022 d.d. 10 oktober 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 35165, nr. 51) | Afgedaan. De Kamers zijn op 4 september 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 36200 VII, nr. 178). |
De minister is voornemens de Eerste en Tweede Kamer voor het einde van 2022 door middel van een hoofdlijnennotitie te informeren over de wijze waarop zij de kandidaatstellingsprocedure wil versterken. | Kamerbrief Uitkomsten evaluatie gemeenteraadsverkiezingen 2022 d.d. 30 september 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 35165, nr. 50) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 35165, nr. 74). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer begin 2023 te informeren over acties m.b.t. het versterken van de positie van de rol van raadsvoorzitter (en gemeenteraden als zodanig) en het onderzoeksrapport ‘Teveel van het goede?’ ook te bespreken met de NVvR en de VvG. | Commissiedebat Burgemeesters d.d. 19 oktober 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 28479, nr. 89) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 september 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36200 VII, nr. 178) |
De staatssecretaris van BZK en de minister van JenV werken aan een verheldering van het juridisch kader voor online monitoring door gemeenten in het kader van openbare orde en veiligheid (OOV) en informeren de Tweede Kamer. | Commissiedebat Burgemeesters d.d. 19 oktober 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 28479, nr. 89) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 oktober 20223 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 32761, nr. 287). |
De staatssecretaris brengt het effect van de IDO-dienstverlening buiten de muren van de bibliotheek in kaart en richt zij praktijkinitiatieven in om het effect van de samenwerking tussen IDO’s en overheidsbrede loketten inzichtelijk te krijgen. Dit leidt tot beleidsinstrumenten (zowel individueel als in gezamenlijkheid of integraal), die beter aansluiten op waar mensen behoefte aan hebben. Halverwege 2024 wordt de Tweede Kamer over de voortgang en resultaten geïnformeerd. | Kamerbrief Voortgangsrapportage transformatie overheidsbrede publieke dienstverlening d.d. 11 december 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1099) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1197). |
De staatssecretaris stuurt in de zomer een brief naar de Tweede Kamer over de machtigingen op DigiD (TZ202307-071). | Commissiedebat Digitaliserende overheid d.d. 28 juni 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 29362, nr. 335) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1073). |
De staatssecretaris zegt toe (voor eind 2021) de Tweede Kamer wederom te informeren over de stand van zaken rondom het burgerservicenummer. | Kamerbrief Stand van zaken Beleidsontwikkelingen burgerservicenummer d.d. 29 juni 2021 (Kamerstuk II 2020/21, 27859, nr. 154) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 27859, nr. 175). |
Dat pseudonimisering technisch mogelijk is, is duidelijk. Minder duidelijk is onder welke omstandigheden dit zinvol kan worden geïmplementeerd. In overleg met de grote uitvoeringsorganisaties, de VNG en de ministeries van Financiën en VWS zullen deze mogelijkheden worden verkend. Zodra daar meer over bekend is, naar verwachting Herfst 2021, maar in ieder geval voor het einde van het jaar, zegt de staatssecretaris toe de Tweede Kamer nader te informeren. | Kamerbrief Stand van zaken Beleidsontwikkelingen burgerservicenummer d.d. 29 juni 2021 (Kamerstuk II 2020/21, 27859, nr. 154) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 27859, nr. 175). |
De staatssecretaris zal de Tweede Kamer voor einde jaar 2022 informeren over de stand van zaken van de vervolgacties die in de kamerbrief zijn genoemd mbt maatregelen ter voorkoming van identiteitsfraude. | Kamerbrief Aankondiging van maatregelen ter voorkoming van identiteitsfraude d.d. 8 juli 2022 (Kamerstuk II 2021/22, 25764, nr. 137) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 2 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 25764, nr. 144). |
De staatssecretaris laat onderzoeken of dit op korte termijn op vrijwillige basis is te realiseren, vooruitlopend op een wettelijke verplichting. Burgers kunnen er dan zelf voor kiezen om aan de balie een gezichtsopname te laten maken. De staatssecretaris verwacht de Tweede Kamer in najaar 2022 te informeren over de uitkomst hiervan. | Kamerbrief Aankondiging van maatregelen ter voorkoming van identiteitsfraude d.d. 8 juli 2022 (Kamerstuk II 2021/22, 25764, nr. 137) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 2 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 25764, nr. 144). |
In het voorjaar van 2024 ontvangt de Tweede Kamer een stand van zaken/analyse naar aanleiding van het doelgroepen/behoefteonderzoek naar de ondersteuningsbehoefte van (al dan niet) tijdelijk kwetsbare mensen (TZ202306-233). | Wetgevingsoverleg Jaarverslag en Slotwet over 2022 van het ministerie van BZK, EZK en van J&V voor zover het onderwerpen betreft die zien op digitalisering d.d. 13 juni 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36360 VI, nr. 2) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1149). |
De staatssecretaris zal de Tweede Kamer informeren over de uitkomsten triloog. | Plenair debat Interpellatie-Leijten over het negeren van een Kamermeerderheid inzake de Nederlandse positie in het Europese debat over de Europese digitale identiteit d.d. 16 februari 2023 (Handelingen II 2022/23, nr. 54, item 9) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 21501 33, nr. 1042). |
Tevens monitort de VNG jaarlijks de relatie tussen de IDO’s/bibliotheken en gemeenten. Na zomer 2023 verwacht de staatssecretaris de Tweede hierover te kunnen informeren. Eind 2023 volgt een advies over de inrichting van overheidsbrede loketten en eventuele landelijke uitrol. | Kamerbrief Beantwoording schriftelijke v-100 vragen jaarverantwoording 2022 - Informatiepunt Digitale Overheid d.d. 7 juni 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36360 VI, nr. 8) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1099). |
Het departement werkt daarom aan een behoefte- en doelgroepenonderzoek Informatiepunten Digitale Overheid (IDO’s), voorafgegaan door deskresearch en analyse om tot het juiste onderzoek te komen. De staatssecretaris zal de Tweede Kamer na zomer 2023 informeren over de resultaten van de analyse en de vervolgstappen hierop. | Kamerbrief Beantwoording schriftelijke v-100 vragen jaarverantwoording 2022 - Informatiepunt Digitale Overheid d.d. 7 juni 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36360 VI, nr. 8) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1112). |
De minister zal in overleg treden met minAPP in overleg treden om te bezien welke aanvullende mogelijkheden er zijn uitvoeringsorganisaties een kosteloze betalingsherinnering te sturen (nav Dekker-Abdulaziz, D66) en de Tweede Kamer informeren. | Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken begroting d.d. 13 oktober 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 12, item 7) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1149). |
Hiermee wordt gezorgd dat de BRP (doorontwikkeling) als een stevig fundament blijft functioneren en ook toekomstige ontwikkelingen op het gebied van de digitale identiteit en de prioriteiten van de werkagenda Digitalisering kan ondersteunen. Hier gaat de staatssecretaris de komende jaren met alle betrokkenen in het stelsel mee aan de slag. De staatssecretaris zal de Tweede Kamer rond zomer 2023 opnieuw informeren over de stand van zaken. | Kamerbrief Stand van zaken Basisregistratie Personen d.d. 26 september 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 27859, nr. 163) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 november 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 27859, nr. 178). |
Vanwege het belang om zo goed mogelijk zicht te hebben wie er in Nederland verblijven en waar, en om mensen tijdig te registreren als ingezetene bij langdurig verblijf, wil de staatssecretaris deze mogelijkheid verder uitwerken. De staatssecretaris zal de Tweede Kamer begin 2023 informeren over deze uitwerking en vervolgacties. (Bij de uitwerking betrek ik gemeenten en het ministerie van SZW.). | Kamerbrief Onderzoek verplichte registratie in de BRP bij kortdurend verblijf d.d. 26 september 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 27859, nr. 162) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 november 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 27859, nr. 178). |
De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe – medio 2023 – een volgende voortgangsbrief over alle nieuwe ontwikkelingen rondom VRS. | Kamerbrief Voortgangsbrief VRS d.d. 26 september 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 25764, nr. 138) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 2 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 25764, nr. 144). |
De staatssecretaris verwacht de Tweede Kamer na zomer 2023 te informeren over de selectiecriteria voor de Nederlandse bevoegde autoriteit (mbt Verordening Interoperabel Europa). | Kamerbrief Antwoorden op vragen fiche: Verordening Interoperabel Europa d.d. 24 april 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 22112, nr. 3656) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 22112, nr. 3808). |
De staatssecretaris informeert de Tweede Kamer voor de zomer van 2023 over offline mogelijkheden van digitale dienstverlening. Dit in relatie tot de bestaande motie Kathmann. | Commissiedebat Digitale Dienstverlening door de overheid d.d. 23 maart 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1012) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1099). |
De staatssecretaris zal de Tweede Kamer in april 2023 informeren over de storing bij DigiD en neemt hierin mee of daardoor mensen specifiek zijn geraakt of in de problemen zijn gekomen. | Commissiedebat Digitale Dienstverlening door de overheid d.d. 23 maart 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1012) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1051). |
De staatssecretaris informeert de Tweede Kamer voor de zomer van 2023 over de voortgang van de GDI en neemt daarin het advies van het AcICT mee, inclusief de risicoparagraaf en het vernieuwingstraject van Logius. | Commissiedebat Digitale Dienstverlening door de overheid d.d. 23 maart 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1012) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1050). |
De staatssecretaris BZK informeert de Tweede Kamer voor het eind van 2023 over de stand van zaken van het programma Machtigen/programma Vertegenwoordigen (TZ202303-127). | Commissiedebat Digitale Dienstverlening door de overheid d.d. 23 maart 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1012) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1073). |
De staatssecretaris stuurt in de zomer van 2023 een brief naar de Tweede Kamer over de uitkomsten van de experimenten over proactieve dienstverlening in het sociale domein. | Commissiedebat Digitale Dienstverlening door de overheid d.d. 23 maart 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1012) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1099). |
De staatssecretaris informeert de Tweede Kamer begin 2024 over de voortgang van de contactfunctionaliteit bij levensgebeurtenissen (één overheid). | Commissiedebat Digitale Dienstverlening door de overheid d.d. 23 maart 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1012) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1112). |
De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe dat er een invoeringstoets na 1 jaar en een evaluatie van de wet (wijziging Wet basisregistratie personen) komt. | Plenair debat Wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband met de invoering van een centrale voorziening ter ondersteuning van de colleges van burgemeester en wethouders bij het onderzoek of een persoon als ingezetene in de basisregistratie personen op een adres in de gemeente dient te worden ingeschreven alsmede naar de juistheid van de gegevens betreffende het adres van een ingezetene in de basisregistratie personen d.d. 3 februari 2022 (Handelingen II 2021/22, item 11, nr. 46) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1149). |
De staatssecretaris gaat voor de verdere behandeling van de Wet digitale overheid in de Eerste Kamer spreken met de VNG over hoe gemeenten kunnen aansluiten op het stelsel van toegang (n.a.v. kritiek in de brief van de VNG) (TZ202211-182). | Commissiedebat Basisregistratie Personen en E-id d.d. 16 november 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 27859, nr. 168) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1112). |
De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ganzevoort (GroenLinks), toe dat zij voortdurend zal blijven kijken naar de veiligheid en betrouwbaarheid van de regulering, waarbij gekeken wordt naar elementen zoals algoritmische discriminatie (T03657). | Plenair debat Wet digitale overheid (vervolg) d.d. 21 februari 2023 (Handelingen I 2022/23, nr. 20, item 8) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 22 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2023/24, 26643, nr. C). |
De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Talsma (ChristenUnie) en Koole (PvdA), toe dat zij de Kamer jaarlijks een rapportage zal toesturen betreffende het functioneren van het stelsel, inclusief de capaciteit van de RDI en de samenwerking op Europees niveau betreffende de toezichthouders en overige nieuwe ontwikkelingen (T03653). | Plenair debat Wet digitale overheid (vervolg) d.d. 21 februari 2023 (Handelingen I 2022/23, nr. 20, item 8) | Afgedaan. Er is geen inbreng ontvangen in maart van de Eerste Kamer op deze toezegging, zoals de Eerste Kamer wel had aangegeven. |
Begin volgend jaar (2024) zal de staatssecretaris de Tweede Kamer over de voortgang op de lopende maatregelen en VRS informeren. | Kamerbrief Voortgang maatregelen ter voorkoming van identiteitsfraude met paspoorten en VRS d.d. 2 oktober 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 25764, nr. 144) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 januari 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 25764, nr. 146). |
De technische doorontwikkeling in het algemeen loopt vertraging op omdat de huidige ICT-dienstleverancier voor de zomer heeft aangegeven over onvoldoende capaciteit te beschikken en tevens nieuwe, voor VRS noodzakelijke functionaliteiten, niet te kunnen ondersteunen. In overleg zal een oplossing gevonden moeten worden. De consequenties zijn nu nog niet inzichtelijk. Zodra er meer bekend is zal de staatssecretaris de Tweede Kamer hierover informeren. | Kamerbrief Voortgang maatregelen ter voorkoming van identiteitsfraude met paspoorten en VRS d.d. 2 oktober 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 25764, nr. 144) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 25764, nr. 148). |
De beslissing tot het bouwen van deze RAAS-DOBbox is uitgesteld tot het moment dat er beschikt wordt over het advies van de Autoriteit Persoonsgegevens ten aanzien van de wetgeving over de CV voor biometrische gegevens en het Data Protection Impact Assessment (DPIA) over het gehele stelsel en programma. Het advies van de Autoriteit Persoonsgegevens is afgegeven. De AP beveelt een betere onderbouwing van de subsidiariteit en proportionaliteit aan. Ik wacht echter nog op de DPIA. De DPIA is nog niet volledig afgerond. Zodra dit gebeurd is zal de staatssecretaris een besluit nemen en de Tweede Kamer hierover berichten (eind 2023). | Kamerbrief Voortgang maatregelen ter voorkoming van identiteitsfraude met paspoorten en VRS d.d. 2 oktober 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 25764, nr. 144) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 25764, nr. 148). |
De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ganzevoort (GroenLinks), toe dat dat de Kamer een afschrift krijgt van het toezichtkader betreffende misbruik bij de Wet digitale overheid wanneer deze er is (T03658). | Plenair debat Wet digitale overheid (vervolg) d.d. 21 februari 2023 (Handelingen I 2022/23, nr. 20, item 8) | Afgedaan. Er is geen inbreng ontvangen in maart van de Eerste Kamer op deze toezegging, zoals de Eerste Kamer wel had aangegeven. |
De staatssecretaris verwacht de wetgeving die het schrappen van de vermelding van het geslacht op de identiteitskaart regelt eind 2022 aan de Eerste Kamer aan te bieden. (Hierbij zal ook een consultatie plaatsvinden.) | Kamerbrief Nadere vragen over onnodige sekseregistratie d.d. 5 juli 2021 (Kamerstuk I 2020/21, 34650, nr. L) | Afgedaan. De wetgeving is aan de RMR aangeboden voor behandeling op 14 juli 2023. |
De staatssecretaris zegt toe in de volgende Verzamelbrief een reactie te geven op een scenariostudie over het Algoritmeregister gedaan door de Toekomst Kamer, onderdeel van de Stichting Toekomstbeeld der Techniek (TZ202404-212). | Commissiedebat Inzet algoritmes en data-ethiek d.d. 17 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1209) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1197). |
De staatssecretaris zal in de volgende verzamelbrief ingaan op het instellen van een adviesorgaan generatieve AI (TZ202404-174). | Commissiedebat Notaoverleg Digitalisering d.d. 22 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1195) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1197). |
De staatssecretaris zal in de volgende verzamelbrief de Tweede Kamer informeren over de thema's van het meerjarig dialoogprogramma van het Rathenau Instituut (TZ202404-171). | Commissiedebat Notaoverleg Digitalisering d.d. 22 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1195) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1197). |
Er wordt gekeken naar het uitbreiden van de feedbackmogelijkheden op andere overheidsbrede portalen zoals nederlandwereldwijd.nl, ondernemersplein.kvk.nl en rijksoverheid.nl.. De staatssecretaris verwacht de Tweede Kamer voor zomer 2024 hierover nader te kunnen informeren. | Kamerbrief Verzamelbrief Digitalisering december 2023 d.d. 22 december 2023 geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1112) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1149). |
De staatssecretaris zegt toe voor wat betreft Landelijk curriculum voor primair en voortgezet onderwijs: de concept kerndoelen worden begin 2024 met de Tweede Kamer gedeeld. | Kamerbrief Verzamelbrief Digitalisering december 2023 d.d. 22 december 2023 geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1112) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1149). |
De staatssecretaris werkt samen met andere lidstaten aan een non-paper over het onderwerp cookies. De staatssecretaris is voornemens deze begin 2024 aan de Tweede Kamer te sturen. | Kamerbrief Verzamelbrief Digitalisering december 2023 d.d. 22 december 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1112) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1149). |
In de brief ´Versterkte aanpak online´, die na de zomer naar de Tweede Kamer zal worden gestuurd, zullen de aangedragen voorbeelden van het lid Gündogan met betrekking tot anonimiteit op onlineplatformen en strafbare vervolging worden meegewogen (TZ202307-103). | Commissiedebat Vervolg commissiedebat Desinformatie en online platformen d.d. 6 juli 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 30821, nr. 198) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 29754, nr. 708). |
De Tweede Kamer ontvangt in het voorjaar van 2024 een rapportage over de werking van de DSA op basis van een eerste indruk (TZ202309-099). | Commissiedebat Kinderen en digitale rechten d.d. 14 september 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1070) | Afgedaan. De uitvoering van de toezegging is overgedragen aan het ministerie van EZK. |
De staatssecretaris zal najaar 2023 de Tweede Kamer bij de actualisatie van de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren nader informeren over alle activiteiten ten behoeve van digitale gemeenschapsgoederen. | Kamerbrief Digitale gemeenschapsgoederen d.d. 7 juli 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1057) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1112). |
De staatssecretaris verwacht na zomer 2023 te starten met de interdepartementale afstemming en de technisch-organisatorische consequenties van de inbedding van het protocol, zodat alle overheden ermee aan de slag kunnen. De staatssecretaris verwacht de Tweede Kamer hierover begin 2024 te kunnen infomeren. Ook dit protocol wil ik op gaan nemen in het IKA. Hierover informeer ik u graag verder over in het eerste kwartaal van 2024. | Kamerbrief Verzamelbrief ‘algoritmen reguleren’ d.d. 7 juli 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1056) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1149). |
De staatssecretaris wil in het register tenminste de hoog risico algoritmen opnemen. De staatssecretaris spreekt hier van ‘tenminste’, want wil nog nader vast kunnen stellen of er voor overheidstoepassingen die niet direct hoog risico zijn, maar wel impactvol kunnen zijn, een verplichting moet komen om deze te publiceren in het algoritmeregister. Ook hier zal de staatssecretaris in eerste kwartaal 2024 op terugkomen. | Kamerbrief Verzamelbrief ‘algoritmen reguleren’ d.d. 7 juli 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1056) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1149). |
Na zomer 2023 organiseert de staatssecretaris daarom een expertsessie om dit soort bestaande waardenkaders die van toepassing zijn op digitale technologie (in zijn algemeenheid) in samenhang te beschouwen en zal waar nodig ook verder onderzoek doen. Op basis hiervan zal de staatssecretaris de Tweede Kamer in de tweede helft 2023 per brief informeren over hoe we bestaande waardenkaders meer kunnen verbinden. | Kamerbrief Verzamelbrief ‘algoritmen reguleren’ d.d. 7 juli 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1056) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1112). |
De staatssecretaris stuurt een brief naar de Tweede Kamer over de uitkomsten van de onderhandelingen met Meta voordat er een definitief besluit wordt genomen over het gebruik van Facebook Pages door de overheid (TZ202307-070). | Commissiedebat Digitaliserende overheid d.d. 28 juni 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 29362, nr. 335) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 31 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 32761, nr. 288). |
De staatssecretaris stuurt voor eind jaar 2023 een onderzoek over overheidsdomeinextensies naar de Tweede Kamer (TZ202307-069). | Commissiedebat Digitaliserende overheid d.d. 28 juni 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 29362, nr. 335) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1112). |
De staatssecretaris zegt Tweede Kamer toe (begin 2021) een voortgangsrapportage Open Source / effecten van het vrijgeven van broncodes. | Kamerbrief Beleidsbrief vrijgeven van de broncode van overheidssoftware d.d. 17 april 2020 (Kamerstuk II 2019/20, 26643, nr. 676) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1057). |
Voor de zomer ontvangt de Tweede Kamer een eerste versie van het implementatiekader algoritmes (TZ202306-234). | Wetgevingsoverleg Jaarverslag en Slotwet over 2022 van het ministerie van BZK, EZK en van J&V voor zover het onderwerpen betreft die zien op digitalisering d.d. 13 juni 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36360 VI, nr. 2) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1056). |
De staatssecretaris zal voorjaar 2023 de Tweede Kamer informeren over de protocollen bij het handelen van mogelijke discriminatie bij algoritmes. | Commissiedebat Inzet algoritmes en data-ethiek binnen de rijksoverheid d.d. 15 februari 2023 (Kamerstuk II 2022/2023, 26643, nr. 982) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1056). |
De staatssecretaris zal de Tweede Kamer informeren over de uitkomst van het gesprek met dhr. Krijger. Dat is een toezegging aan mevrouw Kathmann. | Commissiedebat Inzet algoritmes en data-ethiek binnen de rijksoverheid d.d. 15 februari 2023 (Kamerstuk II 2022/2023, 26643, nr. 982) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1056). |
De staatssecretaris zal voor zomer 2023 de Tweede Kamer informeren over een mogelijk verplichtend karakter van het algoritmeregister vooruitlopend op de AI act. | Commissiedebat Inzet algoritmes en data-ethiek binnen de rijksoverheid d.d. 15 februari 2023 (Kamerstuk II 2022/2023, 26643, nr. 982) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1056). |
Ook in 2023 gaat de staatssecretaris verder met haar inzet om digitale inclusie te bevorderen. In de toekomst zal de staatssecretaris de Tweede Kamer in het kader van de voortgang van de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren rapporteren. Deze rapportage over de Werkagenda ontvangt de Kamers in najaar 2023. | Kamerbrief Werkagenda Waardengedreven Digitalisering: voortgang lijn 1 digitale inclusie d.d. 14 februari 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 973) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1112). |
Een eerste opzet van de aanpak van het kabinet inzake generatieve AI wordt voor de zomer met de Tweede Kamer gedeeld. Hierin wordt een reactie op de petitie AI meegenomen (TZ202306-248). | Wetgevingsoverleg Jaarverslag en Slotwet over 2022 van het ministerie van BZK, EZK en van J&V voor zover het onderwerpen betreft die zien op digitalisering d.d. 13 juni 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36360 VI, nr. 2) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1056). |
De staatssecretaris zal voor zomer 2023 een brief sturen aan de Tweede Kamer over wat het Kabinet wel of niet gaat doen omtrent cookies. | Plenair debat Tweeminutendebat over de bescherming van online gegevens d.d. 17 mei (Handelingen II 2022/23, nr. 82, item 11) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 september 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 32761, nr. 286). |
De staatssecretaris zal in de brief aan de Tweede Kamer over large language models - waarvan zij de intentie heeft om die voor zomer 2023 te sturen - ook reflecteren op de afspraken die bijvoorbeeld de Italiaanse toezichthouder heeft gemaakt met ChatGPT en meenemen of dergelijke afspraken ook in Europees verband geregeld zouden kunnen worden. | Plenair debat Tweeminutendebat over de bescherming van online gegevens d.d. 17 mei (Handelingen II 2022/23, nr. 82, item 11) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1056). |
De staatssecretaris zal in de brief over het beschermen van kinderrechten online - die voor de zomer naar de Tweede Kamer zal worden gestuurd - ingaan op de vraag hoe het toezicht op online kinderrechten het best zou kunnen worden gestructureerd. | Plenair debat Tweeminutendebat over de bescherming van online gegevens d.d. 17 mei (Handelingen II 2022/23, nr. 82, item 11) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1063). |
De staatssecretaris zal voor zomer 2023 het waardenkader voor AI naar de Tweede Kamer sturen. | Plenair debat Tweeminutendebat over de bescherming van online gegevens d.d. 17 mei (Handelingen II 2022/23, nr. 82, item 11) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1056). |
Er wordt gewerkt aan een implementatiekader ’inzet van algoritmen’ waarover de staatssecretaris de Tweede Kamer zal informeren. | Kamerbrief Feitelijke vragen rapport «algoritmes getoetst» d.d. 7 oktober 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 923) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1056). |
In de eerste helft van 2023 stuurt de staatssecretaris de Tweede Kamer, zoals hiervoor beschreven, de agenda voor de «Digitale Samenleving», waarin wordt gewerkt aan antwoorden op geïdentificeerde gezamenlijke vraagstukken. | Kamerbrief Werkagenda «Waardengedreven Digitaliseren» d.d. 4 november 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 940) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1055). |
In het CIO-beraad en bij de Interbestuurlijke Datastrategie zien we dat deze aanpak werkt. Dit vraagt op onderdelen nog het vinden van een goede balans tussen mijn coördinerende en de departementale verantwoordelijkheden. Hierover gaat de staatssecretaris het gesprek aan met haar collega's en zal zij de Tweede Kamer informeren in de eerste voortgangsrapportage over deze agenda. | Kamerbrief Werkagenda «Waardengedreven Digitaliseren» d.d. 4 november 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 940) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1112). |
De wereld om ons heen, onze maatschappij en de techniek staan niet stil. De Werkagenda is een levend document en zal jaarlijks worden geactualiseerd. De Tweede Kamer zal bovendien jaarlijks een voortgangsrapportage van de staatssecretaris ontvangen. | Kamerbrief Werkagenda «Waardengedreven Digitaliseren» d.d. 4 november 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 940) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1112). |
De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe dat zij worden geïnformeerd – mogelijk via een brief – over het principe van het recht om offline te zijn. | Commissiedebat Bescherming persoonsgegevens en digitale grondrechten d.d. 2 november 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 32761, nr. 249) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1112). |
De staatssecretaris informeert de Kamers in de rapportage over de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren over verbetering adressenregistratie en introductie van postcodes in Caribisch Nederland. | Kamerbrief Voortgangsbrief Bestuurlijke afspraken Caribisch Nederland d.d. 21 maart 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 58) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1112). |
De staatssecretaris zegt toe - in het derde kwartaal van 2023 - de Tweede Kamer te informeren over de vorderingen m.b.t. verschillende vervolgstappen die worden genomen om noodzakelijke aspecten rondom toezicht op algoritmen verder uit te werken. | Kamerbrief Inrichtingsnota algoritmetoezichthouder d.d. 22 december 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 953) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1110). |
De algoritmetoezichthouder publiceert eind 2023 een rapport om de ontwikkelingen in het algoritmetoezicht en de risico’s van algoritmen inzichtelijk te maken. Daarbij is aandacht voor zowel de positieve als de negatieve effecten van algoritme-inzet. Dit staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe dat dit rapport met de Tweede Kamer zal worden gedeeld. | Kamerbrief Inrichtingsnota algoritmetoezichthouder d.d. 22 december 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 953) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1112). |
De staatssecretaris stuurt de Tweede Kamer uiterlijk begin 2023 een brief over het beschermen van kinderen tegen digitale technologie en op internet (TZ202212-002). | Commissiedebat Telecomraad (t.b.v. 6 december) d.d. 30 november 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 21501-33, nr. 997) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1063). |
Begin volgend jaar wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de weging en uitwerking Code Kinderrechten Online (TZ202211-222). | Wetgevingsoverleg Begrotingsonderdelen van BiZa, EZK en J&V die zien op digitalisering d.d. 14 november 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 VII, nr. 116) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1063). |
De Tweede Kamer wordt jaarlijks via een update van de Werkagenda geïnformeerd over de stand van zaken m.b.t. digitale geletterdheid (TZ202211-220). | Wetgevingsoverleg Begrotingsonderdelen van BiZa, EZK en J&V die zien op digitalisering d.d. 14 november 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 VII, nr. 116) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1112). |
Begin volgend jaar zal de staatssecretaris de Tweede Kamer informeren over uitkomsten van gesprekken met de SER over hun rol bij het vormgeven van de digitale transformatie (TZ202211-219). | Wetgevingsoverleg Begrotingsonderdelen van BiZa, EZK en J&V die zien op digitalisering d.d. 14 november 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 VII, nr. 116) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1055). |
Apps worden ook door andere overheden en vooral ook door burgers, waaronder kinderen, gebruikt. Het is belangrijk om het bewustzijn over gegevensver-werking door dit soort apps te verhogen. Daarom gaat het kabinet hier de komende periode op inzetten. Voor zomer 2023 komt de staatssecretaris hier bij de Tweede Kamer op terug. | Kamerbrief Beantwoording Kamervragen (2023Z01674) en maatregelen inzake het weren van apps op mobiele devices van rijksambtenaren d.d. 21 maart 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 984) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1063). |
De staatssecretaris zegt toe dat er een onderzoek naar de impact van AI op de samenleving naar de Tweede Kamer komt (naar aanleiding van een vraag van mevrouw Van Weerdenburg). | Commissiedebat Digitale Infrastructuur en Economie d.d. 22 maart 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1008) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 januari 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1125). |
Eind dit jaar 2023 ontvangt de Tweede Kamer de stand van zaken met betrekking tot de ontwikkeling van de methode van de leeftijdsverificatie (TZ202309-098). | Commissiedebat Kinderen en digitale rechten d.d. 14 september 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1070) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1112). |
De staatssecretaris van BZK zegt toe de punten genoemd in het manifest over de ICT-infrastructuur van de overheid mee te nemen in de evaluatie van de Werkagenda Waardengedreven digitaliseren (TZ202310-109). | Commissiedebat Digitaliserende overheid d.d. 12 oktober 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1083) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1112). |
De staatssecretaris zal de Tweede Kamer voor eind jaar 2023 een update geven over de vormgeving van de kaders van de toezichthouders omtrent de ´crisis response mechanisms´ (TZ202307-104). | Commissiedebat Vervolg commissiedebat Desinformatie en online platformen d.d. 6 juli 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 30821, nr. 198) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1149). |
De staatssecretaris van BZK komt voor 15 februari met een brief over de rijksbrede plannen voor het zetten van stappen op het vlak van bias op basis van algoritmen in selectieprocedures bij de overheid. (TZ202302-094). | Commissiedebat Discriminatie, racisme en mensenrechten d.d. 26 januari 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 30950, nr. 327) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1056). |
De staatssecretaris van BZK komt voor 15 februari met een brief over de rijksbrede plannen voor het zetten van stappen op het vlak van bias op basis van algoritmen in selectieprocedures bij de overheid (TZ202302-094). | Commissiedebat Discriminatie, racisme en mensenrechten d.d. 26 januari 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 30950, nr. 327) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2023 geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1056). |
Het opzetten van een Kinderrechten Keurmerk (KK) waaruit blijkt dat in een online product of dienst kinderrechten zijn geborgd. De Tweede Kamer zal begin 2024 over de uitwerking worden geïnformeerd. | Kamerbrief kinderrechten en digitalisering d.d. 14 juli 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1063) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1149). |
De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Veldhoen (GroenLinks), toe dat zij in gesprek zal treden met de minister voor Rechtsbescherming over het gebruik van algoritmes binnen de rechtspraak (T03669). | Plenair debat Grip op algoritmische besluitvorming bij de overheid (CXLVII) - Eerste Kamer der Staten-Generaal d.d. 21 maart 2023 (Handelingen I 2022/23, nr. 23, item 9) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 6 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2023/24, 36496, nr. G). |
De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Prins (CDA), toe dat algoritmische besluitvorming regelmatig zal worden geëvalueerd en dat dit wordt opgenomen in het implementatiekader (T03668). | Plenair debat Grip op algoritmische besluitvorming bij de overheid (CXLVII) - Eerste Kamer der Staten-Generaal d.d. 21 maart 2023 (Handelingen I 2022/23, nr. 23, item 9) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 22 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2023/24, 26643, nr. C). |
De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid De Blécourt-Wouterse (VVD), toe dat jaarlijks aan de hand van de werkagenda met de Kamer gesproken zal worden over de ontwikkelingen in de AI (T03666). | debat Grip op algoritmische besluitvorming bij de overheid (CXLVII) - Eerste Kamer der Staten-Generaal d.d. 21 maart 2023 (Handelingen I 2022/23, nr. 23, item 9) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 6 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2023/24, 36496, nr. G). |
De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Dittrich (D66), toe dat de Kamer geïnformeerd wordt over het onderzoek naar de cookieregeling en welke consequenties die heeft in relatie met het publieke goed van data-eigenaarschap. (T03665). | Plenair debat Grip op algoritmische besluitvorming bij de overheid (CXLVII) - Eerste Kamer der Staten-Generaal d.d. 21 maart 2023 (Handelingen I 2022/23, nr. 23, item 9) | Afgedaan. De toezegging is afgedaan omdat er geen vragen uit het SO op deze toezegging zijn gekomen. |
De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Verkerk (ChristenUnie), toe dat cultuur en ethiek als onderwerpen bespreekbaar worden gemaakt bij AI-gebruik binnen de overheid (T03661). | Plenair debat Grip op algoritmische besluitvorming bij de overheid (CXLVII) - Eerste Kamer der Staten-Generaal d.d. 21 maart 2023 (Handelingen I 2022/23, nr. 23, item 9) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 6 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2023/24, 36496, nr. G). |
De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Verkerk (ChristenUnie), toe haar de tussentijdse evaluatie in 2022 van het programma ‘Samen aan de slag voor een vaardig Nederland’ te sturen (T02944). | Plenair debat Wet elektronische publicaties (35.218) d.d. 23 juni 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 33, item 9) | Afgedaan. De uitvoering van de toezegging is overgedragen aan het ministerie van OCW. |
De minister zegt de Tweede Kamer toe - richting de begroting van volgend jaar – te gaat kijken of we meer congruentie kunnen aanbrengen in het aggregatieniveau van de verschillende programma's en de teksten bij de begroting, zodat de begrotingsindicatoren, de doelstellingen waarmee de middelen worden verstrekt, duidelijker zichtbaar zijn in de begroting zelf. | Wetgevingsoverleg Begrotingsonderdeel Wonen en Ruimte d.d. 14 november 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 VII, nr. 117) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 september met de ontwerpbegroting geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, nr. 36410 VII, nr. 2). |
De minister zegt de Tweede Kamer toe om één overzicht van de budgetflexibiliteit/niet-verplichte uitgaven (die er in de begroting als geheel zit) van de verschillende BZK-artikelen die de woningbouw betreffen te geven. | Wetgevingsoverleg Begrotingsonderdeel Wonen en Ruimte d.d. 14 november 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 VII, nr. 117) | Afgedaan. De toezegging is verwerkt in de ontwerpbegroting 2024. Deze is op Prinsjesdag in september 2023 aan de Tweede Kamer aangeboden. |
De staatssecretaris informeert de Kamer over de stappen die gezet moeten worden om de onvolkomenheid SSO CN op te lossen en de voortgang hierop aan het einde van dit jaar (TZ202306-301). | Wetgevingsoverleg Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties en BES-fonds 2022 d.d. 27 juni 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36360 IV, nr. 13) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 34). |
De minister zegt toe dat de Tweede Kamer dit kwartaal een brief ontvangt met updates op de openstaande bevindingen uit het verantwoordingsonderzoek. | Kamerbrief Antwoorden op vragen gesteld tijdens begrotingsbehandeling BZK 2023 d.d. 18 oktober 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 2023Z17730) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 november 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 80). |
Er wordt geïnventariseerd welke mogelijke onderwerpen moeten worden uitgewerkt voor de transitie naar hybride werken (personele aspecten/digitale werkomgeving/fysieke werkomgeving). Vervolgens wordt er de komende maanden enkele scenario’s ontwikkelen, waarbij kosten, baten en maatschappelijke effecten in beeld worden gebracht. Na weging van de scenario’s door het kabinet zal de staatssecretaris de Tweede Kamer hierover inhoudelijk nader informeren. | Kamerbrief Organisatie van het werk bij de Rijksoverheid in de toekomst d.d. 4 december 2020 (Kamerstuk II 2020/21, 31490, nr. 289) | Afgedaan. De Tweede Kamer wordt jaarlijks via de begroting BZK, jaarverslag BZK en Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk geïnformeerd over de ontwikkelingen rond het hybride werken. |
De staatssecretaris stuurt een brief – medio zomer 2023 - naar de Tweede Kamer aanleiding van de vraag van de heer Slootweg over extra waarborgen in de aanbestedingsregels ten behoeve van mensen die de overheid informatie toevertrouwen. | Commissiedebat Informatiebeveiliging bij de overheid d.d. 5 april 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 1016) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 januari 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk 2023/24, 26643, nr. 1116). |
Het streven is de actualisatie van de masterplannen voor rijkskantoorhuisvesting in de tweede helft van 2023 gereed te hebben, waarna de masterplannen aan de Tweede Kamer worden voorgelegd en nadien door de minister van BZK vastgesteld. | Kamerbrief Beantwoording Schriftelijk Overleg Rijksvastgoed en de Renovatie Binnenhof d.d. 13 december 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 34293, nr. 128) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 2 mei 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 31490, nr. 336). |
Een aantal mogelijkheden om te komen tot een meer evenwichtige spreiding van de rijkswerkgelegenheid worden thans uitgewerkt, waaronder het uitbreiden van de eerder benoemde adviesbevoegdheid van de minister van BZK bij de locatiekeuze van rijksdiensten. Met deze uitbreiding van de adviesbevoegdheid van de minister van BZK zal rijksbreed beter kunnen worden gestuurd op waar groei van de rijkswerkgelegenheid plaatsvindt. De minister van BZK informeert de Tweede Kamer over de uitwerking hiervan in het eerste kwartaal van 2024. | Kamerbrief Spreiding rijkswerkgelegenheid 2023 ‒ 2027 d.d. 16 oktober 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 31490, nr. 332) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 mei 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 31490, nr. 337). |
Uit een review met interne en externe deskundigen is gebleken dat de broncode van de app vrijwel geheel vrijgegeven kan worden (zie toelichting onder Openbaar gemaakte broncode). Komende periode werkt Logius aan het tweede deel van het Woo-verzoek voor het deel van de DigiD-software die bij Logius draait. De staatssecretaris zal de Tweede Kamer over deze verkenning informeren. | Kamerbrief Broncode DigiD-app openbaar gemaakt d.d. 16 januari 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 26643, nr. 960) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 mei 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1159). |
De Tweede Kamer ontvangt in Q2 2024 op basis van het MJP een stappenplan van wat op welke termijn kan worden verbeterd (TZ202402-119-B). | Commissiedebat Wet open overheid d.d. 15 februari 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 32802, nr. 91) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 32802, nr. 94). |
De Tweede Kamer ontvangt voor de zomer een brief over wanneer welke categorieën openbaar worden gemaakt (TZ202402-120). | Commissiedebat Wet open overheid d.d. 15 februari 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 32802, nr. 91) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 32802, nr. 95). |
De Tweede Kamer ontvangt in Q2 2024 een brief met reactie op de invoeringstoets, de adviezen van het ACOI, de regeringscommissaris, en de oproep van journalisten. In de brief wordt tevens ingegaan op de Groninger aanpak. (TZ202402-119-A). | Parlementair agendapunt: Commissiedebat Wet open overheid d.d. 15 februari 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 32802, nr. 91) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 32802, nr. 94). |
De staatssecretaris zegt toe het geactualiseerde generieke actieplan Open op Orde in het voorjaar van 2023 aan de Tweede Kamer toe te zenden. | Kamerbrief bij actieplannen en nulmetingen Open op Orde d.d. 20 juli 2022 (Kamerstuk II 2021/22, 29362, nr. 310) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 december per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 29362, nr. 344). |
De minister stuurt voor september 2023 een meerjarenplan Open Overheid (TZ202306-216). | Commissiedebat Functioneren Rijksdienst d.d. 8 juni 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 31490, nr. 330) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 december per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 29362, nr. 344). |
De minister van BZK zal in het meerjarenplan openbaarheid en informatiehuishouding (te ontvangen voor het nieuwe parlementaire jaar) meetbare doelen voor het programma Open op Orde opnemen (TZ202306-307). | Wetgevingsoverleg Jaarverslagen en slotwetten over het jaar 2022 Hfst. VII het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, B het Gemeentefonds en C het Provinciefonds d.d. 12 juni 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36360 VII, nr. 7) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 december per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, nr. 29362, nr. 344). |
De Tweede Kamer ontvangt voor het zomerreces, wanneer ook het Meerjarenplan Open op Orde naar de Kamer wordt gestuurd, een brief over de opzet van de audit die zal worden uitgevoerd ten aanzien van de Tijdelijke instructie archiveren chatberichten voor bewindspersonen (TZ202305-095). | Commissiedebat Archivering van stukken door bewindspersonen onder de archiefwet en de WOO/WOB d.d. 24 mei 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 32802, nr. 71) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 september 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 32802, nr.75). |
De Tweede Kamer ontvangt voor het zomerreces een brief inzake de informatie op inventarisatielijsten van Woo-verzoeken (TZ202305-094). | Commissiedebat Archivering van stukken door bewindspersonen onder de archiefwet en de WOO/WOB d.d. 24 mei 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 32802, nr. 71) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 32807, nr. 73). |
De Tweede Kamer ontvangt voor het nieuwe politieke jaar de gewijzigde instructie/handreiking inzake bewaren chatberichten als het Meerjarenplan Open op Orde naar de Kamer wordt gestuurd (TZ202305-093). | Commissiedebat Archivering van stukken door bewindspersonen onder de archiefwet en de WOO/WOB d.d. 24 mei 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 32802, nr. 71) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 september 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 32802, nr. 75). |
De Tweede Kamer ontvangt vóór het volgende politieke jaar het plan van aanpak meerjarenplan openbaarheid en informatiehuishouding met daarin een realistische planning en fasering, inclusief de beschikbare zoek- en vindtechnologie (TZ202305-092). | Commissiedebat Archivering van stukken door bewindspersonen onder de archiefwet en de WOO/WOB d.d. 24 mei 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 32802, nr. 71) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 december per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 29362, nr. 344). |
De logische vervolgvraag is wat we met deze (nieuwe) bevindingen en inzichten kunnen doen om de toegang tot overheidsinformatie in Nederland te verbeteren en te versnellen en tegelijkertijd de uitvoeringslast voor bestuursorganen te verminderen. De minister zal de Tweede Kamer hierover in de eerste helft van 2023 nader informeren. | Kamerbrief Aanbieding van het internationaal rechtsvergelijkend onderzoek en de rapportage van de internationale werkbezoeken omtrent de openbaarmaking van overheidsinformatie d.d. 17 oktober 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 32802, nr. 56) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 32807, nr. 73). |
Op korte termijn zal ook nog een digitaal werkbezoek worden afgelegd aan Noorwegen. Het verslag van dit werkbezoek zal de minister te zijner tijd ook met de Tweede Kamer delen. | Kamerbrief Aanbieding van het internationaal rechtsvergelijkend onderzoek en de rapportage van de internationale werkbezoeken omtrent de openbaarmaking van overheidsinformatie d.d. 17 oktober 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 32802, nr. 56) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 juli 2023 geïnformeerd per brief (Kamerstuk II 2022/23, 32807, nr. 73). |
De minister zegt toe in de herfst van 2023 een invoeringstoets met betrekking tot de Wet open overheid (WOO) te laten uitvoeren en daarin de knelpunten bij ministeries en de Hoge Colleges van Staat mee te nemen. De Tweede Kamer ontvangt de resultaten van de invoeringstoets met daarbij concrete aanbevelingen voor de WOO (TZ202303-056). | Commissiedebat Wet open overheid d.d. 16 maart 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 32802, nr. 68) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 32802, nr. 80). |
De Minister van BZK zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Gerkens, toe de Kamer, eind 2021 dan wel begin 2022, te informeren over het aansluitplan voor PLOOI en de verschillende organisaties daarbij (T03360). | Plenair debat 33 328 & 35 112 Initiatiefvoorstellen inzake wet open overheid d.d. 28 september 2021 (Handelingen I 2021/22, nr. 1, item 11) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 17 juli per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2022/23, 33328, nr. AG). |
De Minister van BZK zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Backer, toe de Kamer te informeren over de gefaseerde inwerkingtreding van de actieve openbaarmaking (T03362). | Plenair debat 33 328 & 35 112 Initiatiefvoorstellen inzake wet open overheid d.d. 28 september 2021 (Handelingen I 2021/22, nr. 1, item 11) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 17 juli per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2022/23, 33328, nr. AG). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer uiterlijk begin 2022 per brief te informeren over de wijze waarop de fasering van de inwerkingtreding van de Wet open overheid vorm krijgt. | Kamerbrief Voorstel van wet van de leden Snels en Sneller houdende regels over toegankelijkheid van informatie van publiek belang (Wet open overheid) (Kamerstuk 33328) en het voorstel van wet van de leden Snels en Sneller tot wijziging van de Wet open overheid (Kamerstuk 35112) d.d. 15 oktober 2021 (Kamerstuk II 2021/22, 33328, nr. 41) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 32807, nr. 73). |
Het verzoek in kamervraag 3 « Kunt u ons alle documenten (e-mails, notulen, rapporten, vergaderstukken, et cetera) sturen waarin de Nederlandse regering als ‘KDTI pilot partner’ wordt genoemd, handelt of betrokken is» is omvangrijk en kost tijd. De staatssecretaris zegt toe dat het streven is deze documenten voor zomer 2022 naar de Tweede Kamer te sturen. | Kamerbrief Beantwoording Kamervragen Known Traveller Digital Identity (KTDI) d.d. 24 februari 2022 (Aanhangsel Handelingen II, 2021/22, nr. 1855) | Afgedaan. De verantwoordelijkheid van de toezegging is overgedragen aan het ministerie van JenV. |
Dit voorjaar 2024 vindt in het verlengde op het kwantitatief PER-onderzoek kwalitatief vervolgonderzoek plaats, in de vorm van een aantal gesprekken (focusgroepen). De verwachting is om de uitkomsten van dit focusgroepenonderzoek na de zomer met de Tweede en Eerste Kamer te kunnen delen. In deze brief zal tevens een overzicht gegeven worden van acties en maatregelen tegen discriminatie. | Kamerbrief Commissiebrief rapportage discriminatie en racisme rijksoverheid d.d. 15 mei 2024 (Kamerstuk I 2023/24, 35741, nr. G) | In behandeling. De Eerste- en Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De Tweede Kamer ontvangt voor de zomer twee brieven over diversiteitsbeleid van de Rijksoverheid, al dan niet inclusief streefcijfers waarin de minister terugkomt op de vraag of het werken met streefcijfers in het kader van diversiteitsbeleid een zinvolle gedachte is (TZ202404-233). | Commissiedebat Discriminatie, racisme en mensenrechten d.d. 16 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 411) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De staatssecretaris zal een brief sturen hoe het staat met de weerbaarheidsscan en zal de aspecten van motie nr. 7 (36 410-III) daarin betrekken. | Plenair debat Begroting Algemene Zaken d.d. 18 januari 2024 (Handeling II 2023/24, nr. 31, item 11) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De minister zegt toe onderzoek te zullen doen naar de uitvoeringslasten bij de bevoegde autoriteiten om zicht te krijgen op de additionele kosten van dit wetsvoorstel, en de Tweede Kamer naar verwachting voor het zomerreces van 2023 te informeren over de uitkomsten hiervan. | Plenair debat Wijziging van de Wet Huis voor klokkenluiders d.d. 8 december 2022 (Handeling II 2022/23, nr. 33, item 52) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio 2024 geïnformeerd. |
Het wetsvoorstel normering topinkomens gaat in het najaar in consultatie. De Tweede Kamer ontvangt het naar verwachting begin 2024 (TZ202306-218). | Commissiedebat Functioneren Rijksdienst d.d. 8 juni 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 31490, nr. 330) | In behandeling. Het wetsvoorstel normering topinkomens is dit voorjaar in consultatie gegaan. De Tweede Kamer ontvangt het naar verwachting eind 2024. |
De Tweede Kamer ontvangt eind dit jaar een brief over de sturingsfilosofie Rijksoverheid (TZ202306-213). | Commissiedebat Functioneren Rijksdienst d.d. 8 juni 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 31490, nr. 330) | In behandeling. In de begrotingsstaten van het ministerie van BZK (VII) voor het jaar 2024 is weergegeven dat in 2024 bij de verdere ontwikkeling van een nieuwe sturingsfilosofie voor de (centrale) overheid nieuwe vormen van sturing en verantwoorden zullen worden ontwikkeld, waarbij de maatschappelijke opgave en het realiseren van waarden die we als samenleving zinvol vinden, centraal staan. Het programma sturingsfilosofie is lopende, een sturingsfilosofie wordt opgebouwd in een co-creatie-proces. Dit zal gedurende 2024 worden voortgezet. |
De minister zegt toe dat de Tweede Kamer voor het herfstreces 2023 een voortgangsbrief inzake het wetsvoorstel Wet op de rijksinspecties ontvangt, waarin wordt ingegaan op de escalatiemogelijkheden, bedoelende de escalatiemogelijkheid van een inspecteur-generaal die geen gehoor vindt bij de verantwoordelijke minister. | Notaoverleg Initiatiefnota van het lid Omtzigt over «Voorstellen ter versterking van de onafhankelijkheid van rijksinspecties'' (TK 36149) d.d. 12 juni 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36149, nr. 10) | In behandeling. Begin dit jaar is een conceptwetsvoorstel met memorie van toelichting aan de ministeries en rijksinspecties voor reactie voorgelegd. Alle reacties, die tot aanpassing van het wetsvoorstel leiden, zijn verwerkt. De reactie over de totstandkoming van het werkprogramma van een rijksinspectie vraagt nog politieke besluitvorming. In het Hoofdlijnenakkoord lijkt een uitbreiding van het wetsvoorstel beoogd, zodat een wetsvoorstel niet alleen over rijksinspecties gaat, maar ook over autoriteiten en de wijze van handhaving. Aan de nieuwe bewindspersoon zal worden gevraagd wat de bedoeling van het Hoofdlijnenakkoord is en of het huidige wetsvoorstel in internetconsultatie kan. |
De minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de beoordeling van GRECO over de voortgangsinformatie van de implementatie van openstaande aanbevelingen op basis van de Nederlandse rapportage van 30 juni 2024. | Kamerbrief Tweede nalevingsverslag GRECO vijfde evaluatieronde en evaluatie UNCAC d.d. 17 oktober 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 16) | In behandeling. De GRECO-beoordeling van de NLse voortgangsinformatie staat pas op de agenda voor de GRECO-bijeenkomst van maart 2025 (hier is schriftelijke bevestiging van). Gezien de beoordeling van GRECO na deze bijeenkomst in maart 2025 nog officieel vertaald moet worden naar het Nederlands, en de maart-bijeenkomst van GRECO dit jaar pas in de tweede helft van maart plaatsvond (de precieze data voor maart 2025 zijn nog niet bekend), is de verwachting dat wij eind april 2025 kunnen voldoen aan de toezegging. |
De minister zegt de Tweede Kamer toe de Brief stelselverantwoordelijkheid na het zomerreces van 2021 naar de Kamer te sturen. | Parlementair agenda punt [05-07-2021] - Notaoverleg Advies Raad van State over ministeriële verantwoordelijkheid d.d. 5 juli 2021 (Kamerstuk II 2020/21, 35570, nr. 65) | In behandeling. Deze toezegging wordt betrokken bij de brede evaluatie, die in het najaar van 2024 wordt opgeleverd. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
Momenteel worden de ervaringen met de UDO in kaart gebracht. De uitkomsten hiervan volgen in de tweede helft van dit jaar. De Kamers worden hier tzt over geïnformeerd. | Kamerbrief Voortgang Actieagenda /Sterk Bestuur d.d. 12 juni 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 33047, nr. 27) | In behandeling. De Eerste- en Tweede Kamer worden in najaar 2024 geïnformeerd over de eerste ervaringen met de UDO. |
De Tweede Kamer ontvangt de aanpak Elke regio telt! omstreeks de zomer, waarbij tevens wordt ingegaan op de mogelijkheid voor schakelpunten aan de Nederlands-Duitse grens en de geleerde lessen uit de eerste tien kansregio's (TZ202405-059). | Commissiedebat Regio's en grensoverschrijdende samenwerking d.d. 16 mei 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 29697, nr. 153) | In behandeling. De brief over de aanpak Elke regio telt! wordt medio september 2024 verwacht. In die brief wordt ingegaan op de geleerde lessen uit de tien kansenregio's en de mogelijkheid voor schakelpunten langs de Nederlands-Duitse grens. |
De minister stuurt (naar verwachting voor de zomer van 2024) de resultaten van twee onderzoeken naar Regio Deals: Één over de werking en meerwaarde van Regio Deals en de ander over rode draden en effectieve interventies binnen de Regio Deals. | Kamerbrief Voortgangsrapportage Regio Deals 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 29697, nr. 146) d.d. 7 mei 2024 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De minister zal de Kamers op de hoogte houden over het nieuwe verdeelmodel van het provinciefonds. | Kamerbrief Stand van zaken nieuwe verdeling provinciefonds d.d. 6 maart 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 36410C, nr. 5) | In behandeling. De beide Kamers worden in de tweede helft van 2025 geïnformeerd. |
In januari 2024 komt de minister in het kader van «Elke regio telt!» met een brief over de contouren van een langjarige programmatische aanpak om uitwerking te geven aan inzet voor de regio's aan de randen van het land. | Kamerbrief Voortgangsbrief Programma Regio's aan de grens d.d. 15 december 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 32851, nr. 79) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
In de kabinetsreactie op het adviesrapport ‘Elke regio telt!’ is een vervolgtraject aangekondigd waarin het kabinet samen met medeoverheden toewerkt naar een inhoudelijke reactie op de aanbevelingen en mogelijke beleidsopties schetst. Eind januari stuurt de minister een brief met nadere informatie over dit vervolgtraject aan de Eerste Kamer. | Kamerbrief Reactie op nadere vragen betreffende «Leefbaarometer» d.d. 19 december 2023 (Kamerstuk I 2023/24, 33797, nr. AM) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De minister zegt toe samen met de staatssecretaris van Financiën aan een aanpassing te werken van het zogenaamde ‘uitkeringsstelsel’, mede vanwege de bevindingen van de Algemene Rekenkamer over de toepassing van de ‘decentralisatie-uitkering’. Onderdeel daarvan is de vraag welk uitkeringstype past bij het oppakken van gezamenlijke opgaven. Begin 2020 is het conceptwetsvoorstel voorgelegd ter consultatie aan onder andere de VNG, het IPO en de Algemene Rekenkamer. Beoogde inwerkingtreding is 2022. Het voornemen is het wetsvoorstel in het voorjaar 2021 aan de Tweede Kamer aan te bieden. | Kamerbrief Antwoorden op vragen gesteld tijdens de begrotingsbehandeling d.d. 15 oktober 2020 (Handeling II 2020/21, nr. 15, item 13) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd over het proces omtrent de herziening van de Financiële-verhoudingswet. |
De minister zegt toe (najaar 2020) De Tweede Kamer te kunnen berichten over de uitkomsten van de gesprekken met de VNG over taakdifferentiatie. | Kamerbrief Antwoorden op vragen schriftelijk overleg over democratie, kiesrecht en desinformatie d.d. 15 juni 2020 (Kamerstuk II 2019/20, 35300 VII;30821;30985;35165;35300-B, nr. 124) | In behandeling. De reactie op de toezegging wordt meegenomen in de reactie op de Voorlichting Interbestuurlijke Verhoudingen van de Raad van State, dat o.a. over taakdifferentiatie gaat. In de voortgangsbrief over de actieagenda sterk bestuur (Kamerstuk II, 2023-2024, 33047, nr. 27) is gedeeld dat de kabinetsreactie op de voorlichting aan het nieuwe kabinet wordt gelaten. De Tweede Kamer wordt daarom tweede helft 2024 hierover geïnformeerd. |
De minister zegt toe om de Tweede Kamer te informeren over de totstandkoming/ontwikkeling van het Kernenbeleid van de gemeente Dijk en Waard. | Plenair debat Samenvoeging van de gemeenten Landerd en Uden (35 619), Samenvoeging van de gemeenten Boxmeer, Cuijk, Mill en Sint Hubert en Sint Anthonis (35 620), Samenvoeging van de gemeenten Heerhugowaard en Langedijk d.d. 11 februari 2021 | In behandeling. Na afronding van de evaluatie (eind 2024) wordt de Tweede Kamer over de uitkomsten geïnformeerd. |
De minister zegt toe na de zomer van 2020 de Tweede Kamer te informeren over de eerste opbrengsten en eventuele vervolgstappen in het kader van taakdifferentiatie. | Kamerbrief Uitvoering Kamermotie Van der Molen inzake Taakdifferentiatie d.d. 12 maart 2020 (Kamerstuk II 2019/20, 35300VII, nr. 109) | In behandeling. De reactie op de toezegging wordt meegenomen in de reactie op de Voorlichting Interbestuurlijke Verhoudingen van de Raad van State, dat o.a. over taakdifferentiatie gaat. In de voortgangsbrief over de actieagenda sterk bestuur (Kamerstuk II, 2023-2024, 33047, nr. 27) is gedeeld dat de kabinetsreactie op de voorlichting aan het nieuwe kabinet wordt gelaten. De Tweede Kamer wordt daarom tweede helft 2024 hierover geïnformeerd. |
Het ministerie van BZK organiseert trainingen en workshops, om de toepassing hiervan (inter)departementaal in te bedden in beleids- en wetgevingsprocedures. Het ministerie van BZK zal over 2 jaar de toepassing van de kwaliteitseis grenseffecten evalueren en de minister zal daarover de Tweede Kamer vanzelfsprekend informeren. | Kamerbrief Antwoorden schriftelijk overleg Kabinetsreactie Atlas van afgehaakt Nederland d.d. 18 januari 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 VII, nr. 147) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio 2025 geïnformeerd. |
De minister van BZK zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koole (PvdA), toe de Kamer te informeren over de opzet van de evaluatie waarin bekeken moet worden of de nieuwe fusiegemeente Maashorst kan blijven bestaan (T03262). | Parlementair agenda punt [06-07-2021] - Plenair debat Drie herindelingswetten / Samenvoeging gemeenten d.d. 6 juli 2021 (Handeling I 2020/21, nr. 44, item 10) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in vierde kwartaal 2024 geïnformeerd. |
De minister zegt toe te onderzoeken, ook naar aanleiding van dit initiatiefvoorstel, of de Wet algemene regels herindeling, het beleidskader en de handreikingen daaronder voldoende rekening houden met het geval dat een nieuwe gemeente kan worden samengesteld door het splitsen van een gemeente , en de Tweede Kamer hierover te informeren. | Plenair debat Vervolg Voorstel van wet van het Lid van Houwelingen houdende splitsing van de gemeente Groningen en instelling van de gemeente Haren d.d. 16 maart 2022 (Handeling II 2022/23, nr. 62, item 9) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2024 geïnformeerd. |
De minister zegt toe de Eerste en Tweede Kamer in het vierde kwartaal van 2024 te informeren over de uitkomsten van de evaluaties van de gemeente Dijk en Waard en de gemeente Maashorst. | Kamerbrief Aanbieding PvA evaluatie gemeente Dijk en Waard en gemeente Maashorst d.d. 13 juli 2022 (Kamerstuk II 2021/22, 35621, nr. 9) | In behandeling. De Eerste- en Tweede Kamer worden in vierde kwartaal 2024 geïnformeerd. |
De ROB heeft tav gemeenten met een beperkte financiële draagkracht en een lage sociaal economische status de zorg geuit dat deze gemeenten relatief veel kosten maken, terwijl het vermogen om eigen inkomsten te realiseren beneden gemiddeld is. Zo wordt dit jaar in het onderzoek naar de centrumfunctie onder andere aandacht besteedt aan de stapeling van problematiek in het sociaal domein (om het model en de uitlegbaarheid ervan verder te verbeteren). De minister zegt de Tweede Kamer toe te zijner tijd te informeren over de uitkomsten van dit onderzoek, welke eerste helft 2023 wordt verwacht. | Kamerbrief Antwoorden schriftelijke Kamervragen ontwerpbegrotingen 2023 (Begrotingshoofdstukken BZK H VII en Gemeentefonds, Provinciefonds, Staten-Generaal en overige Hoge Colleges van Staat) d.d. 6 oktober 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 B, nr. 8) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2024 geïnformeerd. |
Het kabinet streeft ernaar om uiterlijk 1 april 2024 een reactie op het rapport «Grip op Informatie» naar de Tweede Kamer te versturen. | Kamerbrief Schriftelijk overleg over de reikwijdte van artikel 68 Grondwet d.d. 26 februari 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 28362, nr. 71) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2024 geïnformeerd. |
De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer de te informeren over de uitkomsten van de genoemde onderzoeken m.b.t. de gemelde kwetsbaarheid Cisco Webex vergadervoorziening. | Kamerbrief Gemelde kwetsbaarheid Cisco Webex vergadervoorziening d.d. 5 juni 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1181) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De Tweede Kamer ontvangt voor de zomer 2024 een brief waarin wordt aangegeven hoe uitvoering wordt gegeven aan het verzoek van het lid Idsinga (gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 19 januari, over een lijst van alle algoritmen die mogelijkerwijs illegaal zijn) (TZ202404-210). | Commissiedebat Inzet algoritmes en data-ethiek d.d. 17 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1209) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2024 geïnformeerd. |
De staatssecretaris zal in de volgende evaluatie van het cloudbeleid, die voor het eind van dit jaar met de Tweede Kamer wordt gedeeld, tevens ingaan op de punten die zijn genoemd door het lid Rajkowski van de VVD met betrekking tot de steun voor gemeenten (TZ202404-175). | Commissiedebat Notaoverleg Digitalisering d.d. 22 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1195) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2024 geïnformeerd. |
De staatssecretaris zegt toe dat de volgende stap is het opstellen van cryptobeleid en bijbehorende kaders. De staatssecretaris zal de Tweede Kamer naar verwachting in het vierde kwartaal van 2024 informeren. | Kamerbrief Verzamelbrief Digitalisering december 2023 d.d. 22 december 2023 geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1112) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in vierde kwartaal 2024 geïnformeerd. |
Het kabinet komt nog met een reactie richting de Kamers op het rapport van het adviescollege inzake de werking van artikel 57 van de Grondwet. | Kamerbrief Aanbieding rapport adviescollege inzake de werking van artikel 57 van de Grondwet d.d. 12 juni 2024 (Kamerstuk II 2023/824, 35896, nr. 27) | In behandeling. De Eerste- en Tweede Kamer worden najaar 2024 geïnformeerd. |
De Tweede Kamer ontvangt eind van het jaar een brief met het onderzoek inzake eenzijdig overheidshandelen van de Algemene Wet Gelijke Behandeling (AWGB) (TZ202404-230). | Commissiedebat Discriminatie, racisme en mensenrechten d.d. 16 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 411) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2024 geïnformeerd. |
De Tweede Kamer ontvangst in het vierde kwartaal van 2024 het nieuwe Nationaal Programma tegen Discriminatie en Racisme, waarin tevens wordt ingegaan op de aanpak rondom streefcijfers (TZ202404-229). | Commissiedebat Discriminatie, racisme en mensenrechten d.d. 16 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 411) | In behandeling. De Kamer ontvangt eind 2024 het volgende nationaal programma. |
De Tweede Kamer ontvangt voor het einde van de zomer een brief met een plan van aanpak tegen online discriminatie, racisme en hatespeech (TZ202404-228). | Commissiedebat Discriminatie, racisme en mensenrechten d.d. 16 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 411) | In behandeling. De Tweede Kamer ontvangt in september 2024 het plan van aanpak online discriminatie. |
De Tweede Kamer ontvangt voor de zomer de kabinetsreactie op het rapport van Amnesty International «Etnisch profileren is overheidsbreed probleem» (TZ202404-227). | Commissiedebat Discriminatie, racisme en mensenrechten d.d. 16 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 411) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2024 geïnformeerd. |
De Tweede Kamer ontvangt voor de zomer een hoofdlijnenbrief over het inrichten van het nieuwe ADV-stelsel, inclusies lokale borging van het discriminatiebeleid (TZ202404-226). | Commissiedebat Discriminatie, racisme en mensenrechten d.d. 16 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 411) | In behandeling. De hoofdlijnennotitie zal in september 2024 aan de Tweede Kamer worden gezonden. |
De Tweede Kamer ontvangt voor de zomer een brief met een voorstel naar aanleiding van de evaluatie van de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (NCDR) (TZ202404-224). | Commissiedebat Discriminatie, racisme en mensenrechten d.d. 16 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 411) | In behandeling. Aan de Tweede Kamer is gemeld dat de evaluatie voor de zomer gereed is, maar dat het besluit aan een nieuw kabinet is. Daarover zal de Tweede Kamer nog worden geïnformeerd. De NCDR is met het oog hierop verlengd tot eind 2025. |
De Tweede Kamer ontvangt in mei 2024 de evaluatie van de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (NCDR) (TZ202404-223). | Commissiedebat Discriminatie, racisme en mensenrechten d.d. 16 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 411) | In behandeling. Aan de Tweede Kamer is gemeld dat de evaluatie voor de zomer gereed is, maar dat het besluit aan een nieuw kabinet is. Daarover zal de Tweede Kamer nog worden geïnformeerd. De NCDR is met het oog hierop verlengd tot eind 2025. |
Momenteel worden de resultaten en taakuitoefening van de NCDR geëvalueerd en eventuele knelpunten in de randvoorwaarden voor het opereren van de NCDR geïnventariseerd. Aan de hand van de uitkomsten van de evaluatie wordt de Tweede Kamer voor de zomer geïnformeerd of en op welke wijze de instelling van de NCDR zal worden verlengd. | Kamerbrief Toezeggingen voorafgaand aan het Commissiedebat Discriminatie van 16 april 2024 d.d. 12 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 365) | In behandeling. Aan de Tweede Kamer is gemeld dat de evaluatie voor de zomer gereed is, maar dat het besluit aan een nieuw kabinet is. Daarover zal de Tweede Kamer nog worden geïnformeerd. De NCDR is met het oog hierop verlengd tot eind 2025. |
Mijn rol als coördinerend minister houdt overigens niet in dat de minister de beleidsverantwoordelijkheid, zoals de uitvoering van de Wwft, van de andere departementen overneem. Wel bepalen we interdepartementaal onder coördinatie van de NCDR in het Nationaal programma tegen discriminatie en racisme de prioriteiten in de aanpak van discriminatie met elkaar. Dat programma zal in december aan de Kamers worden gestuurd. | Kamerbrief Antwoorden op vragen gesteld tijdens begrotingsbehandeling BZK 2023 d.d. 18 oktober 2023 (BZK 2023-0000637881) | In behandeling. De Tweede Kamer heeft het nationaal programma 2023 in december 2023 ontvangen. De Eerste Kamer heeft deze brief per abuis niet ontvangen; deze volgt in najaar 2024. |
De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Dittrich (D66), toe dat zij in gesprek zal gaan met de minister voor Rechtsbescherming aangaande het vormen van concrete evaluatiebepalingen bij toetsing AI-gebruik (T03663). | Plenair debat Grip op algoritmische besluitvorming bij de overheid (CXLVII) - Eerste Kamer der Staten-Generaal d.d. 21 maart 2023 (Handeling I 2022/23, nr. 23, item 9) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in het najaar van 2024 nader geïnformeerd. |
De minister van BZK zegt toe samen met de minister van J&V een gezamenlijke reflectie te geven op kritiek van de AP, CRM, Amnesty dat het wetsvoorstel Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden niet door de discriminatietoets zou komen. | Commissiedebat Discriminatie en racisme d.d. 24 februari 2022 (Kamerstuk II 2021/22, 3950, nr. 286) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2024 geïnformeerd. |
De minister zegt toe uit te zoeken welke stappen nodig zijn om de tekst van artikel 1 op de grondwetbank aan te passen, en zal de Tweede Kamer in de loop van 2022 hierover informeren. | Plenair debat Voorstel van wet van de leden Hammelburg, Bromet en De Hoop houdende verandering in de Grondwet, strekkende tot toevoeging van handicap en seksuele gerichtheid als non-discriminatiegrond (35 741) d.d. 9 maart 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 58, item 9) | In behandeling. Dit wordt door middel van een participatief traject meegenomen in de renovatie van het Binnenhof. De Tweede Kamer wordt geïnformeerd zodra er een voorstel ligt. |
De staatssecretaris informeert de Eerste en Tweede Kamer voor de zomer over de mogelijke oplossingsrichtingen en de voortgang van de besprekingen met de landen met betrekking tot hoe de landen democratisch versterkt kunnen worden. | Kamerbrief Hoofdlijnenbrief Koninkrijksrelaties d.d. 7 maart 2022 (Kamerstuk I 2021/22, 35925 IV, nr. K) | In behandeling. Het democratisch tekort is aan de orde geweest tijdens een bestuurlijk overleg op 12-13 januari tussen de vier landen in Sint Maarten. Het belang van dit onderwerp werd tijdens dit overleg breed onderkend. De betrokken bestuurders zijn daarom voornemens een Koninkrijksconferentie te organiseren over – onder meer – het thema van een democratisch tekort. Er wordt, in het licht hiervan, vooralsnog van afgezien de Kamers te informeren over mogelijke oplossingsrichtingen. |
De minister zegt de Tweede Kamer toe na te gaan of de wet GBK meegenomen worden in de besluit personenvervoer, zodat dat de basis kan worden waarop het personeel iemand in het OV kan weigeren. De minister wilt dit meenemen bij de evaluatie. | Parlementair agenda punt [26-09-2019] - Plenair debat Debat over de handhaving van de Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende bekleding d.d. 26 september 2019 (Handeling II 2019/20, nr. 6, item 3) | In behandeling. Door de kabinetswissel is het evaluatierapport op 17 juni aan de Tweede Kamer gestuurd en zal dit punt worden meegenomen bij de appreciatie door het nieuwe kabinet. |
De minister zegt de Tweede Kamer toe hoe vorm te geven in het voorzien in de behoefte van de Kamer beter te informeren over de wijze van rapporteren van meldingen (35 meldingen/incidenten – algemene lijn in de incidenten). | Plenair debat Debat over de handhaving van de Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende bekleding d.d. 26 september 2019 (Handeling II 2019/20, nr. 6, item 3) | In behandeling. De organisatie van de Koninkrijksconferentie is in afwachting van ondertekening van het protocol ter voorbereiding van de conferentie door Aruba. Voorts zijn we in afwachting van de nieuwe Nederlandse regering. Door de kabinetswissel is het evaluatierapport op 17 juni aan de Tweede Kamer gestuurd en zal dit punt worden meegenomen bij de appreciatie door het nieuwe kabinet. |
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Bikker (ChristenUnie), Lintmeijer (GroenLinks) en Nooren (PvdA), toe om contact te houden met de betrokken sectoren om de effecten van de wet, inclusief het effect op het aantal personen dat gezichtsbedekkende kleding draagt, in kaart te brengen. Ontwikkelingen in andere Europese landen worden hierbij betrokken. De Kamer wordt over 2-3 jaar geïnformeerd (T02615). | Plenair debat Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding (34.349) d.d. 12 juni 2018 (Handeling I 2017/18, nr. 33, item 4) | In behandeling. Er komt een afschrift van de Tweede Kamerbrief van 17 juni richting de Eerste Kamer. Daarmee zal de toezegging afgedaan worden. |
De minister van BZK zal de Tweede Kamer in het eerste kwartaal 2024 nader informeren over maatregelen ter versterking van de antidiscriminatievoorzieningen (ADV's). | Kamerbrief Versterking antidiscriminatievoorzieningen (ADV's) d.d. 24 oktober 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 30950, nr. 354) | In behandeling. De Tweede Kamer ontvangt in september 2024 de hoofdlijnennotitie en wordt hierover geïnformeerd d.m.v. de oplegbrief bij de beantwoording van Kamervragen Voortgang aanpak discriminatie. |
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Talsma (ChristenUnie) en Karakus (PvdA), toe dat zij in gesprek zal treden met gemeenten om de kwaliteit van antidiscriminatievoorzieningen te vergroten (T03710). | Mondeling overleg over de bouwstenen voor een kabinetsreactie op het rapport «Gelijk recht doen» van de POC en het rapport zelf d.d. 16 mei 2023 (Kamerstuk I 2022/23, CXLVI, nr. AA) | In behandeling. De toezegging zal worden meegenomen in de eerstvolgende brief aan Eerste Kamer over aanpak discriminatie. |
De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Veldhoen (GroenLinks), toe dat de kenbaarheid en motivering van AI-gebruik binnen de Awb versterkt wordt en dat daarbij het Franse voorbeeld wordt meegenomen (T03670). | Plenair debat Grip op algoritmische besluitvorming bij de overheid (CXLVII) - Eerste Kamer der Staten-Generaal d.d. 21 maart 2023 (Handeling I 2022/23, nr. 23, item 9) | In behandeling. In najaar 2024 zal een technische briefing in de EK-Cie Digitale Zaken plaatsvinden waarin wordt ingegaan op diverse relevante ontwikkelingen, waaronder de stand van zaken implementatie AI-verordening, andere relevante EU-ontwikkelingen, het Nederlandse algoritmeregister en algoritmische besluitvorming. |
De minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Dittrich (D66), toe dat een afschrift van de brief aan de Tweede Kamer, met betrekking tot de verkenning van de Algemene wet gelijke behandeling, wordt verstuurd aan de Kamer (T03546). | Plenair debat Initiatiefvoorstel-Hammelburg, Bromet en De Hoop Handicap en seksuele gerichtheid als non-discriminatiegrond (35741) d.d. 20 december 20 december 2022 Plenair debat Initiatiefvoorstel-Hammelburg, Bromet en De Hoop Handicap en seksuele gerichtheid als non-discriminatiegrond (35741) d.d. 20 december 20 december 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 14, item 25) | In behandeling. De oplevering verkenning naar uitbreiding Awgb is voorzien voor najaar 2024. De Eerste Kamer wordt geïnformeerd zodra de verkenning gereed is. |
Naar aanleiding van de vraag of het wenselijk is om gronden toe te voegen aan de Awgb is de minister voornemens onderzoek daarnaar uit te voeren. Het streven van de minister is om de Kamers daarover uiterlijk in het najaar van 2024 te berichten. | Kamerbrief Kabinetsreactie onderzoeksrapport «Gelijk recht doen» d.d. 7 juli 2023 (Kamerstuk I 2022/23, CXLVI, nr. AB) | In behandeling. De Eerste- en Tweede Kamer worden in najaar 2024 geïnformeerd. |
De minister zegt de Tweede Kamer toe dat het kabinet de conclusies van het rapport van het Verwey-Jonker Instituut, aangaande de systemische discriminatie van homoseksuelen tussen 1945-1971, bespreken met belangenorganisaties van LHBTI-personen. De Kamer zal hier later nader over worden geïnformeerd. | Kamerbrief Brief beantwoording Kamervragen lid Koekkoek, 2022Z03120 d.d. 11 juli 2022 (Aanhangsel Handeling II 2021/22, nr. 3519) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor eind 2024 geïnformeerd. |
Het kabinet is een voorstel voor het transitieverlof aan het uitwerken en is hiervoor in gesprek met de betrokken organisaties. Voor het eind van het jaar zal er een schets voor de invoering van het transitieverlof met de Tweede Kamer gedeeld worden. | Kamerbrief Brief beantwoording Kamervragen lid Koekkoek, 2022Z03120 d.d. 11 juli 2022 (Aanhangsel Handeling II 2021/22, nr. 3519) | In behandeling. De Kamer wordt eind 2024 geïnformeerd. |
De minister is bereid te onderzoeken of het noodzakelijk is om de bevoegdheden van de Nationale Ombudsman in de wet- en regelgeving ten aanzien van dergelijke publieke taken uit te breiden of anderszins te verduidelijken (nav Dekker-Abdulaziz, D66) en zal de Tweede Kamer informeren. | Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken begroting d.d. 13 oktober 2022 (Handeling II 2022/23, nr. 12, item 7) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De Minister zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Lokin-Sassen (CDA), toe de formulering van de artikel 93 en 94 Grondwet te betrekken in een meer integrale grondwetsherziening (31.570) (T01443). | Plenair debat Kabinetsreactie van 24 oktober 2011 (TK 31.570, nr. 20 ) op het advies van de Staatscommissie Grondwet (31.570) d.d. 7 februari 2012 (Handeling I 2011/12, nr. 18, item 3 en 5) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt geïnformeerd zodra besloten is tot de bedoelde meer integrale grondwetsherziening. Er is vooralsnog nog geen zicht op een dergelijke herziening. |
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Schouwenaar (VVD), Koole (PvdA), Van Bijsterveld (CDA), De Boer (GroenLinks), Kuiper (ChristenUnie) en Holdijk (SGP), toe om bij de volgende evaluatie van de Algemene wet gelijke behandeling een voorstel te doen om artikel 5, lid 2, onderdeel d te schrappen (T01970). | Plenair debat Voorstel van wet van de leden Dijkstra en Schouw tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Algemene wet gelijke behandeling met betrekking tot ambtenaren van de burgerlijke stand die onderscheid maken als bedoeld in de Algemene wet gelijke behandeling (33 344) d.d. 27 mei 2014 (Handelingen I, 2013/14, nr. 31, item 12) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor eind 2024 geïnformeerd. |
Halverwege 2025 ontvangt de Tweede Kamer een voortgangsbrief over de uitvoering van de Rijksbrede strategie voor de effectieve aanpak van desinformatie. | Kamerbrief Voortgangsbrief Rijksbrede strategie voor de effectieve aanpak van desinformatie en aankondiging nieuwe acties d.d. 17 juni 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 30821, nr. 230) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt halverwege 2025 geïnformeerd. |
De Tweede Kamer zal in het najaar van 2024 nader geïnformeerd worden over de programmatische aanpak van de democratische rechtsstaat. | Kamerbrief Weerbare democratische rechtsstaat d.d. 5 juni 2024 (Kamerstuk II, 2023/24, 29279, nr. 854) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar van 2024 geïnformeerd. |
De Tweede Kamer ontvangt in het eerste kwartaal van 2025 het vernieuwde Actieplan Toegankelijk Stemmen (TZ202404-238). | Commissiedebat Verkiezingen d.d. 18 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 35165, nr. 83) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in eerste kwartaal 2025 geïnformeerd. |
De Tweede Kamer ontvangt in het vierde kwartaal het wetsvoorstel inzake bijstand in het stemhokje (TZ202404-236). | Commissiedebat Verkiezingen d.d. 18 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 35165, nr. 83) | In behandeling. De Tweede Kamer ontvangt in vierde kwartaal 2024 het wetsvoorstel. |
De Tweede Kamer ontvangt in het najaar een brief met het onderzoek inzake de financiering van verkiezingen door gemeenten, inclusief een kabinetsstandpunt (TZ202404-234). | Commissiedebat Verkiezingen d.d. 18 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 35165, nr. 83) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De Tweede Kamer ontvangt eind 2024 een brief inzake het onderzoek naar de werkdruk bij raadsleden (TZ202404-044). | Commissiedebat Bestuurlijke organisatie en democratie d.d. 13 maart 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 114) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2024 geïnformeerd. |
De Tweede Kamer ontvangt voor de zomer een brief inzake de verkenning naar de verhouding tussen het aantal zetels en het aantal taken bij raden en Staten (TZ202404-043). | Commissiedebat Bestuurlijke organisatie en democratie d.d. 13 maart 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 114) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2024 geïnformeerd. |
De Tweede Kamer ontvangt voor de zomer een brief inzake het onderzoek over de financiering van lokale politieke partijen (TZ202404-042). | Commissiedebat Bestuurlijke organisatie en democratie d.d. 13 maart 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 114) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2024 geïnformeerd. |
De Tweede Kamer ontvangt voor de zomer een brief inzake de uitkomsten van het onderzoek van de ADR over het toezicht op politieke partijen in relatie tot het toekomstige nieuwe sanctieregime (TZ202404-041). | Commissiedebat Bestuurlijke organisatie en democratie d.d. 13 maart 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 114) Commissiedebat Bestuurlijke organisatie en democratie d.d. 13 maart 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 114) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De Tweede Kamer ontvangt voor de zomer een brief inzake een evaluatie van experimenten in gemeenten met jongere burgercommissieleden (TZ202404-039). | Commissiedebat Bestuurlijke organisatie en democratie d.d. 13 maart 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 114) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar van 2024 geïnformeerd. |
De Tweede Kamer ontvangt eind dit jaar een brief inzake een brede verkenning van de invloed van desinformatie op onder andere het verkiezingsproces en de rechtstaat (TZ202404-035). | Commissiedebat Bestuurlijke organisatie en democratie d.d. 13 maart 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 114) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2024 geïnformeerd. |
De minister zal de Tweede Kamer na de zomer informeren over de verdere uitwerking van wettelijke kaders voor de inzet van programmatuur ter ondersteuning van stembureaus. | Kamerbrief Evaluatie Tweede Kamerverkiezing 22-11-2023 d.d. 8 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 35165, nr. 73) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De minister verwacht de Tweede Kamer in het najaar nader te kunnen informeren over de uitkomsten van een kostenonderzoek omtrent de verkiezingen TK23 en EP24. | Kamerbrief Evaluatie Tweede Kamerverkiezing 22-11-2023 d.d. 8 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 35165, nr. 73) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De Tweede Kamer ontvangt voor de zomer een reactie op het onderzoek van professor Braun inzake de verbetering van de openbaarmaking van agenda's van bewindspersonen (TZ202402-121). | Commissiedebat Wet open overheid d.d. 15 februari 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 32802, nr. 91) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Roovers (GroenLinks-PvdA), toe dat bij de uitvoeringswet wordt stilgestaan bij een concrete en specifieke bepaling voor het bestrijden van desinformatie. Daarnaast wordt in de uitvoeringswet een concrete en specifieke bepaling opgenomen over een eerlijke informatievoorziening en de manier waarop dit geregeld en georganiseerd wordt. (T03760). | Plenair debat over het Initiatiefvoorstel-Leijten Opneming in de Grondwet van bepalingen inzake het correctief referendum (36160) d.d. 3 oktober 2023 (Handeling I 2023/24, nr. 2, item 3) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2024 geïnformeerd. |
De minister streeft ernaar om een sanctieregime voor wanneer politieke partijen niet voldoen aan de formele vereisten van de Wfpp uit te werken voor 1 juni 2024 en deze met de Tweede Kamer te delen. | Kamerbrief Reactie op advies van de Commissie toezicht financiën politieke partijen (Ctfpp) over jaarstukken politieke partijen 2021 d.d. 6 december 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 32634, nr. 12) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De minister gaat verkennen of het aantal volksvertegenwoordigers nog wel toereikend is om het werk te doen, ook gegeven de gegroeide takenlast van gemeenten en provincies over de afgelopen jaren. Dit onderzoek moet uitwijzen of een verhoging van het aantal raads- en statenleden de werkdruk kan verminderen. Medio 2024 hoopt de minister de Tweede Kamer te kunnen informeren over de uitkomsten hiervan. | Kamerbrief Antwoorden op vragen gesteld tijdens begrotingsbehandeling BZK 2023 d.d. 18 oktober 2023 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De minister gaat samen met de politie en het openbaar ministerie op zoek naar manieren om de veiligheid van decentrale volksvertegenwoordigers nog verder te verbeteren. De Tweede Kamer wordt hierover in de loop van 2024 geïnformeerd. | Kamerbrief Ministeriële regeling beveiligingsmaatregelen decentrale bestuurders d.d. 15 november 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 28844, nr. 271) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De minister zegt toe begin 2024 een gezamenlijk overleg te organiseren met de koepelorganisaties van decentrale overheden om in gesprek te gaan over beleidsregels voor decentrale overheden over NGT en de Tweede Kamer naar aanleiding hiervan te informeren over de concrete acties die worden ondernomen binnen de decentrale overheden. | Kamerbrief beantwoording inbreng schriftelijk overleg reactie op adviezen Adviescollege Nederlandse Gebarentaal d.d. 15 november 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 36410 VII, nr. 79) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
In het kader van weerbaar bestuur zegt de minister toe de Tweede Kamer na de zomer van 2023 nader te informeren over de verdere uitwerking van juridische ondersteuning van gemeenten. | Kamerbrief Voortgang Programma Weerbaar Bestuur d.d. 16 maart 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 28844, nr. 252) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De minister zegt toe de Tweede Kamer eind 2022 te informeren over de vorm, inhoud en toepassingsmogelijkheden van het afwegingskader nieuwe burgemeestersbevoegdheden. In de brief zal ook worden ingegaan op de ondersteuning en toerusting van raden en staten en het aantrekkelijk houden van decentrale politieke ambten. | Kamerbrief Een toekomstbestendig burgemeesters-ambt d.d. 13 juni 2022 (Kamerstuk II 2021/22, 35925 VII, nr. 164) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De minister zegt toe de Tweede Kamer in 2025 te informeren over de evaluatie van de flyer over de permanente registratie en de mogelijkheid om als kiezer buiten Nederland te stemmen. | Kamerbrief Verzamelbrief verkiezingen d.d. 9 januari 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 35165, nr. 52) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in 2025 geïnformeerd. |
De minister zegt toe de Tweede Kamer begin 2023 te informeren over het mogelijk niet geanonimiseerd openbaar maken van de reviewverslagen van de ADR. Hierin zal de minister ook nader toelichten hoe ze voornemens is om de voorbereiding van de verantwoording over 2022 vorm te geven en zal ze hierbij ingaan op het boetebeleid. Ten slotte zal ze ook de Kamer informeren over de dan actuele stand van zaken met betrekking tot de verantwoordingen van Volt en BIJ1. | Kamerbrief Reactie op advies Ctfpp over jaarstukken politieke partijen 2021 d.d. 23 december 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 32634, nr. 8) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een opmerking van het lid Ganzevoort (GroenLinks), toe dat de staatssecretaris van BZK de Kamer binnenkort zal informeren over de wijze waarop het kabinet voornemens is om dit onderwerp, het democratisch tekort in het Koninkrijk, op te pakken (T03555). | Plenair debat Wet kiescollege niet-ingezetenen (36.071) (1e termijn) d.d. 11 oktober 2022 (Handeling I 2022/23, nr. 3, item 11) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt medio 2024 geïnformeerd. |
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Koole (PvdA) en Baay-Timmerman (50PLUS), toe om de evaluatie van de eerste stemming met model 2 aan de Kamer te sturen. Na deze evaluatie zal de minister de mogelijke vervolgstappen afwegen, waaronder de mogelijkheid om na bevredigend resultaat niet meer te experimenteren met model 1. Voorts zal de evaluatie van de gemeenteraadsverkiezingen met de Kamer worden gedeeld (T03429). | Plenair debat Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten (35455) en Definitieve invoering van het nieuwe stembiljet voor kiezers buiten Nederland (35670) d.d. 24 mei 2022 (Handeling I 2021/22, nr. 29, item 10) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van opmerkingen van de leden Baay-Timmerman (50PLUS) en Van Hattem (PVV), toe om te bekijken of een experiment in een middelgrote gemeente ook mogelijk is (T03427). | Plenair debat Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten (35455) en Definitieve invoering van het nieuwe stembiljet voor kiezers buiten Nederland (35670) d.d. 24 mei 2022 (Handeling I 2021/22, nr. 29, item 10) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De minister zegt toe dat het kabinet de Tweede Kamer gaat informeren over het vervolg van de adviezen van de Adviescommissie Versterken Weerbaarheid Democratische Rechtsorde. | Kamerbrief Adviescommissie Versterken Weerbaarheid Democratische Rechtsorde d.d. 1 november 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 29279, nr. 823) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2025 geïnformeerd. |
De minister zegt toe de Tweede Kamer een afschrift van de circulaire over het commissiestelsel in de Gemeente- en Provinciewet te sturen. | Kamerbrief Antwoord op Kamervragen over antwoorden op schriftelijke vragen artikel «Nederlandse gemeenten overtreden massaal de wet door achterkamertjes in te duiken» d.d. 30 oktober 2023 (Aanhangsel Handeling II 2023/24, 333) | 20-06-2024: De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2024 geïnformeerd. |
De minister zet daarom in overleg met alle betrokkenen in op de verdere concretisering en vormgeving van een beleidskader decentraal bestuur – in samenhang met de andere initiatieven in deze brief – en verwacht uw Kamer daar aan medio 2023 het resultaat van te kunnen sturen. | Kamerbrief Actieagenda Sterk Bestuur d.d. 20 januari 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 33047, nr. 25) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2024 geïnformeerd. |
De minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een motie van de leden Koffeman (PvdD) en Prast (PvdD), toe voor de Wet politieke partijen helder te maken dat het bij de driedagentermijn werkdagen betreft en geen zaterdag, zondag en feestdagen (T03544). | Plenair debat Evaluatiewet Wet financiering politieke partijen (35657) d.d. 11 oktober 2022 (Handeling I 2022/23, nr. 3, item 3) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt eind 2025 geïnformeerd. |
De minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een motie van het lid Koffeman (PvdD), toe om in het kader van de Wet politieke partijen ook naar een indexering van giften en schulden te kijken (T03543). | Plenair debat Evaluatiewet Wet financiering politieke partijen (35657) d.d. 11 oktober 2022 (Handeling I 2022/23, nr. 3, item 3) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt eind 2025 geïnformeerd. |
De minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koole (PvdA), toe een handreiking aan politieke partijen mee te geven over de uitvoering van de wet (T03542). | Plenair debat Evaluatiewet Wet financiering politieke partijen (35657) d.d. 11 oktober 2022 (Handeling I 2022/23, nr. 3, item 3) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt eind 2025 geïnformeerd. |
De minister van BZK zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Dittrich (D66), toe de evaluatieopdracht inzake de Evaluatiewet Wet financiering politieke partijen te delen met de Eerste Kamer (T03541). | Plenair debat Evaluatiewet Wet financiering politieke partijen (35657) d.d. 11 oktober 2022 (Handeling I 2022/23, nr. 3, item 3) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor de eerstvolgende evaluatie geïnformeerd. |
De minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koole (PvdA), toe in de memorie van toelichting van de nieuwe Wet financiering politieke partijen casuïstiek op te nemen rondom het onderwerp giften (T03540). | Plenair debat Evaluatiewet Wet financiering politieke partijen (35657) d.d. 11 oktober 2022 (Handeling I 2022/23, nr. 3, item 3) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De Tweede Kamer wordt medio 2024 geïnformeerd over de voortgang van de benoemde acties in de kamerbrief versterking decentrale volksvertegenwoordigingen en besturen. | Kamerbrief Versterking decentrale volksvertegenwoordigingen en besturen d.d. 4 september 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200, nr. 178) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2024 geïnformeerd. |
Er wordt onderzoek gedaan naar de besteding van de budgetten voor de rekenkamer, griffier, fractieondersteuning en enquêterecht. De Tweede Kamer wordt begin 2024 over de uitkomsten geïnformeerd. | Kamerbrief Versterking decentrale volksvertegenwoordigingen en besturen d.d. 4 september 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200, nr. 178) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2025 geïnformeerd. |
De minister verkent of het huidige aantal wettelijk vastgelegde volksvertegenwoordigers in gemeenten en provincies nog past bij de huidige taken en opgaven. De Tweede Kamer zal medio 2024 over de uitkomsten van deze verkenning worden geïnformeerd. | Kamerbrief Versterking decentrale volksvertegenwoordigingen en besturen d.d. 4 september 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200, nr. 178) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De Tweede Kamer ontvangt het eerste kwartaal 2024 een brief inzake de vergoeding voor vrijwilligers en de mogelijkheden in relatie tot uitkeringen en een vrijwilligersvergoeding (TZ202310-063). | Commissiedebat Verkiezingen d.d. 28 september 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 35165, nr. 62) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2024 geïnformeerd. |
Zoals al aan de Tweede Kamer is gemeld, is de minister van BZK voornemens om over de toegankelijkheid in de Caribische landen van de Europese Parlementsverkiezingen een hoofdlijnennotitie aan uw Kamer te sturen. Tijdens het bestuurlijk overleg wil de staatssecretaris ook het eerste gevoelen van de landen peilen over dit onderwerp. In de hoofdlijnennotitie zullen verschillende mogelijkheden en hun voor-en nadelen worden uitgewerkt. Ook het afschaffen van de registratieplicht en het standpunt van de landen zullen in de hoofdlijnennotitie worden meegenomen. Er wordt gestreefd om de hoofdlijnennotitie eind 2022 of het eerste kwartaal van 2023 aan de Tweede Kamer te zenden. | Beantwoording Kamervragen gesteld tijdens eerste termijn begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties d.d. 19 oktober 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 VII, nr. 48) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor eind2025 geïnformeerd. |
De minister zegt de Tweede Kamer toe in gesprek te gaan met betrokken partijen op het terrein van de openbaarmaking van reviews door de Auditdienst Rijk (ADR) en de Kamer begin 2023 te informeren over de uitkomsten hiervan. | Kamerbrief Reviews Auditdienst Rijk bij de accountants van politieke partijen over 2019 en 2020 d.d. 4 oktober 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 32634, nr. 7) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De staatssecretaris ziet kansen voor verdere versterking van het reisdocumentenstelsel met verbetering van toezicht in combinatie met verbeterde techniek en processen. Daar hoort ook passende financiering bij om mensen aan te kunnen nemen en ondersteunende middelen aan te kunnen schaffen. Daarop komt zij terug in een eerstvolgende brief terug. | Kamerbrief Voortgang maatregelen ter voorkoming van identiteitsfraude met paspoorten en VRS 20 juni 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 25764, nr. 148) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De eerder aangekondigde ontwikkeling van een tijdelijke voorziening, genaamd RAAS-DOBbox, is niet meer haalbaar binnen het daarvoor uitgezette tijdspad. Hiervoor wordt een alternatief uitgewerkt. Dit heeft geen impact op de doorlooptijd van het VRS traject. De staatssecretaris informeert de Tweede Kamer hierover in de eerstvolgende voortgangsbrief (eind 2024). | Kamerbrief Voortgang maatregelen ter voorkoming van identiteitsfraude met paspoorten en VRS 20 juni 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 25764, nr. 148) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2024 geïnformeerd. |
De minister zegt de Tweede Kamer toe dat bij de wettelijke evaluatie van de Wet Elektronische publicaties, na vijf jaar (2026) in ieder geval ingegaan zal worden op de beschikbaarheid van publicaties voor digitaal minder vaardigen en op mogelijke gevolgen voor lokale media. | Plenair debat Wetsbehandeling Elektronischte publicaties (35 218) d.d. 3 december 2019 (Handeling II 2019/20, nr. 31, item 58) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt uiterlijk 1 juli 2026 geïnformeerd. |
De staatssecretaris zegt toe om bij de in de verordening voorziene evaluatiemomenten de vraag mee te nemen in hoeverre het toevoegen van vingerafdrukken op ID-kaarten een verminderend effect heeft op gevallen van ID-fraude. De eerste evaluatie is in 2027. | Plenair debat Wet uitvoering verordening identiteitskaarten (35 552-(R2148)) d.d. 26 mei 2021 (Handeling I 2020/21, nr. 80, item 4) | In behandeling. De eerste evaluatie vindt plaats medio 2027. |
De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Van den Berg (VVD) en Talsma (ChristenUnie), toe dat zij onderzoek zal doen naar of een ondergrens kan worden gedefinieerd voor opensourcecommunity’s en hoe dit juridisch kan worden verankerd. Ook zal er gekeken worden naar financiële ondersteuning (T03659). | Plenair debat Wet digitale overheid (vervolg) d.d. 21 februari 2023 (Handeling I 2022/23, nr. 20, item 8) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 januari 2025 geïnformeerd. |
De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Prins (CDA), toe dat uitdrukkelijk wordt aangegeven, inclusief criteria, op grond waarvan bepaalde Nederlandse inlogmiddelen worden goedgekeurd. Hierdoor wordt meer aandacht besteed aan de communicatie richting burgers (T03654). | Plenair debat Wet digitale overheid (vervolg) d.d. 21 februari 2023 (Handeling I 2022/23, nr. 20, item 8) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2025 geïnformeerd |
Het protocol geconstateerde discriminatie komt voor de zomer 2024 naar de Tweede Kamer (TZ202404-211). | Commissiedebat Inzet algoritmes en data-ethiek d.d. 17 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1209) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
In december 2024 wordt de Tweede Kamer nader geïnformeerd over de toepassing van het CODIO-kader (TZ202404-209). | Commissiedebat Inzet algoritmes en data-ethiek d.d. 17 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1209) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in december 2024 geïnformeerd. |
De staatssecretaris zal in de volgende verzamelbrief de Tweede Kamer informeren over het instellen van een kinder Autoriteit Persoonsgegevens (TZ202404-173). | Commissiedebat Notaoverleg Digitalisering d.d. 22 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1195) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De minister zegt toe – mede namens de staatssecretaris – de Tweede Kamer eind 2024 (wederom) te informeren over de status en de voortgang van algoritmes BZK. | Kamerbrief Overzicht en planning algoritmes BZK d.d. 13 december 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 26643, nr. 1103) | In behandeling. Het betreft een doorlopende toezegging. |
De minister-president zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Jorritsma-Lebbink (VVD), toe dat de staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering, mevrouw Van Huffelen, binnenkort de digitale werkagenda aan beide Kamers zal sturen (T03506). | Plenair debat Algemene Politieke Beschouwingen (EK) d.d. 18 oktober 2023 (Handeling I 2022/23, nr. 4, item 12) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 januari 2025 geïnformeerd |
De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Veldhoen (GroenLinks), toe dat mensenrechtentoetsen met betrekking tot AI-gebruik gedaan en herhaald worden. Bovendien zullen de toetsen worden gepubliceerd (T03667). | Plenair debat Grip op algoritmische besluitvorming bij de overheid (CXLVII) - Eerste Kamer der Staten-Generaal d.d. 21 maart 2023 (Handeling I 2022/23, nr. 23, item 9) | In behandeling. De toezegging wordt als deels voldaan aangemerkt waarbij de commissie monitort of publicatie van de mensenrechtentoetsen een vaste praktijk wordt. |
De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Prins (CDA), toe dat de eerste versie van het implementatiekamer voor de zomer verschijnt, inclusief de praktische overzichten gemaakt door het Rathenau Instituut (T03664). | Plenair debat Grip op algoritmische besluitvorming bij de overheid (CXLVII) - Eerste Kamer der Staten-Generaal d.d. 21 maart 2023 (Handeling I 2022/23, nr. 23, item 9) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 januari 2025 geïnformeerd. |
De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Prins (CDA), toe dat zij in gesprek zal treden met de minister voor Rechtsbescherming aangaande het vroegtijdig meenemen van IT en algoritmes bij het ontwikkelen van nieuwe wet- en regelgeving (T03662). | Plenair debat Grip op algoritmische besluitvorming bij de overheid (CXLVII) - Eerste Kamer der Staten-Generaal d.d. 21 maart 2023 (Handeling I 2022/23, nr. 23, item 9) | In behandeling. De Eerste Kamer is op 23 november 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2023/24, 36410 VII/36410 IV, nr. C). De Kamer blijft in afwachting van een reactie van de staatssecretaris op de beantwoording van uitgaande brief van 24 april 2024 (CXLVII, P) met vragen over de motie-Veldhoen c.s. over codering van algoritmen binnen het wetgevingsproces. |
De wijze van financieren van de IDO’s middels de SPUK en de hoogte van de middelen worden in 2024 geëvalueerd (TZ202306-236). | Wetgevingsoverleg Jaarverslag en Slotwet over 2022 van het ministerie van BZK, EZK en van J&V voor zover het onderwerpen betreft die zien op digitalisering d.d. 13 juni 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36360 VI, nr. 2) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De minister zegt de Tweede Kamer toe de Kamer te informeren over de resultaten van het onderzoek naar uitbreiding van de verplichting om ISV toe te passen en een beleidsreactie te verzorgen. | Kamerbrief Beantwoording kamervragen van Raan Uitvoeringsagenda Internationale Sociale Voorwaarden d.d. 20 maart 2023 (Aanhangsel Handeling II 2022/23, nr. 1913) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
Met de genomen beheersmaatregelen wordt stapsgewijs gewerkt aan de realisatie van de GCMK en daarmee wordt een bijdrage geleverd aan de borging van de veiligheid in betrokken Rijksverzamelkantoren. In de loop van 2022 zal staatssecretaris de Tweede Kamer informeren over de verdere voortgang. | Kamerbrief Voortgang project GCMK d.d. 9 augustus 2021 (Kamerstuk II 2020/21, 26643, nr. 777) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in vierde kwartaal 2024 geïnformeerd. |
Centerdata beschrijft de uitkomsten van de enquête over actieve openbaarmaking beslisnota's op groepsniveau in een rapport. Het eindrapport zal met beide Kamers worden gedeeld. | Kamerbrief over deelname onderzoek actieve openbaarmaking beslisnota's d.d. 17 juni 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 2024D25313) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De minister verwacht de Eerste en de Tweede Kamer in de tweede helft van 2022 te kunnen informeren over het standpunt van het kabinet inzake het wel of niet partij worden bij het Verdrag van Tromsø. | Kamerbrief Voortgang implementatie Wet open overheid d.d. 8 juli 2022 (Kamerstuk II 2021/22, 33328, nr. 43) | In behandeling. De Eerste- en Tweede Kamer worden voor 1 januari 2025 geïnformeerd. |
De minister zegt toe de opvolging van de adviezen van het ACOI, zodra deze gegeven zijn, te inventariseren, de Tweede Kamer hierover te informeren. | Plenair debat Tweeminutendebat Wet open overheid d.d. 29 maart 2023 (Handeling II 2022/23, nr. 67, item 8) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2024 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een opmerking van het lid Koole, toe de wet te wijzigen zodat ook waterschappen onder artikel 5.2, derde lid, Wet open overheid vallen, zodra zich daartoe een gelegenheid voordoet (T03366). | Plenair debat 33 328 & 35 112 Initiatiefvoorstellen inzake wet open overheid d.d. 28 september 2021 (Handeling I 2021/22, nr. 1, item 11) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in december 2024 geïnformeerd. |
De minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koole, toe onderzoek te starten naar het al dan niet ratificeren van het Verdrag van Tromsø (T03364). | Plenair debat 33 328 & 35 112 Initiatiefvoorstellen inzake wet open overheid d.d. 28 september 2021 (Handeling I 2021/22, nr. 1, item 11) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt medio 2024 geïnformeerd. |
De minister zegt toe de Eerste Kamer tussentijds te informeren over de uitkomsten van de vergelijking tussen de specifieke sectorale wetten en het verdrag Tromsø, zodra deze vergelijking is afgerond. | Kamerbrief Reactie op commissiebrief met vragen naar aanleiding van de Kamerbrief inzake Voortgang van de implementatie van de Wet open overheid (33328) d.d. 28 november 2022 (Kamerstuk I 2022/23, 33328, nr. AF) | In behandeling. De Eerste en Tweede Kamer worden medio 2024 geïnformeerd. |
De minister van BZK zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ganzevoort, toe de belemmeringen voor het Verdrag van Tromsø in kaart te brengen en dit in het voorjaar van 2022 gereed te hebben (T03361). | Plenair debat 33 328 & 35 112 Initiatiefvoorstellen inzake wet open overheid d.d. 28 september 2021 (Handeling I 2021/22, nr. 1, item 11) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt medio 2024 geïnformeerd. |
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Fiers (GroenLinks-PvdA), toe een jaar na invoering van het wetsvoorstel aan de ketenpartners te vragen hoe de wet voor hen werkt. De optelsom van de vijf verslagen kan gebruikt worden om de wet te tunen op de laatste stand van zaken met betrekking tot de uitvoering (T03912). | Behandeling Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma, bulkdatasets en overige specifieke voorzieningen d.d. 5 maart 2024 (Handelingen I 2023/24, nr. 22, item 6) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt eind 2024 geïnformeerd. |
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Aerdts (D66), toe dat het uitvoeringsverslag aan beide Kamers wordt gestuurd, waarschijnlijk in het voorjaar van 2025 (T03911). | Behandeling Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma, bulkdatasets en overige specifieke voorzieningen d.d. 5 maart 2024 (Handelingen I 2023/24, nr. 22, item 6) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt medio 2025 geïnformeerd. |
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van het lid Kroon (BBB), toe verschillende factoren mee te nemen naar de brede herzieningsprocedure van de Wiv 2017. Er zal gekeken worden of er bij het toezicht voldoende blikvelden betrokken worden, of er voldoende diversiteit in de toezichtcommissie aanwezig is en of de benoemingstermijnen juist zijn (T03910). | Behandeling Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma, bulkdatasets en overige specifieke voorzieningen d.d. 5 maart 2024 (Handelingen I 2023/24, nr. 22, item 6) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt begin 2025 geïnformeerd. |
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kroon (BBB), toe dat in de daadwerkelijke herziening van de Wiv 2017 ook breed naar de inrichting van het toezicht en naar de toetsing moet worden gekeken (T03909). | Behandeling Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma, bulkdatasets en overige specifieke voorzieningen d.d. 5 maart 2024 (Handelingen I 2023/24, nr. 22, item 6) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt begin 2025 geïnformeerd. |
Verzoekt de regering de databescherming van IMG te laten doorlichten en de Kamer daarover in het voorjaar te informeren. | 22-12-2022 | Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD 30/6) | Onderhanden |
Verzoekt de regering te komen tot een gelijkwaardige uitkomst via een echte deur-tot-deuraanpak waarbij woningen heel, veilig en duurzaam worden, en onterecht afgewezen schades, zoals B- en C-schades van de NAM, alsnog te vergoeden. | 24-10-2023 | Parlementaire agenda [16-10-2023] - WGO Groningen | Onderhanden |
Verzoekt de regering diepe bodemdaling ook aan te merken als mogelijke schadeoorzaak; verzoekt de regering de prominente plek van de trillingstool in de beoordeling van schades volledig af te schaffen. | 12-3-2024 | Parlementaire agenda [06-03-2024] - Wijziging van de Gaswet en Mijnbouwwet in verband met de beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld | Onderhanden |
Verzoekt de regering om eerst mediation aan te bieden en als bondgenoot naast gedupeerden te gaan staan wanneer gedupeerden van de aardbevingsproblematiek het niet eens zijn met een beslissing inzake schadeafhandeling, versterking, verduurzaming en/of compensatie voor immateriële schade | 6-3-2024 | Parlementaire agenda [06-03-2024] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD 25/1) | Onderhanden |
Verzoekt de regering om kennis op het gebied van aardgasvrij maken van woningen zo veel mogelijk bij elkaar te brengen en daarmee een expertisecentrum op het gebied van het aardgasvrij maken op te zetten in Groningen. | 24-10-2023 | Parlementaire agenda [16-10-2023] - WGO Groningen | Onderhanden |
Verzoekt het kabinet bij de verduurzamingsmaatregelen 28 en 29 van Nij begun de rol en zeggenschap van particuliere wooneigenaren goed te borgen. | 6-3-2024 | Parlementaire agenda [06-03-2024] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD 25/1) | Onderhanden |
Verzoekt de regering dit bedrag jaarlijks volledig te indexeren, ook als vanwege bezuinigingen elders in de rijksbegroting onverhoopt niet wordt geïndexeerd, en dit te borgen in de Groningenwet. | 20-6-2023 | Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) | Onderhanden |
Verzoekt het kabinet om na de parlementaire behandeling van het rapport van de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen een Conferentie voor het Noorden in Groningen te beleggen teneinde deze langetermijninvesteringsagenda op te stellen. | 13-12-2022 | Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO Groningen | Onderhanden |
Verzoekt de regering om in overleg met jongeren minimaal 1% van de beschikbare middelen specifiek te laten begroten door jeugd en jongeren. | 13-6-2023 | Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) | Onderhanden |
Verzoekt de regering in ieder geval de (sociale) doelen uit het NPG als ondergrens op te nemen in de sociale agenda. | 13-6-2023 | Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) | Onderhanden |
Verzoekt de regering om te onderzoeken hoe sociale projecten binnen het Nationaal Programma Groningen zo veel mogelijk structureel gefinancierd kunnen worden, en de Kamer over de uitkomsten daarvan te informeren. | 24-10-2023 | Parlementaire agenda [16-10-2023] - WGO Groningen | Onderhanden |
Verzoekt de regering het enquêterapport en de kabinetsreactie Nij Begun zwaar te laten wegen bij het maken van een definitieve investeringsbeslissing voor de Lelylijn en de Nedersaksenlijn en de MIRT-systematiek zo veel als mogelijk te verkorten. | 13-6-2023 | Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) | Onderhanden |
Verzoekt de regering gedupeerden die eigen geld hebben moeten inleggen, schadeloos te stellen, gedupeerden die nog vastzitten extra financieel te ondersteunen, en voor de verkiezingen met gedupeerden uit deze batch in gesprek te gaan. | 24-10-2023 | Parlementaire agenda [16-10-2023] - WGO Groningen | Onderhanden |
Verzoekt de regering bewoners die eigen geld hebben moeten inzetten schadeloos te stellen; verzoekt de regering een meldpunt voor gedupeerden die zelf geld hebben moeten inzetten, te laten openen. | 6-7-2023 | Parlementaire agenda [05-07-2023] - TMD Mijnbouw/Groningen | Onderhanden |
T03601: De Staatssecretaris Mijnbouw zal in gesprek gaan met de NCG, provincie, gemeenten en vertegenwoordigers van bewoners om te kijken of de cöordinatiebepaling nog goed werkt, en zo niet, hoe op een andere manier geborgd kan worden dat eigenaren alleen met de NCG contact hoeven te hebben voor de vergunningverlening en het versterkingsbesluit. | Parlementaire agenda [11-04-2023] - Debat Wetsbehandeling Versterking gebouwen en Novelle Verbetering uitvoerbaarheid met SMB | Afgedaan met Kamerstuk 36 566, nr. 1 |
T03602: De Staatssecretaris Mijnbouw zegt aan de Eerste Kamer toe in de komende weken te kijken of er ruimte is om in individuele gevallen een uitzondering te maken op de verplichting om een akte van cessie voor de claim van een bewoner richting NAM te tekenen. | Parlementaire agenda [11-04-2023] - Debat Wetsbehandeling Versterking gebouwen en Novelle Verbetering uitvoerbaarheid met SMB | Afgedaan met Kamerstuk 36 566, nr. 1 |
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe een brief te sturen aan de Eerste en Tweede Kamer over het nemen van mitigerende maatregelen m.b.t. gasverbruik en mogelijke gastekorten. | Parlementaire agenda [06-03-2024] - Wijziging van de Gaswet en Mijnbouwwet in verband met de beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld | Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1238 |
T03596: De Staatssecretaris Mijnbouw zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Pijlman (D66), toe dat hij bij de directeur van de NCG zal benadrukken dat de mogelijkheid tot het eigen beheer van de versterking meer bekendheid moet krijgen. Ook zal de staatssecretaris dit meenemen in de kabinetsreactie. | Versterking gebouwen in de provincie Groningen ‒ 11-04-2023 | Afgedaan, dit is staand beleid |
T03598: De Staatssecretaris Mijnbouw zal de casussen aangeleverd door Eerste Kamerlid Kluit met betrekking tot het financieel in de knel komen van burgers door de extra gelden die zij ontvangen van de staat uitzoeken, en zal hier de Kamer over rapporteren. | Parlementaire agenda [11-04-2023] - Debat Wetsbehandeling Versterking gebouwen en Novelle Verbetering uitvoerbaarheid met SMB | Onderhanden |
T03488 De Staatssecretaris Mijnbouw zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Faber – Van de Klashorst (PVV), toe dat als de Wijziging van de Mijnbouwwet (aanpassing van het vergunningstelsel voor opsporen en winnen van aardwarmte) een aantal jaren in werking is, te kijken of het primaire doel (het delen van kennis) van Energiebeheer Nederland (EBN) bereikt wordt | Parlementaire agenda [04-10-2022] - Debat ‘Aanpassing van het vergunningsstelsel voor opsporen en winnen van aardwarmte’ | Onderhanden |
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe het TNO onderzoek over de drukverschillen in het Groningenveld met de Eerste Kamer te delen, zodra het onderzoek gereed is. | Parlementaire agenda [06-03-2024] - Wijziging van de Gaswet en Mijnbouwwet in verband met de beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld | Onderhanden |
De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe in juni een Kamerbrief naar de Eerste en Tweede Kamer te sturen naar aanleiding van de analyse van de NCG over de haalbaarheid van 2028 en de hoe dit behaald kan worden. | Beëindiging gaswinning Groningenveld 36441 16-04-2024 | Onderhanden |
De staatssecretaris zegt toe aan de Kwartiermaker van de sociale agenda te vragen om een overzicht van de sociale voorzieningen die dreigen te verdwijnen, en rapporteert hierover aan de Kamer voor het volgende commissiedebat [vooralsnog gepland op 30 mei 2024]. | Parlementaire agenda [06-03-2024] - Wijziging van de Gaswet en Mijnbouwwet in verband met de beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld | Onderhanden |
De staatssecretaris zegt toe alles op alles te zetten om monumentale panden zo goed mogelijk te behouden. | Parlementaire agenda [06-03-2024] - Wijziging van de Gaswet en Mijnbouwwet in verband met de beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld | Onderhanden |
De staatssecretaris Mijnbouw zegt toe bereid te zijn om de contracten met GasTerra vertrouwelijk te laten inzien door de Kamer. | Parlementaire agenda [31-05-2023] - Dertigledendebat over 'het bericht dat het kabinet schulden wil overnemen van mensen die de energie niet kunnen betalen en over de verkoop van 17,5 miljard kuub gas aan het buitenland’. | Onderhanden |
De staatssecretaris suggereert aan de Kwartiermaker sociale agenda om het percentage jongeren dat in Groningen wil blijven als KPI in de sociale agenda op te nemen. | Parlementaire agenda [06-03-2024] - Wijziging van de Gaswet en Mijnbouwwet in verband met de beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld | Onderhanden |
T03598: De Staatssecretaris zal de casussen aangeleverd door Eerste Kamerlid Kluit met betrekking tot het financieel in de knel komen van burgers door de extra gelden die zij ontvangen van de staat uitzoeken, en zal hier de Kamer over rapporteren. | Parlementaire agenda [11-04-2023] - Debat Wetsbehandeling Versterking gebouwen en Novelle Verbetering uitvoerbaarheid met SMB | Onderhanden |
De Staatssecretaris zegt de toe in juni een Kamerbrief naar de Eerste en Tweede Kamer te sturen naar aanleiding van de analyse van de NCG over de haalbaarheid van 2028 en de hoe dit behaald kan worden | Beëindiging gaswinning Groningenveld 36441 16-04-2024 | Onderhanden |
T03869: De staatssecretaris Mijnbouw zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Apeldoorn (SP), toe dat hij het de analyse van het NCG-rapport over de haalbaarheid van de 2028-doelstelling met de Kamer zal delen. | Parlementaire agenda [16-04-2024] - Debat Beëindiging gaswinning Groningenveld | Onderhanden |
SMB zegt toe het TNO onderzoek over de drukverschillen in het Groningenveld met de Eerste Kamer te delen, zodra het onderzoek gereed is. | Parlementaire agenda [06-03-2024] - Wijziging van de Gaswet en Mijnbouwwet in verband met de beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld | Onderhanden |
De SMB komt bij de Kamer terug op de wens om een minimum niveau voor veiligheid en duurzaamheid af te spreken voor het aardbevingsgebied (op basis van het advies van de Commissie Van Geel) | Parlementaire agenda [28-09-2023] - CD Mijnbouw/Groningen | Onderhanden |
De SMB zegt toe dat het kabinet de uitkomsten van het parlementaire enquêterapport meeneemt in beslissingen rondom de (financiering van de) Lelylijn en de Nedersaksenlijn. | Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat) | Onderhanden |
T03872: De staatssecretaris Mijnbouw zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van den Berg (VVD), toe met GTS en andere partijen in gesprek te gaan over hoeveel capaciteit er nodig is de komende jaren. Als geconstateerd wordt dat de terminal in de Eemshaven nog nodig is, zal geprobeerd worden de vergunning te verlengen. Dit kan voor een jaar, maar ook voor een langere periode, wanneer dat nodig is. | Parlementaire agenda [16-04-2024] - Debat Beëindiging gaswinning Groningenveld | Onderhanden |
T03870: De staatssecretaris Mijnbouw zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Langen-Visbeek (BBB), toe de uitkomsten van het onderzoek van TNO naar de geïnduceerde seismiciteit tijdens de drukvereffeningsfase te delen met de Kamer zodra deze beschikbaar zijn. | Parlementaire agenda [16-04-2024] - Debat Beëindiging gaswinning Groningenveld | Onderhanden |
T03871: De staatssecretaris Mijnbouw zegt de Kamer, naar aanleiding van een vragen van de leden Van Langen-Visbeek (BBB), Crone (GroenLinks-PvdA) en Baumgarten (JA21), toe voor ’24-’25 en ’25-’26 een te behalen vulgraad vast te stellen. | Parlementaire agenda [16-04-2024] - Debat Beëindiging gaswinning Groningenveld | Onderhanden |
T03874: De staatssecretaris Mijnbouw zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Baumgarten (JA21), toe de regelgeving onder de Mijnbouwwet, de Beleidsregel buiten gebruik stellen boorgaten en putten, aan de Kamer te sturen. | Parlementaire agenda [16-04-2024] - Debat Beëindiging gaswinning Groningenveld | Onderhanden |
T03601: De Staatssecretaris Mijnbouw zal in gesprek gaan met de NCG, provincie, gemeenten en vertegenwoordigers van bewoners om te kijken of de cöordinatiebepaling nog goed werkt, en zo niet, hoe op een andere manier geborgd kan worden dat eigenaren alleen met de NCG contact hoeven te hebben voor de vergunningverlening en het versterkingsbesluit. | Parlementaire agenda [11-04-2023] - Debat Wetsbehandeling Versterking gebouwen en Novelle Verbetering uitvoerbaarheid met SMB | Onderhanden |
T03602: De Staatssecretaris Mijnbouw zegt aan de Eerste Kamer toe in de komende weken te kijken of er ruimte is om in individuele gevallen een uitzondering te maken op de verplichting om een akte van cessie voor de claim van een bewoner richting NAM te tekenen. | Parlementaire agenda [11-04-2023] - Debat Wetsbehandeling Versterking gebouwen en Novelle Verbetering uitvoerbaarheid met SMB | Onderhanden |
Bijlage 5: Subsidieoverzicht
1.1 | Oorlogsgravenstichting (OGS) | 4.003 | 4.088 | 4.066 | 4.061 | 4.046 | 4.043 | 4.046 | Subsidieregeling Oorlogsgravenstichting - Evaluatie periode 2016-2021 | Rapport | Rijksoverheid.nl | 2027 | 2025 | |
1.1 | Kenniscentrum Europa decentraal | 770 | 702 | 695 | 706 | 703 | 703 | 703 | Evaluatieonderzoek Subsidieregeling Kenniscentrum Europa decentraal 2017-2020 | Rapport | Rijksoverheid.nl | 2026 | 2027 | |
1.1 | Subsidieregeling COELO | 150 | 168 | 166 | 166 | Evaluatie subsidieregeling COELO | Publicatie | Rijksoverheid.nl | 2026 | 2027 | ||||
1.1 | Subsidie bevolkingsdaling | 12 | 282 | 282 | 1 | 1 | 1 | Evaluatie Tweede Actieplan Bevolkingsdaling | 2026 | 2026 | incidenteel | |
1.1 | Ondersteuning gemeenten | 432 | 331 | 369 | 183 | 127 | 40 | 12 | 2027 | incidenteel | ||
1.1 | Agenda Stad | 2.102 | 2.574 | 974 | 698 | 901 | 310 | 310 | ‒1 | 2025 | incidenteel | |
1.1 | Regio’s aan de Grens | 200 | 31-12-2024 | 31-12-2024 | incidenteel | |||||||
1.1 | Werk aan uitvoering | 831 | 1.769 | 1.686 | 1.662 | 2.564 | 1.244 | 3.023 | ‒1 | 2027 | 2027 | incidenteel |
1.1 | POK - Multiproblematiek | 983 | 1.510 | 1.518 | 1.517 | 1.515 | 1.514 | 1.514 | ‒1 | 2026 | 2026 | incidenteel |
1.1 | POK - Antidiscriminatie | 611 | 509 | 135 | 100 | 68 | 31 | 18 | ‒1 | 31-12-2024 | 31-12-2024 | incidenteel |
1.1 | POK - Basisinfrastructuur | 3.496 | 11.780 | 840 | ‒1 | 2025 | 2025 | incidenteel | ||||
1.1 | Diverse subsidies | 5 | 2023 | |||||||||
1.1 | Versterken Rechtstaat | 3.300 | 8.500 | 10.500 | 5.600 | 5.600 | regeling is in de maak | |||||
Democratie | ||||||||||||
1.2 | Subsidiering Politieke partijen | 29.458 | 32.340 | 32.910 | 31.145 | 32.768 | 28.412 | 27.291 | 2 | 3 | ‒ | |
1.2 | ProDemos | 8.979 | 9.779 | 9.581 | 9.581 | 9.113 | 8.707 | 8.296 | Bijdragen aan het Onderhoud van Democratie en Burgerschap: Evaluatieonderzoek subsidieregeling ProDemos 2017-2020 | Rapport | Rijksoverheid.nl | 2026 | 1-1-2027 | |
1.2 | Nationaal Comité 4 en 5 mei | 130 | 133 | 133 | 133 | 126 | 120 | 115 | De viering van vrijheid, democratie en rechtsstaat | Rapport | Kennisbank Openbaar Bestuur (kennisopenbaarbestuur.nl) | 2026 | 1-1-2027 | |
1.2 | Leefomgeving | 250 | 322 | 543 | 43 | 41 | 41 | 7 | ‒1 | 2025 | 2025 | incidenteel |
1.2 | Aktieprogramma | 500 | 500 | 500 | 534 | ‒1 | 2025 | 2025 | incidenteel | |||
1.2 | Democratie en Burgerschap | 1.679 | 2.430 | 1.542 | 1.406 | 1.309 | 1.498 | ‒1 | 2025 | 2025 | incidenteel | |
1.2 | Strategie | 397 | 182 | 16 | ‒1 | 2025 | 2025 | incidenteel | ||||
1.2 | Leefomgeving | 210 | 334 | 334 | 334 | 334 | ‒1 | 2025 | 2025 | incidenteel | ||
1.2 | Weerbaar bestuur | 131 | 8 | 2.009 | 2.009 | 2.009 | 2.009 | 2.000 | ‒1 | 2025 | 2025 | incidenteel |
1.2 | Bestuurlijke weerbaarheid | 166 | 1.315 | 813 | 813 | 755 | 1.041 | 1.000 | ‒1 | 2025 | 2025 | incidenteel |
1.2 | Kennis en leernetwerk | 556 | 336 | 336 | 336 | 336 | 336 | 336 | 1 | 2024 | 2024 | incidenteel |
1.2 | Stichting Professor mr. J.R. Thorbecke Leerstoel | 414 | 186 | 114 | Evaluatie subsidieregeling Thorbecke Leerstoel | Rapport | Kennisbank Openbaar Bestuur (kennisopenbaarbestuur.nl) | 2029 | 1-2-2024 | |||||
1.2 | Personele zorg politieke ambtsdragers | 2.980 | 2.762 | 2.299 | 2.295 | 2.180 | 2.084 | 1.987 | 2025 | 1-1-2025 | ||
1.2 | Ondersteuning decentrale politieke partijen | 354 | 381 | 356 | 706 | 650 | 650 | 650 | 2025 | 2026 | incidenteel | |
1.2 | Decentrale subsidies politieke partijen | 0 | 200 | 8.382 | 8.367 | 7.852 | 0 | 8.150 | 2027 | regeling is in de maak | ||
Overheidsdienstverlening, Informatiebeleid en Informatiesamenleving | ||||||||||||
6.2 | Overheidsdienstverlening | 8.491 | 18.000 | 2.195 | 514 | 79 | 2025 | 2025 | incidenteel | |||
6.2 | Informatie samenleving | 5 | 6.347 | 6.286 | 6.286 | 5.877 | 5.698 | 2025 | 2025 | incidenteel | ||
Hoogwaardige dienstverlening één overheid | ||||||||||||
6.7 | Hoogwaardige dienstverlening één overheid (POK subsidies Algemeen) | 1.152 | 675 | 1.400 | 1.400 | 1.400 | 1.400 | 1.400 | 2025 | 2025 | incidenteel | |
6.7 | POK InformatiePunten Digitale Overheid | 1.443 | 2025 | 2025 | incidenteel | |||||||
6.7 | POK VNG | 1.445 | 3.144 | 2.475 | 2.223 | 1.985 | 1.729 | 1.641 | 2025 | 2025 | incidenteel | |
6.7 | POK VNG informatiePunten Digitale Overheid | 1.023 | 1.023 | 1.023 | 1.023 | 1.023 | 2025 | 2025 | incidenteel | |||
Generieke Digitale Infrastructuur | ||||||||||||
6.8 | Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid | 6.525 | 8.853 | 2025 | 2025 | incidenteel | ||||||
Werkgevers- en bedrijfsvoeringbeleid | ||||||||||||
7.1 | Subsidies A&O | 504 | 1.033 | 1.247 | 1.067 | 962 | 749 | 707 | 2024 | 2025 | incidenteel | |
7.1 | Subsidies Programma Open Overheid | 180 | 910 | 183 | 166 | 31-12-2024 | 31-12-2024 | |||||
7.1 | Overlegstelsel | 1.099 | 1.415 | 1.758 | 1.721 | 1.651 | 1.651 | 1.651 | Evaluatie Subsidieregeling Stichting CAOP 2020 | 2027 | 2028 | |
7.1 | Subsidie CfPB | 200 | 509 | 224 | 210 | 196 | 180 | 176 | 2025 | 2025 | incidenteel | |
7.1 | Div. subsidies I&A | 5 | 15 | 5 | 5 | 5 | 5 | 5 | 2025 | 2025 | incidenteel | |
7.1 | Kennis Publiek Leiderschap | 20 | 20 | 2024 | ||||||||
7.1 | Subsidies Dialoog en Ethiek | 40 | 67 | 67 | 66 | 2025 | 2025 | incidenteel | ||||
7.1 | POK - Leiderschap, diversiteit en inclusie | 48 | 98 | 101 | 105 | 24 | 24 | 24 | 2025 | 2025 | incidenteel | |
7.1 | Koepels Woo | 863 | 863 | 863 | 863 | 415 | 2026 | 1-1-2027 | ||||
7.1 | Comp. Waterschappen Woo (structureel) | 3.047 | 3.356 | 3.776 | 3.586 | 3.586 | 3.662 | 3.551 | 2026 | 1-1-2027 | ||
7.1 | POK - Bevorderen veilig werk- en meldklimaat | 222 | 552 | 212 | 144 | 144 | 144 | 0 | 2025 | 2025 | incidenteel | |
7.1 | Diverse subsidies Hybride werken | 363 | 2023 | |||||||||
7.1 | KVN doorontwikkeling gen. voorz. en regie | 2 | 2023 | |||||||||
7.1 | Young BZK | 5 | 2023 | |||||||||
Slavernijverleden: fonds en herdenkingscomité | ||||||||||||
14.0 | Maatschappelijke initiatieven | 0 | 0 | 8.333 | 8.333 | 8.333 | 8.333 | 0 | regeling is in de maak | |||
14.0 | Herdenkingscomité | 0 | 8.000 | 8.002 | 7.999 | 8.000 | 8.000 | 8.000 | regeling is in de maak | |||
Een veilig Groningen met perspectief | ||||||||||||
15 | Waardevermeerderingsregeling | 46.000 | 62.124 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | Geen | 2024 | 2023 | |
15 | Geestelijke bijstand | 2.224 | 64 | 550 | 486 | 0 | 0 | 0 | Geen | 2026 | ||
15 | Duurzaam herstel | 0 | 25.804 | 170.550 | 130.700 | 0 | 0 | 0 | Geen | nog niet bepaald | ||
15 | Woonbedrijf | 2.659 | 6.330 | 0 | 4.815 | 0 | 0 | 0 | Geen | 2025 | 2026 | |
15 | Diverse subsidies versterken | 146.272 | 60.263 | 22.200 | 1.865 | 200 | 200 | 0 | Geen | NVT4 | ||
15 | Subsidieregelingen bestuurlijke afspraken | 163.837 | 7.914 | 1.748 | 0 | 0 | 0 | 0 | Geen | 2025 | 2023 | |
15 | Huurderscompensatie | 516 | 350 | 350 | 0 | 0 | 0 | 0 | Geen | 2023 | ||
15 | Nieuwbouwregeling | 2.766 | 4.930 | 4.930 | 0 | 0 | 0 | 0 | Geen | nog niet bepaald | ||
15 | Economische bedrijvigheid | 0 | 10.693 | 27.540 | 27.540 | 27.540 | 10.057 | 9.000 | Geen | 2029 | nog niet bepaald | |
15 | Uitbreiding bereik woningsverbeteringssubsidie | 153.000 | 4.854 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | Geen | 2023 | ||
Algemeen | ||||||||||||
12.1 | Stichting Koninklijk Paleis Amsterdam | 50 | 59 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | https://www.eerstekamer.nl/overig/20230110/beslisnota_bij_ontwerp/document | 2025 | 2028 | |
12.1 | Stichting Parlementaire Geschiedenis | 564 | 866 | 410 | 409 | 409 | 409 | 409 | Stichting Parlementaire geschiedenis | 2025 | 2025 | |
12.1 | Subsidies algemeen | 551 | 512 | 345 | 320 | 95 | 87 | 82 | incidenteel | |||
Totaal Subsidies | 601.323 | 305.870 | 337.757 | 269.261 | 130.378 | 96.675 | 95.022 |
- deze subsidie wordt jaarlijks via verantwoording geëvalueerd
- Kamerbrief uitstel evaluatie Wet financiering politieke partijen | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl
- De evaluatie is uitgesteld naar aanleiding van wetswijziging.
- Subsidieregeling «Diverse subsidies versterken» wordt gebruikt voor meerdere subsidies die allemaal een verschillende einddatum hebben
Bijlage 6: Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda
Het ministerie van BZK ontwikkelt en voert beleid langs vijf inhoudelijke richtingwijzers. Deze richtingwijzers vormen de thematische basis van de SEA. In deze bijlage worden deze thema’s nader uitgewerkt en toegelicht aan de hand van een inzichtbehoefte en bijpassende onderzoeksprogrammering per thema.
Deze onderzoeksprogrammering biedt een overzicht van de geplande ex ante, ex durante en ex post evaluaties van beleid. Hieronder vallen ook de evaluaties van subsidies, agentschappen en zelfstandige bestuursorganen (ZBO). Tevens wordt de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het gehele beleid binnen de (sub)thema’s eens in de vier tot zeven jaar onderzocht middels een periodieke rapportage.
Democratie | Beleidsdoorlichting | 2024 | Afgerond | Beleidsdoorlichting Openbaar bestuur en democratie | 1.2 |
Ex durante | 2024 | Lopend | Basismonitor Politieke Ambtsdragers, gemeenten tweede tranche | ||
Ex ante | 2024 | Lopend | Ontwikkeling democratische kernwaarden jongeren | ||
Ex ante | 2024 en verder | Lopend | Nationale Wetenschapsagenda project Revitalized Democracy | ||
Ex durante | 2024 en verder | Lopend | Dashboard Staat van het Bestuur | ||
Ex durante | 2024 en verder | Lopend | Onderzoeksprogramma anti-institutioneel extremisme | ||
Ex durante | 2025 | Te starten | (Juridische) kwetsbaarheid integriteit decentrale volksvertegenwoordigers | ||
Ex ante | 2025 | Te starten | Uitbreiding aantal decentrale volksvertegenwoordigers | ||
Ex ante | 2025 | Te starten | Verkenning maatschappelijke democratie | ||
Ex post | 2025 | Te starten | Evaluatie subsidieregeling beroeps- en belangenverenigingen politieke ambtsdragers | ||
Ex durante | 2025 | Te starten | Onderzoek verloop aanbod sollicitanten burgemeestersvacatures | ||
Ex ante | 2025 | Lopend | Nadere verkenning effectieve en legitieme regionale samenwerking | ||
Overig onderzoek | 2025 en verder | Lopend | Thorbeckeleerstoel | ||
Ex post | 2025 en verder | Te starten | Evaluatie nationaal burgerforum klimaat | ||
Overig onderzoek | 2025 en verder | Te starten | Leerstoel Fries | ||
Ex durante | 2025-2026 | Te starten | Onderzoeksprogramma impact van desinformatie | ||
Ex post | 2026 | Te starten | Evaluatie subsidieregeling Nationaal Comité 4 en 5 mei | ||
Ex post | 2026 | Te starten | Evaluatie subsidieregeling ProDemos | ||
Ex durante | 2025, 2027, 2029 | Lopend | Staat van het Bestuur | ||
Periodieke rapportage | 2028 | Te starten | Periodieke rapportage Sterke en weerbare democratische rechtsstaat | ||
Ex post | 2029 | Te starten | Evaluatie subsidieregeling Thorbecke Leerstoel |
Toelichting
De algemene doelstelling van artikel 1.2 van de begroting van BZK luidt «Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) werkt aan een slagvaardig en betrouwbaar openbaar bestuur waarop inwoners kunnen vertrouwen. Een openbaar bestuur dat samen met de samenleving in staat is de maatschappelijke opgaven op te lossen. Veranderingen in onze maatschappij beïnvloeden hoe ons bestuur en onze democratie werkt. Om waarden als legitieme besluitvorming, slagkrachtig openbaar bestuur en transparantie daarbij te behouden en democratische waarden en vrijheden te borgen en versterken, is continue aandacht nodig voor de werking en inrichting van democratie en bestuur.»
In het tweede lid van het artikel gaat het in het bijzonder over het functioneren van de democratie. De verantwoordelijkheid van BZK bestaat op dit punt concreet uit de zorg voor het goed functioneren van het representatieve bestel van gemeenteraden, provinciale staten en parlement en de daarvan afgeleide bestuurlijke arrangementen en de staatsinrichting zoals we die nu kennen. Denk aan een goed verloop van eerlijke en veilige verkiezingen, het ondersteunen en versterken van politieke partijen, een weerbaar en integer bestuur, een inclusief en divers bestuur met een toegesneden rechtspositie en goede ondersteuning van politieke ambtsdragers, het benoemen van burgemeesters en Commissarissen van de Koning en het beschermen van de democratie tegen destabilisering. De verantwoordelijkheid van BZK bestaat tegelijkertijd uit het onderkennen en versterken van kwetsbaarheden in de democratie en het openbaar bestuur, en het inspelen op nieuwe ontwikkelingen zodat het democratische bestuur in Nederland vitaal en bij de tijd blijft.
Voor het in stand houden, beschermen en vernieuwen van dit democratisch bestel zet het ministerie uiteenlopende middelen in: wet- en regelgeving (bijvoorbeeld de Wet op de financiering van politieke partijen), geld (bijvoorbeeld in de vorm van de vergoedingen voor decentrale politieke ambtsdragers), toezicht (het stelsel van interbestuurlijk toezicht), flankerend beleid (bijvoorbeeld het netwerk weerbaar bestuur) en experimenten ten behoeve van onderhoud en innovatie (bijvoorbeeld experimenten met een nieuw stembiljet).
Het ministerie hecht er belang aan om periodiek te onderzoeken wat de uitwerking is van de inzet van deze middelen in het veld waarvoor ze bedoeld zijn. Daarom worden er uiteenlopende vormen van onderzoek verricht: monitoring, evaluatie, verkennend onderzoek en wetenschappelijke analyses.
In juni 2024 is de beleidsdoorlichting van artikel 1, Openbaar Bestuur en Democratie, van de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (hoofdstuk VII), over de periode 2018 tot en met 2021, aangeboden aan de Tweede Kamer.
De beleidsdoorlichting kan met de huidige focus op bestaand evaluatieonderzoek naar doelmatigheid en doeltreffendheid geen precies beeld geven van de mate waarin het beleid bijdraagt aan het openbaar bestuur en democratie. De dynamische politiek-bestuurlijke context maken het complex om beleid te toetsen op doeltreffendheid en doelmatigheid. Een bijkomende en complicerende factor is dat de personele uitgaven niet onder het doorgelichte begrotingsartikel vallen. Het ministerie van BZK boekt zijn apparaatskosten op een zelfstandig artikel. Volgens eerdere systematiek van beleidsdoorlichtingen konden de onderzoekers die de doorlichting uitvoerden daarom in strikte zin de relatie tussen inzet en doelbereik niet inzichtelijk maken.
Desalniettemin wordt in de doorlichting en in de bijbehorende reflecties van onafhankelijk deskundigen ook geconstateerd dat er in verschillende dossiers zeer systematisch wordt geëvalueerd, bijvoorbeeld op het terrein van verkiezingen of de besteding van gelden aan ProDemos of aan politieke partijen.
Daarbij is tevens een constatering dat met beperkte middelen essentiële taken in de instandhouding en het onderhoud van democratie en openbaar bestuur worden uitgevoerd, dat het ministerie daarbij vaak bouwt op wetenschappelijke kennis en ervaringen in andere landen en reageert op signalen uit de maatschappij. Die praktijk zal ook de komende jaren worden voortgezet.
Tegelijk neemt BZK op andere onderdelen de verbetermogelijkheden voor evaluaties ter harte zoals ook in de kabinetsreactie aangegeven wordt. Die verbetermogelijkheden zijn er vooral wanneer er minder harde en meetbare instrumenten worden ingezet, bijvoorbeeld in innovatieve programma’s of daar waar met meerdere partners in het veld wordt samengewerkt. De komende periode wordt er een onderzoeksprogrammering ontwikkeld in voorbereiding op de periodieke rapportage «Sterke en weerbare democratische rechtsstaat» in 2028.
Bestuur en regio | Beleidsdoorlichting | 2024 | Afgerond | Beleidsdoorlichting Openbaar bestuur en democratie | 1.1 |
Ex durante | 2024 | Afgerond | Onderzoek Publieke waardecreatie door Bestuurlijk Regionale Ecosystemen | ||
Ex durante | 2023 en verder | Lopend | Data financiën decentrale overheden | ||
Ex durante | 2024 en verder | Lopend | Innovatiemonitor/evaluatie Agenda, Stad en Regio | ||
Ex durante | 2024 en verder | Lopend | Evaluatie van de inzet en instrumenten van de Actieagenda Sterk Bestuur | ||
Ex durante | 2023-2024 | Lopend | Onderzoek Publieke waardecreatie door Bestuurlijk Regionale Ecosystemen en opvolging | ||
Ex durante | 2023, 2025, 2027 | Lopend | Staat van het Bestuur | ||
Ex post | 2024 | Lopend | Evaluatie Kenniscentrum Conventionele Explosieven (KCE) | ||
Ex post | 2026 | Te starten | Evaluatie subsidieregeling COELO | ||
Ex post | 2026 | Te starten | Evaluatie subsidieregeling Kenniscentrum Europa decentraal | ||
Ex post | 2027 | Te starten | Evaluatie subsidieregeling Oorlogsgravenstichting | ||
Periodieke rapportage | 2028 | Te starten | Periodieke rapportage Goed functionerend openbaar bestuur | ||
Ex post | 2024 en verder | Lopend | AIVD jaarverslag | 2 | |
Ex post | 2028 | Te starten | AIVD/MIVD - Verslag van het functioneren van de diensten |
Toelichting
BZK is erop gericht om een stevige kennisbasis te creëren voor beleidsvorming, -uitvoering, -monitoring en -evaluatie, die bijdraagt aan haar ambitie: Een sterk, toekomstbestendig en (financieel) stabiel bestuur, waarbij elke regio telt. Gegeven de huidige maatschappelijke en bestuurlijke context waarin waarden als transparantie, vertrouwen en uitvoerbaarheid op de voorgrond treden, vertaalt dit zich in de volgende kennisbehoefte: kennis en monitoring voor het versterken van de realisatiekracht van het openbaar bestuur, het in evenwicht brengen van de financiële en bestuurlijke verhoudingen, het verbeteren van de publieke dienstverlening en het opereren als één overheid.
Er komt een zwaarder accent op het verwerven en delen van kennis uit de praktijk en het interbestuurlijk organiseren van kennis en leren (van en voor regio’s ter versterking van de uitvoeringskracht van het decentrale bestuur). Hiermee staat een versterking van de keten ‘opgave-kennis-beleid-praktijk-opgave’ voor ogen.
Hierbij zal de komende jaren expliciet aandacht worden besteed aan de doorvertaling van de Actieagenda Sterk Bestuur naar concrete kennisvragen. Hiervoor is het wel nodig duidelijk te hebben wat de concrete doelstellingen rondom de Actieagenda voor de komende jaren zijn, om vervolgens te kunnen bepalen op welke wijze deze ook geëvalueerd gaan worden. Op dit moment wordt nog gewerkt aan de bepaling van deze doelen en de inrichting van de kennisorganisatie op de kennisbehoeften die hieruit voortvloeien
In juni 2024 is de beleidsdoorlichting van artikel 1, Openbaar Bestuur en Democratie aangeboden aan de Tweede Kamer. Aan de opvolging van de aanbevelingen wordt momenteel gewerkt. Zo is het onder meer het streven om overzicht en samenhang te creëren in beleidsdoelen en beleidstheorieën te expliciteren. Het operationaliseren van missies is daar onderdeel van. Daarnaast is het doel om systematischer te evalueren, waarbij ruimte is voor toetsing op publieke waarden in brede zin. Dit is tevens toegezegd in de kabinetsreactie op de beleidsdoorlichting. Aan de opvolging van deze toezegging wordt gewerkt door een meer volledige onderzoeksprogrammering te ontwikkelen in voorbereiding op de periodieke rapportage «Goed functionerend openbaar bestuur» in 2028.
In 2025 komt de 10e editie van de Staat van het Bestuur uit. Het ministerie van BZK maakt iedere twee jaar de feitelijke stand van zaken van de inrichting en het functioneren van het decentrale openbaar bestuur op. Hierdoor worden trends en ontwikkelingen zichtbaar en kan beleid ontwikkeld, onderbouwd en verantwoord worden. De Staat omvat de hele breedte van democratie, bestuur en regio. Voor deze 10e editie zal de optie worden verkend tot internationaal vergelijkend onderzoek. Ook zal worden gekeken of de Staat aanpassingen behoeft in relatie tot de nieuwe Actieagenda Sterk Bestuur.
Data over de financiën van decentrale overheden worden bij het ministerie van BZK doorlopend gemonitord. Dit levert het openbaar bestuur inzicht in de inkomsten, uitgaven en financiële positie van gemeenten en provincies, en de ontwikkelingen daarin.
In de innovatiemonitor/evaluatie Agenda Stad & Regio wordt de voortgang via drie trajecten onderzocht:
- Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft Agenda Stad en de werking van City Deals als beleidsprogramma opgenomen in hun onderzoek naar transformatief beleid met als hoofdvraag: 'Welke lessen kunnen we trekken uit de uitvoering van interbestuurlijke, opgavegerichte transformatieve (IOT) beleidsprogramma’s in Nederland?'
- Er wordt een essaybundel ontwikkeld over dynamisch samenwerken ter gelegenheid van deze evaluatie en het bestaan van tien jaar Agenda Stad. In deze bundel spreken toonaangevende denkers en doeners uit het netwerk van Agenda Stad en daarbuiten hun visie en praktijkvoorbeelden uit. Het onderwerp is ‘een nieuwe traditie van samenwerking’: hoe kunnen overheid en samenleving dynamisch samenwerken aan doorbraken en transities in het publieke domein?
- Er wordt een monitoringstool ontwikkeld die de impact meet van City Deals en Town Deals met indicatoren als meerwaarde, proces, samenwerking, kennisontwikkeling, innovatie, borging, adaptiviteit en een uniek indicator voor elk uniek thematisch samenwerkingsverband.
De inzet op de nieuwe Actieagenda Sterk Bestuur wordt ook gemonitord. Het gaat dan om een continue proces om de voortgang te bezien en de effectiviteit van inzet en instrumenten te bepalen. Dit proces zal zich deels vertalen in de evaluatie van concrete beleidsinstrumenten zoals de Uitvoerbaarheidstoets Decentrale Overheden (UDO). Daarnaast zal ook breder gekeken worden naar de manier waarop de nieuwe taken in de werkorganisatie zijn/worden belegd.
De evaluatie rondom de besteding van de middelen van artikel 2: Nationale Veiligheid is in de reguliere planning- & controlcyclus van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) ingebed. De AIVD doet haar werk op basis van de Geïntegreerde Aanwijzing Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (GA I&V 2023 ‒ 2026). De GA I&V wordt opgesteld in samenspraak met de behoeftestellers, de ministeries van: BZK, BZ, Defensie en Justitie en Veiligheid onder coördinatie van het ministerie van AZ. In 2023 is de nieuwe GA voor 2023 ‒ 2026 in werking getreden. De voortgang op de GA wordt gerapporteerd door middel van voortgangsrapportages, welke driemaal per jaar worden behandeld in de Comité Verenigde Inlichtingendiensten Nederland (CVIN) en Raad voor Veiligheids- en inlichtingendiensten (RVI). Deze rapportages dienen tevens als verantwoordingsdocument voor de Commissie voor Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CIVD) van de Tweede Kamer.
De Auditdienst Rijk (ADR) doet op grond van Comptabiliteitswet 2016 intern onderzoek naar het gevoerde begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering. Daarnaast controleert de Algemene Rekenkamer (AR) de uitgaven van de AIVD en rapporteert hierover aan de CIVD. In de onderzoeken van zowel de ADR als de AR ligt de focus ligt op de doel- en rechtmatigheid van de uitgaven van de AIVD. De AR verricht eveneens onderzoek naar specifieke onderwerken, zoals recentelijk naar de operationele slagkracht van de diensten.
De Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) houdt toezicht op de AIVD en de MIVD. De commissie oefent tijdens en achteraf toezicht uit op de rechtmatigheid van de uitvoering van zowel de Wet op inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) 2017 als de Wet veiligheidsonderzoeken. De Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) is een onafhankelijke commissie die vooraf toetst of de inzet van specifieke bijzondere bevoegdheden door de AIVD rechtmatig is.
Tot slot is de AIVD verplicht jaarlijks een openbaar verslag uit te brengen dat terugblikt op de aandachtsgebieden in het afgelopen jaar en zicht geeft op de aandachtsgebieden in het lopende jaar (Jaarverslag 2023 | Jaarverslagen | AIVD).
Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving | Agentschapsdoorlichting | 2024 | Lopend | Agentschapsdoorlichting Logius | 6.2 |
Ex durante | 2024 en verder | Lopend | Onderzoek digitale competenties (DIGCOM) | ||
Ex post | 2024 | Lopend | Beleidsevaluatie effectiviteit en doelmatigheid van inzet middelen op het reguleren van algoritmes | ||
Ex durante | 2024 | Lopend | Herhaling en opvolging beleidsonderzoek uitvoerbaarheid en samenhang EU data acts | ||
Ex ante | 2024 | Lopend | Uitvoerbaarheids- en handhaafbaarheidstoets Cyberbeveiligingswet | ||
Ex post | 2024 | Lopend | Beleidsevaluatie effectiviteit digitale toegankelijksheidsbeleid | ||
Ex durante | 2024 | Lopend | Evaluatie Inkoopeisen Cybersecurity Overheid | ||
Periodieke rapportage | 2026 | Te starten | Periodieke rapportage Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving | ||
Ex durante | 2026 | Te starten | Evaluatie NLCS gelden binnen Team Informatieveiligheid | ||
Ex post | 2028 | Te starten | Evaluatie Europese Digitale Identiteit | ||
Identiteitsstelsel | Ex ante/ex durante/ex post | 2022-2027 | Lopend | Evaluatie introductie van het burgerservicenummer in Caribisch Nederland | 6.5 |
Ex post | 2024 | Lopend | Evaluatie Wet wijziging Basisregistratie Personen in verband met briefadressen | ||
Agentschapsdoorlichting | 2025 | Te starten | Agentschapsdoorlichting Rijksdienst voor Identiteitsgegevens | ||
Ex durante | 2024 | Lopend | Invoeringstoets Landelijke Aanpak Adreskwaliteit | ||
Periodieke rapportage | 2025 | Lopend | Periodieke rapportage Identiteitsstelsel | ||
Ex durante | 2024-2026 | Lopend | Evaluatie experimenten BRP: registratie tijdelijke verblijfsadressen niet-ingezetenen, registratie aantal ingezetenen op woonadres burger en dataminimalisatie | ||
Ex durante | 2024, 2026 | Lopend | CBS onderzoek adreskwaliteit BRP | ||
Ex post | 2026 | Te starten | Evaluatie Wet Landelijke Aanpak Adreskwaliteit | ||
Ex post | 2027 | Te starten | Evaluatie van de Paspoortwet en de verordening identiteitskaarten | ||
Hoogwaardige dienstverlening één overheid | Ex post | 2026 | Te starten | Evaluatie Wet elektronische publicaties | 6.7 |
Periodieke rapportage | 2028 | Te starten | Periodieke rapportage hoogwaardige dienstverlening één overheid | ||
Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) | Ex post | 2025 | Te starten | Evaluatie werking centrale financiering | 6.8 |
Periodieke rapportage | 2029 | Te starten | Periodieke rapportage GDI | ||
Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid | Ex durante | 2024 | Lopend | Evaluatie besluit CIO-stelsel Rijksdienst 2021 | 7.1 |
Ex durante | 2024 | Lopend | Evaluatie Rijksbreed Cloudbeleid 2022 | ||
Ex post | 2025 | Te starten | Evaluatie I-strategie Rijk 2021-2025 |
Toelichting
Vanuit de Werkagenda Waardengedreven Digitalisering (WWD) heeft BZK in december 2022 samen met andere departementen en de medeoverheden een meerjarige agenda neergezet. Dit programma geeft tevens uitvoering aan het op EU-niveau vastgestelde beleidsprogramma ‘Digital Decade Policy Program’. Het ‘Digital Decade Policy Program’ heeft als doel bedrijven en mensen mondiger te maken in een duurzame en welvarende digitale toekomst waarin de mens centraal staat
Europa’s digitale decennium: doelstellingen voor 2030 | Europese Commissie. Het verbeteren van vaardigheden, de digitale transformatie van bedrijven, een veilige en duurzame digitale infrastructuur en digitalisering van overheidsdiensten staan hierbij centraal.
De werkagenda was de eerste stap in de invulling van de ambities van het kabinet Rutte IV voor de waardengedreven digitale transitie van Nederland. Deze transitie is nodig omdat digitalisering grote gevolgen heeft voor hoe we leven, wonen en werken. Het verandert de samenleving ingrijpend. De invloed van digitalisering is overal merkbaar: het internet, smartphones, apps en online platformen zijn niet meer weg te denken uit ons dagelijks bestaan. Nieuwe technologieën als generatieve artificiële intelligentie (AI) zullen die impact alleen maar vergroten. Als Nederland zich niet goed voorbereidt op deze fundamentele verandering, is er een risico dat kansen worden gemist, maar ook dat de samenleving opgescheept wordt met producten en diensten die onze belangen niet dienen en grote risico’s met zich meebrengen.
Kennisverzameling speelt een belangrijke rol om ons de komende jaren in te zetten voor een waardengedreven digitale samenleving en de rol van de overheid hierin. Enerzijds gaat het om kennisvragen over actuele strategische uitdagingen op dit terrein. Denk hierbij aan onderzoek naar aan onderzoek naar welke impact technologieën hebben en hoe rechten van burgers beter geborgd kunnen worden in het digitale domein. Hierin zoeken we de relatie met het werkprogramma van kennisinstelling Rathenau Instituut.
Digitalisering is één van de vier onderzoeksthema’s van het werkprogramma. Het Rathenau Instituut wil een bijdrage leveren aan het ontwerpen van een samenleving die democratisch stuurt op digitalisering, en waarin iedereen mee kan doen.
Anderzijds gaat het om inzichten die we via onderzoek willen opdoen over ons eigen ingezette beleid. Denk hierbij aan onderzoek naar de doelgroepen die ondersteuning nodig hebben om mee te doen aan de digitale samenleving, en aan wélke ondersteuning zij nodig hebben. En ook aan de introductie van het Burgerservicenummer in Caribisch Nederland en alles wat hierbij komt kijken.
De evaluatie van het eerder ingezette beleid kan waardevolle inzichten opleveren voor het nieuwe kabinet. Aan de doelstellingen wordt doorlopend gewerkt met middelen afkomstig van verschillende begrotingsartikelen.
Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid | Ex durante | n.n.b. | Te starten | Monitor Hybride Werken bij het Rijk | 7.1 |
Ex durante | 2024 en verder | Lopend | Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk | ||
Ex post | 2024 | Lopend | ADR evaluatie Transitie DigiInkoop | ||
Ex ante | 2024 | Lopend | ADR evaluatie wendbaarheid ketens facilitair en ICT-dienstverlening | ||
Ex durante | 2024 | Lopend | Invoeringstoets Wet bescherming klokkenluiders | ||
Ex durante | 2024 | Lopend | Gedragskundig onderzoek naar psychologische processen omtrent de bevordering van een veilig werk- en meldklimaat | ||
Ex durante | 2024 | Lopend | Rapportage Rijkshuisvestingsstelsels | ||
Ex post | 2024 | Lopend | Evaluatie Inkopen met impact | ||
Periodieke rapportage | 2024 | Lopend | Periodieke rapportage Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid | ||
Ex post | 2024 | Afgerond | Evaluatie subsidieregeling Center for People and Buildings | ||
Ex durante | 2024 | Lopend | Evaluatie pilot mediation en juridische ondersteuning klokkenluiders sector Rijk | ||
Ex durante | 2024 | Lopend | Monitor campagne veilig werk- en meldklimaat | ||
Agentschapsdoorlichting | 2024 | Lopend | Agentschapsdoorlichting SSC-ICT | ||
Ex post | 2025 | Te starten | Evaluatie bestedingsplan Leiderschap, diversiteit en inclusiviteit1 | ||
Ex post | 2025 | Te starten | Evaluatie van de Wet Normering Topinkomens | ||
Ex durante | 2025 | Te starten | Evaluatie psychosociale ondersteuning klokkenluiders door Slachtofferhulp Nederland | ||
Agentschapsdoorlichting | 2026 | Te starten | Agentschapsdoorlichting FM Haaglanden | ||
Ex durante | 2026 | Te starten | Evaluatie rechtsbijstand en mediation voor klokkenluiders via Raad voor de Rechtsbijstand | ||
Ex post | 2026 | Te starten | Evaluatie Wet bescherming klokkenluiders en zbo evaluatie Huis voor klokkenluiders | ||
Ex durante | 2027 | Te starten | Visitatiecommissie Algemene Bestuursdienst | ||
Ex durante | 2024-2027 | Lopend | Wetenschappelijk onderzoek (UvA): Bescherming Klokkenluiders - een onderzoek naar de rol van leidinggevenden en juridische dienstverleners bij de bescherming van klokkenluiders | ||
Ex durante | 2024, 2026, 2028 | Lopend | Monitor interne meldregelingen Wet bescherming klokkenluiders (onderdeel van de Werkgeversenquête Arbeid) | ||
Ex durante | 2029 | Te starten | Deelname aan wetenschappelijk onderzoeksprogramma Werk in Transitie van het CfPB | ||
Pensioenen en uitkeringen | Periodieke rapportage | 2024 | Lopend | Periodieke rapportage Pensioenen en uitkeringen | 7.2 |
- Dit bestedingsplan komt voort uit de besteding van de POK-middelen op artikelonderdeel 7.1.
Toelichting
De jaarlijkse rapportage Bedrijfsvoering Rijk biedt inzicht in het werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid van BZK. In 2024 zal de beleidsdoorlichting van artikel 7 ook verdere inzichten verschaffen in hoeverre het beleid van BZK op dit gebied doelmatig en doeltreffend is.
In 2023 heeft een visitatie plaatsgevonden van het DG Algemene Bestuursdienst (DGABD). Naar aanleiding van de aanbevelingen uit het visitatierapport heeft DGABD een aantal maatregelen genomen om de impact van DGABD te vergroten. De kennisbehoefte van DGABD voor de komende jaren is gericht op inzicht verkrijgen in de effecten van deze maatregelen. Daarom zal in 2027 een nieuwe visitatie plaatsvinden (Kamerstukken II, 2022/23, 31490, nr. 326).
De nieuwe Wet bescherming klokkenluiders is op 18 februari 2023 in werking getreden. In 2024 wordt een invoeringstoets uitgevoerd om in beeld te krijgen hoe de nieuwe regelgeving uitpakt in de praktijk. De Wet bescherming klokkenluiders wordt in 2026 geëvalueerd. Hierbij wordt gekeken naar de doeltreffendheid en de effecten van de wet in de praktijk. Overeenkomstig de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen vindt in 2026 een evaluatie plaats van het Huis voor klokkenluiders als zbo.
BZK monitort de campagne veilig werk- en meldklimaat om de doelmatigheid en de effectiviteit van de campagne in het oog houden. De verschillende voorzieningen die zien op de ondersteuning van klokkenluiders op psychosociaal en juridisch gebied worden (tussentijds) geëvalueerd. Verschillende onderzoeken worden uitgezet. De Universiteit van Amsterdam gaat meerjarig onderzoek uitvoeren naar de bescherming van klokkenluiders. Er wordt gedragskundig onderzoek gedaan naar psychologische processen die van belang zijn bij het bevorderen van een veilig werkklimaat. Deze onderzoeken worden gedaan om meer inzichten te verkrijgen als onderbouwing van beleid en wetgeving.
De evaluatie van de impact van het bestedingsplan ‘Leiderschap, diversiteit, inclusie, voorkomen institutioneel racisme en onbewust vooroordelen’ wordt uitgevoerd in 2025 en wordt extern belegd bij een onafhankelijke partij, mogelijk bij een universiteit. Daarbij staan de vragen centraal of de interventies hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van de doelstellingen en of aanvullende inspanningen zijn te benoemen die mogelijk meer impact hebben. De uitgangspunten voor de evaluatie zijn aan de voorkant vastgesteld in 2021, zodat deze mede richting kunnen geven aan de ontwikkeling van het programma.
Kamerleden vragen om meer regie bij besluitvorming over locatiebesluiten van Rijksorganisaties, waarbij meer gewicht wordt toegekend aan het belang van regio’s buiten de Randstad. Gezien de coördinerende verantwoordelijkheid van de minister van BZK voor de Rijksdienst en het feit dat een deel van de aanpalende dossiers (onder meer woningmarkt en de Rijksvastgoedportefeuille) onder BZK valt, ligt een initiërende rol voor de ministers van BZK en voor VRO voor de hand.
Onderzocht zal worden in welke mate de regels en governance van de verschillende huisvestingsstelsels hiertoe kunnen worden aangepast. Dit geldt ook voor het Coördinatiebesluit organisatie, bedrijfsvoering en informatiesystemen rijksdienst. Ook dient een uitwerking plaats te hebben gevonden van het escalatiemodel bij vermeende botsingen tussen Rijksbrede belangen en belangen van ministeries.
Als gevolg van de ondertekening van het manifest Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven en Inkopen door BZK als Rijksbrede kadersteller op het gebied van de Rijksinkoop zal het programma Inkopen met impact worden geëvalueerd. Tevens zal er een ADR evaluatie naar het programma Transitie DigiInkoop worden uitgevoerd. Hiermee wordt onderzocht of de beoogde doelstellingen behaald zijn en welke lessen er voor gelijksoortige programma’s er zijn.
In 2025 wordt de Wet Normering Topinkomens (WNT) geëvalueerd. Deze wet dient elke vijf jaar te worden geëvalueerd, waarin wordt stilgestaan bij de doeltreffendheid en de effecten van de wet in de praktijk. De voorgaande evaluatie van de WNT is in 2020 aan de Tweede Kamer gezonden (Kamerstukken II, 2020/21, 30111, nr. 125).
Een veilig Groningen met perspectief | Ex post | 2024 | Lopend | Evaluatie Waardevermeerderingsregeling i.c.m. schademeldingen | 15 |
Overig | 2025 | Lopend | Monitor: Staat van Groningen | ||
Ex post | 2025 | Lopend | Evaluatie Woonbedrijf | ||
Ex post | 2025 | Lopend | Evaluatie subsidieregeling Bestuurlijke afspraken | ||
Ex post | 2025 | Lopend | Evaluatie instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) | ||
Ex post | 2029 | Te starten | Evaluatie versterkingsoperatie, afgebakend op taken NCG | ||
Ex post | 2029 | Te starten | Evaluatie economische agenda | ||
Periodieke rapportage | 2030 | Te starten | Periodieke rapportage Een veilig Groningen met perspectief |
Toelichting
In de Tijdelijke wet Groningen werd een tweejaarlijks evaluatie moment voorgeschreven. Met het PEGA wetsvoorstel wordt deze verplichting geschrapt en wordt vastgelegd dat de schadeafhandeling jaarlijks wordt gemonitord via de Staat van Groningen. De Staat van Groningen bevat een integraal overzicht van de resultaten en effecten van het beleid gericht op het afhandelen van schade, de versterking en verduurzaming van gebouwen, de sociale en economische investeringen in de regio.
Met «Nij Begun» zijn maatregelen aangekondigd om de schadeafhandeling milder, menselijker en makkelijker te maken. Deze maatregelen worden door het IMG gefaseerd geïmplementeerd waarbij naar verwachting eind 2024 of begin 2025 de meeste (maat)regelingen (volledig) open zullen zijn gesteld. Om de effectiviteit van het nieuwe schadebeleid goed te kunnen evalueren is het van belang dat de maatregelen geïmplementeerd zijn en de eerste trajecten daadwerkelijk herstel (maximaal 5 jaar) helemaal zijn doorlopen zijn. Dit zal naar verwachting in 2029 zijn. Op dit moment kan de doelmatigheid en doeltreffendheid van de nieuwe schadeafhandeling worden onderzocht.
Vanaf 1 januari 2020 is Nationaal Coördinator Groningen de uitvoeringsorganisatie van de versterkingswerkzaamheden. NCG geeft Groningers met een (woon)adres in de scope van de versterkingsoperatie (ruim 27.000 adressen) binnen een helder tijdsbestek duidelijkheid of hun woning voldoet aan de geldende veiligheidsnorm. Woningen die niet voldoen aan de veiligheidsnorm worden volgens afgesproken kaders en termijnen versterkt. De doelmatigheid en doeltreffendheid kan worden onderzocht met een doorlichting van de versterkingsopdrachten die de NCG geeft aan ingenieursbureaus en aannemers. Daarnaast kunnen ook diverse (financiële) instrumenten worden doorgelicht.
De economische agenda beschrijft hoe de komende 30 jaar geïnvesteerd wordt in projecten in Groningen en Noord-Drenthe om de regionale economie te versterken. Hiermee moeten Groningen en Noord-Drenthe aantrekkelijke regio's zijn en blijven om te werken, leren en investeren. De economische agenda wordt uitgewerkt in een plan voor onder andere ondersteuning van het MKB en het versterken van het lokale ondernemings- en vestigingsklimaat. Dit plan bevat ook een voorstel voor de organisatie van de uitvoering en voor de verdeling van het beschikbare geld. Er is in totaal € 4,5 miljard beschikbaar voor de periode van 30 jaar. De doelmatigheid en doeltreffendheid kan worden onderzocht door de financiële middelen uit «Nij Begun» en de effecten daarvan voor de noordelijke economie te onderzoeken.
Ten slotte zal in de periodieke rapportage in 2030 gerapporteerd worden over de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het algehele beleid binnen dit thema.
Bijlage 7: Rijksuitgaven Caribisch Nederland
Naar aanleiding van de motie Hachchi c.s. (Kamerstukken II 2011/12, 33000 IV, nr. 28) wordt jaarlijks een overzicht van alle rijksuitgaven aan Caribisch Nederland (met uitzondering van de vrije uitkering ofwel het BES-fonds) toegevoegd aan de begroting van Koninkrijksrelaties (IV).
Naar aanleiding van de voorlichting van de Afdeling Advisering van de Raad van State (RvS) en het Interdepartementale Beleidsonderzoek Koninkrijksrelaties (IBO) volgt het kabinet de aanbeveling op om het overzicht Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland aanzienlijk uit te breiden (Kamerstukken II 2019/20, 35300 IV, nr. 11). Doel hiervan is om de rol van het ministerie van BZK te verstevigen en een meer integrale afweging van de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland te bevorderen.
In de begroting Koninkrijksrelaties (IV) is het totale overzicht van de Rijksuitgaven Caribisch Nederland te vinden. Hieronder is de uitsplitsing van de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland voor de departementale begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) weergegeven. In het overzicht en de bijbehorende toelichtingen wordt aangegeven of het uitgaven zijn ten behoeve van eilandelijke taken (E) of rijkstaken (R), of er sprake is van incidentele (I) of structurele (S) bekostiging en wordt een toelichting gegeven op de wijze van financiering welke gekoppeld is aan de beoogde beleidsdoelen.
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |||
Totaal uitgaven | 2.055 | 6.855 | 6.379 | 5.379 | 5.379 | 4.779 | 4.779 | ||
Artikel 6 Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving | 2.055 | 6.855 | 6.379 | 5.379 | 5.379 | 4.779 | 4.779 | ||
Opdrachten | R | I | 67 | 776 | 4.600 | 3.600 | 3.600 | 3.000 | 3.000 |
Bijdrage aan medeoverheden | R | I | 0 | 1.800 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan agentschappen | E | S | 1.855 | 1.779 | 1.779 | 1.779 | 1.779 | 1.779 | 1.779 |
Bijdrage aan agentschappen | E | I | 133 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan agentschappen | R | I | 0 | 2.500 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- R =Rijk, E = eilandelijk
- S =Structureel, I = Incidenteel
Toelichting
Artikel 6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving
De Rijksoverheid en de openbare lichamen werken samen binnen het Programma digitalisering Caribisch Nederland. Vanuit de Werkagenda Waardengedreven Digitalisering werkt dit programma aan verbetering van de dienstverlenende en digitale overheid, dat mensen kunnen meedoen in de digitale samenleving en de verdere digitale transitie in sectoren.
Opdrachten
Het Kabinet heeft als doel gesteld om de dienstverlening van de (semi-)overheid in Caribisch Nederland op een gelijkwaardig niveau te brengen als in Europees Nederland, online en aan de balie. Publieke dienstverlening moet toegankelijk en hoogwaardig zijn voor alle burgers en bedrijven. Zoveel als mogelijk op basis van dezelfde (wettelijke) normen als in Europees Nederland. Vanuit de Werk aan Uitvoeringsmiddelen is meerjarig budget beschikbaar voor Caribisch Nederland om de digitale basis op orde te brengen voor een betere publieke dienstverlening. De middelen zijn onder andere bedoeld voor het inrichten van een identiteits- en basisinfrastructuur, de invoering van Burgerservicenummers, het verbeteren van gebouwen en adressenregistratie en het implementeren van basisregistraties.
Bijdrage aan agentschappen
Dit betreft een eilandelijke taak: bijhouden van de bevolkingsadminisstratie en uitgifte van reisdocumenten.
De Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) ontvangt een structurele bijdrage voor de ondersteuning van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba bij het beheer en exploitatie van de Persoonsinformatievoorziening Nederlandse Antillen en Aruba Verstrekkingen (PIVA-V). Deze bijdrage is ook bedoeld voor de betrouwbare uitgifte van de identiteitskaart BES.
Ook betreft het bijdragen ten behoeve van de invoering van DigiD en andere elementen uit de basisinfrastructuur (GDI).
Bijlage 8: Overzicht rijksuitgaven Wind in de Zeilen
In 2020 is tussen de Zeeuwse partijen en het kabinet het pakket Wind in de Zeilen ofwel het bestuursakkoord Compensatiepakket marinierskazerne tot stand gekomen (Kamerstukken II 2019/20, 33358, nr. 28). Dit pakket heeft een omvang van circa € 651,9 mln. voor de periode van 2020 tot en met 2030. In het bestuursakkoord is in artikel 2.10 afgesproken dat de rijksbijdrage aan de afgesproken maatregelen inzichtelijk wordt gemaakt in een overzicht bij de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII). Met het opnemen van de bedragen in de begroting zijn deze geoormerkt voor dit doel.
Dit overzicht is opgesteld op basis van de verstrekte informatie van de betreffende departementen.
Totaal | 15.571 | 14.154 | 25.255 | 26.295 | 40.883 | 31.040 | 31.861 | |||
1. Law Delta | 2.304 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | |||
Extra beveiligde inrichting (EBI) | JenV (VI) | 34. Straffen en Beschermen | Bijdrage aan agentschappen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Hoogbeveiligde Zittingslocatie (HBZ) | JenV (VI) | 32. Rechtspleging en rechtsbijstand | Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Beveiligde overnachtingslocatie | JenV (VI) | 32. Rechtspleging en rechtsbijstand | Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Strategisch Kenniscentrum | JenV (VI) | 33. Veiligheid en criminaliteitsbestrijding | Bijdrage aan medeoverheden | 2.304 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 |
Extra beveiligde zittingslocatie (EBZ) Lelystad | JenV (VI) | 32. Rechtspleging en rechtsbijstand | Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2. Bereikbaarheid | 0 | 0 | 10.286 | 9.763 | 19.763 | 11.763 | 14.763 | |||
Aanpassing dienstregeling NS | IenW (MF) | 11. Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte | Reserveringen (Pakket Zeeland) | 0 | 0 | 4.500 | 4.500 | 4.500 | 4.500 | 4.500 |
Verbetering bereikbaarheid | IenW (MF) | 11. Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte | Reserveringen (Pakket Zeeland) | 0 | 0 | 4.786 | 4.263 | 12.263 | 0 | 9.526 |
Rail Gent - Terneuzen | IenW (MF) | 11. Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte | Reserveringen (Pakket Zeeland) | 0 | 0 | 1.000 | 1.000 | 3.000 | 7.263 | 737 |
3. Delta Kenniscentrum | 800 | 6.379 | 9.069 | 10.632 | 14.595 | 13.377 | 11.198 | |||
Toevoeging bekostiging opstartfase | OCW (VIII) |
7. Hoger onderwijs | bekostiging | 800 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Delta Kenniscentrum | OCW (VIII)/ LNV (XIV) |
16. Onderzoek en Wetenschapsbeleid | Subsidies (regelingen) | 0 | 6.379 | 9.069 | 10.632 | 14.595 | 13.377 | 11.198 |
Kwartiermakersfase | OCW | 16. Onderzoek en Wetenschapsbeleid | Opdrachten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4. Eerstelijnszorg | 6.217 | 4.525 | 3.900 | 3.900 | 4.525 | 3.900 | 3.900 | |||
Toekomstgerichte zorginfrastructuur | VWS (XVI) | 3. Langdurige zorg en ondersteuning | Subsidies (regelingen) | 1.067 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Huisartsen / Physical Assistant | VWS (XVI) | 4. Zorgbreed beleid | Subsidies (regelingen) | 3.900 | 3.900 | 3.900 | 3.900 | 3.900 | 3.900 | 3.900 |
Gezondheidscentrum Vlissingen/Walcheren | VWS (XVI) | 3. Langdurige zorg en ondersteuning | Subsidies (regelingen) | 1.250 | 625 | 0 | 0 | 625 | 0 | 0 |
7. Versterken Investeringsfonds Zeeland | 5.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Versterken Investeringsfonds Zeeland | EZK (XIII) | 3. Toekomstfonds | Leningen | 5.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
11. Ontvlechten Evides en PZEM | 1.250 | 1.250 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Evides | BZK (VII) | 1. Openbaar bestuur en democratie | Bijdrage aan medeoverheden | 1.250 | 1.250 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
1. Law Delta (JenV)
Justitieel complex Vlissingen
Penitentiaire inrichting
De huidige behoefte aan capaciteit voor bijzondere regimes binnen de penitentiaire inrichtingen is nog niet bereikt maar loopt wel tegen het maximum aan. De extra beveiligde inrichting (EBI) in Vught raakt voller en spreiding van deze categorie gedetineerden over meerdere inrichtingen is op dit beveiligingsniveau niet mogelijk. Met een tweede EBI ontstaat ruimte om gedetineerden die voor dit regime in aanmerking komen te kunnen scheiden van elkaar. Deze spreiding is nodig om voortgezet crimineel handelen in detentie (vchd) en ondermijnende criminaliteit te kunnen voorkomen en bestrijden. De penitentiaire inrichting Vlissingen zal niet alleen een EBI huisvesten. Dit heeft te maken met doelmatigheidsredenen zoals een efficiënte inzet van personeel en voorzieningen en vanwege de mogelijkheid om te kunnen op- en afschalen tussen de verschillende regimes. Daarnaast is er behoefte aan cellen die qua beveiligingsniveau tussen een EBI en een reguliere cel liggen. Daarom komen er naast een EBI ook 192 andere plaatsen, mogelijk in de vorm van vier multi-inzetbare gevangenisunits met 48 plaatsen. De ingebruikname van het JCV staat thans gepland voor medio 2030 ( zie ook Kamerbrief d.d 9 november 2023). De financiële reeks in bovenstaand overzicht is op nul gesteld voor de jaren tot en met 2029, omdat de oplevering in 2030 plaatsvindt, wel gaat ter voorbereiding de werving en opleiding van personeel in aanloop naar 2030 door.
Hoogbeveiligde Zittingslocatie (HBZ)
Om in de toekomst nieuwe strafzaken te kunnen faciliteren waarbij zware veiligheidsmaatregelen nodig zijn, is meer extra beveiligde zittingscapaciteit noodzakelijk. De nieuwe hoogbeveiligde zittingslocatie is een landelijke voorziening die zich primair richt op parketten en rechtbanken ten zuiden van de grote rivieren. Door het combineren van een gevangenis en een zittingslocatie in een hoogbeveiligde omgeving ontstaat een voor Nederland nieuw concept. Hierdoor kan een deel van deze zware vluchtgevaarlijke criminelen in één veilige omgeving worden gedetineerd en berecht. De financiële reeks in bovenstaand overzicht is op nul gesteld voor de jaren tot en met 2029, omdat de oplevering in 2030 plaatsvindt.
Beveiligde overnachtingslocatie
Advocaten, rechters en officieren van justitie moeten hun werk veilig kunnen doen. Bij zaken die worden behandeld in de hoogbeveiligde zittingslocatie zal het ook vaker voorkomen dat rechters, officieren van justitie en advocaten worden beveiligd. Daarom komt op het Justitieel Complex Vlissingen ook een beveiligde voorziening waarin zij tijdens (meerdaagse) zittingen kunnen werken en overnachten. Dit scheelt reistijd en vermindert het risico tijdens vervoersbewegingen. De financiële reeks in bovenstaand overzicht is op nul gesteld voor de jaren tot en met 2029 omdat de oplevering in 2030 plaatsvindt, wel gaat ter voorbereiding de werving en opleiding van personeel in aanloop naar 2030 door.
Overig Lawdelta
Strategisch Kenniscentrum Ondermijnende Criminaliteit (SKC-OC)
Het Strategisch Kenniscentrum Ondermijnende Criminaliteit heeft als doel het verkrijgen van een integraal, gezaghebbend strategisch beeld, dat inzicht geeft in de aard, omvang, trends en ontwikkelingen in fenomenen van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit. Voor het opstellen van dit strategisch beeld wordt geabstraheerde informatie gebruikt van opsporings-, handhavings- en toezichtdiensten en uit lokale, regionale, nationale en internationale informatiebronnen.
Extra beveiligde zittingslocatie (EBZ) Lelystad
In Lelystad wordt de bouw van een extra beveiligde zittingslocatie (EBZ) voorbereid, ter vervanging van de zwaar beveiligde rechtbank in Amsterdam Nieuw-West, beter bekend als "de bunker". De verwachte opleverdatum is gepland in 2031.
2. Bereikbaar (IenW)
Aanpassing dienstregeling NS
Om NS te compenseren voor het aanbieden van de extra en versnelde trein, is € 4,5 miljoen jaarlijks structureel vrijgemaakt vanuit het maatregelenpakket.
Verbetering bereikbaarheid
De versnelde en extra trein vergen kleine ingrepen aan de infrastructuur. Er wordt gestudeerd aan o.a. extra overwegmaatregelen om de veiligheid op pijl te houden en mogelijke extra energievoorziening om te treinen van voldoende spanning te voorzien.
Rail Gent-Terneuzen
In 2024 worden de infrastructurele maatregelen voor Rail Gent Terneuzen verder verkend en uitgewerkt, zoals de zuidoost-boog bij de Sluiskilbrug. De geraamde bedragen zijn de te verwachten studiekosten.
3. Delta Kenniscentrum (OCW)
Delta Kenniscentrum
De gereserveerde middelen ten behoeve van de subsidie aan het Delta Kenniscentrum zijn in deze begroting in een ritme gebracht wat nauwer aansluit bij de daadwerkelijke besteding.
4. Eerstelijnszorg (VWS)
Huisartsen / Physical Assistant
In Zeeland is sprake van een toenemend tekort aan huisartsen. Uit ervaring blijkt dat artsen na de opleiding vaak blijven wonen in de regio waar de opleiding is genoten. Door huisartsen in opleiding (HAIO’s) de hele opleiding te laten doorlopen in Zeeland wordt beoogd dat deze huisartsen in Zeeland werkzaam zullen blijven, om zo de tekorten te verminderen. Er is een pilot gestart in 2020 door de huisartsenopleiding van het Erasmus MC, waarbij vier HAIO’s per september 2020 zijn gestart om de hele opleiding in Zeeland te doorlopen. Deze maatregel houdt in dat deze pilot structureel wordt gemaakt, waarbij in 2021 tweemaal vier HAIO’s volgens dit concept aan Zeeland zijn toegewezen. Vanaf 2022 is het aantal plekken verhoogd naar tweemaal zes instroomplekken per jaar. Ook in 2025 zullen er dus tweemaal zes instroomplekken beschikbaar zijn.
Bijlage 9: Conversietabellen
Dit betreft de conversietabel tussen de begroting van Economische Zaken en de begroting van BZK.
Uitgaven (U) | ||||||||||
Ontvangsten (O) | ||||||||||
Totalen | ||||||||||
13.5.0.0.0 | V | Een veilig Groningen met Perspectief | Verplichting | 1.873.145 | 3.520.442 | |||||
13.5.0.0.0 | V | Een veilig Groningen met Perspectief | Verplichting | 2.636.339 | 2.049.512 | 855.963 | 760.534 | 183.103 | ||
13.5.0.0.0 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Uitgave | 1.749.839 | 2.404.820 | |||||
13.5.0.0.0 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Uitgave | 2.853.953 | 2.402.804 | 1.154.803 | 953.929 | 217.823 | ||
13.3.0.0.0 | O | Een veilig Groningen met Perspectief | Ontvangst | 186.894 | 1.526.872 | |||||
13.3.0.0.0 | O | Een veilig Groningen met Perspectief | Ontvangst | 1.532.265 | 1.934.977 | 1.719.647 | 791.871 | 694.463 | ||
Beleidsartikelen (uitsplitsing) | ||||||||||
13.5.0.0.0 | V | Een veilig Groningen met Perspectief | Verplichting | 1.873.145 | 3.520.442 | |||||
13.5.0.0.0 | V | Een veilig Groningen met Perspectief | Verplichting | 2.636.339 | 2.049.512 | 855.963 | 760.534 | 183.103 | ||
13.5.0.0.0 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | uitgaven | 1.749.839 | 2.404.820 | |||||
13.5.0.0.0 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | uitgaven | 2.853.953 | 2.402.804 | 1.154.803 | 953.929 | 217.823 | ||
nvt. | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Algemeen | 3.029 | 60.002 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
nvt. | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Algemeen | 0 | 0 | 43.834 | 30.910 | 27.895 | 17.154 | 130 |
nvt. | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Opdrachten | 3.005 | 26.174 | 23.885 | 13.766 | 11.205 | 1.858 | 130 |
13.5.0.50.2 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Werkbudgetten | 3.005 | 26.174 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.1.3.30 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Werkbudgetten | 0 | 0 | 23.885 | 13.766 | 11.205 | 1.858 | 130 |
nvt. | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 0 | 8.058 | 8.058 | 7.950 | 7.950 | 7.950 | 0 |
13.0.5.75.3 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Raad voor de Rechtsbijstand | 0 | 8.058 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.1.13.60 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Raad voor de Rechtsbijstand | 0 | 0 | 8.058 | 7.950 | 7.950 | 7.950 | 0 |
nvt. | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 0 | 6.460 | 5.391 | 5.462 | 5.008 | 3.614 | 0 |
13.5.0.95.1 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG) | 0 | 168 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.1.15.50 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG) | 0 | 0 | 3.391 | 3.462 | 3.508 | 3.614 | 0 |
13.5.0.95.3 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Raad voor Rechtspraak | 0 | 6.292 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.1.15.51 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Raad voor Rechtspraak | 0 | 0 | 2.000 | 2.000 | 1.500 | 0 | 0 |
nvt. | U | Een veilig Groningen met Perspectief | (Schade)vergoeding | 24 | 19.310 | 6.500 | 3.732 | 3.732 | 3.732 | 0 |
13.5.0.50.8 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Vastgelopen situaties | 24 | 19.310 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.1.21.90 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Vastgelopen situaties | 0 | 0 | 6.500 | 3.732 | 3.732 | 3.732 | 0 |
nvt. | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Schadeherstel | 592.904 | 979.458 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
nvt. | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Schadeherstel | 0 | 0 | 1.165.844 | 1.233.056 | 396.950 | 245.693 | 200.693 |
nvt. | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Subsidies (regelingen) | 46.612 | 81.202 | 143.151 | 169.833 | 0 | 0 | 0 |
13.5.0.5.6 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Duurzaam herstel | 0 | 14.078 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.2.1.10 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Duurzaam herstel | 0 | 0 | 143.151 | 169.833 | 0 | 0 | 0 |
13.5.0.5.1 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Waardevermeerderingsregeling | 46.612 | 67.124 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.2.1.11 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Waardevermeerderingsregeling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
nvt. | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Bijdrage aan medeoverheden | 4.400 | 7.264 | 7.264 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 0 |
13.5.0.85.1 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | MKB-programma | 4.400 | 7.264 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.2.14.40 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | MKB-programma | 0 | 0 | 7.264 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 0 |
nvt. | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Bijdrage aan agentschappen | 229.986 | 275.092 | 229.107 | 210.956 | 91.290 | 87.222 | 78.304 |
13.5.0.65.9 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Bijdrage aan bestuur Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) | 2.570 | 2.570 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.2.17.70 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Bijdrage aan bestuur IMG | 0 | 0 | 2.570 | 2.570 | 2.491 | 2.405 | 2.405 |
13.5.0.65.1 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Bijdrage RVO.nl | 227.416 | 272.522 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.2.17.71 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Bijdrage RVO | 0 | 0 | 226.537 | 208.386 | 88.799 | 84.817 | 75.899 |
nvt. | U | Een veilig Groningen met Perspectief | (Schade)vergoeding | 311.906 | 615.900 | 786.322 | 847.267 | 300.660 | 153.471 | 122.389 |
13.5.0.50.4 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Commissie Bijzondere Situaties | 1.527 | 3.231 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.2.21.90 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Commissie Bijzondere Situaties | 0 | 0 | 3.106 | 3.106 | 3.106 | 3.106 | 0 |
13.5.0.50.5 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Herbeoordeling waardedaling | 21.150 | 522 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.2.21.91 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Herbeoordeling waardedaling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
13.5.0.50.13 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Knelpunten IMG (PEGA) | 0 | 35.453 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.2.21.92 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Knelpunten IMG | 0 | 0 | 15.453 | 10.453 | 5.302 | 5.151 | 0 |
13.5.0.50.1 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Vergoeding fysieke schade | 167.744 | 424.479 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.2.21.94 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Vergoeding fysieke schade | 0 | 0 | 729.226 | 826.196 | 292.252 | 145.214 | 122.389 |
13.5.0.50.3 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Vergoeding immateriële schade | 100.620 | 88.215 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.2.21.95 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Vergoeding immateriële schade | 0 | 0 | 22.537 | 7.512 | 0 | 0 | 0 |
13.5.0.50.2 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Vergoeding waardedaling | 20.865 | 64.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.2.21.96 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Vergoeding waardedaling | 0 | 0 | 16.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
nvt. | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Versterken en perspectief | 1.153.906 | 1.365.360 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
nvt. | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Versterken en perspectief | 0 | 0 | 1.644.275 | 1.138.838 | 729.958 | 691.565 | 17.000 |
nvt. | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Subsidies (regelingen) | 513.178 | 94.008 | 59.978 | 32.406 | 30.460 | 13.460 | 9.000 |
13.5.0.5.9 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Diverse subsidies versterken | 151.202 | 63.387 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.3.1.10 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Diverse subsidies versterken | 0 | 0 | 22.360 | 1.865 | 420 | 420 | 0 |
13.5.0.5.14 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Economische bedrijvigheid | 0 | 10.693 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.3.1.11 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Economische bedrijvigheid | 0 | 27.540 | 27.540 | 27.540 | 10.540 | 9.000 | |
13.5.0.5.2 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Geestelijke bijstand | 574 | 550 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.3.1.12 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Geestelijke bijstand | 0 | 0 | 550 | 486 | 0 | 0 | 0 |
13.5.0.5.12 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Nieuwbouwregeling | 2.766 | 4.930 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.3.1.14 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Nieuwbouwregeling | 0 | 0 | 4.930 | 0 | 0 | 0 | 0 |
13.5.0.5.10 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Subsidieregelingen bestuurlijke afspraken | 203.833 | 7.914 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.3.1.15 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Subsidieregelingen bestuurlijke afspraken | 0 | 0 | 1.748 | 0 | 0 | 0 | 0 |
13.5.0.5.15 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Uitbreiding bereik woningsverbeteringssubsidie | 153.000 | 4.854 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.3.1.16 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Uitbreiding bereik woningsverbeteringssubsidie | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
13.5.0.5.8 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Woonbedrijf | 1.330 | 1.330 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.3.1.17 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Woonbedrijf | 0 | 0 | 2.500 | 2.515 | 2.500 | 2.500 | 0 |
13.5.0.5.11 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Huurderscompensatie | 473 | 350 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.3.1.13 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Huurderscompensatie NAM | 0 | 0 | 350 | 0 | 0 | 0 | 0 |
nvt. | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Opdrachten | 385.181 | 695.187 | 1.010.527 | 826.127 | 455.792 | 534.710 | 0 |
13.5.0.50.15 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Duurzaam herstel | 0 | 1.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.3.3.30 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Duurzaam herstel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
13.5.0.50.11 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Knelpunten NCG (BA) | 4.915 | 23.642 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.3.3.31 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Knelpunten NCG | 0 | 0 | 20.000 | 20.000 | 3.750 | 0 | 0 |
13.5.0.55.13 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Vastgelopen dossiers | 2.185 | 3.500 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.3.3.32 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Vastgelopen situaties | 0 | 0 | 3.500 | 0 | 0 | 0 | 0 |
13.5.0.55.14 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Verduurzaming bij versterken | 33 | 28.967 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.3.3.33 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Verduurzaming bij versterken | 0 | 0 | 29.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
13.5.0.55.10 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Versterken industrie | 101 | 241 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.3.3.34 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Versterken industrie | 0 | 0 | 241 | 0 | 0 | 0 | 0 |
13.5.0.55.8 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Versterkingsoperatie | 377.947 | 637.837 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.3.3.35 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Versterkingsoperatie | 0 | 0 | 957.786 | 806.127 | 452.042 | 534.710 | 0 |
nvt. | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Bijdrage aan medeoverheden | 236.820 | 386.390 | 395.956 | 276.471 | 241.372 | 143.395 | 8.000 |
13.5.0.85.4 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Clustering en gebiedsfonds | 93.782 | 96.640 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.3.14.40 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Clustering en gebiedsfonds | 0 | 0 | 89.741 | 80.468 | 68.256 | 40.556 | 0 |
13.5.0.85.3 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Compensatie gemeenten en provincie | 35.670 | 114.766 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.3.14.41 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Compensatie gemeenten en provincie | 0 | 0 | 69.300 | 18.800 | 18.200 | 17.700 | 0 |
13.5.0.85.10 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Erfgoedprogramma | 0 | 13.320 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.3.14.42 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Erfgoedprogramma | 0 | 0 | 15.320 | 16.820 | 14.020 | 13.520 | 0 |
13.5.0.85.7 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Knelpunten gemeenten sociaal domein | 0 | 14.400 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.3.14.43 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Knelpunten gemeenten sociaal domein | 0 | 0 | 14.400 | 14.400 | 0 | 0 | 0 |
13.5.0.85.8 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Leefbaarheid en wijkontwikkeling | 0 | 20.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.3.14.44 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Leefbaarheid en wijkontwikkeling | 0 | 0 | 60.000 | 60.000 | 60.000 | 0 | 0 |
13.0.5.85.2 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Nationaal Programma Groningen | 100.284 | 98.306 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.3.14.45 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Nationaal Programma Groningen | 0 | 0 | 81.037 | 66.383 | 65.296 | 63.119 | 0 |
13.5.0.85.6 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | NCG bijdrage aan medeoverheden | 500 | 6.700 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.3.14.46 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | NCG bijdrage aan medeoverheden | 0 | 0 | 500 | 0 | 0 | 0 | 0 |
13.5.0.85.5 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Sociaal-emotionele ondersteuning door gemeenten | 6.584 | 7.158 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.3.14.47 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Sociaal-emotionele ondersteuning door gemeenten | 0 | 0 | 8.858 | 9.800 | 9.800 | 8.500 | 8.000 |
13.5.0.85.9 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Sociale agenda | 0 | 15.100 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.3.14.48 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Sociale agenda | 0 | 0 | 56.800 | 9.800 | 5.800 | 0 | 0 |
nvt. | U | Een veilig Groningen met Perspectief | (Schade)vergoeding | 18.727 | 189.775 | 177.814 | 3.834 | 2.334 | 0 | 0 |
13.5.0.55.15 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Duurzaam herstel | 0 | 8.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.3.21.90 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Duurzaam herstel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
13.5.0.50.11 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Knelpunten NCG (BA) | 3.081 | 5.084 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.3.21.91 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Knelpunten NCG | 0 | 0 | 1.500 | 1.500 | 0 | 0 | 0 |
13.5.0.50.10 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Vergoeding schade door versterkingsmaatregelen | 8.311 | 63.450 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.3.21.94 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Vergoeding schade door versterkingsmaatregelen | 0 | 0 | 63.305 | 0 | 0 | 0 | 0 |
13.5.0.50.14 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Versterken in eigen beheer | 1.720 | 111.650 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.3.21.95 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Versterken in eigen beheer | 0 | 0 | 111.650 | 0 | 0 | 0 | 0 |
13.5.0.50.12 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Versterken industrie | 99 | 1.359 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.3.21.96 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Versterken industrie | 0 | 0 | 1.359 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.15.3.21.93 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Vergoeding zelf aangebrachte voorzieningen | 5.516 | 232 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
13.5.0.50.9 | U | Een veilig Groningen met Perspectief | Vergoeding zelf aangebrachte voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 2.334 | 2.334 | 0 | 0 |
13.5.0.5.3.0 | O | Een veilig Groningen met Perspectief | Ontvangsten | 186.894 | 1.526.872 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
13.5.0.5.3.0 | O | Een veilig Groningen met Perspectief | Ontvangsten | 0 | 0 | 1.532.265 | 1.934.977 | 1.719.647 | 791.871 | 694.463 |
13.5.0.5.3.1 | O | Een veilig Groningen met Perspectief | Ontvangsten NAM fysieke schade | 0 | 450.418 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
13.5.0.5.3.2 | O | Een veilig Groningen met Perspectief | Ontvangsten NAM uitvoeringskosten schade | 236 | 398.998 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
13.5.0.5.3.8 | O | Een veilig Groningen met Perspectief | Ontvangsten NAM waardedaling | 118 | 60.747 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
13.5.0.5.3.9 | O | Een veilig Groningen met Perspectief | Ontvangsten NAM immateriële schade | 17 | 159.572 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
13.5.0.5.3.11 | O | Een veilig Groningen met Perspectief | Ontvangsten NAM versterken industrie | 359 | 3.073 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
13.5.0.5.3.12 | O | Een veilig Groningen met Perspectief | Diverse ontvangsten | 39.725 | 4.145 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
13.5.0.5.3.14 | O | Een veilig Groningen met Perspectief | Ontvangsten NAM versterkingsoperatie | 146.439 | 389.183 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
13.5.0.5.3.15 | O | Een veilig Groningen met Perspectief | Nationaal Programma Groningen (bijdrage NAM) | 0 | 50.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
13.5.0.5.3.16 | O | Een veilig Groningen met Perspectief | Ontvangsten NAM Nieuwbouwregeling | 0 | 6.665 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
13.5.0.5.3.17 | O | Een veilig Groningen met Perspectief | Ontvangsten NAM juridische bijstand | 0 | 4.071 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Niet-beleidsartikelen | ||||||||||
13.40.0.0 | V | Algemene bedrijfsvoering | Verplichtingen | 151.895 | 99.238 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.11.0.0 | V | Apparaat Kerndepartement | Verplichtingen | 0 | 0 | 189.086 | 143.435 | 94.058 | 63.863 | 0 |
13.40.0.0 | U | Algemene bedrijfsvoering | Uitgaven | 151.895 | 99.238 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.11.0.0 | U | Apparaat Kerndepartement | Uitgaven | 0 | 0 | 189.086 | 143.435 | 94.058 | 63.863 | 0 |
13.40.1.1 | U | Eigen personeel | Eigen personeel | 119.501 | 82.359 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.11.1.7.1 | U | Eigen personeel | Eigen personeel | 0 | 0 | 62.391 | 45.615 | 27.449 | 16.302 | 0 |
7.11.1.7.2 | U | Inhuur externen | Inhuur externen | 0 | 0 | 106.164 | 77.619 | 46.708 | 27.740 | 0 |
7.11.1.7.3 | U | Overige personele uitgaven | Overige personele uitgaven | 0 | 0 | 727 | 532 | 320 | 190 | 0 |
13.40.2.4 | U | Overige materiële uitgaven | Overige materiële uitgaven | 32.394 | 16.879 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.11.1.8.4 | U | Bijdrage SSO's | Bijdrage SSO's | 0 | 0 | 47 | 47 | 47 | 47 | 0 |
7.11.1.8.5 | U | ICT | ICT | 0 | 0 | 7.736 | 7.684 | 7.649 | 7.669 | 0 |
7.11.1.8.6 | U | Overige materiële uitgaven | Overige materiële uitgaven | 0 | 0 | 7.279 | 7.229 | 7.197 | 7.215 | 0 |
7.11.1.17.70 | U | Bijdrage aan DICTU | Bijdrage aan DICTU | 0 | 0 | 4.742 | 4.709 | 4.688 | 4.700 | 0 |
13.40.0.5 | O | NCG | NCG | 46.575 | 117.028 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.11.99.0.0 | O | Ontvangsten | Ontvangsten | 0 | 0 | 176.319 | 168.873 | 128.354 | 84.534 | 57.746 |
Dit betreft de conversietabel tussen de begroting van BZK en de begroting van VRO.
Begrotingsnummers | Verplichting, uitgaven ontvangst | Artikelnaam | Omschrijving | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
Totalen | ||||||||||
VII | V | Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Verplichtingen | 7.863.115 | 10.023.618 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII | V | Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening | Verplichtingen | 0 | 0 | 9.765.714 | 9.186.578 | 9.476.131 | 9.284.568 | 9.432.491 |
VII | U | Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Uitgave | 7.710.946 | 9.364.543 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII | U | Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening | Uitgave | 0 | 0 | 9.387.116 | 9.275.239 | 9.489.615 | 9.293.718 | 9.383.527 |
VII | O | Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Ontvangsten | 947.469 | 921.068 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII | O | Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening | Ontvangsten | 0 | 0 | 483.899 | 478.670 | 467.427 | 468.062 | 463.559 |
Beleidsartikelen | ||||||||||
VII.3 | V | Woningmarkt | Verplichtingen | 6.150.237 | 7.455.157 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1 | V | Woningmarkt | Verplichtingen | 0 | 0 | 7.951.614 | 8.167.988 | 8.326.296 | 8.322.010 | 8.484.543 |
VII.3 | U | Woningmarkt | Uitgaven | 6.202.031 | 7.172.647 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1 | U | Woningmarkt | Uitgaven | 0 | 0 | 7.234.191 | 7.981.189 | 8.271.856 | 8.262.510 | 8.405.943 |
VII.3.1 | U | Woningmarkt | Woningmarkt | 4.751.121 | 6.036.115 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.1 | U | Woningmarkt | Woningmarkt | 0 | 0 | 6.473.306 | 6.971.953 | 7.174.385 | 7.379.863 | 7.588.187 |
VII.3.1.1 | U | Woningmarkt | Subsidies (regelingen) | 28.820 | 109.201 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.1.1 | U | Woningmarkt | Subsidies (regelingen) | 0 | 0 | 60.261 | 31.026 | 5.726 | 4.225 | 6.526 |
VII.3.1.1.11 | U | Woningmarkt | Bevordering eigen woningbezit | 2.971 | 9.700 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.1.1.11 | U | Woningmarkt | Bevordering eigen woningbezit | 0 | 0 | 5.600 | 500 | 0 | 0 | 0 |
VII.3.1.1.14 | U | Woningmarkt | Ouderenhuisvesting | 10.032 | 20.076 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.1.1.12 | U | Woningmarkt | Ouderenhuisvesting | 0 | 0 | 9.489 | 25.104 | 1.500 | 0 | 2.300 |
VII.3.1.1.16 | U | Woningmarkt | Woningmarkt | 14.257 | 8.172 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.1.1.15 | U | Woningmarkt | Woningmarkt | 0 | 0 | 5.028 | 4.338 | 4.226 | 4.225 | 4.226 |
VII.1.2.1.17 | U | Openbaar bestuur en democratie | Weerbaar bestuur | 1.384 | 1.209 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.1.1.16 | U | Woningmarkt | Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid | 0 | 0 | 1.364 | 1.084 | 0 | 0 | 0 |
VII.3.1.1.1 | U | Woningmarkt | Betaalbare Koopwoningen Starters | 0 | 70.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.1.1.10 | U | Woningmarkt | Betaalbare Koopwoningen Starters | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.3.1.1.13 | U | Woningmarkt | Stimuleringsmiddelen wooncoöperaties | 176 | 44 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.1.1.14 | U | Woningmarkt | Stimuleringsmiddelen wooncoöperaties | 0 | 0 | 38.780 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.3.1.3 | U | Woningmarkt | Opdrachten | 56.451 | 88.708 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.1.3 | U | Woningmarkt | Opdrachten | 0 | 0 | 4.897 | 5.101 | 4.087 | 4.084 | 4.086 |
VII.3.1.3.34 | U | Woningmarkt | Woningmarkt | 6.219 | 5.507 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.1.3.31 | U | Woningmarkt | Woningmarkt | 0 | 0 | 3.838 | 4.044 | 4.087 | 4.084 | 4.086 |
VII.1.2.3.35 | U | Openbaar bestuur en democratie | Weerbaar bestuur | 267 | 2.051 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.1.3.33 | U | Woningmarkt | Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid | 0 | 0 | 1.059 | 1.057 | 0 | 0 | 0 |
VII.3.1.3.30 | U | Woningmarkt | WSW risicovoorziening | 61 | 11.078 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.1.3.32 | U | Woningmarkt | WSW risicovoorziening | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.3.1.3.33 | U | Woningmarkt | NHG risicovoorziening | 49.904 | 70.072 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.1.3.30 | U | Woningmarkt | NHG risicovoorziening | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.3.1.5 | U | Woningmarkt | Inkomensoverdrachten | 4.592.512 | 5.688.825 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.1.5 | U | Woningmarkt | Inkomensoverdrachten | 0 | 0 | 6.134.045 | 6.823.290 | 7.058.810 | 7.265.130 | 7.470.230 |
VII.3.1.5.95 | U | Woningmarkt | Huurtoeslag | 4.592.512 | 5.688.825 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.1.5.95 | U | Woningmarkt | Huurtoeslag | 0 | 0 | 6.134.045 | 6.823.290 | 7.058.810 | 7.265.130 | 7.470.230 |
VII.3.1.13 | U | Woningmarkt | Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 3.377 | 3.621 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.1.13 | U | Woningmarkt | Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 0 | 0 | 3.612 | 3.601 | 3.583 | 3.577 | 3.582 |
VII.3.1.13.61 | U | Woningmarkt | Woningmarkt | 3.377 | 3.621 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.1.13.60 | U | Woningmarkt | Woningmarkt | 0 | 0 | 3.612 | 3.601 | 3.583 | 3.577 | 3.582 |
VII.3.1.14 | U | Woningmarkt | Bijdrage aan medeoverheden | 53.941 | 115.771 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.1.14 | U | Woningmarkt | Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 0 | 247.864 | 91.060 | 88.140 | 88.620 | 89.620 |
VII.3.1.14.43 | U | Woningmarkt | Caribisch Nederland | 0 | 9.100 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.1.14.40 | U | Woningmarkt | Caribisch Nederland | 0 | 0 | 10.900 | 11.100 | 12.200 | 13.200 | 14.200 |
VII.3.1.14.41 | U | Woningmarkt | Grote gezinnen | 1.283 | 3.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.1.14.41 | U | Woningmarkt | Grote gezinnen | 0 | 0 | 4.000 | 3.600 | 0 | 0 | 0 |
VII.3.1.14.44 | U | Woningmarkt | Opvang Evacuees | 0 | 1.063 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.1.14.42 | U | Woningmarkt | Opvang Evacuees | 0 | 0 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 |
VII.3.1.14.42 | U | Woningmarkt | Uitvoeringskosten Wetsvoorstellen Regie en Betaalbare Huur | 0 | 1.192 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.1.14.43 | U | Woningmarkt | Uitvoeringskosten Wetsvoorstellen Regie en Betaalbare Huur | 0 | 0 | 133.179 | 74.860 | 74.440 | 73.920 | 73.920 |
VII.1.2.14.40 | U | Openbaar bestuur en democratie | Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid | 52.658 | 101.416 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.1.14.44 | U | Woningmarkt | Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid | 0 | 0 | 98.285 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.3.1.17 | U | Woningmarkt | Bijdrage aan agentschappen | 14.945 | 28.514 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.1.17 | U | Woningmarkt | Bijdrage aan agentschappen | 0 | 0 | 21.168 | 16.423 | 12.885 | 13.076 | 12.990 |
VII.3.1.17.70 | U | Woningmarkt | Dienst van de Huurcommissie | 14.794 | 28.514 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.1.17.70 | U | Woningmarkt | Dienst van de Huurcommissie | 0 | 0 | 17.958 | 12.963 | 12.500 | 12.603 | 12.603 |
VII.3.1.17.72 | U | Woningmarkt | RVO (Uitvoeringskosten BEW) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.1.17.71 | U | Woningmarkt | RVO (Uitvoeringskosten BEW) | 0 | 0 | 3.210 | 3.460 | 385 | 473 | 387 |
VII.3.1.17.74 | U | Woningmarkt | Diverse bijdragen | 151 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
nvt. | U | Woningmarkt | Diverse bijdragen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.3.1.20 | U | Woningmarkt | Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 1.075 | 1.475 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.1.20 | U | Woningmarkt | Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 1.459 | 1.452 | 1.154 | 1.151 | 1.153 |
VII.3.1.20.20 | U | Woningmarkt | Financiën (IXB) | 0 | 356 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.1.20.20 | U | Woningmarkt | Financiën (IXB) | 0 | 0 | 349 | 346 | 53 | 52 | 53 |
VII.3.1.20.21 | U | Woningmarkt | Infrastructuur en Waterstaat (XII) | 1.075 | 1.119 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.1.20.21 | U | Woningmarkt | Infrastructuur en Waterstaat (XII) | 0 | 0 | 1.110 | 1.106 | 1.101 | 1.099 | 1.100 |
VII.3.3 | U | Woningmarkt | Woningbouw | 1.450.910 | 1.136.532 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.2 | U | Woningmarkt | Woningbouw | 0 | 0 | 760.885 | 1.009.236 | 1.097.471 | 882.647 | 817.756 |
VII.3.3.1 | U | Woningmarkt | Subsidies (regelingen) | 650 | 2.701 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.2.1 | U | Woningmarkt | Subsidies (regelingen) | 0 | 0 | 25.045 | 25.000 | 25.000 | 25.000 | 25.000 |
VII.3.3.1.10 | U | Woningmarkt | Woningbouw | 650 | 2.701 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.2.1.12 | U | Woningmarkt | Woningbouw | 0 | 0 | 45 | 0 | 0 | 0 | 0 |
nvt. | U | Woningmarkt | Opschalen Woningbouw | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.2.1.13 | U | Woningmarkt | Opschalen Woningbouw | 0 | 0 | 25.000 | 25.000 | 25.000 | 25.000 | 25.000 |
VII.3.3.2 | U | Woningmarkt | Garanties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.2.2 | U | Woningmarkt | Garanties | 0 | 0 | 153.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.3.3.2.97 | U | Woningmarkt | Doorbouwgarantie | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.2.2.96 | U | Woningmarkt | Doorbouwgarantie | 0 | 0 | 153.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.3.3.3 | U | Woningmarkt | Opdrachten | 16.298 | 17.696 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.2.3 | U | Woningmarkt | Opdrachten | 0 | 0 | 15.714 | 25.315 | 26.604 | 27.350 | 22.250 |
VII.3.3.3.34 | U | Woningmarkt | Grootschalige woningbouwgebieden | 100 | 318 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.2.3.30 | U | Woningmarkt | Grootschalige woningbouwgebieden | 0 | 0 | 318 | 959 | 1.059 | 0 | 0 |
VII.3.3.3.31 | U | Woningmarkt | Volkshuisvestingsfonds | 403 | 1.365 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.2.3.33 | U | Woningmarkt | Volkshuisvestingsfonds | 0 | 0 | 59 | 56 | 0 | 0 | 0 |
VII.3.3.3.32 | U | Woningmarkt | Woningbouw | 2.317 | 1.708 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.2.3.34 | U | Woningmarkt | Woningbouw | 0 | 0 | 3.537 | 2.000 | 1.995 | 0 | 0 |
VII.3.3.3.30 | U | Woningmarkt | Woningbouwimpuls | 231 | 125 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.2.3.35 | U | Woningmarkt | Woningbouwimpuls | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.3.3.3.33 | U | Woningmarkt | Tijdelijke uitvoeringsorganisatie | 13.247 | 8.180 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.2.3.31 | U | Woningmarkt | Tijdelijke uitvoeringsorganisatie | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.3.3.3.36 | U | Woningmarkt | Uitvoeringskracht woningbouw | 0 | 6.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.2.3.32 | U | Woningmarkt | Uitvoeringskracht woningbouw | 0 | 0 | 11.800 | 22.300 | 23.550 | 27.350 | 22.250 |
VII.3.3.12 | U | Woningmarkt | Storting/onttrekking begrotingsreserve | 138.100 | 122.288 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.2.12 | U | Woningmarkt | Storting/onttrekking begrotingsreserve | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.3.3.12.97 | U | Woningmarkt | Herplaatsingsgarantie | 138.100 | 122.288 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.2.12.97 | U | Woningmarkt | Herplaatsingsgarantie | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.3.3.13 | U | Woningmarkt | Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 96 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.2.13 | U | Woningmarkt | Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.3.3.13.60 | U | Woningmarkt | CBS | 96 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.2.13.60 | U | Woningmarkt | CBS | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.3.3.14 | U | Woningmarkt | Bijdrage aan medeoverheden | 1.168.034 | 911.518 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.2.14 | U | Woningmarkt | Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 0 | 534.565 | 935.439 | 1.026.944 | 819.100 | 758.700 |
VII.3.3.14.46 | U | Woningmarkt | Grootschalige woningbouwgebieden | 399.998 | 61.371 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.2.14.42 | U | Woningmarkt | Grootschalige woningbouwgebieden | 0 | 0 | 274.838 | 340.000 | 440.000 | 188.000 | 100.000 |
VII.3.3.14.50 | U | Woningmarkt | Versnelling huisvesting | 10.959 | 131.552 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.2.14.48 | U | Woningmarkt | Versnelling huisvesting | 0 | 0 | 90.882 | 54.749 | 15.444 | 0 | 0 |
VII.3.3.14.56 | U | Woningmarkt | Vestigingsklimaat | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.2.14.49 | U | Woningmarkt | Vestigingsklimaat | 0 | 0 | 68.750 | 78.750 | 40.000 | 25.000 | 0 |
VII.3.3.14.42 | U | Woningmarkt | Volkshuisvestingsfonds | 262.892 | 293.996 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.2.14.50 | U | Woningmarkt | Volkshuisvestingsfonds | 0 | 0 | 45 | 40 | 0 | 0 | 0 |
VII.3.3.14.40 | U | Woningmarkt | Flexpools | 8.450 | 41.852 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.2.14.41 | U | Woningmarkt | Flexpools | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.3.3.14.41 | U | Woningmarkt | Woningbouwimpuls | 105.659 | 305.984 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.2.14.52 | U | Woningmarkt | Woningbouwimpuls | 0 | 0 | 100.050 | 100.000 | 90.000 | 90.000 | 90.000 |
VII.3.3.14.44 | U | Woningmarkt | Opvang Evacuees | 34.925 | 165 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.2.14.44 | U | Woningmarkt | Opvang Evacuees | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.3.3.14.45 | U | Woningmarkt | Woondeals | 8.772 | 10.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.2.14.53 | U | Woningmarkt | Woondeals | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.3.3.14.51 | U | Woningmarkt | Overlooplocaties | 40.320 | 46.520 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.2.14.45 | U | Woningmarkt | Overlooplocaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.3.3.14.54 | U | Woningmarkt | Start-bouwimpuls | 296.059 | 78 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.2.14.46 | U | Woningmarkt | Start-bouwimpuls | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.3.3.14.55 | U | Woningmarkt | Studentenwoningenstartbouwimpuls | 0 | 20.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.2.14.47 | U | Woningmarkt | Studentenwoningenstartbouwimpuls | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
nvt. | U | Woningmarkt | Realisatiestimulans | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.2.14.54 | U | Woningmarkt | Realisatiestimulans | 0 | 0 | 0 | 361.900 | 441.500 | 516.100 | 568.700 |
VII.3.3.17 | U | Woningmarkt | Bijdrage aan agentschappen | 127.732 | 82.329 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.2.17 | U | Woningmarkt | Bijdrage aan agentschappen | 0 | 0 | 32.561 | 23.482 | 18.923 | 11.197 | 11.806 |
VII.3.3.17.73 | U | Woningmarkt | Grootschalige Rijksprojecten | 0 | 11.104 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.2.17.70 | U | Woningmarkt | Grootschalige Rijksprojecten | 0 | 0 | 17.871 | 17.139 | 17.332 | 9.606 | 10.109 |
VII.3.3.17.72 | U | Woningmarkt | RVB | 127.605 | 65.909 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.2.17.71 | U | Woningmarkt | RVB | 0 | 0 | 9.600 | 4.900 | 0 | 0 | 0 |
VII.3.3.17.71 | U | Woningmarkt | RVO | 127 | 5.316 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.2.17.72 | U | Woningmarkt | RVO | 0 | 0 | 5.090 | 1.443 | 1.591 | 1.591 | 1.697 |
VII.3.99.0.0 | O | Woningmarkt | Ontvangsten | 527.254 | 620.872 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.1.99.0.0 | O | Woningmarkt | Ontvangsten | 0 | 0 | 372.000 | 376.935 | 367.390 | 368.075 | 363.572 |
VII.4 | V | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Verplichtingen | 1.094.665 | 1.791.406 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2 | V | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Verplichtingen | 0 | 0 | 1.212.738 | 696.930 | 809.316 | 612.071 | 553.117 |
VII.4 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Uitgaven | 1.017.585 | 1.474.841 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Uitgaven | 0 | 0 | 1.487.050 | 844.903 | 877.240 | 680.721 | 582.753 |
VII.4.1 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Energietransitie en duurzaamheid | 1.003.762 | 1.452.526 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Energietransitie en duurzaamheid | 0 | 0 | 1.444.687 | 806.652 | 852.506 | 658.588 | 573.390 |
VII.4.1.1 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Subsidies (regelingen) | 357.212 | 529.377 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.1 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Subsidies (regelingen) | 0 | 0 | 722.728 | 609.613 | 716.360 | 558.381 | 475.898 |
VII.4.1.1.12 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Energiebesparing Koopsector | 11.815 | 22.050 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.1.11 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Energiebesparing Koopsector | 0 | 0 | 22.100 | 20.000 | 38.300 | 35.000 | 40.000 |
VII.4.1.1.17 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Energietransitie en duurzaamheid | 30.041 | 26.077 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.1.12 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Energietransitie en duurzaamheid | 0 | 0 | 21.189 | 10.788 | 12.057 | 8.576 | 8.630 |
VII.4.1.1.14 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Kennis- en innovatieprogramma bouwproductie stikstof | 6.590 | 3.700 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.1.13 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Kennis- en innovatieprogramma bouwproductie stikstof | 0 | 0 | 3.000 | 2.000 | 0 | 0 | 0 |
VII.4.1.1.25 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Maatschappelijk vastgoed fonds | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.1.14 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Maatschappelijk vastgoed fonds | 0 | 0 | 49.910 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.4.1.1.23 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Nationaal Groeifonds | 4.351 | 27.646 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.1.15 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Nationaal Groeifonds | 0 | 0 | 26.977 | 11.879 | 6.442 | 0 | 0 |
VII.4.1.1.11 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Nationaal Isolatie Programma | 0 | 227 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.1.16 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Nationaal Isolatie Programma | 0 | 0 | 26.227 | 980 | 980 | 980 | 980 |
VII.4.1.1.26 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Ontzorgen Vereniging van Eigenaren | 0 | 1.373 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.1.17 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Ontzorgen Vereniging van Eigenaren | 0 | 0 | 6.258 | 7.259 | 5.730 | 5.303 | 3.072 |
VII.4.1.1.19 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Renovatieversneller | 2.839 | 24.198 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.1.18 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Renovatieversneller | 0 | 0 | 33.290 | 26.073 | 11.250 | 9.000 | 0 |
VII.4.1.1.20 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | SAH | 9.322 | 12.800 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.1.19 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | SAH | 0 | 0 | 30.000 | 22.000 | 39.500 | 29.500 | 5.000 |
VII.4.1.1.10 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Subsidie verduurzaming en onderhoud huurwoningen | 2.257 | 7.670 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.1.20 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Subsidie verduurzaming en onderhoud huurwoningen | 0 | 0 | 17.203 | 20.521 | 45.396 | 41.091 | 17.761 |
VII.4.1.1.15 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed | 131.801 | 310.636 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.11.21 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed | 0 | 0 | 374.274 | 375.813 | 418.405 | 316.631 | 288.155 |
VII.4.1.1.21 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Warmtefonds | 155.390 | 93.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.1.22 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Warmtefonds | 0 | 0 | 112.300 | 112.300 | 138.300 | 112.300 | 112.300 |
VII.4.1.1.13 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Energiebesparing Huursector | 1.006 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
nvt. | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Energiebesparing Huursector | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.4.1.1.24 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Biobased Bouwen | 1.800 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.1.10 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Biobased Bouwen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.4.1.3 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Opdrachten | 2.950 | 7.617 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.3 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Opdrachten | 0 | 0 | 4.068 | 1.400 | 0 | 3.200 | 3.200 |
VII.4.1.3.32 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Energietransitie en duurzaamheid | 2.361 | 4.499 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.3.30 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Energietransitie en duurzaamheid | 0 | 0 | 2.600 | 1.400 | 0 | 3.200 | 3.200 |
VII.4.1.3.30 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie | 589 | 3.118 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.3.31 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie | 0 | 0 | 1.468 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.4.1.13 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 1.967 | 338 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.13 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 0 | 0 | 226 | 84 | 0 | 0 | 0 |
VII.4.1.13.61 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Energietransitie en duurzaamheid | 1.967 | 338 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.13.60 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Energietransitie en duurzaamheid | 0 | 0 | 226 | 84 | 0 | 0 | 0 |
VII.4.1.14 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Bijdrage aan medeoverheden | 608.024 | 859.541 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.14 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 0 | 623.336 | 12.808 | 14.197 | 9.849 | 515 |
VII.4.1.14.47 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie | 12.071 | 11.800 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.14.41 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie | 0 | 0 | 9.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.4.1.14.44 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | NIP (Lokale aanpak woningisolatie) | 361.286 | 722.922 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.14.42 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | NIP (Lokale aanpak woningisolatie) | 0 | 0 | 472.733 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.4.1.14.48 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | NIP (Soortenmanagement) | 47.061 | 58.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.14.43 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | NIP (Soortenmanagement) | 0 | 0 | 9.434 | 281 | 186 | 0 | 0 |
VII.4.1.14.49 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Verduurzaming Groningen en Noord-Drenthe | 0 | 4.500 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.14.46 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Verduurzaming Groningen en Noord-Drenthe | 0 | 0 | 131.154 | 12.027 | 0 | 0 | 0 |
VII.4.1.14.46 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed | 0 | 60.062 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.14.47 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed | 0 | 0 | 1.015 | 500 | 14.011 | 9.849 | 515 |
VII.4.1.14.43 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Ventilatie in scholen | 210 | 1.282 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.14.45 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Ventilatie in scholen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.4.1.14.45 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Ondersteuning aanpak energiearmoede | 181.109 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.14.44 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Ondersteuning aanpak energiearmoede | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.4.1.14.50 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Nationaal Groeifonds | 6.287 | 975 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.14.40 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Nationaal Groeifonds | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.4.1.17 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Bijdrage aan agentschappen | 33.609 | 54.058 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.17 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Bijdrage aan agentschappen | 0 | 0 | 62.471 | 30.460 | 21.600 | 25.304 | 27.275 |
VII.4.1.17.70 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | ILT (Handhaving Energielabel) | 8 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.14.72 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | ILT (Handhaving Energielabel) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.4.1.17.72 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | RVO (Uitvoering Energieakkoord) | 106 | 2.084 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.17.77 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | RVO (Uitvoering Energieakkoord) | 0 | 0 | 9.341 | 12.555 | 10.059 | 10.471 | 9.942 |
VII.4.1.17.73 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Dienst Publiek en Communicatie | 112 | 2.100 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.17.70 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Dienst Publiek en Communicatie | 0 | 0 | 1.803 | 1.760 | 1.760 | 1.760 | 1.760 |
VII.4.1.17.75 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | RVO (Energietransitie en duurzaamheid) | 27.769 | 37.681 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.17.76 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | RVO (Energietransitie en duurzaamheid) | 0 | 0 | 16.677 | 11.095 | 6.931 | 6.823 | 6.823 |
VII.4.1.17.76 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | RVB | 3.929 | 9.240 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.17.75 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | RVB | 0 | 0 | 20.850 | 5.050 | 2.850 | 6.250 | 8.750 |
VII.4.1.17.77 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed | 1.644 | 2.952 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.17.79 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed | 0 | 0 | 13.800 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.4.1.17.78 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Nationaal Groeifonds | 41 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.17.74 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Nationaal Groeifonds | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.4.1.20 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 0 | 1.595 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.20 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 31.858 | 152.287 | 100.349 | 61.854 | 66.502 |
VII.4.1.20.23 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | EGO (innovatie) | 0 | 1.595 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.20.20 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | EGO (innovatie) | 0 | 0 | 5.519 | 20.614 | 25.059 | 17.644 | 19.294 |
VII.4.1.20.25 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Handhaving energielabel C | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.20.21 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Handhaving energielabel C | 0 | 0 | 0 | 1.600 | 1.600 | 1.600 | 1.600 |
VII.4.1.20.26 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Uitfaseren van slechte labels | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.20.23 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Uitfaseren van slechte labels | 0 | 0 | 1.000 | 1.000 | 0 | 0 | 0 |
VII.4.1.20.22 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.20.24 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed | 0 | 0 | 25.339 | 129.073 | 73.690 | 42.610 | 45.608 |
VII.4.2 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Bouwregelgeving en bouwkwaliteit | 13.823 | 22.315 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Bouwregelgeving en bouwkwaliteit | 0 | 0 | 42.363 | 38.251 | 24.734 | 22.133 | 9.363 |
VII.4.2.1 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Subsidies (regelingen) | 11.105 | 17.607 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.1 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Subsidies (regelingen) | 0 | 0 | 17.397 | 12.998 | 3.356 | 2.255 | 2.280 |
VII.4.2.1.10 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Biobased bouwen | 0 | 8.958 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.1.10 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Biobased bouwen | 0 | 0 | 13.212 | 10.738 | 1.101 | 0 | 0 |
VII.4.2.1.11 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Bouwregelgeving en bouwkwaliteit | 11.105 | 8.649 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.1.11 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Bouwregelgeving en bouwkwaliteit | 0 | 0 | 4.185 | 2.260 | 2.255 | 2.255 | 2.280 |
VII.4.2.3 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Opdrachten | 1.188 | 4.708 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.3 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Opdrachten | 0 | 0 | 8.548 | 8.937 | 5.075 | 3.575 | 4.780 |
VII.4.2.3.31 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Bouwregelgeving en bouwkwaliteit | 1.188 | 4.708 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.3.30 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Bouwregelgeving en bouwkwaliteit | 0 | 0 | 8.548 | 8.937 | 5.075 | 3.575 | 4.780 |
nvt. | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Bijdrage aan medeoverheden | 30 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.14.40 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 0 | 14.000 | 14.000 | 14.000 | 14.000 | 0 |
nvt. | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Aanpak funderingsschade | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.3.40 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Aanpak funderingsschade | 0 | 0 | 14.000 | 14.000 | 14.000 | 14.000 | 0 |
VII.4.2.13 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.13 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.4.2.13.61 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Overige bijdragen | 30 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.13.60 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Overige bijdragen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.4.2.17 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Bijdrage aan agentschappen | 1.500 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.17 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Bijdrage aan agentschappen | 0 | 0 | 2.418 | 2.316 | 2.303 | 2.303 | 2.303 |
VII.4.2.17.72 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | RVB | 1.500 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.1.17.71 | U | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | RVB | 0 | 0 | 2.418 | 2.316 | 2.303 | 2.303 | 2.303 |
VII.4.99.0.0 | O | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Ontvangsten | 23.742 | 2.938 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.2.99.0.0 | O | Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Ontvangsten | 0 | 0 | 91 | 91 | 91 | 91 | 91 |
VII.5 | V | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Verplichtingen | 426.651 | 553.262 | |||||
XXII.3 | V | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Verplichtingen | 409.601 | 111.674 | 128.813 | 128.800 | 122.571 | ||
VII.5 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Uitgaven | 299.768 | 493.262 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Uitgaven | 0 | 0 | 474.114 | 239.161 | 128.813 | 128.800 | 122.571 |
VII.5.1 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Ruimtelijke ordening | 60.366 | 62.552 | |||||
XXII.3.1 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Ruimtelijke ordening | 63.287 | 52.341 | 49.922 | 49.818 | 51.178 | ||
VII.5.1.1 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Subsidies (regelingen) | 1.483 | 2.073 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.1.1 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Subsidies (regelingen) | 0 | 0 | 2.056 | 881 | 774 | 774 | 774 |
VII.5.1.1.11 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Basisregistraties | 540 | 581 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.1.1.10 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Basisregistraties | 0 | 0 | 581 | 581 | 474 | 474 | 474 |
VII.5.1.1.13 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Ruimtelijk instrumentarium (diversen) | 244 | 210 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.1.1.14 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Ruimtelijk instrumentarium (diversen) | 0 | 0 | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 |
VII.5.1.1.10 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Programma Ruimtelijk Ontwerp | 679 | 743 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.1.1.13 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Programma Ruimtelijk Ontwerp | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.5.1.1.12 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Nationaal Groeifonds | 0 | 100 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.1.1.12 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Nationaal Groeifonds | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.5.1.1.14 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | VNG | 0 | 425 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.1.1.15 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | VNG | 0 | 0 | 1.175 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.5.1.1.15 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Basisregistraties Ondergrond | 20 | 14 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.1.1.11 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Basisregistraties Ondergrond | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.5.1.3 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Opdrachten | 6.557 | 9.826 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.1.3 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Opdrachten | 0 | 0 | 13.544 | 8.605 | 8.302 | 8.724 | 7.876 |
VII.5.1.3.31 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Basisregistraties Ondergrond | 864 | 1.371 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.1.3.30 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Basisregistraties Ondergrond | 0 | 0 | 1.860 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.5.1.3.32 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Gebiedsontwikkeling | 849 | 798 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.1.3.31 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Gebiedsontwikkeling | 0 | 0 | 1.230 | 1.050 | 1.050 | 1.050 | 1.050 |
VII.5.1.3.38 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Nationaal Groeifonds | 0 | 300 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.1.3.33 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Nationaal Groeifonds | 0 | 0 | 501 | 500 | 201 | 94 | 194 |
VII.5.1.3.30 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Programma Ruimtelijk Ontwerp | 1.814 | 2.925 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.1.3.34 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Programma Ruimtelijk Ontwerp | 0 | 0 | 4.811 | 2.961 | 2.961 | 2.961 | 2.961 |
VII.5.1.3.35 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Ruimtelijk instrumentarium (diversen) | 2.965 | 4.292 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.1.3.35 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Ruimtelijk instrumentarium (diversen) | 0 | 0 | 5.142 | 4.094 | 4.090 | 4.619 | 3.671 |
VII.5.1.3.33 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Geo-informatie | 65 | 140 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.1.3.32 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Geo-informatie | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.5.1.13 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 40.577 | 37.460 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.1.13 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 0 | 0 | 33.763 | 33.178 | 32.919 | 32.393 | 32.261 |
VII.5.1.13.64 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Geonovum | 1.752 | 2.413 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.1.13.62 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Geonovum | 0 | 0 | 2.393 | 2.393 | 2.493 | 2.493 | 2.493 |
VII.5.1.13.60 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Kadaster (Basisregistraties) | 34.714 | 30.027 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.1.13.64 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Kadaster (Basisregistraties) | 0 | 0 | 30.032 | 29.800 | 29.800 | 29.800 | 29.768 |
VII.5.1.13.66 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Nationaal Groeifonds | 549 | 1.106 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.1.13.65 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Nationaal Groeifonds | 0 | 0 | 1.338 | 985 | 626 | 100 | 0 |
VII.5.1.13.61 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Geo-informatie | 74 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
nvt. | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Geo-informatie | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.5.1.13.62 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Basisregistratie ondergrond | 682 | 508 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.1.13.60 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Basisregistratie ondergrond | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.5.1.13.63 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Diverse bijdragen | 482 | 566 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.1.13.61 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Diverse bijdragen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.5.1.13.65 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | ICTU | 2.324 | 2.840 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
nvt. | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | ICTU | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.5.1.14 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Bijdrage aan medeoverheden | 2.463 | 4.133 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.1.14 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 0 | 8.594 | 4.341 | 2.841 | 2.841 | 5.181 |
VII.5.1.14.42 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Diverse projecten ruimtelijke kwaliteit | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.1.14.41 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Diverse projecten ruimtelijke kwaliteit | 0 | 0 | 6.808 | 2.581 | 2.581 | 2.581 | 4.921 |
VII.5.1.14.45 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Nationaal Groeifonds | 89 | 260 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.1.14.43 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Nationaal Groeifonds | 0 | 0 | 286 | 260 | 260 | 260 | 260 |
VII.5.1.14.47 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Ruimtelijk instrumentarium (diversen) | 0 | 1.500 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.1.14.44 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Ruimtelijk instrumentarium (diversen) | 0 | 0 | 1.500 | 1.500 | 0 | 0 | 0 |
VII.5.1.14.44 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Gebiedsontwikkeling | 2.374 | 2.300 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.1.14.42 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Gebiedsontwikkeling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.5.1.14.46 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Basisregistratie ondergrond | 0 | 73 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.1.14.40 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Basisregistratie ondergrond | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.5.1.15 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 61 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
nvt. | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.5.1.15.51 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | College van Rijksadviseurs | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
nvt. | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | College van Rijksadviseurs | 61 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.5.1.17 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Bijdrage aan agentschappen | 9.225 | 9.060 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.1.17 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Bijdrage aan agentschappen | 0 | 0 | 5.330 | 5.336 | 5.086 | 5.086 | 5.086 |
nvt. | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | DICTU | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.1.17.71 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | DICTU | 0 | 0 | 250 | 250 | 0 | 0 | 0 |
VII.5.1.17.74 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | RIVM | 0 | 26 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.1.17.72 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | RIVM | 0 | 0 | 126 | 126 | 126 | 126 | 126 |
VII.5.1.17.70 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | RVB | 3.205 | 3.687 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.1.17.73 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | RVB | 0 | 0 | 2.407 | 2.413 | 2.413 | 2.413 | 2.413 |
VII.5.1.17.71 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | RWS (leefomgeving) | 5.973 | 3.947 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.1.17.74 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | RWS (leefomgeving) | 0 | 0 | 2.547 | 2.547 | 2.547 | 2.547 | 2.547 |
VII.5.1.17.72 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Basisregistratie ondergrond | 47 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.1.17.70 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Basisregistratie ondergrond | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.5.1.17.73 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Uitvoering gebiedsontwikkeling | 0 | 1.400 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
nvt. | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Uitvoering gebiedsontwikkeling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.5.2 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Omgevingswet | 79.445 | 90.889 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.2 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Omgevingswet | 0 | 0 | 78.256 | 72.082 | 70.581 | 72.482 | 71.393 |
VII.5.2.1 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Subsidies (regelingen) | 1.039 | 5.761 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.2.1 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Subsidies (regelingen) | 0 | 0 | 1.190 | 285 | 104 | 0 | 0 |
VII.5.2.1.10 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Eenvoudig Beter | 1.039 | 5.761 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.2.1.10 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Eenvoudig Beter | 0 | 0 | 1.190 | 285 | 104 | 0 | 0 |
VII.5.2.3 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Opdrachten | 1.347 | 2.060 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.2.3 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Opdrachten | 0 | 0 | 469 | 1.336 | 1.509 | 1.650 | 150 |
VII.5.2.3.32 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Aan de Slag | 1.243 | 1.853 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.2.3.30 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Aan de Slag | 0 | 0 | 269 | 1.206 | 1.379 | 1.500 | 0 |
VII.5.2.3.33 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Serviceteam Rijk | 104 | 207 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.2.3.31 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Serviceteam Rijk | 0 | 0 | 200 | 130 | 130 | 150 | 150 |
VII.5.2.13 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 46.992 | 54.005 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.2.13 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 0 | 0 | 67.964 | 63.152 | 61.649 | 63.524 | 63.937 |
VII.5.2.13.60 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Kadaster | 45.479 | 53.808 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.2.62 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Kadaster | 0 | 0 | 67.964 | 63.152 | 61.649 | 63.524 | 63.937 |
VII.5.2.3.61 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Geonovum | 926 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.2.13.60 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Geonovum | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.5.2.3.62 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | ICTU | 579 | 195 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.2.13.61 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | ICTU | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.5.2.3.65 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Serviceteam Rijk | 8 | 2 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.2.13.63 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Serviceteam Rijk | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.5.2 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Bijdrage aan agentschappen | 30.067 | 29.063 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.2.17 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Bijdrage aan agentschappen | 0 | 0 | 8.633 | 7.309 | 7.319 | 7.308 | 7.306 |
VII.5.2.17.73 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Aan de Slag | 24.760 | 25.162 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.2.17.70 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Aan de Slag | 0 | 0 | 5.140 | 4.202 | 4.212 | 4.201 | 4.199 |
VII.5.2.17.70 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | RWS | 3.971 | 2.465 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.2.17.71 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | RWS | 0 | 0 | 2.206 | 1.883 | 1.883 | 1.883 | 1.883 |
VII.5.2.17.71 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Serviceteam Rijk | 1.336 | 1.436 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.2.17.72 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Serviceteam Rijk | 0 | 0 | 1.287 | 1.224 | 1.224 | 1.224 | 1.224 |
VII.1.1 | U | Openbaar bestuur en democratie | Bestuur en regio | 159.957 | 325.436 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.3 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Regio | 0 | 0 | 332.571 | 114.738 | 0 | 0 | 0 |
VII.1.1.1 | U | Openbaar bestuur en democratie | Subsidies (regelingen) | 100 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
XXII.3.3.1 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Subsidies (regelingen) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
VII.1.1.1.15 | U | Openbaar bestuur en democratie | Regiodeals | 100 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
XXII.3.3.1.10 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Regiodeals | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
VII.1.1.3 | U | Openbaar bestuur en democratie | Opdrachten | 289 | 287 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.3.3 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Opdrachten | 0 | 0 | 838 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.1.1.3.34 | U | Openbaar bestuur en democratie | Regiodeals | 289 | 287 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.3.3.30 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Regiodeals | 0 | 0 | 838 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.1.1.13 | U | Openbaar bestuur en democratie | Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 157 | 449 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.3.13 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 0 | 0 | 154 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.1.1.13.62 | U | Openbaar bestuur en democratie | Regiodeals | 157 | 449 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.3.13.60 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Regiodeals | 0 | 0 | 154 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VII.1.1.14 | U | Openbaar bestuur en democratie | Bijdrage aan medeoverheden | 159.511 | 324.600 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.3.14 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 0 | 331.579 | 114.738 | 0 | 0 | 0 |
VII.1.1.14.45 | U | Openbaar bestuur en democratie | Regiodeals | 159.511 | 324.600 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.3.14.41 | U | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Regiodeals | 0 | 0 | 331.579 | 114.738 | 0 | 0 | 0 |
VII.5.99.0.0 | O | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Ontvangsten | 153.061 | 167.826 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.3.99.0.0 | O | Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | Ontvangsten | 0 | 0 | 3.824 | 3.824 | 3.824 | 3.824 | 3.824 |
VII.9 | V | Uitvoering Rijksvastgoedbeleid | Verplichtingen | 159.243 | 184.708 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.4 | V | Uitvoering Rijksvastgoedbeleid | Verplichtingen | 0 | 0 | 182.033 | 200.258 | 201.978 | 211.959 | 262.532 |
VII.9 | U | Uitvoering Rijksvastgoedbeleid | Uitgaven | 159.243 | 184.708 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.4 | U | Uitvoering Rijksvastgoedbeleid | Uitgaven | 0 | 0 | 182.033 | 200.258 | 201.978 | 211.959 | 262.532 |
VII.9.1 | U | Uitvoering Rijksvastgoedbeleid | Doelmatige Rijkshuisvesting | 81.199 | 103.563 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XII.4.1 | U | Uitvoering Rijksvastgoedbeleid | Doelmatige Rijkshuisvesting | 0 | 0 | 101.254 | 119.594 | 122.235 | 132.263 | 182.801 |
VII.9.1.17 | U | Uitvoering Rijksvastgoedbeleid | Bijdrage aan Agentschappen | 81.199 | 103.563 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.4.1.17 | U | Uitvoering Rijksvastgoedbeleid | Bijdrage aan Agentschappen | 0 | 0 | 101.254 | 119.594 | 122.235 | 132.263 | 182.801 |
VII.9.1.17.71 | U | Uitvoering Rijksvastgoedbeleid | RVB (Bijdrage voor huisvesting HCvS) | 52.061 | 66.387 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.4.1.17.71 | U | Uitvoering Rijksvastgoedbeleid | RVB (Bijdrage voor huisvesting HCvS) | 0 | 0 | 63.547 | 82.997 | 85.861 | 95.942 | 146.443 |
VII.9.1.17.70 | U | Uitvoering Rijksvastgoedbeleid | RVB (Bijdrage voor huisvesting Koninklijk Huis) | 14.797 | 17.559 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.4.1.17.72 | U | Uitvoering Rijksvastgoedbeleid | RVB (Bijdrage voor huisvesting Koninklijk Huis) | 0 | 0 | 18.524 | 18.495 | 18.446 | 18.429 | 18.441 |
VII.9.1.17.72 | U | Uitvoering Rijksvastgoedbeleid | RVB (Bijdrage voor huisvesting Ministerie van AZ) | 2.929 | 7.242 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.4.1.17.73 | U | Uitvoering Rijksvastgoedbeleid | RVB (Bijdrage voor huisvesting Ministerie van AZ) | 0 | 0 | 7.674 | 7.662 | 7.535 | 7.528 | 7.533 |
VII.9.1.17.73 | U | Uitvoering Rijksvastgoedbeleid | RVB (Bijdrage voor monumenten) | 3.966 | 4.932 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.4.1.17.74 | U | Uitvoering Rijksvastgoedbeleid | RVB (Bijdrage voor monumenten) | 0 | 0 | 4.371 | 3.316 | 3.299 | 3.273 | 3.298 |
VII.9.1.17.74 | U | Uitvoering Rijksvastgoedbeleid | RVB (Bijdrage voor rijkshuisvesting) | 7.446 | 7.443 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.4.1.17.75 | U | Uitvoering Rijksvastgoedbeleid | RVB (Bijdrage voor rijkshuisvesting) | 0 | 0 | 7.138 | 7.124 | 7.094 | 7.091 | 7.086 |
VII.9.2 | U | Uitvoering Rijksvastgoedbeleid | Beheer materiële activa | 78.044 | 81.145 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.4.2 | U | Uitvoering Rijksvastgoedbeleid | Beheer materiële activa | 0 | 0 | 80.779 | 80.664 | 79.743 | 79.696 | 79.731 |
VII.9.2.17 | U | Uitvoering Rijksvastgoedbeleid | Bijdrage aan Agentschappen | 78.044 | 81.145 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.4.2.17 | U | Uitvoering Rijksvastgoedbeleid | Bijdrage aan Agentschappen | 0 | 0 | 80.779 | 80.664 | 79.743 | 79.696 | 79.731 |
VII.9.2.17.70 | U | Uitvoering Rijksvastgoedbeleid | RVB | 14.329 | 16.380 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.4.2.17.70 | U | Uitvoering Rijksvastgoedbeleid | RVB | 0 | 0 | 16.016 | 16.016 | 15.878 | 15.878 | 15.878 |
VII.9.2.17.75 | U | Uitvoering Rijksvastgoedbeleid | RVB (Bijdrage voor compensatiegronden en erfpachtrecht) | 0 | 5.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.4.2.17.73 | U | Uitvoering Rijksvastgoedbeleid | RVB (Bijdrage voor compensatiegronden en erfpachtrecht) | 0 | 0 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 |
VII.9.2.17.71 | U | Uitvoering Rijksvastgoedbeleid | RVB (Onderhoud en beheerkosten) | 4.651 | 5.096 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.4.2.17.72 | U | Uitvoering Rijksvastgoedbeleid | RVB (Onderhoud en beheerkosten) | 0 | 0 | 5.314 | 5.278 | 4.628 | 4.628 | 4.628 |
VII.9.2.17.72 | U | Uitvoering Rijksvastgoedbeleid | RVB (Zakelijke lasten) | 59.064 | 54.669 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.4.2.17.73 | U | Uitvoering Rijksvastgoedbeleid | RVB (Zakelijke lasten) | 0 | 0 | 54.449 | 54.370 | 54.237 | 54.190 | 54.225 |
VII.9.99.0.0 | O | Uitvoering Rijksvastgoedbeleid | Ontvangsten | 243.412 | 129.432 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
XXII.4.99.0.0 | O | Uitvoering Rijksvastgoedbeleid | Ontvangsten | 0 | 0 | 107.984 | 97.820 | 96.122 | 96.072 | 96.072 |