Memorie van toelichting
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Klimaatfonds voor het jaar 2025
Memorie van toelichting
Nummer: 2024D31119, datum: 2024-09-17, bijgewerkt: 2024-10-25 09:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36600-M-2).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36600 M-2 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Klimaatfonds voor het jaar 2025.
Onderdeel van zaak 2024Z12753:
- Indiener: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
- 2024-09-19 15:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-09-24 16:45: Procedurevergadering vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei (Procedurevergadering), vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
- 2024-10-08 16:45: Procedurevergadering vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei (Procedurevergadering), vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
- 2024-10-10 12:00: Vaststelling van de begrotingsstaat van het Klimaatfonds voor het jaar 2025 (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
- 2024-11-05 16:45: Procedurevergadering vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei (Procedurevergadering), vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
- 2024-11-06 10:15: Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (XXIII) voor het jaar 2025 (36600-XXIII) (1e termijn Kamer) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2024-11-07 16:15: Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (XXIII) voor het jaar 2025 (36600-XXIII) (rest) (Plenair debat (wetgeving)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024–2025 |
36 600M | Vaststelling van de begrotingsstaat van het Klimaatfonds (M) voor het jaar 2025 |
Nr. 2 |
|
Toegekende en beschikbare middelen
Normaliter start de Memorie van Toelichting van een (fonds)begroting met de "geraamde uitgaven en ontvangsten". Voor de begroting van het Klimaatfonds is er bewust gekozen om de Memorie van Toelichting te starten met de "toegekende en beschikbare middelen". De reden hiervoor is dat een figuur met de «geraamde uitgaven en ontvangsten» geen informatie zou verschaffen, omdat met het Klimaatfonds enkel middelen worden overgeheveld naar departementale begrotingen. Een nadere toelichting hierop is te lezen in de leeswijzer.
Figuur 1 geeft een overzicht van reeds toegekende- en de voor het Meerjarenprogramma 2026 (en verder) gereserveerde en nog beschikbare middelen. Daarmee is het grootste deel van de middelen uit het Klimaatfonds bestemd, met uitzondering van het perceel kernenergie. Op totaalniveau is nog € 14,6 mld vrij te besteden (waarvan € 14,1 mld op het perceel kernenergie).
Figuur 1 Weergave reserveringen, toegekende- en nog beschikbare middelen Klimaatfonds (bedragen x € 1 mln)
A. Artikelsgewijze toelichting bij het begrotingswetsvoorstel
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Krachtens artikel 4 lid 1 van de Tijdelijke wet Klimaatfonds wordt jaarlijks de begrotingsstaat van het Klimaatfonds vastgesteld.
Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat voor het aangegeven jaar vast te stellen.
Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).
De Minister van Klimaat en Groene Groei,
S.T.M.Hermans
B. Artikelsgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen
Het Ministerie van Klimaat en Groene Groei heeft twee begrotingen:
- De beleidsbegroting (Hoofdstuk 23 van de Rijksbegroting) en;
- de fondsbegroting van het Klimaatfonds (Hoofdstuk M van de Rijksbegroting).
Voor u ligt de begroting van het Klimaatfonds.
1. Leeswijzer
Deze leeswijzer gaat in op de volgende onderwerpen:
1. Begrotingsstructuur;
2. Groeiparagraaf;
3. Ondergrenzen toelichtingen.
1. Begrotingsstructuur
Beleidsagenda
Dit onderdeel bevat onder «beleidsprioriteiten» het doel van het Klimaatfonds en de belangrijkste ontwikkelingen ten opzichte van de proeve van de begroting 2024. Vervolgens worden de belangrijkste beleidsmatige mutaties voor 2025 toegelicht.
Begrotingsartikelen
In de begrotingsartikelen worden de zes deelprogramma's van het
Klimaatfonds beschreven. Daarnaast is begrotingsartikel 7 Onverdeeld
opgesteld om toevoegingen en onttrekkingen aan het fonds op te
nemen.
1. Kernenergie
2. CO2-vrije gascentrales
3. Energie-infrastructuur
4. Vroege fase opschaling
5. Verduurzaming industrie en innovatie mkb
6. Verduurzaming gebouwde omgeving
7. Onverdeeld
De opbouw per begrotingsartikel is respectievelijk de algemene doelstelling, de rol en de verantwoordelijkheid van de minister van Klimaat en Groene Groei, de beleidswijzigingen, de tabel met de budgettaire gevolgen van beleid (hierna: budgettaire tabel) met bijbehorende toelichtingen op de financiële instrumenten, een verdiepingstabel en een toelichting op de begrotingsmutaties.
Binnen de begrotingsartikelen zijn de klimaatfondsmiddelen gecategoriseerd naar:
(1) toekenning (toegekende voorwaardelijke en onvoorwaardelijke
middelen);
(2) gereserveerde middelen (deze middelen worden voorwaardelijk of
onvoorwaardelijk gereserveerd voor specifieke maatregelen voor het
Meerjarenprogramma 2026);
(3) resterende middelen (middelen die nog niet toegekend zijn aan
maatregelen, maar beschikbaar zijn binnen een begrotingsartikel).
Zie ook het Meerjarenprogramma Klimaatfonds 2025 (hierna: MJP25) voor
meer informatie.
Normaliter staat de verdiepingstabel in de bijlagen, maar er is bewust voor gekozen om de verdiepingstabel binnen ieder beleidsartikel (artikel 1 t/m 7) te plaatsen. De verdiepingstabel biedt in het geval van het Klimaatfonds meer informatie dan de budgettaire tabel, want in de verdiepingstabel zijn per artikel de overhevelingen voor het MJP25 te zien. Vanuit het Klimaatfonds vinden geen overhevelingen naar private partijen plaats, maar alleen overhevelingen naar departementale begrotingen.
Bijlagen
Tot slot bevat dit begrotingshoofdstuk drie bijlagen.
Bijlage 1 "totaaloverzicht Klimaatfonds" geeft alle toegekende budgetten, reserveringen, verhoudingen modaliteiten per maatregel en uitvoeringskosten weer.
In bijlage 2 "moties en toezeggingen" staan de door de Staten-Generaal aanvaarde moties en door de bewindslieden gedane toezeggingen.
Bijlage 3 is de «verdiepingsbijlage» die de mutaties toelicht tussen de eerste suppletoire begroting 2024 en de ontwerpbegroting 2025.
2. Groeiparagraaf
Deze begroting van het begrotingsfonds (Hoofdstuk M) is de opvolger van de indicatieve Klimaatfondsbegroting 2024.
Aan de begroting 2025 is de Strategische evaluatieagenda (SEA) toegevoegd om overzicht te geven in onderzoek en evaluaties die op het Klimaatfonds plaats gaan vinden.
3. Ondergrenzen toelichtingen
Voor de volledigheid worden in deze begroting alle mutaties toegelicht.
2. Beleidsagenda
Beleidsprioriteiten
Het Klimaatfonds volgt uit artikel 2 lid 1 Tijdelijke wet Klimaatfonds [Stb. 2024, 16]. Artikel 4 lid 1 van diezelfde wet bepaalt dat jaarlijks een formele Klimaatfondsbegroting wordt opgesteld, die als onderdeel van de Rijksbegroting op Prinsjesdag wordt aangeboden aan het parlement. Deze begroting geeft invulling aan dit artikel en bevat een integraal overzicht van de overgehevelde middelen uit het Klimaatfondsfonds naar departementale begrotingen.
Het Klimaatfonds heeft als doel het faciliteren van maatregelen die bijdragen aan het behalen van de aangescherpte broeikasgasreductiedoelen van tenminste 55% in 2030 en klimaatneutraliteit in 2050 (artikel 2, eerste en tweede lid Klimaatwet). Daarnaast beoogt het Klimaatfonds bij te dragen aan de transitie naar een klimaatneutrale energievoorziening, economie en samenleving en een rechtvaardige klimaattransitie. Dit gebeurt door middel van het beschikbaar stellen van financiële middelen voor drie specifieke bestedingsdoelen, zoals omschreven in artikel 2 lid 2 Tijdelijke wet Klimaatfonds:
A - een broeikasgasneutrale energievoorziening in 2050;
B - het stimuleren van de implementatie van technieken voor
energie-efficiëntie en het stimuleren van de toepassing van hernieuwbare
energie en overige broeikasgas-reducerende en circulaire technieken en
maatregelen in het bedrijfsleven;
C - het stimuleren van de toepassing van technieken voor
energie-efficiëntie, van hernieuwbare energie en van koolstofvastlegging
in de gebouwde omgeving.
Om de doelstellingen te kunnen behalen, is het van belang de komende jaren consistent te investeren in klimaatmaatregelen die direct en indirect CO2-emissies reduceren. Het Klimaatfonds maakt, naast andere instrumenten als de SDE++, deze investeringen mogelijk omdat zij de beschikbaarheid van middelen op de middellange termijn garandeert. Daarnaast helpt het fonds om zorgvuldige en integrale besluitvorming over de besteding van deze middelen te borgen. Overheidsuitgaven dragen ook bij aan het realiseren van de randvoorwaarden voor de klimaat- en energietransitie, zoals nieuwe energie-infrastructuur, en faciliteren de noodzakelijke verduurzaming van bepaalde sectoren, zoals industrie en mobiliteit.
De doelen van het Klimaatfonds zijn verder uitgewerkt tot algemene
doelstellingen voor ieder van de zes percelen. De percelen worden in
deze begroting aangeduid als «artikelen». De algemene doelstellingen per
artikel worden verderop in deze begroting nader toegelicht. De initiële
verdeling van middelen was conform de indicatieve budgetverdeling in de
Memorie van Toelichting van de Tijdelijke wet Klimaatfonds. In het
Hoofdlijnenakkoord van mei 2024 is besloten het budget van het perceel
Kernenergie op te hogen en op de percelen Energie-infrastructuur en
Vroege fase een verlaging in te boeken voor batterijen en waterstof. De
huidige verdeling van de middelen is daarom als volgt:
- Kernenergie (€ 14,1 mld),
- CO2-vrije elektriciteitscentrales (€ 851,4 mln),
- Energie-infrastructuur (€ 670,9 mln),
- Vroege fase opschaling (€ 5,2 mld),
- Verduurzaming industrie en innovatie mkb (€ 3,4 mld),
- Verduurzaming gebouwde omgeving (€ 1,6 mld),
- Onverdeeld (€ 150 mln).
In totaal staat er op dit moment € 26,0 mld op het Klimaatfonds, waarvan een groot gedeelte voorwaardelijk is toegekend of gereserveerd is voor het Meerjarenprogramma 2026 (namelijk € 11 mld).
Overhevelingen i.v.m. urgente uitgaven 2022/2023 | ‒ 3.973.350 |
Onttrekking - Dekking generaal beeld voorjaar 2022 | ‒ 880.000 |
Toevoeging - Loon- en prijs bijstelling 2022 | 82.753 |
Stand voor MJP24 | 30.229.403 |
Overhevelingen MJP24 | ‒ 11.006.796 |
Toevoeging - Ophoging voorjaarsbesluitvorming Klimaat | 807.500 |
Onttrekking - Dekking generaal beeld voorjaar 2023 | ‒ 806.613 |
Toevoeging - Loon- en prijs bijstelling 2023 | 1.867.024 |
Stand voor MJP25 | 21.090.518 |
Overhevelingen MJP25 | ‒ 4.669.552 |
Tussentijdse overhevelingen (NJN en ISB) | ‒ 207.300 |
Terugvloei van departementale begrotingen | 80.201 |
Toevoeging - Loon- en prijs bijstelling 2024 | 737.093 |
Hoofdlijnenakkoord - Ophoging perceel Kernenergie | 9.500.000 |
Hoofdlijnenakkoord - Verlaging n.a.v. bezuiniging waterstof en batterijen | ‒ 971.000 |
Ophoging CO2-heffing voor industrie en afvalverbrandingsinstallaties | 441.000 |
Ophoging noodfonds bedrijven | 24.700 |
Stand voor MJP26 | 26.025.660 |
- Waarvan voorwaardelijke toekenningen en reserveringen | 10.909.950 |
- Waarvan nog niet bestemd | 15.115.710 |
Belangrijkste beleidsmatige mutaties
Totaaloverzicht belangrijkste beleidsmatige mutaties t.o.v. vorig jaar
Tabel 1 geeft een overzicht van de belangrijkste beleidsmatige mutaties ten opzichte van de indicatieve Klimaatfondsbegroting 2024. Dit zijn de grootste en de politiek-relevante mutaties. Aangezien er vanuit het Klimaatfonds geen directie uitgaven kunnen worden gedaan, zijn de middelen overgeboekt naar (andere) departementale begrotingen.
Stand ontwerpbegroting 2024 | 96.949 | 797.450 | 3.945.100 | 2.829.672 | 2.627.104 | 2.547.359 | 4.478.580 | ‒ | 17.322.214 | |
Belangrijkste mutaties | ||||||||||
Nieuwbouw kerncentrales | 1 | ‒ | ‒ 2.500 | ‒ 2.500 | ‒ 9.050 | ‒ 2.500 | ‒ 2.500 | ‒ 2.500 | ‒ 21.550 | |
Ondersteuning ontwikkeling SMR's | 1 | ‒ | ‒ 4.100 | ‒ 14.600 | ‒ 14.100 | ‒ 9.600 | ‒ 7.100 | ‒ 5.100 | ‒ 54.600 | |
Uitvoeringslasten | 1 | ‒ 569 | ‒ 1.799 | ‒ 1.799 | ‒ 8.899 | ‒ 1.799 | ‒ 1.799 | ‒ 945 | ‒ 17.609 | |
Versterking Nucleaire Kennisinfrastructuur | 1 | ‒ | ‒ 5.415 | ‒ 4.983 | ‒ 6.900 | ‒ 7.200 | ‒ 7.500 | ‒ 7.500 | ‒ 39.498 | |
Laadinfrastructuur schoon en emissieloos bouwen | 3 | ‒ | ‒ 50.000 | ‒ 54.000 | ‒ 60.000 | ‒ 50.000 | ‒ | ‒ | ‒ 214.000 | |
Slimme laadinfrastructuur | 3 | ‒ 20.000 | ‒ 12.500 | ‒ 6.500 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ 39.000 | |
Waterstofnetwerk op zee | 3 | ‒ | ‒ 100.000 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ 100.000 | |
Invoering batterijverplichting voor zonneparken | 3 | ‒ | ‒ | ‒ 20.000 | ‒ 20.000 | ‒ 20.000 | ‒ 20.000 | ‒ 20.000 | ‒ 100.000 | |
Nationale subsidieregeling warmtenetten | 3 | ‒ | ‒ 166.700 | ‒ 166.700 | ‒ 166.700 | ‒ 166.700 | ‒ 166.700 | ‒ 139.000 | ‒ 972.500 | |
Gebiedsinvesteringen Netten op Zee | 4 | ‒ 50.000 | ‒ 100.000 | ‒ 50.000 | ‒ 75.000 | ‒ 75.000 | ‒ 75.000 | ‒ 75.000 | ‒ 500.000 | |
Normering en stimulering biobased bouwen | 4 | ‒ 1.300 | ‒ 12.756 | ‒ 15.859 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ 29.915 | |
Ondersteuning van o.a. ketenvorming en recyclingtechnieken circulaire plastics | 4 | ‒ | ‒ 12.000 | ‒ 21.000 | ‒ 18.000 | ‒ 6.000 | ‒ 3.000 | ‒ | ‒ 60.000 | |
Subsidie voor verduurzaming van de binnenvaart n.a.v. ETS-2 opt-in* | 4 | ‒ 3.766 | ‒ 7.766 | ‒ 12.766 | ‒ 29.766 | ‒ 42.766 | ‒ 66.700 | ‒ 163.530 | ||
Subsidie voor waterstof in wegvervoer en binnenvaart (binnenvaart) | 4 | ‒ 2.033 | ‒ 6.100 | ‒ 6.100 | ‒ 6.100 | ‒ 4.067 | ‒ 4.067 | ‒ 2.033 | ‒ 30.500 | |
Subsidie voor waterstof in wegvervoer en binnenvaart (wegvervoer) | 4 | ‒ | ‒ 33.000 | ‒ 55.000 | ‒ 50.000 | ‒ 44.000 | ‒ 28.000 | ‒ | ‒ 210.000 | |
Verduurzaming zeevaartschepen | 4 | ‒ | ‒ 989 | ‒ 9.789 | ‒ 16.029 | ‒ 24.429 | ‒ 37.869 | ‒ 22.195 | ‒ 111.300 | |
Vergassing: stimulering projecten vergassing 1e en 2e fase | 4 | ‒ | ‒ 11.100 | ‒ 44.400 | ‒ 77.800 | ‒ 94.400 | ‒ 100.000 | ‒ 172.300 | ‒ 500.000 | |
Vrouwen in de techniek (gendergelijkheid) | 4 | ‒ | ‒ 100 | ‒ 400 | ‒ 400 | ‒ 400 | ‒ 400 | ‒ 100 | ‒ 1.800 | |
Intensivering DEI+ (uit reservering ophoging perceel, titel voorheen DEI-XL) | 5 | ‒ | ‒ 14.025 | ‒ 30.600 | ‒ 26.350 | ‒ 8.500 | ‒ 4.250 | ‒ 4.250 | ‒ 87.975 | |
Nationaal Isolatie Programma | 6 | ‒ 90.600 | ‒ | ‒ 223.560 | ‒ 32.160 | ‒ 36.860 | ‒ 41.860 | ‒ 41.860 | ‒ 466.900 | |
Warmtefonds ophogen | 6 | ‒ | ‒ 35.300 | ‒ 35.300 | ‒ 35.300 | ‒ 35.300 | ‒ 35.300 | ‒ 35.300 | ‒ 211.800 | |
HLA-intensivering Kernenergie | 1 | 250.000 | 350.000 | 500.000 | 750.000 | 7.650.000 | 9.500.000 | |||
HLA-ombuiging waterstof/batterij | 2 ‒ 3 ‒ 4 | ‒ | ‒ 60.000 | ‒ 280.000 | ‒ 106.000 | ‒ 90.000 | ‒ 89.000 | ‒ 346.000 | ‒ 971.000 | |
Loon en prijsbijstelling op Klimaatfonds | 1 ‒ 7 | 11.559 | 85.517 | 127.356 | 127.359 | 130.788 | 127.257 | 127.257 | 737.093 | |
Kasschuiven* | 1 ‒ 7 | ‒ 75.426 | ‒ 156.475 | ‒ 737.408 | ‒ 456.863 | ‒ 310.575 | ‒ 424.875 | ‒ 550.353 | 2.711.975 | ‒ |
Overige mutaties | 1 ‒ 7 | 131.420 | 663.481 | 498.479 | 431.559 | 845.297 | 405.684 | 393.910 | ‒ | 3.369.830 |
Stand ontwerpbegroting 2025 | ‒ | 757.823 | 2.782.671 | 2.440.173 | 2.936.093 | 2.488.314 | 4.258.611 | 10.361.975 | 26.025.660 |
Toelichting
Nieuwbouw kerncentrales
Voor de beoogde nieuwbouw van kerncentrales is veel technische, financiële en juridische kennis vereist, die KGG zelf niet in huis heeft. KGG wil daarom voor de periode 2025 tot en met 2030 een lender’s technical advisor (LTA) inhuren. Om inspraak te organiseren en draagvlak te creëren in Borssele/Zeeland wil KGG in deze regio een informatiecentrum inrichten. Daarnaast is op basis van politieke besluitvorming extra middelen toegekend tijdens de augustusbesluitvorming. Het betreft middelen die nodig zijn om de verhoogde ambitie uit het Hoofdlijnenakkoord te realiseren. Op korte termijn zijn er extra middelen nodig voor onderzoek en rapportages t.b.v. geschikte locaties voor extra kerncentrales, en de personele kosten die hierbij komen voor zowel beleidsdepartementen als uitvoeringsinstanties.
Ondersteuning ontwikkeling SMR's
Deze maatregel richt zich niet op de productie van een volledige SMR. Voor Small Modular Reactors (SMR’s) zijn meerdere toepassingen denkbaar, waaronder stabilisatie van het net, productie op afgelegen locaties, als bron van hoge-temperatuur-warmte voor de energie-intensieve industrie, als bron van stadverwarming, of voor de productie van waterstof. Deze maatregel beoogt de ontwikkeling van SMR’s te versnellen door te ondersteunen bij de overgangsfase van ontwerp naar realisatie. De overgang zou moeten worden versneld door een praktische koppeling tot stand te brengen tussen maakindustrie en ontwikkelaars van SMR’s. De vormgeving van de maatregel volgt de volgende ketenstructuur: SMR-ontwikkelaars, productie toelevering, quality assurance, en vergunningverlening/toezicht. SMR-ontwikkelaars. In de uitvoering van de maatregel moeten de elementen in deze ketenstructuur parallel ondersteund worden.
Uitvoeringslasten kernenergie
Dit betreft financiering voor uitvoeringslasten vanuit de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) en bij de ministeries van KGG en IenW, alsmede een toekenning van een werkbudget voor de provincie Zeeland en de gemeente Borsele voor ambities rondom de bedrijfsduurverlenging van de kerncentrale in Borssele en het nieuwbouwtraject. Daarnaast is op basis van politieke besluitvorming extra middelen toegekend tijdens de augustusbesluitvorming. Het betreft middelen die nodig zijn om de verhoogde ambitie uit het Hoofdlijnenakkoord te realiseren. Op korte termijn zijn er extra middelen nodig voor onderzoek en rapportages t.b.v. geschikte locaties voor extra kerncentrales, en de personele kosten die hierbij komen voor zowel beleidsdepartementen als uitvoeringsinstanties.
Versterking Nucleaire Kennisinfrastructuur
Er wordt door het missieteam – waarin het bedrijfsleven, onderzoeks- en onderwijsinstellingen en de overheid zijn vertegenwoordigd – gewerkt aan het Meerjarig Missiegedreven Innovatieprogramma (MMIP) Kernenergie. In dit MMIP is een nadere prioritering van onderzoeksthema’s aangebracht en wordt ingezet op het opbouwen van een toepasselijk opgeleide workforce en versterking van nucleaire kennisontwikkeling en -innovatie.
Laadinfrastructuur schoon en emissieloos bouwen
Dit betreft een voorstel om middelen beschikbaar te stellen voor laadinfrastructuur voor de bouw. Volgens het voorstel is dit nodig om de gang naar emissieloos te realiseren, wat nodig is voor onder andere stikstofreductie en CO2-reductie. De middelen worden gebruikt via lopende en in ontwikkeling zijnde instrumenten: (1) Inzet via de nieuwe regeling voor private laadinfra (voor mobiele laadpalen en aansluitingen), publieke laadinfra (eis minimaal één laadplek per laadlocatie voor mobiele werktuigen) en via de bestaande Subsidieregeling Schoon en Emissieloos Bouwmaterieel (SSEB) (batterijcontainers, wisselpakketten, en nieuwe oplossingen zoals inzet van een vliegwiel in de bouw voor het opvangen van piekvermogens) en (2) Aanvullende middelen naar aanbestedende rijksdiensten en een Specifieke Uitkering Schoon en Emissieloos Bouwen (SPUK SEB) voor medeoverheden.
Slimme laadinfrastructuur
De maatregel bevat een aantal gerichte investeringen in slimme laadinfrastructuur. Dit betreft: 1) het realiseren van slimme laadinfrastructuur op witte vlekken ten behoeve van het ontwikkelen van een landelijk dekkend netwerk van publieke laadinfrastructuur; 2) het realiseren van slimme laadinfrastructuur op private (bedrijfs)locaties, om daarmee de druk op de publieke laadinfrastructuur te verlagen en inpassing in een toekomstbestendig en duurzaam energiesysteem te versnellen; 3) het realiseren van de pilot stopcontact-op-land om te zorgen dat de beschikbare capaciteit op het elektriciteitsnet zo optimaal mogelijk en meervoudig wordt benut; en 4) het investeren in tijdige ontwikkeling van publieke toegankelijke laadinfrastructuur voor logistiek, voorbereidend op de invoering van de ZE-zones (zero-emissiezones) in 2025 en de snelle ingroei van het aantal elektrische vracht- en bestelvoertuigen.
Waterstofnetwerk op zee
Met de middelen voor Waterstofnetwerk kan in 2031/2032 de waterstof die geproduceerd wordt in het grootschalige demonstratieproject van elektrolyse op zee bij windgebied Ten Noorden van de Waddeneilanden aan land gebracht worden, gevolgd door de verdere uitrol van waterstofproductie op zee in windgebied 6/7. De middelen voor de aanleg en het beheer van het waterstoftransportnet op zee zullen, net als bij het waterstoftransportnet op land, dienen om door middel van subsidie de aanloopkosten en de verliezen af te dekken (vollooprisico). Subsidies vloeien terug naar het Klimaatfonds als aanloopverliezen kleiner zijn dan verondersteld als gevolg van lagere kosten of hogere transportinkomsten.
Invoering batterijverplichting voor zonneparken
Deze maatregel is erop gericht dat extra duurzame elektriciteitsproductie wordt gerealiseerd, door elektriciteit in een batterij op te slaan en op het net wordt ingevoed op momenten van tekorten aan duurzame energie en netcapaciteit. Dit wordt ook wel uitgestelde levering genoemd.
Nationale subsidieregeling warmtenetten
Dit betreft een nationale subsidieregeling voor warmtenetten om de onrendabele top te beperken. De subsidie bedraagt ten hoogste € 30 mln per project dat ziet op de aanleg van een efficiënt warmtenet, waarbij de hoogte van de subsidiebijdrage maximaal 45 procent van de subsidiabele kosten bedraagt of de subsidiebijdrage vastgesteld is op maximaal € 6.000 per te realiseren kleinverbruikersaansluiting voor een huurwoning en maximaal € 7.000 voor een particuliere woning.
Gebiedsinvesteringen Netten op Zee
Dit voorstel is gericht op het verbeteren van de leef kwaliteit van de vijf locaties die in de (aanvullende) routekaart windenergie op zee zijn aangewezen voor de aanlanding voor de elektriciteit van windparken op zee, teneinde regionaal draagvlak voor huidige en toekomstige energie-infrastructuur te behouden. Bij Voorjaarsnota 2022 is besloten de incidentele kosten voor de inpassing van windenergie op zee te dekken uit het Klimaatfonds (routekaart windenergie op zee 21 GW), omdat ze bijdragen aan de klimaatdoelstellingen. De middelen worden beschikbaar gesteld voor het behoud en versterken van de natuur, verbeteren van de fysieke leefomgeving, versterken van de regionale economie of versnellen en toepassen van de (duurzame) energietransitie. Het gevraagde budget is € 500 mln. De middelen voor de gebiedsinvesteringen zijn eenmalig en worden beschikbaar gesteld via twee tranches.
Normering en stimulering biobased bouwen
Dit betreft een pakket aan maatregelen voor het stimuleren van het gebruik van biobased materialen in de bouwsector en grond- weg- en waterbouwsector door middel van een ketenbenadering. Er wordt ingezet op het stimuleren van de vraag naar biobased bouwmaterialen door middel van een subsidie voor het gebruik van deze materialen, het opzetten van een verwerkende industrie door middel van een investeringssubsidie, het stimuleren van het aanbod door het opzetten van een stelsel van koolstofcertificaten en het bijeenbrengen van vraag en aanbod.
Ondersteuning van o.a. ketenvorming en recyclingtechnieken circulaire plastics
Dit betreft een tweetal maatregelen met als doel het ondersteunen van de normering voor de toepassing van een minimum aandeel recyclaat en biogebaseerd plastic. De eerste maatregel is een programmalijn die voorziet in ten eerste een kennisloket waar het mkb advies kan inwinnen over de praktische toepassing van recyclaat en biogebaseerd plastic en ten tweede voor activiteiten die bijdragen aan de toepassing van recyclaat en biogebaseerd plastic bij eindklanten. De tweede maatregel betreft een apart luik binnen de DEI+ en VEKI voor investeringssubsidies voor sorteer- en recyclingsprocessen van kunststofafval en productie van biogebaseerde kunststoffen.
Subsidie voor verduurzaming van de binnenvaart n.a.v. ETS-2 opt-in*
De maatregel bevat ten eerste een tijdelijke subsidieregeling met een looptijd van 2025-2030 voor scheepseigenaren. Zij kunnen een bijdrage krijgen voor de onrendabele top voor investeringen (CAPEX) in Tank-To-Wake emissieloze aandrijflijnen of motoren die op hernieuwbare brandstoffen varen. Ook wordt de maatregel ingezet voor het inrichten van een programma-aanpak ‘verduurzaming binnenvaart’ t/m 2030.
Subsidie voor waterstof in wegvervoer en binnenvaart (binnenvaart)
Deze maatregel is erop gericht dat 18 binnenvaartschepen worden omgebouwd zodat ze op waterstof kunnen varen, zodat een begin wordt gemaakt met de opschaling naar emissieloos varen op langere afstanden in de binnenvaart. De CAPEX-subsidie (50% van de ombouwkosten) voor varen op waterstof sluit aan bij aangekondigde maatregelen, waaronder de implementatie van de Renewable Energy Directive III.
Subsidie voor waterstof in wegvervoer en binnenvaart (wegvervoer)
De Subsidieregeling voor Waterstof in Mobiliteit (SWiM) is een nieuwe regeling, die zich richt op consortia van waterstoftankstations en vervoerders die gebruik willen maken van waterstofvoertuigen. Het gaat om een tenderregeling die zich richt op de additionele investeringskosten (ten opzichte van fossiele alternatief). Subsidiabel zijn de aanleg of opschaling van waterstoftankstations (subsidiepercentage max. 40%) en de aanschaf van waterstofvoertuigen (max. subsidiepercentage 80% van de meerkosten ten opzichte van fossiel alternatief), waarbij de nadruk ligt op zwaar vervoer.
Verduurzaming zeevaartschepen
Dit betreft een tijdelijke subsidieregeling die een CAPEX-tegemoetkoming biedt bij: (1) aanschaf en inbouw van aandrijftechnieken voor varen op waterstof of methanol, eventueel aan te vullen met aanschaf van de energiebesparende techniek Wind Assisted Ship Propulsion (WASP) of een andere energiebesparende techniek; en (2) aanschaf en installatie van een batterijpakket inclusief aanvullende benodigde aanpassingen aan boord. Doel is dat dit pakket in de haven via de walstroomaansluiting geladen wordt met als doel om emissieloos de (Nederlandse) haven in en uit te kunnen varen.
Vergassing: stimulering projecten vergassing 1e en 2e fase
Dit zijn middelen voor een apart budget binnen de DEI+ gericht op vergassingstechniek. (Biogene) reststromen worden op hoge temperatuur of druk gekraakt tot gasvormige moleculen die kunnen worden opgewaardeerd tot brandstof of grondstof. De vele verschillende grondstoffen die gebruikt kunnen worden en producten die met vergassing gemaakt kunnen worden behoeven ook een groot aantal innovatieve technieken met elk eigen uitdagingen.
Vrouwen in de techniek (gendergelijkheid)
Dit zijn maatregelen die ertoe moeten leiden dat de ondervertegenwoordiging van vrouwen in de technieksector kleiner wordt. De maatregelen richten zich op training voor docenten, ondersteunend (les)materiaal voor het doorbreken van genderstereotypering en jongerenparticipatie/ambassadeurs.
Intensivering Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+, titel voorheen DEI-XL)
In de huidige openstelling van de DEI+ is het maximale subsidiebedrag opgehoogd naar € 30 mln en zijn de thema’s waar subsidie voor aangevraagd kan worden uitgebreid met innovatieve klimaattechnologieën voor de industrie.
Nationaal Isolatie Programma (NIP)
Het doel van het NIP is het isoleren van 2,5 miljoen woningen in 2030 met de nadruk op de € 1,5 mln slechtgeïsoleerde woningen (label E, F en G). Het programma bestaat uit vier actielijnen. Actielijn 1, de lokale aanpak, wordt ingericht als specifieke uitkering voor gemeenten. Actielijn 2, die ziet op huur, is gericht op onder meer prestatieafspraken met corporaties en normering van slecht geïsoleerde woningen. Actielijn 3 richt zich op de nationale aanpak koopwoningen en VvE's, middels de ISDE en SEEH. Dit zijn bestaande regelingen die worden geïntensiveerd met klimaatfondsmiddelen. Actielijn 4 betreft een brede inzet op energie besparen met laagdrempelige maatregelen, met een verduurzamingscoalitie van maatschappelijke partijen. Daarnaast worden middelen uitgetrokken voor communicatie, contingenten aanpak en natuurinclusief, duurzaam en circulair isoleren.
Warmtefonds ophogen
Deze middelen worden ingezet om de inkomensgrens van het Warmtefonds op te hogen en om VvE’s in staat te stellen goedkoper te lenen. Het verlagen van de rente die het Warmtefonds rekent voor haar leningen naar 0% voor burgers met een inkomen tot € 60.000 (indicatief), om daarmee de remmende werking van de gestegen marktrente weg te nemen en een prikkel te geven aan woningeigenaren om te verduurzamen. Voor VvE’s wordt de rente verlaagd met circa 1,5% (waarmee de rente nu zou uitkomen op 2,5-3%).
HLA-intensivering Kernenergie
Het perceel kernenergie wordt naar aanleiding van de maatregel in het Hoofdlijnenakkoord verhoogd met € 9,5 mld voor de bouw van vier kerncentrales tot en met 2035. Hiervan is € 1,9 mld gereserveerd voor de periode 2027 ‒ 2030 en € 7,7 mld voor de periode 2031 ‒ 2035.
HLA-ombuiging waterstof/batterij
In het Hoofdlijnenakkoord is besloten € 1,2 mld te bezuinigingen op de middelen voor de ontwikkeling van batterijen en groene waterstof. Deze bezuiniging wordt gedeeltelijk ingezet op de middelen uit het perceel CO2-vrije gascentrales (€ 146 mln), perceel Energie-infrastructuur (€ 46 mln) en perceel Vroege fase opschaling (€ 779 mln). In totaal is er hiermee € 971 mln omgebogen op het Klimaatfonds. De rest is omgebogen op reeds overhevelde middelen voor batterij en groene waterstof van de departementale begrotingen van de ministeries Klimaat en Groene Groene Groei en Infrastructuur en Waterstaat.
Klimaatfonds | ‒ 60 | ‒ 280 | ‒ 106 | ‒ 90 | ‒ 89 | ‒ 346 | ‒ 971 |
Invoering batterijverplichting (Energie-infastructuur) | ‒ | ‒ | ‒ 7 | ‒ 7 | ‒ 7 | ‒ 7 | ‒ 28 |
Elektrolyse, onshore: 500-1.000 MW (productsubsidies) (Vroege fase opschaling) | ‒ 59 | ‒ 89 | ‒ 59 | ‒ 44 | ‒ 44 | ‒ 133 | ‒ 428 |
Elektrolyse, onshore: 500-1.000 MW (vraagsubsidies) (Vroege fase opschaling) | ‒ | ‒ 133 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ 133 |
Elektrolyse, offshore: 500 MW (CAPEX + OPEX) (Vroege fase opschaling) | ‒ | ‒ 37 | ‒ 37 | ‒ 37 | ‒ 37 | ‒ 59 | ‒ 207 |
De-risken waterstofopslag (Energie-infastructuur) | ‒ | ‒ 18 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ 18 |
Subsidie voor waterstof in binnenvaart (Energie-infastructuur) | ‒ 1 | ‒ 3 | ‒ 3 | ‒ 2 | ‒ 1 | ‒ 1 | ‒ 11 |
Subsidie voor ombouw gascentrales (CO2-vrije gascentrales) | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ 146 | ‒ 146 |
KGG-begroting | ‒ 107 | ‒ 61 | ‒ 21 | ‒ 3 | ‒ 3 | ‒ 3 | ‒ 198 |
Invoering batterijverplichting (Energie-infastructuur) | ‒ | ‒ 3 | ‒ 3 | ‒ 3 | ‒ 3 | ‒ 3 | ‒ 15 |
IPCEI jaren 2024 en verder (Vroege fase opschaling) | ‒ 107 | ‒ 58 | ‒ 18 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ 183 |
I&W-begroting | ‒ 5 | ‒ 8 | ‒ 7 | ‒ 7 | ‒ 4 | ‒ | ‒ 31 |
Subsidie voor waterstof in wegvervoer (Energie-infastructuur) | ‒ 5 | ‒ 8 | ‒ 7 | ‒ 7 | ‒ 4 | ‒ | ‒ 31 |
Totaal | ‒ 172 | ‒ 349 | ‒ 134 | ‒ 100 | ‒ 96 | ‒ 349 | ‒ 1.200 |
Loon en prijsbijstelling
Dit betreft de verwerking van de loon- prijsontwikkeling die uitgekeerd is op het Klimaatfonds.
Kasschuiven
In de tabel zijn kasschuiven opgenomen waarmee het budget beter
aansluit bij de verwachte uitgaven. Er kasschuiven gedaan om het ritme
van het fonds aan te laten sluiten bij over te hevelen middelen voor
MJP25. De grootste kasschuif vindt plaats op het perceel kernenergie,
daar zijn de middelen in een realistisch rimte gezet.
Overige mutaties
Overige mutaties die onderdeel zijn van het Meerjarenprogramma Klimaatfonds 2025. Zie bijlage 1 totaaloverzicht Klimaatfonds voor meer informatie.
Stategische Evaluatie Agenda
De Strategische Evaluatie Agenda is bedoeld om inzicht te krijgen in effecten van beleidsmaatregelen. Op deze wijze kunnen leerervaringen benut worden om het beleid tussentijds bij te sturen, als dat nodig blijkt.
Klimaatfonds | ex-durante | 2027 | te starten | Artikel 8 van de Tijdelijke Wet Klimaatfonds schrijft voor dat de Minister binnen vier jaar na de inwerkingtreding van deze wet een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van het Klimaatfonds naar de Staten-Generaal stuurt. | M |
3. Beleidsartikelen
3.1 Beleidsartikel 1 Kernenergie
A. Algemene doelstelling
Het eerste begrotingsartikel van het Klimaatfonds is bedoeld voor maatregelen voor kernenergie. De doelstelling van dit begrotingsartikel is als volgt:
- Het onderzoeken van het veilig en doelmatig verlengen van de levensduur van de kerncentrale in Borssele.
Het voorbereiden van de bouw van vier nieuwe kerncentrales. Hierbij gaat het onder andere om:
- Het bepalen van een (voorkeurs)locatie voor de eerste twee nieuwe kerncentrales en het bepalen van de techniek die gebruikt zal worden. Onderdeel hiervan is ook het opstellen van een milieueffectrapportage.
- Het uitwerken van een financieringsconstructie voor de bouw van de eerste twee nieuwe kerncentrales, in samenspraak met commerciële partijen.
- Het laten uitvoeren van de benodigde (haalbaarheids)studies voor de eerste twee nieuwe kerncentrales door relevante commerciële partijen en hier middelen voor beschikbaar stellen.
- Het uitwerken van een organisatiestructuur voor het uitvoeren van de overheidsrol bij de aanbesteding, bouw en exploitatie van de nieuwe kerncentrales.
- Het in kaart brengen van de benodigde extra te zetten stappen voor de realisatie van een derde en vierde kerncentrale.
Het creëren van randvoorwaardelijk beleid voor de ontwikkeling van kernenergie in Nederland. Daarbij gaat het onder andere om:
- Het versterken van de nucleaire kennisinfrastructuur. Om als Nederland op een effectieve en veilige wijze nieuwe kerncentrales te bouwen, moet onze kennisinfrastructuur verbeterd worden.
- Het versterken van de Europese en internationale samenwerking en kennisuitwisseling.
- Het versterken van de Nederlandse en Europese waardeketen en brandstofcyclus.
Het versnellen van de ontwikkeling van Small Modular Reactors (SMR’s) door te ondersteunen bij de overgangsfase van ontwerp naar realisatie.
- D.m.v. simulaties met stakeholders knelpunten en kansen rondom SMR’s inzichtelijk maken.
- In kaart brengen potentie en mogelijke inpassing SMR’s in het Nederlandse energiesysteem, evenals de randvoorwaarden.
- Daaruit voortvloeiende keuzes en doelen verder concretiseren in nationale visie op SMR’s.
- Zorgdragen voor voldoende uitvoeringscapaciteit bij het Rijk en decentrale overheden.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De minister van Klimaat en Groene Groei is als fondsbeheerder verantwoordelijk voor de begroting van het Klimaatfonds. Zij is daarmee primair verantwoordelijk voor het beheer en de uitvoering van het Klimaatfonds. Naast fondsbeheerder is de minister van Klimaat en Groene Groei beleidsinhoudelijk verantwoordelijk voor kernenergie.
C. Beleidswijzigingen
In het Hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat bovenop het openblijven van de kerncentrale in Borssele en de voorgenomen bouw van twee kerncentrales, wordt ingezet op de bouw van twee extra kerncentrales. Ook worden de mogelijkheden voor meerdere kleine centrales (SMR's) onderzocht. Deze beleidswijziging is verwerkt in de algemene doelstelling onder A.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 917.001 | 903.121 | 932.707 | 935.208 |
Uitgaven | 0 | 0 | 0 | 150.000 | 386.350 | 892.395 | 1.042.395 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 0 | 150.000 | 386.350 | 892.395 | 1.042.395 |
Kernenergie onverdeeld | 150.000 | 386.350 | 892.395 | 1.042.395 |
Verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 917.001 | 903.121 | 932.707 | 935.208 |
waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 917.001 | 903.121 | 932.707 | 935.208 |
Verplichtingen Kernenergie | 0 | 0 | 0 | 917.001 | 903.121 | 932.707 | 935.208 | 937.473 | 4.625.510 |
Uitgaven Kernenergie | 0 | 0 | 0 | 150.000 | 386.350 | 892.395 | 1.042.395 | 11.654.370 | 14.125.510 |
E. Toelichting op de financiële instrumenten
De tabellen hierboven tonen het totale uitgaven- en verplichtingenbudget van het artikel Kernenergie. Dat bevat vrije middelen, voorwaardelijke toekenningen en reserveringen. Voor een totaaloverzicht aan maatregelen wordt verwezen naar bijlage 1.
F. Verdiepingstabel
Beschikbare middelen ontwerpbegroting 2024 | 146.633 | 211.921 | 871.757 | 874.089 | 885.808 | 886.108 | 886.808 | |
Maatregelen | ||||||||
Amendement Erkens Ontwerpbegroting 2024 | ‒ 7.300 | |||||||
Nieuwbouw kerncentrales | ‒ 2.500 | ‒ 2.500 | ‒ 2.500 | ‒ 2.500 | ‒ 2.500 | ‒ 2.500 | ||
Ondersteuning ontwikkeling SMR's | ‒ 4.100 | ‒ 14.600 | ‒ 14.100 | ‒ 9.600 | ‒ 7.100 | ‒ 5.100 | ||
Uitvoeringslasten | ‒ 569 | ‒ 1.799 | ‒ 1.799 | ‒ 1.799 | ‒ 1.799 | ‒ 1.799 | ‒ 945 | |
Versterking Nucleaire Kennisinfrastructuur | ‒ 5.415 | ‒ 4.983 | ‒ 6.900 | ‒ 7.200 | ‒ 7.500 | ‒ 7.500 | ||
Nieuwbouw kerncentrales | ‒ 6.550 | |||||||
Uitvoeringslasten | ‒ 7.100 | |||||||
Hoofdlijnenakkoord 2024 | ||||||||
HLA Ophoging perceel Kernenergie | 250.000 | 350.000 | 500.000 | 750.000 | 7.650.000 | |||
Technische verwerking | ||||||||
Toevoeging LPO 2024 | 5.181 | 7.487 | 30.799 | 30.881 | 31.294 | 31.306 | 31.306 | |
kasschuiven | ‒ 138.663 | ‒ 194.826 | ‒ 699.127 | ‒ 700.045 | ‒ 323.586 | ‒ 326.087 | ‒ 329.641 | 2.711.975 |
Herschikking | ‒ 5.282 | ‒ 10.768 | ‒ 29.547 | ‒ 29.626 | ‒ 30.022 | ‒ 30.033 | ‒ 30.033 | |
Beschikbare middelen Ontwerpbegroting 2025 | 0 | 0 | 150.000 | 386.350 | 892.395 | 1.042.395 | 1.292.395 | 10.361.975 |
*Deze stand is gebasseerd op de proeve van de Klimaatfondsbegroting 2024 |
G. Toelichting op de begrotingsmutaties
Amendement Erkens Ontwerpbegroting 2024
Dit amenendement stelt voor om de toekenning van € 2,7 mln voor de de ontwikkeling van Small Modular Reactors (SMR's) 2024 op te hogen naar totaal € 10 mln.
Nieuwbouw kerncentrales
Voor de beoogde nieuwbouw van kerncentrales is veel technische,
financiële en juridische kennis vereist, die KGG zelf niet in huis
heeft. KGG wil daarom voor de periode 2025 tot en met 2030 een lender’s
technical advisor (LTA) inhuren. Om inspraak te organiseren en draagvlak
te creëren in Borssele/Zeeland wil KGG in deze regio een
informatiecentrum inrichten.
Ondersteuning ontwikkeling SMR’s
Deze maatregel richt zich niet op de productie van een volledige SMR.
Voor Small Modular Reactors (SMR’s) zijn meerdere toepassingen
denkbaar, waaronder stabilisatie van het net, productie op afgelegen
locaties, als bron van hoge-temperatuur-warmte voor de
energie-intensieve industrie, als bron van stadverwarming, of voor de
productie van waterstof. Deze maatregel beoogt de ontwikkeling van SMR’s
te versnellen door te ondersteunen bij de overgangsfase van ontwerp naar
realisatie. De overgang zou moeten worden versneld door een praktische
koppeling tot stand te brengen tussen maakindustrie en ontwikkelaars van
SMR’s. De vormgeving van de maatregel volgt de volgende ketenstructuur:
SMR-ontwikkelaars, productie toelevering, quality assurance, en
vergunningverlening/toezicht. SMR-ontwikkelaars. In de uitvoering van de
maatregel moeten de elementen in deze ketenstructuur parallel
ondersteund worden.
Uitvoeringslasten
Dit betreft financiering voor uitvoeringslasten vanuit de Autoriteit
Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) en de ministeries
van KGG en IenW, alsmede een toekenning van een werkbudget voor de
provincie Zeeland en de gemeente Borsele voor ambities rondom de
bedrijfsduurverlenging van de kerncentrale in Borssele en het
nieuwbouwtraject.
Versterking Nucleaire Kennisinfrastructuur
Er wordt door het missieteam – waarin het bedrijfsleven, onderzoeks- en
onderwijsinstellingen en de overheid zijn vertegenwoordigd – gewerkt aan
het Meerjarig Missiegedreven Innovatieprogramma (MMIP) Kernenergie. In
dit MMIP is een nadere prioritering van onderzoeksthema’s aangebracht en
wordt ingezet op het opbouwen van een toepasselijk opgeleide
workforce en versterking van nucleaire kennisontwikkeling en
-innovatie.
Nieuwbouw kerncentrales
Deze maatregel is op basis van politieke besluitvorming toegekend tijdens de augustusbesluitvorming. Het betreft middelen die nodig zijn om de verhoogde ambitie uit het Hoofdlijnenakkoord te realiseren. Op korte termijn zijn er extra middelen nodig voor onderzoek en rapportages t.b.v. geschikte locaties voor extra kerncentrales, en de personele kosten die hierbij komen voor zowel beleidsdepartementen als uitvoeringsinstanties.
Uitvoeringslasten
Deze maatregel is op basis van politieke besluitvorming toegekend tijdens de augustusbesluitvorming. Het betreft middelen die nodig zijn om de verhoogde ambitie uit het Hoofdlijnenakkoord te realiseren. Op korte termijn zijn er extra middelen nodig voor onderzoek en rapportages t.b.v. geschikte locaties voor extra kerncentrales, en de personele kosten die hierbij komen voor zowel beleidsdepartementen als uitvoeringsinstanties.
HLA Ophoging perceel Kernenergie
Het perceel kernenergie wordt naar aanleiding van de maatregel in het Hoofdlijnenakkoord verhoogd met € 9,5 mld voor de bouw van vier kerncentrales tot en met 2035.
Technische verwerking
Dit betreft de verwerking van de loon- prijsontwikkeling die uitgedeeld is op dit artikel en mutaties (kasschuiven en interne herschikkingen) die dienen om het perceel in de benodigde en realistische kasritmes tebrengen, zodat de toekenningen conform het MJP25 mogelijk zijn en aansluiten bij de verwachtingen voor MJP26.
3.2 Beleidsartikel 2 CO2-vrije gascentrales
A. Algemene doelstelling
Het tweede begrotingsartikel van het Klimaatfonds is bedoeld voor
maatregelen voor CO2-vrije gascentrales. De doelstelling van
dit begrotingsartikel is als volgt:
- Realisatie van voldoende omgebouwde gascentrales zodat bij passende beschikbaarheid van CO2-vrije energiedragers zoals hernieuwbare waterstof ten minste 0,5 tot 2 Mton CO2-reductie kan worden gerealiseerd.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De minister van Klimaat en Groene Groei is als fondsbeheerder verantwoordelijk voor de begroting van het Klimaatfonds. Zij is daarmee primair verantwoordelijk voor het beheer en de uitvoering van het Klimaatfonds. Naast fondsbeheerder is de minister van Klimaat en Groene Groei beleidsinhoudelijk verantwoordelijk voor broeikasgas neutrale gascentrales.
C. Beleidswijzigingen
In dit artikel is geen sprake van beleidswijzigingen.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Co2-gasvrije gascentrales onverdeeld | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Verplichtingen Co2-vrije gascentrales | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 851.440 | 851.440 |
Uitgaven Co2-vrije gascentrales | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 851.440 | 851.440 |
E. Toelichting op de financiële instrumenten
De tabellen hierboven tonen het totale uitgaven- en verplichtingenbudget van het artikel CO2-vrije gascentrales. Dat bevat vrije middelen, voorwaardelijke toekenningen en reserveringen. Voor een totaaloverzicht aan maatregelen wordt verwezen naar bijlage 1.
F. Verdiepingstabel
Beschikbare middelen ontwerpbegroting 2024 | 159 | 201.043 | 202.047 | 147.773 | 149.413 | 149.413 | 149.411 |
Hoofdlijnenakkoord 2024 | |||||||
HLA-ombuiging | ‒ 146.000 | ||||||
Technische verwerking | |||||||
Toevoeging LPO 2024 | 8 | 10.631 | 10.685 | 7.814 | 7.901 | 7.901 | 7.901 |
Kasschuiven | ‒ 159 | ‒ 197.509 | ‒ 202.481 | ‒ 148.091 | ‒ 149.734 | ‒ 149.734 | 847.708 |
Herschikking | ‒ 8 | ‒ 14.165 | ‒ 10.251 | ‒ 7.496 | ‒ 7.580 | ‒ 7.580 | ‒ 7.580 |
Beschikbare middelen Ontwerpbegroting 2025 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 851.440 |
*Deze stand is gebasseerd op de proeve van de Klimaatfondsbegroting 2024 |
G. Toelichting op de begrotingsmutaties
HLA - ombuiging
In het Hoofdlijnenakkoord is besloten € 1,2 mld te bezuinigingen op de middelen voor de ontwikkeling van batterijen en groene waterstof. Deze bezuiniging wordt gedeeltelijk ingevuld met middelen uit het perceel CO2-vrije gascentrales (€ 146 mln). Er is gekozen om bij de naar rato bezuiniging ook de subsidie voor CO2-vrije gascentrales mee te nemen, omdat de beoogde subsidieregeling bedoeld is voor toepassing van waterstof in gascentrales.
Technische verwerking
Dit betreft de verwerking van de loon- prijsontwikkeling die uitgedeeld is op dit artikel en mutaties (kasschuiven en interne herschikkingen) die dienen om het perceel in de benodigde en realistische kasritmes tebrengen, zodat de toekenningen conform het MJP25 mogelijk zijn en aansluiten bij de verwachtingen voor MJP26.
3.3 Beleidsartikel 3 Energie-infrastructuur
A. Algemene doelstelling
Het derde begrotingsartikel van het Klimaatfonds is bedoeld voor maatregelen voor energie-infrastructuur. De doelstelling van dit begrotingsartikel is als volgt:
- Uitrol van infrastructuur die noodzakelijk is voor de energietransitie, zoals infrastructuur voor waterstof en warmte en laadinfrastructuur. Er wordt ex ante geen selectie gemaakt voor bepaalde technologieën of sectoren.
- Ondersteuning vanuit het fonds voor het oplossen van knelpunten in de niet-gereguleerde infrastructuur en de gereguleerde infrastructuur op het gebied van netcongestie, die geen onderdeel zijn van de reguliere financiering van netbeheerders (waarmee investeringen in de fysieke infrastructuur zelf zijn uitgesloten).
B. Rol en verantwoordelijkheid
De minister van Klimaat en Groene Groei is als fondsbeheerder verantwoordelijk voor de begroting van het Klimaatfonds. Zij is daarmee primair verantwoordelijk voor het beheer en de uitvoering van het Klimaatfonds. Naast fondsbeheerder is de minister van Klimaat en Groene Groei beleidsinhoudelijk verantwoordelijk voor energie-infrastructuur.
C. Beleidwijzigingen
In dit artikel is geen sprake van beleidswijzigingen.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 0 | 0 | 40.000 | 188.500 | 120.500 | 128.000 | 63.000 |
Uitgaven | 0 | 0 | 40.000 | 188.500 | 120.500 | 128.000 | 63.000 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 40.000 | 188.500 | 120.500 | 128.000 | 63.000 |
Energie- Infrastructuur onverdeeld | 40.000 | 188.500 | 120.500 | 128.000 | 63.000 |
Verplichtingen | 0 | 0 | 40.000 | 188.500 | 120.500 | 128.000 | 63.000 |
waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen | 0 | 0 | 40.000 | 188.500 | 120.500 | 128.000 | 63.000 |
Verplichtingen Energie- Infrastructuur | 0 | 0 | 40.000 | 188.500 | 120.500 | 128.000 | 63.000 | 130.917 | 670.917 |
Uitgaven Energie- Infrastructuur | 0 | 0 | 40.000 | 188.500 | 120.500 | 128.000 | 63.000 | 130.917 | 670.917 |
E. Toelichting op de financiële instrumenten
De tabellen hierboven tonen het totale uitgaven- en verplichtingenbudget van het artikel Energie-infrastructuur. Dat bevat vrije middelen, voorwaardelijke toekenningen en reserveringen. Voor een totaaloverzicht aan maatregelen wordt verwezen naar bijlage 1.
F. Verdiepingstabel
Beschikbare middelen ontwerpbegroting 2024 | 31.759 | 313.912 | 313.242 | 307.543 | 316.808 | 316.808 | 306.808 |
Maatregelen | |||||||
Laadinfrastructuur schoon en emissieloos bouwen | ‒ 50.000 | ‒ 54.000 | ‒ 60.000 | ‒ 50.000 | |||
Slimme laadinfrastructuur | ‒ 20.000 | ‒ 12.500 | ‒ 6.500 | ||||
Verduurzaming dieselspoorlijnen Zutphen-Oldenzaal, Almelo-Mariënberg | ‒ 2.000 | ‒ 9.000 | ‒ 20.000 | ‒ 34.000 | ‒ 26.000 | ‒ 7.000 | |
Waterstofnetwerk op zee | ‒ 100.000 | ||||||
Invoering batterijverplichting voor zonneparken | ‒ 20.000 | ‒ 20.000 | ‒ 20.000 | ‒ 20.000 | ‒ 20.000 | ||
Nationale subsidieregeling warmtenetten | ‒ 166.700 | ‒ 166.700 | ‒ 166.700 | ‒ 166.700 | ‒ 166.700 | ‒ 139.000 | |
Hoofdlijnenakkoord 2024 | |||||||
Ombuiging budget Waterstof/ batterijen | ‒ 18.000 | ‒ 7.000 | ‒ 7.000 | ‒ 7.000 | ‒ 7.000 | ||
Technische verwerking | |||||||
Toevoeging LPO 2024 | 980 | 9.687 | 9.666 | 9.490 | 9.776 | 9.776 | 9.776 |
Kasschuiven | ‒ 211.739 | 42.086 | 114.379 | 67.900 | 70.719 | ‒ 63.281 | ‒ 20.064 |
Correctie perceel Gebouwde omgeving (EJM) | 100.000 | ||||||
Toevoeging perceel Gebouwde omgeving (wegvallen zon-PV) | 100.000 | ||||||
Toevoeging EJM EZK | 1.000 | ||||||
Herschikking | 0 | 12.515 | 36.413 | 23.267 | 397 | 397 | 397 |
Beschikbare middelen Ontwerpbegroting 2025 | 0 | 40.000 | 188.500 | 120.500 | 128.000 | 63.000 | 130.917 |
*Deze stand is gebasseerd op de proeve van de Klimaatfondsbegroting 2024 |
G. Toelichting op de begrotingsmutaties
Laadinfrastructuur schoon en emissieloos bouwen
Dit betreft een voorstel om middelen beschikbaar te stellen voor laadinfrastructuur voor de bouw. Volgens het voorstel is dit nodig om de gang naar emissieloos te realiseren, wat nodig is voor onder andere stikstofreductie en CO2-reductie. De middelen worden gebruikt via lopende en in ontwikkeling zijnde instrumenten: (1) Inzet via de nieuwe regeling voor private laadinfra (voor mobiele laadpalen en aansluitingen), publieke laadinfra (eis minimaal één laadplek per laadlocatie voor mobiele werktuigen) en via de bestaande Subsidieregeling Schoon en Emissieloos Bouwmaterieel (SSEB) (batterijcontainers, wisselpakketten, en nieuwe oplossingen zoals inzet van een vliegwiel in de bouw voor het opvangen van piekvermogens) en (2) Aanvullende middelen naar aanbestedende rijksdiensten en een Specifieke Uitkering Schoon en Emissieloos Bouwen (SPUK SEB) voor medeoverheden.
Slimme laadinfrastructuur
De maatregel bevat een aantal gerichte investeringen in slimme laadinfrastructuur. Dit betreft: 1) het realiseren van slimme laadinfrastructuur op witte vlekken ten behoeve van het ontwikkelen van een landelijk dekkend netwerk van publieke laadinfrastructuur; 2) het realiseren van slimme laadinfrastructuur op private (bedrijfs)locaties, om daarmee de druk op de publieke laadinfrastructuur te verlagen en inpassing in een toekomstbestendig en duurzaam energiesysteem te versnellen; 3) het realiseren van de pilot stopcontact-op-land om te zorgen dat de beschikbare capaciteit op het elektriciteitsnet zo optimaal mogelijk en meervoudig wordt benut; en 4) het investeren in tijdige ontwikkeling van publieke toegankelijke laadinfrastructuur voor logistiek, voorbereidend op de invoering van de ZE-zones (zero-emissiezones) in 2025 en de snelle ingroei van het aantal elektrische vracht- en bestelvoertuigen.
Verduurzaming dieselspoorlijnen Zutphen-Oldenzaal, Almelo-Mariënberg
Dit betreft een bijdrage van 50 procent van de kosten van elektrificatie van twee regionale spoorlijnen in Overijssel en Gelderland, te weten Zutphen-Oldenzaal en Almelo- Hardenberg. Door deze spoorlijnen van bovenleidingen en onderstations te voorzien kunnen daar elektrische treinen rijden, die de huidige (en toekomstige aanschaf van) dieseltreinen vervangen.
Waterstofnetwerk op zee
Voor de aansluiting van het eerste grootschalige demonstratieproject van elektrolyse bij windgebied ten Noorden van de Waddeneilanden is een waterstofleiding op zee nodig. Deze leiding kan daarna ook gebruikt worden voor de verdere uitrol van waterstofproductie op zee in windgebied 6/7. De toegewezen middelen zijn bestemd voor de ontwikkelingsfase van het netwerk. Voor de daadwerkelijke aanleg en het beheer van het netwerk zijn naar verwachting aanvullende middelen nodig om aanloopkosten af te dekken.
Invoering batterijverplichting voor zonneparken
Deze maatregel is erop gericht dat extra duurzame elektriciteitsproductie wordt gerealiseerd, dat deze elektriciteit in een batterij wordt opgeslagen en op het net wordt ingevoed op momenten van tekorten aan duurzame energie en netcapaciteit. Dit wordt ook wel uitgestelde levering genoemd.
Nationale subsidieregeling warmtenetten
Dit betreft een nationale subsidieregeling voor warmtenetten om de onrendabele top te beperken. De subsidie bedraagt ten hoogste € 30 mln per project dat ziet op de aanleg van een efficiënt warmtenet, waarbij de hoogte van de subsidiebijdrage maximaal 45 procent van de subsidiabele kosten bedraagt of de subsidiebijdrage vastgesteld is op maximaal € 6.000 per te realiseren kleinverbruikersaansluiting voor een huurwoning en maximaal € 7.000 voor een particuliere woning.
Ombuiging budget Waterstof/ batterijen Hoofdlijnenakkoord 2024
In het Hoofdlijnenakkoord is besloten € 1,2 mld te bezuinigingen op de middelen voor de ontwikkeling van batterijen en groene waterstof. Een deel hiervan wordt verwerkt op perceel Energie-infrastructuur.
Technische verwerking
Dit betreft de verwerking van de loon- prijsontwikkeling die uitgedeeld is op dit artikel en mutaties (kasschuiven en interne herschikkingen) die dienen om het perceel in de benodigde en realistische kasritmes tebrengen, zodat de toekenningen conform het MJP25 mogelijk zijn en aansluiten bij de verwachtingen voor MJP26. Daarnaast wordt nog extra toegelicht de toevoeging eindejaarsmarge EZK, correctie perceel gebouwde omgeving en de toevoeging perceel gebouwde omgeving.
Toevoeging eindejaarsmarge (EJM) EZK
Verwerking van terugvloeiende middelen naar het Klimaatfonds middels de EJM.
Correctie perceel Gebouwde omgeving (EJM)
De integrale besluitvorming in het voorjaar heeft geleid tot een schuif van € 200 mln van het perceel gebouwde omgeving naar het perceel Energie-infrastructuur. De, met MJP 2024 per abuis verwerkte, ophoging van het perceel gebouwde omgeving met € 100 mln ten koste van de percelen Energie-infrastructuur wordt hiermee rechtgezet.
Toevoeging perceel Gebouwde omgeving (wegvallen zon-PV)
De integrale besluitvorming in het voorjaar heeft geleid tot een schuif van € 200 mln van het perceel gebouwde omgeving naar het perceel energie-infrastructuur. De afgewezen reservering van € 100 mln voor Zon PV in huursector ingezet voor een ophoging van het budget voor Energie-infrastructuur.
3.4 Beleidsartikel 4 Vroege fase opschaling
A. Algemene doelstelling
Het vierde begrotingsartikel van het Klimaatfonds is bedoeld voor maatregelen voor Vroege fase opschaling van hernieuwbare energiedragers. De doelstelling van dit begrotingsartikel is als volgt:
- Het vergroten van de beschikbaarheid van innovatieve technologie met een schaalbare functie en belangrijke rol voor de Nederlandse klimaatneutrale samenleving, zodat het daardoor mogelijk wordt om verdere uitrol te bewerkstelligen door generiek beleidsinstrumentarium.
- Dit gaat in eerste instantie om technieken voor hoogwaardige hernieuwbare energiedragers die pas kosteneffectieve CO2-reductie kunnen faciliteren bij substantiële opschaling. Gestart wordt daarbij met innovatieve en kansrijke technieken op de terreinen elektrolyse, vergassing en pyrolyse wat bijdraagt aan de beschikbaarheid van 3 tot 4 GW waterstof in 2030 en de opschaling van groen gas.
- Binnen het perceel zal - uitgaande van realisatie van de doelstellingen voor hoogwaardige energiedragers - daarnaast ook ruimte zijn voor andere toekomstige technologieën, mits deze voldoen aan de voorwaarden dat deze opschaalbaar zijn en bijdragen aan de klimaatneutrale samenleving. Welke technieken hiervoor in aanmerking komen wordt de komende tijd nader uitgewerkt.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De minister van Klimaat en Groene Groei is als fondsbeheerder verantwoordelijk voor de begroting van het Klimaatfonds. Zij is daarmee primair verantwoordelijk voor het beheer en de uitvoering van het Klimaatfonds. Naast fondsbeheerder is de minister van Klimaat en Groene Groei beleidsinhoudelijk verantwoordelijk voor Vroege fase opschaling.
C. Beleidswijzigingen
In dit artikel is geen sprake van beleidswijzigingen.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 0 | 0 | 365.332 | 1.426.375 | 760.407 | 855.910 | 662.269 |
Uitgaven | 0 | 0 | 362.157 | 1.419.618 | 748.542 | 826.979 | 619.503 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 362.157 | 1.419.618 | 748.542 | 826.979 | 619.503 |
Vroege fase opschaling onverdeeld | 0 | 362.157 | 1.419.618 | 748.542 | 826.979 | 619.503 |
Verplichtingen | 0 | 0 | 365.332 | 1.426.375 | 760.407 | 855.910 | 662.269 |
waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen | 0 | 0 | 365.332 | 1.426.375 | 760.407 | 855.910 | 662.269 |
Verplichtingen Vroege fase opschaling | 0 | 0 | 365.332 | 1.426.375 | 760.407 | 855.910 | 662.269 | 1.320.031 | 5.390.324 |
Uitgaven Vroege fase opschaling | 0 | 0 | 362.157 | 1.419.618 | 748.542 | 826.979 | 619.503 | 1.253.331 | 5.230.130 |
E. Toelichting op de financiële instrumenten
De tabellen hierboven tonen het totale uitgaven- en verplichtingenbudget van het artikel Vroege fase opschaling. Dat bevat vrije middelen, voorwaardelijke toekenningen en reserveringen. Voor een totaaloverzicht aan maatregelen wordt verwezen naar bijlage 1.
F. Verdiepingstabel
Beschikbare middelen ontwerpbegroting 2024 | 130.809 | 1.181.040 | 1.211.402 | 1.244.745 | 1.316.237 | 1.267.699 | 1.448.262 |
Maatregelen | |||||||
Algemene reservering uitvoeringskosten, G10 uitfasering slechte energielabels utiliteitsbouw | ‒ 1.000 | ‒ 1.000 | |||||
Algemene reservering uitvoeringskosten, IC12 bijmenging plastic | ‒ 346 | ‒ 319 | ‒ 140 | ‒ 2.536 | ‒ 3.166 | ‒ 3.166 | ‒ 3.166 |
Algemene reservering uitvoeringskosten, IC15 CO2 heffing AVI's | ‒ 502 | ‒ 620 | ‒ 620 | ‒ 502 | ‒ 502 | ‒ 502 | ‒ 502 |
Gebiedsinvesteringen Netten op Zee | ‒ 50.000 | ‒ 100.000 | ‒ 50.000 | ‒ 75.000 | ‒ 75.000 | ‒ 75.000 | ‒ 75.000 |
Normering en stimulering biobased bouwen (BZK) | ‒ 7.146 | ‒ 10.738 | ‒ 1.101 | ||||
Normering en stimulering biobased bouwen (EZ) | ‒ 14.700 | ||||||
Normering en stimulering biobased bouwen (KGG) | ‒ 1.400 | ||||||
Normering en stimulering biobased bouwen (IenW) | ‒ 2.756 | ‒ 3.859 | |||||
Normering en stimulering biobased bouwen (LVVN) | ‒ 1.300 | ‒ 10.000 | ‒ 12.000 | ||||
Opschalen duurzame infra-innovatietechnieken met launching customer programma | ‒ 10.000 | ‒ 20.000 | ‒ 20.000 | ‒ 20.000 | ‒ 20.000 | ‒ 10.000 | |
Subsidie voor waterstof in wegvervoer en binnenvaart (wegvervoer) | ‒ 33.000 | ‒ 55.000 | ‒ 50.000 | ‒ 44.000 | ‒ 28.000 | ||
Verduurzaming zeevaartschepen | ‒ 989 | ‒ 9.789 | ‒ 16.029 | ‒ 24.429 | ‒ 37.869 | ‒ 22.195 | |
Vrouwen in de techniek (gendergelijkheid) | ‒ 100 | ‒ 400 | ‒ 400 | ‒ 400 | ‒ 400 | ‒ 100 | |
Subsidieregeling praktijkleren | ‒ 7.000 | ||||||
Alcohol-to-jet (ATJ) | ‒ 4.500 | ‒ 11.000 | ‒ 20.000 | ‒ 20.000 | ‒ 18.500 | ‒ 16.000 | |
Biopyrolyse | ‒ 3.000 | ‒ 12.000 | ‒ 19.500 | ‒ 21.000 | ‒ 15.000 | ‒ 19.500 | |
Duurzame luchtvaartbrandstoffen (E-fuels) | ‒ 4.500 | ‒ 9.000 | ‒ 13.500 | ‒ 13.500 | ‒ 11.000 | ‒ 8.500 | |
Flex (onderzoek voor bedrijven en industrie) | ‒ 10.000 | ‒ 10.000 | |||||
Flex (opschaling innovatieve flex) | ‒ 4.000 | ‒ 12.000 | ‒ 10.000 | ‒ 10.000 | ‒ 4.000 | ||
Vergassing: stimulering projecten vergassing 1e en 2e fase | ‒ 11.100 | ‒ 44.400 | ‒ 77.800 | ‒ 94.400 | ‒ 100.000 | ‒ 172.300 | |
Ondersteuning van o.a. ketenvorming en recyclingtechnieken circulaire plastics | ‒ 12.000 | ‒ 21.000 | ‒ 18.000 | ‒ 6.000 | ‒ 3.000 | ||
Subsidie voor waterstof in wegvervoer en binnenvaart (binnenvaart) | ‒ 21.472 | ‒ 672 | ‒ 5.872 | ‒ 672 | ‒ 672 | ‒ 1.140 | |
Subsidie voor verduurzaming binnenvaart n.a.v. ETS2 opt-in* | ‒ 3.766 | ‒ 7.766 | ‒ 12.766 | ‒ 29.766 | ‒ 42.766 | ‒ 66.700 | |
Hoofdlijnenakkoord 2024 | |||||||
Ombuiging budget Waterstof/ batterijen | ‒ 60.000 | ‒ 262.000 | ‒ 99.000 | ‒ 83.000 | ‒ 82.000 | ‒ 193.000 | |
Technische verwerking | |||||||
Toevoeging LPO 2024 | 4.304 | 38.874 | 39.873 | 40.972 | 43.323 | 41.727 | 41.727 |
Overboeking vanaf FIN-begroting | 500 | 500 | 500 | 380 | |||
Terug van FIN: Uitvoeringskosten aanpassing vier tarieven energiebelasting | 1.400 | 770 | 770 | 770 | 770 | 770 | 770 |
Terug van FIN: Uitvoeringskosten vrijstelling energiebelasting voor non-energetisch verbruik van aardgas vanaf 2026 | 1.000 | ||||||
Kasschuiven | ‒ 86.040 | ‒ 548.953 | 725.993 | ‒ 99.119 | ‒ 90.346 | ‒ 250.514 | 348.979 |
Herschikking | 175 | 4.010 | 1.621 | 1.665 | 1.761 | 1.696 | 1.696 |
Handhavings- en uitvoeringskosten voor emissielabels binnenvaart (terugboeking) | 884 | 1.243 | 1.135 | 1.069 | |||
Beschikbare middelen Ontwerpbegroting 2025 | 0 | 362.157 | 1.419.618 | 748.542 | 826.979 | 619.503 | 1.253.331 |
*Deze stand is gebasseerd op de proeve van de Klimaatfondsbegroting 2024 |
G. Toelichting op de begrotingsmutaties
Algemene reservering uitvoeringskosten
Deze middelen zijn bedoeld voor uitvoerings- en handhavingskosten voor normerende en beprijzende maatregelen die zijn afgesproken in de voorjaarsbesluitvorming klimaat 2023.
G10: uitfasering slechte energielabels utiliteitsbouw
Er komt normering voor de utiliteitsbouw: voor gebouwen met slechte energielabels, voor industriegebouwen en voor maatschappelijk vastgoed met een labelplicht. Deze is gebaseerd op de Energye Performance of Buldings Directive (EPBD). Deze Europese eisen houden in dat 16% van de op energieprestatie slechtst presterende gebouwen in 2030 verbeterd moeten zijn en in 2033 26%. Voor winkels, logiesgebouwen en bijeenkomstgebouwen wordt de eis van 2033 naar voren gehaald naar 2030 om daarmee de doelen van het Klimaatakkoord sneller te benaderen. Dit wordt getoetst op basis van het energielabel. Daarnaast krijgt maatschappelijk vastgoed conform de EPBD een labelplicht, dit wil zeggen dat het energielabels te allen tijde aanwezig moet zijn (en niet alleen op transactiemomenten). Consultatie van de implementatie van de EPBD IV zal in de tweede helft van 2025 plaatsvinden. Voor effectieve normering is adequaat toezicht & handhaving essentieel. Hiervoor zijn middelen nodig voor toezichthouders.
IC12: bijmenging plastics
Het kabinet heeft in de voorjaarsbesluitvorming 2023 besloten tot een nationale verplichting cq. Norm voor de toepassing van een minimumaandeel plastic recyclaat en biogebaseerd plastic. Voor de uitwerking van deze maatregel moeten uitvoeringskosten worden gemaakt. In het MJP24 is hier reeds € 4,4 mln voor toegekend.
IC15: Heffing AVI’s
Ter voorbereiding voor de maatwerksubsidies voor AVI’s (gereserveerd MJP26 perceel Verduurzaming industrie en innovatie mkb) is aanvullende capaciteit nodig voor beleidsvorming. Dit is additioneel aan al lopend beleid van IenW.
Gebiedsinvesteringen netten op zee (voorheen Wind op zee)
Dit voorstel is gericht op het verbeteren van de leef kwaliteit van de vijf locaties die in de (aanvullende) routekaart windenergie op zee zijn aangewezen voor de aanlanding voor de elektriciteit van windparken op zee, teneinde regionaal draagvlak voor huidige en toekomstige energie-infrastructuur te behouden. Bij Voorjaarsnota 2022 is besloten de incidentele kosten voor de inpassing van windenergie op zee te dekken uit het Klimaatfonds (routekaart windenergie op zee 21 GW), omdat ze bijdragen aan de klimaatdoelstellingen. De middelen worden beschikbaar gesteld voor het behoud en versterken van de natuur, verbeteren van de fysieke leefomgeving, versterken van de regionale economie of versnellen en toepassen van de (duurzame) energietransitie. Het gevraagde budget is € 500 mln. De middelen voor de gebiedsinvesteringen zijn eenmalig en worden beschikbaar gesteld via twee tranches.
Normering en stimulering biobased bouwen
Dit voorstel betreft een pakket aan maatregelen voor het stimuleren van het gebruik van biobased materialen in de bouwsector en grond- weg- en waterbouwsector door middel van een ketenbenadering. Er wordt tegelijkertijd ingezet op het stimuleren van de vraag naar biobased bouwmaterialen door middel van een subsidie voor het gebruik van deze materialen, het opzetten van een verwerkende industrie door middel van een investeringssubsidie, het stimuleren van het aanbod door het opzetten van een stelsel van koolstofcertificaten en het bijeenbrengen van vraag en aanbod. Er worden hiervoor middelen overgeheveld naar diverse departementen.
Opschalen duurzame infra-innovatietechnieken met launching customer programma
Dit voorstel betreft subsidie voor het versneld opschalen van beschikbare duurzame innovatietechnieken in de asfaltsector door middel van een launching customer programma. In dit programma hanteert de overheid in haar aanbestedingen innovatieve asfalttechnieken, namelijk duurzame asfaltmengsel en levensduur verlengende maatregel voor asfalt.
Subsidie voor waterstof in wegvervoer en binnenvaart (wegvervoer)
De Subsidieregeling voor Waterstof in Mobiliteit (SWiM) is een nieuwe regeling, die zich richt op consortia van waterstoftankstations en vervoerders die gebruik willen maken van waterstofvoertuigen. Het gaat om een tenderregeling die zich richt op de additionele investeringskosten (ten opzichte van fossiele alternatief). Subsidiabel zijn de aanleg of opschaling van waterstoftankstations (subsidiepercentage max. 40%) en de aanschaf van waterstofvoertuigen (max. subsidiepercentage 80% van de meerkosten ten opzichte van fossiel alternatief), waarbij de nadruk ligt op zwaar vervoer.
Verduurzaming zeevaartschepen
Dit betreft een tijdelijke subsidieregeling die een CAPEX-tegemoetkoming biedt bij: (1) aanschaf en inbouw van aandrijftechnieken voor varen op waterstof of methanol, eventueel aan te vullen met aanschaf van de energiebesparende techniek Wind Assisted Ship Propulsion (WASP) of een andere energiebesparende techniek; en (2) aanschaf en installatie van een batterijpakket inclusief aanvullende benodigde aanpassingen aan boord. Doel is dat dit pakket in de haven via de walstroomaansluiting geladen wordt met als doel om emissieloos de (Nederlandse) haven in en uit te kunnen varen.
Vrouwen in de techniek (gendergelijkheid)
In dit voorstel wordt een aantal maatregelen voorgesteld die ertoe moeten leiden dat de ondervertegenwoordiging van vrouwen in de technieksector kleiner wordt. Het voorstel richt zich op training voor docenten, ondersteunend (les)materiaal voor het doorbreken van genderstereotypering en jongerenparticipatie/ambassadeurs.
Subsidieregeling praktijkleren
Dit voorstel ziet toe op het creëren van extra leerwerkplekken in de sectoren die benodigd zijn voor de klimaat- en energietransitie, door het bieden van een extra subsidie voor deze leerwerkplekken. Het gaat om circa € 1.000 extra per nieuw gerealiseerde praktijkleerplaats zodat circa 8.000 extra vakmensen kunnen worden opgeleid.
Alcohol to Jet
Het voorstel betreft een innovatiebudget, (mogelijk) via een extra budget binnen de DEI+-regeling, voor de productie van grondstoffen voor alcohol-to-jet (ATJ) vliegtuigbrandstoffen. De subsidie is niet bedoeld voor de ATJ-installaties zelf, maar voor het opzetten van innovatieve installaties waarin biomassa wordt omgezet in alcoholen. Het ATJ-proces zelf is volwassen technologie.
Biopyrolyse
Het voorstel betreft een innovatiebudget via een extra budget binnen de DEI+-regeling, voor de productie van duurzame luchtvaartbrandstoffen via biopyrolyse. Biopyrolyse is een technologie om reststromen zoals biogrondstoffen om te zetten in een vloeistof, pyrolyseolie, die gebruikt kan worden als grondstof voor de petrochemie, waar er onder meer luchtvaartbrandstoffen van gemaakt kunnen worden.
Duurzame luchtvaartbrandstoffen (E-fuels)
Dit voorstel bevat twee maatregelen: ten eerste een innovatiesubsidie voor ontwikkeling van verschillende onderdelen van e-fueltechnologie, waaronder de omzetting van CO2 naar CO, en daarnaast een investeringssubsidie voor pre-commerciële fabrieken die de DEI+-regeling zijn ontgroeid voor de productie van synthetische kerosine en e-methanol.
Flex (onderzoek voor bedrijven en industrie)
Om een CO2-neutraal elektriciteitssysteem te realiseren is flexibiliteit in zowel de aanbodkant als vraagkant nodig. Dit voorstel betreft een subsidie om bedrijven te ondersteunen bij het uitvoeren van onderzoek naar hun flexcapaciteit.
Flex (opschaling innovatieve flex)
Om een CO2-neutraal elektriciteitssysteem te realiseren is flexibiliteit in zowel de aanbodkant als vraagkant nodig. Dit voorstel betreft een subsidie om technieken op te schalen die bedrijven kunnen inzetten om meer flexibel te opereren.
Vergassing: stimulering projecten vergassing 1e en 2e fase
Er wordt voorgesteld de middelen toe te kennen aan een apart budget binnen de DEI+ gericht op vergassingstechniek. (Biogene) reststromen worden op hoge temperatuur of druk gekraakt tot gasvormige moleculen die kunnen worden opgewaardeerd tot brandstof of grondstof. De vele verschillende grondstoffen die gebruikt kunnen worden en producten die met vergassing gemaakt kunnen worden behoeven ook een groot aantal innovatieve technieken met elk eigen uitdagingen. Hiervoor is in het MJP 2024 al € 100 mln toegekend en nog eens € 500 mln gereserveerd. Dit betreft de uitwerking van deze gereserveerde € 500 mln.
Ondersteuning van o.a. ketenvorming en recyclingtechnieken circulaire plastics (onder voorwaarden)
Dit voorstel betreft een tweetal maatregelen met als doel het ondersteunen van de normering voor de toepassing van een minimum aandeel recyclaat en biogebaseerd plastic. De eerste maatregel is een programmalijn die voorziet in ten eerste een kennisloket waar het mkb advies kan inwinnen over de praktische toepassing van recyclaat en biogebaseerd plastic en tweede geld voor activiteiten die bijdragen aan de toepassing van recyclaat en biogebaseerd plastic bij eindklanten. De tweede maatregel betreft een apart luik binnen de DEI+ en VEKI voor investeringssubsidies voor sorteer- en recyclingsprocessen van kunststofafval en productie van biogebaseerde kunststoffen.
Subsidie voor waterstof in wegvervoer en binnenvaart (binnenvaart)
Deze maatregel is erop gericht dat 18 binnenvaartschepen worden omgebouwd zodat ze op waterstof kunnen varen, zodat een begin wordt gemaakt met de opschaling naar emissieloos varen op langere afstanden in de binnenvaart. De CAPEX-subsidie (50% van de ombouwkosten) voor varen op waterstof sluit aan bij aangekondigde maatregelen, waaronder de implementatie van de Renewable Energy Directive III.
Subsidie voor verduurzaming binnenvaart n.a.v. ETS2 opt-in*
De maatregel bevat ten eerste een tijdelijke subsidieregeling met een looptijd van 2025-2030 voor scheepseigenaren. Zij kunnen een bijdrage krijgen voor de onrendabele top voor investeringen (CAPEX) in Tank-To-Wake emissieloze aandrijflijnen of motoren die op hernieuwbare brandstoffen varen. Ook wordt de maatregel ingezet voor het inrichten van een programma-aanpak ‘verduurzaming binnenvaart’ t/m 2030.
Ombuiging budget Waterstof/ batterijen Hoofdlijnenakkoord 2024
Het Hoofdlijnenakkoord schrijft een ombuiging voor op het Klimaatfondsbudget van € 1,2 mld, op de middelen voor de ontwikkeling van batterijen en groene waterstof. Een deel hiervan wordt verwerkt op perceel Vroege fase opschaling.
Technische verwerking
Dit betreft de verwerking van de loon- prijsontwikkeling die uitgedeeld is op dit artikel en mutaties (kasschuiven en interne herschikkingen) die dienen om het perceel in de benodigde en realistische kasritmes tebrengen, zodat de toekenningen conform het MJP25 mogelijk zijn en aansluiten bij de verwachtingen voor MJP26. Daarnaast wordt nog extra toegelicht de terugboeking naar het fonds van toegekende middelen van FIN en IenW.
Terug van FIN: Uitvoeringskosten aanpassing vier tarieven energiebelasting
Per abuis zijn voor maatregel Algemene reservering uitvoeringskosten, S23 Uitvoeringskosten aanpassing vier tarieven energiebelasting voor 1,2 Mton pakket middelen overgeheveld bij Miljoenennota 2024, terwijl nog niet aan de voorwaarde was voldaan omdat de besluitvorming over de beprijzende maatregel nog niet is afgerond.
Terug van FIN: Uitvoeringskosten vrijstelling energiebelasting voor non-energetisch verbruik van aardgas vanaf 2026.
Per abuis zijn voor maatregel Algemene reservering uitvoeringskosten, S13: Uitvoeringskosten vrijstelling energiebelasting voor non-energetisch verbruik van aardgas vanaf 2026 middelen overgeheveld bij Miljoenennota 2024, terwijl nog niet aan de voorwaarde was voldaan omdat de besluitvorming over de beprijzende maatregel nog niet is afgerond.
Handhavings- en uitvoeringskosten voor emissielabels binnenvaart (terugboeking)
Oorspronkelijk is er met het MJP 2024 € 6,2 mln toegekend aan IenW die met MJP25 gedeeltelijke teruggeboekt wordt omdat het doel van de maatregel is veranderd.
3.5 Beleidsartikel 5 Verduurzaming industrie en innovatie mkb
A. Algemene doelstelling
Het vijfde begrotingsartikel van het Klimaatfonds is bedoeld voor
maatregelen voor verduurzaming van de industrie en innovatie in het mkb.
De doelstelling van dit begrotingsartikel is als volgt:
- Ondersteuning vanuit het fonds voor het verwezenlijken van groene industriepolitiek in het bijzonder via het maken van bindende maatwerkafspraken met de 10-20 grootste uitstoters, waarbij wederkerigheid het uitgangspunt is.
- Ondersteuning bij implementatie van innovatieve broeikasgasemissie reducerende technieken bij het mkb.
- Er is samenloop met de percelen energie-infrastructuur en vroege fase opschaling.
De maatwerkaanpak is, in samenhang met de andere instrumenten voor verduurzaming van de industrie, van belang om de reductieopgave voor de industrie in 2030 te realiseren.
- In het Coalitieakkoord was de opgave voor de industrie vastgesteld op 5,9 Mton per jaar additionele reductie in 2030. Daarvan wordt 4 Mton per jaar via de CO2-heffing geborgd en 1,9 Mton via de maatwerkafspraken met de 10-20 grootste uitstoters.
- In het voorjaar heeft het kabinet de opgave voor de maatwerkafspraken met de grootste industriële uitstoters verhoogd van 1,9 Mton tot 3,5 Mton in 2030 ten opzichte van de CO2-heffing.
- Aanvullend hierop is in augustus besloten om de opgave van de industrie met 0,5 Mton verder te verhogen. De aanvullende reductie zal gerealiseerd worden door verbreding van de maatwerkaanpak naar cluster 6 bedrijven (0,3 Mton) en reductie van emissies bij afvalwater- en rioolzuiveringsinstallaties.
- Hiermee komt de opgave voor de maatwerkaanpak uit op 3,8 Mton in 2030 ten opzichte van de CO2-heffing.
- Naast bindende afspraken over de realisatie van extra CO2-reductie, wil het kabinet afspraken maken over de lange termijn verduurzamingsplannen voor klimaatneutrale en circulaire productie en grootschalige technologische doorbraakprojecten.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De minister van Klimaat en Groene Groei is als fondsbeheerder verantwoordelijk voor de begroting van het Klimaatfonds. Zij is daarmee primair verantwoordelijk voor het beheer en de uitvoering van het Klimaatfonds. Naast fondsbeheerder is de minister vanKlimaat en Groene Groei beleidsinhoudelijk verantwoordelijk voor verduurzaming industrie en innovatie in het mkb.
C. Beleidswijzigingen
In dit artikel is geen sprake van beleidswijzigingen.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 0 | 0 | 330.666 | 859.553 | 654.101 | 595.979 | 437.776 |
Uitgaven | 0 | 0 | 330.666 | 859.553 | 654.101 | 595.979 | 437.776 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 330.666 | 859.553 | 654.101 | 595.979 | 437.776 |
Verduurzaming industrie onverdeeld | 330.666 | 859.553 | 654.101 | 595.979 | 437.776 |
Verplichtingen | 0 | 0 | 330.666 | 859.553 | 654.101 | 595.979 | 437.776 |
waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen | 0 | 0 | 330.666 | 859.553 | 654.101 | 595.979 | 437.776 |
Verplichtingen Verduurzaming industrie | 0 | 0 | 330.666 | 859.553 | 654.101 | 595.979 | 437.776 | 473.272 | 3.351.347 |
Uitgaven Verduurzaming industrie | 0 | 0 | 330.666 | 859.553 | 654.101 | 595.979 | 437.776 | 473.272 | 3.351.347 |
E. Toelichting op de financiële instrumenten
De tabellen hierboven tonen het totale uitgaven- en verplichtingenbudget van het artikel Verduurzaming industrie en innovatieve mkb. Dat bevat vrije middelen, voorwaardelijke toekenningen en reserveringen. Voor een totaaloverzicht aan maatregelen wordt verwezen naar bijlage 1.
F. Verdiepingstabel
Beschikbare middelen ontwerpbegroting 2024 | 26.052 | 368.123 | 483.685 | 531.797 | 536.123 | 503.632 | 479.582 |
Maatregelen | |||||||
Nobian | ‒ 24.000 | ‒ 65.000 | ‒ 20.000 | ‒ 63.000 | ‒ 8.000 | ‒ 20.000 | |
Ondersteuning cluster 6 | ‒ 1.017 | ‒ 1.017 | ‒ 1.017 | ‒ 1.017 | ‒ 1.017 | ‒ 1.015 | |
Ondersteuning mkb bij aangescherpte Energiebesparingsplicht | ‒ 10.000 | ||||||
CO2-heffing industrie | 17.000 | 61.000 | 88.000 | 125.000 | |||
Intensivering DEI+ | ‒ 14.025 | ‒ 30.600 | ‒ 26.350 | ‒ 8.500 | ‒ 4.250 | ‒ 4.250 | |
Technische verwerking | |||||||
Toevoeging LPO 2024 | 1.048 | 14.813 | 19.462 | 21.398 | 21.573 | 20.265 | 20.265 |
Opboeking VEKI | 18.874 | 19.564 | 17.689 | 11.449 | 2.655 | ||
Kasschuiven | ‒ 17.100 | ‒ 46.463 | 349.979 | ‒ 12.302 | ‒ 83.566 | ‒ 135.443 | ‒ 55.105 |
Herschikking | 0 | 16.235 | 23.170 | 28.311 | 51.677 | 51.140 | 51.140 |
Toevoeging middelen Noodfonds | 24.700 | ||||||
Beschikbare middelen Ontwerpbegroting 2025 | 0 | 330.666 | 859.553 | 654.101 | 595.979 | 437.776 | 473.272 |
*Deze stand is gebasseerd op de proeve van de Klimaatfondsbegroting 2024 |
G. Toelichting op de begrotingsmutaties
Maatwerkfinanciering: Nobian
Op 22 november jl. is een Joint Letter of Intent (JLoI) met Nobian ondertekend. Met behulp van maatwerkafspraken kan Nobian haar fabrieken ombouwen en daarmee haar klimaatdoelstellingen met 10 jaar versnellen door in 2030 al nagenoeg geen CO2 meer uit te stoten. Om deze doelstellingen te behalen heeft Nobian om een financiële bijdrage gevraagd, naast hun eigen investeringen, voor drie van de vijf projecten die zijn opgenomen in de JLoI. Middels een Incidentele Suppletoire Begroting (ISB)18 is € 200 mln overgeboekt uit het Klimaatfonds naar de KGG-begroting voor de eerste twee projecten (Delfzijl en Hengelo) die goed zijn voor circa 540 Kton CO2-reductie.
Ondersteuning cluster 6
Het betreft maatregelen om bedrijven die onder het zogeheten zesde industriële cluster vallen te ondersteunen bij het reduceren van hun CO2-uitstoot. Deels worden middelen geclaimd voor procesmatige ondersteuning (hiervoor is in het MJP24 al € 3 mln overgeheveld) en deels worden middelen geclaimd voor drie sporen om de transitie bij cluster 6 gericht te ondersteunen. In het eerste spoor is budget beschikbaar voor ondersteuning van pilots bij bedrijven, het tweede spoor wordt een instrument waarbij bedrijven ‘doorgelicht’ worden en advies krijgen voor een concreet pad voor verduurzaming en het derde spoor betreft een branchegerichte aanpak voor het bepalen van een transitiepad voor de gehele branche.
Ondersteuning mkb bij aangescherpte Energiebesparingsplicht
Als onderdeel van een breder voorstel om het mkb te ondersteunen bij het reduceren van hun CO2-uitstoot en de aangescherpte energiebesparingsplicht, wordt nu eerst € 10 mln beschikbaar gesteld voor microfinanciering voor verduurzamingsmaatregelen bij het kleinbedrijf via Qredits.
CO2-heffing industrie
In het Klimaatakkoord en het coalitieakkoord van Rutte IV is afgesproken dat de opbrengsten van de CO2-heffing via het Klimaatfonds ten goede moeten komen aan de verduurzaming van de industrie. Omdat er tot nu toe geen opbrengsten zijn verondersteld, is dit niet eerder budgettair verwerkt. Nu wel opbrengsten worden verwacht, is bij de Miljoenennota 2025 een ex ante raming gemaakt van de totale verwachte inkomsten van de CO2-heffing industrie voor de komende vier jaar (t/m 2028) en structureel. Wanneer een opbrengst wordt verwacht, dan is parallel een tegenreeks ingeboekt aan de uitgavenkant van de begroting. Het budget aan de uitgavenkant wordt verwerkt op de Klimaatfonds percelen «verduurzaming industrie» en – voor wat betreft de middelen van de CO2-heffing voor afvalverbrandingsinstallaties (AVI’s) – «onverdeeld» van het Klimaatfonds. Het uitgavenbudget in het Klimaatfonds kan worden uitgegeven vanaf het jaar waarin ex ante de inkomsten zijn geraamd.
Intensivering DEI+
In de huidige openstelling van de DEI+ is het maximale subsidiebedrag opgehoogd naar € 30 mln en zijn de thema’s waar subsidie voor aangevraagd kan worden uitgebreid met innovatieve klimaattechnologieën voor de industrie.
Technische verwerking
Dit betreft de verwerking van de loon- prijsontwikkeling die uitgedeeld is op dit artikel en mutaties (kasschuiven en interne herschikkingen) die dienen om het perceel in de benodigde en realistische kasritmes tebrengen, zodat de toekenningen conform het MJP25 mogelijk zijn en aansluiten bij de verwachtingen voor MJP26. Daarnaast wordt nog extra toegelicht de opboeking VEKI en toevoeging middelen Noodfonds.
Opboeking VEKI
De integrale besluitvorming in het voorjaar heeft geleid tot een terugboeking op het Klimaatfonds van de toegekende middelen voor de VEKI.
Toevoeging middelen Noodfonds
De middelen die bestemd waren voor het Noodfonds Bedrijven zijn toegevoegd aan de Klimaatfondsbegroting onder het perceel Verduurzaming Industrie ten behoeve van de Maatwerkafspraken. Dit stond eerder gereserveerd op de Aanvullende post van het ministerie van Financiën.
3.6 Beleidsartikel 6 Verduurzaming gebouwde omgeving
A. Algemene doelstelling
Het zesde begrotingsartikel van het Klimaatfonds is bedoeld voor maatregelen voor verduurzaming van de gebouwde omgeving. De doelstelling van dit begrotingsartikel is als volgt:
Het terugdringen van de energiebehoefte en uitstoot van broeikasgassen door isolatie en de toename van duurzame installaties zoals warmtepompen in de gebouwde omgeving. Dit betekent in ieder geval:
- Overstappen op duurzamere installaties of een warmtenet, waaronder 1 miljoen geïnstalleerde hybride warmtepompen en 500.000 nieuwe aansluitingen op een warmtenet in de bestaande bouw in uiterlijk 2030.
- Het isoleren van 2,5 miljoen woningen in uiterlijk 2030.
- De uitfasering van gebouwen met de slechtste energieprestaties in de utiliteitsbouw, waaronder maatschappelijk vastgoed.
- Binnen het perceel zal – uitgaande van realisatie van bovengenoemde doelstellingen voor verduurzaming gebouwde omgeving - daarnaast ook ruimte zijn voor andere doelen die bijdragen aan het realiseren van de benodigde broeikasgasreductiereductie.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De minister van Klimaat en Groene Groei is als fondsbeheerder verantwoordelijk voor de begroting van het Klimaatfonds. De minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening is beleidsinhoudelijk verantwoordelijk voor de maatregelen waar middelen voor worden overgeheveld naar de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gericht op het verduurzamen van de gebouwde omgeving.
C. Beleidswijzigingen
In dit artikel is geen sprake van beleidswijzigingen.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 0 | 0 | 25.000 | 165.000 | 479.680 | 393.740 | 325.640 |
Uitgaven | 0 | 0 | 25.000 | 165.000 | 479.680 | 393.740 | 325.640 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 25.000 | 165.000 | 479.680 | 393.740 | 325.640 |
Gebouwde omgeving onverdeeld | 25.000 | 165.000 | 479.680 | 393.740 | 325.640 |
Verplichtingen | 0 | 0 | 25.000 | 165.000 | 479.680 | 393.740 | 325.640 |
waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen | 0 | 0 | 25.000 | 165.000 | 479.680 | 393.740 | 325.640 |
Verplichtingen Gebouwde omgeving | 0 | 0 | 25.000 | 165.000 | 479.680 | 393.740 | 325.640 | 257.256 | 1.646.316 |
Uitgaven Gebouwde omgeving | 0 | 0 | 25.000 | 165.000 | 479.680 | 393.740 | 325.640 | 257.256 | 1.646.316 |
E. Toelichting op de financiële instrumenten
De tabellen hierboven tonen het totale uitgaven- en verplichtingenbudget van het artikel Verduurzaming gebouwde omgeving. Dat bevat vrije middelen, voorwaardelijke toekenningen en reserveringen. Voor een totaaloverzicht aan maatregelen wordt verwezen naar bijlage 1.
F. Verdiepingstabel
Beschikbare middelen ontwerpbegroting 2024 | 1.118 | 119.598 | 501.358 | 499.386 | 502.869 | 483.869 | 483.869 |
Maatregelen | |||||||
MaVa: verzoek ophoging budget | ‒ 42.000 | ||||||
Nationaal Isolatie Programma (BZK) | ‒ 90.600 | ‒ 6.860 | |||||
Nationaal Isolatie Programma (KGG) | ‒ 216.700 | ||||||
Nationaal Isolatie Programma (BZK) | ‒ 32.160 | ‒ 36.860 | ‒ 41.860 | ‒ 41.860 | |||
Programmatische aanpak maatschappelijk vastgoed | ‒ 2.568 | ‒ 7.385 | ‒ 7.385 | ‒ 10.828 | ‒ 10.778 | ‒ 10.778 | |
Warmtefonds ophogen | ‒ 35.300 | ‒ 35.300 | ‒ 35.300 | ‒ 35.300 | ‒ 35.300 | ‒ 35.300 | |
Maatschappelijk vastgoed: fonds | ‒ 74.910 | ||||||
Technische verwerking | |||||||
Toevoeging LPO 2024 | 38 | 4.025 | 16.871 | 16.804 | 16.921 | 16.282 | 16.282 |
Verhoging perceel EJM | 100.000 | ||||||
Toevoeging perceel Energie-infrastructuur (wegvallen zon-PV) | ‒ 100.000 | ||||||
Naar ander perceel (wegvallen zon-PV) | ‒ 100.000 | ||||||
Kasschuif | 189.480 | 63.982 | ‒ 70.799 | 54.456 | ‒ 26.829 | ‒ 70.953 | ‒ 139.337 |
Herschikking | ‒ 36 | ‒ 7.827 | ‒ 16.185 | ‒ 16.121 | ‒ 16.233 | ‒ 15.620 | ‒ 15.620 |
Beschikbare middelen Ontwerpbegroting 2025 | 0 | 25.000 | 165.000 | 479.680 | 393.740 | 325.640 | 257.256 |
*Deze stand is gebasseerd op de proeve van de Klimaatfondsbegroting 2024 |
G. Toelichting op de begrotingsmutaties
MaVa: verzoek ophoging budget
Via deze maatregel worden twee posten uit de DUMAVA- en Verduurzaming Rijksvastgoedregelingen geïndexeerd. Deze indexatie is bedoeld om de inflatie tegen te gaan en er voor te zorgen dat de doelen van de twee genoemde regelingen behaald worden.
Nationaal Isolatie Programma
Het doel van het NIP is het isoleren van 2,5 mln woningen in 2030 met de nadruk op de 1,5 mln slechtgeïsoleerde woningen (label E, F en G). Het programma bestaat uit vier actielijnen. Actielijn 1, de lokale aanpak, wordt ingericht als specifieke uitkering voor gemeenten. Actielijn 2, die ziet op huur, is gericht op onder meer prestatieafspraken met corporaties en normering van slecht geïsoleerde woningen. Actielijn 3 richt zich op de nationale aanpak koopwoningen en VvE's, middels de ISDE en SEEH. Dit zijn bestaande regelingen die worden geïntensiveerd met klimaatfondsmiddelen. Actielijn 4 betreft een brede inzet op energie besparen met laagdrempelige maatregelen, met een verduurzamingscoalitie van maatschappelijke partijen. Daarnaast worden middelen uitgetrokken voor communicatie, contingenten aanpak en natuurinclusief, duurzaam en circulair isoleren. Er worden voor de NIP middelen overgeheveld naar BZK en KGG.
Programmatische aanpak maatschappelijk vastgoed
Deze maatregel ziet op het oprichten van een programmabureau om via een programmatische aanpak de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed te ondersteunen en te versnellen. De programmatische aanpak is aanvullend op het Ontzorgingsprogramma Maatschappelijk vastgoed, dat zich met name richt op kleine eigenaren en de n=1 aanpak nog merendeels wordt toegepast. De impact van de programmatische aanpak is groter, doordat er ook daadwerkelijk geïnvesteerd gaat worden via aanbestedingen, contracten en door uitvoerende partijen.
Warmtefonds ophogen
Middelen worden ingezet om de inkomensgrens van het warmtefonds op te hogen en om VvE’s in staat te stellen goedkoper te lenen. Het verlagen van de rente die het Warmtefonds rekent voor haar leningen naar 0% voor burgers met een inkomen tot € 60.000 (indicatief), om daarmee de remmende werking van de gestegen marktrente weg te nemen en een prikkel te geven aan woningeigenaren om te verduurzamen. Voor VvE’s wordt de rente verlaagd met circa 1,5% (waarmee de rente nu zou uitkomen op 2,5-3%).
Maatschappelijk vastgoed: fonds
Deze maatregel ziet op het doen van dotaties aan bestaande fondsen voor de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed. Via deze dotaties wordt een voor maatschappelijk vastgoedbeheerders belangrijke oplossing geboden voor de financieringsproblemen waarmee zij vaak te maken hebben.
Technische verwerking
Dit betreft de verwerking van de loon- prijsontwikkeling die uitgedeeld is op dit artikel en mutaties (kasschuiven en interne herschikkingen) die dienen om het perceel in de benodigde en realistische kasritmes tebrengen, zodat de toekenningen conform het MJP25 mogelijk zijn en aansluiten bij de verwachtingen voor MJP26. Daarnaast wordt nog extra toegelicht de verhoging perceel eindejaarsmarge, correctie perceel gebouwde omgeving en de toevoeging perceel gebouwde omgeving.
Verhoging perceel eindejaarsmarge (EJM)
Verwerking van terugvloeiende middelen naar het Klimaatfonds middels de EJM.
Correctie perceel Gebouwde omgeving (EJM)
De integrale besluitvorming in het voorjaar heeft geleid tot een schuif van € 200 mln van het perceel gebouwde omgeving naar het perceel Energie-infrastructuur. De, met MJP 2024 per abuis verwerkte, ophoging van het perceel gebouwde omgeving met € 100 mln ten koste van de percelen Energie-infrastructuur wordt hiermee rechtgezet.
Toevoeging perceel Gebouwde omgeving (wegvallen zon-PV)
De integrale besluitvorming in het voorjaar heeft geleid tot een schuif van € 200 mln van het perceel gebouwde omgeving naar het perceel energie-infrastructuur. De afgewezen reservering van € 100 mln voor Zon PV in huursector ingezet voor een ophoging van het budget voor Energie-infrastructuur.
3.7 Beleidsartikel 7 Onverdeeld
A. Algemene doelstelling
Begrotingsartikel 7 Onverdeeld is opgesteld voor de financiële verwerking van toevoegingen aan en onttrekkingen uit het Klimaatfonds.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Klimaat en Groene Groei is verantwoordelijk voor de begroting van het Klimaatfonds en treedt tevens op als fondsbeheerder. Zij is daarmee primair verantwoordelijk voor het beheer en de uitvoering van het Klimaatfonds.
C. Beleidswijzigingen
In dit artikel is geen sprake van beleidswijzigingen.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 51.000 | 99.000 | 0 |
Uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 51.000 | 99.000 | 0 |
Onverdeeld | 0 | 0 | 0 | 0 | 51.000 | 99.000 | 0 |
Onverdeeld | 0 | 0 | 0 | 0 | 51.000 | 99.000 | 0 |
Verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 51.000 | 99.000 | 0 |
waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 51.000 | 99.000 | 0 |
Verplichtingen Onverdeeld | 0 | 0 | 0 | 0 | 51.000 | 99.000 | 0 | 0 | 150.000 |
Uitgaven Onverdeeld | 0 | 0 | 0 | 0 | 51.000 | 99.000 | 0 | 0 | 150.000 |
E. Toelichting op de financiële instrumenten
De tabellen hierboven tonen het totale uitgaven- en verplichtingenbudget van het artikel Onverdeeld. Dat bevat vrije middelen, voorwaardelijke toekenningen en reserveringen. Voor een totaaloverzicht aan maatregelen wordt verwezen naar bijlage 1.
F. Verdiepingstabel
Beschikbare middelen ontwerpbegroting 2024 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Maatregelen | |||||||
CO2-heffing voor afvalverbrandingsinstallaties | 51.000 | 99.000 | |||||
Technische verwerking | |||||||
Opboeken EJM BZK | 3.500 | ||||||
Opboeken EJM EZK | 421.743 | ||||||
Opboeken EJM IenW | 8.509 | ||||||
Opboeken EJM LVVN | 34.241 | ||||||
EJM BZK | ‒ 3.500 | ||||||
EJM EZK | ‒ 420.743 | ||||||
EJM IenW | ‒ 8.439 | ||||||
EJM LVVN | ‒ 34.241 | ||||||
Restant EJM naar perceel Energie-infrastructuur | ‒ 1.000 | ||||||
Restant EJM naar perceel Kernenergie | ‒ 70 | ||||||
Beschikbare middelen Ontwerpbegroting 2025 | 0 | 0 | 0 | 51.000 | 99.000 | 0 | 0 |
*Deze stand is gebasseerd op de proeve van de Klimaatfondsbegroting 2024 |
G. Toelichting op de begrotingsmutaties
CO2-heffing voor
afvalverbrandingsinstsallaties
In het Klimaatakkoord en het coalitieakkoord van Rutte IV is afgesproken
dat de opbrengsten van de CO2-heffing via het Klimaatfonds
ten goede moeten komen aan de verduurzaming van de industrie. Omdat er
tot nu toe geen opbrengsten zijn verondersteld is dit niet eerder
budgettair verwerkt. Nu wel opbrengsten worden verwacht, is bij
Miljoenennota 2025 een ex ante raming gemaakt van de totale verwachte
inkomsten van de CO2-heffing industrie voor de komende vier
jaar (t/m 2028) en structureel. Wanneer een opbrengst wordt verwacht,
dan is parallel een tegenreeks ingeboekt aan de uitgavenkant van de
begroting. Het budget aan de uitgavenkant wordt verwerkt op de
Klimaatfonds percelen «verduurzaming industrie» en – voor wat betreft de
middelen van de CO2-heffing voor
afvalverbrandingsinstallaties (AVI’s) – «onverdeeld» van het
Klimaatfonds. Het uitgavenbudget in het Klimaatfonds kan worden
uitgegeven vanaf het jaar waarin ex ante de inkomsten zijn geraamd.
Technische verwerking
Dit betreft de verwerking van de 100% eindejaarsmarge van het Klimaatfonds en mutaties die dienen om het perceel in het benodigde kasritme te brengen zodat de toekenningen conform het MJP25 mogelijk zijn.
4. Bijlagen
Bijlage 1: Totaaloverzicht Klimaatfonds
Het totaaloverzicht Klimaatfonds bevat vier tabellen de verhouding modaliteiten per maatregel, alle toekenningen uet het Klimaatfonds, alle actuele reserveringen uit het Meerjarenprogramma Klimaatfonds en een overzicht van alle uitvoeringskosten.
Verhouding modaliteiten per maatregel (excl. uitvoeringskosten)
Onderstaande tabel weergeeft hoeveel per maatregel definitief is toegekend of gereserveerd. Maatregelen met een voorwaardelijke toekenning waarvan de voorwaarde nog niet voldaan is worden opgenomen als een reservering voor het MJP26.
Dept. | Jaar | Maatregel | Toegekend | Gereserveerd |
Kernenergie | ||||
KGG | 2023 | Onderzoeken nieuwbouw kerncentrales | 20.000 | |
KGG | 2024 | Bedrijfsduur-verlenging Borssele | 10.000 | |
KGG | 2024 | Kennisinfra | 25.502 | |
KGG | 2024 | Ondersteuning ontwikkeling SMR's | 3.100 | |
KGG | 2024 | Onderzoeken nieuwbouw kerncentrales | 117.000 | |
KGG | 2024 | Uitvoeringslasten | 62.000 | |
KGG | 2025 | Nieuwbouw kerncentrales | 21.550 | |
KGG | 2025 | Ondersteuning ontwikkeling SMR's | 61.900 | |
KGG | 2025 | Uitvoeringslasten | 17.609 | |
KGG | 2025 | Versterking Nucleaire Kennisinfrastructuur | 39.498 | |
Totaal | 378.159 | |||
Dept. | Jaar | Maatregel | Toegekend | Gereserveerd |
CO2-vrije gascentrales | ||||
KGG | 2025 | Subsidieregeling CO2-vrije gascentrales | 839.000 | |
Totaal | 839.000 | |||
Dept. | Jaar | Maatregel | Toegekend | Gereserveerd |
Energie-infrastructuur | ||||
KGG | 2023 | Nationale subsidieregeling warmtenetten | 200.000 | |
KGG | 2024 | Coördinatie MIEK-projecten | 7.000 | |
KGG | 2024 | De-risken grootschalige waterstofopslag | 125.000 | |
KGG | 2024 | EBN: versnellen onderzoek CCS | 45.000 | |
KGG | 2024 | Efficiëntere benutting elektriciteitsnetten | 166.432 | |
KGG | 2024 | Nationale subsidieregeling warmtenetten | 400.000 | |
KGG | 2024 | Randvoorwaarden technische arbeidsmarkt | 30.000 | |
KGG | 2024 | Realisatie van 3 GW zon op zee in 2030 | 44.499 | |
KGG | 2024 | Toekomstbestendigheid energienetwerken (netcapaciteit) | 84.000 | |
KGG | 2024 | Waterstofnetwerk op zee | 50.000 | |
KGG | 2025 | Aanvullende normering zon dak | 150.000 | |
KGG | 2025 | Demand Side Response (DSR) in eindgebruikerssectoren | 9.000 | |
KGG | 2025 | De-risken grootschalige waterstofopslag | 102.000 | |
KGG | 2025 | Invoering batterijverplichting voor zonneparken | 100.000 | |
KGG | 2025 | Invoering batterijverplichting voor zonneparken (reservering MJP 2026) | 172.000 | |
KGG | 2025 | Nationale subsidieregeling warmtenetten | 972.500 | |
KGG | 2025 | Waarborgfonds warmtenetten | 215.500 | |
KGG | 2025 | Waterstofnetwerk op zee | 100.000 | |
I&W | 2023 | Slimme laadinfrastructuur | 13.000 | |
I&W | 2024 | Laadinfra bouw | 120.000 | |
I&W | 2024 | Laadinfra walstroom | 40.000 | |
I&W | 2024 | Laadinfrastructuur voor wegvervoer | 403.800 | |
I&W | 2025 | Aanleg Electric Road Systems | 20.000 | |
I&W | 2025 | Laadinfrastructuur schoon en emissieloos bouwen | 214.000 | |
I&W | 2025 | Slimme laadinfrastructuur | 39.000 | |
I&W | 2025 | Verduurzaming dieselspoorlijnen Zutphen-Oldenzaal, Almelo-Mariënberg | 98.000 | |
LVVN | 2024 | Distributienetten glastuinbouw | 300.000 | |
Totaal | 3.552.231 | 668.500 | ||
Dept. | Jaar | Maatregel | Toegekend | Gereserveerd |
Vroege fase opschaling | ||||
BZK | 2024 | Normering en stimulering biobased bouwen | 19.300 | |
BZK | 2025 | Algemene reservering uitvoeringskosten, G1 uitfasering slechte huurwoningen | 28.970 | |
BZK | 2025 | Algemene reservering uitvoeringskosten, G10 uitfasering slechte energielabels utiliteitsbouw (reservering MJP 2026) | 16.690 | |
BZK | 2025 | Normering en stimulering biobased bouwen | 18.985 | |
FIN | 2024 | Onderzoek Nationaal Emissieplafond voor ESR sectoren | 2.000 | |
FIN | 2025 | Algemene reservering uitvoeringskosten, S13 Uitvoeringskosten vrijstelling energiebelasting voor non-energetisch verbruik van aardgas vanaf 2026 | 1.000 | |
FIN | 2025 | Algemene reservering uitvoeringskosten, S23 Uitvoeringskosten aanpassing vier tarieven energiebelasting voor 1,2 Mton pakket | 6.020 | |
FIN | 2025 | Onderzoek nationaal emissieplafond voor ESR sectoren (MJP 2024) | 1.880 | |
I&W | 2023 | Wind op Zee | 580.100 | |
I&W | 2024 | Bevorderen circulair doen en gedrag | 33.700 | |
I&W | 2024 | Normering en stimulering biobased bouwen | 3.000 | |
I&W | 2024 | Ondersteuning van o.a. ketenvorming en recyclingtechnieken circulaire plastics | 69.100 | |
I&W | 2024 | Uitbreiden zero-emissiezones voor gemeenten | 6.660 | |
I&W | 2025 | Algemene reservering uitvoeringskosten, M7 aanscherpen CO2-prestaties goederenvervoer | 6.000 | |
I&W | 2025 | Aanscherpen normen duurzaam inkopen | 30.200 | |
I&W | 2025 | Alcohol-to-jet (ATJ) | 90.000 | |
I&W | 2025 | Duurzame luchtvaartbrandstoffen (E-fuels) | 60.000 | |
I&W | 2025 | Duurzame luchtvaartbrandstoffen (E-fuels) (reservering MJP 2026) | 150.000 | |
I&W | 2025 | Handhavings- en uitvoeringskosten voor emissielabels binnenvaart (terugboeking) | ‒ 4.331 | |
I&W | 2025 | Normering en stimulering biobased bouwen | 6.615 | |
I&W | 2025 | Ondersteuning van o.a. ketenvorming en recyclingtechnieken circulaire plastics | 137.900 | |
I&W | 2025 | Opschalen duurzame infra-innovatietechnieken met launching customer programma | 100.000 | |
I&W | 2025 | Subsidie voor verduurzaming van de binnenvaart n.a.v. ETS-2 opt-in* | 163.530 | |
I&W | 2025 | Subsidie voor waterstof in wegvervoer en binnenvaart (binnenvaart) | 30.500 | |
I&W | 2025 | Subsidie voor waterstof in wegvervoer en binnenvaart (binnenvaart) (reservering MJP 2026) | 33.500 | |
I&W | 2025 | Subsidie voor waterstof in wegvervoer en binnenvaart (wegvervoer) | 210.000 | |
I&W | 2025 | Verduurzaming zeevaartschepen | 111.300 | |
KGG | 2023 | IPCEI Waterstof golf 2 | 785.000 | |
KGG | 2023 | IPCEI Waterstof golf 3 | 600.000 | |
KGG | 2023 | IPCEI Waterstof golf 4 | 199.000 | |
KGG | 2023 | Programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER) | 82.500 | |
KGG | 2023 | Wind op Zee | 259.900 | |
KGG | 2024 | Continuering DEI+CE | 55.192 | |
KGG | 2024 | Correctieregeling duurzame warmte motie Grinwis – Erkens | 60.000 | |
KGG | 2024 | Elektrolyse, offshore: <=100 MW (CAPEX) | 380.000 | |
KGG | 2024 | Elektrolyse, onshore: 50 MW | 249.900 | |
KGG | 2024 | Elektrolyse, onshore: 500-1.000 MW | 1.000.000 | |
KGG | 2024 | Elektrolyse: kennisplatform offshore en ketenbrede consortia | 2.000 | |
KGG | 2024 | Geothermie, hoge temperatuur | 52.000 | |
KGG | 2024 | Geothermie, lage temperatuur | 100.000 | |
KGG | 2024 | H2Global, import van groene waterstof | 300.000 | |
KGG | 2024 | Normering en stimulering biobased bouwen | 1.400 | |
KGG | 2024 | Verbeterd toezicht en handhaving aangescherpte energiebesparingsplicht | 6.650 | |
KGG | 2024 | Vergassing: expertisecentrum, organisatie, haalbaarheidsstudies | 25.000 | |
KGG | 2024 | Vergassing: stimulering projecten vergassing 1e en 2e fase | 100.000 | |
KGG | 2025 | Biopyrolyse | 90.000 | |
KGG | 2025 | Elektrolyse, offshore: 500 MW (CAPEX + OPEX) | 1.193.000 | |
KGG | 2025 | Elektrolyse, onshore: 500-1.000 MW (productiesubsidies) | 2.472.000 | |
KGG | 2025 | Elektrolyse, onshore: 500-1.000 MW (productiesubsidies) (reservering MJP 2026) | 767.000 | |
KGG | 2025 | Flex (onderzoek voor bedrijven en industrie) | 20.000 | |
KGG | 2025 | Flex (opschaling innovatieve flex) | 40.000 | |
KGG | 2025 | Flex (opschaling innovatieve flex) (reservering MJP 2026) | 160.000 | |
KGG | 2025 | Gebiedsinvesteringen Netten op Zee | 500.000 | |
KGG | 2025 | Handhaving aangescherpte energiebesparingsplicht | 6.670 | |
KGG | 2025 | Normering en stimulering biobased bouwen | 14.700 | |
KGG | 2025 | Normering en stimulering biobased bouwen (ISDE) | 1.400 | |
KGG | 2025 | Normering en stimulering biobased bouwen (reservering MJP 2026) | 111.300 | |
KGG | 2025 | Ondersteuning van o.a. ketenvorming en recyclingtechnieken circulaire plastics | 60.000 | |
KGG | 2025 | Vergassing: stimulering projecten vergassing 1e en 2e fase | 500.000 | |
LVVN | 2023 | Wind op Zee | 345.300 | |
LVVN | 2025 | Normering en stimulering biobased bouwen | 23.300 | |
LVVN | 2025 | Subsidie voor verduurzaming landbouw n.a.v. ETS2 opt-in* | 77.000 | |
OCW | 2025 | Subsidieregeling praktijkleren | 7.000 | 15.000 |
OCW | 2025 | Vrouwen in de techniek (gendergelijkheid) | 1.800 | |
2023 | Dekking generale beeld | 880.000 | ||
Totaal | 8.242.501 | 5.214.130 | ||
Dept. | Jaar | Maatregel | Toegekend | Gereserveerd |
Verduurzaming industrie en innovatie mkb | ||||
KGG | 2023 | NIKI | 22.000 | |
KGG | 2023 | VEKI | 28.000 | |
KGG | 2024 | NIKI (2022) | 228.000 | |
KGG | 2024 | Ondersteuning cluster 6 | 2.960 | |
KGG | 2024 | Ondersteuning mkb bij aangescherpte Energiebesparingsplicht | ||
KGG | 2024 | Topsector Energie Haalbaarheidsstudies | 25.000 | |
KGG | 2024 | Uitvoeringskosten maatwerkafspraken | 66.000 | |
KGG | 2024 | VEKI | 525.000 | |
KGG | 2024 | VEKI (2022) | 112.000 | |
LVVN | 2024 | EG-regeling (Energie-efficiëntie Glastuinbouw) | 199.900 | |
KGG | 2025 | Intensivering DEI+ (titel voorheen DEI-XL) | 87.975 | 348.625 |
KGG | 2025 | Maatwerkfinanciering (uit reservering eventuele maatwerksubsidies) | 574.700 | |
KGG | 2025 | Maatwerkfinanciering (uit reservering ophoging perceel) | 229.600 | |
KGG | 2025 | Maatwerkfinanciering Nobian | 200.000 | |
KGG | 2025 | Maatwerksubsidies AVI’s | 222.000 | |
KGG | 2025 | NIKI | 1.000.000 | |
KGG | 2025 | Ondersteuning cluster 6 | 6.100 | |
KGG | 2025 | Ondersteuning cluster 6 (reservering MJP 2026) | 37.902 | |
KGG | 2025 | Ondersteuning mkb bij aangescherpte Energiebesparingsplicht | 10.000 | |
KGG | 2025 | Ondersteuning mkb bij aangescherpte Energiebesparingsplicht (reservering MJP 2026) | 140.000 | |
I&W | 2025 | Uitvoeringskosten maatwerkaanpak AVI's | 2.793 | |
Totaal | 1.512.935 | 2.555.620 | ||
Dept. | Jaar | Maatregel | Toegekend | Gereserveerd |
Verduurzaming gebouwde omgeving | ||||
BZK | 2023 | Energiebesparende maatregelen | 160.000 | |
BZK | 2023 | Nationaal Isolatieprogramma | 100.000 | |
BZK | 2023 | Versnelling lokale aanpak Nationaal Isolatieprogramma | 62.500 | |
BZK | 2024 | Aanpak kwetsbare wijken en dorpen versterken | 425.000 | |
BZK | 2024 | Doe-het-zelf-vouchers | 50.000 | |
BZK | 2024 | Maatschappelijk vastgoed: Duurzaam Rijksoverheidsvastgoed | 364.600 | |
BZK | 2024 | Maatschappelijk vastgoed: Ondersteuning maatschappelijk vastgoed | 89.620 | |
BZK | 2024 | Maatschappelijk vastgoed: subsidie DUMAVA | 1.916.000 | |
BZK | 2024 | Nationaal Isolatie Programma | 798.190 | |
BZK | 2024 | Ontzorging en ondersteuning verenigingen van eigenaren | 25.000 | |
BZK | 2024 | Warmtefonds ophogen | 88.000 | |
BZK | 2025 | Maatschappelijk vastgoed: fonds | 74.910 | 175.000 |
BZK | 2025 | MaVa: verzoek ophoging budget | 42.000 | |
BZK | 2025 | Nationaal Isolatie Programma extra | 152.740 | |
BZK | 2025 | Nationaal Isolatie Programma: veranderde inzet middelen en ophoging budget | 97.460 | |
BZK | 2025 | Nationaal Isolatie Programma: veranderde inzet middelen en ophoging budget (reservering MJP 2026) | 866.700 | |
BZK | 2025 | Programmatische aanpak maatschappelijk vastgoed | 49.722 | |
BZK | 2025 | Warmtefonds ophogen | 211.800 | |
KGG | 2023 | ISDE | 100.000 | |
KGG | 2024 | Aanvulling ISDE indien nodig i.c.m. normering Cv-ketels | 100.000 | |
KGG | 2024 | Nationaal Isolatie Programma | 796.240 | |
KGG | 2024 | Stimulering van hybride warmtepompen bestaande bouw | 485.000 | |
KGG | 2025 | Aanvulling ISDE indien nodig i.c.m. normering Cv-ketels | 190.000 | |
KGG | 2025 | Nationaal Isolatie Programma: veranderde inzet middelen en ophoging budget | 216.700 | |
KGG | 2025 | Stimulering van hybride warmtepompen bestaande bouw | 401.000 | |
OCW | 2024 | Maatschappelijk vastgoed: Ondersteuning maatschappelijk vastgoed | 17.070 | |
VWS | 2024 | Maatschappelijk vastgoed: Ondersteuning maatschappelijk vastgoed | 21.210 | |
Totaal | 6.443.762 | 1.632.700 | ||
Dept. | Jaar | Maatregel | Toegekend | Gereserveerd |
Onverdeeld | ||||
KGG | 2024 | Burgerforum | 6.186 | |
KGG | 2024 | Wetenschappelijke klimaatraad | 35.000 | |
2024 | Dekking generale beeld | 806.613 | ||
Totaal | 847.799 | |||
Totaal Klimaatfonds | 20.977.387 | 10.909.950 |
Toekenningen (excl. uitvoeringskosten)
In onderstaande tabel staan, met uitzondering van de uitvoeringskosten, de maatregelen die zijn opgenomen in de proeve van begroting Klimaatfonds 2023 en de maatregelen die zijn toegekend met het beoordelingsproces van het MJP24 en MJP25.
Dept. | Jaar | Maatregel | Totaal | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 |
Kernenergie | ||||||||||||
KGG | 2023 | Onderzoeken nieuwbouw kerncentrales | 20.000 | 20.000 | ||||||||
KGG | 2024 | Bedrijfsduur-verlenging Borssele | 10.000 | 5.350 | 4.650 | |||||||
KGG | 2024 | Kennisinfra | 25.502 | 11.000 | 3.585 | 2.400 | 3.717 | 1.800 | 1.500 | 1.500 | ||
KGG | 2024 | Ondersteuning ontwikkeling SMR's | 3.100 | 400 | 2.700 | |||||||
KGG | 2024 | Onderzoeken nieuwbouw kerncentrales | 117.000 | 22.800 | 13.200 | 14.800 | 13.200 | 13.300 | 13.200 | 13.300 | 13.200 | |
KGG | 2024 | Uitvoeringslasten | 62.000 | 2.300 | 8.200 | 10.700 | 10.100 | 9.000 | 7.500 | 7.400 | 6.800 | |
KGG | 2025 | Nieuwbouw kerncentrales | 21.550 | 2.500 | 2.500 | 9.050 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | |||
KGG | 2025 | Ondersteuning ontwikkeling SMR's | 61.900 | 7.300 | 4.100 | 14.600 | 14.100 | 9.600 | 7.100 | 5.100 | ||
KGG | 2025 | Uitvoeringslasten | 17.609 | 569 | 1.799 | 1.799 | 8.899 | 1.799 | 1.799 | 945 | ||
KGG | 2025 | Versterking Nucleaire Kennisinfrastructuur | 39.498 | 5.415 | 4.983 | 6.900 | 7.200 | 7.500 | 7.500 | |||
Totaal | 378.159 | 45.500 | 48.319 | 47.549 | 49.582 | 64.966 | 43.599 | 41.099 | 37.545 | |||
Dept. | Jaar | Maatregel | Totaal | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 |
Energie-infrastructuur | ||||||||||||
KGG | 2023 | Nieuwe subsidieregeling warmtenetten | 200.000 | 130.000 | 70.000 | |||||||
KGG | 2024 | Coördinatie MIEK-projecten | 7.000 | 3.500 | 2.000 | 1.500 | ||||||
KGG | 2024 | De-risken grootschalige waterstofopslag | 125.000 | 125.000 | ||||||||
KGG | 2024 | EBN: versnellen onderzoek CCS | 45.000 | 11.250 | 11.250 | 11.250 | 11.250 | |||||
KGG | 2024 | Efficiëntere benutting elektriciteitsnetten | 166.432 | 23.776 | 23.776 | 23.776 | 23.776 | 23.776 | 23.776 | 23.776 | ||
KGG | 2024 | Nationale subsidieregeling warmtenetten | 400.000 | 40.000 | 60.000 | 80.000 | 80.000 | 40.000 | 40.000 | 60.000 | ||
KGG | 2024 | Randvoorwaarden technische arbeidsmarkt | 30.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | ||||||
KGG | 2024 | Realisatie van 3 GW zon op zee in 2030 | 44.499 | 6.357 | 6.357 | 6.357 | 6.357 | 6.357 | 6.357 | 6.357 | ||
KGG | 2024 | Toekomstbestendigheid energienetwerken (netcapaciteit) | 84.000 | 21.000 | 21.000 | 21.000 | 21.000 | |||||
KGG | 2024 | Waterstofnetwerk op zee | 50.000 | 10.000 | 20.000 | 20.000 | ||||||
KGG | 2025 | Waterstofnetwerk op zee | 100.000 | 100.000 | ||||||||
KGG | 2025 | Invoering batterijverplichting voor zonneparken | 100.000 | 20.000 | 20.000 | 20.000 | 20.000 | 20.000 | ||||
KGG | 2025 | Nationale subsidieregeling warmtenetten | 972.500 | 166.700 | 166.700 | 166.700 | 166.700 | 166.700 | 139.000 | |||
I&W | 2024 | Laadinfra bouw | 120.000 | 4.000 | 16.000 | 28.000 | 28.000 | 22.000 | 12.000 | 10.000 | ||
I&W | 2024 | Laadinfra walstroom | 40.000 | 10.000 | 18.000 | 10.000 | 2.000 | |||||
I&W | 2024 | Laadinfrastructuur voor wegvervoer | 403.800 | 29.160 | 63.180 | 63.180 | 63.180 | 63.180 | 63.180 | 58.740 | ||
I&W | 2025 | Laadinfrastructuur schoon en emissieloos bouwen | 214.000 | 50.000 | 54.000 | 60.000 | 50.000 | |||||
I&W | 2025 | Slimme laadinfrastructuur | 39.000 | 20.000 | 12.500 | 6.500 | ||||||
I&W | 2025 | Verduurzaming dieselspoorlijnen Zutphen-Oldenzaal, Almelo-Mariënberg | 98.000 | 2.000 | 9.000 | 20.000 | 34.000 | 26.000 | 7.000 | |||
I&W | 2023 | Slimme laadinfrastructuur | 13.000 | 13.000 | ||||||||
LVVN | 2024 | Distributienetten glastuinbouw | 300.000 | 15.100 | 29.900 | 49.800 | 66.100 | 61.300 | 45.100 | 32.700 | ||
Totaal | 3.552.231 | 154.250 | 391.143 | 609.663 | 592.063 | 591.113 | 479.313 | 384.113 | 350.573 | |||
Dept. | Jaar | Maatregel | Totaal | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 |
Vroege fase opschaling | ||||||||||||
BZK | 2024 | Normering en stimulering biobased bouwen | 19.300 | 2.000 | 10.450 | 6.850 | ||||||
BZK | 2025 | Normering en stimulering biobased bouwen | 18.985 | 7.146 | 10.738 | 1.101 | ||||||
FIN | 2024 | Onderzoek Nationaal Emissieplafond voor ESR sectoren | 2.000 | 120 | 500 | 500 | 500 | 380 | ||||
I&W | 2023 | Wind op Zee | 580.100 | 29.800 | 31.100 | 29.500 | 429.800 | 8.100 | 23.100 | 23.000 | 5.700 | |
I&W | 2024 | Bevorderen circulair doen en gedrag | 33.700 | 2.200 | 3.300 | 5.100 | 5.100 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | ||
I&W | 2024 | Normering en stimulering biobased bouwen | 3.000 | 1.600 | 1.400 | |||||||
I&W | 2024 | Ondersteuning van o.a. ketenvorming en recyclingtechnieken circulaire plastics | 69.100 | 11.900 | 23.800 | 16.650 | 6.250 | 3.000 | 3.000 | 4.500 | ||
I&W | 2024 | Uitbreiden zero-emissiezones voor gemeenten | 6.660 | 1.332 | 1.332 | 1.332 | 1.332 | 1.332 | ||||
I&W | 2025 | Alcohol-to-jet (ATJ) | 90.000 | 4.500 | 11.000 | 20.000 | 20.000 | 18.500 | 16.000 | |||
I&W | 2025 | Duurzame luchtvaartbrandstoffen (E-fuels) | 60.000 | 4.500 | 9.000 | 13.500 | 13.500 | 11.000 | 8.500 | |||
I&W | 2025 | Normering en stimulering biobased bouwen | 6.615 | 2.756 | 3.859 | |||||||
I&W | 2025 | Opschalen duurzame infra-innovatietechnieken met launching customer programma | 100.000 | 10.000 | 20.000 | 20.000 | 20.000 | 20.000 | 10.000 | |||
I&W | 2025 | Subsidie voor verduurzaming van de binnenvaart n.a.v. ETS-2 opt-in* | 163.530 | 3.766 | 7.766 | 12.766 | 29.766 | 42.766 | 66.700 | |||
I&W | 2025 | Subsidie voor waterstof in wegvervoer en binnenvaart (binnenvaart) | 30.500 | 2.033 | 6.100 | 6.100 | 6.100 | 4.067 | 4.067 | 2.033 | ||
I&W | 2025 | Subsidie voor waterstof in wegvervoer en binnenvaart (wegvervoer) | 210.000 | 33.000 | 55.000 | 50.000 | 44.000 | 28.000 | ||||
I&W | 2025 | Verduurzaming zeevaartschepen | 111.300 | 989 | 9.789 | 16.029 | 24.429 | 37.869 | 22.195 | |||
I&W | 2025 | Handhavings- en uitvoeringskosten voor emissielabels binnenvaart (terugboeking) | ‒ 4.331 | ‒ 884 | ‒ 1.243 | ‒ 1.135 | ‒ 1.069 | |||||
KGG | 2023 | IPCEI Waterstof golf 2 | 785.000 | 95.000 | 230.000 | 275.000 | 185.000 | |||||
KGG | 2023 | IPCEI Waterstof golf 3 | 600.000 | 50.000 | 60.000 | 234.000 | 150.000 | 106.000 | ||||
KGG | 2023 | IPCEI Waterstof golf 4 | 199.000 | 116.000 | 60.000 | 14.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | |||
KGG | 2023 | Programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER) | 82.500 | 15.280 | 16.805 | 16.805 | 16.805 | 16.805 | ||||
KGG | 2023 | Wind op Zee | 259.900 | 64.700 | 67.800 | 67.400 | 16.400 | 15.500 | 12.700 | 7.700 | 7.700 | |
KGG | 2024 | Continuering DEI+CE | 55.192 | 2.000 | 7.992 | 14.500 | 15.500 | 10.100 | 4.100 | 1.000 | ||
KGG | 2024 | Correctieregeling duurzame warmte motie Grinwis – Erkens | 60.000 | 60.000 | ||||||||
KGG | 2024 | Elektrolyse, offshore: <=100 MW (CAPEX) | 380.000 | 95.000 | 95.000 | 95.000 | 95.000 | |||||
KGG | 2024 | Elektrolyse, onshore: 50 MW | 249.900 | 13.000 | 13.000 | 13.000 | 20.000 | 17.000 | 17.000 | 156.900 | ||
KGG | 2024 | Elektrolyse,onshore: 500-1.000 MW | 1.000.000 | 150.000 | 150.000 | 100.000 | 100.000 | 100.000 | 100.000 | 300.000 | ||
KGG | 2024 | Elektrolyse: kennisplatform offshore en ketenbrede consortia | 2.000 | 1.000 | 1.000 | |||||||
KGG | 2024 | Geothermie, hoge temperatuur | 52.000 | 1.000 | 1.000 | 50.000 | ||||||
KGG | 2024 | Geothermie, lage temperatuur | 100.000 | 20.000 | 30.000 | 30.000 | 20.000 | |||||
KGG | 2024 | H2Global, import van groene waterstof | 300.000 | 50.000 | 50.000 | 40.000 | 40.000 | 40.000 | 40.000 | 40.000 | ||
KGG | 2024 | Normering en stimulering biobased bouwen | 1.400 | 500 | 900 | |||||||
KGG | 2024 | Verbeterd toezicht en handhaving aangescherpte energiebesparingsplicht | 6.650 | 2.650 | 3.000 | 1.000 | ||||||
KGG | 2024 | Vergassing: expertisecentrum, organisatie, haalbaarheidsstudies | 25.000 | 10.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | |||||
KGG | 2024 | Vergassing: stimulering projecten vergassing 1e en 2e fase | 100.000 | 11.100 | 33.330 | 27.770 | 16.700 | 11.100 | ||||
KGG | 2025 | Biopyrolyse | 90.000 | 3.000 | 12.000 | 19.500 | 21.000 | 15.000 | 19.500 | |||
KGG | 2025 | Flex (onderzoek voor bedrijven en industrie) | 20.000 | 10.000 | 10.000 | |||||||
KGG | 2025 | Flex (opschaling innovatieve flex) | 40.000 | 4.000 | 12.000 | 10.000 | 10.000 | 4.000 | ||||
KGG | 2025 | Gebiedsinvesteringen Netten op Zee | 500.000 | 50.000 | 100.000 | 50.000 | 75.000 | 75.000 | 75.000 | 75.000 | ||
KGG | 2025 | Normering en stimulering biobased bouwen | 14.700 | 14.700 | ||||||||
KGG | 2025 | Normering en stimulering biobased bouwen (ISDE) | 1.400 | 1.400 | ||||||||
KGG | 2025 | Ondersteuning van o.a. ketenvorming en recyclingtechnieken circulaire plastics | 60.000 | 12.000 | 21.000 | 18.000 | 6.000 | 3.000 | ||||
KGG | 2025 | Vergassing: stimulering projecten vergassing 1e en 2e fase | 500.000 | 11.100 | 44.400 | 77.800 | 94.400 | 100.000 | 172.300 | |||
LVVN | 2023 | Wind op Zee | 345.300 | 35.100 | 40.100 | 43.100 | 46.600 | 44.600 | 49.600 | 45.600 | 40.600 | |
LVVN | 2025 | Normering en stimulering biobased bouwen | 23.300 | 1.300 | 10.000 | 12.000 | ||||||
OCW | 2025 | Subsidieregeling praktijkleren | 7.000 | 7.000 | ||||||||
OCW | 2025 | Vrouwen in de techniek (gendergelijkheid) | 1.800 | 100 | 400 | 400 | 400 | 400 | 100 | |||
2023 | Dekking generale beeld | 880.000 | 50.000 | 300.000 | 300.000 | 230.000 | ||||||
Totaal | 8.242.501 | 353.000 | 913.370 | 1.734.982 | 1.906.666 | 1.109.328 | 658.425 | 609.002 | 957.728 | |||
Dept. | Jaar | Maatregel | Totaal | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 |
Verduurzaming industrie en innovatie mkb | ||||||||||||
KGG | 2023 | NIKI | 22.000 | 22.000 | ||||||||
KGG | 2023 | VEKI | 28.000 | 28.000 | ||||||||
KGG | 2024 | NIKI (2022) | 228.000 | 10.115 | 84.733 | 72.629 | 36.314 | 24.209 | ||||
KGG | 2024 | Ondersteuning cluster 6 | 2.960 | 1.120 | 920 | 920 | ||||||
KGG | 2024 | Topsector Energie Haalbaarheidsstudies | 25.000 | 4.200 | 8.300 | 8.300 | 4.200 | |||||
KGG | 2024 | Uitvoeringskosten maatwerkafspraken | 66.000 | 15.800 | 15.200 | 15.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | ||
KGG | 2024 | VEKI | 525.000 | 56.800 | 92.900 | 102.600 | 107.200 | 94.700 | 53.100 | 17.700 | ||
KGG | 2024 | VEKI (2022) | 112.000 | 49.000 | 42.000 | 14.000 | 7.000 | |||||
KGG | 2025 | Ondersteuning cluster 6 | 6.100 | 1.017 | 1.017 | 1.017 | 1.017 | 1.017 | 1.015 | |||
KGG | 2025 | Ondersteuning mkb bij aangescherpte Energiebesparingsplicht | 10.000 | 10.000 | ||||||||
KGG | 2025 | Maatwerkfinanciering Nobian | 200.000 | 24.000 | 65.000 | 20.000 | 63.000 | 8.000 | 20.000 | |||
KGG | 2025 | Intensivering DEI+ (titel voorheen DEI-XL) | 87.975 | 14.025 | 30.600 | 26.350 | 8.500 | 4.250 | 4.250 | |||
LVVN | 2024 | EG-regeling (Energie-efficiëntie Glastuinbouw) | 199.900 | 17.600 | 26.400 | 27.000 | 28.200 | 26.800 | 25.900 | 48.000 | ||
Totaal | 1.512.935 | 50.000 | 164.635 | 309.495 | 337.066 | 235.281 | 223.226 | 97.267 | 95.965 | |||
Dept. | Jaar | Maatregel | Totaal | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 |
Verduurzaming gebouwde omgeving | ||||||||||||
BZK | 2023 | Nationaal Isolatieprogramma | 100.000 | 100.000 | ||||||||
BZK | 2023 | Versnelling lokale aanpak Nationaal Isolatieprogramma | 62.500 | 62.500 | ||||||||
BZK | 2024 | Aanpak kwetsbare wijken en dorpen versterken | 425.000 | 119.000 | 160.000 | 146.000 | ||||||
BZK | 2024 | Doe-het-zelf-vouchers | 50.000 | 25.000 | 25.000 | |||||||
BZK | 2024 | Maatschappelijk vastgoed: Duurzaam Rijksoverheidsvastgoed | 364.600 | 147.800 | 98.600 | 47.300 | 23.700 | 23.600 | 23.600 | |||
BZK | 2024 | Maatschappelijk vastgoed: Ondersteuning maatschappelijk vastgoed | 89.620 | 17.300 | 8.090 | 23.340 | 5.040 | 15.450 | 4.950 | 15.450 | ||
BZK | 2024 | Maatschappelijk vastgoed: subsidie DUMAVA | 1.916.000 | 287.400 | 325.600 | 325.600 | 275.600 | 275.600 | 275.600 | 150.600 | ||
BZK | 2024 | Nationaal Isolatie Programma | 798.190 | 8.080 | 435.660 | 354.450 | ||||||
BZK | 2024 | Ontzorging en ondersteuning verenigingen van eigenaren | 25.000 | 5.500 | 7.000 | 7.000 | 5.500 | |||||
BZK | 2024 | Warmtefonds ophogen | 88.000 | 88.000 | ||||||||
BZK | 2025 | Maatschappelijk vastgoed: fonds | 74.910 | 74.910 | ||||||||
BZK | 2025 | MaVa: verzoek ophoging budget | 42.000 | 42.000 | ||||||||
BZK | 2025 | Nationaal Isolatie Programma extra | 152.740 | 32.160 | 36.860 | 41.860 | 41.860 | |||||
BZK | 2025 | Nationaal Isolatie Programma: verzoek om toekenning reservering, veranderde inzet middelen en ophoging budget | 97.460 | 90.600 | 6.860 | |||||||
BZK | 2025 | Programmatische aanpak maatschappelijk vastgoed | 49.722 | 2.568 | 7.385 | 7.385 | 10.828 | 10.778 | 10.778 | |||
BZK | 2025 | Warmtefonds ophogen | 211.800 | 35.300 | 35.300 | 35.300 | 35.300 | 35.300 | 35.300 | |||
KGG | 2023 | Energiebesparende maatregelen | 160.000 | 155.000 | 5.000 | |||||||
KGG | 2023 | ISDE | 100.000 | 100.000 | ||||||||
KGG | 2024 | Aanvulling ISDE indien nodig i.c.m. normering Cv-ketels | 100.000 | 100.000 | ||||||||
KGG | 2024 | Nationaal Isolatie Programma | 796.240 | 140.000 | 262.290 | 393.950 | ||||||
KGG | 2024 | Stimulering van hybride warmtepompen bestaande bouw | 485.000 | 23.000 | 74.500 | 212.300 | 175.200 | |||||
KGG | 2025 | Nationaal Isolatie Programma: verzoek om toekenning reservering, veranderde inzet middelen en ophoging budget | 216.700 | 216.700 | ||||||||
OCW | 2024 | Maatschappelijk vastgoed: Ondersteuning maatschappelijk vastgoed | 17.070 | 470 | 3.320 | 3.320 | 3.320 | 3.320 | 3.320 | |||
VWS | 2024 | Maatschappelijk vastgoed: Ondersteuning maatschappelijk vastgoed | 21.210 | 4.040 | 4.040 | 4.040 | 3.030 | 3.030 | 3.030 | |||
Totaal | 6.443.762 | 155.000 | 545.580 | 1.358.250 | 1.979.478 | 903.345 | 415.645 | 404.088 | 398.438 | 283.938 | ||
Dept. | Jaar | Maatregel | Totaal | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 |
Onverdeeld | ||||||||||||
KGG | 2024 | Burgerforum | 6.186 | 3.491 | 2.695 | |||||||
KGG | 2024 | Wetenschappelijke klimaatraad | 35.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | ||
2024 | Dekking generale beeld | 806.613 | 5.743 | 50.580 | 81.074 | 161.990 | 193.624 | 104.534 | 104.534 | 104.534 | ||
Totaal | 847.799 | 9.234 | 58.275 | 86.074 | 166.990 | 198.624 | 109.534 | 109.534 | 109.534 | |||
Totaal Klimaatfonds | 20.977.387 | 155.000 | 1.157.564 | 2.933.992 | 4.767.241 | 3.955.712 | 2.614.957 | 1.918.185 | 1.639.453 | 1.835.283 |
Reserveringen
Onderstaand tabel weergeeft de actuele reserveringen zoals opgenomen in het Meerjarenprogramma Klimaatfonds 2025. Maatregelen met een voorwaardelijke toekenning waarvan de voorwaarde nog niet voldaan is worden opgenomen als een reservering voor het MJP26.
Dept. | Jaar | Maatregel | Totaal | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 |
CO2-vrije gascentrales | ||||||||||||
KGG | 2025 | Subsidieregeling CO2-vrije gascentrales | 839.000 | 839.000 | ||||||||
839.000 | 839.000 | |||||||||||
Dept. | Jaar | Maatregel | Totaal | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 |
Energie-infrastructuur | ||||||||||||
I&W | 2025 | Aanleg Electric Road Systems | 20.000 | 2.500 | 2.500 | 15.000 | ||||||
KGG | 2025 | Aanvullende normering zon dak | 150.000 | 50.000 | 50.000 | 50.000 | ||||||
KGG | 2025 | Demand Side Response (DSR) in eindgebruikerssectoren | 9.000 | 9.000 | ||||||||
KGG | 2025 | De-risken grootschalige waterstofopslag | 102.000 | 102.000 | ||||||||
KGG | 2025 | Invoering batterijverplichting voor zonneparken (reservering MJP 2026) | 172.000 | 43.000 | 43.000 | 43.000 | 43.000 | |||||
KGG | 2025 | Waarborgfonds warmtenetten | 215.500 | 40.000 | 25.000 | 25.000 | 20.000 | 20.000 | 85.500 | |||
668.500 | 40.000 | 188.500 | 120.500 | 128.000 | 63.000 | 128.500 | ||||||
Dept. | Jaar | Maatregel | Totaal | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 |
Vroege fase opschaling | ||||||||||||
BZK | 2025 | Algemene reservering uitvoeringskosten, G1 uitfasering slechte huurwoningen | 28.970 | 5.794 | 5.794 | 5.794 | 5.794 | 5.794 | ||||
BZK | 2025 | Algemene reservering uitvoeringskosten, G10 uitfasering slechte energielabels utiliteitsbouw (reservering MJP 2026) | 16.690 | 4.173 | 4.173 | 4.172 | 4.172 | |||||
FIN | 2025 | Algemene reservering uitvoeringskosten, S13 Uitvoeringskosten vrijstelling energiebelasting voor non-energetisch verbruik van aardgas vanaf 2026 | 1.000 | 1.000 | ||||||||
FIN | 2025 | Algemene reservering uitvoeringskosten, S23 Uitvoeringskosten aanpassing vier tarieven energiebelasting voor 1,2 Mton pakket | 6.020 | 1.004 | 1.004 | 1.003 | 1.003 | 1.003 | 1.003 | |||
FIN | 2025 | Onderzoek nationaal emissieplafond voor ESR sectoren (MJP 2024) | 1.880 | 500 | 500 | 880 | ||||||
I&W | 2025 | Aanscherpen normen duurzaam inkopen | 30.200 | 700 | 7.000 | 7.000 | 6.000 | 5.200 | 4.300 | |||
I&W | 2025 | Algemene reservering uitvoeringskosten, M7 aanscherpen CO2-prestaties goederenvervoer | 6.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | |||
I&W | 2025 | Duurzame luchtvaartbrandstoffen (E-fuels) (reservering MJP 2026) | 150.000 | 40.000 | 40.000 | 40.000 | 30.000 | |||||
I&W | 2025 | Ondersteuning van o.a. ketenvorming en recyclingtechnieken circulaire plastics | 137.900 | 19.900 | 38.000 | 44.000 | 24.000 | 12.000 | ||||
I&W | 2025 | Subsidie voor waterstof in wegvervoer en binnenvaart (binnenvaart) (reservering MJP 2026) | 33.500 | 5.440 | 5.720 | 8.720 | 9.320 | 4.300 | ||||
OCW | 2025 | Subsidieregeling praktijkleren | 15.000 | 8.000 | 7.000 | |||||||
KGG | 2025 | Elektrolyse, offshore: 500 MW (CAPEX + OPEX) | 1.193.000 | 40.000 | 210.000 | 389.000 | 213.000 | 341.000 | ||||
KGG | 2025 | Elektrolyse, onshore: 500-1.000 MW (productiesubsidies) | 2.472.000 | 341.000 | 511.000 | 341.000 | 256.000 | 256.000 | 767.000 | |||
KGG | 2025 | Elektrolyse, onshore: 500-1.000 MW (productiesubsidies) (reservering MJP 2026) | 767.000 | 767.000 | ||||||||
KGG | 2025 | Flex (opschaling innovatieve flex) (reservering MJP 2026) | 160.000 | 4.000 | 16.000 | 26.000 | 36.000 | 78.000 | ||||
KGG | 2025 | Handhaving aangescherpte energiebesparingsplicht | 6.670 | 3.000 | 2.670 | 1.000 | ||||||
KGG | 2025 | Normering en stimulering biobased bouwen (reservering MJP 2026) | 111.300 | 54.770 | 24.153 | 20.947 | 11.430 | |||||
LVVN | 2025 | Subsidie voor verduurzaming landbouw n.a.v. ETS2 opt-in* | 77.000 | 12.835 | 12.833 | 12.833 | 12.833 | 12.833 | 12.833 | |||
5.214.130 | 361.039 | 1.418.141 | 747.173 | 825.676 | 619.269 | 1.242.832 | ||||||
Dept. | Jaar | Maatregel | Totaal | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 |
Verduurzaming industrie en innovatie mkb | ||||||||||||
I&W | 2025 | Intensivering DEI+ (titel voorheen DEI-XL) | 348.625 | 2.475 | 25.400 | 46.650 | 58.500 | 54.750 | 160.850 | |||
KGG | 2025 | Maatwerkfinanciering (uit reservering eventuele maatwerksubsidies) | 574.700 | 250.000 | 250.000 | 74.700 | ||||||
KGG | 2025 | Maatwerkfinanciering (uit reservering ophoging perceel) | 229.600 | 114.800 | 68.880 | 45.920 | ||||||
KGG | 2025 | Maatwerksubsidies AVI’s | 222.000 | 37.000 | 37.000 | 37.000 | 37.000 | 37.000 | 37.000 | |||
KGG | 2025 | NIKI | 1.000.000 | 30.000 | 135.000 | 215.000 | 225.000 | 205.000 | 190.000 | |||
KGG | 2025 | Ondersteuning cluster 6 (reservering MJP 2026) | 37.902 | 6.317 | 6.317 | 6.317 | 6.317 | 6.317 | 6.317 | |||
KGG | 2025 | Ondersteuning mkb bij aangescherpte Energiebesparingsplicht (reservering MJP 2026) | 140.000 | 140.000 | ||||||||
KGG | 2025 | Uitvoeringskosten maatwerkaanpak AVI's | 2.793 | 399 | 399 | 798 | 399 | 399 | 399 | |||
2.555.620 | 326.191 | 708.916 | 449.345 | 373.136 | 303.466 | 394.566 | ||||||
Dept. | Jaar | Maatregel | Totaal | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 |
Verduurzaming gebouwde omgeving | ||||||||||||
BZK | 2025 | Maatschappelijk vastgoed: fonds | 175.000 | 25.000 | 50.000 | 25.000 | 25.000 | 25.000 | 25.000 | |||
BZK | 2025 | Nationaal Isolatie Programma: verzoek om toekenning reservering, veranderde inzet middelen en ophoging budget (reservering MJP 2026) | 866.700 | 216.680 | 216.740 | 216.640 | 216.640 | |||||
KGG | 2025 | Aanvulling ISDE indien nodig i.c.m. normering Cv-ketels | 190.000 | 115.000 | 75.000 | |||||||
KGG | 2025 | Stimulering van hybride warmtepompen bestaande bouw | 401.000 | 163.000 | 152.000 | 84.000 | 2.000 | |||||
1.632.700 | 25.000 | 165.000 | 479.680 | 393.740 | 325.640 | 243.640 | ||||||
Totaal Klimaatfonds | 10.909.950 | 752.230 | 2.480.557 | 1.796.698 | 1.720.552 | 1.311.375 | 2.848.538 |
Uitvoeringskosten Klimaatfonds
Vooruitlopend op de instellingswet heeft het kabinet met de voorjaarsbesluitvorming 2022 besloten dat uitvoeringskosten die verband houden met het Klimaatfonds in beginsel uit fondsmiddelen worden gefinancieerd. Onderstaande reeks aan uitvoeringskosten is overgeboekt naar de verantwoordelijke departementen.
Capaciteit Rijk | 9.725 | 20.870 | 30.545 | 34.034 | 32.330 | 33.608 | 32.738 | 32.738 | 32.738 | 259.326 |
KGG | 8.818 | 17.472 | 23.472 | 26.772 | 26.772 | 26.772 | 26.772 | 26.772 | 26.772 | 210.394 |
BZK | 382 | 1.528 | 1.528 | 2.528 | 2.528 | 1.528 | 1.528 | 1.528 | 1.528 | 14.606 |
FIN | 3.400 | 770 | 770 | 770 | 770 | 770 | 770 | 8.020 | ||
I&W | 525 | 1.870 | 2.145 | 3.964 | 2.260 | 4.538 | 3.668 | 3.668 | 3.668 | 26.306 |
Apparaatskosten uitvoerings- organisaties en kennisinstellingen | 19.000 | 40.700 | 40.700 | 40.700 | 32.950 | 33.000 | 33.000 | 33.000 | 33.000 | 306.050 |
Onderzoek | 1.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 7.000 |
Projecten Rijkscoördinatieregeling (RCR) | 1.800 | 2.100 | 700 | 200 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 4.800 |
Projecten Klimaatakkoord | 1.000 | 5.700 | 5.700 | 5.700 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 18.100 |
ILT | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 9.000 |
TNO | 2.900 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 26.900 |
VIVET | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 9.000 |
RVO | 5.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 85.000 |
NEa | 1.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 41.000 |
KNMI | 115 | 115 | 115 | 115 | 115 | 115 | 115 | 115 | 115 | 1.035 |
RWS | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | 4.500 |
RIVM | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 9.000 |
ACM | 2.028 | 4.340 | 3.641 | 3.007 | 3.111 | 3.111 | 3.111 | 3.111 | 3.111 | 28.571 |
SodM | 312 | 467 | 467 | 467 | 467 | 467 | 467 | 467 | 467 | 4.048 |
Overige personele uitgaven | 345 | 4.478 | 6.577 | 7.711 | 7.757 | 7.807 | 7.807 | 7.807 | 7.807 | 58.096 |
Totaal | 28.725 | 61.570 | 71.245 | 74.734 | 65.280 | 66.608 | 65.738 | 65.738 | 65.738 | 565.376 |
Met de ontwerpbegroting 2023 was totaal € 529 mln aan uitvoeringskosten overgeheveld aan diverse departementen. Met het MJP24 is aanvullend € 18,6 mln toegekend aan FIN en IenW waarbij totaal € 547,6 mln toegekend is aan uitvoeringskosten. Met het MJP25 is aan BZK en IenW aanvullend € 18,6 mln toegekend.
Zie het MJP25 voor meer informatie.
BZK
Dit betreft uitvoeringskosten voor de:
- uitfasering slechte energielabels utiliteitsbouw (€ 2,0 mln)
IenW
Dit betreft uitvoeringskosten voor de:
- normering 25-30% bijmengen plastic recyclaat of bioplastic (€ 12,8 mln);
- heffing afvalverbrandingsinstallaties AVI's (€ 3,8 mln).
Bijlage 2: Moties en toezeggingen
Door de Staten-Generaal aanvaarde moties
Segers Hermans |
Verzoekt de regering de Kamer bij de vormgeving van het klimaat- en transitiefonds en stikstoffonds nadrukkelijk te betrekken, recht te doen aan haar budgetrecht, en vooruitlopend op de instellingswetten een proeve van beide fondsbegrotingen op Prinsjesdag 2022 aan de Kamer voor te leggen. | 19 januari 2022 | Kamerstuk II 2021-2022, 35788, nr. 137 | Afgedaan met indicatieve vaststelling van de begrotingsstaat van het Klimaatfonds voor het jaar 2023 |
Heinen Grinwis |
Verzoekt de regering een horizonbepaling voor beide fondsen op te nemen in beide instellingswetten zodat wettelijk verankerd is dat deze fondsen eindig zijn. | 8 maart 2022 | Kamerstuk II 2021-2022, 35925, nr. 148 | Afgedaan met het wetsvoorstel Tijdelijke wet Klimaatfonds (Kamerstuk II 2022-2023, 36274, nr. 2). |
Heinen Grinwis |
Verzoekt de regering in het besluitvormingsproces over de uitgaven uit het klimaat- en transitiefonds en stikstoffonds objectieve toetsing op doelmatigheid en doeltreffendheid, bijvoorbeeld door middel van maatschappelijke kosten-batenanalyses, voorwaardelijk te maken en dit te verankeren in de bij deze fondsen behorende spelregels. | 8 maart 2022 | Kamerstuk II 2021-2022, 35925, nr. 149 | Afgedaan met het wetsvoorstel Tijdelijke wet Klimaatfonds (Kamerstuk II 2022-2023, 36274, nr. 2). |
Grinwis | Verzoekt de regering in het aangekondigde pakket aanvullende maatregelen komend voorjaar de omslag naar in Nederland geteelde biogrondstoffen in de bouw te versnellen en daartoe een voorstel uit te werken uitgaande van subsidiëring uit het klimaatfonds en normering, bijvoorbeeld door aanpassing van het Bouwbesluit en de daarin vastgelegde bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen ten faveure van biobased bouwen. | 1 mei 2023 | Kamerstuk II 2022-2023, 36200, nr. 83 | Onderhanden |
Erkens Boucke |
Verzoekt de regering te monitoren waar burgers en bedrijven tegen aanlopen bij het indienen van een subsidieaanvraag alsook waar op dit moment het overzicht van subsidieregelingen gebrekkig is; verzoekt de regering de uitkomsten van deze monitor te betrekken bij het opzetten van nieuwe regelingen onder andere gefinancierd uit het Klimaatfonds, om zo aan de voorkant al te zorgen voor eenvoudigere aanvraagtrajecten. | 4 juli 2023 | Kamerstuk II 2022-2023, 36274, nr. 37 | Afgedaan met het definitieve MJP 2024 dat een bijlage is bij deze proeve van begroting |
Boucke | Verzoekt de regering om te regelen dat de fondsbeheerder betrokken
blijft bij de uitwerking van toegekende maatregelen en te verzekeren dat aan de gestelde beoordelingscriteria blijft worden voldaan. |
4 juli 2023 | Kamerstuk II 2022-2023, 36274, nr. 38 | Afgedaan met het definitieve MJP 2024 dat een bijlage is bij deze proeve van begroting |
Thijssen Kröger |
Verzoekt de regering om, met inachtneming van de reflectie van
experts over de sociaaleconomische gevolgen, bij het Meerjarenprogramma
2024 de klimaattransitie rechtvaardig vorm te geven, met daarbij
speciale aandacht voor: - een betaalbare energierekening; - eerlijke verdeling van subsidie tussen lage en hoge inkomens; - omscholing van werknemers en toeleiding naar nieuw werk; - de vervuiler betaalt. |
4 juli 2023 | Kamerstuk II 2022-2023, 36274, nr. 42 | Afgedaan met het definitieve MJP 2024 dat een bijlage is bij deze proeve van begroting |
Kröger Thijssen |
Verzoekt de regering in regelingen gericht op de ombouw van
industrie, zoals beschreven in perceel 5 (NIKI en maatwerk) als
voorwaarde op te nemen een route naar klimaatneutraliteit van het
bedrijf die in lijn is met de doelstellingen van de Klimaatwet, of
hogere doelstellingen in het recht van de Europese Unie. Verzoekt de regering om als ontvangers van subsidie niet aan de subsidieverplichting blijken te voldoen, de subsidie terug te vorderen. |
4 juli 2023 | Kamerstuk II 2022-2023, 36274, nr. 43 | Afgedaan met het definitieve MJP 2024 dat een bijlage is bij deze proeve van begroting |
Grinwis Stoffer |
Verzoekt de regering om in het jaarlijkse Meerjarenprogramma
Klimaatfonds dan wel in de jaarlijkse Klimaatnota overzicht te bieden,
samenhang aan te brengen en in te zetten op synergie tussen alle ingezette relevante sporen, programma’s en financiële arrangementen, waardoor de Kamer haar controlerende taak en budgetrecht beter kan uitoefenen. |
4 juli 2023 | Kamerstuk II 2022-2023, 36274, nr. 45 | Onderhanden |
Grinwis Van der Plas |
Verzoekt de regering het ontwikkelen en trainen van mensen met
een afstand tot de arbeidsmarkt te stimuleren en hierover, samen met de bewindspersonen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, met concrete voorstellen te komen. |
4 juli 2023 | Kamerstuk II 2022-2023, 36274, nr. 46 | Onderhanden |
Thijssen Kröger |
Verzoekt de regering om een commissie van experts te laten
reflecteren op de sociaaleconomische gevolgen van het meerjarenprogramma 2024 in lijn met de rechtvaardigheidsprincipes uit het WRR-rapport over klimaatrechtvaardigheid en deze reflectie de Kamer samen met het meerjarenprogramma te doen toekomen. |
4 juli 2023 | Kamerstuk II 2022-2-23, 36274, nr 42. | Aangehouden |
Thijssen Kröger |
Verzoekt de regering om in het meerjarenprogramma 2024 de
regelingen voor het bedrijfsleven – uitgezonderd het midden- en kleinbedrijf – zo vorm te geven dat er financieringsinstrumenten gekozen worden die het mogelijk maken om een proportioneel deel van de profijten die het bedrijfsleven dankzij de middelen uit dit fonds behaalt, terug te laten vloeien als inkomsten van het Rijk of op een andere manier de maatschappij hiervan te laten meeprofiteren, en financiering terug te vorderen als aan verplichtingen niet wordt voldoen, en hier alleen gemotiveerd van af te wijken. |
4 juli 2023 | Kamerstuk II 2022-2023, 36274, nr. 44 | Aangehouden |
Eppink | Verzoekt de regering om een overzicht naar de Kamer te sturen over de omvang van de middelen uit het Klimaatfonds die bestemd zijn voor het verduurzamen van het mkb, het klein mkb en huishoudens, en hierbij ook aan te geven of de middelen in verhouding staan tot de eisen; verzoekt de regering om deze regelingen simpeler en meer toegankelijk te maken. | 12 oktober 2023 | Kamerstuk II, 2023-2024, 36410, nr. 71 | Onderhanden |
Boucke | Verzoekt de regering om zo snel mogelijk, maar uiterlijk februari
2023, de definitieve kaders en voorwaarden voor aanvragen en bestedingen
uit het klimaatfonds met de Tweede Kamer te delen; verzoekt de regering om in ieder geval als voorwaarde op te nemen dat de besteding bijdraagt aan 60% CO2-reductie in 2030 of klimaatneutraliteit in 2050. |
23 november 2022 |
Kamerstuk II 2022-2023, 36200, nr. 49 |
Afgedaan met het wetsvoorstel Tijdelijke wet Klimaatfonds (Kamerstuk II 2022-2023, 36274, nr. 2). |
Erkens | Verzoekt de regering bovenstaande trajecten zo snel mogelijk te
starten en hiervoor bij de Voorjaarsnota de middelen voor kernenergie
verder aan te vullen richting minimaal de 50 miljoen uit het coalitieakkoord en dit te dekken uit de daarvoor bestemde middelen in het klimaatfonds. |
23 november 2022 |
Kamerstuk II 2022-2023, 36200, nr. 49 |
Afgedaan met Voorjaarsnota 2023, kamerstuk II 2022-2023, 36350, nr.1 |
Leijten Thijssen Kröger Van Raan Koekkoek |
Verzoekt de regering een onafhankelijke toets te laten doen voor aangegane verplichtingen of uitgaven uit het klimaatfonds, zolang er nog geen wet op het klimaatfonds bestaat. | 23 november 2022 |
Kamerstuk II 2022-2023, 36200, nr. 42 |
Afgedaan met de voorjaarsbesluitvorming Klimaat, ontwerp-MJP 2024 Klimaatfonds (Kamerstuk II 2022-2023, 32813, nr. 1230). |
Door bewindslieden gedane toezeggingen
De minister voor Klimaat en Energie zal voor de Voorjaarsnota een brief aan Tweede en Eerste Kamer zenden over een robuust mechanisme in het Klimaatfonds voor besluitvorming en governance. | Debat Regeringsverklaring Eerste Kamer 15 februari 2022 | Afgedaan met Kamerstuk 29 826, nr. 146 |
Het Kabinet zal zowel voor de het Klimaatfonds als het Stikstoffonds een instellingswet indienen, zodat een volwaardige parlementaire behandeling kan worden doorlopen. | Debat Regeringsverklaring Eerste Kamer 15 februari 2022 | Afgedaan met Kamerstuk 36 274, nrs. 1 en 2, Kamerstuk 36 277, nr. 1 en 2 |
De Minister van EZK heeft toegezegd in 2023 een speelveldtoets voor de industrie uit te voeren. | Parlementaire agenda [27-01-2022] - CD Fit for 55 - CBAM en ETS | Onderhanden |
De Minister van EZK zegt toe de Kamer te informeren over het klimaatfonds en mogelijke overlap en of samenloop met en tussen bestaande fondsen uiterlijk voor Prinsjesdag. | Parlementaire agenda [07-04-2022] - CD Verduurzaming industrie | Afgedaan met Kamerstuk 35 925, nr. 33 |
De minister zal de Kamer nog deze zomer informeren over opschalingsinstrumenten voor waterstof, ondersteuning elektrolyse vanuit klimaatfonds en planning en openstellingen van regelingen | Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Energieraad | Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1060 |
De Minister voor KenE zegt toe, in de volgende «Fit for 55»-voortgangsbrief nader in te gaan op het speelveld rond de sociaalklimaatfondsmethoden. | Parlementaire agenda [27-01-2022] - CD Fit for 55 - CBAM en ETS | Afgedaan met Kamerstuk 22 112, nr. 3409 |
(Volt) in het format van de fiches een motiveringsplicht op te nemen zodat duidelijk is tussen welke partijen (bedrijven en andere nongouvernementele organisaties) en welke bewindspersonen communicatie is geweest. | Parlementaire agenda [04-07-2023] – Debat Tijdelijke wet Klimaatfonds | Afgedaan met het definitieve MJP 2024 dat een bijlage is bij deze proeve van begroting |
(GL) jaarlijks onafhankelijk advies aan te vragen bij PBL voor het meerjarenprogramma. | Parlementaire agenda [04-07-2023] – Debat Tijdelijke wet Klimaatfonds | Afgedaan met het gewijzigd wetsvoorstel Tijdelijke wet Klimaatfonds (Kamerstuk I, 2022-2023, 36274, A) en het definitieve MJP 2024 dat een bijlage is bij deze proeve van begroting. |
(SP) in het ficheformat opnemen waar middelen neerslaan en in hoeverre er sprake is van klimaatrechtvaardigheid. | Parlementaire agenda [04-07-2023] – Debat Tijdelijke wet Klimaatfonds | Afgedaan met het definitieve MJP 2024 dat een bijlage is bij deze proeve van begroting |
(VVD) Bij de voorjaarsbesluitvorming 2024 (tbv MJP 2025) zullen kernenergie middelen bestemd worden (4,6 miljard). | Parlementaire agenda [04-07-2023] – Debat Tijdelijke wet Klimaatfonds | Onderhanden |
(D66) bij voorjaar 2024 toelichting of en zo ja hoeveel publiek geld er nog nodig is voor kernenergie (of in ieder geval zo concreet mogelijk maken). | Parlementaire agenda [04-07-2023] – Debat Tijdelijke wet Klimaatfonds | Onderhanden |
(CU) in de begroting van EZK wordt opgenomen welke overwegingen ten grondslag liggen aan de keuze tussen een subsidie of een fiscale regeling rondom middelen van het Klimaatfonds. | Parlementaire agenda [10-07-2024] Debat suppletoire begroting EZK en Nationaal Groeifonds 2024 | Afgedaan met het definitieve MJP 2025 dat een bijlage is bij deze begroting |
Bijlage 3: Verdiepingsbijlage
In deze bijlage worden voor alle artikelen op de Klimaatfondsbegroting de mutaties van de uitgaven en ontvangsten tussen de eerste suppletoire begroting 2024 en de ontwerpbegroting 2025 gedetailleerd toegelicht.
Stand ontwerpbegroting 2024 | 146.633 | 211.921 | 871.757 | 874.089 | 885.808 | 886.108 |
Mutatie Nota van Wijziging 2024 | ||||||
Mutatie amendement 2024 | ‒ 7.300 | |||||
Mutatie 1e suppletoire begroting 2024 | ‒ 139.333 | ‒ 209.421 | 88.341 | 72.308 | 76.921 | 79.133 |
Nieuwe mutaties | ||||||
HLA Ophoging perceel Kernenergie | 250.000 | 350.000 | 500.000 | |||
Nieuwbouw kerncentrales | ‒ 6.550 | |||||
Uitvoeringslasten | ‒ 7.100 | |||||
Technische mutaties | 0 | ‒ 2.500 | ‒ 810.098 | ‒ 796.397 | ‒ 420.334 | ‒ 422.846 |
Stand ontwerpbegroting 2025 | 0 | 0 | 150.000 | 386.350 | 892.395 | 1.042.395 |
HLA Ophoging perceel Kernenergie
Het perceel kernenergie wordt naar aanleiding van de maatregel in
het Hoofdlijnenakkoord verhoogd met € 9,5 mld voor de bouw van vier
kerncentrales tot en met 2035.
Nieuwbouw kerncentrales
Voor de beoogde nieuwbouw van kerncentrales is veel technische,
financiële en juridische kennis vereist, die KGG zelf niet in huis
heeft. KGG wil daarom voor de periode 2025 tot en met 2030 een lender’s
technical advisor (LTA) inhuren. Om inspraak te organiseren en draagvlak
te creëren in Borssele/Zeeland wil KGG in deze regio een
informatiecentrum inrichten.
Uitvoeringslasten
Deze overheveling betreft financiering voor uitvoeringslasten vanuit de
Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) en de
ministeries van KGG en IenW, alsmede een toekenning van een werkbudget
voor de provincie Zeeland en de gemeente Borsele voor ambities rondom de
bedrijfsduurverlenging van de kerncentrale in Borssele en het
nieuwbouwtraject.
Technische mutaties
Dit betreft de verwerking van de loon- prijsontwikkeling die
uitgedeeld is op dit artikel en mutaties die dienen om het perceel in de
benodigde en realistische kasritmes tebrengen, zodat de toekenningen
conform het MJP25 mogelijk zijn en aansluiten bij de verwachtingen voor
MJP26.
Stand ontwerpbegroting 2024 | 159 | 201.043 | 202.047 | 147.773 | 149.413 | 149.413 |
Mutatie Nota van Wijziging 2024 | ||||||
Mutatie amendement 2024 | ||||||
Mutatie 1e suppletoire begroting 2024 | 1.304 | ‒ 195.997 | ‒ 188.232 | ‒ 137.103 | ‒ 137.017 | ‒ 137.017 |
Nieuwe mutaties | ||||||
Technische mutaties | ‒ 1.463 | ‒ 5.046 | ‒ 13.815 | ‒ 10.670 | ‒ 12.396 | ‒ 12.396 |
Stand ontwerpbegroting 2025 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Technische mutaties
Dit betreft de verwerking van de loon- prijsontwikkeling die
uitgedeeld is op dit artikel en mutaties die dienen om het perceel in de
benodigde en realistische kasritmes tebrengen, zodat de toekenningen
conform het MJP25 mogelijk zijn en aansluiten bij de verwachtingen voor
MJP26.
Stand ontwerpbegroting 2024 | 31.759 | 313.912 | 313.242 | 307.543 | 316.808 | 316.808 |
Mutatie Nota van Wijziging 2024 | ||||||
Mutatie amendement 2024 | ||||||
Mutatie 1e suppletoire begroting 2024 | ‒ 25.692 | ‒ 276.855 | ‒ 158.157 | ‒ 228.958 | ‒ 218.459 | ‒ 214.821 |
Nieuwe mutaties | ||||||
Ombuiging Hoofdlijnenakkoord | ‒ 18.000 | ‒ 7.000 | ‒ 7.000 | ‒ 7.000 | ||
Technische mutaties | ‒ 6.067 | 2.943 | 51.415 | 48.915 | 36.651 | ‒ 31.987 |
Stand ontwerpbegroting 2025 | 0 | 40.000 | 188.500 | 120.500 | 128.000 | 63.000 |
Ombuiging Hoofdlijnenakkoord
Het Hoofdlijnenakkoord schrijft een ombuiging voor op het
Klimaatfondsbudget van € 1,2 mld, op de middelen voor de ontwikkeling
van batterijen en groene waterstof. Een deel hiervan wordt verwerkt op
perceel Energie-infrastructuur.
Technische mutaties
Dit betreft de verwerking van de loon- prijsontwikkeling die
uitgedeeld is op dit artikel en mutaties die dienen om het perceel in de
benodigde en realistische kasritmes tebrengen, zodat de toekenningen
conform het MJP25 mogelijk zijn en aansluiten bij de verwachtingen voor
MJP26.Daarnaast heeft en correctie plaatsgevonden op dit perceel, dat
samenhangt met een foutieve ophoging van Energie-infrastructuur. Ook
heeft de afgewezen reservering van € 100 mln voor Zon PV in huursector
gezorgd voor een ophoging van het budget voor
Energie-infrastructuur.
Stand ontwerpbegroting 2024 | 130.809 | 1.181.040 | 1.211.402 | 1.244.745 | 1.316.237 | 1.267.699 |
Mutatie Nota van Wijziging 2024 | ||||||
Mutatie amendement 2024 | ||||||
Mutatie 1e suppletoire begroting 2024 | ‒ 93.658 | ‒ 771.559 | 632.827 | ‒ 400.264 | ‒ 603.754 | ‒ 559.890 |
Nieuwe mutaties | ||||||
Subsidie voor waterstof in wegvervoer en binnenvaart (binnenvaart) | ‒ 21.472 | ‒ 672 | ‒ 5.872 | ‒ 672 | ‒ 672 | |
Subsidie voor verduurzaming van de binnenvaart n.a.v. ETS-2 opt-in* | ‒ 3.766 | ‒ 7.766 | ‒ 12.766 | ‒ 29.766 | ‒ 42.766 | |
Handhavings- en uitvoeringskosten voor emissielabels binnenvaart (terugboeking) | 884 | 1.243 | 1.135 | 1.069 | ||
Ombuiging Hoofdlijnenakkoord | ‒ 60.000 | ‒ 262.000 | ‒ 99.000 | ‒ 83.000 | ‒ 82.000 | |
Technische mutaties | ‒ 37.151 | 37.030 | ‒ 155.416 | 20.564 | 226.865 | 37.132 |
Stand ontwerpbegroting 2025 | 0 | 362.157 | 1.419.618 | 748.542 | 826.979 | 619.503 |
Subsidie voor waterstof in wegvervoer en binnenvaart
(binnenvaart)
De Subsidieregeling voor Waterstof in Mobiliteit (SWiM) is een
nieuwe regeling, die zich richt op consortia van waterstoftankstations
en vervoerders die gebruik willen maken van waterstofvoertuigen. Het
gaat om een tenderregeling die zich richt op de additionele
investeringskosten (ten opzichte van fossiele alternatief). Subsidiabel
zijn de aanleg of opschaling van waterstoftankstations tot de
AFIR-vereisten (subsidiepercentage max. 40%) en de aanschaf van
waterstofvoertuigen (max. subsidiepercentage 80% van de meerkosten ten
opzichte van fossiel alternatief) uit de categorieën N1, 2 en 3 en M1
(beperkt tot doelgroepenvervoer), 2 en 3, waarbij de nadruk ligt op
zwaar vervoer. Er is € 103 mln beschikbaar voor de periode
2024-2030.
Subsidie voor verduurzaming van de binnenvaart n.a.v. ETS-2
opt-in*
De maatregel bevat ten eerste een tijdelijke subsidieregeling met
een looptijd van 2025-2030 voor scheepseigenaren. Zij kunnen een
bijdrage krijgen voor de onrendabele top voor investeringen (CAPEX) in
Tank-To-Wake emissieloze aandrijflijnen of motoren die op hernieuwbare
brandstoffen varen. Ook wordt de maatregel ingezet voor het inrichten
van een programma-aanpak ‘verduurzaming binnenvaart’ t/m 2030.
Handhavings- en uitvoeringskosten voor emissielabels binnenvaart
(terugboeking)
Oorspronkelijk is er met het MJP 2024 € 6,2 mln toegekend aan IenW
die met MJP25 gedeeltelijke teruggeboekt wordt, omdat het doel van de
maatregel is veranderd.
Ombuiging Hoofdlijnenakkoord
Het Hoofdlijnenakkoord schrijft een ombuiging voor op het
Klimaatfondsbudget van € 1,2 mld, op de middelen voor de ontwikkeling
van batterijen en groene waterstof. Een deel hiervan wordt verwerkt op
perceel Vroege fase opschaling.
Technische mutaties
Dit betreft de verwerking van de loon- prijsontwikkeling die uitgedeeld
is op dit artikel en mutaties die dienen om het perceel in de benodigde
en realistische kasritmes tebrengen, zodat de toekenningen conform het
MJP25 mogelijk zijn en aansluiten bij de verwachtingen voor MJP26.
Daarnaast zijn er middelen teruggevloeid van Financiën voor de
uitvoeringskosten aanpassing vier tarieven energiebelasting en voor de
uitvoeringskosten vrijstelling energiebelasting voor non-energetisch
verbruik van aardgas vanaf 2026. Deze middelen zijn te vroeg
overgeheveld, de besluitvorming hierover was nog niet afgerond.
Stand ontwerpbegroting 2024 | 26.052 | 368.123 | 483.685 | 531.797 | 536.123 | 503.632 |
Mutatie Nota van Wijziging 2024 | ||||||
Mutatie amendement 2024 | ||||||
1e Incidentiele suppletoire begroting | ‒ 24.000 | ‒ 65.000 | ‒ 20.000 | ‒ 63.000 | ‒ 8.000 | |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2024 | 24.765 | ‒ 26.819 | 387.775 | ‒ 42.351 | ‒ 42.875 | ‒ 101.933 |
Nieuwe mutaties | ||||||
Intensivering DEI+ (uit reservering ophoging perceel, titel voorheen DEI-XL) | ‒ 14.025 | ‒ 30.600 | ‒ 26.350 | ‒ 8.500 | ‒ 4.250 | |
Toevoeging middelen Noodfonds | 24.700 | |||||
CO2-heffing industrie | 17.000 | 61.000 | 88.000 | 125.000 | ||
Technische mutaties | ‒ 50.817 | 10.387 | 22.693 | 98.305 | 49.231 | 48.327 |
Stand ontwerpbegroting 2025 | 0 | 330.666 | 859.553 | 654.101 | 595.979 | 437.776 |
Intensivering DEI+ (uit reservering ophoging perceel, titel
voorheen DEI-XL)
In de huidige openstelling van de DEI+ is het maximale
subsidiebedrag opgehoogd naar € 30 mln en zijn de thema’s waar subsidie
voor aangevraagd kan worden uitgebreid met innovatieve
klimaattechnologieën voor de industrie.
Toevoeging middelen Noodfonds
De middelen die bestemd waren voor het Noodfonds Bedrijven zijn
toegevoegd aan de Klimaatfondsbegroting onder het perceel Verduurzaming
Industrie ten behoeve van de Maatwerkafspraken. Dit stond eerder
gereserveerd op de Aanvullende post van het ministerie van
Financiën.
CO2-heffing industrie
In het Klimaatakkoord en het coalitieakkoord van Rutte IV is
afgesproken dat de opbrengsten van de CO2-heffing via het
Klimaatfonds ten goede moeten komen aan de verduurzaming van de
industrie. Omdat er tot nu toe geen opbrengsten zijn verondersteld is
dit niet eerder budgettair verwerkt. Nu wel opbrengsten worden verwacht,
is bij Miljoenennota 2025 een ex ante raming gemaakt van de totale
verwachte inkomsten van de CO2-heffing industrie voor de
komende vier jaar (t/m 2028) en structureel. Wanneer een opbrengst wordt
verwacht, dan is parallel een tegenreeks ingeboekt aan de uitgavenkant
van de begroting.Het budget aan de uitgavenkant wordt verwerkt op de
Klimaatfonds percelen «verduurzaming industrie» en – voor wat betreft de
middelen van de CO2-heffing voor
afvalverbrandingsinstallaties (AVI’s) – «onverdeeld» van het
Klimaatfonds. Het uitgavenbudget in het Klimaatfonds kan worden
uitgegeven vanaf het jaar waarin ex ante de inkomsten zijn geraamd.
Technische mutaties
Dit betreft de verwerking van de loon- prijsontwikkeling die
uitgedeeld is op dit artikel en mutaties die dienen om het perceel in de
benodigde en realistische kasritmes tebrengen, zodat de toekenningen
conform het MJP25 mogelijk zijn en aansluiten bij de verwachtingen voor
MJP26. Daarnaast heeft bij de integrale besluitvorming in het voorjaar
geleid tot een terugboeking op het Klimaatfonds van de toegekende
middelen voor VEKI.
Stand ontwerpbegroting 2024 | 1.118 | 119.598 | 501.358 | 499.386 | 502.869 | 483.869 |
Mutatie Nota van Wijziging 2024 | ||||||
Mutatie amendement 2024 | ||||||
Mutatie 1e suppletoire begroting 2024 | 333 | ‒ 93.536 | ‒ 335.945 | ‒ 19.293 | ‒ 91.970 | ‒ 117.642 |
Nieuwe mutaties | ||||||
Technische mutaties | ‒ 1.451 | ‒ 1.062 | ‒ 413 | ‒ 413 | ‒ 17.159 | ‒ 40.587 |
Stand ontwerpbegroting 2025 | 0 | 25.000 | 165.000 | 479.680 | 393.740 | 325.640 |
Technische mutaties
Dit betreft de verwerking van de loon- prijsontwikkeling die
uitgedeeld is op dit artikel en mutaties die dienen om het perceel in de
benodigde en realistische kasritmes tebrengen, zodat de toekenningen
conform het MJP25 mogelijk zijn en aansluiten bij de verwachtingen voor
MJP26.
Stand ontwerpbegroting 2024 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Mutatie Nota van Wijziging 2024 | ||||||
Mutatie amendement 2024 | ||||||
Mutatie 1e suppletoire begroting 2024 | ||||||
Nieuwe mutaties | ||||||
CO2-heffing voor afvalverbrandingsinstallaties | 51.000 | 99.000 | ||||
Stand ontwerpbegroting 2025 | 0 | 0 | 0 | 51.000 | 99.000 | 0 |
CO2-heffing voor
afvalverbrandingsinstallaties
In het Klimaatakkoord en het coalitieakkoord van Rutte IV is
afgesproken dat de opbrengsten van de CO2-heffing via het
Klimaatfonds ten goede moeten komen aan de verduurzaming van de
industrie. Omdat er tot nu toe geen opbrengsten zijn verondersteld is
dit niet eerder budgettair verwerkt. Nu wel opbrengsten worden verwacht,
is bij Miljoenennota 2025 een ex ante raming gemaakt van de totale
verwachte inkomsten van de CO2-heffing industrie voor de komende vier
jaar (t/m 2028) en structureel. Wanneer een opbrengst wordt verwacht,
dan is parallel een tegenreeks ingeboekt aan de uitgavenkant van de
begroting.Het budget aan de uitgavenkant wordt verwerkt op de
Klimaatfonds percelen «verduurzaming industrie» en – voor wat betreft de
middelen van de CO2-heffing voor
afvalverbrandingsinstallaties (AVI’s) – «onverdeeld» van het
Klimaatfonds. Het uitgavenbudget in het Klimaatfonds kan worden
uitgegeven vanaf het jaar waarin ex ante de inkomsten zijn geraamd.