[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2025

Memorie van toelichting

Nummer: 2024D31165, datum: 2024-09-17, bijgewerkt: 2024-10-02 10:42, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36600-A-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36600 A-2 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2025.

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024–2025
36 600A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2025
Nr. 2

Memorie van toelichting

Geraamde uitgaven en ontvangsten

Figuur 1 Geraamde uitgaven verdeeld over productartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln). Totaal € 9.429,1 miljoen

Figuur 2 Geraamde ontvangsten verdeeld over productartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln). Totaal € 9.429,1 miljoen

Figuur 3 Gemiddelde jaarlijkse ontvangsten (-) en uitgaven (+) per productartikel in de periode 2024–2038 (bedragen x € 1 mln). Totaal € 9.544,2 miljoen

A. Artikelsgewijze toelichting bij het begrotingswetsvoorstel

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.

Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat voor het aangegeven jaar vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat

B.Madlener

B. Artikelsgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen

1. Leeswijzer

Voor u ligt de ontwerpbegroting 2025 van het Mobiliteitsfonds (A).

Structuur

De opzet en structuur van de begroting voor het Mobiliteitsfonds zijn gebaseerd op de rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën. De begrotingstoelichting kent een opbouw waarbij afhankelijk van de informatievraag- en behoefte verder kan worden ingezoomd.

  1. Allereerst is de begroting(wet)staat voor het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2025 opgenomen. Deze dient ter autorisatie van de budgetten die op artikelniveau in de verplichtingen-, uitgaven- en ontvangstenramingen worden voorgesteld;
  2. In de Uitvoeringsagenda Mobiliteit is vervolgens inzichtelijk gemaakt welke projecten in 2025 worden opgeleverd en bij welke projecten de uitvoering in 2025 begint;
  3. Het laatste onderdeel van de agenda, Begroting op hoofdlijnen, verstrekt inzicht in de belangrijkste budgettaire voorstellen die leiden tot wijziging van de begroting. Hiermee kan snel een indruk worden verkregen van de inhoud van dit wetsvoorstel;
  4. In de artikelgewijze toelichting bij dit wetsvoorstel zijn de MIRT-tabellen met de realisatieprojecten alsmede de verkenningen en planuitwerkingprogramma’s opgenomen waarin de begrotingsmutaties op projectniveau zichtbaar zijn gemaakt. Deze MIRT-tabellen zijn in ieder geval voorzien van toelichtingen indien sprake is: 1) van een wijziging (anders dan door de verwerking van loon- en prijsbijstelling ) in het taakstellend projectbudget groter dan 10% of meer dan € 10 miljoen; 2) van een wijziging groter dan 1 jaar in de oplevering van het project. De stand vorig betreft de stand in de eerste suppletoire begroting 2024. Meer gedetailleerde informatie over de projecten die zich thans in de fase van verkenning, planuitwerking en realisatie bevinden, kunt u vinden in de individuele projectbladen van het MIRT Overzicht 2025. Voor de projecten in de MIRT tabellen is waar mogelijk een digitale verwijzing opgenomen naar het projectblad van dat project in het MIRT Overzicht;
  5. In de verdiepingsbijlage is door middel van een meerjarige mutatietabel (voor gehele looptijd van het fonds) op artikelonderdeelniveau de aansluiting gemaakt tussen de vorige stand van de begroting en de nu voorgestelde stand in de Ontwerpbegroting 2025;
  6. De overige bijlagen geven voor enkele specifieke onderwerpen inhoudelijk meer toelichting of betreffen overzichtsconstructies.

Normering

Mede naar aanleiding van overleg met de Tweede Kamer zijn in aanvulling op de rijksbegrotingsvoorschriften de onderstaande punten in deze begroting verwerkt:

  1. Naar aanleiding van de motie van de leden Van Helvert en Van Veldhoven (Kamerstukken II 2015–2016, 34 475 XII, nr. 12) worden bij alle begrotingsartikelen op het Mobiliteitsfonds en Deltafonds groter dan € 1 miljard de begrotingsmutaties boven de € 5 miljoen toegelicht. Dit heeft als praktische uitwerking dat bij de artikelen tussen de € 200 miljoen en € 1 miljard de ondergrens voor technische mutaties ook neerwaarts is bijgesteld. Voor beleidsmatige mutaties was er bij de artikelen van deze omvang reeds sprake van een ondergrens van € 5 miljoen. De norm voor het toelichten van de begrotingsmutaties op het niveau van artikelonderdeel is hiermee als volgt:
Omvang begrotingsartikel (stand Ontwerpbegroting in € miljoen) Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)
< 50 1 2
≥ 50 en < 200 2 4
≥ 200 < 1000 5 5
≥ 1000 5 5
  1. In bijlage 1 wordt de voeding van het Mobiliteitsfonds weergegeven. Daarbij is het verschil met artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen van de begroting Hoofdstuk XII uitgewerkt. Dit verschil betreft de overige ontvangsten van het fonds.
  2. Op de productartikelen worden onder de desbetreffende tabel «budgettaire gevolgen van de uitvoering» na de begrotingsperiode extracomptabel de budgetten op het niveau van artikelonderdeel weergegeven voor de looptijd tot en met 2038.
  3. Significante kasschuiven en begrotingsmutaties op de beschikbare budgetten worden in de verdiepingsbijlage op hetzelfde detailniveau (artikelonderdeel) tot en met 2038 toegelicht. Dit rekening houdend met de norm zoals hierboven is aangegeven.
  4. Voor Exploitatie, Onderhoud en Vervanging (Instandhouding) is een aparte bijlage 4 opgenomen. Specifiek voor Spoorwegen (artikelonderdeel 13.02) geldt dat in bijlage 5 een meer uitgebreide inhoudelijke toelichting is opgenomen op de aanwending van de bijdrage aan ProRail. In deze begroting is een specificatie van de uitgaven opgenomen, conform de specificatie zoals opgenomen in het beheerplan en de jaarrekening van ProRail.

Kasschuiven

In het Wetgevingsoverleg begrotingsonderzoek van 12 oktober 2016 is uitgebreid met de Kamer gesproken over kasschuiven op de fondsbegrotingen. In het kader van de informatievoorziening wordt hieronder aangegeven waarom deze kasschuiven worden doorgevoerd op de fondsbegrotingen en op welke plek de doorgevoerde kasschuiven in de begroting 2025 worden toegelicht.

Op de begrotingen van het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds vinden jaarlijks kasschuiven plaats. Middels kasschuiven blijft het beschikbare kasbudget per jaar en per modaliteit aansluiten op de geactualiseerde programmering. Kasschuiven zijn altijd budgetneutraal, hetgeen betekent dat de hoeveelheid middelen die meerjarig beschikbaar is niet wijzigt als gevolg van de kasschuif. In de verdiepingsbijlage van het Mobiliteitsfonds zijn de significante kasschuiven in de begroting 2025 over de gehele looptijd van de begroting inzichtelijk gemaakt en toegelicht. Indien sprake is van politiek relevante kasschuiven dan worden deze tevens opgenomen en toegelicht in de begroting op hoofdlijnen. De begroting op hoofdlijnen treft u aan in hoofdstuk Uitvoeringsagenda Mobiliteit.

Rijksbrede Taakstellingen Hoofdlijnenakkoord (HLA)

Op 16 mei 2024 is het HLA van het kabinet-Schoof gepubliceerd. Uit de budgettaire bijlage volgt dat aan de begrotingen van IenW geen middelen zijn toegevoegd. Wel staat er in totaal € 2,5 miljard gereserveerd op de Aanvullende Post van het ministerie van Financiën voor de infrastructurele ontsluiting van nieuwe woningbouw.

In het HLA zijn vier taakstellingen opgenomen die IenW direct raken: een taakstelling op het ambtenarenapparaat, een subsidietaakstelling, een taakstelling op de specifieke uitkeringen (SPUKs) en een taakstelling op het non-Official Development Assistance (ODA) budget van de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS).

Voor het MF zijn twee taakstellingen van toepassing: taakstelling op het ambtenarenapparaat en de taakstelling op de SPUKs. Bij RWS geldt er een taakstelling op het ambtenarenapparaat. De taakstelling is ingepast door RWS op de apparaatsbudgetten van RWS (artikelonderdeel 12.06 en artikelonderdeel 15.06).

In het HLA is daarnaast opgenomen dat SPUKs worden overgeheveld naar het Gemeente- of Provinciefonds met een budgetkorting van 10%. De korting is verwerkt in de begroting 2025 van het MF op de artikelen 12, 14 en 15. De SPUK-budgetten zijn hiermee met 10% gekort.

Voor nadere toelichting omtrent taakstellingen wordt verwezen naar de Begroting op Hoofdlijnen, de Verdiepingsbijlage en de Beleidsbegroting HXII.

Financiële risico's en onzekerheden

In verschillende onderdelen van de begroting van het Mobiliteitsfonds wordt stil gestaan bij financiële risico's en onzekerheden.

  1. In onderdeel 2.3 wordt het risico op een voordelig saldo en daarop genomen beheersmaatregelen in de vorm van het instrument overprogrammering toegelicht.
  2. In onderdeel 2.4 wordt de flexnorm in beeld gebracht. Dit geeft aan in welke mate de begroting van het Mobiliteitsfonds planflexibel is om tekorten en financiële risico's op te vangen.
  3. In onderdeel 3.1 bij artikelonderdeel 11.04 wordt toegelicht hoe de investeringsruimte op het Mobiliteitsfonds ervoor staat en welke ruimte resteert om potentiële risico's op te vangen.
  4. In de onderdelen 3.2 t/m 3.6 wordt de stand van zaken op de instandhoudings- en aanlegprojecten en -programma's toegelicht. Hier wordt ook stil gestaan bij mogelijke financiële risico's en onzekerheden.
  5. In bijlage 4 wordt bij instandhouding van alle IenW-netwerken stil gestaan en toegelicht wat de mogelijke financiële risico's en onzekerheden zijn.

2. Uitvoeringsagenda Mobiliteit

2.1 Mijlpalen en Resultaten

Hieronder wordt ingegaan op de mijlpalen in het lopende programma. Hiermee wordt inzichtelijk gemaakt, welke projecten in 2025 worden opgeleverd en bij welke projecten de uitvoering in 2025 start.

Exploitatie, onderhoud en vernieuwing

In 2025 gaat IenW onder meer de volgende activiteiten in het kader van exploitatie, onderhoud en vernieuwing uitvoeren.

Hoofdwegen Verkeersmanagement waaronder inzet weginspecteurs bij incidenten, het op alle bemeten wegvakken inwinnen van betrouwbare route- en reisinformatie. Deze informatie tijdig aan de NDW te leveren, het realiseren van benuttingsmaatregelen en connecting mobility.
Beheer en onderhoud waaronder verhardingsonderhoud, onderhoud aan kunstwerken en onderhoud aan Dynamisch Verkeersmanagement (DVM) systemen.
Uitvoering van het programma vervangingen en renovaties waaronder het programma Stalen Bruggen.
Spoorwegen Regulier beheer en onderhoud, waaronder het inspecteren en schouwen van de infrastructuur, functieherstel bij verstoringen, het saneren van geluidsschermen en het onderhouden en schoonmaken van stations.
Groot onderhoud, waaronder het slijpen van spoorstaven en het seizoenbestendig houden van de sporen.
Het vervangen van spoorstaven, dwarsliggers en wissels en de vervanging van andere systemen, zoals energie, transfer en treinbeveiliging en treinbeheersing.
Hoofdvaarwegen Verkeersmanagement waaronder activiteiten in het kader van verkeersbegeleiding, bediening van objecten en vaarwegmarkering.
Uitvoering van het programma vervangingen en renovaties en afronding «NoMo AOV» achterstallig onderhoud vaarwegen programma.
Beheer en onderhoud maatregelen om de breedte en diepte van de vaarweg te handhaven en maatregelen om de kunstwerken (sluizen en bruggen) en verkeersvoorzieningen te kunnen laten functioneren.

Voor een nadere toelichting op de stand van zaken van exploitatie, onderhoud en vernieuwing wordt verwezen naar de toelichting op de productartikelen en naar het MIRT Projectenoverzicht 2025.

Ontwikkeling

Hieronder zijn de mijlpalen voor 2025 per modaliteit opgenomen.

Openstelling A16 Rotterdam
A1 Apeldoorn-Azelo 2e fase (verbreding naar 2 x 4 rijstroken tussen Apeldoorn en Twello)
Indienststelling Diverse deelprojecten bij de landelijke programma’s (o.a. fietsparkeren Toegankelijkheid stations, Kleine functiewijzigingen, Overwegenaanpak en Meerjarenprogramma geluidsanering Spoor)
Programma suïcide preventie
ERTMS: Diverse deelprojecten
Goederen: Emplacementen op orde (diverse deelprojecten)
PHS: Ede
PHS: Tilburg
PHS: Rijswijk – Rotterdam
Start aanleg Diverse deelprojecten bij landelijke programma’s (o.a. Fietsparkeren, Toegankelijkheid Stations, Kleine Functiewijzigingen, Overwegenaanpak en Meerjarenprogramma Geluidsanering Spoor)
Programma Hoogfrequent Spoorvervoer, diverse deelprojecten
Goederen: emplacementen op orde (diverse deelprojecten)
PHS Nijmegen
ERTMS, diverse deelprojecten
Openstelling Nieuwe Sluis Terneuzen
Toekomst visie Waal: Overnachtingshaven Lobith (locatie Spijk)
Start aanleg

2.2 Begroting op Hoofdlijnen

Stand ontwerpbegroting 2024 10.245.581 19.325.126 9.989.139 9.731.856 9.185.003 10.258.896 67.007.994
Mutaties 1e suppletoire begroting 2024 ‒ 406.979 ‒ 9.713.115 471.752 456.755 644.000 87.639 2.032.759
Stand 1e suppletoire begroting 2024 9.838.602 9.612.011 10.460.891 10.188.611 9.829.003 10.346.535 69.040.753
Mutaties NvW 1e suppletoire begroting 2024 ‒ 4.000 ‒ 6.200
Stand 1e suppletoire begroting 2024 Na Nota van Wijziging 9.834.602 9.605.811 10.460.891 10.188.611 9.829.003 10.346.535 69.040.753
Belangrijkste mutaties Mobiliteitsfonds ontwerpbegroting 2025
Kaderrelevante mutaties hoofdstuk MF 355.868 ‒ 176.690 172.701 416.110 488.890 339.704 3.612.489 8.647.410
1 Rijksbrede Taakstellingen ‒ 12.501 ‒ 31.629 ‒ 16.811 ‒ 19.911 ‒ 15.682 ‒ 100.008 ‒ 12.501
- Specifieke Uitkeringen ‒ 19.128 ‒ 4.310 ‒ 7.410 ‒ 3.181
- Apparaat RWS ‒ 12.501 ‒ 12.501 ‒ 12.501 ‒ 12.501 ‒ 12.501 ‒ 100.008 ‒ 12.501
2 Kaderaanpassing Augustusbesluitvorming ‒ 466.000 ‒ 133.000 ‒ 7.000 93.000 438.270 74.730
3 Bijdragen derden 11.332 219 21 ‒ 15.135 ‒ 349.917 ‒ 35.300
- Hoofdwegen 8.331 219 21 ‒ 15.135 ‒ 48.717
- Spoorwegen 82 ‒ 301.200 ‒ 35.300
- Vaarwegen 2.026
- Megaprojecten 893
4 CA-middelen BKN Spoor 678.467
5 Extrapolatie 8.260.051
- Bijdrage aan MF 7.974.384
- Ontvangsten derden 285.667
6 Loon- en prijsbijstelling 324.334 332.151 317.234 309.422 293.045 327.430 2.619.440 327.430
7 Omvorming ProRail 40.000 20.000 20.000 20.000 40.000 40.000 320.000 33.000
8 Overboekingen HXII 14.812 ‒ 49.959 ‒ 12.835 102.575 73.775 1.100 1.144
- NS tarieven ‒ 42.000
- Overige overboekingen HXII 14.812 ‒ 7.959 ‒ 12.835 102.575 73.775 1.100 1.144
9 Overboeking Deltafonds ‒ 951
10 Overboekingen ministeries ‒ 33.659 ‒ 600 12.910 7.924 8.981 1.991 5.093
Stand ontwerpbegroting 2025 10.190.470 9.429.121 10.633.592 10.604.721 10.317.893 10.686.239 72.653.242 8.647.410
Mutatie onder kader MF
1 Dekkingsopgave Mobiliteitsfonds
Opgave Totaal 11.03 29.388 5.330 3.630 4.305 6.880 125.955
11.04 ‒ 190.763 ‒ 117.501 ‒ 64.724 ‒ 111.025 ‒ 75.355 ‒ 72.930 ‒ 196.355
Risicoreserveringen 11.04 1.000 7.000 54.300 53.300 53.300 44.000
12 4.031 10.850 10.850 30.839 10.850 10.850 10.900
13 122.550 64.550 21.544 4.900 1.900 1.900 15.500
15 32.794 34.101 10.000 5.000 5.000
17 2.000 7.000 10.000 12.356
Dekking Totaal 11.04 70.495 113.644 15.981 106.815 77.344 3.541 338.833 102.000
Dekkingsbronnen Risicoreserveringen 11.04 105.739 338.833 102.000
12 28.107 4 14.771 3.541
13 5.197 6.766 1.210 1.815 2.344
15 27.191 1.135
HXII 10.000 105.000 75.000
2 Prijsstijgingen 11.04 ‒ 140.638 ‒ 27.500 ‒ 126.884 ‒ 63.500 ‒ 26.000 ‒ 26.000 ‒ 138.400
12 19.220 1.910 54.112 7.500 99.000
13 103.000 2.000
15 12.418 17.590 61.772 40.000 8.000 7.000 12.400
17 6.000 6.000 11.000 16.000 18.000 19.000 27.000
3 Toevoeging instandhoudingsmiddelen 2031 en 2032 RWS 11.03 ‒ 2.240.000
12 1.444.000
15 796.000
4 BKN Spoor 11.03 ‒ 400.000
11.04 ‒ 59.751 ‒ 79.325 ‒ 79.325 ‒ 79.325 ‒ 503.979 ‒ 485.000
13.02 20.000 79.751 99.325 79.325 79.325 903.979 485.000
13.07 ‒ 20.000 ‒ 20.000 ‒ 20.000

Toelichting

Kader relevante mutaties MF: Dit zijn mutaties die effect hebben op het totale kader van het MF.

  1. Rijksbrede Taakstellingen:

    In het Hoofdlijnenakkoord (HLA) van kabinet-Schoof zijn Rijksbrede taakstellingen opgenomen. Voor het MF zijn er twee taakstellingen relevant:

    1. Op het ambtenarenapparaat van RWS is structureel € 12,5 miljoen van de apparaatsbudgetten van RWS (artikel 12 en artikel 15) generaal afgeboekt.
    2. De budgetten voor Specifieke Uitkeringen (SPUK's) zijn met 10% gekort. Het gaat om de volgende SPUKs: Regeling Slim, Veilig en Duurzame Mobiliteit, Schoon Emissieloos Bouwen (artikel 12) , Woningbouw op Korte Termijn, Mobiliteitspakketten (artikel 14) en de Regeling Kademuren (artikel 15). In de begrotingsperiode 2024 tot en met 2029 gaat het om een totaalbedrag van € 34 miljoen;
  2. Kaderaanpassing Mobiliteitsfonds Augustusbesluitvorming: In het Voorjaar is op het MF kritisch gekeken naar de budgetten en zijn er middelen naar latere jaren toe geschoven om zo een meer realistische begroting te creëren. Deze exercitie is herhaald in de huidige ontwerpbegroting conform de begrotingsregels van het kabinet-Schoof. Zodoende is er een additionele kaderaanpassing geweest op het MF van in totaal € 606 miljoen. Over de gehele looptijd van het fonds is de kaderaanpassing budgetneutraal. De kaderaanpassing bestaat uit twee delen:

    1. Er vindt een budgettaire schuif van € 83 miljoen uit 2025 en € 98 miljoen uit 2026 plaats naar 2030 en later en daarmee is de schuif budgetneutraal. Deze kaderaanpassing wordt gefaciliteerd omdat een deel van de programmering op de Reservering Scheepvaartveiligheid Wind op Zee niet wordt gerealiseerd in 2026 en daarmee kan wegschuiven naar 2030 en later.
    2. Volgens de begrotingsregels van het kabinet-Schoof dient de raming van de uitgaven realistisch te zijn en moeten de uitgaven in een realistisch kasritme geplaatst worden, rekening houdend met de capaciteit op de arbeidsmarkt, de uitvoering en productie.
    3. Voor het MF en DF geldt dat de overprogrammering in 2025 is verhoogd als pilot om te onderzoeken of dit tot een realistischere raming leidt. Voor het MF gaat het om een verhoging van € 425 miljoen. De overprogrammering in 2025 komt hiermee op € 1.283 miljoen in 2025. In paragraaf 2.3 wordt dit nader toegelicht;
  3. Bijdragen derden: Dit betreft de wijziging van diverse bijdragen van derden aan het Mobiliteitsfonds. In de artikelgewijze toelichting en verdiepingsbijlage worden deze bijdragen per modaliteit nader toegelicht;
  4. BKN Spoor (AP-middelen EOV): Op de Aanvullende Post zijn vanuit het Coalitieakkoord Rutte-IV middelen gereserveerd voor de instandhouding (zowel voor RWS als ProRail). Deze middelen (€ 678 miljoen) worden op prijspeil 2024 bij de Ontwerpbegroting 2025 overgeboekt ten behoeve van de opgave voor BKN Spoor;
  5. Extrapolatie: Bij de begroting 2025 wordt de looptijd van het Mobiliteitsfonds beleidsarm met een jaar verlengd tot en met 2038. Het niveau van extrapolatie is gelijk aan het jaar 2037 in de begroting 2024 na verwerking van structurele begrotingsmutaties. Daarnaast zijn de structurele bijdragen van derden doorgetrokken. Met de verlenging tot en met 2038 komt in totaal – inclusief structurele ontvangsten van derden – een ruimte van circa € 8,3 miljard beschikbaar op het Mobiliteitsfonds. Deze ruimte wordt met voorrang ingezet voor het dekken van de doorlopende verplichtingen, zoals de uitgaven die benodigd zijn voor de instandhouding van het huidige areaal en het opvangen van risico's en tegenvallers. Hiervoor is in 2037 alle ruimte nodig. Er resteert geen vrije investeringsruimte in 2037. Er wordt bovendien € 485 miljoen van de vrije investeringsruimte in 2038 ingezet voor de instandhoudingsopgave BKN Spoor. Bij de mutaties onder het kader wordt dit nader toegelicht.
  6. Loon- en prijsbijstelling 2024: Dit betreft de verwerking van de toegekende loon- en prijsbijstelling tranche 2024. Deze middelen zijn bij de eerste suppletoire begroting 2024 aan de beleidsbegroting Hoofdstuk XII toegevoegd. Deze tranche is bij de begroting 2025 overgeboekt vanuit Hoofdstuk XII naar het Mobiliteitsfonds en toebedeeld aan diverse artikelen;
  7. Omvorming ProRail: De in de begroting 2024 beoogde datum van de omvorming van ProRail per 1 januari 2025 is niet langer haalbaar. Bij Voorjaarsnota 2024 zijn de middelen reeds grotendeels technisch uit de begroting gehaald, dat wil zeggen dat zowel het inkomstenkader (belastinginkomsten) als het uitgavenkader (Mobiliteitsfonds) is verlaagd voor de eenmalige belastingverrekening. Bij de begroting 2025 vindt het restant van deze budgetneutrale technische verwerking plaats. Zodra er meer duidelijkheid is over de omvorming, worden de middelen op basis van actuele standen opnieuw geraamd met inachtneming van de geldende budgettaire afspraken op dit dossier;
  8. Overboekingen HXII: Voor de uitvoering van diverse projecten en programma's op het MF is tot en met 2038 in totaal € 130,6 miljoen overgeboekt vanuit de beleidsbegroting Hoofdstuk XII naar het Mobiliteitsfonds.

    1. De grootste betreft de overboeking voor NS-tarieven in 2025. In 2023 heeft de Kamer met het amendement-Bikker (36410A, nr. 10) de tariefsverhoging van de NS tarieven over 2024 (8,7%) eenmalig afgewend. Om te voorkomen dat de tarieven in 2025, naast de reguliere prijsontwikkeling van 2025, alsnog stijgen met deze 8,7% extra, heeft het kabinet besloten de kosten voor 2025 evenredig over de reiziger, NS en IenW te verdelen. De middelen voor deze demping voor 2025 komen uit de generieke investeringsruimte op het Mobiliteitsfonds, nadat deze middelen in het juiste ritme zijn gezet.
    2. In de artikelgewijze toelichting en verdiepingsbijlage worden de overige overboekingen tussen HXII en het MF nader toegelicht;
  9. Overboeking Deltafonds: Er is € 0,95 miljoen van het Eigen Vermogen RWS overgeboekt naar het Deltafonds;
  10. Overboekingen ministeries: Dit betreft de overboekingen van en naar andere begrotingshoofdstukken voor de periode 2025 tot en met 2038. In totaal gaat het om € 2,7 miljoen. In de artikelgewijze toelichting en verdiepingsbijlage worden deze overboekingen nader toegelicht.

Mutaties binnen kader MF: dit zijn mutaties die binnen het kader van MF plaatsvinden en kunnen dus niet het kader verhogen of verlagen.

  1. Dekkingsopgave MF 2025: In deze begroting is de interne dekkingsopgave op het Mobiliteitsfonds verwerkt. De totaalopgave betreft € 838,9 miljoen, waarvan € 178,3 miljoen voor het Hoofdwegenet, € 411,1 miljoen voor Spoorwegen, € 247,5 voor het Hoofdvaarwegennet en € 2 miljoen voor de opgave Fietsareaal. Met de Nota van Wijziging op de eerste suppletoire begroting 2024 is € 10,2 miljoen (€ 4 miljoen in 2024 en € 6,2 miljoen in 2025) van de dekkingsopgave reeds verwerkt voor de uitvoering van het Programma Bescherming Noordzee Infrastructuur (PBNI), waardoor de totale dekkingsopgave op het MF in de begroting 2025 uitvalt op € 828,7 miljoen. Dekking komt uit diverse meevallers en terugbetalingen en de inzet van risicoreserveringen bij de modaliteiten (in totaal: € 407,7 miljoen). Het overige deel wordt gedekt uit de extrapolatieruimte 2037 op het MF (€ 330,3 miljoen) en de inzet van de reservering CA-middelen in 2025 (€ 90,7 miljoen). De dekkingsopgave MF wordt nader toegelicht in artikel 11, 12, 13, 15, 17 en in de verdiepingsbijlage;
  2. Prijsstijgingen: Bij de verschillende modaliteiten hebben diverse projecten en programma's last gehad van excessieve prijsstijgingen mede als gevolg van de stijgende prijsindex in de GWW-sector. De opgave betreft in totaal € 549 miljoen. Dekking komt vanuit de generieke investeringsruimte op artikelonderdeel 11.04 en wordt overgeboekt naar de artikelen 11, 12, 13, 15 en 17.
  3. Toevoeging CA-middelen Instandhouding 2031 en 2032: Op het MF zijn de overgehevelde middelen tot en met 2030 toebedeeld voor het BKN RWS. Bij de begrotingsbesluitvorming 2025 is besloten om de onverdeelde instandhoudingsmiddelen voor de jaren 2031 en 2032 bij RWS beleidsarm door te trekken om zodoende aan de voortrollende achtjarige instandhoudingsprogrammering te voldoen. Er is in de jaren 2031 en 2032 in totaal € 2.240 miljoen aan het instandhoudingskader op artikel 12 en 15 toegevoegd.
  4. BKN-spoor: Dit betreffen mutaties onder het kader om de instandhoudingsopgave (BKN Spoor) te dekken. Het betreffen de volgende mutaties:

    1. Uit de generieke investeringsruimte op artikel 11.04 wordt € 821 miljoen overgeboekt naar artikelonderdeel 13.02. Hiervan komt € 223 miljoen uit het restant van de extrapolatieruimte 2037 en het overige gedeelte uit risicoreserveringen.
    2. De € 60 miljoen, die met de Voorjaarsnota 2024 was overgeboekt naar artikelonderdeel 13.07 Rente en Aflossing vanwege de technische afboeking van omvorming ProRail, is met de ontwerpbegroting 2025 weer overgeboekt naar artikelonderdeel 13.02 ten behoeve van de BKN Spoor instandhoudingsopgave.
    3. Er is € 485 miljoen ingezet vanuit de extrapolatieruimte in 2038. Met deze middelen uit de vrije investeringsruimte wordt een belangrijke stap gezet naar een nieuw basiskwaliteitsniveau voor de OV-infrastructuur.
    4. Er wordt € 400 miljoen ingezet uit de CA-reservering instandhouding (2035-2038) die bij Rutte IV is toegevoegd aan het MF. 

2.3 Overprogrammering

Het Mobiliteitsfonds is een productbegroting. Op het Mobiliteitsfonds worden dus voor een groot deel investeringsuitgaven gedaan voor het uiteindelijk realiseren van projecten. De programmering van projecten wordt doorlopend geactualiseerd op basis van de laatst beschikbare informatie. De kasramingen van de projecten in de begroting worden op de reguliere begrotingsmomenten aangepast. De afgelopen jaren heeft bijvoorbeeld de stikstofproblematiek bij meerdere projecten geleid tot (kas)vertraging. De kasramingen in de begroting zijn hier vervolgens op aangepast.

Het kabinet-Schoof heeft in de startnota het advies van de 17e Studiegroep Begrotingsruimte opgevolgd en het investeringsplafond afgeschaft. Het MF behoudt wel de 100% eindejaarsmarge, waardoor de middelen die aan het einde van het jaar resteren via het voordelig saldo aan het volgende jaar kan worden toegevoegd.

Het instrument overprogrammering wordt als instrument ingezet om te voorkomen dat programmavertragingen direct tot een voordelig saldo leiden en zorgt ervoor dat de beschikbare budgetten voor het investeringsprogramma zo veel mogelijk tot besteding komen in de jaren waarin deze beschikbaar zijn gesteld. Hiermee wordt geanticipeerd op een voorspelbare mate van vertraging, die zich op portfolio-niveau altijd voordoet. Overprogrammering houdt in dat de programmering in de eerste jaren hoger is dan het beschikbaar budget. Over de planperiode zijn beiden in evenwicht.

Overprogrammering kan alleen worden ingezet voor beheersing van reguliere ramingsonzekerheden. Onzekerheden van exogene aard, bijv. juridische ontwikkelingen of krapte op de arbeidsmarkt, kunnen hiermee niet (volledig) opgevangen worden. De hoogte van de overprogrammering wisselt van jaar op jaar binnen een bepaalde marge en hangt af van bijvoorbeeld het risicobeeld van de onderliggende programmering. Over de maximale hoogte hebben het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het Ministerie van Financiën afspraken gemaakt.

12 Hoofdwegennet ‒ 234 ‒ 602 ‒ 395 ‒ 106 ‒ 178 ‒ 258 ‒ 1.773 1.773
- Aanleg ‒ 144 ‒ 221 ‒ 169 144 221 169
- Planning en studies ‒ 90 ‒ 381 ‒ 226 ‒ 250 ‒ 399 ‒ 427 ‒ 1.773 1.773
13 Spoorwegen ‒ 139 ‒ 265 ‒ 274 ‒ 292 ‒ 227 ‒ 239 ‒ 1.435 1.435
- Aanleg ‒ 101 ‒ 227 ‒ 182 ‒ 223 ‒ 176 ‒ 166 ‒ 1.074 1.074
- Planning en studies ‒ 38 ‒ 39 ‒ 92 ‒ 69 ‒ 50 ‒ 73 ‒ 361 361
15 Hoofvaarwegennet ‒ 49 ‒ 106 ‒ 10 ‒ 102 ‒ 70 ‒ 129 ‒ 467 467
- Aanleg ‒ 44 ‒ 69 ‒ 27 44 69 27
- Planning en studies ‒ 5 ‒ 37 17 ‒ 146 ‒ 139 ‒ 156 ‒ 467 467
17 Megaprojecten ‒ 141 ‒ 310 ‒ 268 ‒ 428 ‒ 385 ‒ 340 ‒ 1.873 1.873
- Aanleg ‒ 137 ‒ 307 ‒ 262 ‒ 410 ‒ 330 ‒ 288 ‒ 1.734 1.734
- Planning en studies ‒ 4 ‒ 3 ‒ 6 ‒ 18 ‒ 55 ‒ 52 ‒ 139 139
Totale overprogrammering ‒ 562 ‒ 1.283 ‒ 948 ‒ 928 ‒ 860 ‒ 965 ‒ 5.547 5.547

Toelichting

De Ontwerpbegroting 2025 laat het volgende zien:

  1. Bij de eerste suppletoire begroting 2024 is de programmering op het Mobiliteitsfonds meerjarig geactualiseerd op basis van de beschikbare informatie over de ontwikkeling van de projectramingen.
  2. Als gevolg daarvan is er, in het kader van realistisch ramen en rekening houdend met het advies van de 17e Studiegroep Begrotingsruimte, een kaderaanpassing doorgevoerd in de eerste suppletoire begroting 2024 op het MF. Er is € 819 miljoen in 2024 en € 770 miljoen in 2025 (in totaal circa € 1,6 miljard) verschoven naar latere jaren. Hierbij is zoveel mogelijk rekening gehouden met de programma-actualisaties die zijn verwerkt in de Ontwerpbegroting 2025.
  3. Bij Ontwerpbegroting 2025 is er nogmaals kritisch gekeken naar de projectramingen en zijn vervolgens de laatste programma-actualisaties meerjarig doorgevoerd. Het gaat met name om de programma-actualisatie op de Reservering Scheepvaartveiligheid Wind op Zee waar een deel van de middelen uit 2026 zijn verschoven naar 2030 en later, omdat voorzien is dat de programmering niet in 2026 wordt gerealiseerd. Er schuift in totaal € 181 miljoen weg uit 2025 en 2026.
  4. Bovendien is er een schuif nodig geweest om het basiskwaliteitsniveau Spoor vast te stellen. Het gaat om een schuif van in totaal € 920 miljoen naar de jaren 2026 tot en met 2029.
  5. Volgens de begrotingsregels van het kabinet-Schoof dienen de ramingen van de uitgaven realistisch te zijn en moeten de uitgaven in een realistische kasritme geplaatst worden, rekening houdend met de capaciteit op de arbeidsmarkt, de uitvoering en productie. Op het MF zijn daarom extra middelen weggeschoven door de overprogrammering in 2025 (zowel op aanleg als planning en studies), op het Hoofdwegennet, Spoorwegennet, het Hoofdvaarwegennet en de programma's ERTMS en PHS, te verhogen.
  6. Bovengenoemde actualiseringen leiden tot een overprogrammering van € 562 miljoen in 2024 en € 1.283 miljoen in 2025. Dit betekent dat mogelijke programmavertragingen van € 562 miljoen in de laatste maanden van 2024 niet leiden tot aanpassing van het uitgavenkader.
  7. De eenmalig hoge overprogrammering in 2025 is een pilot met het Ministerie van Financiën. Er is afgesproken dat IenW niet remt op de productie, want de ambitieuze agenda van het kabinet staat. Gedurende 2025 wordt gemonitord of de hogere overprogrammering effectief is om kasvertragingen op te vangen.

Figuur 4 Investeringsprogramma en budget (bedragen x € 1.000)

In de bovenstaande grafiek wordt het investeringsprogramma over 15 jaar weergegeven, onderverdeeld naar de MIRT-categorieën. De categorieën: aanleg, geïntegreerde contractvormen (DBFM-contracten), planning en studies vallen onder de budgetten voor ontwikkeling. De categorie vernieuwing valt onder de budgetten voor exploitaite, onderhoud en vernieuwing. Deze categorieën vormen tezamen het investeringsprogramma binnen het Mobiliteitsfonds. De onderliggende projecten komen middels het kas-verplichtingenstelsel tot betaling. Het instrument overprogrammering wordt toegepast op het investeringsprogramma, omdat er sprake kan zijn van kasversnellingen en kasvertragingen als gevolg van geactualiseerde projectramingen. Op het onderhoudsprogramma vindt geen overprogrammering plaats, omdat kasversnellingen en –vertragingen hierop worden opgevangen binnen de begroting van de uitvoeringsorganisaties.

De zwarte lijn geeft het totale beschikbare budget weer in het investeringsprogramma en geldt als het vastgestelde uitgavenplafond. De grafiek laat zien dat het investeringsprogramma in de eerste jaren hoger ligt dan het beschikbare budget. Waarbij er dus sprake is van overprogrammering. Vanaf 2031 is sprake van de omgekeerde situatie en ligt het beschikbare budget hoger dan het investeringsprogramma; er is sprake van onderprogrammering. De totale programmering en het budget over de looptijd van het fonds zijn hiermee aan elkaar gelijk, zodat het investeringsprogramma volledig budgettair gedekt is.

2.4 Flexnorm

In de begroting 2018 is de flexnorm geïntroduceerd, waarmee het inzicht in de meerjarige hardheid van de bestuurlijke afspraken is aangescherpt. De flexnorm is een percentage dat aangeeft welk aandeel van de aanlegbudgetten (inclusief investeringsruimte) naar mening van het kabinet flexibel is om bij nieuwe planvorming te betrekken. Het betreft de ruimte binnen de begroting waar nog geen definitieve oplossing is bepaald en gekozen kan worden voor een alternatieve aanwending of oplossing. Overigens geldt ook dat waar wél bestuurlijke afspraken zijn gemaakt, maar er nog geen juridische verplichtingen zijn aangegaan, de budgetten nog altijd onverminderd door de Tweede Kamer te amenderen zijn.

In onderstaande tabel is weergegeven welke budgetten in de begroting 2025 conform hierboven geschetste flexnorm flexibel zijn om bij nieuwe planvorming te betrekken. Voor nadere duiding over de generieke investeringsruimte wordt verwezen naar de toelichting in artikel 11.

11.01 Verkenningen 4.758
11.02 Korte termijn mobiliteitsmaatregelen
11.03 Reserveringen 10.381
11.04 Generieke investeringsruimte 4.415
Totaal
Als percentage van de budgetten (inclusief investeringsruimte) 13,7%

3. Productartikelen

3.1 Artikel 11 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte

A. Omschrijving van de samenhang in het beleid

Met het artikel 11 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte wordt invulling gegeven aan een meer flexibele planning van infrastructuur zoals toegezegd in de kabinetsreactie op IBO Flexibiliteit in infrastructurele planning (Kamerstukken II 2016-2017, 34 550 A, nr. 5).

Het artikel bevat alle (pla­n)flexibele budgetten die gereserveerd zijn voor het verbeteren van de bereikbaarheid en gerelateerd aan de beleidsdoel­ stellingen zoals beschreven in de begroting Hoofdstuk XII, Hoofdlijnennotitie Mobiliteitsvisie 2050 en de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). De planflexibele budgetten zijn de budgetten die naar mening van het kabinet flexibel zijn om bij (nieuwe) planvorming te betrekken. Het gaat om de (beschikbare) investeringsruimte, reserveringen die worden aangehouden en om budgetten voor projecten in de verken­ningsfase. Over deze budgetten zijn nog geen (definitieve) bestuurlijke afspraken gemaakt en ze zijn niet-juridisch verplicht. Door deze budgetten te plaatsen op één artikel zijn alle flexibele budgetten overzichtelijk gepresenteerd. Na besluitvorming, zoals een voorkeursbe­slissing, wordt budget overgeheveld naar het desbetreffende productartikel. Het gaat om algemene reser­veringen, de investeringsruimte, verkenningen naar bereikbaarheidsopgaven en reserveringen voor korte termijn mobiliteitsmaatregelen. De budgetten op artikel 11 zijn de basis voor het berekenen van de flexnorm in de uitvoeringsagenda mobiliteit.

In dit artikel staan ook de brede verkenningen nieuwe stijl. Kenmerkend aan deze verkenningen is dat ze – indien mogelijk - modaliteitsneutraal zijn, een niet-infrastructurele oplossing wordt meegenomen en dat ze niet automatisch doorgaan naar de planuitwerking, maar dat een expliciete afweging (tussen verkenningen) plaatsvindt. Dit is vastgelegd in de MIRT- werkwijze. In deze werkwijze staat het opgavengericht werken voorop. Samen met bestuurlijke partners wordt steeds bezien welke maatregel op welk schaalniveau, op de korte en op de lange termijn het meest bijdraagt aan de opgave bereikbaarheid. Zo ontstaat een mix van maatregelen die samen met andere partners over een langere periode worden uitgevoerd.

B. Budgettaire gevolgen van uitvoering

Verplichtingen 0 374.296 316.826 1.038.524 676.797 1.035.680 1.285.637
Uitgaven 0 63.266 235.168 458.142 821.529 987.694 1.541.301
11.01 Verkenningen 0 1.258 37.215 90.858 218.373 264.686 708.907
11.02 Korte termijn mobiliteitsmaatregelen 0 0 0 0 0 0 0
11.03 Reserveringen 0 55.508 133.730 256.868 182.936 316.127 357.767
11.03.01 Gebiedsrogramma's 0 2.503 2.498 142.072 27.934 113.931 150.931
11.03.02 Overige reserveringen 0 43.775 77.765 74.752 83.870 109.222 124.934
11.03.03 Reserveringen Coalitieakkoord 0 9.230 53.467 40.044 71.132 92.974 81.902
11.04 Generieke investeringsruimte 0 6.500 64.223 110.416 420.220 406.881 474.627
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 47.500
11.09 Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 47.500

Geschatte Budgetflexibiliteit

De budgetten zijn in 2025 niet juridisch verplicht op de peildatum 1 januari 2025. De verkenningen zijn bestuurlijk gebonden, de reserveringen en de risicoreserveringen binnen de generieke investeringsruimte zijn in 2025 beleidsmatig gereserveerd.

Juridisch verplicht
Bestuurlijk gebonden 16%
Beleidsmatig gereserveerd 84%
Nog niet ingevuld/vrij te besteden

C. Toelichting

11.01 Verkenningen

Motivering

In dit artikel staan de brede verkenningen nieuwe stijl. Kenmerkend aan de verkenningen nieuwe stijl is dat ze - indien mogelijk - modaliteitsneutraal zijn, een niet-infrastructurele oplossing wordt meegenomen en dat ze niet automatisch doorgaan naar de planuitwerking maar een expliciete afweging (tussen verkenningen) plaatsvindt. De verkenningen op dit artikel dragen bij aan de bereikbaarheidsdoelstellingen uit de Hoofdlijnennotitie Mobiliteitsvisie 2050 en de Nationale Omgevingsvisie (NOVI).

Projecten Noord Nederland
Verkenning Groningen Suiker 97 94 *
Projecten Noordwest-Nederland
A9 Rottepolderplein 5 5
OV en Wonen in en rond Utrecht 905 879
OV-verbinding Amsterdam-Haarlemmermeer 872 847 *
Verkenning Oude Lijn 1402 1361 *
A27 Zeewolde-Eemnes 3 3 ntb
Projecten Zuidwest-Nederland
A15 Papendrecht-Gorinchem 138 134 ntb
Verkenning MerwedeLingelijn 57 55 *
Verkenning Rail Gent Terneuzen 106 103 1
Verkenning BRT Leiden-Zoetermeer 37 36
Capaciteitsverruiming A16 Van Brienenoordcorridor Rotterdam 290 282 ntb
Projecten Zuid-Nederland
A2 Deil-Den Bosch/Vught 126 122 ntb
A58 Tilburg-Breda 25 24 ntb
Verkenning HUB Den Bosch 142 138 *
Projecten Oost-Nederland
A50 Ewijk-Bankhoef-Paalgraven & corridor Nijmegen-Eindhoven 452 438 2024
Verkenning Knooppunt OV Nijmegen 45 44
N35 Wijthmen-Nijverdal 112 15 ntb 2
Totaal verkenningsprogramma
Begroting (MF 11.01) 4.814 4.578

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  1. Verkenning Rail Gent Terneuzen: Indien het project onverhoopt geen doorgang vindt, vloeien de dan nog onbestede middelen weer terug naar de onverdeelde middelen van het NGF.
  2. N35 Wijthmen-Nijverdal: Via het amendement (36 410 A, nr. 27) heeft de Tweede Kamer de budgetschuif voor de N35 verkenning Wijthmen-Nijverdal ongedaan gemaakt. Het eerder afgeroomde bedrag van € 94 miljoen is weer toegevoegd aan het projectbudget.

De projecten in de verkenningenfase zijn geïndexeerd naar prijspeil 2024.

*In het projectoverzicht van de voorjaarsnota 2024 was per abuis voor een aantal projecten een verkeerde stand opgenomen. De betreffende projecten zijn met een «*» aangegeven en de standen «vorig» zijn gecorrigeerd.

11.02 Korte termijn mobiliteitsmaatregelen

Motivering

Op dit artikelonderdeel zijn middelen gereserveerd voor korte termijn mobiliteitsmaatregelen. Met het programma Beter Benutten is de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan door met kleine en/of slimme maatregelen mobiliteitsvraagstukken aan te pakken. De gereserveerde middelen op dit artikel zijn nog niet specifiek toegewezen aan decentrale overheden of specifieke uitvoeringsmaatregelen. Daarmee zijn deze budgetten planflexibel.

11.03 Reserveringen

Motivering

Op dit artikelonderdeel zijn middelen gereserveerd voor beleidsprioriteiten of voorziene omstandigheden waarbij nog geen sprake is van een formele verkenning of gedragen uitwerking. Deze middelen zijn bestemd voor specifieke toekomstige opgaven. Dit zijn bijvoorbeeld de gebiedsgerichte bereikbaarheidsprogramma’s. In deze gebiedsgerichte bereikbaarheidsprogramma’s wordt de bereikbaarheidsopgave in deze gebieden adaptief en integraal opgepakt. Daarbij wordt samengewerkt met de verschillende decentrale overheden. Wanneer duidelijk is hoe en wanneer de opgaven worden aangepakt, bijvoorbeeld met een verkenning of ander soortige (korte termijn) maatregelen worden de gereserveerde middelen overgeboekt naar het betreffende productartikel of artikelonderdeel op artikel 11.

Producten

Projecten Noordwest-Nederland
Programma Samen Bouwen aan Bereikbaarheid 8 8 nvt
Projecten Zuid-Nederland
Reservering Netwerkontwikkeling A2/N2 239 ntb 1
Multimodaal Metropool Regio Eindhoven 175 nvt 2
Brainport Eindhoven 828 813 nvt *
Reserveringen
N33 en Nedersaksenlijn 340 480 ntb 3
Beheer en onderhoud Caribisch Nederland 72 69 nvt
Maatregelenpakket Spoorgoederenvervoer 7 8 nvt
ERTMS 725 704 nvt *
Programma Hoogfrequent Spoor 133 nvt 4
Slimme en duurzame mobiliteit 4 4 nvt
Pakket Zeeland 112 93 nvt 5
Schoon Emissieloos Bouwen (rijksdiensten) 105 102 nvt
Reservering Bereikbaarheid WoMo HWN 17 16 nvt
Robuuste Hoofdvaarwegen 173 168 nvt
Goederenvervoercorridors 11 12 nvt
Programma Bescherming Noordzee Infrastructuur (PBNI) 146 nvt 6
Stikstof 14 13 nvt
Strategisch Capaciteitsmanagement 3 3 nvt
Verduurzaming Gebouwen 1 nvt 7
Modaliteitspecifieke reservering 43 16 nvt 8
Klimaatneutrale en Circulaire Infrastructuur 100 100 nvt 9
Westerscheldetunnel 147 nvt 10
Lelylijn 6 5 nvt
RegioExpress 87 85 nvt
EurregioRail 33 32 nvt
Ontsluiting Woningbouw 36 39 nvt
Reservering Instandhouding 7.017 7.767 nvt 11
Totaal reserveringen 10.435 10.683
Begroting (MF 11.03) 10.435 10.683

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  1. Reservering Netwerkontwikkeling A2/N2: dit betreft een reservering voor het project Hoofdwegennet/Onderliggend Wegennet A2/N2 met Brainportlijn en noordwestelijke ontsluiting, ontvangen vanuit het Nationaal Groeifonds. De middelen zijn met VJN 2024 al overgeboekt ten behoeve van de Brainportregio Eindhoven;
  2. Multimodaal Metropool Regio Eindhoven: dit betreft een reservering voor het Multimodaal pakket Metropool Regio Eindhoven (MRE), ontvangen vanuit het Nationaal Groeifonds. Deze middelen worden ingezet voor de Ruimtelijke Schaalsprong met Brainportregio Eindhoven. De middelen zijn met VJN 2024 al overgeboekt naar het MF
  3. N33 en Nedersaksenlijn: voor de N33 Midden (Zuidbroek-Appingedam) is € 145 miljoen overgeboekt naar het artikel 12. Voor de N33 Noord (Appingedam-Eemshaven) is € 5 miljoen van de totale reservering (€ 250 miljoen) overgeboekt naar het artikel 12 om de studiekosten van het MIRT-onderzoek te bekostigen;
  4. Programma Hoogfrequent Spoor (PHS): Er is een overboeking geweest vanuit de risicoreservering PHS naar de reservering PHS. De risico is al opgetreden, daarom zijn de middelen overgemaakt van artikelonderdeel 11.04 naar 11.03;
  5. Maatregelenpakket Zeeland: vanuit de generieke investeringsruimte (artikelonderdeel 11.04) is € 20,4 miljoen toegevoegd voor de meerjarige dekking van de exploitatiebijdrage aan NS voor de contractlijn in Zeeland. Daarnaast is € 4,5 miljoen overgeboekt naar de beleidsbegroting HXII ten behoeve van de exploitatiebijdrage NS 2024;
  6. Programma Bescherming Noordzee Infrastructuur (PBNI): Voor de jaren 2026 tot en met 2037 is in totaal € 146,1 miljoen gereserveerd voor het IenW-aandeel in de uitvoering van het actieplan Programma Bescherming Noordzee Infrastructuur (PBNI);
  7. Verduurzaming Gebouwen: dit betreft de reservering voor de verduurzaming van RWS-gebouwen;
  8. Modaliteitspecifieke reservering: dit betreft een aanvulling van de modaliteitspecifieke reservering voor de modaliteiten Wegen, Vaarwegen en Spoor. Dekking komt vanuit de integrale opgave op het MF;
  9. Klimaatneutrale en Circulaire Infrastructuur: er zijn middelen vanuit het Klimaatfonds met VJN 2024 overgeboekt naar het MF. Het gaat om € 100 miljoen ten behoeve van het uitvoeringsprogramma Klimaatneutrale en Circulaire Infrastructuur (KCI). Per abuis is deze reservering niet toegevoegd aan het projecttabel bij de eerste suppletoire begroting 2024. Deze is nu meegenomen bij de begroting 2025.
  10. Westerscheldetunnel: dit betreft een overboeking naar het beleidsartikel voor de mogelijke verlening van een Specifieke Uitkering (SPUK) aan de provincie Zeeland voor de gederfde tolinkomsten als gevolg van het vervroegd tolvrij maken van de Westerscheldetunnel.
  11. CA-middelen instandhouding: De resterende middelen in 2025 (€ 90,7 miljoen) zijn ingezet voor de integrale opgave op het MF. Daarnaast is in de begroting van 2025 besloten om vanuit de reservering instandhouding de financiering van het BKN RWS beleidsarm met twee jaar door te trekken. Het instandhoudingskader op artikel 12 en artikel 15 op het MF is in totaal met circa € 1.120 miljoen voor 2031 en 2032 verhoogd.

Voor zover hierboven niet toegelicht zijn de getroffen reserveringen geïndexeerd naar prijspeil 2024.

*In het projectoverzicht van de voorjaarsnota 2024 was per abuis voor een aantal projecten een verkeerde stand opgenomen. De betreffende projecten zijn met een «*» aangegeven en de standen «vorig» zijn gecorrigeerd.

11.04 Generieke investeringsruimte

Motivering

Op dit artikelonderdeel is de generieke investeringsruimte tot en met 2038 begroot. Dit betreft de investeringsruimte waarvoor nog geen bestemming is aangegeven, en ook niet specifiek is toebedeeld aan een beleidsreservering, (gebieds)programma, verkenning of een modaliteit.

De generieke investeringsruimte is onder meer beschikbaar voor het kunnen opvangen van (toekomstige) risico’s en nieuwe beleidswensen onder andere op basis van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI), toekomstb­eelden en de IMA (Integrale Mobiliteitsanalyse). De vrije investeringsruimte wordt jaarlijks gevoed door de verlenging van het fonds. Na bestuurlijke overleggen MIRT informeert het kabinet de Tweede Kamer over de voorstellen om de voor het huidig kabinet beschikbare investeringsruimte in te zetten.

Het beschikbare budget op artikelonderdeel 11.04 bedroeg in de ontwerpbegroting 2024, € 6,1 miljard; waarvan € 6,8 miljard gereserveerd voor risicoreserveringen en € 700 miljoen staat op de minregel Vrachtwagenheffing.

Door de aanpassingen doorgevoerd bij de 1e suppletoire begroting 2024 en de hieronder genoemde aanpassingen is de omvang van de investeringsruimte in de begroting 2025, € 4,9 miljard tot en met 2038. De investeringsruimte is grotendeels gereserveerd voor risicoreserveringen en tegenvallers (€ 4,2 miljard). Daarnaast is de minregel van de vrachtwagenheffing met de 1e suppletoire begroting 2024 verhoogd met € 160 miljoen tot een bedrag van € 860 miljoen. Verder Er restereert een vrij investeringsruimte van € 1,56 miljard vanwege de extrapolatie 2038.

Vrije investeringsruimte
Risicoreserveringen 6.500 64.223 110.416 420.220 406.881 474.627 436.596 276.740
Voorfinanciering vrachtwagenheffing ‒ 215.000 ‒ 215.000
Totaal 6.500 64.223 110.416 420.220 406.881 474.627 221.596 61.740
Vrije investeringsruimte 1.077.506 1.077.506
Risicoreserveringen 346.001 279.796 325.916 305.642 338.317 212.237 193.449 4.197.561
Voorfinanciering vrachtwagenheffing ‒ 215.000 ‒ 215.000 ‒ 860.000
Totaal 131.001 64.796 325.916 305.642 338.317 212.237 1.270.955 4.415.067

Producten

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  1. Dekkingsopgave MF 2025: In deze begroting is de interne dekkingsopgave op het Mobiliteitsfonds verwerkt. De opgave betreft in totaal € 838,9 miljoen, waarvan € 178,3 miljoen voor het Hoofdwegenet, € 411,1 miljoen voor Spoorwegen, € 247,5 miljoen voor het Hoofdvaarwegennet en € 2 miljoen voor de opgave Fiets. Met de Nota van Wijziging op de eerste suppletoire begroting 2024 is € 10,2 miljoen (€ 4 miljoen in 2024 en € 6,2 miljoen in 2025) van de dekkingsopgave reeds verwerkt voor de uitvoering van het Programma Bescherming Noordzee Infrastructuur (PBNI). De opgave wordt gedekt uit verschillende dekkingsbronnen bij de modaliteiten. Vanuit het Hoofdwegennet wordt er € 226,4 miljoen gedekt. Vanuit het Spoorwegennet wordt er € 153 miljoen gedekt en vanuit het Hoofdvaarwegennet wordt er € 28,3 gedekt. Verder is een deel van de opgave gedekt door de reservering CA-middelen in 2025 (€ 90,7 miljoen). Tot slot is het overige deel gedekt uit de extrapolatieruimte 2037 (€ 330,3 miljoen). Zowel de dekkingsmutaties als de opgavemutaties zijn verwerkt op artikelonderdeel 11.04;
  2. Loon-en prijsbijstelling 2024: De loon- en prijsbijstelling tranche 2024 is vanuit het Ministerie van Financiën toegvoegd aan artikelonderdeel 11.04 en verdeeld over de verschillende projecten en reserveringen op het Mobiliteitsfonds;
  3. NS-tarieven: In 2023 heeft de Kamer met het amendement-Bikker (36410A, nr. 10) de tariefsverhoging van de NS tarieven over 2024 (8,7%) eenmalig afgewend. Om te voorkomen dat de tarieven in 2025, naast de reguliere prijsontwikkeling van 2025, alsnog stijgen met deze 8,7% extra, heeft het kabinet besloten de kosten voor 2025 evenredig over de reiziger, NS en IenW te verdelen. De middelen voor deze demping voor 2025 komen uit de generieke investeringsruimte op het Mobiliteitsfonds (€ 42 miljoen), nadat deze middelen in het juiste ritme zijn gezet.  
  4. Minregel Vrachtwagenheffing: De minregel voor vrachtwagenheffing is met de Voorjaarsnota 2024 verhoogd met € 160 miljoen tot € 860 miljoen om de verplichtingen op de contracten in de exploitatiefase vast te leggen. De vrachtwagenheffing wordt nu geraamd op de beleidsbegroting HXII, artikel 15. Het streven is om de minregel met de Voorjaarsnota 2025 definitief op te heffen op het Mobiliteitsfonds;
  5. Prijsstijgingen: diverse aanleg- en instandhoudingsprojecten op de verschillende modaliteiten hebben last gehad van excessieve prijsstijgingen. Bij de ontwerpbegroting 2025 gaat het om een opgave van € 549 miljoen. Voor het Hoofdwegennet gaat het om een opgave van € 182 miljoen. Voor het Spoorwegennet gaat het om een opgave van € 208 miljoen en voor het Hoofdvaarwegennet gaat het om een opgave van € 159 miljoen. Dekking is gevonden binnen het MF en komt uit de generieke investeringsruimte. De middelen zijn toegevoegd aan de verschillende projecten op de artikelen 12, 13, 15 en 17 van het Mobiliteitsfonds.
  6. BKN-Spoor: Vanaf 2026 is er een tekort in het Exploitatie, Onderhoud en Vernieuwingsbudget bij ProRail. De middelen vanuit de generieke investeringsruimte op artikelonderdeel 11.04 zijn inclusief loon-en prijsbijstelling 2024 overgeboekt naar artikelonderdeel 13.02 (€ 578 miljoen). Dit geldt eveneens voor de resterende extrapolatieruimte 2037 van € 223 miljoen, dat is overgeboekt naar artikelonderdeel 13.02. De middelen gelden als dekking voor de tekorten die zijn ontstaan bij de instandhoudingsbudgetten van ProRail.

3.2 Artikel 12 Hoofdwegennet

A. Omschrijving van de samenhang in het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van het hoofdwegennet verantwoord. Dit betreft de onderdelen exploitatie, onderhoud en vernieuwing, ontwikkeling, geïntegreerde contractvormen/PPS, en netwerkgebonden kosten. Deze producten zijn gerelateerd aan de beleidsdoelen en -instrumenten zoals beschreven in beleidsartikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid op de beleidsbegroting Hoofdstuk XII.

B. Budgettaire gevolgen van uitvoering

Verplichtingen 4.431.149 4.575.841 4.696.363 3.989.805 2.898.831 3.070.126 3.226.278
Uitgaven 3.210.933 3.898.451 3.940.969 4.475.822 4.198.790 4.275.981 3.946.443
12.01 Exploitatie 5.763 6.293 5.676 9.922 10.550 9.764 8.618
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS 5.763 6.293 5.676 9.922 10.550 9.764 8.618
12.02 Onderhoud en vernieuwing 1.034.926 1.258.444 1.369.323 1.479.874 1.450.530 1.534.478 1.376.014
12.02.01 Onderhoud 774.855 929.188 983.801 922.160 932.349 946.368 957.055
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS 774.855 929.188 983.801 922.160 932.349 946.368 957.055
12.02.04 Vernieuwing 260.071 329.256 385.522 557.714 518.181 588.110 418.959
12.03 Ontwikkeling 581.266 740.684 730.850 1.011.721 902.231 1.007.529 897.144
12.03.01 Aanleg 445.216 377.306 345.388 646.939 627.880 546.194 300.429
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS 22.591 2.775 0 0 0 0 0
12.03.02 Planning en studies 128.602 235.937 219.327 271.972 241.100 458.403 484.459
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS 19.130 21.487 16.095 10.040 7.830 7.830 10.882
12.03.03 Optimalisering gebruik 7.448 127.441 166.135 92.810 33.251 2.932 112.256
12.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS 778.672 1.123.476 1.057.604 1.063.119 904.439 835.056 799.823
12.06 Netwerkgebonden kosten HWN 810.306 769.554 777.516 911.186 931.040 889.154 864.844
12.06.01 Apparaatskosten RWS 631.499 657.991 661.958 660.428 654.407 655.384 651.920
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS 631.499 657.991 661.958 660.428 654.407 655.384 651.920
12.06.02 Overige netwerkgebonden kosten 178.807 111.563 115.558 250.758 276.633 233.770 212.924
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS 170.307 111.563 115.558 250.758 276.633 233.770 212.924
Ontvangsten 116.288 104.959 124.305 118.556 122.404 112.016 207.422
12.09 Ontvangsten 116.288 104.959 124.305 118.556 122.404 112.016 207.422
12.09.01 Ontvangsten 0 63.410 11.834 3.200 14.156 11.010 43.838
12.09.02 Tolopgave 0 41.549 112.471 115.356 108.248 101.006 163.584

Budgetflexibiliteit

Juridisch verplicht 94%
Bestuurlijk gebonden 6%
Beleidsmatig gereserveerd
Nog niet ingevuld/vrij te besteden

Toelichting

Met uitzondering van planning en studies, zijn de budgetten in 2025 juridisch verplicht op de peildatum 1 januari 2025. De budgetten voor planning en studies zijn bestuurlijk gebonden.

C. Toelichting

12.01 Exploitatie

Motivering

Met exploitatie streeft IenW naar een veilig en optimaal gebruik van de beschikbare weginfrastructuur en het bereiken van een voorspelbare en betrouwbare reistijd van deur tot deur op de meest duurzame manier en met oog voor de leefomgeving. Daarmee worden de verkeersveiligheid, bereikbaarheid en leefbaarheid in Nederland bevorderd.

Producten

De uitgaven voor de exploitatie hebben betrekking op het verzamelen en verspreiden van verkeersdata en op besturingssoftware voor informatiepanelen en andere apparatuur. Samen met de weginspecteurs van Rijkswa­terstaat (RWS) resulteert dit in:

  1. Verkeersbegeleiding bij grote drukte, inclusief grootschalige evenementen en crisissituaties zoals bij een weeralarm;
  2. Hulpverlening, bevorderen doorstroming en informatievoorziening bij pech en ongevallen (incidentmanagement);
  3. Maatregelen ter bevordering van gedisciplineerd en sociaal weggedrag, bijvoorbeeld ter voorkoming van het negeren van rode kruizen en vlucht- strookparkeren;
  4. Voorlichting over rijkswegen, zoals voorlichting over de gevolgen van wegwerkzaamheden.

De meeste van deze maatregelen worden ingezet vanuit zes regionale verkeerscentrales en een landelijke verkeerscentrale. Hierbij wordt het rijkswegennet in samenhang met het regionale wegennet beschouwd door toepassing van gebiedsgericht verkeersmanagement waarbij wordt ingezet op regionale samenwerking.

De activiteiten die door RWS centraal worden uitgevoerd, worden bekostigd uit het budget voor netwerkgebonden kosten.

Meetbare gegevens

Verkeerssignalering km op rijbaan 2.964 2.984 3.011
Verkeerscentrales aantal 6 6 6
Spitsstroken km 293 286 254

Toelichting

De lengte van de verkeerssignalering neemt in 2025 naar verwachting toe als gevolg van de openstelling van de A16 Rotterdam.

De lengte spitsstroken zal in 2025 afnemen doordat bij de verbreding op de A2 tussen Het Vonderen en Kerensheiden de spitsstroken omgezet worden naar permanente rijstroken.

Levering verkeersgegevens: op alle bemeten wegvakken wordt betrouw­bare reis en routeinformatie ingewonnen en tijdig geleverd aan de serviceproviders
1. beschikbaarheid data voor derden: % van de RWS-meet­locaties dat goed functioneert 93% 91% 90% 90%
2. actualiteit data voor derden: % van de gege­vens van een meet­­minuut, dat binnen 75 sec. daarna door RWS wordt geleverd aan NDW 100% 99% 95% nvt

Toelichting

Deze indicator geeft aan in welke mate RWS intensiteit- en snelheidsgegevens van de meetlocaties beschikbaar heeft en ze tijdig doorgeeft aan het Nationaal Dataportaal Wegverkeer (NDW).

De indicator kent twee aspecten, namelijk:

  1. de mate van beschikbaarheid van de RWS meetlocaties (aantal x tijd);
  2. de mate waarin meetgegevens tijdig (binnen 75 seconden) verstuurd zijn naar de NDW.

Dit tweede aspect van deze indicator komt vanaf 2025 te vervallen. De meting is niet meer relevant, aangezien het ontvangende systeem tegenwoordig gebruik maakt van Floating Car Data (mobiele telefoons in auto's).

De percentages worden berekend ten opzichte van de totalen.

12.02 Onderhoud en vernieuwing

Motivering

Door middel van onderhoud en vernieuwing worden het hoofdwegennet en de directe omgeving op orde gehouden, zodat het vervullen van de primaire functie gewaarborgd is: het faciliteren van veilig, vlot en comfortabel vervoer van personen en goederen met aandacht voor de kwaliteit van het milieu. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen regulier onderhoud enerzijds en vernieuwingen anderzijds.

Producten

Het regulier onderhoud van hoofdwegen omvat maatregelen aan verhar­ dingen, kunstwerken (zoals bruggen, tunnels en viaducten), verkeersvoor- zieningen, landschap en milieu en voorzieningen voor verkeersmanagement (zoals signalering en verkeerscentrales).

In bijlage 4 'Instandhouding' van deze begroting wordt uitgebreid ingegaan op de werking van de instandhouding van de netwerken die onder verant­ woordelijkheid van IenW vallen.

Maatregelen

In de begroting van 2024 is besloten tot een verschuiving van financiële middelen en personele capaciteit naar instandhouding1, aanvullend op de extra vrijgemaakte middelen uit het coalitieakkoord van het kabinet Rutte IV. Met deze middelen werkt IenW aan de grootste onderhoudsopgave van onze infrastructuur ooit. Het streven is een structurele groei van het productievolume te realiseren van € 2 miljard naar € 3 miljard per jaar (prijspeil 2022), waarvan € 0,8 miljard per jaar voor vernieuwing van infrastructuur. Dit is toegelicht in de Kamerbrief Basiskwaliteitsniveau RWS-netwerken van 17 maart 2023 (Kamerstuk 29 385, nr. 119). Over de aanpak van IenW om de productie op instandhouding te vergroten en de validatie van de omvang van de instandhoudingsopgave is de Kamer op 17 juni 2024 per brief geinformeerd (Kamerstuk 29 385, nr. 139).

12.02.01 Onderhoud

IenW zet in op veiligheid, beschikbaarheid en betrouw­baarheid van het hoofdwegennet over de hele levenscyclus van de infrastructuur. Die omhelst wegen, bruggen, viaducten, tunnels, aquaducten, matrixborden, verkeerscentrales en verkeersvoorzieningen. Onderhoud betreft zowel het preventief als het correctief onderhoud.

Zoals in de Kamerbrief Basiskwaliteitsniveau RWS-netwerken van 11 november 2022 (Kamerstuk 29 385, nr. 116) is toegelicht, worden drie uitgangspunten gehanteerd bij de nadere uitwerking van keuzes, namelijk een efficiënte en duurzame inzet, haalbaar en maakbaar, en een eerlijke verdeling van kosten. Het doel is om op alle netwerken de veiligheid te blijven bieden en toe te werken naar hoger niveau van voorspelbaarheid en beschikbaarheid. Hiermee zorgen we ervoor dat nu en in de toekomst onze wegen, vaarwegen en waterwerken goed te gebruiken zijn. Dit is de basis. Deze basis geeft ook voorspelbaarheid in de uitvoering, zowel voor marktpartijen als voor RWS.

De uitgaven voor het onderhoud bestaan hoofdzakelijk uit:

  1. Uitgaven voor onderhoud van verhardingen waaronder het herstel van vorstschade en het zoveel mogelijk voorkomen daarvan;
  2. Uitgaven voor onderhoud van kunstwerken;
  3. Uitgaven voor onderhoud aan (Dynamisch Verkeersmanagement) DVM- systemen zoals matrixborden, informatiepanelen en verkeerscentrales;
  4. Klein variabel en vast onderhoud aan verkeersvoorzieningen, zoals onderhoud aan bermen, geleiderail, bewegwijzering, geluidsschermen en verlichting;
  5. Uitgaven voor geluidmaatregelen (landschap en milieu) als gevolg van naleving van geluidproductieplafonds voor zover geen onderdeel van een aanlegproject.

Meetbare gegevens

In onderstaande figuur is een verdeling gegeven van de onderhoudskosten. De percentages zijn gebaseerd op een meerjarig gemiddelde over de periode 2021-2025.

Figuur 5 Onderverdeling van de onderhoudskosten hoofdwegennet

Rijbaanlengte Hoofdrijbaan km 5.858 5.849 5.893
Rijbaanlengte Verbindingswegen en op- en afritten km 1.612 1.619 1.631
Areaal asfalt Hoofdrijbaan km2 77,3 77,4 77,7
Areaal asfalt Verbindingswegen en op- en afritten km2 14,4 14,4 14,6
Groen areaal km2 184,4 184 184,4
  1. Bron: Rijkswaterstaat 2024

Toelichting

In 2025 wordt een toename van de lengte van de hoofdrijbaan voorzien met name als gevolg van de openstelling van de A16 Rotterdam. Er wordt een toename van de oppervlakte voorzien met name als gevolg van de openstelling van de A16 Rotterdam en de verbreding van de A1 tussen Apeldoorn en Twello. De verbindingswegen en op- en afritten nemen in 2025 naar verwachting in lengte en oppervlakte toe als gevolg van de aanleg van de A16 Rotterdam.

Wegen Oppervlakte wegdek
(Exclusief
verzorgingsbanen)
km2 92,3 983.801
  1. Bron: Rijkswaterstaat 2024

Toelichting

In deze tabel wordt het totale areaal exclusief verzorgingsbanen weergegeven. In 2025 betreft dit in totaal 92,3 vierkante kilomer als gevolg van de aanleg van de A16 Rotterdam en de openstelling van extra rijstroken op de A1 tussen Apeldoorn en Twello.

Voor de netwerken in beheer van RWS moeten de afspraken over het basiskwaliteitsniveau worden vertaald naar nieuwe indicatoren en streefwaarden. Daarom wordt in afwachting daarvan in onderstaande tabel nog uitgegaan van de prestatieafspraken vanuit de Beheer en Onderhoud (BenO) overeenkomst 2022-2023.

Files door Werk in Uitvoering, als gevolg van aanleg en gepland onder­houd (1): 2,8% 4,4% 10,0% 10,0%
Technische Beschikbaarheid:
deel van lengte en tijd (%) dat de weg veilig beschikbaar is, zonder dat rij- of vluchtstroken zijn afgesloten als gevolg van aanleg of geplande onderhoudswerkzaamheden
98,2% 98,5% 90,0% 90,0%
Veiligheid (2):
a.    voldoen aan norm voor verhardingen (stroefheid en spoorvorming) 99,7% 99,6% 99,7% 99,7%
b.    voldoen aan norm gladheidbestrijding (binnen 2 uur preventief strooien). 99% 99% 95% 95%

Toelichting

  1. Files door Werk in Uitvoering, als gevolg van aanleg en gepland onderhoud (1): deze indicator betreft de verhouding ‘Files door aanleg, beheer en onderhoud’ ten opzichte van ‘Alle files’. Hierbij worden alleen files meegeteld die een snelheid hebben lager dan 50 km/uur en een lengte van minstens 2 km. De overige vertragingen, namelijk die met een snelheid tussen 50 en 100 km/uur en/of over korte lengte, worden niet benoemd als files, maar als congestie.
  2. Veiligheid (2): de indicator kent twee aspecten, namelijk:

    a) het voldoen aan de veiligheidsnormen: dit wordt gemonitord aan de hand van de schadekenmerken stroefheid en spoorvorming, en
    b) het tijdig bestrijden van wintergladheid: dit wordt gemonitord aan de hand van de situaties waarin tijdig preventief dient te worden gestrooid.

12.02.04 Vernieuwing

Op dit artikelonderdeel staan de beschikbare budgetten voor vernieuwing (voorheen: vervanging en renovatie) van het hoofdwegennet. Sinds medio vorige eeuw is in hoog tempo een groot deel van de infrastructuur aangelegd. Het is van belang dat de veiligheid en de beschikbaarheid van het hoofdwegennet in stand worden gehouden tegen de achtergrond van een beperkte technische levensduur van kunstwerken. Het einde van de levensduur kan ontstaan door de ouderdom van het kunstwerk of door intensiever gebruik dan bij het ontwerp is voorzien. Op basis van onderzoek wordt jaarlijks een analyse gemaakt voor welke kunstwerken vervanging of renovatie aan de orde is. RWS bekijkt via inspecties waar maatregelen nodig zijn. Voor een zichtperiode van ongeveer 7 jaar is dit vooruit te plannen in concrete projecten. Voor de periode daarna zijn budgetten beschikbaar, maar wordt de invulling van het programma op een later moment concreet. De werkwijze staat verder toegelicht in bijlage 4 'Instandhouding'. In het MIRT-projectenoverzicht worden onderliggende projecten inzichtelijk gemaakt.

12.03 Ontwikkeling

Motivering

Om een betrouwbaar netwerk te realiseren en de verwachte verkeersgroei te faciliteren, worden infrastructuurprojecten voorbereid en uitgevoerd. Zo wordt bereikt dat de noodzakelijke wegcapaciteit beschikbaar is en komt. Daarbij wordt rekening gehouden met de kaders van veiligheid en leefbaarheid.

Maatregelen

Herprioritering MIRT

In 2023 heeft IenW besloten om meerdere MIRT-projecten te pauzeren vanwege een opeenstapeling van factoren (stikstof, capaciteit en financiën). IenW focust op wat wél kan en zet haar financiële middelen en capaciteit zo in dat de bereikbaarheid en veiligheid daar het meeste van profiteren. Dit betekent inzet op het in stand houden van de infrastructuur en aanlegprojecten die in (naderende) realisatie zijn. Dit samen betekende bij de begroting 2024 een financiële schuif, waarbij gereserveerde budgetten van (weg)projecten grotendeels anders zijn ingezet. Voor het hoofdwegennet was de omvang van de financiële schuif € 3,4 miljard (prijspeil 2022), waarvan € 2,3 miljard is geschoven binnen het aanlegprogramma (Kamerstuk 36 410 A, nr. 2).

Verkeersveiligheid hoofdwegennet

Er wordt op verschillende manieren geïnvesteerd in verder verbeteren van de verkeersveiligheid op het hoofdwegennet. Vanuit het Coalitieakkoord van het kabinet Rutte IV is voor de jaren 2023-2026 in totaal € 200 miljoen beschikbaar gesteld voor het verbeteren van de verkeersvei­ligheid op Rijks-N-wegen. Daarnaast worden verschillende verkeersveiligheids-maatregelen genomen vanuit het programma Meer Veilig. Zo is € 25 miljoen beschikbaar voor het veiliger maken van de bermen van N-wegen in beheer van het Rijk.

12.03.01 Aanleg

Motivering

Op dit artikel staan de beschikbare budgetten die noodzakelijk zijn voor de (realisatie)activiteiten bij het hoofdwegennet. Voorbeelden zijn uitgaven die worden gedaan voor de uitvoering (bouwfase) van MIRT-projecten.

Mijpalen Aanlegprojecten

In 2025 wil IenW de volgende mijlpalen realiseren.

Openstelling A16 Rotterdam
A1 Apeldoorn-Azelo 2e fase (verbreding naar 2 x 4 rijstroken tussen Apeldoorn en Twello)

Producten

Projecten Nationaal
Kleine projecten / Afronding projecten 6.079 6.080 6.005 24 10 6 11 12 1 10
Programma snelheidsaanpassing 55 55 52 3
Programma aansluitingen 133 133 127 6
Quick Wins Wegen 12 12 12
ZSM 1+2 (spoedwet wegverbreding) 1.478 1.478 1.476 2 2016 2016
Projecten Noordwest-Nederland
A10 Amsterdam praktijk-proef FES 41 41 38 3 2018 2018
A10 Knooppunten De Nieuwe Meer en Amstel (Zuidas) 833 809 96 42 87 99 94 78 106 230 2032-2036 2032-2036
A1/A6/A9 Schiphol-Amsterdam-Almere 1.218 1.211 982 31 33 60 84 28 2027 2027
A1 Bunschoten-Knooppunt Hoevelaken 19 19 19 2015 2015
A2 Holendrecht - Oudenrijn 1.209 1.209 1.209 2012 2012
A9 Badhoevedorp 292 292 288 4 2017 2017
N50 Ens - Emmeloord 19 19 19 2016 2016
Projecten Zuidwest-Nederland
A15 Papendrecht-Sliedrecht 22 22 18 4 2021 2021
A4-A44 Rijnlandroute 557 553 407 59 62 29 regio regio
A4 Burgerveen - Leiden 541 541 541 2015 2015
A4 Delft - Schiedam 642 642 642 2015 2015
A4 Vlietland / N14 16 16 16 2020 2020
N57/N59 EuroRAP (verkeersveiligheid) 22 21 8 3 11 n.t.b. n.t.b.
N61 Hoek-Schoondijke 111 111 111 2015 2015
Projecten Zuid-Nederland
A2 Passage Maastricht 686 686 679 7 2016 2016
A4 Dinteloord-Bergen op Zoom 260 260 259 2014 2014
A76 Aansluiting Nuth 59 61 59 regio regio
A27 Houten Hooipolder 110 110 110
A2 Het Vonderen-Kerensheide 417 348 44 26 60 89 133 65 2025-2027 2025-2027 1
Projecten Oost-Nederland
A12-A15 Ressen - Oudenbroeken (ViA15) 686 671 173 8 61 432 7 5 n.t.b. n.t.b.
A1 Apeldoorn - Azelo: fase 1 en fase 2a 493 489 345 97 46 5 2023-2025 2023-2025
A1 Apeldoorn Zuid - Beekbergen 29 29 29 2017 2017
A50 Ewijk - Valburg 269 269 269 2017 2017
N35 Combiplan Nijverdal 319 319 317 1 1 2015 2015
N35 Wijthmen - Nijverdal 24 24 4 12 7 2 2018 2018
N35 Zwolle - Wijthmen 50 50 49 2018 2018
Projecten Noord-Nederland
A7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 928 915 744 82 83 11 8 2025 2025
N31 Leeuwarden (De Haak) 222 222 220 2 2014 2014
Overige maatregelen
Fileaanpak 61 61 61 1
Meer kwaliteit leefomgeving 152 158 152 1
Meer veilig 117 115 115 1
Afrondingen
Totaal aanlegprogramma 18.181 18.051 15.695 406 466 702 366 191 107 247
Totaal uitvoeringsprogramma 18.181 18.051 15.695 406 466 702 366 191 107 247
Aanleg uitgaven op MF 12.03.01 mbt Planning en studies 99 100 113 117 134 24
Programma Aanleg 505 566 815 483 325 131
Budget Aanleg (MF 12.03.01) 361 345 646 627 546 300
Overprogrammering (-) ‒ 144 ‒ 221 ‒ 169 144 221 169

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  1. Dit betreft een budgetoverheveling vanuit beheer en onderhoud omdat de onderhoudswerkzaamheden en Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO) werkzaamheden geïntegreerd zijn opgedragen, een budgettoevoeging voor tweetal noodzakelijke scopewijzigingen, een budgettoevoeging die voornamelijk wordt veroorzaakt door prijsstijgingseffecten op de scopewijziging en de verwerking van de loon- en prijsbijstelling 2024.

In het contract A2 Vonderen-Kerensheide zijn de geplande beheer en onderhoud en Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO) werkzaamheden geïntegreerd opgedragen. Deze middelen worden d.m.v. een budgetoverheveling aan het projectbudget toegevoegd.

De overige budgettaire aanpassingen zijn mutaties ten aanzien van loon- en prijsbijstelling 2024.

12.03.02 Planning en studies

Motivering

Op dit artikel staan de beschikbare budgetten die noodzakelijk zijn voor de (studie)activiteiten bij het hoofdwegennet. Voorbeelden zijn de greserveerde realisatiebudgetten voor de projecten in de planning- en studiefase (planuitwerking).

Wettelijke grondslag subsidieverlening

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht geldt dat in het algemeen subsidie wordt verleend op grond van een wettelijk voorschrift. Uit de Algemene wet bestuursrecht volgt dat één van de uitzonderingen hierop subsidies vormen waarvan zowel de subsidieontvanger als het maximale bedrag in de begroting worden vermeld.

In de tabel budgettaire gevolgen van uitvoering bij dit artikel is onder artikelonderdeel 12.03.02 Planning en Studies een bedrag van € 146,5 miljoen aan subsidieverplichtingen opgenomen. Voor het jaar 2025 bedraagt dit € 29,3 miljoen. Dit bedrag heeft betrekking op de mogelijke verlening van een Specifieke Uitkering (SPUK) aan de provincie Zeeland voor de gederfde tolinkomsten als gevolg van het vervroegd tolvrij maken van de Westerscheldetunnel. Ook in de periode 2026 t/m 2029 zal jaarlijks maximaal € 29,3 miljoen verstrekt voor de gederfde tolinkomsten. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde verlening van een specifieke uitkering als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Financiële-Verhoudingswet jo. artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

Producten

Aanleg uitgaven op MF 12.03.01 mbt Planning en studies -projecten ‒ 1.444 ‒ 1.599
Projecten Nationaal
Beter Benutten 97 96 nvt nvt
Geluidsaneringprogramma – weg 562 550 nvt nvt
Kosten voorbereiding tol 110 109 nvt nvt
Exploitatie tol 497 471 nvt nvt
Reservering voor LCC 484 424 nvt nvt
Snelfietsroutes 46 44 nvt nvt
Voorbereiding vrachtwagenheffing 399 343 nvt nvt 1
Exploitatie vrachtwagenheffing 474 460 nvt nvt
Impuls Strategisch Plan Verkeersveiligheid 436 421 nvt nvt
Maatregelen Fietsveiligheid 52 0 nvt nvt 2
Verkeersveiligheid Rijks-N-wegen 198 194 nvt nvt
Bijdrage aan agentschap t.b.v. externe kosten planuitwerkingen 170 165 nvt nvt
Projecten Noordwest-Nederland
A1/A28 Knooppunt Hoevelaken 480 471 ntb ntb
A12/A27 Ring Utrecht 1.773 1.725 ntb ntb
A7/A8 Corridor Amsterdam-Hoorn 547 531 ntb ntb
A6 Almere Oostvaarders-Lelystad 149 144 ntb ntb
Rijksbijdrage aan de Noordelijke Randweg Utrecht 28 27 Regio Regio
Stedelijke Bereikbaarheid Almere 32 31 Regio Regio
Projecten Zuidwest-Nederland
A20 Nieuwerkerk a/d IJssel – Gouda 216 209 ntb ntb
A4 Burgerveen – N14 358 347 ntb ntb
A4 Haaglanden – N14 157 153 ntb ntb
Westerscheldetunnel 151 0 nvt nvt 3
Projecten Zuid-Nederland
A67/A73 Knooppunt Zaarderheiken 5 6 ntb ntb
N65 Vught – Haaren 89 89 2024-2026 Regio
Toegangsweg Maastricht-Aachen Airport 4 4 ntb ntb
Programma SmartwayZ.NL: A67 Leenderheide-Geldrop 79 77 ntb ntb
Programma SmartwayZ.NL: InnovA58 588 572 ntb ntb
Programma SmartWayZ.nl: ASML De Run 1 1 nvt nvt
Programma SmartwayZ.NL: ITS en Smart Mobility 10 10 nvt nvt
SmartWayZ.NL programmaorganisatie 1 1 nvt nvt
Projecten Oost-Nederland
A1/A30 Barneveld 23 23 ntb ntb
N35 Nijverdal – Wierden 129 125 ntb ntb 4
N35 Knooppunt Raalte 26 15 Regio Regio
N50 Kampen – Kampen Zuid 17 17 ntb ntb
A28 Amersfoort-Hoogeveen 34 33 2026 2026
A1/A35 Azelo-Buuren 1 1 ntb ntb
Projecten Noord-Nederland
Toegangsweg Groningen Airport Eelde 7 7 ntb ntb
N33 Midden (Zuidbroek-Appingedam) 200 115 ntb ntb 5
N33 Noord (Appingedam - Eemshaven) 5 0 ntb ntb 6
Overige projecten en reserveringen 163 198
Projecten in voorbereiding
Projecten Nationaal
Studiebudget Verkenningen / MIRT onderzoeken
Programma DUMO
Programma Fiets
Strategisch plan Verkeersveiligheid
Afrondingen
Totaal programma planning en studies 7.352 6.610
Begroting (MF 12.03.02) 7.352 6.610

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  1. Voorbereiding vrachtwagenheffing: dit betreft een actualisatie om het budget voor de uitvoeringskosten van de realisatiefase van Vrachtwagenheffing op een actueel prijspeil te brengen. De daadwerkelijke gerealiseerde kosten zullen vanaf 2026 vanuit de opbrengsten van de Vrachtwagenheffing worden terugbetaald aan het Mobiliteitsfonds.
  2. Maatregelen Fietsveiligheid: voor vernieuwende maatregelen die de fietsveiligheid verbeteren wordt er een nieuwe regeling uitgewerkt. Hiervoor wordt vanuit de reservering Strategisch Plan Verkeersveiligheid totaal € 50 miljoen euro overgeboekt naar artikel 12.
  3. Westerscheldetunnel: dit betreft een overboeking vanuit artikel 11.03 naar het beleidsartikel voor de mogelijke verlening van een Specifieke uitkering (SPUK) voor de gederfde tolinkomsten als gevolg van het vervroegd tolvrij maken van de Westerscheldetunnel aan de Provincie Zeeland.
  4. N35 Knooppunt Raalte: dit betreft een overboeking vanuit artikel 11.03 naar het beleidsartikel om het tekort bij het project Knooppunt Raalte te dekken.
  5. N33 Midden (Zuidbroek-Appingedam): de geraamde regionale bijdrage is in de begroting 2025 naar beneden bijgesteld n.a.v. de wijzigingsovereenkomst bij het project Zuidelijke Ringweg Groningen uit 2021. Ook is aan het projectbudget € 145 miljoen toegevoegd vanuit ‘Nij Begun' (artikel 11.03).
  6. N33 Noord (Appingedam - Eemshaven): voor de N33 Noord (Appingedam-Eemshaven) is € 5 miljoen van de reservering van € 250 miljoen uit 'Nij Begun' overgeboekt vanuit artikel 11.03 naar het beleidsartikel om de studiekosten van het MIRT-onderzoek te bekostigen.

De overige budgettaire aanpassingen zijn mutaties ten aanzien van loon- en prijsbijstelling 2024.

12.03.03 Optimalisering gebruik

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden uitgaven gedaan die de optimalisering van het gebruik van infrastructuur op de weg bevorderen. Voorbeelden zijn intelligent verkeersmanagement, informatie over werk in uitvoering en beperkte infrastructurele aanpassing van weginfrastructuur.

Producten

Digitale Infrastructuur voor Toekomstbestendige Mobiliteit 32 31 nvt
Schoon Emissieloos Bouwen 232 230 nvt
Slim, Veilig, Doelmatig en Duurzaam Gebruik van Mobiliteitsinfrastructuur 126 131 nvt
Noordwest-Nederland
Ringen draaiende houden WoMo 220 212 nvt
Zuidwest-Nederland
Ringen draaiende houden WoMo 55 53 nvt
Zuid-Nederland
Reservering VDL 5 5 nvt
Ringen draaiende houden WoMo 55 53 nvt
Quickwins A2 Deil-Vught 14 14 nvt
Totaal Optimalisering gebruik 739 729
Begroting (MF 12.03.03) 739 729

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

De budgettaire aanpassingen zijn mutaties ten aanzien van loon- en prijsbijstelling 2024. Het budget vanaf 2026 is met 10% gekort vanwege de taakstelling uit het Hoofdlijnenakkoord. Dit is verwerkt bij de SPUKs Schoon Emissieloos Bouwen en Slim, Veilig, Doelmatig en Duurzaam Gebruik van Mobiliteitsinfrastructuur.

12.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

Motivering

Bij infrastructuurprojecten boven het drempelbedrag van € 60 miljoen wordt middels een Publiek Private Comparator (PPC) getoetst of een DBFM-contract meerwaarde op kan leveren. Infrastructuurprojecten die via een DBFM (Design, Build, Finance en Maintain) contract worden aanbesteed, hebben als kenmerk dat sprake is van de overdracht van de integrale onderdelen van een bouwproject (ontwerp, bouw, onderhoud en finan­ciering) aan een private opdrachtnemer. In plaats van een product wordt een dienst uitgevraagd, te weten de beschikbaarheid van de infrastructuur. De betaling voor deze dienst vindt plaats aan de hand van de overeenge­komen prestatie die wordt afgezet tegen de daadwerkelijk geleverde prestatie, de beschikbaarheid. De beschikbaarheidsvergoeding wordt pas uitgekeerd na openstelling van het project; tijdens de bouw dient de DBFM- opdrachtnemer daarom zelf de financiering te regelen. Omdat het project gefinancierd is door banken en/of institutionele beleggers, is sprake van een sterke druk vanuit de financierders op de opdrachtnemer om de afgesproken prestatie ook te leveren: op tijd en binnen de geraamde kosten. Een lager prestatieniveau leidt tot lagere betalingen, die op hun beurt de terugbetaling van de financiering moeten zeker stellen. In de bouwfase is doorgaans wel sprake van een gedeeltelijke betaling (de partiële beschik­baarheidsvergoeding) als sprake is van de uitbreiding van een bestaande weg die ook tijdens de verbouwing beschikbaar moet blijven voor het wegverkeer. Bij openstelling van de weg wordt overgegaan naar een volledige beschikbaarheidsvergoeding. Het afronden van een aanbesteding resulteert in een meerjarige verplichting, van zowel aanleg als ook beheer en onderhoud op het desbetreffende project. Op dit begrotingsartikel bestaat daarmee geen enkele budgetflexibiliteit. Slechts bij onderpresteren van de opdrachtnemer kunnen boetes en kortingen worden aangebracht.

De verplichting aan de DBFM-opdrachtnemer vervalt aan het einde van de looptijd van het contract waarna het beheer en onderhoud van deze wegvakken terugkomen bij RWS en de bijbehorende budgetten geraamd worden op het reguliere onderhoudsartikel (artikelonderdeel 12.02 Onderhoud en Vernieuwing).

Producten

De projecten A16 Rotterdam, A24 Blankenburgverbinding, A9 Badhoe- vedorp-Holendrecht en A12/A15 Ressen-Oudbroeken (ViA15) verkeren in de bouwfase en kennen een partiële beschikbaarheidsvergoeding. De volledige beschikbaarheidsvergoeding wordt na openstelling betaald. De A12/A15 Ressen-Oudbroeken (ViA15) wacht op moment van schrijven op een uitspraak van de Raad van State omtrent het Tracébesluit.

Projectomschrijving huidig vorig t/m 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 later huidig vorig
Projecten Noordwest-Nederland
A10 Tweede Coentunnel 2.266 2.249 1.454 60 60 61 60 60 60 451 2013 2013 2037
A12 Lunetten - Veenendaal 729 724 471 29 28 27 27 27 27 93 2012 2012 2033
A1/A6/A9 SA Badhoevedorp-Holendrecht 1.473 1.350 88 92 82 52 126 169 78 785 2027 2027 2040
A1/A6/A9 Schiphol - Amsterdam - Almere (deeltraject A1/A6) 1.932 1.912 869 66 64 64 64 63 63 678 2019 2019 2042
A1/A6/A9 Schiphol - Amsterdam - Almere (deeltraject A6 Almere) 405 400 134 19 17 21 17 16 16 165 2019 2019 2040
A1/A6/A9 Schiphol - Amsterdam - Almere (deeltraject A9 Gaasperdammerweg) 1.218 1.205 549 53 51 50 50 50 50 365 2020 2020 2038
A27/A1 Utrecht-Eemnes-Bunschoten 378 373 102 17 16 15 15 15 16 182 2019 2019 2043
Aflossing tunnels 965 976 852 32 30 27 15 9 1
Projecten Zuidwest-Nederland
A15 Maasvlakte - Vaanplein 2.385 2.370 1.709 74 76 65 61 61 61 278 2015 2015 2035
A16 Rotterdam 1.979 1.937 432 243 136 116 99 65 61 827 2025 2025 2043
A24 Blankenburgverbinding 2.120 2.081 370 274 104 151 77 76 77 991 2024 2024 2043
Projecten Zuid-Nederland
A59 Rosmalen - Geffen 271 272 271 2005 2005 2020
A27 Houten-Hooipolder 2.516 2.382 98 110 357 377 256 182 228 908 2029-2031 2029-2031 2046
Projecten Oost-Nederland
A12-A15 Ressen - Oudenbroeken (ViA15) 220 220 208 12 nvt nvt 2044
A12 Ede - Grijsoord 172 170 87 11 10 10 10 10 10 24 2016 2016 2032
N18 Varsseveld – Enschede 332 329 146 15 11 11 11 11 11 116 2018 2018 2043
Projecten Noord-Nederland
N31 Leeuwarden - Drachten 170 170 164 1 5 2007 2007 2022
N33 Assen - Zuidbroek 368 364 188 15 15 15 16 16 16 87 2014 2014 2034
Tolgefinancierde uitgaven (NCW)
Tolgefinancierde uitgaven A12/A15 Ressen - Oudbroeken (ViA15) 557 557 1 27 529
Afrondingen
Totaal 20.456 20.041 8.194 1.063 998 1.001 844 775 741 6.028
Budget (MF 12.04) 20456 20041 8194 1063 998 1001 844 775 741 6028

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  1. Het verschil wordt veroorzaakt doordat het project Tunnel de Noord van de aflossing tunnels is afgerond. Daarnaast betreft het een budgettaire aanpassing ten aanzien van de loon- prijsbijstelling 2024.

De overige budgettaire aanpassingen zijn mutaties ten aanzien van loon- en prijsbijstelling 2024.

12.06 Netwerkgebonden kosten Hoofdwegennet

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de aan het netwerk te relateren apparaatskosten (inclusief afschrijving en rente) van RWS en de overige netwerkgebonden kosten geraamd. De overige netwerkgebonden kosten komen ten goede aan exploitatie, onderhoud en vernieuwing, ontwikkeling en DBFM, en betreffen taken die gecentraliseerd binnen RWS worden opgepakt. Het gaat bij deze zogeheten landelijke taken onder meer om het verzamelen van basisinformatie, onderhouden van ICT-systemen, het inspecteren van het areaal en de ontwikkeling van kennis en innovatie. Er is gekozen voor centrale uitvoering met het oog op enerzijds uniformiteit in werkwijze en anderzijds kostenbesparing.

12.09 Ontvangsten

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derden aan de producten op het gebied van Rijkswegen, die rechtstreeks aan IenW worden betaald, verantwoord.

Producten

Totaal geraamde inkomsten tol

Met de Wet Tijdelijke Tolheffing (TTH) Blankenburgverbinding en ViA15, die op 15 maart 2016 in werking is getreden, is vastgelegd dat bij de projecten A24 Blankenburgverbinding en A12/A15 Ressen-Oudbroeken (ViA15) tol geheven kan worden. De toekomstige tolontvangsten zijn geraamd op artikel 12.09. Bij tolheffing wordt uitgegaan van een periode van 25 jaar. Voor een overzicht van de totaal geraamde inkomsten tol (met uitgangspunt tolheffing tot 2030) wordt verwezen naar bijlage 7 Tol.

Bijdragen van derden

Dit betreffen de bijdragen van decentrale overheden en andere derden aan projecten in de investeringen van Rijkswegenprojecten.

Bijdragen van derden 63 12 3 14 11 44
Geraamde inkomsten tol 42 112 115 108 101 164
Totaal Ontvangsten (MF 12.09) 105 124 118 122 112 208

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

In 2025 wordt een bijdrage van € 124 miljoen verwacht. Dit komt met name ten bate van de projecten A12/A15 Ressen-Oudbroeken (ViA15) (€ 6,4 miljoen), A1/A6/A9 Schiphol-Almere (€ 3,1 miljoen) en A7 Zuidelijke Ringweg Groningen (€ 1,2 miljoen). Het restant is een optelsom van bijdragen kleiner dan € 1 miljoen en komt ten bate van diverse andere projecten. Daarnaast wordt € 100 miljoen aan tolopbrengsten verwacht bij het project A24 Blankenburgverbinding.

3.3 Artikel 13 Spoorwegen

A. Omschrijving van de samenhang in het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Spoorwegen verantwoord. Het productartikel Spoorwegen is gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de begroting Hoofdstuk XII bij beleidsartikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor.

B. Budgettaire gevolgen van uitvoering

Verplichtingen 3.421.619 3.463.299 2.297.036 2.743.150 2.986.239 2.247.012 2.944.570
Uitgaven 2.662.611 3.286.928 2.732.066 3.109.223 3.121.830 2.544.412 2.864.752
13.02 Exploitatie, onderhoud en vernieuwing 2.022.887 2.665.721 2.246.247 2.457.555 2.528.502 2.039.610 2.455.225
13.03 Ontwikkeling 425.832 387.021 269.771 459.505 411.052 337.242 299.432
13.03.01 Aanleg personenvervoer 299.335 224.502 183.850 302.469 222.696 204.098 188.248
13.03.02 Aanleg goederenvervoer 67.456 41.725 19.004 48.596 47.584 20.693 22.298
13.03.03 Optimalisering gebruik 3.536 4.835 173
13.03.04 Planning en studies personenvervoer 33.989 98.805 39.313 45.086 64.922 58.568 82.885
13.03.05 Planning en studies goederenvervoer 21.516 17.154 27.431 63.354 75.850 53.883 6.001
13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS 213.892 234.186 216.048 192.163 182.276 167.560 110.095
13.07 Rente en aflossing 0 0 0
Ontvangsten 368.900 238.204 303.115 148.284 150.284 153.284 155.284
13.09 Ontvangsten 368.900 238.204 303.115 148.284 150.284 153.284 155.284

Budgetflexibiliteit

Met uitzondering van planning en studies, zijn de budgetten in 2025 juridisch verplicht op de peildatum 1 januari 2025. De budgetten voor planning en studies zijn bestuurlijk gebonden.

Juridisch verplicht 98%
Bestuurlijk gebonden 2%
Beleidsmatig gereserveerd
Nog niet ingevuld/vrij te besteden

C. Toelichting

13.02 Exploitatie, onderhoud en vernieuwing

Motivering

Op grond van richtlijn 91/440/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschap van 29 juli 1991 kan een beheerder voor de spoorweginfrastructuur worden aangewezen en kunnen lidstaten financiële middelen verstrekken aan de beheerder om te voldoen aan zijn taken. De Minister van IenW heeft op 14 december 2014 aan ProRail een concessie verleend voor het beheer van de hoofdspoorweginfrastructuur in de periode 2015 tot en met 2024. In 2024 wordt gewerkt aan een beleidsneutrale verlenging van de beheerconcessie voor de periode tot 1 januari 2029. In de beheerconcessie staan de afspraken tussen de overheid en ProRail over het beheer van de hoofdspoorweginfrastructuur. Deze afspraken gaan onder meer over de beschikbaarheid, betrouwbaarheid en kwaliteit van de hoofdspoorweginfrastructuur en de daarmee samenhangende voorzieningen, maar ook over de kwaliteit van de informatievoorziening. Jaarlijks wordt aan ProRail subsidie verstrekt voor de instandhouding van de hoofdspoorweginfrastructuur, overeenkomstig het bepaalde in de Wet Mobiliteitsfonds.

De beheerconcessie bevat instrumenten als prestatie-indicatoren, programma’s en maatregelen, audits en reviews, verplichtingen om informatie aan IenW te verstrekken en/of besluiten voor te leggen en verplichtingen met betrekking tot samenwerking en transparantie. De ruggengraat van de concessie is de jaarcyclus waarmee in het beheerplan jaarlijks afspraken worden gemaakt tussen de Minister van IenW en ProRail over de te bereiken prestaties en de te nemen maatregelen. De Minister van IenW geeft jaarlijks in de beleidsprioriteitenbrief aan welke prestaties het komende jaar van ProRail worden verwacht. ProRail stelt op basis van de beleidsprioriteitenbrief een beheerplan op en consulteert belanghebbenden over de hoofdlijnen van het ontwerp beheerplan. Vervolgens legt ProRail het beheerplan ter instemming voor aan de Minister van IenW.

Nadat de Minister van IenW heeft ingestemd met het beheerplan, wordt deze toegezonden aan de Tweede Kamer. Na afloop van het jaar legt ProRail op grond van de Concessie verantwoording af in de jaarrapportage en op grond van de Wet Mobiliteitsfonds in het jaarverslag en de jaarrekening. Zodra deze documenten zijn vastgesteld worden ook deze aan de Tweede Kamer toegezonden.

Het voornemen om ProRail om te vormen tot zbo heeft geleid tot een wetsvoorstel Wet publiekrechtelijke omvorming ProRail dat bij de Tweede Kamer is ingediend op 14 juli 2023. Dit wetsvoorstel inclusief de bijbehorende nota van wijziging is eerder controversieel verklaard. Met het aantreden van het nieuwe kabinet is het aan bij de vaste commissie Infrastructuur en Waterstaat om deze stukken voor behandeling te agenderen.

Als ProRail wordt omgevormd tot zbo heeft dit onder andere tot gevolg dat bovengenoemde ‘instrumenten’ zoals de beheerconcessie, het beheerplan, de subsidie en de beleidsprioriteitenbrief zullen worden vervangen door de instellingswet, het meerjarenplan, de begrotingsbijdrage en de jaarbrief. Definitieve bepaling van het moment van inwerkingtreding zal plaatsvinden na afronding van de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel, waarbij met het oog op een zorgvuldige en beheerste start van het zbo voldoende implementatietijd in acht zal worden genomen.

Producten

De exploitatie-, onderhoud- en vernieuwingsactiviteiten van het spoor zijn gericht op het realiseren van de in het beheerplan opgenomen prestaties per prestatiegebied zoals opgenomen in de beheerconcessie. Onderdeel hiervan zijn de activiteiten van ProRail die samenhangen met verkeersleiding en capaciteitsmanagement. In het beheerplan zelf wordt jaarlijks een uitgebreide beschrijving opgenomen van de belangrijkste activiteiten die voor dat jaar zijn gepland. ProRail ontvangt voor de uit te voeren activiteiten een subsidie van het Rijk. Bij de vaststelling van de subsidie voor exploitatie, onderhoud en vernieuwing wordt rekening gehouden met de inkomsten van de gebruiksvergoeding die ProRail ontvangt van de vervoerders en eventuele bijdragen van andere partijen voor onderhoudsactiviteiten. Nadere informatie over areaal, prestaties en budgetten is opgenomen in bijlage 4 Instandhouding en bijlage 5 ProRail.

Maatregelen

In 2023/2024 heeft het ministerie van IenW samen met ProRail een nieuw basiskwaliteitsniveau (BKN) voor de periode vanaf 2026 tot en met 2037 voor de hoofdspoorweginfrastructuur opgesteld waarmee de budgetbehoefte in evenwicht is gebracht met de beschikbare middelen. Om dit te bewerkstelligen zijn diverse maatregelen getroffen zoals meer efficiency in de ProRail-organisatie, prioritering in de onderhoudswerkzaamheden en gerichte keuzes in het doorvoeren van maatschappelijke ambities en ontwikkelingen in het beheer van het hoofdspoorwegennet. De Kamer is hierover met brief van 7 juni 2024, nr. 2024D236092 geïnformeerd. Naast het beheersen van de opgave is ook ingezet op aanvullend budget. Bij deze begroting   worden middelen toegevoegd uit Artikel 11 op het Mobiliteitsfonds, de Aanvullende Post bij het ministerie van Financiën en vindt tevens een technische correctie plaats vanuit de generale middelen, welke samenhangt met de tot op heden uitgestelde ZBO-vorming ProRail.

13.03 Ontwikkeling Spoor

IenW is verantwoordelijk voor de uitbreiding van de hoofdspoorweginfrastructuur. Deze wordt in belangrijke mate gefinancierd met middelen uit de Rijksbegroting. Op dit artikelonderdeel worden de uitgaven begroot die noodzakelijk zijn voor:

  1. door ProRail uit te voeren planningen en studies;
  2. door IenW uit te voeren planningen en studies;
  3. voorbereiding van de uitvoering van nieuwbouwprojecten Spoor;
  4. uitvoering van deze projecten.

13.03.01 Aanlegprogramma personenvervoer spoor

Maatregelen

Projecten Nationaal
Maatregelenpakket HSL Zuid 174 173 147 14 4 4 5 divers divers
Benutten Betrouwbaarheid & Capaciteit
Geluidsanering Spoorwegen (MJPG) 624 610 121 13 38 84 91 73 46 158 divers divers
Programma Behandelen en Opstellen 175 171 31 7 20 19 27 37 19 17 divers divers
Uitvoeringsprogramma geluid emplacementen (UPGE) 29 29 15 1 1 1 1 4 4 3 2011/ 2018- 2025 2011/ 2018- 2024
Verbeteraanpak stations 12 12 4 0 1 1 1 1 1 2 divers 2020
Spoorcapaciteit 2030 884 860 76 33 38 71 99 118 168 281 divers divers
Innovatieprogramma Spoortrillingen 23 22 6 7 7 1 1 1 divers divers
Regionale knelpunten 17 16 1 3 4 8 1
Stations en stationsaanpassingen
Kleine stations 13 13 6 7 0 0 0 0 0 divers divers
Toegankelijkheid stations 526 522 387 27 12 9 15 15 18 43 divers divers
Overige projecten/lijndelen etc.
Programma ATB-Vv 81 79 9 2 6 6 3 1 17 37 divers divers
Fietsparkeren bij stations 457 493 241 18 26 29 24 28 23 68 divers divers 1
Kleine projecten personenvervoer 232 243 47 37 33 23 20 19 52 divers divers
Nazorg gereedgekomen lijnen/halten 33 33 6 5 6 6 6 3 divers divers 2
Programma Overwegen 950 933 608 74 59 79 52 30 27 21 divers divers
Programma aanpak suïcidepreventie 22 22 9 1 3 5 3 2021/2026 2021
Programma kleine functiewijzigingen 399 396 281 24 15 15 18 18 14 14 divers divers
Maaslijn 226 220 11 8 51 70 59 27 divers divers
Schoon en Emissieloos Bouwen 87 77 0 7 21 16 21 7 7 8 divers divers 3
Projecten Noordwest-Nederland
Stations en Stationsaanpassingen
Amsterdam CS Cuypershal 28 28 23 4 1 1 divers 2022
Paspoort- en beveiligingsfaciliteiten op A'dam CS 22 21 3 7 4 1 3 4
Projecten Zuidwest-Nederland
Programma Wind in de Zeilen 10 9 2 2 1 4 1 divers divers
Stations en Stationsaanpassingen
Emplacement Den Haag centraal 120 77 34 21 36 25 3 2023-2026 2023-2025 4
Projecten Oost Nederland
Traject Oost 223 222 190 10 10 7 6 divers divers
Regionale lijnen 17 17 17 1 2017/2021 2017/2021
Spoorzone Ede Oost 49 49 42 1 5
Projecten Noord Nederland
Sporendriehoek Noord-Nederland 146 146 132 2 1 11 divers divers
Afrondingen
Totaal ProRail projecten
Totaal overige (niet ProRail) projecten
Totaal uitvoeringsprogramma
Planning- en studieuitgaven binnen aanlegprogramma ‒ 221 ‒ 213 ‒ 83 ‒ 38 ‒ 15 ‒ 30 ‒ 21 ‒ 15 ‒ 11 ‒ 8
Afrekening voorschotten 248 248 248
Programma Aanleg
Aanleg uitgaven binnen planning en studies 75 74 32 16 8 10 4 6
Aanleg uitgaven binnen MF11 0 0 0 0
Budget Aanleg (MF 13.03.01) 76 74 32 17 8 10 4 6
Overprogrammering (-) ‒ 101 ‒ 227 ‒ 182 ‒ 223 ‒ 176 ‒ 166 1074

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  1. Programma Fietsparkeren: Een deel van de scope van het Programma Fietsparkeren bij Amsterdam CS (de stallingen onder de oostelijke sporen (SOOS)) wordt overgeheveld naar het PHS project Amsterdam CS waarbinnen de werkzaamheden efficiënter kunnen worden uitgevoerd. Het hiermee samenhangende budget ad € 44,1 miljoen is overgeboekt naar MF-artikel 17.10.
  2. Programma Overwegen: In verband met prijsstijgingen binnen de deelprojecten Wolfheze en Gilze Rijen is het projectbudget verhoogd met € 7 miljoen vanuit de daarvoor getroffen risicoreservering (MF 11.04).
  3. Schoon en Emissieloos Bouwen: Het projectbudget is verhoogd met € 7,7 miljoen vanuit het Klimaat- en transitiefonds ter dekking van de door ProRail ingediende subsidieaanvraag Laadinfrastructuur.
  4. Emplacement Den Haag CS: De planning en het ontwerp van het project zijn aangepast. De reden is dat in het oorspronkelijke ontwerp rekening was gehouden met toepassing van de Nieuwe Generatie-seinen. Deze bleken echter nog niet beschikbaar. Daarnaast heeft ProRail extra kosten moeten maken voor toepassing van kwartsloze ballast. Het projectbudget is verhoogd met € 41 miljoen en de indienststelling is nu voorzien in 2026.

De overige budgettaire aanpassingen zijn mutaties ten aanzien van loon- en prijsbijstelling 2024.

13.03.02 Aanlegprogramma goederenvervoer spoor

Maatregelen

Projecten Nationaal
Optimalisering Goederencorridor Rotterdam-Genua 171 171 161 1 1 1 1 7 divers divers
Programma Emplacementen op orde 233 231 168 30 1 1 3 8 12 10 divers divers
Kleine projecten goederenvervoer 26 27 6 11 5 4 divers divers *
Projecten Zuidwest-Nederland divers divers
Calandbrug 188 186 137 4 4 18 16 10 divers 2020/2025
Geluidmaatregelen Zeeuwselijn 22 22 20 1 divers divers
Spooraansluiting 2e Maasvlakte achterlandverbinding 254 249 75 9 12 45 59 30 14 9 divers divers
Projecten Zuid-Nederland
Projecten Oost Nederland
Uitv.progr Goederenroute Elst-Deventer-Twente (NaNov) 145 144 119 2 5 15 5 divers divers
Overige projecten
Nazorg gereedgekomen projecten 1 2 divers divers *
Afrondingen
Totaal uitvoeringsprgramma
Planning en studieuitgaven binnen het aanlegprogramma ‒ 315 ‒ 310 ‒ 168 ‒ 14 ‒ 15 ‒ 36 ‒ 40 ‒ 28 ‒ 6 ‒ 9
Afrekening voorschotten 21 21 21
Programma Aanleg
Aanleguitgaven binnen planning en studies 1 1 1
Budget Aanleg (MF 13.03.02) 1 1 1
Overprogrammering (-)

*In het projectoverzicht van de voorjaarsnota 2024 was per abuis voor een aantal projecten een verkeerde stand opgenomen. De betreffende projecten zijn met een «*» aangegeven en de standen «vorig» zijn gecorrigeerd.

13.03.03 Optimalisering gebruik

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden uitgaven gedaan die de optimalisering van het gebruik van infrastructuur bevorderen. Dit zijn maatregelen die door ProRail worden uitgevoerd.

Modal shift OVS 9 9 N.V.T.
Totaal Optimalisering gebruik 9 9
Begroting (MF 13.03.03) 9 9

13.03.04 Planning en studies personenvervoer

Planning- en studiekosten van aanlegprogramma MF 13.03.01
Projecten Nationaal
Beter Benutten Decentraal Spoor (fase 2) 11 11 divers
Grensoverschrijdend Spoorvervoer 143 154 divers
Kleine projecten Personenvervoer 97 95 divers *
Reizigerfonds 3 3 divers *
Projecten Zuid-Nederland
Knooppunt Den Bosch divers
Toekomstvast Spoor Zuid NL 201 195 divers
Projecten Zuidwest-Nederland
Stadionpark Rotterdam 139 135
Projecten Oost-Nederland
Verduurzaming Dieselspoorlijnen 98 98 divers
Quick scan decentraal spoor Gelderland 12 11 divers
Projecten Noordwest-Nederland
Multimodale knoop Schiphol 146 142
Amsterdam Zuid 3e perron 429 416
Projecten Noord Nederland
Nedersaksenlijn 1 1
Meppel: Spoor- en perroncapaciteit 79 77
Lelylijn 3 3 *
HRMK Spoorbrug 82 79 *
Overige projecten en reserveringen
Studie en innovatiebudget 40 39 *
afrekening voorschotten 20 20
Totaal planning en studies personenvervoer
Planning en studieuitgaven binnen het aanlegprogramma 221 213
Programma Aanleg
Aanleguitgaven binnen planning en studies ‒ 75 ‒ 74
Planning en studieuitgaven op MF 11 23 20
Begroting (MF 13.03.04) 1.725 1.693

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

1. Grensoverschrijdend spoorvervoer: De scope benodigd voor maatregelen bij het emplacement Eindhoven-Eindhoven Oost zijn onderdeel van onder het programma Grensoverschrijdend Spoorvervoer opgenomen deelproject Eindhoven-Düsseldorf. In verband met de raakvlakken met PHS en om de productstap Breda-Eindhoven tijdig mogelijk te maken, is deze scope en het bijbehorende budget ad € 17 miljoen overgeheveld naar deelproject PHS Eindhoven. Daarnaast is het budget verhoogd met € 2 miljoen in verband met het ontstane tekort op het deelproject Emmen-Rheine. 

De overige budgettaire aanpassingen zijn mutaties ten aanzien van loon- en prijsbijstelling 2024.

*In het projectoverzicht van de voorjaarsnota 2024 was per abuis voor een aantal projecten een verkeerde stand opgenomen. De betreffende projecten zijn met een «*» aangegeven en de standen «vorig» zijn gecorrigeerd.

13.03.05 Planning en studies goederenvervoer

Planuitwerkingskosten van realisatieprogramma MF 13.03.02
Projecten Nationaal
Kleine projecten Goederenvervoer 1 3 Diversen *
Overige projecten en reserveringen
Programma 740 treinen 106 103 Diversen
Afrekening voorschotten 2 2
Totaal programma planning en studies goederenvervoer
Planning en studieuitgaven binnen het aanlegprogramma 315 310
Programma Aanleg
Aanleguitgaven binnen planning en studies 1 1
Begroting (MF 13.03.05) 425 419

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

De budgettaire aanpassingen zijn mutaties voor verwerking van de loon- en prijsbijstelling 2024.

*In het projectoverzicht van de voorjaarsnota 2024 was per abuis voor een aantal projecten een verkeerde stand opgenomen. De betreffende projecten zijn met een «*» aangegeven en de standen «vorig» zijn gecorrigeerd.

13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

Motivering

De Staat betaalt volgens de contractuele overeenkomst met Infraspeed voor de beschikbaarheid van de HSL-Zuid infrastructuur, zoals deze door het consortium Infraspeed is ontworpen, gebouwd (enkel de bovenbouw) en wordt onderhouden (onder- en bovenbouw) tot en met 2031. Het contractbeheer, inclusief het verrichten van betalingen, wordt uitgevoerd door ProRail, met uitzondering van de rente- en belastingaanpassingen. ProRail ontvangt hiervoor een bijdrage van IenW.

Producten

Beschikbaarheidsvergoeding 3.981 3.981 2.727 234 216 192 182 168 110 151 2006 2031
Rente- en belastingaanpassingen ‒ 141 ‒ 141 ‒ 141
Totaal 3.840 3.840 2.586 234 216 192 182 168 110 151
Begroting (MF 13.04) 3.840 3.840 2.586 234 216 192 182 168 110 151

13.07 Rente en aflossing

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de eenmalige uitgaven verantwoord die samenhangen met de afrekeningen van de incidentele Vennootschapsbelasting, dividendbelasting en herzienings-btw tussen ProRail en de Belastingdienst als gevolg van de voorgenomen omvorming van ProRail tot zbo. Over de achtergrond hiervan is de Kamer geïnformeerd bij de brieven van 11 december 2020 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 35 396, nr. 13) en 4 februari 2021 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 35 396, nr. 13). De begrote transitiebedragen zijn gebaseerd op transitie per 1 januari 2025. Na vaststelling van de wet en daarmee de transitiedatum worden deze bedragen herbezien door middel van een vaststellingsovereenkomst met de Belastingdienst.

Vanaf de begroting 2021 maakt de rente op leningen van ProRail onderdeel uit van artikel 13.02 'exploitatie, onderhoud en vernieuwing'.

Producten

13.09 Ontvangsten

Motivering

Dit artikelonderdeel bevat de verantwoording van de bijdragen van derde partijen rechtstreeks aan IenW voor spooruitgaven. ProRail int de gebruiksvergoeding van vervoerders en het grootste deel van de onderhoudsbijdragen van derde partijen, deze zijn daarom gesaldeerd met de uitgaven opgenomen in de begroting onder artikelonderdeel 13.02.

Producten

Vergoedingen huidige concessieperiode 191 303 148 150 153 126
Vergoedingen volgende concessieperiode 47 0 0 0 0 30
Terugbetaling voorschotten 0 0 0 0 0 0
Bijdragen van derden 0 0 0 0 0 0
Totaal Ontvangsten (MF 13.09) 238 303 148 150 153 155

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

Concessie NS

Tot en met 2024 betaalt NS jaarlijks een concessievergoeding aan de Staat voor de exploitatie van het Hoofdrailnet. Vanaf 2025 ontvangt NS jaarlijks een concessiesubsidie. De afspraken hierover zijn vastgelegd in de Concessie voor het Hoofdrailnet 2025-2033 (Kamerstuk 29984, nr. 1176).

3.4 Artikel 14 Regionale infrastructuur en bereikbaarheidsprogramma's

A. Omschrijving van de samenhang in het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van regionale/lokale infrastructuur, de impulsen inzake de Regionale Mobiliteitsfondsen en het Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn (RSP-ZZL) toegelicht. De producten van dit artikel zijn gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de begroting Hoofdstuk XII bij beleidsartikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor.

B. Budgettaire gevolgen van uitvoering

Verplichtingen 1.050.282 1.419.215 174.089 60.730 72.731 143.345 169.700
Uitgaven 563.297 993.214 597.904 251.821 122.884 173.784 200.598
14.01 Regionale infrastructuur 0 5.506 80.970 125.147 95.809 158.991 171.014
14.01.02 Planning en studies prg reg/lok 0 5.498 72.391 60.729 72.730 143.345 169.700
14.01.03 Aanleg reg/lok 0 8 8.579 64.418 23.079 15.646 1.314
14.03 Bereikbaarheidsprogramma's 563.297 987.708 516.934 126.674 27.075 14.793 29.584
14.03.01 Concrete bereikbaarheidsprojecten 0 5
14.03.02 Regionaal Mobiliteitsprojecten 0 1
14.03.03 Ruimtelijke economisch programma 0 1
14.03.04 Woningbouw op korte termijn door bovenplanse infrastructuur 563.297 613.944 217.915 69.030
14.03.05 Mobiliteitspakketten 0 373.757 299.019 57.644 27.075 14.793 29.584
Ontvangsten 0 42 0 0 0 0 0
14.09 Ontvangsten 0 42 0 0 0 0 0

Budgetflexibiliteit

Met uitzondering van planning en studies, zijn de budgetten in 2025 juridisch verplicht op de peildatum 1 januari 2025. De budgetten voor planning en studies zijn bestuurlijk gebonden.

Juridisch verplicht 88%
Bestuurlijk gebonden 12%
Beleidsmatig gereserveerd
Nog niet ingevuld/vrij te besteden

C. Toelichting

14.01 Regionale infrastructuur

Motivering

Binnen dit artikel zijn de budgetten opgenomen voor de aanlegprojecten, waarvoor een aparte projectsubsidie wordt of is verleend. Om in aanmerking te komen voor een aparte projectsubsidie moeten de kosten van de meest kosteneffectieve oplossing hoger zijn dan € 225 miljoen indien dat project geheel of gedeeltelijk wordt gerealiseerd binnen één of meer van de samenwerkingsgebieden, waarin de Metropoolregio Amsterdam, Metropoolregio Rotterdam Den Haag is gelegen, of € 112,5 miljoen, indien dat project geheel in een ander gebied wordt gerealiseerd. Het project moet passen binnen de beleidsdoelstellingen voor regionale bereikbaarheid, zoals verwoord in de begroting Hoofdstuk XII beleidsartikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor, de Lange Termijn Spooragenda (LTSa) en het Toekomstbeeld OV.

Producten

Algemeen

Regionale lokale projecten worden uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van de decentrale overheid. IenW levert een bijdrage aan de aanleg kosten van die projecten. Dit betekent ook dat de uitvoeringsperiode van een project niet gelijk hoeft te lopen met de periode waarin de rijksbijdrage beschikbaar komt in het MIRT.

Planning en studies

Voor regionale/lokale infrastructuurprojecten wordt geen apart planning- en studieprogramma opgenomen in het MIRT. In de begroting zijn dan ook geen middelen voor dit product opgenomen. De planningen en studies worden onder verantwoordelijkheid van de decentrale overheid uitgevoerd en pas na toetsing en besluitvorming door IenW al dan niet opgenomen in het planning- en studieprogramma.

Projectomschrijving huidig vorig PB of TB Indienststelling
Overige projecten en reserveringen
Rotterdam HOV 691 671
Randstadrail/Metronet Rotterdam 275 267
Stedelijk OV Den Haag 337 327
Projecten in voorbereiding 20 19
Overige projecten in voorbereiding 62 61
Gesignaleerde risico's
Totaal planning en studies
Planuitwerkingskosten op MF 11 33 32
Begroting (MF 14.01.02) 1.418 1.377

Legenda

PB = Projectbesluit

TB = Tracébesluit

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

De budgettaire aanpassingen zijn mutaties ten aanzien van loon- en prijsbijstelling 2024.

14.01.03 Aanlegprogramma Regionaal/lokaal

Hieronder vallen de uitgaven (subsidies) voor de realisatie van grote regionale/lokale infrastructuurprojecten die door regionale overheden worden aangelegd.

Projecten Zuidwest-Nederland
HOV-NET Zuid-Holland Noord (vh Rijn-Gouwelijn) 183 180 70 9 64 23 16 1 divers divers
Afrondingen
Totaal Aanleg
Begroting (MF 14.01.03) 183 180 70 9 64 23 16 1

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

14.03 Bereikbaarheidsprogramma's

Motivering

Binnen dit artikel zijn de budgetten opgenomen voor de bereikbaarheidsprogramma’s. In het verleden werd op artikel 14.03 het Regionaal Mobiliteitsfonds (RMf) RSP voor Noord Nederland begroot en verantwoord. Vanaf ontwerpbegroting 2024 worden binnen dit artikel de budgetten voor bovenplanse infrastructuur en de mobiliteitspakketten begroot en verantwoord. Deze budgetten hebben tot doel nieuwe woningbouwlocaties te ontsluiten en bereikbaar te maken.

Producten

14.03.04 Woningbouw op korte termijn door bovenplanse infrastructuur

Hieronder vallen de middelen die tot doel hebben om gemeenten in staat te stellen bovenplanse infrastructurele voorzieningen te realiseren zodat op locaties in heel Nederland op korte termijn woningbouw kan plaatsvinden. Hierover zijn afspraken gemaakt in het BO Leefomgeving van 2022 (kamerstuk 35925-A-76) en BO MIRT van 2022 (kamerstuk 36200-A-9).

In totaal is er € 1.472 miljoen beschikbaar gesteld voor deze afspraken. Door middel van de regeling ‘specifieke uitkering woningbouw op korte termijn door bovenplanse infrastructuur’ worden de middelen uitgekeerd aan gemeenten.

Woningbouw op korte termijn door bovenplanse infrastructuur 1.472 1.445 563 614 218 77 1
Begroting (MF 14.03) 1.464 1.445 563 614 218 69

Belangrijkste budgettaire aanpassingen

  1. Het vorig projectbudget bij de eerste suppletoire begroting 2024 (i.e. stand vorig van 1523 naar 1445) is hier gecorrigeerd omdat bij VJN een BTW-afdracht naar BCF voor de woningbouwmiddelen kortetermijn heeft plaatsgevonden. Het huidig projectbudget is bijgesteld ivm de prijsindexatie op de Woningbouwmiddelen KT. Het budget vanaf 2026 is met 10% gekort vanwege de taakstelling uit het Hoofdlijnenakkoord.

14.03.05 Mobiliteitspakketten

Mobiliteitspakketten 1.134 1.114 0 374 299 58 27 15 30 332
Begroting (MF 14.03)

Belangrijkste budgettaire aanpassingen

  1. Het vorig projectbudget bij VJN2024 (i.e. stand vorig van € 1130 miljoen naar € 1114 miljoen) is hier gecorrigeerd omdat bij VJN een overboeking (€ 16 miljoen) heeft plaatsgevonden van programma mobiliteitspakketten naar kleine projecten personenvervoer inzake een subsidieaanvraag voor project verbetermaatregelen station Almere Centrum en - Buiten (ProRail). Het huidig projectbudget is bijgesteld ivm de prijsindexatie op de Mobiliteitspakketten. Het budget vanaf 2026 is met 10% gekort vanwege de taakstelling uit het Hoofdlijnenakkoord.

3.5 Artikel 15 Hoofdvaarwegennet

A. Omschrijving van de samenhang in het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van rijksvaarwegen verantwoord. Dit betreffen de onderdelen exploitatie, onderhoud en vernieuwing, ontwikkeling, geïntegreerde contractvormen/Publiek Private Samenwerking (PPS), netwerkge bonden kosten en de investeringsruimte. De doelstellingen van het onder liggende beleid zijn terug te vinden in de begroting Hoofdstuk XII en vinden hun oorsprong in de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). Het artikel Hoofdvaarwegennet op het Mobili­teitsfonds is gerelateerd aan beleidsartikel 18 Scheepvaart en havens op de begroting Hoofdstuk XII.

B. Budgettaire gevolgen van uitvoering

Verplichtingen 1.175.786 1.926.881 1.324.929 1.349.998 1.347.466 1.414.737 1.469.342
Uitgaven 1.358.394 1.397.451 1.406.135 1.608.559 1.563.631 1.524.587 1.453.779
15.01 Exploitatie 9.856 12.147 10.528 25.221 27.539 23.829 22.161
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS 9.856 12.147 10.528 25.221 27.539 23.829 22.161
15.02 Onderhoud en vernieuwing 457.760 671.135 798.530 834.667 780.669 709.088 690.407
15.02.01 Onderhoud 421.711 534.885 549.993 499.244 440.493 450.471 447.893
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS 420.811 534.055 544.905 498.729 440.081 450.162 447.718
15.02.04 Vernieuwing 36.049 136.250 248.537 335.423 340.176 258.617 242.514
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS 1 0 0 0 0 0 0
15.03 Ontwikkeling 323.902 188.567 108.461 217.064 203.349 270.035 225.760
15.03.01 Aanleg 309.660 176.627 32.174 49.571 89.092 111.350 66.510
15.03.02 Planning en studies 9.673 3.890 64.148 160.119 110.445 157.311 159.250
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS 7.958 1.937 2.257 1.854 1.854 1.854 1.854
15.03.03 Optimalisering gebruik 4.569 8.050 12.139 7.374 3.812 1.374 0
15.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS 131.564 91.675 71.068 61.279 70.941 55.590 55.260
15.06 Netwerkgebonden kosten HVWN 435.312 433.927 417.548 470.328 481.133 466.045 460.191
15.06.01 Apparaatskosten RWS 379.311 399.860 381.844 382.802 384.963 386.917 386.732
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS 379.311 399.860 381.844 382.802 384.963 386.917 386.732
15.06.02 Overige netwerkgebonden kosten 56.001 34.067 35.704 87.526 96.170 79.128 73.459
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS 56.001 34.067 35.704 87.526 96.170 79.128 73.459
Ontvangsten 98.158 39.569 13.161 3.085 701 7.838 150
15.09 Ontvangsten 98.158 39.569 13.161 3.085 701 7.838 150

In de tabel Budgettaire gevolgen van uitvoering bij dit artikel is in de regel Verplichtingen een bedrag van totaal € 1.324.929 miljoen aan verplichtingen voor het jaar 2025 opgenomen. Van dit bedrag heeft een bedrag van maximaal € 128.648 miljoen betrekking op de mogelijke verlening van een uitkering voor het project «Verbreding sluis Kornwerderzand» aan de Provincie Fryslân. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde verlening van een specifieke uitkering als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Financiële-Verhoudingswet jo. artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

Budgetflexibiliteit

Met uitzondering van planning en studies, zijn de budgetten in 2025 juridisch verplicht op de peildatum 1 januari 2025. De budgetten voor planning en studies zijn bestuurlijk gebonden.

Juridisch verplicht 95%
Bestuurlijk gebonden 5%
Beleidsmatig gereserveerd
Nog niet ingevuld/vrij te besteden

C. Toelichting

15.01 Exploitatie

Motivering

De activiteiten binnen exploitatie worden uitgevoerd om een vlot, betrouwbaar en veilig scheepvaartverkeer op het hoofdvaarwegennet te realiseren. Er zijn met RWS voor exploitatie, onderhoud en vernieuwing prestatieafspraken gemaakt en er zijn indicatoren opgesteld om aan te sluiten op de beleidsdoelen.

Producten

Bij exploitatie gaat het voornamelijk om de volgende activiteiten

  1. Verkeersbegeleiding, bediening van objecten en vaarwegmarkering;
  2. Monitoring en informatieverstrekking;
  3. Vergunningverlening en handhaving;
  4. Crisisbeheersing en preventie.

In het goederenvervoer over water is een groei voorzien (Integrale Mobiliteitsanalyse [2021] en Integrale Mobiliteitsanalyse [2023]), die deels met exploitatie wordt gefaciliteerd, rekening houdend met autonome ontwikkelingen. Daarnaast is de inzet om de betrouwbaarheid en reistijd te verbeteren. Beleidsdoelstellingen op het gebied van exploitatie zijn:

  1. Het zoveel mogelijk beperken van de gemiddelde structurele wachttijd bij sluizen in de hoofdvaarwegen;
  2. Het afstemmen van de bediening van bruggen en sluizen op de vraag vanuit de markt.

In de Kamerbrief Toekomst Binnenvaart die op 30 november 20223aan de Tweede Kamer is aangeboden, zijn de belangrijkste veranderingen, uitdagingen en kansen geschetst voor de binnenvaart. Voor wat betreft de infrastructuur geldt dat we willen toewerken naar toekomstbestendige vaarwegen: klimaatadaptief en betrouwbaar. In de Kamerbrief modal shift aanpak van 15 november 20224 is de verwachte groei van het goederenvervoer en het groeipotentieel van de vaarwegen gepresenteerd.Om dit groeipotentieel te benutten en/of een reverse modal shift te voorkomen, wordt ernaar toegewerkt om alle huidige vaarwegen optimaal te gaan onderhouden.

Zoals beschreven in de Kamerbrief Basiskwaliteitsniveau RWS-netwerken van 17 maart 2023 (Kamerstuk 29 385, nr. 119)5 wordt om het areaal in stand te houden en bij een groeiend gebruik voorspelbaar te blijven, gezocht naar mogelijkheden om ook de kostenontwikkeling in de hand te houden. Door technologische ontwikkelingen als smart shipping en verdergaande digitalisering kan een deel van de systemen en voorzieningen ten behoeve van de informatieverstrekking en verkeersbegeleiding naar de toekomst toe waarschijnlijk efficienter worden ingericht. Aanpassingen zullen afgestemd worden op de snelheid van de technologische ontwikkeling en de implementatie ervan bij de gebruikers. Ook wordt in het kader van droogte gekeken naar het ontwikkelen van klimaatadaptieve schepen met minder diepgang of andere vervoersconcepten, waardoor investeringen aan de infrastructuur mogelijk minder groot zullen zijn. Zo wordt bekeken welke vaarwegtrajecten, gegeven de geschetste toekomstige ontwikkelingen ook in aanmerking kunnen komen voor een aanpassing van bedienvensters. Om de vaarwegen toekomstbestendig en betaalbaar te houden, wordt onderzocht waar beperkingen in de bediening en begeleiding mogelijk zijn om de doelen voor de binnenvaart structureel te kunnen behouden. Daartoe wordt onderzoek in gang gezet naar a) opwaardering/afwaardering van vaarwegen; b) de functie en een bijpassend onderhoudsregime oevers; c) het langetermijn verkeersmanagement; d) betaald gebruik van overnachtingsplaatsen voor de recreatievaart; en e) de veiligheidsperspectieven bij een invoering van een verplicht vaarbewijs voor de recreatievaart.

Naast het gastheerschap op de vaarwegen, is ook toezicht van belang. Dit wordt door ILT, politie en RWS uitgevoerd om de veiligheid voor de gebruikers te borgen. Dit toezicht heeft ook een preventieve werking. Met de inwerkingtreding van de nieuwe Binnenvaartwet is meer nadruk komen te liggen op bestuursrechtelijke handhaving door IenW (in plaats van strafrechtelijke handhaving door de politie). In geval van calamiteiten, zoals schade en verontreinigingen, wordt hierover bericht en adequaat opgetreden. Hiervoor is een calamiteitenorganisatie operationeel.

De activiteiten die door RWS centraal worden uitgevoerd, worden bekostigd uit het budget voor netwerkgebonden kosten.

Meetbare gegevens

Begeleide vaarweg km 857 857 857
Bediende objecten stuks 234 235 235

Toelichting

Alleen de vaarwegen die vanuit vaste verkeersposten worden begeleid , zijn in het hierboven opgenomen areaal meegeteld. De vaarwegen in beheer bij RWS die met patrouillevaartuigen worden bestreken zijn derhalve niet meegerekend. In 2025 blijft het aantal kilometer begeleide vaarweg gelijk net zoals het aantal bediende objecten. De trendbreuk ten opzichte van de begroting 2024 is toegelicht in het jaarverslag 2023.

15.02 Onderhoud en Vernieuwing

Motivering

Onderhoud en vernieuwing worden uitgevoerd om een vlot, betrouwbaar en veilig scheepvaartverkeer op het hoofdvaarwegennet te realiseren. Er zijn met RWS voor exploitatie, onderhoud en vernieuwing prestatieafspraken gemaakt en er zijn indicatoren opgesteld om aan te sluiten op de beleidsdoelen.

Producten

Het regulier onderhoud en vernieuwing van rijksvaarwegen omvat maatregelen aan bodems, oevers, kunstwerken zoals sluizen en bruggen, verkeersvoorzieningen, landschap en milieu en voorzieningen voor exploitatie, zoals verkeerscentrales.

In bijlage 4 'Instandhouding' van deze begroting wordt uitgebreid ingegaan op de werking van de instandhouding van de netwerken die onder verantwoordelijkheid van IenW vallen.

Maatregelen

In de begroting van 2024 is besloten tot een verschuiving van financiële middelen en personele capaciteit naar instandhouding6, aanvullend op de extra vrijgemaakte middelen uit het coalitieakkoord van het kabinet Rutte IV. Met deze middelen werkt IenW aan de grootste onderhoudsopgave van onze infrastructuur ooit. Het streven is een structurele groei van het productievolume te realiseren van € 2 miljard naar ruim € 3 miljard per jaar (prijspeil 2022), waarvan € 0,8 miljard per jaar voor vernieuwing van infrastructuur. Dit is toegelicht in de Kamerbrief Basiskwaliteitsniveau RWS-netwerken van 17 maart 2023 (Kamerstuk 29 385, nr. 119). Over de aanpak van IenW om de productie op instandhouding te vergroten en de validatie van de omvang van de instandhoudingsopgave is de Kamer op 17 juni 2024 per brief geinformeerd (Kamerstuk 29 385, nr. 139).

15.02.01 Onderhoud

Een voorwaarde voor het optimaal gebruiken van het vaarwegennet is de bedrijfszekerheid van de infrastructuur van de vaarwegen.

De activiteiten zijn erop gericht, om de scheepvaart (beroeps- en recreatie vaart) zo goed mogelijk te faciliteren. Het betreft maatregelen om de breedte en diepte van de vaarweg te handhaven. Daarnaast betreft het maatregelen om de kunstwerken (sluizen en bruggen) en verkeersvoorzieningen te laten functioneren. Om verkeersoverlast tot een minimum te beperken, worden zowel de werkzaamheden binnen onderhoud als werkzaamheden die voortkomen uit het ontwikkelingprogramma goed afgestemd. Binnen onderhoud vallen zowel het preventief als het correctief onderhoud.

Met de extra beschikbare financiële middelen verwachten we dat op termijn het aantal ongeplande stremmingen kan worden teruggedrongen, waardoor de voorspelbaarheid met betrekking tot de beschikbaarheid van de vaarroutes groter wordt.

Kustwacht

De Kustwacht Nederland is een organisatie met eigen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. De directeur Kustwacht maakt jaarlijks een Activiteitenplan en Begroting (APB) en legt dit voor aan de raad voor de kustwacht. De ministerraad stelt het APB vervolgens vast. De directeur Kustwacht beschikt over een informatiecentrum, schepen, surveillance vliegtuigen en helikopters.

De Minister van IenW is als coördinerend minister voor Noordzee-aangelegenheden verantwoordelijk voor totstandkoming van geïntegreerd beleid voor de Noordzee en het Gecombineerd Jaarplan voor de uitvoeringtaken door de Kustwacht. De Minister van Defensie is beheerder van de Kustwacht. De overzichtsconstructie Kustwacht is als bijlage 3 'Overzichtsconstructie Kustwacht' aan deze begroting toegevoegd.

Overdracht Brokx-Nat

De nog over te dragen vaarwegen in het kader van Brokx-Nat zijn in beeld gebracht in een eindbalans, op basis waarvan de Tweede Kamer in 2002 is geïnformeerd (Kamerstukken II 2002–2003, 28 600 XII, nr. 17). Op dit artikel wordt o.a. de betaling aan provincies en gemeenten voor het onderhoud aan kanalen in Drenthe en wegen en paden Texel verantwoord.

Meetbare gegevens

In onderstaande figuur is een verdeling gegeven van de onderhoudskosten. De percentages zijn gebaseerd op een meerjarig gemiddelde over de periode 2021-2025.

Figuur 6 Onderverdeling van de onderhoudskosten hoofdvaarwegennet

Vaarwegen km 7.394 549.993

Toelichting

Het totale areaal is een optelling van de hoofdtransportassen, hoofdvaarwegen en overige vaarwegen van in totaal afgerond 3.540 kilometer en van zeecorridors en zeetoegangsgeulen van in totaal afgerond 3.854 kilometer. Tezamen is dit afgerond 7.394 kilometer. Er worden in 2025 geen wijzigingen voorzien. De trendbreuk ten opzichte van de begroting 2024 is toegelicht in het jaarverslag 2023.

Voor de netwerken in beheer van RWS moeten de afspraken over het basiskwaliteitsniveau worden vertaald naar nieuwe indicatoren en streefwaarden. Daarom wordt in afwachting daarvan in onderstaande tabel nog uitgegaan van de prestatieafspraken vanuit de Beheer en Onderhoud (BenO) overeenkomst 2022-2023.

Geplande stremmingen (gehele areaal) 1,0% 0,6% 0,8% 0,8%
- Hoofdtransportas 0,3% 0,7% 0,8% 0,8%
- Hoofdvaarweg 1,4% 0,8% 0,8% 0,8%
- Overige Vaarweg 0,9% 0,6% 0,8% 0,8%
Ongeplande stremmingen (gehele areaal) 2,4% 1,2% 0,2% 0,2%
- Hoofdtransportas 0,4% 0,2% 0,2% 0,2%
- Hoofdvaarweg 1,5% 3,4% 0,2% 0,2%
- Overige Vaarweg 4,0% 1,1% 0,2% 0,2%

Toelichting

De geplande en ongeplande stremmingen geven een beeld van de betrouwbaarheid en beschikbaarheid van de sluizen en bruggen op de vaarwegen. De percentages zijn berekend door de gestremde uren voor het maatgevend schip af te zetten tegen de totale bedientijd van deze objecten. De streefwaarden betreffen de afgesproken maximale waarden. Door uitgesteld onderhoud, ouderdom en intensiever gebruik neemt de kans op ongeplande uitval van objecten toe. Dit zien we met name terug in de ongeplande stremmingen, die de streefwaarde zo'n zes keer overschrijden.

In bijlage 4 'Instandhouding' van deze begroting zijn nog een aantal indicatoren met betrekking tot beschikbaarheid/betrouwbaarheid en veiligheid opgenomen. De indicator Passeertijd sluizen is opgenomen bij beleidsartikel 18 Scheepvaart en havens in de begroting Hoofdstuk XII.

15.02.04 Vernieuwing

Op dit artikel staan de beschikbare budgetten voor vernieuwing (voorheen: vervanging en renovatie) van het hoofdvaarwegennet. Sinds medio vorige eeuw is in hoog tempo een groot deel van de infrastructuur aangelegd. Het is van belang dat de veiligheid en de beschikbaarheid van het hoofdvaarwegennet in stand wordt gehouden tegen de achtergrond van een beperkte technische levensduur van kunstwerken. Het einde van de levensduur kan ontstaan door de ouderdom van het kunstwerk of door intensiever gebruik dan bij het ontwerp is voorzien. Op basis van onderzoek wordt een analyse gemaakt voor welke kunstwerken wanneer vervanging of renovatie aan de orde is. RWS bekijkt via inspecties waar maatregelen nodig zijn. Voor een zichtperiode van ongeveer 7 jaar is dit vooruit te plannen in concrete projecten. Voor de periode daarna zijn budgetten beschikbaar, maar wordt de invulling van het programma in latere jaren concreet. De werkwijze staat verder toegelicht in bijlage 4 'Instandhouding'. In het MIRT-projectenoverzicht worden onder­ liggende projecten inzichtelijk gemaakt.

Vernieuwing bestaat uit vervanging en renovatie van de kunstwerken waar zich binnen de duur van het programma een levensduurproblematiek voordoet met mogelijke ernstige gevolgen voor de veiligheid en beschikbaarheid van het hoofdvaarwegennet. De Vernieuwingsprojecten verlengen de levensduur van de kunstwerken, zodat de veiligheid en de beschikbaarheid van de bestaande infrastructuur in stand wordt gehouden.

15.03 Ontwikkeling

Motivering

Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn voor de realisatie- en studie activiteiten bij het hoofdvaarwegennet.

Een beweging naar instandhouding en tussen MIRT-projecten

Er is sprake van een samenspel van drie opgaven die de aanleg van projecten bemoeilijkt: stikstof, maakcapaciteit en financiën. Om die reden is het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat genoodzaakt om scherpe keuzes te maken. Binnen het hoofdvaarwegenprogramma is een groot deel van het gereserveerd budget weggehaald bij projecten die te maken hebben met langdurige stikstofdeposities in de gebruiksfase. De betreffende projecten zijn gepauzeerd. Het budget is verschoven naar instandhouding en andere MIRT-projecten. Dit is toegelicht in de Kamerbrief van 23 juni 2023 over het MIRT.

15.03.01 Aanleg

Vanwege de beëindiging van de groot project status van het Project Mainport Rotterdam zal de resterende uitvoering van het project per 2025 worden verantwoord op het artikel 15 Hoofdvaarwegen.

Producten

In 2025 wil IenW de volgende mijlpalen realiseren.

Openstelling Selectieve Onttrekking Zeesluis IJmuiden
Projecten Nationaal
Beter Benutten 16 16 16
Impuls Dynamisch Verkeermanagement 100 101 100 ‒ 1 1 2018 2018
Walradarsystemen 35 34 29 6
Regeling Kademuren 9 10 1 3 3 2 1
Projecten Noordwest-Nederland
De Zaan (Wilhelminasluis) 14 14 10 3 2020 2020
Lichteren buitenhaven Ijmuiden 83 82 46 1 20 15 1 2023 2023 2
Projecten Zuidwest-Nederland
Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Beneden-Lek 15 15 13 2 2022 2023
Capaciteitsuitbreiding overnachtingsplaatsen Merwede 10 10 7 4 2021 2021
Nieuwe Sluis Terneuzen 1.208 1.184 1.047 133 2024 2023 3
Project Mainport Rotterdam (PMR) 1.147 1.145 nnb nnb 4
Projecten Zuid-Nederland
Maasroute modernisering fase 2 744 688 645 40 50 8 2027 2025 5
Wilhelminakanaal Tilburg 98 98 95 2 1 2023 2023
Zuid-Willemsvaart: aanleg Maximakanaal en opwaarderen tot Veghel 432 432 427 1 2015 2015
Projecten Oost-Nederland
Toekomstvisie Waal 150 148 142 8 2024 2024 6
Verruiming Twentekanalen fase 2 237 244 226 11 2023 2023 7
Vaarweg Meppel-Ramspol (keersluis Zwartsluis) 59 59 59 1
Projecten Noord-Nederland
Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 1: verbreding tot klasse Va 294 294 282 8 4 2017 2017
Verruiming vaarweg Eemshaven-Noordzee 39 39 37 1 1
Sluiscomplex Kornwerderzand 129 125 32 32 32 32 2025-2028 2025-2028
Overige Projecten
Kleine projecten / afronding projecten 194 194 190 1 1 1
Afrondingen 1
Totaal uitvoeringsprogramma 5.013 4.932 3.372 212 76 60 40 34 37 2
Aanleg uitgaven op MF 15.03.01 mbt planning en studies 90 64 17 16 32 13 5 8 0
Programma Aanleg 5.103 4.996 3.389 228 108 73 45 42 37 2
Uitgaven mbt planning en studies op MF 15.03.02 mbt het programma aanleg ‒ 76 ‒ 34 ‒ 195 ‒ 7 ‒ 2 ‒ 4
Budget Aanleg (MF 15.03.01) 177 37 46 85 111 64 2
Overprogrammering (-) ‒ 44 ‒ 69 ‒ 27 44 69 27

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  1. Regeling Kademuren: Wegens het ontbreken van geschikte projecten in 2024 worden de middelen middels een kasschuif (- € 2 miljoen) van 2024 naar latere jaren geschoven. Tevens is het resterende budget vanaf 2026 met 10% gekort vanwege de taakstelling uit het Hoofdlijnenakkoord.
  2. Lichteren buitenhaven Ijmuiden: Per abuis waren de standen niet correct. Dit is nu aangepast in de OB 2025
  3. Nieuwe Sluis Terneuzen: Vanuit artikel 11 is uit de reservering voor excessieve prijsstijgingen € 21 miljoen toegevoegd aan de reservering staalprijzen.
  4. Project Mainport Rotterdam (PMR): Vanwege de beeindiging van de groot project status van het Project Mainport Rotterdam zal de resterende uitvoering van het project per 2025 worden verantwoord op artikel 15 Hoofdvaarwegen.
  5. Maasroute modernisering fase 2: Naar aanleiding van het besluit van de minister van maart 2024 om de urgente situatie op het Julianakanaal op korte termijn op te lossen is er aanvullend budget nodig. Vooralsnog is € 55 miljoen aanvullend beschikbaar gesteld voor het project en € 1,2 miljoen vanuit de loon- en prijsbijstelling.
  6. Toekomstvisie Waal: Het projectbudget is met 1,9 miljoen door de toevoeging van de Connecting Europe Facility (CEF) subsidie die in 2023 is ontvangen.
  7. Verruiming Twentekanalen fase 2: Het projectbudget is met € 7 miljoen verlaagd door het inleveren van een meevaller van € 8 miljoen. De risico’s (vernatting/ verdroging van de omgeving) die bij het toepassen van zand bentoniet mengsel (ZBM) kunnen optreden zijn tijdens de uitvoering niet opgetreden. Daarnaast was er bij het opstellen van de tegenvaller rekening gehouden met excessieve prijsstijgingen. De omvang van deze prijsstijging viel uiteindelijk mee.

De overige budgettaire aanpassingen zijn mutaties ten aanzien van de loon- en prijsbijstelling 2024.

15.03.02 Planning en studies

Aanleg uitgaven op MF 15.03.01 mbt planning en studies ‒ 90 ‒ 64 nvt nvt
Uitgaven mbt planning en studies op MF 15.03.02 mbt het programma aanleg 76 34 nvt nvt
Projecten Nationaal
Bijdrage aan agentschap t.b.v. externe kosten planuitwerkingen 31 26 nvt nvt 1
Reservering voor LCC 437 391 nvt nvt 2
Reservering voor scheepvaartveiligheid maatregelen agv Wind op Zee 842 868 nvt nvt 3
Projecten Noordwest-Nederland
Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Amsterdam-Lemmer 7 7 2025 ‒ 2027 2025 ‒ 2027
Vaarweg IJsselmeer-Meppel ntb ntb
Projecten Zuidwest-Nederland
Capaciteit Volkeraksluizen ntb 2025 ‒ 2027
Verkeerssituatie splitsing Hollandsch Diep-Dordtsche Kil nvt 2025 ‒ 2027
Projecten Zuid-Nederland
Whilhelminakanaal Sluis II 98 87 ntb ntb 4
Projecten Oost-Nederland
Bovenloop IJssel (IJsselkop tot Zutphen) 42 41 ntb 2026 ‒ 2028
Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen IJssel 33 32 ntb 2023 ‒ 2024 5
Projecten Noord-Nederland
Verbreding sluiscomplex Kornwerderzand 2025 ‒ 2028 2025 ‒ 2028
Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2 514 475 2024 ‒ 2028 2024 ‒ 2028 6
Overige projecten en reserveringen 404 347 7
Projecten in voorbereiding
Projecten Noordwest-Nederland
Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2; reservering verkenning bruggen (AP) ntb
Projecten Zuidwest-Nederland
Kreekraksluizen
Projecten Oost-Nederland
Verkenning IJssel fase 2
Overige projecten in voorbereiding
Gesignaleerde risico's
afrondingen 1 1
Totaal programma planning en studies 2.395 2.243
Begroting (MF 15.03.02) 2.395 2.243

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  1. Bijdrage aan agentschap RWS: door de extrapolatie naar 2038 en prijsbijstelling 2024 is de bijdrage aan agentschap t.b.v. externe kosten planuitwerkingen met € 5 miljoen toegenomen
  2. Reservering Life Cycle Costs (LCC): door de extrapolatie naar 2038 en prijsbijstelling 2024 is de reservering voor LCC met € 46 miljoen toegenomen
  3. Reservering voor scheepvaartveiligheid maatregelen Wind op Zee (WOZ): Naar het ministerie van EZ t is € 19,3 miljoen overgeboekt voor de tweede module van de opdracht Maritiem Informatievoorzieningen Service Punt (MIVSP-II). De loon- en prijsbijstelling 2024 betreft € 26,2 miljoen. Naar het ministerie van Defensie is € 10,7 miljoen overgeboekt voor de IenW bijdrage aan de kosten van noodsleephulp schepen (ERTV Zuid en ERTV Midden), welke de Kustwacht huurt bij de Rijksrederij voor 2024 en € 21,9 miljoen voor het project Verkeersbeeld op Zee (VOZ).
  4. Wilhelminakaal sluis II: Vanuit artikel 11 is uit de reservering voor excessieve prijsstijgingen € 8,7 miljoen overgeboekt. De loon- en prijsbijstelling 2024 betreft € 2,5 miljoen.
  5. Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen IJssel: Per abuis was de stand vorig niet correct. Dit is nu aangepast in de OB 2025.
  6. Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2: Het budget is verhoogd met € 10 miljoen voor de nieuwe Paddepoelsterbrug en met € 15 miljoen voor de Gerrit Krolbrug. De loon- en prijsbijstelling 2024 betreft € 14 miljoen. Verder was per abuis de stand vorig niet correct. Dit is nu aangepast in de OB 2025.
  7. Overige projecten en reserveringen:

    1. Naar het ministerie van EZis € 10 miljoen overgeboekt voor de IenW bijdrage aan de Rijksbijdrage Maritieme Maakindustrie.
    2. Voor subsidie Topsector Logistiek in 2025 is € 3,5 miljoen overgeboekt naar HXII.
    3. Door de extrapolatie naar 2038 is het budget met € 17,1 miljoen toegenomen.
    4. Vanuit HXII is € 18,9 miljoen overgeboekt voor de reservering walstroom rijksligplaatsen.
    5. Vanuit artikel 11 is uit de reservering voor prijsstijgingen € 21 miljoen overgeboekt naar de reservering Nieuwe Sluis Terneuzen en € 3,9 miljoen naar het gereserveerde budget voor de Kustwacht.

De overige budgettaire aanpassingen zijn mutaties ten aanzien van de loon- en prijsbijstelling 2024.

15.03.03 Optimalisering verbruik

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden uitgaven gedaan die de optimalisering van het gebruik van Infrastructuur op de vaarwegen bevorderen. Dit zijn maatregelen die door IenW worden uitgevoerd. Een voorbeeld is de optimalisatie van logistieke routes om modal shift te bevorderen.

Modal shift van weg naar water 37 36 nvt
Totaal Optimalisering gebruik 37 36 nvt
Begroting (MF 15.03.03) 37 36 nvt

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

De budgettaire aanpassingen zijn mutaties ten aanzien van de loon- en prijsbijstelling 2024.

15.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

Motivering

Bij infrastructuurprojecten boven het drempelbedrag van € 60 miljoen wordt middels een Publiek Private Comparator (PPC) getoetst of een DBFM-contract meerwaarde op kan leveren. Infrastructuurprojecten die via een DBFM (Design, Build, Finance en Maintain) contract worden aanbesteed, hebben als kenmerk dat sprake is van de overdracht van de integrale onderdelen van een bouwproject (ontwerp, bouw, financiering en onderhoud) aan een private opdrachtnemer. In plaats van een product wordt een dienstuitgevraagd, te wetende beschikbaarheid van de infra structuur. De betaling voor deze dienst vindt plaats aan de hand van de overeengekomen prestatie die wordt afgezet tegen de daadwerkelijk geleverde prestatie, de beschikbaarheid. De beschikbaarheidsvergoeding wordt pas uitgekeerd na oplevering van het project; tijdens de bouw dient de DBFM-Opdrachtnemer daarom zelf de financiering te regelen. Omdat het project gefinancierd is door banken en/of institutionele beleggers, is sprake van een sterke druk vanuit de financiers op de private opdrachtnemer om de afgesproken prestatie ook te leveren: op tijd en binnen de geraamde kosten. Een lager prestatieniveau leidt tot lagere betalingen, die op hun beurt de terugbetaling van de financiering moeten zekerstellen. In de bouw fase is doorgaans wel sprake van een gedeeltelijke betaling (de partiële beschikbaarheidsvergoeding), als sprake is van de uitbreiding van een bestaande sluis die ook tijdens de verbouwing beschikbaar moet blijven voor de scheepvaart. Bij openstelling van de sluis wordt overgegaan naar een volledige beschikbaarheidsvergoeding. Het afronden van een aanbesteding resulteert in een meerjarige verplichting, van zowel aanleg als ook beheer en onderhoud op het desbetreffende project. Op dit begrotingsartikel bestaat daarmee geen enkele budgetflexibiliteit. Slechts bij onderpresteren van de opdrachtnemer kunnen boetes en kortingen worden aangebracht.

De verplichting aan de DBFM-Opdrachtnemer vervaltaan het einde van de looptijd van het contract waarna het beheer en onderhoud van deze vaarwegdelen en/of objecten terugkomen bij RWS en de bijbehorende budgetten gaan vallen onder het reguliere onderhoudsartikel (artikel onderdeel 15.02 Onderhoud en Vernieuwing).

Producten

De projecten Zeetoegang IJmond, Sluis Limmel, 3e Kolk Beatrixsluis en sluis Eefde zijn opengesteld. Er is sprake van een volledige beschikbaarheidsvergoeding. De looptijd van deze contracten varieert; in onderstaand projectenoverzicht is zichtbaar wanneer de contracten eindigen.

Projecten Noordwest-Nederland
Lekkanaal: 3e kolk Beatrixsluis en verbreding kanaalzijde/uitbreiding ligplaatsen 422 416 110 16 15 15 15 16 16 218 2019 2019 2046
Zeetoegang IJmond 1.289 1.237 586 67 46 37 47 31 31 444 2022 2022 2045
Projecten Oost-Nederland
Capaciteitsuitbreiding sluis Eefde 163 161 49 6 6 6 6 6 6 79 2020 2020 2047
Projecten Zuid-Nederland
Keersluis Limmel 96 94 33 3 3 3 3 3 3 45 2018 2018 2048
afrondingen 1
Totaal 1.970 1.909 778 92 70 61 71 56 56 786
Begroting (MF 15.04) 1.970 1.909 778 92 70 61 71 56 56 786

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

De budgettaire aanpassingen zijn mutaties ten aanzien van de loon- en prijsbijstelling 2024.

15.06 Netwerkgebonden kosten Hoofdvaarwegennet

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de aan het netwerk te relateren apparaatskosten (inclusief afschrijving en rente) van RWS en de overige netwerkgebonden kosten geraamd. De overige netwerkgebonden kosten komen ten goede aan exploitatie, onderhoud en vernieuwing, ontwikkeling en DBFM, en betreffen taken die gecentraliseerd binnen RWS worden opgepakt. Het gaat bij deze zogeheten landelijke taken onder meer om het verzamelen van basisinformatie, onderhouden van ICT-systemen, het inspecteren van het areaal en de ontwikkeling van kennis en innovatie. Er is gekozen voor centrale uitvoering met het oog op enerzijds uniformiteit in werkwijze en anderzijds kostenbesparing.

Rijksrederij

De Rijksbrede Civiele Rijksrederij is een organisatie die nautische diensten levert aan andere overheden zoals het Ministerie van EZ, Financiën (Douane), IenW, LVVN en JenV en de Kustwacht. De Rijksrederij valt onder de verantwoordelijkheid van RWS. De kerntaken van de Rijksrederij zijn:

  1. Het ter beschikking stellen van vaartuigen voor een bepaalde tijdsduur (al dan niet met nautische bemanning) met een door de opdrachtgever gespecificeerd dienstverleningsniveau;
  2. Het leveren van kennisintensief advies aan overheidsinstellingen bij beheer, ontwerp en aanbesteding van vaartuigen;
  3. Het leveren van kennisintensief adviesop het gebiedvan eisen aan bemanningen, veiligheidsmanagement en scheepsuitrustingen.

15.09 Ontvangsten

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derden aan de producten op het gebied van Rijksvaarwegen, die rechtstreeks aan IenW worden betaald, verantwoord.

Producten

Bijdragen van derden

Dit betreffen de bijdragen van decentrale overheden en andere derden aan projecten.

Bijdragen van derden 40 13 3 1 8 0
Totaal Ontvangsten (MF 15.09) 40 13 3 1 8 0

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  1. De ontvangsten zijn geïndexeerd naar aanleiding van de loon-en prijsbijstelling 2024

3.6 Artikel 17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer

A. Omschrijving van de samenhang in het beleid

Megaprojecten zijn door de Tweede Kamer aangewezen grote projecten (grootprojectstatus). De aanwijzing van grote projecten gebeurt op basis van artikel 2 van de Regeling Grote Projecten. De grootprojectstatus behelst dat de Regeling Grote Projecten van toepassing is, die voorschrijft dat de Minister ten minste halfjaarlijks de Tweede Kamer informeert over de voortgang en verantwoording aflegt via een Voortgangsrapportage.

Onder dit artikel vallen de megaprojecten Verkeer en Vervoer:

  1. Project Mainportontwikkeling Rotterdam;
  2. Programma ERTMS;
  3. Zuidasdok;
  4. Programma Hoogfrequent Spoorvervoer.

Het projectartikel is gerelateerd aan de beleidsartikelen 14 Wegen en Verkeersveiligheid, 16 Openbaar Vervoer en Spoor en 18 Scheepvaart en havens op de beleidsbegroting Hoofdstuk XII.

B. Budgettaire gevolgen van uitvoering

Verplichtingen 609.120 1.043.855 438.892 1.072.346 1.131.384 279.628 242.784
Uitgaven 572.122 547.762 516.879 730.025 776.057 811.435 679.366
17.06 Project Mainportontwikkeling Rotterdam 637 525
17.07 ERTMS 189.798 199.852 130.877 210.100 189.513 184.570 133.255
17.07.01 Aanleg ERTMS 189.281 199.358 129.683 210.100 189.513 184.570 133.255
17.07.02 Planning en studies ERTMS 517 494 1.194
17.08 Zuidasdok 140.739 181.260 277.782 295.429 370.388 369.153 298.439
17.10 Programma Hoogfrequent Spoorvervoer 240.948 166.125 108.220 224.496 216.156 257.712 247.672
17.10.01 Aanleg PHS 230.732 156.889 102.895 201.803 186.941 193.384 149.851
17.10.02 Planning en studies PHS 10.216 9.236 5.325 22.693 29.215 64.328 97.821
Ontvangsten 68.437 60.973 70.735 81.708 67.168 87.088 67.405
17.09 Ontvangsten 68.437 60.973 70.735 81.708 67.168 87.088 67.405

Budgetflexibiliteit

Met uitzondering van planning en studies, zijn de budgetten in 2025 juridisch verplicht op de peildatum 1 januari 2025. De budgetten voor planning en studies zijn bestuurlijk gebonden.

Juridisch verplicht 99%
Bestuurlijk gebonden 1%
Beleidsmatig gereserveerd
Nog niet ingevuld/vrij te besteden

C. Toelichting

17.06 Project Mainportontwikkeling Rotterdam

Vanwege de beëindiging van het «groot project status» van het Project Mainport Rotterdam zal de resterende uitvoering van het project per 2025 worden verantwoord op het artikel 15 Hoofdvaarwegen.

17.07 European Rail Traffic Management System (ERTMS)

Motivering

De Ontwikkelagenda Toekomstbeeld OV 2040 (Kamerstukken II 202/21, 23645, nr. 746) zet erop in lange termijn keuzes voor het OV met bijdragen aan wonen, werken en recreëren in een duurzaam en welvarend Nederland te realiseren. Het digitaliseren van het treinbeveiligingssysteem is een van de bouwstenen om de doelen van Toekomstbeeld OV te bereiken. Het vervangen van het analoge huidige systeem, dat stamt uit de jaren ’50-60, door de digitale Europese standaard wordt vormgegeven binnen het groot project ERTMS. Deze vervanging sluit aan bij het algemene uitgangspunt om prioriteit te geven aan de instandhouding van het bestaande netwerk. Met deze beslissing wordt ook invulling gegeven aan Europese afspraken over de aanleg van ERTMS op de belangrijkste nationale en internationale verbindingen (TEN-T kernnetwerk). Daarnaast biedt ERTMS meer mogelijkheden dan de huidige treinbeveiliging, zoals meer veiligheid, de mogelijkheid om meer treinen te laten rijden, en op termijn automatisch rijden.

Producten

Op 17 mei 2019 heeft het Kabinet de programmabeslissing ERTMS (Kamerstukken II 2018/19, 33652, n2. 65) genomen en besloten het huidige treinbeveiligingssysteem landelijk te vervangen door ERTMS. Tot en met 2030 worden door ProRail en vervoerders tientallen werkprocessen aangepast om treinen te kunnen laten rijden, circa 1.300 treinen en locomotieven omgebouwd of opgewaardeerd naar ERTMS en tenminste 15.000 gebruikers opgeleid. Ook zal het systeem en de operatie worden beproefd en uiteindelijk 345 km spoor op zeven baanvakken van ERTMS voorzien. Het kabinet heeft in 2019 tevens besloten structureel middelen te reserveren voor de uitrol van ERTMS in de rest van Nederland in de periode 2030-2050. Hiervoor zijn middelen gereserveerd op artikelonderdeel 11.03.

Zoals aangekondigd is gewerkt aan een herijking van de planning en kostenraming (Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, 33 652, nr. 88). In de herijking zijn ook de effecten van gebeurtenissen als de coronapandemie, de arbeidsmarktkrapte en bewegingen op de leveranciersmarkt (zoals overnames) op het programma meegenomen. Uit de herijking blijkt dat een hoger bedrag en langere tijd nodig zijn om de treinbeveiliging en gerelateerde systemen klaar te maken voor de toekomst. De eerste uitkomsten van de studie naar de landelijke uitrol van ERTMS ondersteunen dit beeld. De onderlinge samenhang tussen projecten is groot, waardoor het risicoprofiel van het programma hoog blijft. Het is noodzakelijk om bij te sturen op basis van de nieuwe inzichten en geleerde lessen – in binnen- en buitenland – en deze zo goed mogelijk te benutten voor het vervolg. Een commissie van experts op het gebied van de implementatie van ERTMS of vergelijkbare systemen in andere landen heeft een second opinion uitgevoerd. Ervaringen in andere landen tonen aan dat de invoering van ERTMS niet zonder slag of stoot verloopt. Alle signalen wijzen erop dat een fundamentele herijking van de aanpak nodig is. Over de aanpak wordt de Kamer geïnformeerd bij de 19de voortgangsrapportage (Kamerstukken II 2023/2024, 33562, nr. 90) en volgende rapportages.

Het programma ERTMS is door de Kamer aangewezen als Groot Project. De Kamer wordt daarom twee keer per jaar door middel van een voortgangsrapportage geïnformeerd. De laatste voortgangsrapportage van de staatssecretaris van IenW betreft de twintigste voortgangsrapportage (Kamerstukken II 2023/2024, 33562, nr. 92).

ERTMS
Aanleg 2.839 2.773 538 276 309 340 390 345 253 388 divers divers
Planning en studies 93 93 90 1 2 divers divers
Afronding
Programma
Afrekening voorschotten 27 27 27
Begroting (MF 17.07.01) 2.959 2.893 655 277 311 340 390 345 253 388
Overprogrammering (-) ‒ 77 ‒ 180 ‒ 130 ‒ 201 ‒ 160 ‒ 120 868

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

Het projectbudget is verhoogd met € 75 miljoen in verband met excessieve prijsstijgingen in 2024.

17.08 Zuidasdok

Motivering

De ruimtelijke ontwikkelingen in de corridor Haarlemmermeer-Almere en op de Zuidas versterken de toename van reizigers en verkeer. Door opening van de Noord-Zuidlijn, Hanzelijn en OV-SAAL neemt het aantal reizigers op station Amsterdam-Zuid toe. De vergroting van de stations capaciteit en kwalitatieve opwaardering van station Amsterdam Zuid is nodig om de groeiende reizigersstromen te accommoderen en te voldoen aan de NSP-kwaliteitsnorm. Om ruimte te bieden aan de uitbreiding van de ov-terminal en de wegcapaciteit te vergroten, wordt de A10 ondergronds gebracht en verbreed. Een investering in de ruimtelijke kwaliteit van de Zuidas draagt verder bij aan de versterking van een internationale toplocatie. In de Kamerbrief van 21 december 2023 is de Kamer geïnformeerd over een nieuw verwacht tekort op het project van € 600 ‒ 800 miljoen (Kamerstukken 32668, nr. 22).

Producten

  1. Programmaorganisatie en voorbereiding (inclusief A10 Knooppunten De Nieuwe Meer en Amstel, artikel 12.03.01 op het Mobiliteitsfonds);
  2. Uitbreiding van de ov-terminal (regionaal ov en ketenmobiliteit);
  3. Tunnel en uitbreiding van de wegcapaciteit A10-zuid;
  4. Inrichting van de openbare ruimte en generieke uitgaven.
Zuidasdok
Generieke en ruimtelijke inrichting 66 66 66 2017 2017
Projectorganisatie en voorbereiding 603 593 254 39 41 43 38 34 29 125 2028-2029 2028-2029
Tunnel en A10 1.600 1.549 118 34 92 120 169 210 240 617 2028-2029 2028-2029
OVT incl. keerspoor 1.139 1.114 310 108 144 133 164 125 29 127 2028-2029 2028-2029
Afrondingen
Programma 3.408 3.322 748 181 277 296 371 369 298 869 2032-2036 2032-2036
Begroting (MF 17.08) 3.408 3.322 748 181 277 296 371 369 298 869

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  1. Projectorganisatie en voorbereiding: het verschil wordt veroorzaakt door o.a. desalderingen door extra ontvangsten welke aan de project toegevoegd worden. Daarnaast betreft het ook loon- en prijsbijstelling 2024.
  2. Tunnel en A10: het verschil wordt o.a., veroorzaakt door Meerjaring vast onderhoud voor West Nederland Noord. Op verzoek van de beheerder wordt het meerjarig onderhoud toegevoegd aan de scope. Het betreft hier de uitvoeringskosten. Daarnaast zijn ook de loon- en prijsbijstellingen verwerkt.
  3. OVT inclusief keerspoor: dit betreft de loon- en prijsbijstelling 2024.

Overzicht van de bijdragen

In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de financiering van het programma. Deze middelen kunnen tijdens de realisatieperiode integraal aan alle productuitgaven worden besteed. Tussentijds en achteraf zal inzichtelijk worden gemaakt waaraan de middelen zijn besteed (verantwoording).

Bijdragen Rijk 0
Bijdrage gemeente Amsterdam 426 106 21 39 37 37 42 37 107
Bijdrage Vervoersregio Amsterdam 346 87 18 32 29 30 35 31 84
Bijdrage Provincie Noord Holland 87 87 0 0 0 0 0 0 0
EU-ontvangsten 56 37 19
Bijdrage derden 114 32 0 0 16 0 10 0 56
Totaal programma 1.029 349 58 71 82 67 87 68 247
Begroting (MF 17.08) 1.029 349 58 71 82 67 87 68 247

17.10 Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

Motivering

Vanaf 2018 heeft het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer de status van groot project. Op dit artikelonderdeel worden de uitgaven van PHS verantwoord. De basisrapportage, die voortvloeit uit de status van groot project, is in april 2019 naar de Tweede Kamer gezonden (Kamerstukken II 2018-2019, 32 404, nr. 92). Sindsdien zijn er halfjaarrapportages naar de Kamer gestuurd, de laatste betreft de tweede helft van 2023 (VGR 2023-2, Kamerstuk 32404-121). Er wordt volgens de prognoses steeds meer gebruik gemaakt van het openbaar vervoer. Ook het spoorgoederenvervoer neemt toe. Dat vraagt om een aanpak om meer capaciteit te bieden en een hoogwaardig spoorvervoer mogelijk te maken. Het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) heeft tot doel op de drukste trajecten in het land te komen tot hoogfrequent spoorvervoer en een toekomst vaste routering van het goederenvervoer met zo intensief mogelijk gebruik van de Betuweroute. Er gaan meer treinen rijden in de drukste delen van het land en er komt extra ruimte voor goederenvervoer op het spoor naast maatregelen om het gebruik van de Betuweroute nog extra te stimuleren. Het gaat om de volgende corridors en frequenties:

  1. Alkmaar-Amsterdam (6 intercity’s en 6 sprinters);
  2. Amsterdam-Utrecht-Eindhoven (6 intercity’s op de corridor en 6 sprinters tussen Utrecht en Geldermalsen);
  3. Schiphol-Utrecht-Arnhem/Nijmegen (6 intercity’s op de corridor en 4 sprinters tussen Breukelen en Driebergen-Zeist);
  4. Den Haag-Rotterdam-Breda (8 intercity’s en 6 sprinters tussen Den Haag en Rotterdam en 4 intercity’s tussen Rotterdam en Breda);
  5. Breda-Eindhoven (4 intercity’s en 4 sprinters Breda-Tilburg);
  6. Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad (SAAL) Schiphol-Amsterdam Zuid-Almere-Lelystad (4 intercity’s en 4 sneltreinen tussen Flevoland, via Amsterdam Zuid, en Schiphol, 4 intercity’s tussen Schiphol, via Amsterdam Zuid, en Hilversum, 6 sprinters tussen Almere en Amsterdam Centraal, 4 sprinters tussen Hilversum/Gooi en Amsterdam Centraal);
  7. Goederenroutering Zuid-Nederland.

Het PHS-programma en de diverse projecten die hier onderdeel van uit maken moeten de gewenste treinaantallen mogelijk maken in combinatie met een zo goed mogelijke dienstregeling (goede verdeling van de treinen over het uur, goede aansluitingen, combinatie met goederenvervoer e.d.). Daarbij is een belangrijk aandachtspunt dat de PHS-corridors onderdeel vormen van een samenhangend spoorwegnet en treindienstregeling, waarbij er vele afhankelijkheden bestaan en er in de loop der tijd rekening moet worden gehouden met nieuwe inzichten en ontwikkelingen. De uiteindelijke dienstregeling wordt conform de vervoerconcessie van IenW aan NS opgesteld door NS. NS stelt deze vast op basis van de daadwerkelijk beschikbare infrastructuur, de daadwerkelijk marktvraag per traject, overleg met betrokken overheden en consumentenorganisaties. De scope, planning en financiële stand van zaken (peildatum eind 2018) zijn opgenomen in de basisrapportage PHS; deze dient als referentie voor de opeenvolgende voortgangsrapportages over PHS die elk half jaar verschijnen. PHS is volledig opgenomen in de nieuwe HRN concessie 2025-2033 en zal stap voor stap worden ingevoerd.

De risicoreservering voor PHS is voor € 150 miljoen ingezet om op de corridor PHS Alkmaar – Amsterdam tot uitvoering over te gaan. In verband met een negatieve prijsontwikkeling, de mismatch tussen de door Financiën uitgekeerde IBOI  enerzijds en de vigerende CBS-reeksen voor de spoorbouw en aanbestedingseffecten anderzijds, is het projectbudget aanvullend verhoogd met € 187 miljoen. De in het programma Spoorcapaciteit 2030 «Onderstation Kethel» wordt uitgevoerd binnen PHS. Daarom is € 11 miljoen overgeboekt vanuit het programma Spoorcapaciteit 2030 naar PHS-onderdeel TEV.

Producten

Op 4 juni 2010 (Kamerstukken II 2009-2010, 32 404, nr. 1) heeft het kabinet een voorkeursbeslissing genomen over PHS. Sinds begin 2011 loopt de planuitwerking. PHS is een samenhangend en langlopend programma en wordt stap voor stap gerealiseerd. Fasegewijs zullen de frequenties worden verhoogd, als de benodigde infrastructuur dat mogelijk maakt. Inmiddels is een aantal projecten uitgevoerd en gaat PHS steeds verder in realisatie en worden onderdelen vastgelegd in subsidiebeschikkingen. In het MIRT overzicht is per onderdeel in realisatie een MIRT-blad opgenomen en is de voortgang van de diverse PHS onderdelen aangegeven. Elk halfjaar wordt in de opeenvolgende voortgangsrapportages PHS de inhoudelijke en financiële voortgang van PHS en de diverse corridors aangegeven. In de laatste VGR 2023-2 is aangegeven dat het PHS-programma in volle uitvoering is en meer dan 95% van het budget in 2024 verplich is. Ook is duidelijk geworden dat een aantal belangrijke onderdelen eerst rond 2030-2031 gereed zullen zijn.

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer
Aanleg
PHS: Doorstroomstation Utrecht 253 253 253 0 0 0 0 0 0 0 2017 2017
PHS: Spooromgeving Geldermalsen 149 149 149 0 0 0 0 0 0 0 2021 2021
PHS: Meteren - Boxtel 803 716 82 48 63 66 124 125 145 150 2031 2028-2029
PHS: Rijswijk - Rotterdam 388 385 277 45 12 6 6 6 6 30 2024-2026 2023-2025 *
PHS Amsterdam 1042 909 214 59 81 101 101 96 110 281 2030-2032 2030-2032 *
PHS Ede 77 77 63 10 3 1 1 0 0 0 2022 2021
PHS Alkmaar-Amsterdam 298 28 12 7 10 33 82 93 30 31 2029-2030 2027-2028
PHS maatregelen TEV 121 118 29 17 22 38 8 8 0 0 divers divers
PHS Nijmegen en West-entree 200 184 8 8 24 41 44 27 22 27 2028 2027
OV-SAAL korte termijn 630 630 630 0 0 0 0 0 0 0 2016 2016
OV-SAAL middellange termijn 98 98 98 0 0 0 0 0 0 0 2026-2028 2026-2028
PHS: Overige maatregelen (projecten < € 50 miljoen) 241 182 101 23 17 49 30 8 5 7 divers divers
Afrondingen
Planning en studies 681 820
Corridor Alkmaar-Amsterdam
Corridor Amsterdam-Utrecht-Eindhoven
Corridor Schiphol-Utrecht-Arnhem/Nijmegen
Corridor Breda-Eindhoven
Corridor Den Haag– Rotterdam
Corridor OV SAAL middellange termijn
Routering goederenvervoer Zuid-Nederland
Overige (planstudiekosten)
Afrondingen
Programma
Afrekening voorschotten 82 82 82
Begroting (MF 17.10.01) 5.063 4.631 1.997 217 231 334 396 363 318 526
Overprogrammering (-) ‒ 64 ‒ 130 ‒ 139 ‒ 227 ‒ 225 ‒ 220 1005

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  1. PHS Meteren-Boxtel: De Raad van State heeft het Tracébesluit "Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Meteren- Boxtel” onherroepelijk verklaard. Vanwege de tijd die de Raad van State nodig heeft gehad om tot dit besluit te komen is vertraging in de planning ontstaan en een herziene planning opgesteld waarbij de in 2021 afgesproken mijlpalen naar achteren schuiven. Het projectbudget is verhoogd met € 67,7 miljoen in verband met prijs- en markteffecten;
  2. PHS Amsterdam:Het projectbudget is verhoogd met € 68,2 miljoen in verband met prijs- en markteffecten. Daarnaast is € 44,1 miljoen toegevoegd vanuit het programma Fietsparkeren (MF 13.03). Een deel van de oorspronkelijk binnen dat programma geraamde scope (de stallingen onder de oostelijke sporen (SOOS)) wordt overgeheveld naar het PHS project Amsterdam Centraal waardoor de werkzaamheden efficiënter kunnen worden uitgevoerd;
  3. PHS Projecten < 50 mln: De scope benodigd voor maatregelen bij het emplacement Eindhoven Eindhoven Oost is onderdeel van het binnen het programma Grensoverschrijdend Spoorvervoer opgenomen deelproject “Eindhoven-Düsseldorf”. In verband met de raakvlakken met PHS en om de productstap Breda-Eindhoven tijdig mogelijk te maken, is deze scope en het bijbehorende budget ad € 17 miljoen overgeheveld naar deelproject PHS Eindhoven. De ontwikkeling van een nieuwe generatie seinen bij ProRail heeft vertraging opgelopen. Dit leidt er toe dat spoorprojecten hun ontwerp moeten aanpassen. De oude seinen hebben een grotere omvang waarvoor sporen verder uit elkaar moeten liggen. Bij enkele projecten, waaronder PHS Tilburg leidt deze aanpassing tot majeure meerkosten omdat werkzaamheden reeds gepland en deels uitgevoerd waren door de aannemer. Hiervoor is aanvullend € 31,4 miljoen toegevoegd zodat het project zoveel mogelijk doorgang kan vinden en de meerkosten niet nog verder oplopen;
  4. PHS Nijmegen: Het projectbudget is verhoogd met € 10 miljoen in verband met prijs- en markteffecten;
  5. Planning en studies: De risicoreservering voor PHS is voor € 150 miljoen ingezet om op de corridor PHS Alkmaar – Amsterdam tot uitvoering over te gaan. Tegenover het resterende potentieel tekort staan voldoende beheersmaatregelen en is ook nog een deel van de risicoreservering beschikbaar. In verband met markt- en prijseffecten is in totaal € 146,1 miljoen overgeboekt naar diverse PHS projecten in realisatie. Er is € 9,7 miljoen toegevoegd vanuit MF 11.04 aan het planuitwerkingsbudget PHS om extra kosten te dekken om de Amstelpassage als locatie voor security- en paspoortcontrole-voorzieningen te kunnen gebruiken. In verband met een negatieve prijsontwikkeling, de mismatch tussen de door Financiën uitgekeerde IBOI enerzijds en de vigerende CBS-reeksen voor de spoorbouw en aanbestedingseffecten anderzijds, is het projectbudget aanvullend verhoogd met € 101 miljoen vanuit de daarvoor getroffen reservering op MF 11.04.

*In het projectoverzicht van de voorjaarsnota 2024 was per abuis voor een aantal projecten een verkeerde stand opgenomen. De betreffende projecten zijn met een «*» aangegeven en de standen «vorig» zijn gecorrigeerd.

17.09 Ontvangsten

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derden voor de realisatie van de Megaprojecten verkeer en vervoer, die rechtstreeks aan IenW worden betaald, verantwoord.

Bijdragen van derden PMR
Bijdragen van derden ERTMS 19
Bijdragen van derden Zuidasdok 41 71 82 67 87 67
Bijdragen van derden PHS 1
Totaal Ontvangsten 61 71 82 67 87 67
Totaal Ontvangsten (MF 17.09) 61 71 82 67 87 67

3.7 Artikel 18 Overige uitgaven en ontvangsten

A. Omschrijving van de samenhang in het beleid

Dit artikel bevat een aantal uiteenlopende onderwerpen.

Het projectartikel is gerelateerd aan het beleidsartikel 22 Omgevingsveiligheid en milieurisico’s (Externe veiligheid) van de begroting Hoofdstuk XII.

B. Budgettaire gevolgen van uitvoering

Verplichtingen 23 3.535
Uitgaven 42 3.398
18.06 Externe veiligheid 42 3.398
18.08 Netwerkoverstijgende kosten
18.08.03 Afroming Eigen Vermogen Rijkswaterstaat
Ontvangsten 310.548 427.224
18.09 Ontvangsten 19.309 4
18.10 Saldo van de afgesloten rekeningen 291.239 427.220

Budgetflexibiliteit

De budgetten voor externe veiligheid zijn 2025 juridisch verplicht ­op de peildatum 1 januari 2025. De middelen afroming eigen vermogen Rijkswaterstaat zijn beleidsmatig gereserveerd.

Juridisch verplicht 0%
Bestuurlijk gebonden
Beleidsmatig gereserveerd 0%
Nog niet ingevuld/vrij te besteden

C. Toelichting

18.06 Externe Veiligheid

Motivering

Het budget is bestemd voor het oplossen van externe veiligheidsknelpunten in het kader van de Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen (NVGS) (Kamerstukken II 2005–2006, 30 373, nr. 2). De opgenomen kasreeks heeft betrekking op het RWS-programma aankopen en saneren van kwetsbare objecten in het kader van basisnet.

18.08 Netwerkgebonden kosten

Motivering

Dit betreft de afdracht van het surplus aan eigen vermogen van Rijkswaterstaat. Het eigen vermogen van een baten-lastenagentschap is via de Regeling agentschappen gebonden aan een maximumomvang van 5 procent van de gemiddelde jaaromzet, berekend over de laatste drie jaar. De maximale omvang van het eigen vermogen is door Rijkswaterstaat in 2023 overschreden. Conform de Regeling agentschappen is het surplus eigen vermogen afgedragen aan de eigenaar (IenW). Voor het surplus eigen vermogen van Rijkswaterstaat geldt dat – in lijn met het zwaartepunt van de herkomst – deze middelen zijn toegevoegd aan het Mobiliteitsfonds. De middelen worden in afwachting van nadere bestemming toegevoegd aan artikelonderdeel 18.08 Netwerkgebonden kosten.

Belangrijkste budgettaire aanpassing

Bij eerste suppletoire begroting 2024 is het afgeroomde eigen vermogen 2023 verlaagd met € 10 miljoen, omdat dit werd ingezet voor de Loss and Damage Fund en betrokken werd in de interne dekkingsopgave op de beleidsbegroting HXII. Hiervan wordt 425k teruggeboekt bij de begroting 2025 vanuit HXII naar het MF. Voor de vervanging van de AV-installatie en inrichting van het inrichting van het Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing (DCC)-crisiscentrum wordt vervolgens weer € 1,15 van het Eigen Vermogen RWS weer overgeboekt naar de beleidsbegrotng HXII.

Bij de begroting 2025 is tevens € 4 miljoen ingezet voor Klimaatneutrale en Circulaire Organisatie (KCO), dat gekoppeld is met de rijksbrede ambitie om de bedrijfsvoering te verduurzamen bij RWS.

Daarnaast wordt er conform de interne besluitvorming, € 3,8 miljoen overgeboekt naar de generieke investeringsruimte 11.04 op het MF en € 0,95 miljoen van het Eigen Vermogen RWS gaat naar de generieke investeringsruimte op het Deltafonds.

Tot slot is er € 2 miljoen gereserveerd voor de integrale overgang van het kas/verplichtingenstelsel naar het baten-lastenstelsel (het project iBLS) van RWS. De middelen worden overgeboekt naar een Risicoreservering op artikelonderdeel 11.04.

18.09 Ontvangsten

Motivering

Dit betreft de afdracht van het surplus aan eigen vermogen van Rijkswaterstaat. Het eigen vermogen van een baten-lastenagentschap is via de Regeling agentschappen gebonden aan een maximumomvang van 5 procent van de gemiddelde jaaromzet, berekend over de laatste drie jaar. De maximale omvang van het eigen vermogen is door Rijkswaterstaat in 2023 overschreden. Conform de Regeling agentschappen is het surplus eigen vermogen afgedragen aan de eigenaar (IenW). Voor het surplus eigen vermogen van Rijkswaterstaat geldt dat – in lijn met het zwaartepunt van de herkomst – deze middelen zijn toegevoegd aan het Mobiliteitsfonds. Deze middelen zijn in afwachting van nadere bestemming toegevoegd aan artikelonderdeel 18.08 Netwerkgebonden kosten.

3.8 Artikel 19 Bijdragen andere begrotingen Rijk

A. Omschrijving van de samenhang in het beleid

Op dit artikel worden de ontvangen bijdragen verantwoord die ten laste van de begroting Hoofdstuk XII komen. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting Hoofdstuk XII.

Het productartikel is gerelateerd aan artikel 26 Bijdragen aan de Investeringsfondsen op de begroting Hoofdstuk XII.

B. Budgettaire gevolgen van uitvoering

19.09 Ten laste van begroting IenW 7.832.289 9.319.499 8.917.805 10.281.959 10.264.164 9.957.667 10.208.478

Motivering

Dit begrotingsartikel is technisch van aard.

4. Bijlagen

Bijlage 1: Voeding van het Mobiliteitsfonds en begrotingsstaat per productartikelonderdeel

11 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte
Uitgaven 63.266 235.168 458.142 821.529 987.694 1.541.301 1.416.056 993.365 748.325 1.773.756 2.152.990 1.835.520 1.844.734 1.853.377 2.829.214 19.554.437
11.01 Verkenningen 1.258 37.215 90.858 218.373 264.686 708.907 775.830 683.112 432.677 411.674 402.009 200.001 180.000 190.298 161.518 4.758.416
11.03 Reserveringen 55.508 133.730 256.868 182.936 316.127 357.767 418.630 248.513 184.647 1.297.286 1.425.065 1.329.877 1.326.417 1.450.842 1.396.741 10.380.954
11.04 Generieke investeringsruimte 6.500 64.223 110.416 420.220 406.881 474.627 221.596 61.740 131.001 64.796 325.916 305.642 338.317 212.237 1.270.955 4.415.067
Ontvangsten 47.500 47.500
11.09 Ontvangsten 47.500 47.500
Bijdrage van hfdst XII (art 26) 63.266 235.168 458.142 821.529 987.694 1.493.801 1.416.056 993.365 748.325 1.773.756 2.152.990 1.835.520 1.844.734 1.853.377 2.829.214 19.506.937
Bedragen € x 1.000 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2024 ‒ 2038
12 Hoofdwegennet
Uitgaven 3.898.451 3.940.969 4.475.822 4.198.790 4.275.981 3.946.443 3.806.090 3.570.796 3.520.239 3.010.710 2.538.780 3.101.769 2.881.096 2.958.179 2.372.901 52.497.016
12.01 Exploitatie 6.293 5.676 9.922 10.550 9.764 8.618 8.451 7.824 7.769 4.537 4.537 4.537 4.537 4.537 4.537 102.089
12.02 Onderhoud en vernieuwing 1.258.444 1.369.323 1.479.874 1.450.530 1.534.478 1.376.014 1.362.469 1.442.870 1.449.278 843.516 866.453 875.161 920.912 928.876 962.614 18.120.812
12.03 Ontwikkeling 740.684 730.850 1.011.721 902.231 1.007.529 897.144 778.548 526.027 649.382 866.431 465.371 812.840 821.058 809.020 245.628 11.264.464
12.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS 1.123.476 1.057.604 1.063.119 904.439 835.056 799.823 795.817 749.218 603.170 565.982 471.670 678.455 403.813 484.970 429.346 10.965.958
12.06 Netwerkgebonden kosten HWN 769.554 777.516 911.186 931.040 889.154 864.844 860.805 844.857 810.640 730.244 730.749 730.776 730.776 730.776 730.776 12.043.693
Ontvangsten 104.959 124.305 118.556 122.404 112.016 207.422 162.779 160.627 171.792 72.436 49.754 49.754 9.756 82.730 82.733 1.632.023
12.09 Ontvangsten 104.959 124.305 118.556 122.404 112.016 207.422 162.779 160.627 171.792 72.436 49.754 49.754 9.756 82.730 82.733 1.632.023
Bijdrage van hfdst XII (art 26) 3.793.492 3.816.664 4.357.266 4.076.386 4.163.965 3.739.021 3.643.311 3.410.169 3.348.447 2.938.274 2.489.026 3.052.015 2.871.340 2.875.449 2.290.168 50.864.993
Bedragen € x 1.000 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2024 ‒ 2038
13 Spoorwegen
Uitgaven 3.286.928 2.732.066 3.109.223 3.121.830 2.544.412 2.864.752 3.077.096 2.539.257 2.522.674 2.432.601 2.513.852 2.252.995 2.346.265 2.493.069 2.185.225 40.022.245
13.02 Exploitatie onderhoud en vernieuwing 2.665.721 2.246.247 2.457.555 2.528.502 2.039.610 2.455.225 2.522.145 2.269.016 2.175.598 2.103.427 2.127.005 1.944.370 1.921.099 2.131.682 2.075.050 33.662.252
13.03 Ontwikkeling 387.021 269.771 459.505 411.052 337.242 299.432 447.851 226.331 347.076 329.174 386.847 308.625 425.166 361.387 110.175 5.106.655
13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS 234.186 216.048 192.163 182.276 167.560 110.095 107.100 43.910 1.253.338
13.07 Rente en aflossing
Ontvangsten 238.204 303.115 148.284 150.284 153.284 155.284 163.284 166.284 168.284 170.284 166.484 183.784 167.484 167.484 167.484 2.669.311
13.09 Ontvangsten 238.204 303.115 148.284 150.284 153.284 155.284 163.284 166.284 168.284 170.284 166.484 183.784 167.484 167.484 167.484 2.669.311
Bijdrage van hfdst XII (art 26) 3.048.724 2.428.951 2.960.939 2.971.546 2.391.128 2.709.468 2.913.812 2.372.973 2.354.390 2.262.317 2.347.368 2.069.211 2.178.781 2.325.585 2.017.741 37.352.934
Bedragen € x 1.000 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2024 ‒ 2038
14 Regionale infrastructuur en bereikbaarheidsprogramma's
Uitgaven 993.214 597.904 251.821 122.884 173.784 200.598 299.361 302.933 321.376 102.000 72.000 52.083 76.780 3.566.738
14.01 Regionale infrastructuur 5.506 80.970 125.147 95.809 158.991 171.014 197.789 191.531 202.330 102.000 72.000 52.083 76.780 1.531.950
14.03 Bereikbaarheidsprogramma's 987.708 516.934 126.674 27.075 14.793 29.584 101.572 111.402 119.046 2.034.788
Ontvangsten 42 42
14.09 Ontvangsten 42 42
Bijdrage van hfdst XII (art 26) 993.172 597.904 251.821 122.884 173.784 200.598 299.361 302.933 321.376 102.000 72.000 52.083 76.780 3.566.696
Bedragen € x 1.000 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2024 ‒ 2038
15 Hoofdvaarwegennet
Uitgaven 1.397.451 1.406.135 1.608.559 1.563.631 1.524.587 1.453.779 1.261.123 1.318.691 1.527.415 1.162.583 1.112.087 1.151.417 1.191.589 1.141.032 922.186 19.742.265
15.01 Exploitatie 12.147 10.528 25.221 27.539 23.829 22.161 22.060 25.241 25.006 10.517 10.517 10.517 10.517 10.517 10.517 256.834
15.02 Onderhoud en vernieuwing 671.135 798.530 834.667 780.669 709.088 690.407 664.830 665.082 673.139 373.741 459.508 430.788 430.788 430.788 430.708 9.043.868
15.03 Ontwikkeling 188.567 108.461 217.064 203.349 270.035 225.760 60.185 104.555 309.152 305.500 170.116 237.721 280.155 212.057 21.305 2.913.982
15.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS 91.675 71.068 61.279 70.941 55.590 55.260 55.287 56.881 54.739 55.618 54.739 55.184 52.922 70.463 42.449 904.095
15.06 Netwerkgebonden kosten HVWN 433.927 417.548 470.328 481.133 466.045 460.191 458.761 466.932 465.379 417.207 417.207 417.207 417.207 417.207 417.207 6.623.486
Ontvangsten 39.569 13.161 3.085 701 7.838 150 763 150 150 150 150 150 150 150 150 66.467
15.09 Ontvangsten 39.569 13.161 3.085 701 7.838 150 763 150 150 150 150 150 150 150 150 66.467
Bijdrage van hfdst XII (art 26) 1.357.882 1.392.974 1.605.474 1.562.930 1.516.749 1.453.629 1.260.360 1.318.541 1.527.265 1.162.433 1.111.937 1.151.267 1.191.439 1.140.882 922.036 19.675.798
Bedragen € x 1.000 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2024 ‒ 2038
17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer
Uitgaven 547.762 516.879 730.025 776.057 811.435 679.366 734.895 355.444 374.504 447.401 390.082 415.799 415.124 243.932 337.884 7.776.589
17.06 Project Mainportontwikkeling Rotterdam 525 525
17.07 ERTMS 199.852 130.877 210.100 189.513 184.570 133.255 165.823 26.637 98.340 132.180 124.253 126.518 227.200 202.847 152.101 2.304.066
17.08 ZuidasDok 181.260 277.782 295.429 370.388 369.153 298.439 299.871 208.274 170.861 147.012 17.529 4.121 4.121 16.483 2.660.723
17.10 Programma Hoogfrequent Spoorvervoer 166.125 108.220 224.496 216.156 257.712 247.672 269.201 120.533 105.303 168.209 248.300 285.160 183.803 24.602 185.783 2.811.275
Ontvangsten 60.973 70.735 81.708 67.168 87.088 67.405 72.895 80.783 38.071 56.071 682.897
17.09 Ontvangsten 60.973 70.735 81.708 67.168 87.088 67.405 72.895 80.783 38.071 56.071 682.897
Bijdrage van hfdst XII (art 26) 486.789 446.144 648.317 708.889 724.347 611.961 662.000 274.661 336.433 391.330 390.082 415.799 415.124 243.932 337.884 7.093.692
Bedragen € x 1.000 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2024 ‒ 2038
18 Overige uitgaven en ontvangsten
Uitgaven 3.398 3.398
18.06 Externe veiligheid 3.398 3.398
18.08 Netwerkoverstijgende kosten
Ontvangsten 427.224 427.224
18.09 Ontvangsten 4 4
18.10 Saldo van de afgesloten rekeningen 427.220 427.220
Bijdrage van hfdst XII (art 26) ‒ 423.826 ‒ 423.826
Bedragen € x 1.000 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2024 ‒ 2038
19 Bijdragen andere begrotingen Rijk
Ontvangsten 9.319.499 8.917.805 10.281.959 10.264.164 9.957.667 10.208.478 10.194.900 8.672.642 8.636.236 8.630.110 8.563.403 8.575.895 8.578.198 8.439.225 8.397.043 137.637.224
19.09 Ten laste van begroting IenW 9.319.499 8.917.805 10.281.959 10.264.164 9.957.667 10.208.478 10.194.900 8.672.642 8.636.236 8.630.110 8.563.403 8.575.895 8.578.198 8.439.225 8.397.043 137.637.224
Bijdrage van hfdst XII (art 26) 9.319.499 8.917.805 10.281.959 10.264.164 9.957.667 10.208.478 10.194.900 8.672.642 8.636.236 8.630.110 8.563.403 8.575.895 8.578.198 8.439.225 8.397.043 137.637.224
Totaal Uitgaven 10.190.470 9.429.121 10.633.592 10.604.721 10.317.893 10.686.239 10.594.621 9.080.486 9.014.533 8.929.051 8.779.791 8.809.583 8.755.588 8.689.589 8.647.410 143.162.688
Totaal Ontvangsten 870.971 511.316 351.633 340.557 360.226 477.761 399.721 407.844 378.297 298.941 216.388 233.688 177.390 250.364 250.367 5.525.464
Totaal Bijdrage van hfdst XII (art 26) 9.319.499 8.917.805 10.281.959 10.264.164 9.957.667 10.208.478 10.194.900 8.672.642 8.636.236 8.630.110 8.563.403 8.575.895 8.578.198 8.439.225 8.397.043 137.637.224

Bijlage 2: Verdiepingsbijlage

Artikel 11 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 11.01 Verkenningen 117.594 167.267 181.429 214.962 412.146 942.066 921.826 612.537 531.560 388.920 260.771 28.233
Mutaties Voorjaarsnota 2024 ‒ 116.344 ‒ 128.787 ‒ 90.711 668 ‒ 150.205 ‒ 243.576 ‒ 140.600 48.283 ‒ 70.540 62.639 188.845 241.768 180.000 291.862
Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 11.01 Verkenningen 1.250 38.480 90.718 215.630 261.941 698.490 781.226 660.820 461.020 451.559 449.616 270.001 180.000 291.862
Kasschuiven Verkenningen ‒ 120.768 120.768
Loon-en Prijsbijstelling 2024 139.505 8 437 140 2.743 2.745 10.417 6.604 34.292 6.657 6.115 9.393 0 0 19.204 40.750
Overboeking middelen Brainport Eindhoven naar Reserveringen ‒ 232.000 ‒ 12.000 ‒ 12.000 ‒ 35.000 ‒ 46.000 ‒ 57.000 ‒ 70.000
Overboeking Oude Lijn ‒ 1.702 ‒ 1.702
Mutaties Miljoenennota 2025 8 ‒ 1.265 140 2.743 2.745 10.417 ‒ 5.396 22.292 ‒ 28.343 ‒ 39.885 ‒ 47.607 ‒ 70.000 ‒ 101.564 161.518
Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 11.01 Verkenningen 1.258 37.215 90.858 218.373 264.686 708.907 775.830 683.112 432.677 411.674 402.009 200.001 180.000 190.298 161.518
Ontwerpbegroting 2023 artikelonderdeel 11.03 Reserveringen
Mutaties Voorjaarsnota 2023
Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 11.03 Reserveringen 157.915 296.480 390.838 323.408 381.586 402.168 334.099 1.268.861 1.275.563 1.425.320 1.585.331 1.377.450 1.448.954 1.559.664 1.427.778
Mutaties Voorjaarsnota 2024 ‒ 77.531 ‒ 73.441 ‒ 122.551 ‒ 121.099 ‒ 47.068 ‒ 30.173 ‒ 23.183 ‒ 136.654 ‒ 152.030 ‒ 140.387 ‒ 106.987 ‒ 47.487 ‒ 55.190 2.513 2.513
Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 11.03 Reserveringen 80.384 223.039 268.287 202.309 334.518 371.995 310.916 1.132.207 1.123.533 1.284.933 1.478.344 1.329.963 1.393.764 1.562.177 1.430.291
BZK: Woningbouwmiddelen ‒ 1.975 ‒ 475 ‒ 375 ‒ 375 ‒ 375 ‒ 375
Dekking MF overig: CA-middelen Instandhouding ‒ 90.739 ‒ 90.739
HXII: Apparaat WoMo ‒ 1.250 ‒ 250 ‒ 250 ‒ 250 ‒ 250 ‒ 250
HXII: Wind in de Zeilen ‒ 4.490 ‒ 4.490
Kasschuiven Reserveringen 0 ‒ 37.278 30.787 9.441 5.285 ‒ 938 2.250 3.953 150.210 106.402 ‒ 100.615 ‒ 147.960 ‒ 1.287 ‒ 20.250
Loon-en prijsbijstelling 2024 360.616 1.093 2.484 5.948 3.303 6.644 4.866 2.853 29.668 31.303 49.208 42.080 37.818 37.052 42.064 64.232
Opgave Hoofdvaarwegennet MF: Modaliteitspecifieke budget Hoofdvaarwegennet 4.287 4.287
Opgave Hoofdvaarwegennet MF: Reservering IenW PBNI 146.100 0 0 5.330 3.630 4.305 6.880 9.040 16.705 16.705 16.705 16.700 16.700 16.700 16.700
Opgave Hoofdwegennet MF: Aanzuiveren modaliteitspecifieke budget 10.088 10.088
Opgave Spoorwegen MF: Aanzuiveren modaliteitspecifieke budget 15.000 15.000
Overboeking Impulsprogramma Beter Bediend ‒ 1.900 ‒ 1.900
Overboeking Knooppunt Raalte ‒ 10.750 ‒ 10.750
Overboeking Maas- en Brabantse Kanalen ‒ 900 ‒ 900
Overboeking middelen Brainport Eindhoven naar Reserveringen 232.000 12.000 12.000 35.000 46.000 57.000 70.000
Overboeking N33 Midden - Realisatie ‒ 145.000 ‒ 6.000 ‒ 6.000 ‒ 21.000 ‒ 21.000 ‒ 21.000 ‒ 70.000
Overboeking N33 Noord - Studiekosten ‒ 5.000 ‒ 5.000
Overboeking naar Modal Shift Spoorwegen ‒ 500 ‒ 500
Overboeking PHS 133.227 599 3.075 2.795 3.461 3.332 2.619 79.965 27.810 2.417 7.154
Overboeking Reservering naar Wind in de Zeilen 20.250 20.250
Overboeking Verduurzaming gebouwen ‒ 16.900 ‒ 3.737 ‒ 4.654 ‒ 4.773 ‒ 1.455 ‒ 1.491 ‒ 97 ‒ 99 ‒ 99 ‒ 99 ‒ 99 ‒ 99 ‒ 99 ‒ 99
Overboeking Woningbouwmiddelen ProRail ‒ 1.500 ‒ 300 ‒ 300 ‒ 300 ‒ 300 ‒ 300
Toevoeging CA-middelen ProRail Instandhouding (BKN Spoor) ‒ 400.000 ‒ 102.218 ‒ 100.000 ‒ 100.000 ‒ 97.782
Toevoeging CA-middelen RWS Instandhouding ‒ 2.239.602 ‒ 1.119.988 ‒ 1.119.614
Tolvrij Westerscheldetunnel ‒ 146.768 ‒ 29.354 ‒ 29.354 ‒ 29.354 ‒ 29.354 ‒ 29.352
Mutaties Miljoenennota 2025 ‒ 24.876 ‒ 89.309 ‒ 11.419 ‒ 19.373 ‒ 18.391 ‒ 14.228 107.714 ‒ 883.694 ‒ 938.886 12.353 ‒ 53.279 ‒ 86 ‒ 67.347 ‒ 111.335 ‒ 33.550
Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 11.03 Reserveringen 55.508 133.730 256.868 182.936 316.127 357.767 418.630 248.513 184.647 1.297.286 1.425.065 1.329.877 1.326.417 1.450.842 1.396.741
Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 11.04 Generieke investeringsruimte 244.910 306.614 378.920 489.463 336.877 1.020.433 533.406 417.401 238.839 ‒ 8.990 123.441 584.667 337.557 1.023.057 1.876.590
Mutaties Voorjaarsnota 2024 ‒ 112.218 ‒ 52.524 ‒ 19.549 ‒ 2.943 ‒ 47.533 ‒ 296.558 163.688 ‒ 81.058 442 ‒ 75.136 53.742 ‒ 128.484 ‒ 139.874 ‒ 140.184
Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 11.04 Generieke investeringsruimte 132.692 254.090 359.371 486.520 289.344 723.875 697.094 336.343 239.281 ‒ 84.126 177.183 456.183 197.683 882.873 1.876.590
Mutaties Nota van Wijziging eerste suppletoire begroting 2024 ‒ 4.000 ‒ 6.200
Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 11.04 Ten laste van begroting IenW na Nota van Wijziging 128.692 247.890 359.371 486.520 289.344 723.875 697.094 336.343 239.281 ‒ 84.126 177.183 456.183 197.683 882.873 1.876.590
Afboeken concessie Hoofdrailnet na 2033 ‒ 376.500 ‒ 75.300 ‒ 75.300 ‒ 75.300 ‒ 75.300 ‒ 75.300
Apparaat RWS ‒ 23.436 ‒ 23.436
Areaalgroei Hoofdvaarwegennet ‒ 7.402 ‒ 7.402
Dekking Hoofdvaarwegennet MF: Afronding Nota Mobiliteit Achterstallig Onderhoud 19.191 19.191
Dekking Hoofdvaarwegennet MF: Dynamisch Verkeersmanagement 1.135 1.135
Dekking Hoofdvaarwegennet MF: Twentekanalen fase 2 8.000 8.000
Dekking Hoofdwegennet MF: Meevaller A1 Bunschoten Hoevelaken 2 2
Dekking Hoofdwegennet MF: Meevaller A2 Holendrecht 21 21
Dekking Hoofdwegennet MF: Meevaller A59 Rosmalen PPS 577 52 525
Dekking Hoofdwegennet MF: Meevaller A7 Zuidelijke Ringweg Groningen 453 453
Dekking Hoofdwegennet MF: Meevaller A74 Venlo 3.016 3.016
Dekking Hoofdwegennet MF: Meevaller A78 Zuidelijke Ringweg Groningen 8.100 8.100
Dekking Hoofdwegennet MF: Meevaller aansluiting Nuth 2.067 2.067
Dekking Hoofdwegennet MF: Meevaller Aflossing Tunnels 14.768 14.768
Dekking Hoofdwegennet MF: Meevaller N9 Koedijk 19 12 4 3
Dekking overig MF: CA-middelen Instandhouding 90.739 90.739
HXII: Dekking Hoofdwegennet MF: Terugsluis Vrachtwagenheffing 180.000 105.000 75.000
HXII: Dekking Spoorwegen MF: Vrijval TVOV HXII 10.000 10.000
HXII: NS-tarieven ‒ 42.000 ‒ 42.000
HXII: Stichting Buisleidingen ‒ 163 ‒ 163
Indexering Ontvangsten Hogesnelheidslijn heffing 40.000 40.000
Inzet HRN voor Wind in de Zeilen ‒ 20.250 ‒ 20.250
Kaderaanpassing Augustusbesluitvorming 2024 0 42.000 ‒ 35.000 ‒ 7.000
Kasschuiven Investeringsruimte 0 116.653 ‒ 185.285 ‒ 2.227 45.289 256.834 ‒ 105.211 ‒ 152.660 ‒ 140.195 ‒ 69.101 120.264 180.100 181.100 204.788 ‒ 338.833 ‒ 111.516
Loon-en Prijsbijstelling 2024 781.008 39.604 56.816 37.904 48.797 ‒ 30.710 35.371 57.317 36.643 62.043 56.417 62.533 98.259 98.926 84.204 53.833
Meerkosten PHS Amsterdam CS ‒ 9.680 ‒ 9.680
Opgave Hoofdvaarwegennet MF: Aanzuiveren modaliteitspecifieke budget ‒ 4.287 ‒ 4.287
Opgave Hoofdvaarwegennet MF: Exogene tegenvallers Stormschade en Baggeren ‒ 1.600 ‒ 1.600
Opgave Hoofdvaarwegennet MF: Gerrit Krolbrug ‒ 15.000 ‒ 5.000 ‒ 5.000 ‒ 5.000
Opgave Hoofdvaarwegennet MF: IenW-aandeel PBNI ‒ 146.100 ‒ 5.330 ‒ 3.630 ‒ 4.305 ‒ 6.880 ‒ 9.040 ‒ 16.705 ‒ 16.705 ‒ 16.705 ‒ 16.700 ‒ 16.700 ‒ 16.700 ‒ 16.700
Opgave Hoofdvaarwegennet MF: Maasroute fase 2 (Julianakanaal) ‒ 55.000 ‒ 26.899 ‒ 28.101
Opgave Hoofdvaarwegennet MF: MIRT-onderzoek Houtrakpolder ‒ 2.000 ‒ 1.000 ‒ 1.000
Opgave Hoofdvaarwegennet MF: Paddepoelsterbrug ‒ 10.000 ‒ 5.000 ‒ 5.000
Opgave Hoofdvaarwegennet MF: Vaargeul de Boontjes ‒ 1.400 ‒ 1.400
Opgave Hoofdvaarwegennet MF: Zeetoegang IJmond ‒ 1.426 ‒ 1.426
Opgave Hoofdwegennet en Hoofdvaarwegennet MF: Informatieplicht energiebesparing ‒ 1.500 ‒ 1.500
Opgave Hoofdwegennet MF: A2 Vonderen-Kerensheide ‒ 2.500 ‒ 2.500
Opgave Hoofdwegennet MF: Aanzuiveren modaliteitspecifieke budget ‒ 10.088 ‒ 10.088
Opgave Hoofdwegennet MF: Afronden CHARM ‒ 19.989 ‒ 19.989
Opgave Hoofdwegennet MF: Inzet Hinderaanpak ‒ 1.800 ‒ 250 ‒ 250 ‒ 250 ‒ 250 ‒ 250 ‒ 250 ‒ 300
Opgave Hoofdwegennet MF: Jan Blankenburg ‒ 250 ‒ 250
Opgave Hoofdwegennet MF: Sluiskiltunnel ‒ 63.600 ‒ 10.600 ‒ 10.600 ‒ 10.600 ‒ 10.600 ‒ 10.600 ‒ 10.600
Opgave Spoorwegen MF: Aanzuiveren modaliteitspecifieke budget ‒ 15.000 ‒ 15.000
Opgave Spoorwegen MF: Callandbrug - Instandhouding ‒ 87.900 ‒ 29.300 ‒ 29.300 ‒ 29.300
Opgave Spoorwegen MF: Gebruiksvergoeding ProRail ‒ 133.000 ‒ 103.000 ‒ 30.000
Opgave Spoorwegen MF: Instandhoudingskosten brandblus havenspoor Rotterdam ‒ 26.900 ‒ 1.900 ‒ 1.900 ‒ 1.900 ‒ 1.900 ‒ 1.900 ‒ 1.900 ‒ 1.900 ‒ 1.900 ‒ 1.900 ‒ 1.900 ‒ 1.900 ‒ 1.900 ‒ 1.900 ‒ 2.200
Opgave Spoorwegen MF: Kwartstofproblematiek 2024-2025 ‒ 19.300 ‒ 9.650 ‒ 9.650
Opgave Spoorwegen MF: Seinenproblematiek ‒ 85.000 ‒ 10.000 ‒ 30.000 ‒ 29.644 ‒ 15.356
Overboeking Eigen Vermogen RWS MF 5.803 5.803
Overboeking Extrapolatie 2037 naar EOV ten behoeve van BKN Spoor ‒ 223.407 ‒ 223.407
Overboeking Extrapolatie 2038 naar EOV ten behoeve van BKN Spoor ‒ 485.000 ‒ 485.000
Overboeking Geluid (emissiekentallen en stille banden aftrek) ‒ 85.200 ‒ 28.400 ‒ 28.400 ‒ 28.400
Overboeking Reservering A2 Vonderen-Kerensheide 2.500 2.500
Overboeking Generieke Investeringsruimte naar EOV ‒ 580.350 ‒ 77.000 ‒ 77.000 ‒ 77.000 ‒ 77.000 ‒ 108.350 ‒ 87.000 ‒ 77.000
Overboeking Reservering PHS ‒ 133.227 ‒ 599 ‒ 3.075 ‒ 2.795 ‒ 3.461 ‒ 3.332 ‒ 2.619 ‒ 79.965 ‒ 27.810 ‒ 2.417 ‒ 7.154
Overboeking Reservering PHS naar Planuitwerking PHS ‒ 150.000 ‒ 150.000
Prijsstijgingen A24 Blankenburg, A16 Rotterdam, A9 Badhoevedorp, A27 Houten-Hooipolder ‒ 515.030 ‒ 19.220 ‒ 1.910 ‒ 336.000 ‒ 59.500 ‒ 98.400
Prijsstijgingen A7 Zuidelijke Ringweg Groningen ‒ 15.500 ‒ 8.000 ‒ 7.500
Prijsstijgingen Beheer en Onderhoud ‒ 49.195 ‒ 5.052 ‒ 10.727 ‒ 33.416
Prijsstijgingen Grensoverschrijdend Spoor ‒ 2.000 ‒ 2.000
Prijsstijgingen MOC Kustwacht ‒ 3.885 ‒ 3.885
Prijsstijgingen Nieuwe Sluis Terneuzen ‒ 21.000 ‒ 2.481 ‒ 1.163 ‒ 17.356
Prijsstijgingen PHS ‒ 103.000 ‒ 6.000 ‒ 6.000 ‒ 11.000 ‒ 16.000 ‒ 18.000 ‒ 19.000 ‒ 16.000 ‒ 11.000
Prijsstijgingen Project Sluis II Wilhelminakanaal ‒ 8.700 ‒ 1.000 ‒ 2.700 ‒ 5.000
Prijsstijgingen Tilburg 3 ‒ 44.400 ‒ 3.000 ‒ 6.000 ‒ 8.000 ‒ 8.000 ‒ 7.000 ‒ 4.000 ‒ 3.200 ‒ 3.200 ‒ 2.000
Prijsstijgingen VenR Hoofdvaarwegennet ‒ 32.000 ‒ 32.000
Prijsstijgingen VenR Hoofdwegennet ‒ 46.112 ‒ 46.112
Prijsstijgingen Wolfheze en Gilze Rijen ‒ 7.000 ‒ 5.000 ‒ 2.000
Prijstijgingen Instandhouding Spoor ‒ 96.000 ‒ 96.000
Mutaties Miljoenennota 2025 ‒ 122.192 ‒ 183.667 ‒ 248.955 ‒ 66.300 117.537 ‒ 249.248 ‒ 475.498 ‒ 274.603 ‒ 108.280 148.922 148.733 ‒ 150.541 140.634 ‒ 670.636 ‒ 605.635
Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 11.04 Generieke investeringsruimte 6.500 64.223 110.416 420.220 406.881 474.627 221.596 61.740 131.001 64.796 325.916 305.642 338.317 212.237 1.270.955
Totaal Uitgaven stand ontwerpbegroting 2024 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte 520.419 770.361 951.187 1.027.833 1.130.609 2.364.667 1.789.331 2.298.799 2.045.962 1.805.250 1.969.543 1.990.350 1.786.511 2.582.721 3.304.368
Totaal Uitgaven stand eerste suppletoire wet 2024 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte 214.326 515.609 718.376 904.459 885.803 1.794.360 1.789.236 2.129.370 1.823.834 1.652.366 2.105.143 2.056.147 1.771.447 2.736.912 3.306.881
Totaal Uitgaven stand ontwerpbegroting 2025 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte 63.266 235.168 458.142 821.529 987.694 1.541.301 1.416.056 993.365 748.325 1.773.756 2.152.990 1.835.520 1.844.734 1.853.377 2.829.214

Toelichting

Apparaat RWS

De capaciteit RWS is, middels de begroting 2024, structureel gedekt op een niveau van 9.341 fte en t/m 2030 op een niveau van 9.572 fte. Hiermee kan de maakbare opgave op instandhouding opgevangen worden binnen RWS. Met deze mutatie wordt de financiering van de RWS-capaciteit doorgetrokken naar 2031.

Dekking Hoofdwegennet MF

Dit betreffen de dekkingsbronnen die worden ingezet voor de integrale opgave op het MF. De dekkingsbronnen die worden ingezet op het Hoofdwegennet zijn: terugbetaling lening vrachtwagenheffing en meevallers projecten RWS. De dekkingsbronnen zijn in totaal € 226,4 miljoen.

Dekking Hoofdvaarwegennet MF

Dit betreffen de dekkingsbronnen die worden ingezet voor de integrale opgave op het MF. De dekkingsbronnen die worden ingezet op het Hoofdvaarwegennet zijn: teruggave restbudget Nota Mobiliteit Achterstallig Onderhoud en meevallers projecten RWS. De dekkingsbronnen zijn in totaal € 28,3 miljoen.

Dekking Prijsstijgingen Aanleg- en Instandhoudingsprojecten

Bij de verschillende modaliteiten hebben diverse aanleg- en instandhoudingsprojecten en programma's last gehad van excessieve prijsstijgingen. In totaal gaat het om een opgave van € 549 miljoen. Dekking komt uit het MF vanuit de generieke investeringsruimte op artikelonderdeel 11.04. De middelen komen terecht op artikel 12, 13, 15 en 17.

Dekking Spoorwegennet MF

Dit betreffen de dekkingsbronnen die worden ingezet voor de integrale opgave op het MF. De dekkingsbronnen die worden ingezet op het Spoorwegennet zijn: vrijval middelen Transitievangnet, HSL-ontvangsten, Risicoreservering HRN-concessie en meevallers projecten ProRail. De dekkingsbronnen zijn in totaal € 153 miljoen.

Dekking Overig MF: CA-middelen Instandhouding en Extrapolatie

Dit betreft de overige dekkingsbronnen die voor de interne dekkingsopgave MF wordt ingezet. Het gaat om de CA-middelen Instandhouding (€ 90,7 miljoen) en een deel van de extrapolatieruimte 2037 (€ 330,3 miljoen) dat wordt ingezet voor de dekkingsopgave MF op artikelonderdeel 11.04.

HXII: NS-tarieven

In 2025 zal een bedrag van € 42 miljoen vanuit de generieke investeringsruimte op het MF worden verstrekt aan de NS, zodat de in 2024 uitgestelde tariefsverhoging van 8,7% ook in 2025 gedeeltelijk kan worden voorkomen. De bijdrage vanuit IenW voorkomt in 2025 voor 1/3 de 8,7% tariefsverhoging uit 2024.

HXII: Wind in de Zeilen

Dit betreft een overboeking naar HXII en behoeve van het NS ''Contractlijn Zeeland Wind in de Zeilen''. Het bedrag komt ten gunste van de uitbreiding van dienstregeling in Zeeland.

Kaderaanpassing Augustusbesluitvorming 2024

Dit betreft de kaderaanpassing op het Hoofdwegennet die over de gehele looptijd van het fonds budgetneutraal is.

Kasschuiven Verkenningen, Reserveringen en Investeringsruimte

Er zijn op dit artikel budgetneutrale kasschuiven doorgevoerd om de programmering te actualiseren in het meest realistische ritme. Verder zijn er op de investeringsruimte 11.04 kasschuiven doorgevoerd om de integrale opgave MF in lijn te brengen met de dekkingsbronnen en om de onttrekkingen uit de risicoreserveringen prijsttijgingen gelijk te stellen aan het huidige ritme.

Loon- en Prijsbijstelling 2024

Dit betreft de toegekende loon- en prijsbijstelling tranche 2024 die vanuit de begroting Hoofdstuk XII zijn overgeheveld naar de generieke investeringsruimte 11.04 van het Mobiliteitsfonds. Vanuit de investeringsruimte zijn de artikelonderdelen verhoogd met loon- en prijsbijstelling.

Overboeking Brainport Eindhoven naar Reserveringen

Bij Voorjaarsnota zijn middelen toebedeeld vanuit het NGF voor Brainport Eindhoven. Met deze overboeking worden de middelen overgeheveld van artikelonderdeel 11.01 Verkenningen naar artikelonderdeel 11.03 Reserveringen.

Overboeking Extrapolatie 2037 naar EOV ten behoeve van BKN-spoor

Dit betreft een overboeking van de resterende extrapolatieruimte 2037 op artikel 11.04 naar het programma EOV op artikel 13.02, ten behoeve van de instandhoudingsopgave BKN-spoor.

Overboeking Extrapolatie 2038 naar EOV ten behoeve van BKN-spoor

Dit betreft een overboeking vanuit de extrapolatieruimte 2038 op artikel 11.04 naar het programma EOV op artikel 13.02, ten behoeve van de instandhoudingsopgave BKN-spoor.

Overboeking EV RWS generieke investeringsruimte Mobiliteitsfonds

Er wordt € 3,8 miljoen overgeboekt vanuit artikelonderdeel 18.08.03 naar de generieke investeringsruimte 11.04.

Overboeking Knooppunt-Raalte

Dit betreft een overboeking vanuit artikel 11.03 naar het beleidsartikel om het tekort bij het project Knooppunt Raalte te dekken.

Overboeking N33 Midden - Realisatie

Dit betreft de overboeking vanuit de reservering N33 Midden (Zuidbroek Appingedam) naar artikel 12. Dit is conform de BO MIRT afspraken 2023. De middelen zijn benodigd om verdere afspraken te maken met de regio over de doorstart van het project naar aanleiding van het compensatiepakket Groningen.

Overboeking N33 Noord - Studiekosten

Voor de N33 Noord (Appingedam-Eemshaven) is € 5 miljoen van de reservering van € 250 miljoen uit «Nij Begun» overgeboekt vanuit artikel 11.03 naar het beleidsartikel om de studiekosten van het MIRT-onderzoek te bekostigen.

Overboeking Oude Lijn

Dit betreft een overboeking van het verkenningenbudget naar het PUV-budget van programma Oude Lijn ten behoeve een subsidiebeschikking inzake de analytische fase Oude Lijn.

Overboekingen PHS

Dit betreft een overboeking vanuit de risicoreservering PHS (artikelonderdeel 11.04) de reservering PHS op artikel onderdeel 11.03. Een deel van de reservering wordt overgeboekt naar artikelonderdeel 17.10 voor de planuitwerking PHS.

Overboeking generieke investeringsruimte naar EOV

Vanuit de generieke investeringsruimte worden middelen overgeheveld naar artikelonderdeel 13.02 EOV, ter dekking van de instandhoudingsopgave BKN Spoor.

Overboeking Verduurzaming gebouwen

Dit betreft een budgetoverheveling van de reservering voor verduurzaming gebouwen naar RWS in het benodigde ritme van 2025-2037.

Opgave Hoofdwegennet MF

Dit betreft de integrale dekkingsopgave op het Hoofdwegennet. In totaal gaat het om € 178,3 miljoen bij aanleg en instandhouding. De middelen komen terecht op artikel 11 en artikel 15.

Opgave Hoofdvaarwegennet MF

Dit betreft de integrale dekkingsopgave op het Hoofdvaarwegennet. In totaal gaat het om € 237,3 miljoen bij aanleg en instandhouding. De middelen komen terecht op artikel 11 en artikel 15.

Opgave Fiets MF

Dit betreft de integrale problematiek op het programma fiets van RWS. Er wordt € 2 miljoen gereserveerd op artikelonderdeel 11.04 hiervoor.

Opgave Spoorwegen MF

Dit betreft de integrale dekkingsopgave op het Spoorwegennet. In totaal gaat het om € 411,1 miljoen bij aanleg en instandhouding. De middelen komen terecht op artikel 11, artikel 13 en artikel 17.

Toevoeging CA-middelen RWS

Er wordt voor de jaren 2031 en 2032 in totaal € 2,2 miljard toegevoegd aan de middelen voor instandhouding bij RWS conform de achtjarige programmering RWS.

Toevoeging CA-middelen ProRail Instandhouding (BKN Spoor)

Vanuit de CA-reservering instandhouding op 11.03 wordt € 400 miljoen in de jaren 2035 tot en met 2038 overgeboekt naar artikelonderdeel 13.02 ten behoeve van de instandhoudingsopgave (BKN Spoor) van ProRail.

Artikel 12 Hoofdwegennet

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 12.01 Exploitatie 4.401 4.600 9.335 9.945 9.182 8.365 8.203 4.404 4.404 4.404 4.404 4.404 4.404 4.404 4.404
Mutaties Voorjaarsnota 2024 1.435 910
Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 12.01 Exploitatie 5.836 5.510 9.335 9.945 9.182 8.365 8.203 4.404 4.404 4.404 4.404 4.404 4.404 4.404 4.404
HXII: NDW Data Science Society (NDSS)-Usecases 221 221
Kwaliteitsorgaan Verkeersveiligheidsaudits (KOVA) taken 60 60
Loon- en Prijsbijstelling 2024 2.766 176 166 282 300 277 253 248 133 133 133 133 133 133 133 133
Monitor Smart Mobility 2026 ‒ 2028 915 305 305 305
Toevoeging CA-middelen RWS Instandhouding 6.519 3.287 3.232
Mutaties Miljoenennota 2025 457 166 587 605 582 253 248 3.420 3.365 133 133 133 133 133 133
Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 12.01 Exploitatie 6.293 5.676 9.922 10.550 9.764 8.618 8.451 7.824 7.769 4.537 4.537 4.537 4.537 4.537 4.537
Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 12.02 Onderhoud en vernieuwing 1.119.841 1.269.508 1.162.537 1.456.144 1.523.111 1.453.643 1.331.576 803.977 804.320 842.189 910.938 898.496 897.906 917.637 934.404
Mutaties Voorjaarsnota 2024 74.871 37.049 142.522 ‒ 118.888 ‒ 68.176 ‒ 48.073 19.485 ‒ 22.661 ‒ 16.850 ‒ 24.354 ‒ 68.953 ‒ 49.000 ‒ 4.000 ‒ 16.000
Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 12.02 Onderhoud en vernieuwing 1.194.712 1.306.557 1.305.059 1.337.256 1.454.935 1.405.570 1.351.061 781.316 787.470 817.835 841.985 849.496 893.906 901.637 934.404
A2 Vonderen-Kerensheide werkzaamheden ‒ 3.224 ‒ 3.224
Budgetoverheveling Verduurzaming gebouwen 3.359 2.507 257 262 90 91 19 19 19 19 19 19 19 19
EZ: Bijdrage TNO ‒ 1.000 ‒ 1.000
EZ: Geleiderail zonnepark A37 9.000 5.400 3.600
Herstel achterstallig onderhoud areaal KNM ‒ 934 ‒ 934
Impactanalyse stalen vallen Schinkelbruggen ‒ 1.100 ‒ 1.100
Instandhouding ODW en Pololoc ‒ 301 ‒ 301
Kasschuiven 2024 Onderhoud en Vernieuwing 0 32.629 9.837 78.446 33.639 ‒ 3.471 ‒ 111.080 ‒ 40.000 0 0 0 0 0 0 0 0
Loon- en Prijsbijstelling 2024 487.945 36.043 39.446 39.400 40.373 43.924 42.433 40.789 23.589 23.774 25.662 24.449 25.646 26.987 27.220 28.210
Meerjaring vast onderhoud voor West Nederland Noord ‒ 8.036 ‒ 8.036
Opgave Hoofdwegennet MF: Informatieplicht energiebesparing 1.031 1.031
Opgave Hoofdwegennet MF: Sluiskiltunnel 63.600 10.600 10.600 10.600 10.600 10.600 10.600
Overboeking geluid (emissiekentallen en stille banden aftrek) 85.200 28.400 28.400 28.400
Prijsstijgingen VenR 46.112 46.112
Toevoeging CA-middelen RWS Instandhouding 1.275.961 637.946 638.015
Mutaties Miljoenennota 2025 63.732 62.766 174.815 113.274 79.543 ‒ 29.556 11.408 661.554 661.808 25.681 24.468 25.665 27.006 27.239 28.210
Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 12.02 Onderhoud en vernieuwing 1.258.444 1.369.323 1.479.874 1.450.530 1.534.478 1.376.014 1.362.469 1.442.870 1.449.278 843.516 866.453 875.161 920.912 928.876 962.614
Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 12.03 Ontwikkeling 767.944 1.107.326 836.603 755.741 600.903 195.583 123.951 813.384 639.363 805.709 579.997 1.019.914 1.071.884 413.646 89.127
Mutaties Voorjaarsnota 2024 ‒ 104.880 ‒ 178.032 ‒ 69.523 285.479 82.691 295.863 181.820 ‒ 236.954 159.753 276.994 128.875 ‒ 26.305 ‒ 57.923 ‒ 130.647 ‒ 63
Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 12.03 Ontwikkeling 663.064 929.294 767.080 1.041.220 683.594 491.446 305.771 576.430 799.116 1.082.703 708.872 993.609 1.013.961 282.999 89.064
A2 Vonderen-Kerensheide werkzaamheden 3.224 3.224 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Apparaat Tijdelijke Tolheffing 2024 1.124 343 781
Bijdragen derden 8.267 8.267 0 0 0 0 0 0 0 0
EZ: Uitvoeringskosten TKI Dinalog (Top Consortium Knowledge and Innovation) ‒ 250 ‒ 250
Herstel achterstallig onderhoud areaal KNM 812 812
Herverdeling Ontvangsten N33 ‒ 63.859 0 0 0 0 0 ‒ 15.142 ‒ 13.083 ‒ 35.651 ‒ 171 188
HXII: A2 Vonderen-Kerensheide werkzaamheden 4.923 4.923
HXII: Campagne Kort Ritje dat is zo Gefietst ‒ 2.000 ‒ 2.000
HXII: Schoon Emissieloos Bouwen ‒ 30.800 ‒ 10.690 ‒ 12.210 ‒ 3.800 ‒ 2.600 ‒ 900 ‒ 600
Kaderaanpassing Augustusbesluitvorming 2024 0 ‒ 236.000 ‒ 48.000 59.000 71.000 47.270 14.000 11.000 7.000 74.730
Kaderruilen 2024 ‒ 7.000 170.560 ‒ 168.944 333.098 ‒ 112.910 442.823 256.749 ‒ 25.000 ‒ 123.337 ‒ 105.900 ‒ 200.000 ‒ 200.000 ‒ 250.000 ‒ 29.139 50.000 ‒ 45.000
Kasschuiven Ontwikkeling 0 ‒ 132.624 143.862 ‒ 98.979 ‒ 85.078 ‒ 225.957 107.091 415.660 42.235 ‒ 85.051 ‒ 41.221 ‒ 83.806 ‒ 179.813 ‒ 204.788 303.533 124.936
Kwaliteitsorgaan Verkeersveiligheidsaudits (KOVA) taken ‒ 138 ‒ 138
Loon- en Prijsbijstelling 2024 294.754 28.162 34.190 39.251 27.804 30.195 31.564 24.800 19.080 16.388 18.761 8.305 6.744 3.524 4.088 1.898
Monitor Smart Mobility 2026 ‒ 2028 ‒ 1.740 ‒ 580 ‒ 580 ‒ 580
Opgave Hoofdwegennet MF: A2 Vonderen-Kerensheide 2.500 2.500
Opgave Hoofdwegennet MF: Jan Blankenburg fietspad 250 250
Overboeking A2 Vonderen-Kerensheide ‒ 2.500 ‒ 2.500
Overboeking Knooppunt-Raalte 10.750 10.750
Overboeking N33 Midden - Realisatie 145.000 6.000 6.000 21.000 21.000 21.000 70.000
Overboeking N33 Noord - Studiekosten 5.000 5.000
Prijsstijgingen Hoofdwegennet 344.700 8.000 7.500 221.300 9.500 98.400
Programma Vrachtwagenheffing 2024 1.298 438 860
Saldo mee- en tegenvallers Hoofdwegennet ‒ 13.678 ‒ 10.655 ‒ 4 ‒ 3 ‒ 3.016
Schinkelbruggen Zuidasdok 942 942
SPUK naar GF en PF met 10% budgetkorting ‒ 12.369 ‒ 5.290 ‒ 1.279 ‒ 5.800
Tolvrij Westerscheldetunnel 146.768 29.354 29.354 29.354 29.354 29.352
Zuidasdok: Instandhouding Onderhoud Dynamisch verkeersmamangement Wegkant 263 263
Mutaties Miljoenennota 2025 77.620 ‒ 198.444 244.641 ‒ 138.989 323.935 405.698 472.777 ‒ 50.403 ‒ 149.734 ‒ 216.272 ‒ 243.501 ‒ 180.769 ‒ 192.903 526.021 156.564
Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 12.03 Ontwikkeling 740.684 730.850 1.011.721 902.231 1.007.529 897.144 778.548 526.027 649.382 866.431 465.371 812.840 821.058 809.020 245.628
Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 12.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS 1.086.142 1.077.284 1.052.899 1.065.731 832.597 806.025 764.491 648.658 592.622 574.135 461.558 478.198 361.263 433.715 316.966
Mutaties Voorjaarsnota 2024 ‒ 5.681 ‒ 22.046 26.833 ‒ 152.992 12.451 ‒ 22.652 14.391 84.929 ‒ 975 ‒ 18.257 1.801 72.522 ‒ 14.314 43.761
Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 12.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS 1.080.461 1.055.238 1.079.732 912.739 845.048 783.373 778.882 733.587 591.647 555.878 463.359 550.720 346.949 477.476 316.966
Prijsstijgingen DBFM 185.830 19.220 1.910 114.700 50.000
Kasschuiven Geïntegreerde contractvormen 0 ‒ 421 ‒ 24.455 ‒ 27.484 ‒ 27.484 ‒ 27.484 107.328
Loon- en Prijsbijstelling 2024 223.418 24.268 24.911 25.639 19.184 17.492 16.975 16.935 15.631 11.523 10.104 8.311 13.035 6.864 7.494 5.052
Saldo mee- en tegenvallers Hoofdwegennet ‒ 15.345 ‒ 52 0 ‒ 14.768 0 0 ‒ 525 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Mutaties Miljoenennota 2025 43.015 2.366 ‒ 16.613 ‒ 8.300 ‒ 9.992 16.450 16.935 15.631 11.523 10.104 8.311 127.735 56.864 7.494 112.380
Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 12.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS 1.123.476 1.057.604 1.063.119 904.439 835.056 799.823 795.817 749.218 603.170 565.982 471.670 678.455 403.813 484.970 429.346
Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 12.06 Netwerkgebonden kosten HWN 727.834 744.218 875.011 874.335 853.304 830.415 826.446 710.199 704.133 704.133 704.665 704.665 704.665 704.665 704.665
Mutaties Voorjaarsnota 2024 3.107 3.584 2.447 3.247 3.247 3.247 3.247 3.647 ‒ 203 ‒ 203 ‒ 203 ‒ 203 ‒ 203 ‒ 203 ‒ 203
Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 12.06 Netwerkgebonden kosten HWN 730.941 747.802 877.458 877.582 856.551 833.662 829.693 713.846 703.930 703.930 704.462 704.462 704.462 704.462 704.462
Apparaat RWS 23.436 23.436
EZ: TNO pilot open Radiotoegangsnetwerk ‒ 150 ‒ 150
HXII: Detachering Europese Commissie 85 85
Klimaatneutrale en circulaire organisatie (KCO) 3.690 926 926 788 656 394
Kwaliteitsorgaan Verkeersveiligheidsaudits (KOVA) taken 78 78
Loon- en Prijsbijstelling 2024 554.263 36.322 37.132 41.009 40.882 40.278 39.526 39.406 35.406 34.881 34.908 34.881 34.908 34.908 34.908 34.908
Monitor Smart Mobility 2026 ‒ 2028 825 275 275 275
Opgave Hoofdwegennet MF: Afronden CHARM 19.989 19.989
Opgave Hoofdwegennet MF: Inzet Hinderaanpak 1.800 250 250 250 250 250 250 300
Rijksbrede Apparaatstaakstellingen Hoofdlijnenakkoord ‒ 120.316 ‒ 8.594 ‒ 8.594 ‒ 8.594 ‒ 8.594 ‒ 8.594 ‒ 8.594 ‒ 8.594 ‒ 8.594 ‒ 8.594 ‒ 8.594 ‒ 8.594 ‒ 8.594 ‒ 8.594 ‒ 8.594
Programma Vrachtwagenheffing 2024 1.102 1.102
Toevoeging CA-middelen RWS Instandhouding 161.186 80.763 80.423
Mutaties Miljoenennota 2025 38.613 29.714 33.728 53.458 32.603 31.182 31.112 131.011 106.710 26.314 26.287 26.314 26.314 26.314 26.314
Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 12.06 Netwerkgebonden kosten HWN 769.554 777.516 911.186 931.040 889.154 864.844 860.805 844.857 810.640 730.244 730.749 730.776 730.776 730.776 730.776
Totaal Uitgaven stand ontwerpbegroting 2024 Hoofdwegennet 3.706.162 4.202.936 3.936.385 4.161.896 3.819.097 3.294.031 3.054.667 2.980.622 2.744.842 2.930.570 2.661.562 3.105.677 3.040.122 2.474.067 2.049.566
Totaal Uitgaven stand eerste suppletoire wet 2024 Hoofdwegennet 3.675.014 4.044.401 4.038.664 4.178.742 3.849.310 3.522.416 3.273.610 2.809.583 2.886.567 3.164.750 2.723.082 3.102.691 2.963.682 2.370.978 2.049.300
Totaal Uitgaven stand ontwerpbegroting 2025 Hoofdwegennet 3.898.451 3.940.969 4.475.822 4.198.790 4.275.981 3.946.443 3.806.090 3.570.796 3.520.239 3.010.710 2.538.780 3.101.769 2.881.096 2.958.179 2.372.901
Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 12.09 Ontvangsten 52.885 119.401 121.801 123.154 111.247 225.948 175.821 196.278 171.963 72.248 49.754 49.754 9.756 82.730 82.733
Mutaties Voorjaarsnota 2024 43.743 4.685 ‒ 3.266 ‒ 750 769 ‒ 3.391 41
Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 12.09 Ontvangsten 96.628 124.086 118.535 122.404 112.016 222.557 175.862 196.278 171.963 72.248 49.754 49.754 9.756 82.730 82.733
Bijdragen Derden Ontvangsten 8.267 8.267
Herverdeling Ontvangsten N33 ‒ 63.859 ‒ 15.142 ‒ 13.083 ‒ 35.651 ‒ 171 188
Loon- en Prijsbijstelling 2024 311 64 219 21 7
Mutaties Miljoenennota 2025 8.331 219 21 ‒ 15.135 ‒ 13.083 ‒ 35.651 ‒ 171 188
Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 12.09 Ontvangsten 104.959 124.305 118.556 122.404 112.016 207.422 162.779 160.627 171.792 72.436 49.754 49.754 9.756 82.730 82.733
Totaal Ontvangsten stand ontwerpbegroting 2024 Hoofdwegennet 52.885 119.401 121.801 123.154 111.247 225.948 175.821 196.278 171.963 72.248 49.754 49.754 9.756 82.730 82.733
Totaal Ontvangsten stand eerste suppletoire wet 2024 Hoofdwegennet 96.628 124.086 118.535 122.404 112.016 222.557 175.862 196.278 171.963 72.248 49.754 49.754 9.756 82.730 82.733
Totaal Ontvangsten stand ontwerpbegroting 2025 Hoofdwegennet 104.959 124.305 118.556 122.404 112.016 207.422 162.779 160.627 171.792 72.436 49.754 49.754 9.756 82.730 82.733

Toelichting

A2 Vonderen-Kerensheide werkzaamheden

In het contract A2 Vonderen-Kerensheide zijn de geplande beheer en onderhoud en Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO) werkzaamheden geïntegreerd opgedragen. Deze middelen worden d.m.v. een budgetoverheveling aan het projectbudget toegevoegd.

Apparaat RWS

De capaciteit RWS is, middels de begroting 2024, structureel gedekt op een niveau van 9.341 fte en t/m 2030 op een niveau van 9.572 fte. Hiermee kan de maakbare opgave op instandhouding opgevangen worden binnen RWS. Met deze mutatie wordt de financiering van de RWS-capaciteit doorgetrokken naar 2031.

Apparaat Tijdelijke Tolheffing 2024

Dit betreft een actualisatie van het apparaatsbudget van Tijdelijke Tolheffing.

Bijdragen derden

Dit betreft voornamelijk de bijdragen van derden, waaronder de bijdrage 2024 van RWS aan de Rijksbijdrage TNO t.b.v. het onderzoekspgrogramma Vervanging en Renovatie.

Budgetoverheveling Verduurzaming gebouwen

Dit betreft een budgetoverheveling van de reservering voor verduurzaming gebouwen naar RWS in het benodigde ritme van 2025-2037.

Dekking Hoofdwegennet MF: Saldo mee- en tegenvallers

Dit betreft de verwerking van het saldo mee- en tegenvallers binnen het realisatieprogramma Hoofdwegennet. De meevallers worden ingezet als dekking voor de opgave MF.

EZ: Geleiderail Zonnepark A37

Het ministerie van EZ hevelt € 9 miljoen over vanuit het Klimaatfonds naar de IenW-begroting als voorfinanciering van de kosten die RWS moet maken voor de aanleg van een geleiderail bij de A37 die nodig is in verband met de aanleg van een zonnepark daar.

Herstel achterstallig onderhoud areaal

Op verzoek beheerder wordt het achterstalling onderhoud toegevoegd aan de scope van A10 Knooppunt De Nieuwe Meer en Amstel. Het betreft hier de uitvoeringskosten.

Herverdeling ontvangsten N33 Midden

Dit betreft een bijstelling van de verwachte ontvangsten bij het project N33 Zuidbroek Appingedam omdat met de regio is afgesproken een deel wordt ingezet voor het project A7 Zuidelijke Ringweg Groningen. Daarnaast is de prijsbijstelling 2024 verwerkt.

HXII: Campagne Kort Ritje dat is zo Gefietst

Dit betreft de overboeking naar HXII voor het uitvoeren van de campagne Kort Ritje dat is zo Gefietst inclusief bureau en mediakosten.

HXII: A2 Vonderen-Kerensheide werkzaamheden

In het contract A2 Vonderen-Kerensheide zijn de geplande beheer en onderhoud en Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO) werkzaamheden geïntegreerd opgedragen. Deze middelen worden d.m.v. een budgetoverheveling aan het projectbudget toegevoegd.

HXII: Overboeking Schoon Emissieloos Bouwen

Dit betreft een overboeking van het MF naar HXII ten behoeve van het programma Schoon en Emissieloos Bouwen.

Impactanalyse stalen vallen Schinkelbruggen

Op verzoek beheerder wordt onderzocht wat de extra onderzoekskosten zijn voor vervangen van de stalen vallen.

Kaderaanpassing Augustusbesluitvorming 2024

Dit betreft de kaderaanpassing op het Hoofdwegennet die over de gehele looptijd van het fonds budgetneutraal is.

Kaderruilen 2024

Er zijn kaderruilen doorgevoerd om de overprogrammering in een beheersbaar ritme te krijgen en om de programmering en budgetten te verdelen tussen de modaliteiten om ontstane negatieve kaderstanden op artikelonderdelen op te lossen. Over alle jaren is dit per saldo budgettair neutraal voor de modaliteiten.

Kasschuiven Hoofdwegennet

Om binnen een modaliteit tot een sluitende programmering te komen, zijn budgettair neutrale kasschuiven over de diverse jaren noodzakelijk.

Klimaatneutrale en circulaire organisatie (KCO)

Dit betreft een overboeking voor klimaatneutrale en circulaire organisatie, waarbij er uitwerking kan worden gegeven aan de ambitie om de bedrijfsvoering rijksbreed te verduurzamen conform het Programma ‘Denk Doe Duurzaam’.

Loon- en Prijsbijstelling 2024

Dit betreft de toegekende loon- en prijsbijstelling 2024 die vanuit de begroting Hoofdstuk XII zijn overgeheveld naar de generieke investeringsruimte 11.04 van het Mobiliteitsfonds. Vanuit de investeringsruimte zijn de artikelonderdelen verhoogd met loon- en prijsbijstelling.

Meerjaring vast onderhoud voor West Nederland Noord

Op verzoek beheerder wordt het meerjarig onderhoud toegevoegd aan de scope van Zuidasdok. Het betreft hier de uitvoeringskosten.

Monitor Smart Mobility 2026 ‒ 2028

Betreft opdrachtverstrekking van DGMo aan RWS voor het inzichtelijk maken van effecten en het opstellen van de Monitor Smart Mobility.

Opgave Hoofdwegennet MF: A2 Vonderen-Kerensheide

Dit betreft een overboeking uit artikel 11 voor de dekkingsopgave van de A2 Vonderen-Kerensheide.

Opgave Hoofdwegennet MF: Afronden CHARM

Dit betreft een overboeking uit artikel 11 om het programma CHARM af te ronden. Er zijn meerkosten gemaakt vanwege de langer dan geplande looptijd van het programma en vanwege de implementatie van adviezen CIO IenW en AcICT.

Opgave Hoofdwegennet MF: Informatieplicht energiebesparing

Dit betreft een overboeking naar RWS omdat de reikwijdte van de wettelijke verplichting tot energiebesparing voor milieubelastende activiteiten is toegenomen.

Opgave Hoofdwegennet MF: Inzet Hinderaanpak

Dit betreft een overboeking vanuit artikel 11 voor de inzet van hinderaanpak bij RWS. De inzet van RWS voor de hinderaanpak bij projecten is onderdeel van het BKN RWS, maar ten onrechte niet opgenomen in de beprijzing van het BKN.

Opgave Hoofdwegennet MF: Jan Blankenburg fietspad

Dit betreft een overboeking vanuit artikel 11 voor aanpassing van het fietspad Jan Blankenbrug van € 0,25 miljoen.

Opgave Hoofdwegennet MF: Sluiskiltunnel

In 2025 wordt de Sluiskiltunnel overgedragen van de Provincie Zeeland aan het Rijk. RWS heeft nog geen budget gekregen voor de areaaluitbreiding met de Sluiskiltunnel die in 2025 in beheer bij RWS komt. Met deze mutatie ontvangt RWS budget voor beheer en onderhoud voor de jaren 2025 t/m 2030.

Overboeking A2 Vonderen-Kerensheide

Dit betreft een overboeking van de reservering A2 Vonderen-Kerensheide dat wordt teruggeboekt naar een reservering op artikel 11.

Overboeking geluid emissiekentallen en stille banden aftrek

Dit betreft een overboeking vanuit de bij OB2024 gereserveerde middelen op artikel 11 bedoeld voor de onderdelen emmissiekentallen, stille banden aftrek en geluidmarge. De aanpassing (ophoging) van emissiekentallen en het vervallen van de stille banden aftrek is inmiddels in regelgeving vastgelegd. RWS heeft daardoor te maken met hogere uitvoeringskosten voor de naleving van geluidproductieplafonds door hogere emissiekentallen.

Overboeking Knooppunt-Raalte

Dit betreft een overboeking vanuit artikel 11.03 naar het beleidsartikel om het tekort bij het project Knooppunt Raalte te dekken.

Overboeking N33 Midden

Dit betreft de overboeking vanuit de reservering N33 Midden (Zuidbroek Appingedam) naar artikel 12. Dit is conform de BO MIRT afspraken 2023. De middelen zijn benodigd om verdere afspraken te maken met de regio over de doorstart van het project naar aanleiding van het compensatiepakket Groningen.

Overboeking N33 Noord - Studiekosten

Voor de N33 Noord (Appingedam-Eemshaven) is € 5 miljoen van de reservering van € 250 miljoen uit «Nij Begun» overgeboekt vanuit artikel 11.03 naar het beleidsartikel om de studiekosten van het MIRT-onderzoek te bekostigen.

Prijsstijgingen Hoofdwegennet

Dit betreft een overboeking van artikel 11 naar de projectbudgetten op artikel 12 wat betreft excessieve prijsstijgingen. Het gaat onder andere om VenR projecten, Zuidelijke Ringweg Groningen, A16 Rotterdam, Blankenburgverbinding, A9 Badhoevendorp en A27 Houten Hooipolder.

Programma Vrachtwagenheffing 2024

Dit betreft een actualisatie van het budget van Vrachtwagenheffing.

Rijksbrede Apparaatstaakstellingen Hoofdlijnenakkoord (HLA)

In het HLA is een Rijksbrede taakstelling van gemiddeld 20 procent op de apparaatsbudgetten voorgesteld. Voor RWS geldt er ook een taakstelling. Dit is verwerkt in de begroting van het Mobiliteitsfonds op het apparaatsbudget van RWS artikelonderdeel 12.06.

Saldo mee- en tegenvallers Hoofdwegennet

Dit betreft de verwerking van het saldo mee- en tegenvallers binnen het realisatieprogramma Hoofdwegennet.

SPUK naar GF en PF met 10% budgetkorting

In het HLA is een budgetkorting van 10 procent op de Specifieke uitkeringen (SPUKs) opgenomen die overgeheveld wordt naar het Gemeente- en Provinciefonds. Dit is verwerkt in de begroting van het Mobiliteitsfonds op artikelonderdeel 12.03 Ontwikkeling.

Tolvrij Westerscheldetunnel

Dit betreft een overboeking vanuit artikel 11.03 naar het beleidsartikel voor de mogelijke verlening van een Specifieke uitkering (SPUK) voor de gederfde tolinkomsten als gevolg van het vervroegd tolvrij maken van de Westerscheldetunnel aan de Provincie Zeeland.

Toevoeging Coalitieakkoord-middelen instandhouding

In de begroting van 2025 is besloten om vanuit de Coalitieakkoord reservering instandhouding, de financiering van het BKN RWS beleidsarm met twee jaar door te trekken tot en met 2032.

Artikel 13 Spoorwegen

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 13.02 Exploitatie onderhoud en vernieuwing 2.143.402 2.121.260 1.656.620 1.725.133 1.519.931 1.546.068 1.700.260 1.720.871 1.765.364 1.859.517 1.964.531 1.936.371 2.090.250 2.086.800 1.982.208
Mutaties Voorjaarsnota 2024 207.787 ‒ 20.000 315.374 315.366 315.371 402.560 255.064 ‒ 20.000 ‒ 20.000 ‒ 20.000 ‒ 20.000 ‒ 20.000 ‒ 20.000
Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 13.02 Exploitatie onderhoud en vernieuwing 2.351.189 2.101.260 1.971.994 2.040.499 1.835.302 1.948.628 1.955.324 1.700.871 1.745.364 1.839.517 1.944.531 1.916.371 2.070.250 2.086.800 1.982.208
Correctie Omvorming ProRail 533.000 40.000 20.000 20.000 20.000 40.000 40.000 40.000 40.000 40.000 40.000 40.000 43.000 47.000 30.000 33.000
FIN: CA-middelen BKN Spoor 678.467 253.478 211.316 126.475 30.203 56.995
HXII: Overheveling EOV naar HXII subsidies Spoorgoederenvervoer ‒ 7.000 ‒ 7.000
Kasschuiven 2024 Exploitatie, Onderhoud en Vernieuwing 0 315.500 286.000 8.500 310.000 362.573 131.791 45.000 40.000 51.666 ‒ 233.969 ‒ 360.552 ‒ 373.726 ‒ 582.783
Loon- en prijsbijstelling 2024 855.820 70.982 63.437 51.161 53.803 47.608 48.397 53.998 53.976 55.018 55.535 58.705 57.855 62.501 63.001 59.843
Opgave Spoorwegen MF: Calandbrug 87.900 29.300 29.300 29.300
Opgave Spoorwegen MF: Instandhoudingskosten brandblus havenspoor Rotterdam 26.900 1.900 1.900 1.900 1.900 1.900 1.900 1.900 1.900 1.900 1.900 1.900 1.900 1.900 2.200
Opgave Spoorwegen MF: Lagere opbrengsten gebruiksvergoeding ProRail 2023 en 2024 133.000 103.000 30.000
Opgave Spoorwegen MF: OVS - Kwartstofproblematiek 2024-2025 19.300 9.650 9.650
Overboeking Extrapolatie 2037 naar EOV ten behoeve van BKN Spoor 223.407 223.407
Overboeking Extrapolatie 2038 naar EOV ten behoeve van BKN Spoor 485.000 485.000
Overboeking Generieke Investeringsruimte naar EOV 580.350 77.000 77.000 77.000 77.000 108.350 87.000 77.000
Overboeking ZBO ProRail 60.000 20.000 20.000 20.000
Prijsstijgingen Instandhouding Spoor 96.000 96.000
Toevoeging CA-middelen ProRail Instandhouding (BKN Spoor) 400.000 102.218 100.000 100.000 97.782
Mutaties Miljoenennota 2025 314.532 144.987 485.561 488.003 204.308 506.597 566.821 568.145 430.234 263.910 182.474 27.999 ‒ 149.151 44.882 92.842
Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 13.02 Exploitatie onderhoud en vernieuwing 2.665.721 2.246.247 2.457.555 2.528.502 2.039.610 2.455.225 2.522.145 2.269.016 2.175.598 2.103.427 2.127.005 1.944.370 1.921.099 2.131.682 2.075.050
Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 13.03 Ontwikkeling 550.619 508.621 602.829 494.082 374.911 537.931 147.903 268.944 84.895 89.163 62.123 155.781 264.456 4.000 4.000
Mutaties Voorjaarsnota 2024 ‒ 3.959 ‒ 71.642 136.650 82.665 177.835 50.194 183.781 ‒ 148.845 94.369 143.269 139.141 ‒ 3.799 ‒ 50.721 82.195 0
Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 13.03 Ontwikkeling 546.660 436.979 739.479 576.747 552.746 588.125 331.684 120.099 179.264 232.432 201.264 151.982 213.735 86.195 4.000
BCF: SPUK Leiden ‒ 58 ‒ 58
Bijdrage Provincie Friesland 82 82
HXII: Bijdrage Algemeen Strategisch Advies aan directie OV 63 63
HXII: Overboeking marktordening ‒ 500 ‒ 500
HXII: Overboeking toegankelijkheid OV ‒ 300 ‒ 300
HXII: Schoon Emissieloos Bouwen 7.744 2.000 2.000 2.000 1.744
Kaderaanpassing Augustusbesluitvorming 2024 0 ‒ 108.000 ‒ 50.000 88.000 18.000 52.000
Kaderruilen 2024 0 ‒ 269.359 38.377 ‒ 138.472 ‒ 97.209 ‒ 224.919 ‒ 231.438 200.000 100.000 153.337 151.790 96.042 143.520 29.431 ‒ 19.100 75.000
Kasschuiven 2024 Ontwikkeling 0 118.546 ‒ 118.303 ‒ 98.023 ‒ 75.650 ‒ 3.210 ‒ 64.650 ‒ 182.250 ‒ 2.250 ‒ 2.250 ‒ 68.428 50.000 130.000 286.068 30.400
Kasschuiven 2024 PHS ‒ 17.044 ‒ 1.000 ‒ 16.044
Loon- en prijsbijstelling 2024 145.490 1.768 2.274 9.121 7.864 16.325 11.395 14.493 8.482 16.725 13.380 21.541 13.123 8.224 775
Opgave Spoorwegen MF: Seinenproblematiek 53.644 8.000 23.000 19.644 3.000
Overboeking DU OV toegankelijkheid ‒ 19.439 ‒ 19.439
Overboeking naar Modal Shift 500 500
Overboeking Oudelijn ten behoeve van subsidieaanvraag 1.702 1.702
Overboeking Woningbouw en Mobiliteit ProRail 1.500 300 300 300 300 300
Prijsstijgingen Grensoverschrijdend Spoor 2.000 2.000
Prijsstijgingen Wolfheze en Gilze Rijen 7.000 5.000 2.000
Stallingen Oostelijke Sporen ‒ 44.120 ‒ 6.300 ‒ 7.500 ‒ 6.500 ‒ 6.000 ‒ 6.000 ‒ 6.000 ‒ 5.820
Mutaties Miljoenennota 2025 ‒ 159.639 ‒ 167.208 ‒ 279.974 ‒ 165.695 ‒ 215.504 ‒ 288.693 116.167 106.232 167.812 96.742 185.583 156.643 211.431 275.192 106.175
Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 13.03 Ontwikkeling 387.021 269.771 459.505 411.052 337.242 299.432 447.851 226.331 347.076 329.174 386.847 308.625 425.166 361.387 110.175
Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS 217.148 204.182 197.709 197.001 175.994 110.095 107.100 43.910
Mutaties Voorjaarsnota 2024 17.038 11.866 ‒ 5.546 ‒ 14.725 ‒ 8.434
Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS 234.186 216.048 192.163 182.276 167.560 110.095 107.100 43.910
Mutaties Miljoenennota 2025
Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS 234.186 216.048 192.163 182.276 167.560 110.095 107.100 43.910
Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 13.07 Rente en aflossing 8.845.000
Mutaties Voorjaarsnota 2024 ‒ 8.825.000 20.000 20.000
Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 13.07 Rente en aflossing 20.000 20.000 20.000
Overboeking ZBO ProRail ‒ 60.000 ‒ 20.000 ‒ 20.000 ‒ 20.000
Mutaties Miljoenennota 2025 ‒ 20.000 ‒ 20.000 ‒ 20.000
Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 13.07 Rente en aflossing 0 0 0
Totaal Uitgaven stand ontwerpbegroting 2024 Spoorwegen 2.911.169 11.679.063 2.457.158 2.416.216 2.070.836 2.194.094 1.955.263 2.033.725 1.850.259 1.948.680 2.026.654 2.092.152 2.354.706 2.090.800 1.986.208
Totaal Uitgaven stand eerste suppletoire wet 2024 Spoorwegen 3.132.035 2.774.287 2.923.636 2.819.522 2.555.608 2.646.848 2.394.108 1.864.880 1.924.628 2.071.949 2.145.795 2.068.353 2.283.985 2.172.995 1.986.208
Totaal Uitgaven stand ontwerpbegroting 2025 Spoorwegen 3.286.928 2.732.066 3.109.223 3.121.830 2.544.412 2.864.752 3.077.096 2.539.257 2.522.674 2.432.601 2.513.852 2.252.995 2.346.265 2.493.069 2.185.225
Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 13.09 Ontvangsten 228.802 358.115 202.784 202.784 202.784 202.784 208.784 208.784 208.784 208.784 217.784 219.084 202.784 202.784 202.784
Mutaties Voorjaarsnota 2024 9.320 ‒ 55.000 ‒ 54.500 ‒ 52.500 ‒ 49.500 ‒ 47.500 ‒ 45.500 ‒ 42.500 ‒ 40.500 ‒ 38.500 24.000 40.000 40.000 40.000
Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 13.09 Ontvangsten 238.122 303.115 148.284 150.284 153.284 155.284 163.284 166.284 168.284 170.284 241.784 259.084 242.784 242.784 202.784
Afboeken concessie Hoofdrailnet na 2033 ‒ 376.500 ‒ 75.300 ‒ 75.300 ‒ 75.300 ‒ 75.300 ‒ 75.300
Bijdrage Provincie Friesland 82 82
Indexering Ontvangsten Hogesnelheidslijn heffing 40.000 40.000
Mutaties Miljoenennota 2025 82 ‒ 75.300 ‒ 75.300 ‒ 75.300 ‒ 75.300 ‒ 35.300
Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 13.09 Ontvangsten 238.204 303.115 148.284 150.284 153.284 155.284 163.284 166.284 168.284 170.284 166.484 183.784 167.484 167.484 167.484
Totaal Ontvangsten stand ontwerpbegroting 2024 Spoorwegen 228.802 358.115 202.784 202.784 202.784 202.784 208.784 208.784 208.784 208.784 217.784 219.084 202.784 202.784 202.784
Totaal Ontvangsten stand eerste suppletoire wet 2024 Spoorwegen 238.122 303.115 148.284 150.284 153.284 155.284 163.284 166.284 168.284 170.284 241.784 259.084 242.784 242.784 202.784
Totaal Ontvangsten stand ontwerpbegroting 2025 Spoorwegen 238.204 303.115 148.284 150.284 153.284 155.284 163.284 166.284 168.284 170.284 166.484 183.784 167.484 167.484 167.484

Toelichting

Afboeken concessie Hoofdrailnet na 2033

De concessie-ontvangsten worden vanaf 2034 afgeboekt. De kans dat er op dat moment nog een concessievergoeding per jaar wordt ontvangen is nihil.

BCF: SPUK Leiden

Dit betreft een overboeking omdat er een storting moet worden gedaan in het btw compensatiefonds (BCF) voor de specifieke uitkering (SPUK) Leiden (Oude Lijn) in 2025.

Bijdrage Provincie Friesland

Dit betreft de bijdrage van Provincie Friesland aan de HRMK-spoorbrug voor 2024 van € 0,08 miljoen.

Correctie Omvorming ProRail

Bij Voorjaarsnota 2024 zijn de middelen in het kader van de omvorming ProRail zowel aan de inkomsten- als de uitgavenkant technisch uit de Rijksbegroting gehaald, omdat de omvorming per 1 januari 2025 niet langer haalbaar is. Bij de technische verwerking hiervan is in de Voorjaarsnota 2024 abusievelijk een bedrag onttrokken aan het EOV-budget in plaats van aan het EOV-budget toegevoegd. Middels onderhevige mutatie wordt dit gecorrigeerd.

FIN: Aanvullende Post EOV-Spoor

Op de Aanvullende Post zijn vanuit het Coalitieakkoord Rutte-IV middelen gereserveerd voor de instandhouding op het spoor. Deze middelen worden bij de Ontwerpbegroting 2025 overgeboekt (€ 678 miljoen) ten behoeve van de instandhoudingsopgave BKN Spoor.

HXII: Bijdrage Algemeen Strategisch Advies aan directie OV

Voor de opdracht aan Populytics voor de participatieve waarde evaluatie is een bijdrage vanuit de directie Algemeen Strategisch Advies naar de directie OV en Spoor afgesproken. Middels deze mutatie wordt deze bijdrage overgeboekt.

HXII: Overboeking marktordening

De uitgaven voor marktordeningsonderzoeken ter hoogte van € 0,5 miljoen worden gedekt uit post de studie- en innovatie op het Mobiliteitsfonds.

HXII: Overboeking toegankelijkheid OV

Ten behoeve van toegankelijkheid OV wordt € 0,3 miljoen overgeboekt uit programma verbeteren toegankelijkheid OV naar HXII.

HXII: Overheveling EOV naar HXII subsidies Spoorgoederenvervoer

De middelen voor de Tijdelijke subsidieregeling opstellen en rangeren spoorgoederenvervoer 2023–2025 worden overgeboekt naar HXII. Het gaat om € 7 miljoen, waarvoor middelen gereserveerd staan op het budget van artikel 13 op het MF.

HXII: Schoon Emissieloos Bouwen

Dit betreft een overboeking van de Schoon en Emissieloos Bouwen middelen voor OVS - Prorail.

Indexering Ontvangsten Hogesnelheidslijn heffing

De ontvangsten van de HSL-heffing worden gecorrigeerd voor inflatie. Het Besluit HSL-heffing schrijft voor dat de ontvangsten van de HSL-heffing elk opvolgend jaar gecorrigeerd worden voor inflatie. Echter, deze ontvangsten staan nu nog als constante prijzen in de begroting. Als gevolg van deze correctie nemen de ontvangsten toe met cumulatief € 478 miljoen.

Kaderaanpassing Augustusbesluitvorming 2024

Dit betreft de kaderaanpassing op het Spoorwegennet die over de gehele looptijd van het fonds budgetneutraal is.

Kaderruilen 2024

Er zijn kaderruilen doorgevoerd om de overprogrammering in een beheersbaar ritme te krijgen en om de programmering en budgetten te verdelen tussen de modaliteiten om ontstane negatieve kaderstanden op artikelonderdelen op te lossen. Over alle jaren is dit per saldo budgettair neutraal voor de modaliteiten.

Kasschuiven Spoorwegen

Om binnen een modaliteit tot een sluitende programmering te komen, zijn budgettair neutrale kasschuiven over de diverse jaren noodzakelijk.

Loon- en prijsbijstelling 2024

Dit betreft de toegekende loon- en prijsbijstelling 2024 die vanuit de begroting Hoofdstuk XII zijn overgeheveld naar de generieke investeringsruimte 11.04 van het Mobiliteitsfonds. Vanuit de investeringsruimte zijn de artikelonderdelen verhoogd met loon- en prijsbijstelling.

Opgave Spoorwegen MF: Calandbrug

In verband met het Theemswegtracé wordt het huidige spoor van de Calandbrug verwijderd. Deze werkzaamheden worden gecombineerd met de renovatie van de brug en de reparatie of vervanging van het wegdek. De meerkosten (€ 87,9 miljoen) op het actuele projectbudget zijn nodig voor renovatie in combinatie met schadeherstel van het rijdek.

Opgave Spoorwegen MF: Instandhoudingskosten brandblus havenspoor Rotterdam

Tussen ProRail en IenW bestaat de afspraak dat in de aanlegbeschikking brandblusvoorziening havenspoor Rotterdam voldoende budget voor instandhouding wordt meegevraagd. Per abuis is voor de periode 2024 tot einde looptijd MF jaarlijks € 1,9 miljoen te weinig budget aangevraagd voor instandhouding van de brandvoorzieningen.

Opgave Spoorwegen MF: Lagere opbrengsten gebruiksvergoeding ProRail 2023 en 2024

ProRail ontvangt in 2023 en 2024 minder inkomsten uit de gebruiksvergoeding die vervoerders aan ProRail betalen. Dit komt vooral doordat NS minder treinkilometers rijdt dan waar een aantal jaar geleden van werd uitgegaan toen de tarieven werden vastgesteld. Dit levert voor ProRail in 2023 en 2024 een inkomstenderving op. Met deze aanvulling wordt deze inkomstenderving gedekt.

Opgave Spoorwegen MF: OVS - Kwartstofproblematiek 2024-2025

De arbeidsinspectie heeft ProRail de eis opgelegd om zoveel mogelijk kwartsloze ballast-stenen toe te passen. Deze stenen zijn duurder in aanschaf en verwerking. Daardoor vallen de kosten per jaar hoger uit bij volledig kwartsloos werken. Vanaf 2026 wordt het toepassen van kwartsloze ballast onderdeel van BKN ProRail. Deze uitgaven worden gedekt vanuit de vrije investeringsruimte.

Opgave Spoorwegen MF: Seinenproblematiek

Voor twee projecten (emplacement Den haag Centraal en PHS Tilburg) in realisatie is in het spoorontwerp rekening gehouden met seinen Nieuwe Generatie. ProRail heeft echter deze seinen niet veilig verklaard. Daardoor moeten voor deze projecten de ontwerpen worden herzien en moet er een beroep wordengedaan op de leverancier van de oude seinen. Om de uitvoering van de projecten in realisatie niet stil te laten vallen, is aanvullend budget nodig. Daarom wordt € 85 miljoen uit de vrije investeringsruimte verdeeld en overgeheveld naar PHS Den Haag Centraal en Kleine projecten.

Overboeking Extrapolatie 2037 naar EOV ten behoeve van BKN-spoor

Dit betreft een overboeking (€ 223,4 miljoen) van de resterende extrapolatieruimte 2037 op artikel 11.04 naar het programma EOV op artikel 13.02, ten behoeve van de instandhoudingsopgave BKN-spoor.

Overboeking Extrapolatie 2038 naar EOV ten behoeve van BKN-spoor

Dit betreft een overboeking (€ 485 miljoen) van de resterende extrapolatieruimte 2038 op artikel 11.04 naar het programma EOV op artikel 13.02, ten behoeve van de instandhoudingsopgave BKN-spoor.

Overboeking naar Modal Shift

Het oorspronkelijke budget van € 7,5 miljoen Modal Shift van Weg naar Spoor is gedekt vanuit het maatregelenpakket Spoorgoederenvervoer. Er zijn meer subsidieaanvragen dan eerder verwacht. Om die reden wordt de verhoging van het budgetplafond 2024 ook uit dit budget gedekt.

Overboeking Oudelijn ten behoeve van subsidieaanvraag

Dit betreft een overboeking van het verkenningenbudget naar het PUV-budget van programma Oude Lijn ten behoeve van het beschikken van een aanvullende subsidieaanvraag inzake de analytische fase Oude Lijn. Op 8 december 2022 heeft ProRail op basis van het Plan van Aanpak een subsidieaanvraag gedaan voor de Analytische fase van € 7,614 miljoen. Deze aanvraag is door IenW beschikt op 8 februari 2023. De aanvraag blijkt niet toereikend te zijn en om die reden is er een aanvullende subsdieaanvraag door ProRail ingediend.

Overboeking generieke investeringsruimte naar EOV

Vanuit de generieke investeringsruimte worden middelen overgeheveld naar artikelonderdeel 13.02 EOV, ter dekking van de instandhoudingsopgave BKN Spoor.

Overboeking Woningbouw en Mobiliteit ProRail

Dit betreft een overboeking van artikel 11 MF naar artikel 13 MF ten behoeve van het programma Woningbouw en Mobiliteit voor Prorail.

Overboeking ZBO ProRail

Bij Voorjaarsnota 2024 zijn de middelen in het kader van de omvorming ProRail zowel aan de inkomsten- als de uitgavenkant technisch uit de Rijksbegroting gehaald, omdat de omvorming per 1 januari 2025 niet langer haalbaar is. Bij de technische verwerking hiervan is abusievelijk is een bedrag van 20 miljoen in de jaren 2025, 2026 en 2027 op de verkeerde budgetplaats terechtgekomen. Middels onderhevige mutatie wordt dit gecorrigeerd.

PF: Toegankelijkheid OV

Dit betreft een overboeking van € 19,4 miljoen (inclusief compensabele btw-component) naar het Provinciefonds voor Decentrale Uitkering middelen ter uitvoering van het bestuursakkoord Toengankelijkheid OV 2022-2032 aan de twaalf provincies.

Prijsstijgingen Grensoverschrijdend Spoor

Dit betreft de overboeking uit de reservering excessieve prijsstijgingen naar Grensoverschrijdend Spoor in verband met excessieve prijsstijgingen.

Prijsstijgingen Instandhouding Spoor 2024

Dit betreft de overboeking uit de reservering excessieve prijsstijgingen naar EOV in verband met excessieve prijsstijgingen op basis van de Q3 prognose ProRail en de excessieve stijging transportkosten energie. De extra transportkosten voor energie worden door de netbeheerders aan ProRail in rekening gebracht als gevolg van hogere energieprijzen.

Prijsstijgingen Risicoreservering EOV

Dit betreft de overboeking uit de reservering excessieve prijsstijgingen naar EOV in verband met excessieve prijsstijgingen voor de Risicoreservering EOV.

Prijsstijgingen Wolfheze en Gilze Rijen

Dit betreft de overboeking uit de reservering excessieve prijsstijgingen naar Wolfheze en Gilze Rijen in verband met excessieve prijsstijgingen.

Stallingen Oostelijke Sporen

IenW heeft in overleg met ProRail (DO PHS) besloten om een deel van de scope Amsterdam CS, de stallingen onder de oostelijke sporen (SOOS) binnen het programma ‘Fietsparkeren bij Stations’ over te hevelen naar het PHS project ‘Amsterdam Centraal waardoor de werkzaamheden efficienter kunnen worden uitgevoerd.

Toevoeging CA-middelen ProRail Instandhouding (BKN Spoor)

Vanuit de CA-reservering instandhouding op 11.03 wordt € 400 miljoen in de jaren 2035 tot en met 2038 overgeboekt naar artikelonderdeel 13.02 ten behoeve van de instandhoudingsopgave (BKN Spoor) van ProRail.

Artikel 14 Regionale infrastructuur en bereikbaarheidsprogramma's

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 14.01 Regionale infrastructuur 48.227 90.282 19.159 10.408 20.455 7.700 7.700 7.700
Mutaties Voorjaarsnota 2024 ‒ 42.721 ‒ 10.270 105.988 85.401 135.262 163.275 186.980 182.000 187.503 102.000 72.000 51.494 56.523
Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 14.01 Regionale infrastructuur 5.506 80.012 125.147 95.809 155.717 170.975 194.680 189.700 187.503 102.000 72.000 51.494 56.523
Loon- en prijsbijstelling 2024 44.884 958 3.274 39 3.109 1.831 14.827 589 20.257
Mutaties Miljoenennota 2025 958 3.274 39 3.109 1.831 14.827 589 20.257
Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 14.01 Regionale infrastructuur 5.506 80.970 125.147 95.809 158.991 171.014 197.789 191.531 202.330 102.000 72.000 52.083 76.780
Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 14.03 Bereikbaarheidsprogramma's 1.094.461 410.054 144.181 37.107 15.903 31.805 98.595 108.137 115.557
Mutaties Voorjaarsnota 2024 ‒ 43.967 ‒ 8.000 ‒ 8.000
Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 14.03 Bereikbaarheidsprogramma's 1.050.494 410.054 136.181 29.107 15.903 31.805 98.595 108.137 115.557
Kasschuif Korte Termijn Woningbouw 0 ‒ 94.500 94.500
Loon- en prijsbijstelling 2024 60.255 31.714 12.380 4.111 879 480 960 2.977 3.265 3.489
SPUK naar GF en PF met 10% budgetkorting ‒ 21.300 ‒ 13.618 ‒ 2.911 ‒ 1.590 ‒ 3.181
Mutaties Miljoenennota 2025 ‒ 62.786 106.880 ‒ 9.507 ‒ 2.032 ‒ 1.110 ‒ 2.221 2.977 3.265 3.489
Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 14.03 Bereikbaarheidsprogramma's 987.708 516.934 126.674 27.075 14.793 29.584 101.572 111.402 119.046
Totaal Uitgaven stand ontwerpbegroting 2024 Regionale infrastructuur en bereikbaarheidsprogramma's 1.142.688 500.336 163.340 47.515 36.358 39.505 106.295 115.837 115.557
Totaal Uitgaven stand eerste suppletoire wet 2024 Regionale infrastructuur en bereikbaarheidsprogramma's 1.056.000 490.066 261.328 124.916 171.620 202.780 293.275 297.837 303.060 102.000 72.000 51.494 56.523
Totaal Uitgaven stand ontwerpbegroting 2025 Regionale infrastructuur en bereikbaarheidsprogramma's 993.214 597.904 251.821 122.884 173.784 200.598 299.361 302.933 321.376 102.000 72.000 52.083 76.780
Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 14.09 Ontvangsten
Mutaties Voorjaarsnota 2024 42
Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 14.09 Ontvangsten 42
Mutaties Miljoenennota 2025
Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 14.09 Ontvangsten 42
Totaal Ontvangsten stand ontwerpbegroting 2024 Regionale infrastructuur en bereikbaarheidsprogramma's
Totaal Ontvangsten stand eerste suppletoire wet 2024 Regionale infrastructuur en bereikbaarheidsprogramma's 42
Totaal Ontvangsten stand ontwerpbegroting 2025 Regionale infrastructuur en bereikbaarheidsprogramma's 42

Toelichting

Kasschuif Korte Termijn Woningbouw

Dit betreft een kasschuif van € 94,5 miljoen die van 2024 naar 2025 wordt doorgeschoven. Op basis van de beschikkingen die nog opengesteld gaan worden, zal het totale bedrag niet in 2024 nodig zijn maar in 2025.

Loon- en Prijsbijstelling 2024

Dit betreft de toegekende loon- en prijsbijstelling 2024 die vanuit de begroting Hoofdstuk XII zijn overgeheveld naar de generieke investeringsruimte 11.04 van het Mobiliteitsfonds. Vanuit de investeringsruimte zijn de artikelonderdelen verhoogd met loon- en prijsbijstelling.

SPUK naar GF en PF met 10% budgetkorting

In het Hoofdlijnenakkoord van kabinet-Schoof is opgenomen dat specifieke uitkeringen (SPUKS) worden overgeheveld naar het Gemeente- of Provinciefonds met een budgetkorting van 10%. De korting is verwerkt in deze begroting voor de SPUKS: Slim, Veilig en Duurzame Mobiliteit, Schoon Emissieloos Bouwen, Woningbouw op Korte Termijn, Mobiliteitspakketten en de Regeling Kademuren.

Artikel 15 Hoofdvaarwegennet

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 15.01 Exploitatie 9.947 10.219 24.482 26.732 23.131 21.512 21.414 10.209 10.209 10.209 10.209 10.209 10.209 10.209 10.209
Mutaties Voorjaarsnota 2024
Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 15.01 Exploitatie 9.947 10.219 24.482 26.732 23.131 21.512 21.414 10.209 10.209 10.209 10.209 10.209 10.209 10.209 10.209
Loon- en Prijsbijstelling 2024 6.612 300 309 739 807 698 649 646 308 308 308 308 308 308 308 308
Toevoeging CA-middelen RWS Instandhouding 29.213 14.724 14.489
Voortzetting impulsprogramma Beter Bediend 1.900 1.900
Mutaties Miljoenennota 2025 2.200 309 739 807 698 649 646 15.032 14.797 308 308 308 308 308 308
Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 15.01 Exploitatie 12.147 10.528 25.221 27.539 23.829 22.161 22.060 25.241 25.006 10.517 10.517 10.517 10.517 10.517 10.517
Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 15.02 Onderhoud en vernieuwing 653.852 721.786 695.336 669.086 688.953 676.513 670.902 336.121 351.448 353.604 447.081 418.086 418.086 418.086 418.086
Mutaties Voorjaarsnota 2024 12.245 29.434 52.669 ‒ 14.207 ‒ 20.288 ‒ 9.624 3.961 ‒ 18.242 ‒ 26.678 5.774 273
Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 15.02 Onderhoud en vernieuwing 666.097 751.220 748.005 654.879 668.665 666.889 674.863 317.879 324.770 359.378 447.354 418.086 418.086 418.086 418.086
Bijdrage derden 52 52
Budgetoverheveling Verduurzaming gebouwen 13.541 1.230 4.397 4.511 1.365 1.400 78 80 80 80 80 80 80 80
Defensie: ETV Noord en Betonningsvaartuigen 2024 ‒ 4.011 ‒ 4.011
Dekking Hoofdvaarwegen: afronding NoMo AOV ‒ 19.191 ‒ 19.191
Prijsstijgingen Hoofdvaarwegennet 125.595 5.052 13.727 39.416 40.000 8.000 7.000 4.000 3.200 3.200 2.000 0 0 0 0 0
EZ: Bijdrage TNO ‒ 4.687 ‒ 4.687
EZ: Delta Rijn Corridor 200 100 100
EZ: MIVSP-2 deel 2 66.763 4.045 9.574 20.267 11.508 10.871 4.984 5.514
Kasschuif Onderhoud en Vernieuwing 0 50.000 ‒ 10.000 ‒ 40.000
Loon- en Prijsbijstelling 2024 240.086 20.109 22.679 22.582 19.771 20.187 20.134 20.375 9.598 9.806 12.283 12.074 12.622 12.622 12.622 12.622
Modaliteitoverstijgend - Informatieplicht energiebesparing 469 469
Opgave Vaarwegen MF: Exogene tegenvallers Hoofdvaarwegen 1.600 1.600
Opgave Vaarwegen MF: Vaargeul Boontjes 1.400 1.400
Toekomstbestendige kruising Hollands Diep 100 100
Toevoeging CA-middelen RWS Instandhouding 669.608 334.325 335.283
Mutaties Miljoenennota 2025 5.038 47.310 86.662 125.790 40.423 23.518 ‒ 10.033 347.203 348.369 14.363 12.154 12.702 12.702 12.702 12.622
Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 15.02 Onderhoud en vernieuwing 671.135 798.530 834.667 780.669 709.088 690.407 664.830 665.082 673.139 373.741 459.508 430.788 430.788 430.788 430.708
Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 15.03 Ontwikkeling 208.348 257.422 611.501 108.447 69.534 144.427 52.109 155.581 182.053 141.628 141.661 238.846 279.843 111.080 50.075
Mutaties Voorjaarsnota 2024 ‒ 2.631 ‒ 166.744 ‒ 77.120 10.611 144.471 ‒ 48.789 34.517 ‒ 115.073 73.081 73.973 70.512 ‒ 4.156 ‒ 18.169 ‒ 507 ‒ 2.718
Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 15.03 Ontwikkeling 205.717 90.678 534.381 119.058 214.005 95.638 86.626 40.508 255.134 215.601 212.173 234.690 261.674 110.573 47.357
Areaalgroei Hoofdvaarwegennet 7.402 7.402
Defensie: ERTV Zuid-en Midden ‒ 10.738 ‒ 10.738
Defensie: Verkeersbeeld op Zee ‒ 21.910 ‒ 4.063 ‒ 4.063 ‒ 4.064 ‒ 3.240 ‒ 3.240 ‒ 3.240
Dekking Hoofdvaarwegennet MF: Dynamisch Verkeersmanagement ‒ 1.135 ‒ 1.135
Dekking Hoofdvaarwegennet MF: Twentekanalen Fase 2 ‒ 8.000 ‒ 8.000
Desaldering programma Goederenvervoercorridor (GVC) 70 70
Prijsstijgingen Hoofdvaarwegennet 33.585 7.366 3.863 22.356
EZ: Maritieme Maakindustrie (MMI) ‒ 10.000 ‒ 2.500 ‒ 7.500
EZ: MIVSP-II (2e module) ‒ 19.266 ‒ 4.716 ‒ 5.120 ‒ 2.172 ‒ 2.362 ‒ 1.738 ‒ 3.158
EZ: Subsidie Topsector Logistiek ‒ 300 ‒ 300
HXII: Overboekingen 14.920 18.420 ‒ 3.500
Integrale Rapportage PMR 900 100 100 100 100 100 100 100 100 100
Kaderaanpassing Augustusbesluitvorming 2024 0 ‒ 34.000 34.000
Kaderruilen 2024 0 ‒ 52.643 ‒ 19.409 ‒ 284.936 203.866 12.528 162.258 58.337 5.000 ‒ 50.000 ‒ 35.000
Kasschuiven 2024 Ontwikkeling 0 0 48.050 ‒ 63.535 ‒ 126.715 ‒ 1.697 ‒ 38.400 ‒ 34.703 50.000 50.000 ‒ 50.000 67.000 100.000
Loon- en Prijsbijstelling 2024 82.383 5.664 4.408 7.704 7.088 10.437 10.944 11.187 5.477 3.945 3.584 3.235 3.323 1.773 1.776 1.838
Maritiem Informatieknooppunt kustwacht ‒ 4.161 ‒ 73 ‒ 292 ‒ 292 ‒ 292 ‒ 292 ‒ 292 ‒ 292 ‒ 292 ‒ 292 ‒ 292 ‒ 292 ‒ 292 ‒ 292 ‒ 292 ‒ 292
Onderhoud Brielsemeerleiding 378 126 126 126
Opdracht Buck ‒ 30 ‒ 30
Opgave Hoofdaarwegen MF: Gerrit Krolburg 15.000 5.000 5.000 5.000
Opgave Hoofdvaarwegen MF: Houtrakpolder 2.000 1.000 1.000
Opgave Hoofdvaarwegen MF: Paddepoelsterbrug 10.000 5.000 5.000
Opgave Hoofdvaarwegennet MF: Maasroute fase 2 (Julianakanaal) 55.000 26.899 28.101
Overboeking PMR 40.382 1.500 400 400 1.200 200 200 200 36.282
Spanjaards Duin 2.270 250 290 250 250 290 225 225 265 225
SPUK naar GF en PF met 10% budgetkorting ‒ 360 ‒ 220 ‒ 120 ‒ 20
Toekomstbestendige kruising Hollands Diep ‒ 126 ‒ 126
Toekomst Visie Waal 1.904 1.904
Mutaties Miljoenennota 2025 ‒ 17.150 17.783 ‒ 317.317 84.291 56.030 130.122 ‒ 26.441 64.047 54.018 89.899 ‒ 42.057 3.031 18.481 101.484 ‒ 26.052
Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 15.03 Ontwikkeling 188.567 108.461 217.064 203.349 270.035 225.760 60.185 104.555 309.152 305.500 170.116 237.721 280.155 212.057 21.305
188.567 108.461 217.064 203.349 270.035 225.760 60.185 104.555 309.152 305.500 170.116 237.721 280.155 212.057 21.305
Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 15.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS 96.432 66.924 64.474 58.009 55.732 55.683 54.662 54.785 54.539 55.307 54.296 52.208 63.415 48.634 41.663
Mutaties Voorjaarsnota 2024 ‒ 8.273 2.684 ‒ 4.394 11.441 ‒ 1.187 ‒ 1.458 ‒ 411 1.072 ‒ 817 ‒ 728 ‒ 584 1.947 ‒ 11.472 20.603
Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 15.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS 88.159 69.608 60.080 69.450 54.545 54.225 54.251 55.857 53.722 54.579 53.712 54.155 51.943 69.237 41.663
Loon- en Prijsbijstelling 2024 17.483 2.090 1.460 1.199 1.491 1.045 1.035 1.036 1.024 1.017 1.039 1.027 1.029 979 1.226 786
Opgave Hoofdvaarwegen MF: Zeetoegang Ijmond 1.426 1.426
Mutaties Miljoenennota 2025 3.516 1.460 1.199 1.491 1.045 1.035 1.036 1.024 1.017 1.039 1.027 1.029 979 1.226 786
Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 15.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS 91.675 71.068 61.279 70.941 55.590 55.260 55.287 56.881 54.739 55.618 54.739 55.184 52.922 70.463 42.449
Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 15.06 Netwerkgebonden kosten HVWN 408.377 397.138 450.094 460.551 444.102 440.092 438.009 401.089 400.347 400.347 400.347 400.347 400.347 400.347 400.347
Mutaties Voorjaarsnota 2024 420
Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 15.06 Netwerkgebonden kosten HVWN 408.797 397.138 450.094 460.551 444.102 440.092 438.009 401.089 400.347 400.347 400.347 400.347 400.347 400.347 400.347
EZ: Delta Rijn Corridor 200 100 100
EZ: MIVSP-1 IK 2024 2.682 2.682
EZ: MIVSP-2 deel 2 15.604 1.152 2.363 1.827 1.828 3.712 1.985 2.737
Klimaatneutrale en circulaire organisatie (KCO) 322 81 81 73 58 29
Loon- en Prijsbijstelling 2024 314.508 20.943 20.289 21.949 22.311 21.817 21.729 21.630 20.515 20.475 20.475 20.475 20.475 20.475 20.475 20.475
Maritiem Informatieknooppunt 4.526 146 584 292 292 292 292 292 292 292 292 292 292 292 292 292
Nachtelijke bediening op de Maas en Brabantse kanalen 900 900
Rijksbrede Apparaatstaakstellingen Hoofdlijnenakkoord ‒ 54.698 ‒ 3.907 ‒ 3.907 ‒ 3.907 ‒ 3.907 ‒ 3.907 ‒ 3.907 ‒ 3.907 ‒ 3.907 ‒ 3.907 ‒ 3.907 ‒ 3.907 ‒ 3.907 ‒ 3.907 ‒ 3.907
Toekomstbestendige kruising Hollands Diep 26 26
Toevoeging CA-middelen RWS Instandhouding 97.115 48.943 48.172
Mutaties Miljoenennota 2025 25.130 20.410 20.234 20.582 21.943 20.099 20.752 65.843 65.032 16.860 16.860 16.860 16.860 16.860 16.860
Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 15.06 Netwerkgebonden kosten HVWN 433.927 417.548 470.328 481.133 466.045 460.191 458.761 466.932 465.379 417.207 417.207 417.207 417.207 417.207 417.207
Totaal Uitgaven stand ontwerpbegroting 2024 Hoofdvaarwegennet 1.376.956 1.453.489 1.845.887 1.322.825 1.281.452 1.338.227 1.237.096 957.785 998.596 961.095 1.053.594 1.119.696 1.171.900 988.356 920.380
Totaal Uitgaven stand eerste suppletoire wet 2024 Hoofdvaarwegennet 1.378.717 1.318.863 1.817.042 1.330.670 1.404.448 1.278.356 1.275.163 825.542 1.044.182 1.040.114 1.123.795 1.117.487 1.142.259 1.008.452 917.662
Totaal Uitgaven stand ontwerpbegroting 2025 Hoofdvaarwegennet 1.397.451 1.406.135 1.608.559 1.563.631 1.524.587 1.453.779 1.261.123 1.318.691 1.527.415 1.162.583 1.112.087 1.151.417 1.191.589 1.141.032 922.186
Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 15.09 Ontvangsten 21.757 10.756 1.781 240 240 275 155 150 150 150 150 150 150 150 150
Mutaties Voorjaarsnota 2024 15.786 2.405 1.304 461 7.598 ‒ 125 608
Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 15.09 Ontvangsten 37.543 13.161 3.085 701 7.838 150 763 150 150 150 150 150 150 150 150
Bijdrage derden Ontvangsten 122 122
Toekomst Visie Waal 1.904 1.904
Mutaties Miljoenennota 2025 2.026
Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 15.09 Ontvangsten 39.569 13.161 3.085 701 7.838 150 763 150 150 150 150 150 150 150 150
Totaal Ontvangsten stand ontwerpbegroting 2024 Hoofdvaarwegennet 21.757 10.756 1.781 240 240 275 155 150 150 150 150 150 150 150 150
Totaal Ontvangsten stand eerste suppletoire wet 2024 Hoofdvaarwegennet 37.543 13.161 3.085 701 7.838 150 763 150 150 150 150 150 150 150 150
Totaal Ontvangsten stand ontwerpbegroting 2025 Hoofdvaarwegennet 39.569 13.161 3.085 701 7.838 150 763 150 150 150 150 150 150 150 150

Toelichting

Budgetoverheveling verduurzaming gebouwen

Dit betreft een budgetoverheveling van de reservering voor verduurzaming gebouwen naar RWS in het benodigde ritme van 2025-2037

Defensie: ETV Noord en betonningsvaartuigen

De Kustwacht Nederland regelt namens haar opdrachtgever IenW/RWS noodsleephulp en betonning op de Noordzee. De betreffende schepen (waaronder ETV Noord) huurt de Kustwacht bij de Rijksrederij. Deze bijdrage is voor het verschil tussen de structurele bijdrage van IenW en het tarief in 2024 voor deze schepen

Defensie: ETV Zuid en Midden

Vanaf 2021 is de noodsleephulp op de Noordzee door de Kustwacht Nederland namens haar opdrachtgever IenW/RWS uitgebreid om de veiligheid ten behoeve van Windenergie op Zee te waarborgen. De betreffende schepen (ETV Zuid en ETV Midden) huurt de Kustwacht bij de Rijksrederij. Dit bedrag betreft de bijdrage van IenW aan deze kosten.

Defensie: VOZ

Voor het project Verkeersbeeld op Zee (VOZ) deel 1 boekt IenW over de periode 2024 t\/m 2029 totaal € 21,9 miljoen over naar Defensie.

Dekking Hoofdvaarwegen MF: Afronding NoMo AOV

RWS heeft het programma NoMo AOV (Nota Mobiliteit Achterstallig onderhoud Vaarwegen) afgerond. Het nog beschikbare budget (€ 19,2 miljoen) is weer teruggestort aan de opdrachtgever DGLM en beschikbaar gesteld aan de generieke investeringsruimte.

Dekking Hoofdvaarwegen MF: Dynamisch Verkeersmanagement

In 2015 is decharge verleend voor dit project en de laatste werkzaamheden zijn zijn in 2022 uitgevoerd. Met deze mutatie wordt het restbudget (€ 1,1 miljoen) teruggeboekt naar de generieke investeringsruimte.

Dekking Hoofdvaarwegen MF: Twentekanalen fase 2

Een eeder gemelde tegenvaller blijkt toch lager uit te vallen dan op voorhand gedacht vanwege een lagere CROW index en een aantal contractwijzigingen. Het vrijgekomen budget (€ 8,0 miljoen) wordt teruggeboekt naar de generieke investeringsruimte.

EZ: Maritieme Maakindustrie (MMI)

IenW boekt over de periode 2024 ‒ 2025 in totaal Euro € 10 miljoen over naar de EZ-begroting ten behoeve van het maritiem innovatieprogramma zoals afgesproken in de sectoragenda voor de Maritieme Maakindustrie waarover EZ de regie zal voeren.

EZ: MIVSP-II deel 2 (Onderhoud en Vernieuwing)

MIVSP-2 deelopdracht 2 betreft het leveren van (sensor) diensten binnen het programma Wind op Zee. Van de totale bijdrage komt € 42 miljoen (ca. 35%) tenlaste van IenW (nautische sensoren - waarborgen scheepvaartveiligheid), € 52,9 miljoen (ca. 44%) wordt door EZ gedekt (sensoren ten behoeve van het functioneren van het windpark en ecologie) en de bijdrage van LVVN bedraagt € 25 miljoen (ca. 21%) ten behoeve van het Programmaplan Realisatie Digitale Ecologische Monitoring Noordzee. Met deze laatste scope uitbreiding wordt ook LVVN mede opdrachtgever van het MIVSP-programma. Alle bedragen zijn door EZ opgehaald en worden via deze overboeking naar RWS overgeboekt.

EZ: MIVSP-II 2e module (Ontwikkeling)

IenW boekt over de periode 2025 tot en met m 2030 totaal € 19,3 miljoen over naar EZ. Dit budget is voor werkzaamheden van RWS in het kader van de tweede module van de opdracht Maritiem Informatievoorzieningen Service Punt (MIVSP) II, specifiek gaat het over de nautische sensoren in de windparken in IJmuiden Ver voor de jaren 2025 tot en met 2030 zijn de het IenW-aandeel in deze opdracht. Ook wordt de eerste module (Hollandse Kust (west) verlengd met een jaar tot en met 2030. EZ zal deze middelen vervolgens samen met de eigen bijdrage overboeken aan RWS als onderdeel van de opdrachtverlening voor MIVSP-II voor wat betreft de betreffende werkzaamheden.

EZ: MIVSP-II deel 2 (Netwerkgebonden kosten)

MIVSP-2 deelopdracht 2 betreft het leveren van (sensor) diensten binnen het programma Wind op Zee. Van de totale bijdrage draagt IenW, € 42 miljoen bij.

HXII: Overboekingen

Dit betreft overboekingen tussen HXII en het MF voor: Walstroom Rijksligplaatsen (€ 18,9 miljoen), Digitale Transport Strategie (- € 0,5 miljoen) en Topsector Logistiek (- € 3,5 miljoen).

Kaderruilen 2024

Er zijn kaderruilen doorgevoerd om de overprogrammering in een beheersbaar ritme te krijgen en om de programmering en budgetten te verdelen tussen de modaliteiten om ontstane negatieve kaderstanden op artikelonderdelen op te lossen. Over alle jaren is dit per saldo budgettair neutraal voor de modaliteiten.

Kasschuiven Hoofdvaarwegennet

Er zijn op dit artikel budgetneutrale kasschuiven ingediend om de programmering sluitend te krijgen.

Loon- en Prijsbijstelling 2024

Dit betreft de toegekende loon- en prijsbijstelling tranche 2024 die vanuit de begroting Hoofdstuk XII zijn overgeheveld naar de generieke investeringsruimte 11.04 van het Mobiliteitsfonds. Vanuit de investeringsruimte zijn de artikelonderdelen verhoogd met loon- en prijsbijstelling.

Opgave Hoofdvaarwegen MF: Gerrit Krolbrug

Betreft meerkosten voor het verplaatsen van ligplaatsen en aanvullende (veiligheids) maatregelen tijdens de bouw van een tijdelijke brug. Dekking is gevonden binnen het MF.

Opgave Hoofdvaarwegen MF: Houtrakpolder

Betreft een MIRT onderzoek naar de ontwikkeling van de Houtrakpolder (havendok en piekwaterberging) wegens politiek/bestuurlijke toezegging. Dekking is gevonden binnen het MF.

Opgave Hoofdvaarwegen MF: Paddepoelsterbrug

In het BO MIRT van 2020 is afgesproken dat de gemeente Groningen de nieuwe Paddepoelsterbrug zal gaan bouwen en dat het Rijk hiervoor taakstellend € 8,6 miljoen ter beschikking zal stellen. De afgelopen jaren heeft de gemeente nader onderzoek uitgevoerd naar de brug en de conclusie getrokken dat de brug niet voor dit bedrag gebouwd kan worden. Hierom wordt 10 miljoen extra budget aangevraagd. Dekking is gevonden binnen het MF.

Opgave Hoofdvaarwegen MF: Maasroute fase 2 (Julianakanaal)

Naar aanleiding van het besluit van de minister om de gevaarlijke situatie op het Julianakanaal op korte termijn op te lossen zijn er op korte termijn extra financiële middelen nodig (€ 55 miljoen).

Opgave Hoofdvaarwegen MF: Tegenvallers HVWN

Door gewijzigde wet- en regelgeving worden er nieuwe en aanvullende eisen gesteld aan onderzoek en vergunningsverlening voor baggerwerk. Dekking is gevonden binnen het MF.

Opgave Hoofdvaarwegen MF: Vaargeul Boontjes

Het afgelopen jaar zijn er onderzoeken uitgevoerd in aanloop naar het besluit over de onderhoudsdiepte van de vaargeul de Boontjes. De onderzoekscommissie adviseert de vaargeul deBoontjes gedurende de resterende planperiode t/m 2027 op een diepte van 3.80m– NAP te onderhouden en er dient aanvullend onderzoek te worden uitgevoerd. Deze diepte zit niet in BKN. Dekking is gevonden binnen het MF.

Opgave Hoofdvaarwegen MF: Zeetoegang Ijmond

Wegens lagere ontvansten vanuit het havenbedrijf en de gemeente Amsterdam wordt met deze mutatie budget toegevoegd aan het project Zeetoegang Ijmond. RWS heeft geen invloed gehad op het onderhandelingsresultaat tussen DGLM en het havenbedrijf en de gemeente Amsterdam. Dekking is gevonden binnen het MF.

Overboeking PMR naar HVWN deel reservering PMR

Project Mainport Rotterdam (PMR) wordt per 2025 volledig overgeboekt van artikel 17 naarartikel 15. Dit betreft het deel dat wordt overgeboekt naarde nieuwe budgetplaats reservering PMR.

Prijsstijgingen Hoofdvaarwegennet

Dit betreft een overboeking van artikel 11 naar de projectbudgetten op artikel 15 wat betreft excessieve prijsstijgingen. Het gaat onder andere om VenR projecten, Beheer & Onderhoud projecten, Tilburg 3, Nieuwe Sluis Terneuzen (NST) sluis II Wilhelminakanaal en MOC kustwacht.

Rijksbrede Apparaatstaakstellingen Hoofdlijnenakkoord (HLA)

In het HLA is een Rijksbrede taakstelling van gemiddeld 20 procent op de apparaatsbudgetten voorgesteld. Voor RWS geldt er ook een taakstelling. Dit is verwerkt in de begroting van het Mobiliteitsfonds op het apparaatsbudget van RWS artikelonderdeel 15.06.

SPUK naar GF en PF met 10% budgetkorting

In het HLA is een budgetkorting van 10 procent op de Specifieke uitkeringen (SPUKs) opgenomen die overgeheveld wordt naar het Gemeente- en Provinciefonds. Dit is verwerkt in de begroting van het Mobiliteitsfonds op artikelonderdeel 15.03 Ontwikkeling.

Artikel 17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 17.06 Project Mainportontwikkeling Rotterdam 1.122 1.095 1.159 1.523 2.095 969 969 969 969 58.607
Mutaties Voorjaarsnota 2024 ‒ 597 881 ‒ 369 ‒ 647 ‒ 419 ‒ 379 ‒ 444 ‒ 444 ‒ 604 ‒ 23.304
Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 17.06 Project Mainportontwikkeling Rotterdam 525 1.976 790 876 1.676 590 525 525 365 35.303
Integrale Rapportage PMR ‒ 900 ‒ 100 ‒ 100 ‒ 100 ‒ 100 ‒ 100 ‒ 100 ‒ 100 ‒ 100 ‒ 100
Loon- en Prijsbijstelling 2024 1.304 1.304
Onderhoud Brielsemeerleiding ‒ 378 ‒ 126 ‒ 126 ‒ 126
Overboeking PMR ‒ 40.382 ‒ 1.500 ‒ 400 ‒ 400 ‒ 1.200 ‒ 200 ‒ 200 ‒ 200 ‒ 36.282
Spanjaards Duin ‒ 2.270 ‒ 250 ‒ 290 ‒ 250 ‒ 250 ‒ 290 ‒ 225 ‒ 225 ‒ 265 ‒ 225
Mutaties Miljoenennota 2025 ‒ 1.976 ‒ 790 ‒ 876 ‒ 1.676 ‒ 590 ‒ 525 ‒ 525 ‒ 365 ‒ 35.303
Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 17.06 Project Mainportontwikkeling Rotterdam 525
Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 17.07 ERMTS 161.980 221.812 125.816 158.998 302.782 436.615 256.896 316.330 142.998 25.537 25.537 25.537 116.030 10.933
Mutaties Voorjaarsnota 2024 ‒ 96.844 ‒ 150.068 15.260 13.625 26.107 ‒ 107.407 123.500 ‒ 89.969 47.700 58.433 72.919 509 ‒ 26.923 22.814
Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 17.07 ERMTS 65.136 71.744 141.076 172.623 328.889 329.208 380.396 226.361 190.698 83.970 98.456 26.046 89.107 33.747
Kaderaanpassing Augustusbesluitvorming 2024 0 ‒ 78.000 68.000 10.000
Kaderruilen 2024 0 134.716 136.679 124.024 66.890 ‒ 189.118 ‒ 163.953 ‒ 35.000 ‒ 47.437 48.210 25.797 ‒ 3.000 ‒ 71.907 ‒ 30.900 5.000
Kasschuiven 2024 ERTMS 0 ‒ 55.000 ‒ 50.000 ‒ 1.000 ‒ 32.000 ‒ 282.573 ‒ 181.791 ‒ 45.000 102.030 200.000 200.000 145.334
Loon- en Prijsbijstelling 2024 66.608 454 45.799 17.067 79 1.442 1.767
Mutaties Miljoenennota 2025 134.716 59.133 69.024 16.890 ‒ 144.319 ‒ 195.953 ‒ 214.573 ‒ 199.724 ‒ 92.358 48.210 25.797 100.472 138.093 169.100 152.101
Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 17.07 ERMTS 199.852 130.877 210.100 189.513 184.570 133.255 165.823 26.637 98.340 132.180 124.253 126.518 227.200 202.847 152.101
Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 17.08 ZuidasDok 191.920 293.870 257.521 311.875 294.567 231.097 187.097 243.725 174.224 196.313 0 0 2.514
Mutaties Voorjaarsnota 2024 ‒ 24.948 ‒ 24.228 29.251 47.658 63.768 58.596 103.987 ‒ 41.555 ‒ 8.370 ‒ 53.609 17.015 4.000 1.486 16.000
Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 17.08 ZuidasDok 166.972 269.642 286.772 359.533 358.335 289.693 291.084 202.170 165.854 142.704 17.015 4.000 4.000 16.000
Actualisatie Zuidasdok 318 318
Bijdragen derden Zuidasdok 893 893
Loon- en Prijsbijstelling 2024 77.702 5.041 8.140 8.657 10.855 10.818 8.746 8.787 6.104 5.007 4.308 514 121 121 483
Meerjaring vast onderhoud voor West Nederland Noord 8.036 8.036
Mutaties Miljoenennota 2025 14.288 8.140 8.657 10.855 10.818 8.746 8.787 6.104 5.007 4.308 514 121 121 483
Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 17.08 ZuidasDok 181.260 277.782 295.429 370.388 369.153 298.439 299.871 208.274 170.861 147.012 17.529 4.121 4.121 16.483
Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 17.10 Programma Hoogfrequent Spoorvervoer 183.274 202.164 250.686 283.175 247.207 359.691 146.641 194.161 47.570 95.869 82.753 43.232 115.879 58.062
Mutaties Voorjaarsnota 2024 ‒ 48.186 ‒ 76.741 22.521 14.095 26.107 ‒ 77.407 123.500 ‒ 89.969 47.701 58.434 72.920 509 ‒ 26.923 22.814
Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 17.10 Programma Hoogfrequent Spoorvervoer 135.088 125.423 273.207 297.270 273.314 282.284 270.141 104.192 95.271 154.303 155.673 43.741 88.956 80.876
Prijsstijgingen PHS 103.000 6.000 6.000 11.000 16.000 18.000 19.000 16.000 11.000
Kaderaanpassing Augustusbesluitvorming 2024 0 ‒ 52.000 52.000
Kaderruilen 2024 0 16.726 13.297 ‒ 33.714 ‒ 60.637 ‒ 41.314 ‒ 23.616 ‒ 175.000 73.161 109.480 121.615
Kasschuiven 2024 PHS 17.044 1.000 ‒ 42.956 ‒ 56.000 ‒ 2.000 ‒ 58.000 ‒ 50.000 131.939 ‒ 36.448 ‒ 56.274 185.783
Loon- en Prijsbijstelling 2024 76.338 11 459 1.167 3.712 22.004 240 5.341 10.032 13.906 19.466
Meerkosten PHS Amsterdam CS 9.680 9.680
Opgave Spoorwegen MF: Seinenproblematiek 31.356 2.000 7.000 10.000 12.356
Overboeking van Reservering PHS naar Planuitwerking PHS 150.000 150.000
Stallingen Oostelijke Sporen 44.120 6.300 7.500 6.500 6.000 6.000 6.000 5.820
Mutaties Miljoenennota 2025 31.037 ‒ 17.203 ‒ 48.711 ‒ 81.114 ‒ 15.602 ‒ 34.612 ‒ 940 16.341 10.032 13.906 92.627 241.419 94.847 ‒ 56.274 185.783
Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 17.10 Programma Hoogfrequent Spoorvervoer 166.125 108.220 224.496 216.156 257.712 247.672 269.201 120.533 105.303 168.209 248.300 285.160 183.803 24.602 185.783
Totaal Uitgaven stand ontwerpbegroting 2024 Megaprojecten Verkeer en Vervoer 538.296 718.941 635.182 755.571 846.651 1.028.372 591.603 755.185 365.761 376.326 108.290 68.769 234.423 68.995
Totaal Uitgaven stand eerste suppletoire wet 2024 Megaprojecten Verkeer en Vervoer 367.721 468.785 701.845 830.302 962.214 901.775 942.146 533.248 452.188 416.280 271.144 73.787 182.063 130.623
Totaal Uitgaven stand ontwerpbegroting 2025 Megaprojecten Verkeer en Vervoer 547.762 516.879 730.025 776.057 811.435 679.366 734.895 355.444 374.504 447.401 390.082 415.799 415.124 243.932 337.884
Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 17.09 Ontvangsten 58.817 65.224 59.894 75.058 72.261 56.569 107.674 60.955 52.414 53.918
Mutaties Voorjaarsnota 2024 1.263 5.511 21.814 ‒ 7.890 14.827 10.836 ‒ 34.779 19.828 ‒ 14.343 2.153
Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 17.09 Ontvangsten 60.080 70.735 81.708 67.168 87.088 67.405 72.895 80.783 38.071 56.071
Bijdrage derden Impactanalyse hellinghoek fietspad Riekenweg 31 31
Bijdrage derden Impactanalyse Nieuwe A2 255 255
Bijdrage derden NS aan Zuidasdok 2.923 2.923
Correctie ontvangsten derden ‒ 2.316 ‒ 2.316
Mutaties Miljoenennota 2025 893
Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 17.09 Ontvangsten 60.973 70.735 81.708 67.168 87.088 67.405 72.895 80.783 38.071 56.071
Totaal Ontvangsten stand ontwerpbegroting 2024 Megaprojecten Verkeer en Vervoer 58.817 65.224 59.894 75.058 72.261 56.569 107.674 60.955 52.414 53.918
Totaal Ontvangsten stand eerste suppletoire wet 2024 Megaprojecten Verkeer en Vervoer 60.080 70.735 81.708 67.168 87.088 67.405 72.895 80.783 38.071 56.071
Totaal Ontvangsten stand ontwerpbegroting 2025 Megaprojecten Verkeer en Vervoer 60.973 70.735 81.708 67.168 87.088 67.405 72.895 80.783 38.071 56.071

Toelichting

Actualisatie Zuidasdok

Dit betreft een actualisatie voor het programma Zuidasdok.

Bijdrage derden NS aan Zuidasdok

Dit betreft de bijstelling voor het verschil tussen IBOI 2023 en CPI op bijdrage NS (Derden). CPI was in 2023 hoger dan IBOI, dit verschil wordt door NS aan project vergoed.

Kaderaanpassing Augustusbesluitvorming 2024

Dit betreft de kaderaanpassing bij ERTMS die over de gehele looptijd van het fonds budgetneutraal is.

Kaderruilen 2024

Er zijn kaderruilen doorgevoerd om de overprogrammering in een beheersbaar ritme te krijgen en om de programmering en budgetten te verdelen tussen de modaliteiten om ontstane negatieve kaderstanden op artikelonderdelen op te lossen. Over alle jaren is dit per saldo budgettair neutraal voor de modaliteiten.

Kasschuiven ERTMS

Er zijn op dit artikelonderdeel budgetneutrale kasschuiven ingediend om de programmering sluitend te krijgen.

Kasschuiven PHS

De scope en budget benodigd voor maatregelen bij het emplacement Eindhoven (deelproject Eindhoven Oost Wisselverbinding) is onderdeel van het project Eindhoven - Düsseldorf (Grensoverschrijdend Spoorvervoer). In verband met de raakvlakken met PHS en om de productstap Breda-Eindhoven tijdig mogelijk te maken, wordt deze scope en het bijbhorende budget overgeheveld naar PHS.

Loon- en prijsbijstelling 2024

Dit betreft de toegekende loon- en prijsbijstelling 2024 die vanuit de begroting Hoofdstuk XII zijn overgeheveld naar de generieke investeringsruimte 11.04 van het Mobiliteitsfonds. Vanuit de investeringsruimte zijn de artikelonderdelen verhoogd met loon- en prijsbijstelling.

Meerjaring vast onderhoud voor West Nederland Noord

Op verzoek beheerder wordt het meerjarig onderhoud toegevoegd aan de scope. Het betreft hier de uitvoeringskosten.

Meerkosten PHS Amsterdam CS

In de definitieve ontwerpen voor PHS was de Amstelpassage een bouwterrein. Met de keuze voor de Amstelpassage als locatie voor security- en paspoortcontrole voorzieningen op Amsterdam Centraal, moet deze ruimte worden vrijgemaakt door ProRail. Derhalve is bij de keuze voor de Amstelpassage een risicoreservering gemaakt voor de risico’s die samenhangen met de onderhoudswerkzaamheden aan Amsterdam Centraal. De kosten die ProRail nu voorziet bedragen in totaal € 9,68 miljoen (inclusief btw). Het gaat om opgelopen ontwerp- en personeelskosten, met name noodzakelijke aanpassingen aan het definitiefontwerp voor PHS Amsterdam Centraal en extra bouwkosten door uitplaatsing commerciële units (in plaats van in de Amstelpassage).

Opgave Spoorwegen MF: Seinenproblematiek

Voor twee projecten (emplacement Den haag Centraal en PHS Tilburg) in realisatie is in het spoorontwerp rekening gehouden met seinen Nieuwe Generatie. ProRail heeft echter deze seinen niet veilig verklaard. Daardoor moeten voor deze projecten de ontwerpen worden herzien en moet er een beroep wordengedaan op de leverancier van de oude seinen. Om de uitvoering van de projecten in realisatie niet stil te laten vallen, is aanvullend budget nodig. Daarom wordt € 85 miljoen uit de vrije investeringsruimte verdeeld en overgeheveld naar PHS Den Haag Centraal en Kleine projecten.

Overboeking van Reservering PHS naar Planuitwerking PHS

In het Directeuren Overleg van 12 maart 2024 is ingestemd om in verband met het optreden van excessieve prijsstijgingen (verschil IBOI en CBS index en concrete aanbestdingstegenvallers) een aanvullende subsidieaanvraag in te dienen voor PHS Meteren Boxtel. De dekking vindt plaats uit de risicoreserving excessieve prijsstijgingen.

Prijsstijgingen PHS

In verband met excessieve prijsstijgingen bij de diverse deelprojecten is aanvullend budget toegevoegd aan het projectbudget van PHS Planuitwerking.

Stallingen Oostelijke Sporen

IenW heeft in overleg met ProRail (DO PHS) besloten om een deel van de scope Amsterdam CS, de stallingen onder de oostelijke sporen (SOOS) binnen het programma ‘Fietsparkeren bij Stations’ over te hevelen naar het PHS project ‘Amsterdam Centraal waardoor de werkzaamheden efficienter kunnen worden uitgevoerd.

Artikel 18 Overige uitgaven en ontvangsten

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 18.06 Externe veiligheid
Mutaties Voorjaarsnota 2024 3.298
Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 18.06 Externe veiligheid 3.298
Loon- en Prijsbijstelling 2024 100 100
Mutaties Miljoenennota 2025 100
Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 18.06 Externe veiligheid 3.398
Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 18.08 Netwerkoverstijgende kosten 21.491
Mutaties Voorjaarsnota 2024 ‒ 10.000
Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 18.08 Netwerkoverstijgende kosten 11.491
DF: Overboeking Eigen Vermogen RWS ‒ 951 ‒ 951
HXII: Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing- crisiscentrum ‒ 1.150 ‒ 1.150
HXII: Terugboeking afgeroomd Eigen Vermogen RWS 425 425
Kasschuif Eigen Vermogen RWS 0 ‒ 3.005 1.007 861 714 423
Klimaatneutrale en circulaire organisatie (KCO) ‒ 4.012 ‒ 1.007 ‒ 1.007 ‒ 861 ‒ 714 ‒ 423
Overboeking Eigen Vermogen RWS MF ‒ 5.803 ‒ 5.803
Mutaties Miljoenennota 2025 ‒ 11.491
Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 18.08 Netwerkoverstijgende kosten 0
Totaal Uitgaven stand ontwerpbegroting 2024 Overige uitgaven en ontvangsten 21.491
Totaal Uitgaven stand eerste suppletoire wet 2024 Overige uitgaven en ontvangsten 14.889
Totaal Uitgaven stand ontwerpbegroting 2025 Overige uitgaven en ontvangsten 3.398
Ontwerpbegroting 205 artikelonderdeel 18.09 Ontvangsten
Mutaties Voorjaarsnota 2024 4
Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 18.09 Ontvangsten 4
Mutaties Miljoenennota 2025
Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 18.09 Ontvangsten 4
Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 18.10 Saldo van de afgesloten rekeningen
Mutaties Voorjaarsnota 2024 427.220
Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 18.10 Saldo van de afgesloten rekeningen 427.220
Mutaties Miljoenennota 2025
Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 18.10 Saldo van de afgesloten rekeningen 427.220
Totaal Ontvangsten stand ontwerpbegroting 2024 Overige uitgaven en ontvangsten
Totaal Ontvangsten stand eerste suppletoire wet 2024 Overige uitgaven en ontvangsten 427.224
Totaal Ontvangsten stand ontwerpbegroting 2025 Overige uitgaven en ontvangsten 427.224

Toelichting

HXII: Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing- crisiscentrum (€ 1,15 miljoen)

De AV-installatie en inrichting van het Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing (DCC)-crisiscentrum in Rijkskantoor Rijnstraat 8 Den Haag dient te worden vervangen. Er wordt € 1,15 miljoen van het Eigen Vermogen ingezet om dit te bewerktstelligen. De middelen worden overgeboekt naar de beleidsbegroting HXII.

HXII: Terugboeking afgeroomd Eigen Vermogen RWS

Vanuit de beleidsbegroting HXII wordt 425k van de € 5 miljoen EV die met VJN 24 was overgeboekt naar HXII weer teruggeboekt.

Klimaatneutrale en Circulaire Organisaties (KCO)

Er is € 4 miljoen ingezet voor Klimaatneutrale en Circulaire Organisatie (KCO), waarbij er uitwerking kan worden gegeven aan de ambitie om de bedrijfsvoering rijksbreed te verduurzamen conform het Programma ‘Denk Doe Duurzaam’. Hier gaat ook een kasschuif mee gepaard.

Overboeking EV RWS generieke investeringsruimte Mobiliteitsfonds en Deltafonds

Er wordt € 3,8 miljoen overgeboekt naar de generieke investeringsruimte 11.04 op het MF en € 0,95 miljoen van het Eigen Vermogen RWS gaat naar de generieke investeringsruimte op het Deltafonds toe.

Overboeking EV RWS iBLS

Er wordt € 2 miljoen gereserveerd voor de integrale overgang van het kas/verplichtingenstelsel naar het baten-lastenstelsel (het project iBLS) van RWS. De middelen worden overgeboekt naar een Risicoreservering op artikelonderdeel 11.04.

Artikel 19 Bijdragen andere begrotingen Rijk

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 19.09 Ten laste van begroting IenW 9.854.920 18.771.630 9.602.879 9.330.620 8.798.471 9.725.820 8.241.821 8.675.786 7.687.666 7.686.821 7.551.955 8.107.656 8.374.972 7.919.275 7.974.855
Mutaties Voorjaarsnota 2024 ‒ 875.957 ‒ 9.670.716 506.400 517.434 670.306 127.819 1.312.913 ‒ 658.821 368.325 461.885 597.316 53.315 ‒ 227.703 175.021 ‒ 471
Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 19.09 Ten laste van begroting IenW 8.978.963 9.100.914 10.109.279 9.848.054 9.468.777 9.853.639 9.554.734 8.016.965 8.055.991 8.148.706 8.149.271 8.160.971 8.147.269 8.094.296 7.974.384
Mutaties Nota van Wijziging eerste suppletoire begroting 2024 ‒ 4.000 ‒ 6.200
Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 19.09 Ten laste van begroting IenW na Nota van Wijziging 8.974.963 9.094.714 10.109.279 9.848.054 9.468.777 9.853.639 9.554.734 8.016.965 8.055.991 8.148.706 8.149.271 8.160.971 8.147.269 8.094.296 7.974.384
BCF: SPUK Leiden ‒ 58 ‒ 58
BCF: Toegankelijkheid OV ‒ 597 ‒ 597
BZK: Woningbouwmiddelen ‒ 1.975 ‒ 475 ‒ 375 ‒ 375 ‒ 375 ‒ 375
Correctie Omvorming ProRail 533.000 40.000 20.000 20.000 20.000 40.000 40.000 40.000 40.000 40.000 40.000 40.000 43.000 47.000 30.000 33.000
Defensie: ERTV Zuid-en Midden ‒ 10.738 ‒ 10.738
Defensie: ETV Noord en Betonningsvaartuigen ‒ 4.011 ‒ 4.011
Defensie: Maritiem Informatie Knooppunt Kustwacht 365 73 292
Defensie: Verkeersbeeld op Zee ‒ 21.910 ‒ 4.063 ‒ 4.063 ‒ 4.064 ‒ 3.240 ‒ 3.240 ‒ 3.240
DF: Overboeking Eigen Vermogen RWS ‒ 951 ‒ 951
EZ: Bijdrage TNO ‒ 5.837 ‒ 5.837
EZ: Delta Rijn Corridor 400 200 200
EZ: Geleiderail Zonnepark A37 9.000 5.400 3.600
EZ: Maritieme Maakindustrie ‒ 10.000 ‒ 2.500 ‒ 7.500
EZ: MIVSP-1 IK 2024 2.682 2.682
EZ: MIVSP-2 deel 2 deel EZK 19.517 2.349 4.308 4.428 2.016 2.171 1.661 2.584
EZ: MIVSP-2 deel 2 deel I&W ‒ 19.266 ‒ 4.716 ‒ 5.120 ‒ 2.172 ‒ 2.362 ‒ 1.738 ‒ 3.158
EZ: MIVSP-2 deel 2 deel LVVN 25.000 2.787 2.182 10.046 6.377 3.608
EZ: MIVSP-2 deel 2 RWS 19.266 4.716 5.120 2.172 2.362 1.738 3.158
EZ: MIVSP-2 deel 2 scope uitbreidingen EZK 18.584 61 731 2.500 2.771 6.442 3.570 2.509
EZ: Subsidie Topsector Logistiek ‒ 300 ‒ 300
EZ: Uitvoeringskosten Top Consortium Knowledge and Innovation ‒ 250 ‒ 250
FIN: CA-middelen BKN Spoor 678.467 253.478 211.316 126.475 30.203 56.995
HXII: A2 Vonderen-Kerensheide 4.923 4.923
HXII: Apparaat Tijdelijke Tolheffing 1.124 343 781
HXII: Apparaat Vrachtwagenheffing 1.120 260 860
HXII: Apparaat WoMo ‒ 1.250 ‒ 250 ‒ 250 ‒ 250 ‒ 250 ‒ 250
HXII: Bijdrage Algemeen Strategisch Advies 63 63
HXII: Campagne Kort Ritje dat is zo Gefietst ‒ 2.000 ‒ 2.000
HXII: Dekking Hoofdwegennet MF: Terugsluis Vrachtwagenheffing 180.000 105.000 75.000
HXII: Dekking Spoorwegen MF: Vrijval TVOV HXII 10.000 10.000
HXII: Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing RWS ‒ 1.150 ‒ 1.150
HXII: Detachering Europese Commissie 85 85
HXII: Digitale Transport Strategie ‒ 480 ‒ 480
HXII: Medewerker Goederenvervoer 30 30
HXII: Nationaal Dataportaal Wegverkeer 221 221
HXII: NS-tarieven ‒ 42.000 ‒ 42.000
HXII: Overboeking EOV naar Goederenvervoer ‒ 7.000 ‒ 7.000
HXII: Overboeking Marktordening ‒ 500 ‒ 500
HXII: Overboeking Toegankelijkheid OV ‒ 300 ‒ 300
HXII: Schoon Emissieloos Bouwen ‒ 23.056 ‒ 10.690 ‒ 12.210 ‒ 1.800 ‒ 600 1.100 1.144
HXII: Stichting Buisleidingen ‒ 163
HXII: Subsidie Topsector Logistiek ‒ 3.500 ‒ 3.500
HXII: Terugboeking afgeroomd Eigen Vermogen RWS 425 425
HXII: Uitvoeringskosten RVO 1.250 1.250
HXII: Walstroom Rijksligplaatsen 18.870 18.870
HXII: Wind in de Zeilen ‒ 4.490 ‒ 4.490
Kaderaanpassing Augustusbesluitvorming 2024 0 ‒ 466.000 ‒ 133.000 ‒ 7.000 93.000 279.000 47.270 14.000 29.000 69.000 74.730
Loon-en Prijsbijstelling 2024 4.850.486 324.334 332.151 317.234 309.422 293.045 327.430 327.430 327.430 327.430 327.430 327.430 327.430 327.430 327.430 327.430
PF: Toegankelijkheid OV ‒ 18.842 ‒ 18.842
Rijksbrede Apparaatstaakstellingen Hoofdlijnenakkoord ‒ 175.014 ‒ 12.501 ‒ 12.501 ‒ 12.501 ‒ 12.501 ‒ 12.501 ‒ 12.501 ‒ 12.501 ‒ 12.501 ‒ 12.501 ‒ 12.501 ‒ 12.501 ‒ 12.501 ‒ 12.501 ‒ 12.501
SPUK naar GF en PF met 10% budgetkorting ‒ 34.029 ‒ 19.128 ‒ 4.310 ‒ 7.410 ‒ 3.181
Mutaties Miljoenennota 2025 344.536 ‒ 176.909 172.680 416.110 488.890 354.839 640.166 655.677 580.245 481.404 414.132 414.924 430.929 344.929 422.659
Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 19.09 Ten laste van begroting IenW 9.319.499 8.917.805 10.281.959 10.264.164 9.957.667 10.208.478 10.194.900 8.672.642 8.636.236 8.630.110 8.563.403 8.575.895 8.578.198 8.439.225 8.397.043
Totaal Ontvangsten stand ontwerpbegroting 2024 Bijdragen andere begrotingen Rijk 9.854.920 18.771.630 9.602.879 9.330.620 8.798.471 9.725.820 8.241.821 8.675.786 7.687.666 7.686.821 7.551.955 8.107.656 8.374.972 7.919.275 7.974.855
Totaal Ontvangsten stand eerste suppletoire wet 2024 Bijdragen andere begrotingen Rijk 8.974.963 9.094.714 10.109.279 9.848.054 9.468.777 9.853.639 9.554.734 8.016.965 8.055.991 8.148.706 8.149.271 8.160.971 8.147.269 8.094.296 7.974.384
Totaal Ontvangsten stand ontwerpbegroting 2025 Bijdragen andere begrotingen Rijk 9.319.499 8.917.805 10.281.959 10.264.164 9.957.667 10.208.478 10.194.900 8.672.642 8.636.236 8.630.110 8.563.403 8.575.895 8.578.198 8.439.225 8.397.043

Toelichting

Correctie Omvorming ProRail

Bij Voorjaarsnota 2024 zijn de middelen in het kader van de omvorming ProRail zowel aan de inkomsten- als de uitgavenkant technisch uit de Rijksbegroting gehaald, omdat de omvorming per 1 januari 2025 niet langer haalbaar is. Bij de technische verwerking hiervan is in de Voorjaarsnota 2024 abusievelijk een bedrag onttrokken aan het EOV-budget in plaats van aan het EOV-budget toegevoegd. Middels onderhevige mutatie wordt dit gecorrigeerd.

Defensie: ETV Noord en Betonningsvaartuigen

De Kustwacht Nederland regelt namens haar opdrachtgever IenW/RWS noodsleephulp en betonning op de Noordzee. De betreffende schepen (waaronder ETV Noord) huurt de Kustwacht bij de Rijksrederij. Deze bijdrage is voor het verschil tussen de structurele bijdrage van IenW en het tarief in 2024 voor deze schepen.

Defensie: ERTV Zuid- en Midden

Vanaf 2021 is de noodsleephulp op de Noordzee door de Kustwacht Nederland namens haar opdrachtgever IenW/RWS uitgebreid om de veiligheid ten behoeve van Windenergie op Zee te waarborgen. De betreffende schepen (ETV Zuid en ETV Midden) huurt de Kustwacht bij de Rijksrederij. Dit bedrag betreft de bijdrage van IenW aan deze kosten.

Defensie: Verkeersbeeld op Zee

Voor het project Verkeersbeeld op Zee (VOZ) deel 1 boekt IenW over de periode 2024 t/m 2029 totaal € 21,9 miljoen over naar Defensie.

EZ: Geleiderail Zonnepark A37

Het ministerie van EZ hevelt € 9 miljoen over naar de IenW-begroting als voorfinanciering van de kosten die RWS moet maken voor de aanleg van een geleiderail bij de A37 die nodig is in verband met de aanleg van een zonnepark daar.

EZ: Maritieme Maakindustrie

IenW boekt over de periode 2024 ‒ 2025 in totaal € 10 miljoen over naar de EZ-begroting ten behoeve van het maritiem innovatieprogramma zoals afgesproken in de sectoragenda voor de Maritieme Maakindustrie waarover EZ de regie zal voeren.

EZ: MIVSP-II deel 2 (Onderhoud en Vernieuwing)

MIVSP-2 deelopdracht 2 betreft het leveren van (sensor) diensten binnen het programma Wind op Zee. Van de totale bijdrage komt € 42 miljoen (ca. 35%) tenlaste van IenW (nautische sensoren - waarborgen scheepvaartveiligheid), € 52,9 miljoen (ca. 44%) wordt door EZ gedekt (sensoren ten behoeve van het functioneren van het windpark en ecologie) en de bijdrage van LVVN bedraagt € 25 miljoen (ca. 21%) ten behoeve van het Programmaplan Realisatie Digitale Ecologische Monitoring Noordzee. Met deze laatste scope uitbreiding wordt ook LVVN mede opdrachtgever van het MIVSP-programma. Alle bedragen zijn door EZ opgehaald en worden via deze overboeking naar RWS overgeboekt.

EZ: MIVSP-II 2e module (Ontwikkeling)

IenW boekt over de periode 2025 t\/m 2030 totaal € 19,3 miljoen over naar EZ. Dit budget is voor werkzaamheden van RWS in het kader van de tweede module van de opdracht Maritiem Informatievoorzieningen Service Punt (MIVSP) II. specifiek de nautische sensoren in de windparken in IJmuiden Ver voor de jaren 2025 t/m 2030. zijnde het IenW-aandeel in deze opdracht. Ook wordt de eerste module (Hollandse Kust (west) verlengd met een jaar tot en met 2030. EZ zal deze middelen vervolgens. samen met de eigen bijdrage. overboeken aan RWS CIV als onderdeel van de opdrachtverlening voor MIVSP-II voor wat betreft de betreffende werkzaamheden.

EZ: MIVSP-II deel 2 (Netwerkgebonden kosten)

MIVSP-2 deelopdracht 2 betreft het leveren van (sensor) diensten binnen het programma Wind op Zee. Van de totale bijdrage draagt IenW € 42,0 miljoen bij.

FIN: Aanvullende Post EOV-Spoor

Op de Aanvullende Post zijn vanuit het Coalitieakkoord Rutte-IV middelen gereserveerd voor de instandhouding op het spoor. Deze middelen worden bij de Ontwerpbegroting 2025 overgeboekt (€ 678 miljoen).

HXII: A2 Vonderen-Kerensheide

In het contract A2 Vonderen-Kerensheide zijn de geplande beheer en onderhoud en Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO) werkzaamheden geïntegreerd opgedragen. Gaat om € 4,9 miljoen dat uit de beleidsbegroting HXII komt.

HXII: Apparaat

Dit betreffen diverse oveboekingen van de apparaatsbudgetten van Tijdelijke Tolheffing, Vrachtwagenheffing en Woningbouwmiddelen.

HXII: Campagne Kort Ritje dat is zo Gefietst

Dit betreft de overboeking naar HXII voor het uitvoeren van de campagne Kort Ritje dat is zo Gefietst inclusief bureau en mediakosten.

HXII: Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing- crisiscentrum

De AV-installatie en inrichting van het Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing (DCC)-crisiscentrum in Rijkskantoor Rijnstraat 8 Den Haag dient te worden vervangen. Er wordt € 1,15 miljoen van het Eigen Vermogen ingezet om dit te bewerktstelligen.

HXII: Dekking Hoofdwegennet MF: Terugsluis Vrachtwagenheffing

Dit betreft de dekkingsbron: terugsluis Vrachtwagenheffing van €180. Er valt € 10 miljoen vrij. Dit wordt ingezet voor de integrale opgave op het MF.

HXII: Dekking Spoorwegennet MF: Vrijval TVOV

Dit betreft de dekkingsbron: vrijval van de TVOV-middelen vanuit de beleidsbegroting HXII. Er valt € 10 miljoen vrij. Dit wordt ingezet voor de integrale opgave op het MF.

HXII: NS-tarieven

In 2025 zal een bedrag van € 42 miljoen vanuit de generieke investeringsruimte op het MF worden verstrekt aan de NS, zodat de in 2024 uitgestelde tariefsverhoging van 8,7% ook in 2025 gedeeltelijk kan worden voorkomen. De bijdrage vanuit IenW voorkomt in 2025 voor 1/3 de 8,7% tariefsverhoging uit 2024.

HXII: Overboeking EOV naar Goederenvervoer

De middelen voor de subsidieregeling maatregelen spoorgoederenvervoer 2024 van circa € 7 miljoen worden overgeboekt naar HXII.

HXII: Schoon Emissieloos Bouwen

Dit betreft een overboeking van de middelen voor Schoon en Emissieloos Bouwen in het kader van ProRail.

HXII: Subsidie Topsector Logistiek

Voor de subsidieregeling Topsector Logistiek 2025 wordt budget overgeboekt naar de beleidsbegroting HXII.

HXII: Walstroom Rijksligplaatsen

Naar aanleiding van het bijsturingsplan: Bronmaatregel Walstroom Zeevaart (Hordijk) wordt budget overgeboekt van HXII subsidie walstroom zeehavens naar het MF walstroom rijksligplaatsen.

HXII: Wind in de Zeilen

Dit betreft een overboeking naar HXII en behoeve van het NS ''Contractlijn Zeeland Wind in de Zeilen''. Het bedrag komt ten gunste van de uitbreiding van dienstregeling in Zeeland.

Loon- en Prijsbijstelling 2024

Dit betreft de toegekende loon- en prijsbijstelling 2024 die vanuit de begroting Hoofdstuk XII zijn overgeheveld naar de generieke investeringsruimte 11.04 van het Mobiliteitsfonds. Vanuit de investeringsruimte zijn de artikelonderdelen verhoogd met loon- en prijsbijstelling.

PF: Toegankelijkheid OV

Betreft een overboeking vanuit het MF voor de Decentrale Uitkering ter uitvoering van het bestuursakkoord Toegankelijkheid OV 2022-2032 aan de twaalf provincies.

Rijksbrede Apparaatstaakstellingen Hoofdlijnenakkoord (HLA)

In het HLA is een Rijksbrede taakstelling van gemiddeld 20 procent op de apparaatsbudgetten voorgesteld. Voor RWS geldt er ook een taakstelling. Dit is verwerkt in de begroting van het Mobiliteitsfonds op de op het apparaatsbudget van RWS artikelonderdelen 12.06 en 15.06. De middelen worden generaal afgeboekt vanuit artikel 19 op het MF.

SPUK naar GF en PF met 10% budgetkorting

In het HLA is een budgetkorting van 10 procent op de Specifieke uitkeringen (SPUKs) opgenomen die overgeheveld wordt naar het Gemeente- en Provinciefonds. Dit is verwerkt in de begroting van het Mobiliteitsfonds op artikelonderdelen 12.03, 14.03 en 15.03.

Bijlage 3: Overzichtsconstructie Kustwacht

De minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) is als coördinerend minister voor Noordzee-aangelegenheden verantwoordelijk voor het proces van totstandkoming geïntegreerd beleid voor de Noordzee en het Gecombineerd Jaarplan voor de uitvoeringtaken door de Kustwacht Nederland. De minister van Defensie is beheerder van de Kustwacht Nederland, wat betekent dat deze medeverantwoordelijk is voor het opstellen van het Gecombineerd Jaarplan voor de uitvoeringtaken door de Kustwacht alsmede voor de uitvoering daarvan met inzet van eigen en toegewezen mensen en middelen. Alle bij de Kustwacht Nederland betrokken ministeries behouden hun eigen wettelijke verantwoordelijkheden. Het integrale beleid en het daarvan afgeleide Gecombineerd Jaarplan voor de uitvoeringtaken door de Kustwacht waarover de Ministerraad beslist, worden zodanig concreet dat elke minister zich daarover in het parlement kan verantwoorden en vormen in feite een integraal contract tussen de verschillende departementen en de Kustwacht Nederland.

De overzichtsconstructie is gebaseerd op het «Gecombineerd Jaarplan voor de uitvoeringtaken door de Kustwacht» en wordt door IenW gepubliceerd in de rol van coördinerend ministerie. In de overzichtsconstructie wordt een onderscheid gemaakt in de uitgaven van de Kustwacht Nederland zelf (exploitatie personeel, exploitatie materieel en investering) en de uitgaven die de deelnemende departementen ten behoeve van de Kustwacht Nederland verrichten (kosten).

Defensie / CZSK / Kustwacht Nederland (uitgaven)

  1. Exploitatie personeel: Betreft het uitgavenbudget in beheer van de Kustwacht Nederland voor salarissen en overige personele uitgaven van alle Kustwacht Nederland medewerkers in dienst bij Defensie / CZSK.
  2. Exploitatie materieel: Betreft het uitgavenbudget in beheer van de Kustwacht Nederland. Defensie is beheerder van het Kustwachtcentrum (KWC). Het Kustwachtcentrum is het informatiecentrum van de Noordzee, waar het actuele beeld van (scheeps-)activiteiten, (veiligheids-)incidenten en verontreinigingen op de Noordzee beschikbaar is.
  3. Investering: Betreft onder andere de investeringen voor het Maritiem Operatie Centrum (MOC).

Uitgaven bij departementen (kosten):

Justitie en Veiligheid

  1. De inzet van de Politie (personeel) bestaande uit; liaison, boarding officers, medewerkershandhavingsdesk en medewerkers Maritiem Informatie Knooppunt.
  2. De inzet van Politie helikopters (materieel) op planning of afroep voor luchtwaarneming en spoedeisende zoekvluchten. De bedragen zijn afkomstig uit de begroting van de Nationale Politie.

Financiën

  1. De inzet van de Douane (personeel) bestaande uit; liaison, boarding officers, Aerial officers, medewerkers handhavingsdesk en medewerkers Maritiem Informatie Knooppunt.

Defensie

  1. De inzet van de Koninklijke Marine (personeel) bestaande uit; medewerker Maritiem Informatie Knooppunt, beheerskosten van Defensie en (materieel) inzet Mijnenbestrijdingsvaartuigen.
  2. De inzet van de Koninklijke Marechaussee (personeel) bestaande uit; liaison, boarding officers, Aerial officers en medewerkers Maritiem Informatie Knooppunt.
  3. De inzet van de Defensie Commando Materieel en IT (materieel) bestaande uit; exploitatiebudget voor ICT-middelen van de Kustwacht Nederland.

Infrastructuur en Waterstaat

  1. De inzet van ILT (personeel) bestaande uit; liaisons en handhavers.
  2. De inzet van Rijkswaterstaat (personeel) bestaande uit; liaisons en Aerial officers.
  3. De inzet van (materieel) in standhouden vaarwegmarkering, ERTV en betonningsvaartuigen, C2000/P2000 t.b.v. KNRM, BroNs/Pre-SAR. De bedragen zijn afkomstig uit de begroting van Rijkswaterstaat.
  4. Bijdrage voor Scheepvaartveiligheid Windenergie op Zee (materieel) om de veiligheid te waarborgen in en om de windenergieparken op de Noordzee.

Klimaat en Groene Groei

  1. De inzet van Staatstoezicht op de Mijnen (personeel) bestaande uit; inspecteurs.

Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur

  1. De inzet van de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (personeel) bestaande uit; liaison, boarding officers, Aerial officers, medewerkers handhavingsdesk en medewerkers Maritiem Informatie Knooppunt.
DEFENSIE / KUSTWACHT (Uitgaven):
Defensie / Kustwacht X Uitvoering Kustwachttaken (exploitatie personeel) Centrale coördinatie Kustwachttaken 9.517 12.248 14.395 14.338 14.338 14.338 14.338
Defensie / Kustwacht X Uitvoering Kustwachttaken (exploitatie materieel) Centrale coördinatie Kustwachttaken 76.046 61.316 60.663 60.718 60.718 60.718 60.716
Defensie / Kustwacht X Uitvoering Kustwachttaken (investering) Investeringen, o.a. t.b.v het MOC (COMMIT/JIVC en DLP) 9.614 30.534 29.386 8.311 6.890 6.972 6.863
Subtotaal eigen uitgaven Kustwacht 95.177 104.098 104.444 83.367 81.946 82.028 81.917
UITGAVEN BIJ DEELNEMENDE DEPARTEMENTEN (Kosten):
Politie VI Inzet Politie personeel & helikopter Algemene handhaving / wetgeving scheepvaartverkeer / bemanningcontrole 1.717 2.064 2.064 2.064 2.064 2.064 2.064
Financiën IX Inzet Douane personeel Fraudecontrole 1.533 1.435 1.435 1.435 1.435 1.435 1.435
Defensie X Inzet KM personeel, beheerskosten, KMar personeel, ICT uitgaven bij COMMIT/JIVC en mijnenbestijdingsvaartuigen Uitvoering grensbewaking / beheerskosten Defensie / mijnenbestrijding 12.199 6.993 6.843 6.843 6.843 6.843 6.843
Infrastructuur en Waterstaat XII Inzet ILT personeel, RWS personeel, RWS materieel, ERTV/betonningsvaartuigen en Windenergie op Zee. Bijdragen aan veilig vaarwater, handhaving via luchtsurveillance 6.028 24.665 26.960 26.994 26.996 27.307 27.457
Klimaat en Groene Groei XXIII Inzet SodM-personeel Staatstoezicht op de Mijnen 35 29 35 35 35 35 35
Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur XIV Inzet NVWA-personeel Visserijcontrole 840 840 840 840 840 840 840
Subtotaal uitgaven bij deelnemende departementen 22.352 36.026 38.177 38.211 38.213 38.524 38.674
Totale uitgaven ten behoeve van de Kustwacht 117.529 140.124 142.621 121.578 120.159 120.552 120.591

Bijlage 4: Instandhouding

Het ministerie van IenW is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en instandhouding van het hoofdwegennet, hoofdvaarwegennet, hoofdspoorweginfrastructuur en het hoofdwatersysteem. De netwerken beschermen ons tegen het water, dragen bij aan de economische ontwikkeling van ons land en zorgen ervoor dat mensen elkaar kunnen ontmoeten, goederen en diensten kunnen worden vervoerd en dat Nederland in verbinding staat met de rest van de wereld. In deze bijlage wordt toegelicht wat de vier netwerken omvatten en hoe de instandhouding van deze netwerken wordt aangepakt. Daarbij wordt ingegaan op de opgave van de toekomst, waaronder het basiskwaliteitsniveau en de ontwikkelingen met betrekking tot het ontwikkelplan assetmanagement. Ook zijn de overzichten met de beschikbare middelen voor instandhouding tot en met 2038 opgenomen.

Instandhouding van de netwerken

De Nederlandse infrastructuurnetwerken behoren tot de beste én meest intensief gebruikte netwerken ter wereld. Een goede instandhouding van netwerken is een randvoorwaarde voor de veiligheid, bereikbaarheid en leefbaarheid van Nederland. Om dit zo te houden, borgen het kerndepartement en de uitvoeringsorganisaties Rijkswaterstaat (RWS) en ProRail systematisch de instandhouding van de netwerken over de gehele levenscyclus. De netwerken worden, naast het intensieve gebruik, gekenmerkt door inpassing in een sterk verstedelijkte delta. Daardoor omvatten de netwerken voorzieningen als beweegbare bruggen, tunnels, op- en afritten, geluidschermen, sluizen en stormvloedkeringen. Deze elementen zorgen voor netwerken met een hoog serviceniveau, maar vergen ook onderhoud. Figuren 7 en 8 illustreren de omvang van netwerken.

Figuur 7 Netwerken Rijkswaterstaat

Figuur 8 Netwerk ProRail

Scope van instandhouding

Bij instandhouding gaat het om het behouden van de huidige functie van de infrastructuur. De begrippen die hierbij in het Mobiliteitsfonds en Deltafonds worden gehanteerd zijn: exploitatie, onderhoud en vernieuwing infrastructuur:

  1. Tot het domein van de exploitatie behoren activiteiten (voorheen ‘beheer’) die gericht zijn op het reguleren van het gebruik: verkeersleiding en capaciteitsmanagement, verkeersmanagement en watermanagement;
  2. Onderhoud betreft de activiteiten die erop zijn gericht de beoogde (ontwerp)levensduur van de infrastructuur te realiseren;
  3. Vernieuwing (voorheen ‘vervanging en/of renovatie’) is gericht op het begin van een nieuwe levenscyclus van een nieuw object of het verlengen van de levensduur van het bestaande object. Het gaat bij vernieuwing expliciet niet om activiteiten die gericht zijn op toevoeging van functies of om aanleg van nieuwe of uitbreiding van bestaande infrastructuur (ontwikkeling).

Werkwijze Instandhouding

Bij de instandhouding van de netwerken staan de prestaties die deze netwerken moeten leveren en de doelmatigheid van instandhoudingswerkzaamheden centraal. Het zijn de prestaties – de beschikbaarheid, betrouwbaarheid, duurzaamheid en veiligheid van de infrastructuur – die de gebruikers direct ervaren. Over deze te leveren prestaties en de bijhorende budgetten maakt het kerndepartement van IenW afspraken met ProRail en RWS. De slijtage van de infrastructuur vanwege veroudering en gebruik in combinatie met deze afspraken vormen de basis van de instandhoudingswerkzaamheden die door ProRail en RWS jaarlijks worden uitgevoerd. Onderstaande aspecten geven samen een beeld van de systematische aanpak en daarmee hoe de programmering ten behoeve van de instandhouding van de Rijksinfrastructuur tot stand komt:

  1. De besluiten bij de ontwikkeling van nieuw areaal zijn het meest bepalend voor de budget- en capaciteitsbehoefte. Zowel voor de ontwikkelingskosten zelf, als de structurele instandhoudingskosten in de decennia daarna. Zo kost het instandhouden van een tunnel meer dan een brug (in geval van een oeververbinding) of dan een weg op maaiveld (in geval van een landtunnel). Bedenk daarbij dat een tunnel meer is dan een betonnen bak onder de grond, maar dat deze ook vol zit met andere voorzieningen zoals vluchtwegen met brandveilige deuren, luchtzuiveringssystemen en elektronica die ook bediend en onderhouden moet worden;
  2. De beheerders werken volgens een werkwijze waarbij de gehele levenscyclus van de onderdelen en objecten wordt betrokken. Als eenmaal wordt besloten tot de ontwikkeling van infrastructuur is op basis van ervaring al bekend wat voor instandhoudingswerkzaamheden aan de diverse objecten gemiddeld per jaar nodig zijn. Dit is vastgelegd in de instandhoudingsregimes. De instandhoudingsregimes zijn één onderdeel op basis waarvan de instandhoudingsprogrammering wordt opgesteld;
  3. De extra budgetbehoefte voor instandhouding in verband met de uitbreiding van de infrastructuur wordt bij het besluit om tot aanleg over te gaan toegevoegd aan de instandhoudingsbudgetten vanaf het jaar na beoogde openstelling;
  4. In de instandhoudingsregimes zijn regelmatige inspecties opgenomen, die leiden tot het inventariseren van de toestand van de objecten en – indien nodig – het nemen van maatregelen (concrete maatregelen of intensiveren inspecties). De inspecties krijgen een plaats in de instandhoudingsprogrammering;
  5. Tevens wordt bezien of er vanuit doelmatigheidsoogmerk en het beperken van hinder voor onze gebruikers, maatregelen gekoppeld kunnen worden (werk met werk): onderhoudswerkzaamheden met andere onderhoudswerkzaamheden, maar ook mogelijkheden om onderhoudsmaatregelen te koppelen aan vernieuwings- of ontwikkelingsprojecten die in de komende jaren gepland zijn. Het kan dus zijn dat in de regimes beoogde maatregelen naar een later moment worden verschoven om werk met werk te maken;
  6. Het kan ook voorkomen dat een bepaald schadebeeld of een ongeplande gebeurtenis vraagt om tussentijds ingrijpen (bijvoorbeeld de overstromingen in Limburg in 2021 of de versterkingsmaatregelen aan het vaste deel van de Haringvlietbrug in 2023). Die tussentijdse maatregelen worden dan geprioriteerd ten koste van reeds geprogrammeerde maatregelen. Het onderhoud dat als gevolg daarvan wordt uitgesteld, dient vervolgens opnieuw een plek te krijgen in de instandhoudingsprogrammering;
  7. De totale programmering is een samenstel van preventieve en correctieve maatregelen. Leidend daarbij is het principe de kosten over de gehele levenscyclus van de infrastructuur (Life Cycle Costing; LCC) zo laag mogelijk te krijgen binnen de gegeven kaders en ontwikkelingen op de netwerken, rekening houdend met de gewenste netwerkprestaties. Waar sprake is van uitgesteld onderhoud, is vaak ook meer sprake van verstoringen en hinder. De beheerders proberen dit voor het gehele netwerk zoveel mogelijk te beperken.

Het is van belang te beseffen dat veiligheid te allen tijde bovenaan staat. Indien geconstateerd wordt dat de veiligheid voor de gebruikers, eigen medewerkers en opdrachtnemers in het geding is, dan worden direct maatregelen genomen om het gebruik van de infrastructuur weer binnen de geldende kaders plaats te laten vinden, bijvoorbeeld (tijdelijke) snelheidsverlagingen ter plaatse of andere (tijdelijke) gebruiksbeperkingen of fysieke infrastructuur ondersteunende maatregelen.

Om de systematische werkwijze op een hoger niveau te brengen worden externe toetsingen ingezet. Deze leveren waardevolle inzichten op voor zowel de interne processen als het in beeld hebben van de opgave buiten.

Werkwijze vernieuwing bij Rijkswaterstaat

De objecten en onderdelen zoals sluizen, bruggen en tunnels, hebben een beperkte levensduur en dienen aan het eind hiervan te worden vernieuwd. Door grootschalige aanleg, met name vanaf de jaren 50 van de vorige eeuw, en het intensievere gebruik is sprake van een flinke vernieuwingsopgave.

Om de veiligheid en de beschikbaarheid van de netwerken in stand te houden wordt voor alle netwerken en onderdelen daarvan de opgave in kaart gebracht.

Allereerst wordt op basis van het ontwerp ingeschat wanneer vernieuwing aan de orde zal zijn. Daarnaast worden de objecten onderworpen aan inspecties en berekeningen. Dit leidt tot het inzicht in, en een prognose van, waar op een termijn van vijf tot vijftien jaar vernieuwing nodig is. Zo worden, steeds vooruitkijkend, objecten en onderdelen geïdentificeerd waarvoor een planfase wordt gestart. In de planfase wordt de uiteindelijke opgave vastgesteld en daarna volgt een definitief besluit over de aanpak van het betreffende object.

Het vernieuwingsprogramma (voorheen: Vervanging en Renovatie) kent een technische aanleiding, namelijk het einde van de technische levensduur van onderdelen en objecten in het hoofdwegennet, hoofdvaarwegennet en het hoofdwatersysteem. Vanuit dit perspectief hoeven geen aanvullende wensen of functionaliteiten te worden toegevoegd. Een-op-een vernieuwing is daarom het uitgangspunt. Maar omdat het relatief grote ingrepen in het netwerk betreft, wordt waar nodig en mogelijk ook gekeken naar eventuele verstandige, aanvullende investeringen in het kader van beleidsdoelstellingen zoals bereikbaarheid, duurzaamheid en klimaatadaptatie. Het primaire doel blijft echter het borgen van de beschikbaarheid en veiligheid van de Rijksnetwerken. Door het vernieuwen van objecten en onderdelen worden de beschikbaarheid en veiligheid van de netwerken op lange termijn geborgd.

Opgave naar de toekomst: toewerken naar het Basiskwaliteitsniveau

Nederland beschikt over een goede infrastructuur. Onze wegen, spoorwegen en waterwegen zorgen voor goede bereikbaarheid en hebben de afgelopen decennia veel welvaart en welzijn gebracht. Dat is geen vanzelfsprekendheid. Veel wegen, bruggen, viaducten en sluizen werden halverwege de vorige eeuw gebouwd en zijn nu aan groot onderhoud of vernieuwing toe. De infrastructuur heeft het zwaarder te verduren dan werd voorzien in de tijd dat het werd aangelegd. Daar komt bij dat nieuwe ontwikkelingen in technologie en digitalisering, maar ook het veranderende klimaat met hitte, droogte en hevige neerslag nieuwe eisen aan de infrastructuur stellen. In het coalitieakkoord (Rutte IV) zijn extra middelen vrijgemaakt voor de instandhouding van onze netwerken.

Instandhouding Rijkswaterstaat-netwerken

In lijn met de motie Stoffer c.s. (Kamerstukken II 2020-2021, 35570 A, nr. 63) is toegewerkt naar een meerjarenplan voor instandhouding van de Rijksinfrastructuur. Het plan bevat een basiskwaliteitsniveau (BKN) voor de netwerken in beheer van RWS en is gericht op een stabiel, langjarig en robuust onderhoudsniveau7. Zo bieden we in het hele land een toekomstvast fundament dat zekerheid geeft aan gebruikers en marktpartijen die betrokken zijn bij instandhouding en aanleg. In het BKN is voor de netwerken van RWS uitgewerkt waar een weg, vaarweg, of waterwerk in de basis aan moet voldoen om de gebruikers en belanghebbenden goed te kunnen blijven bedienen. Een robuust mobiliteitssysteem met basale voorzieningen passend bij de functie van de verschillende netwerken. Voor instandhouding RWS wordt uitgegaan van de volgende uitgangspunten:

  1. Nederland is beschermd tegen hoogwater en beschikt over voldoende water en voldoende schoon (drink)water;
  2. De huidige wegen zijn beschikbaar om Nederland bereikbaar te houden;
  3. De huidige vaarwegen zijn beschikbaar om goederen te vervoeren, bestemmingen bereikbaar zijn en de reistijd is betrouwbaar;
  4. De constructieve veiligheid van de netwerken en de daarin gelegen kunstwerken (bruggen, tunnels, viaducten, etc.) wordt geborgd;
  5. De omgeving blijft bereikbaar door oeververbindingen en kruisende infrastructuur voor een fijnmazig netwerk.

De betrouwbaarheid uit zich door te groeien naar een beter voorspelbare situatie m.b.t. storingen en een vermindering van het aantal ongeplande storingen. De maakbaarheid van de opgaven - samen met de ontwikkelsnelheid van nieuwe technologieën - bepaalt de snelheid waarmee het basiskwaliteitsniveau kan worden bereikt. Het BKN kent daarmee een ingroeitraject.

In de begroting van 2024 is besloten tot een verschuiving van financiële middelen en personele capaciteit naar instandhouding8, aanvullend op de extra vrijgemaakte middelen uit het coalitieakkoord van het kabinet Rutte IV. Met deze middelen werkt IenW aan de grootste onderhoudsopgave van onze infrastructuur ooit. Het streven is een structurele groei van het productievolume te realiseren van € 2 miljard naar € 3 miljard per jaar (prijspeil 2022), waarvan € 0,8 miljard per jaar voor vernieuwing van infrastructuur. Dit is toegelicht in de Kamerbrief Basiskwaliteitsniveau RWS-netwerken van 17 maart 2023 (Kamerstukken II 2022-2023, 29385, nr. 119).

De budgetbehoefte is gevalideerd door Rebel Group. De Kamer is hierover in de Kamerbrief van 17 juni 2024 geïnformeerd (Kamerstukken II 2023-2024, 29385, nr. 139). De validatie van de budgetbehoefte instandhouding infrastructuur bevestigt het beeld dat de omvang van de instandhoudingsopgave groter is dan wat de uitvoeringsorganisatie nu aankan. De groei van de opgave ligt met name in het vernieuwen van areaal dat het einde van de technische levensduur bereikt. De focus is daarom de maakbaarheid en productie te vergroten zodat het beschikbare budget ook ingezet kan worden voor de benodigde instandhoudingsopgave.

Met de Kamerbrief van 17 juni 2024 is de Kamer eveneens geïnformeerd over de aanpak van IenW om het productievermogen op instandhouding te vergroten. Zo is onder meer de sturing verder geoptimaliseerd. In de nieuwe aansturing is er sprake van één integrale achtjarige opdracht voor alle instandhoudingswerkzaamheden van RWS. Een achtjarige opdracht in combinatie met verdere optimalisatie van de agentschapssturing, maakt het mogelijk om meer efficiëntievoordelen te realiseren. RWS is hierdoor beter in staat om kosten efficiënt over de gehele levenscyclus (LCC) voordelen te behalen, slim werk-met-werk te maken en effectievere contractvormen in de markt te zetten. Hierin moeten ook de effecten van reeds ingezette verbetermaatregelen zichtbaar worden. De areaalinformatie wordt verbeterd middels het ontwikkelplan assetmanagement en samen met de markt wordt er gewerkt aan effectieve contractvormen en een blijvend goede samenwerking.

Middels een jaarlijkse programmeringscyclus werkt RWS het meerjarenplan instandhouding - zoals beschreven in de Kamerbrief van 17 maart 2023 en aangevuld met de Kamerbrief van 17 juni 2024 - uit in een programmering van de werkzaamheden voor de komende 15 jaar. Dit betreft een voortrollende programmering. Elk jaar wordt de programmering geactualiseerd en een jaar verder uitgewerkt op basis van de meest actuele inzichten en ontwikkelingen in de opgave. Afstemming van de programmering met de medeoverheden en ProRail om hinder te beperken en meekoppelkansen te identificeren, is integraal onderdeel van de programmeringscyclus9.

Instandhouding hoofdspoorweginfrastructuur

In het Beleidsprogramma IenW zoals gedeeld met de Kamer is aangegeven dat in lijn met de motie Stoffer c.s. (Kamerstukken II 2020-2021, 35570 A, nr. 63) wordt toegewerkt naar een meerjarenplan voor instandhouding van de Rijksinfrastructuur. Het plan is gericht op een stabiele langdurige programmering waarbij een basiskwaliteitsniveau wordt afgesproken.

In 2023/2024 heeft het ministerie samen met ProRail gewerkt aan een nieuw basiskwaliteitsniveau hoofdspoorinfrastructuur (hswi). Zoals aangekondigd (Kamerstukken II 2021-2022, 35925 A, nr. 14) is hiervoor in 2023 een externe audit door Price Waterhouse Coopers uitgevoerd. De rapportage ‘Validatie Instandhoudingskosten HSWI’ is met de Kamer gedeeld (Kamerstukken II 2023-2024, 36410 A, nr. 16). Met de analyse uit de validatierapportage is de spanning tussen financiële middelen, (netwerk) prestaties en risico’s in beeld gebracht en een richting gegeven voor het maken van de afspraken over basiskwaliteitsniveau voor een toekomstbestendige hoofdspoorinfrastructuur. De Kamer is hierover met een brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2023-2024, 29984, nr. 1184). Op 7 juni 2024 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de maatregelen die in het kader van basiskwaliteitsniveau spoor met ProRail zijn afgesproken (Kamerstukken II 2023-2024, 29984, nr. 1202). Hierbij is kritisch afgewogen waaruit de basiskwaliteit spoor bestaat en waar mogelijkheden zitten om zaken efficiënter of anders te doen.

In 2025 blijven we reeds bekende instandhoudingsactiviteiten en -opgaven uitvoeren. Daarnaast heeft ProRail met de brief van 7 juni opdracht gekregen om de BKN spoor maatregelen te implementeren zodat deze vanaf 2026 kunnen worden uitgevoerd.

Te leveren prestaties

De prestaties van de infrastructuur worden gemeten en uitgedrukt in indicatoren. Over de indicatoren met daarbij horende (streef)waarden worden prestatieafspraken gemaakt met RWS en ProRail en hiervoor worden budgetten beschikbaar gesteld.

Voor de netwerken in beheer van RWS moeten de afspraken over het basiskwaliteitsniveau worden vertaald naar nieuwe indicatoren en streefwaarden. Voor het vegetatiebeheer in de uiterwaarden wordt hiervoor in 2025 de prestatieafspraak ‘voldoen aan de vegetatielegger’ toegevoegd10. De bijbehorende bodem en streefwaarden worden in 2024 uitgewerkt. De overige afspraken uit het basiskwaliteitsniveau vergen nog verdere uitwerking. Daarom wordt in afwachting daarvan nog uitgegaan van de prestatieafspraken vanuit de Beheer en Onderhoud (BenO) overeenkomst 2022-2023.

Met ProRail zijn prestatieafspraken gemaakt die zijn opgenomen in de tienjarige beheerconcessie (2015-2025) en de (twee)jaarlijkse beheerplannen.

In tabel 73 en 74 staat een overzicht van de prestatieafspraken opgenomen. Toelichting op de indicatoren en de gerealiseerde prestaties zijn te vinden in de Instandhoudingsbijlage bij het Jaarverslag.

Hoofdwegennet
Beschikbaarheid
Technische beschikbaarheid van de weg 90% 99% 99% 98% 99%
Files door Werk in Uitvoering als gevolg van aanleg en gepland onderhoud 10% 6% 7% 3% 4%
Levering verkeersgegevens
– Beschikbaarheid data voor derden 90% 93% 94% 93% 91%
– Actualiteit data voor derden2 95% 100% 96% 100% 99%
Veiligheid
– Voldoen aan norm voor verhardingen 99,7% 99,7% 99,8% 99,7% 99,6%
– Voldoen aan norm voor gladheidbestrijding 95% Voldoende 99% 99% 99%
Hoofdvaarwegennet
Beschikbaarheid / Betrouwbaarheid
Stremmingen gepland onderhoud 0,8% 0,5% 2,0% 1,0% 0,6%
Stremmingen ongepland onderhoud 0,2% 1,0% 1,0% 2,4% 1,2%
Tijdig melden ongeplande stremmingen 97% 98% 98% 98% 97%
Vaargeul op orde (% oppervlakte op orde)
– Toegangsgeulen 99% 100% 100% 100% 100%
– Hoofdtransportassen 90% 92% 92% 93% 93%
– Hoofdvaarwegen 85% 81% 80% 82% 84%
– Overige vaarwegen 85% 83% 83% 83% 95%
Veiligheid
Vaarwegmarkering op orde 95% 91% 92% 88% 94%
Hoofdwatersysteem
Waterveiligheid
Handhaving kustlijn 90% 91% 90% 91% 93%
Beschikbaarheid stormvloedkeringen 100% 83% 83% 83% 100%
Waterhuishouding op orde in alle peilgereguleerde gebieden 100% 50% 100% 75% 100%
Betrouwbaarheid informatievoorziening 95% 100% 96% 100% 99%
Voldoen aan de Vegetatielegger uiterwaardengebied N.t.b.
Bron: RWS
  1. In afwachting van nieuwe indicatoren en streefwaarden wordt nog uitgegaan van de prestatieafspraken vanuit de Beheer en Onderhoud (BenO) overeenkomst 2022-2023.
  2. Deze indicator komt vanaf 2025 te vervallen. De meting is niet meer relevant, aangezien het ontvangende systeem tegenwoordig gebruik maakt van Floating Car Data (mobiele telefoons in auto's).
Klantoordeel reizigersvervoerders 6 7 7 7
Klantoordeel goederenvervoerders 6 7 5 5
Reizigerspunctualiteit HRN (5 min) (met NS) 88,9% 91,5% 91,6% 89,7%
Reizigerspunctualiteit HRN (15 min) (met NS) 96,7% 97,4% 97,3% 97,0%
Reizigerspunctualiteit HSL (5 min) (met NS) 82,1% 84,2% 82,0% 73,6%
Betrouwbaarheid regionale series (3 min) 90,7% 93,7% 91,3% 88,6%
Impactvolle verstoringen 520 450 455 475
  1. Toelichting bodemwaarde: Waarde voor het jaarlijks minimaal te realiseren prestatieniveau op een prestatie indicator. In het geval van de prestatie indicator ‘Impactvolle storingen op de infra’ geldt een maximum.

2. Budgettair beeld

Beschikbare budgetten Rijkswaterstaat-netwerken

In de begroting van 2024 is besloten tot een verschuiving van financiële middelen en personele capaciteit naar instandhouding, aanvullend op de extra vrijgemaakte middelen uit het coalitieakkoord van het kabinet Rutte IV. Hiermee zetten we in op de maximale productiecapaciteit van RWS.

We verhogen de productie door afspraken over een stabiel en langjarig basiskwaliteitsniveau, efficiënter (samen) te werken in de keten en een meerjarenafspraak voor instandhouding met meer ruimte voor de uitvoering. Hierdoor kan RWS het werk efficiënter organiseren en kan de markt op een efficiëntere manier worden benaderd.

In de begroting van 2025 is besloten om vanuit de reservering instandhouding de financiering van het BKN RWS beleidsarm met twee jaar door te trekken tot en met 2032. Instandhoudingsprojecten dienen bij start voorzien te zijn van budget. Doortrekking geeft RWS de nodige extra ruimte om projecten te programmeren die na 2030 doorlopen.

In de periode tot en met 2032 groeit het beschikbare budget voor instandhouding naar € 3,1 miljard. Dit is inclusief de inzet van een deel van de balanspost Saldo op ontvangen bijdragen exploitatie en onderhoud en de reguliere ontvangsten. In de budgetten is rekening gehouden met een doelmatigheidswinst die is ingezet voor de Rijksbrede taakstelling uit het voorjaar 2023. De doelmatigheidswinst wordt geschat op een voordeel van 1% in 2026 oplopend tot 5% structureel in 2030. Wij vragen RWS dezelfde kwaliteit van het BKN te leveren. In de tabellen 75 en 76 zijn de budgetten (exclusief inzet deel balanspost en ontvangsten) op de fondsen weergegeven.

Budgetbehoefte ProRail

In november 2023 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de validatie uitgevoerd door PricewaterhouseCoopers (PwC). Hieruit blijkt dat de totale instandhoudingsbehoefte een realistische weergave vormt van de benodigde middelen om het spoor bij gelijke prestaties in stand te houden. Omdat de budgetbehoefte niet in evenwicht was met de beschikbare middelen is er in 2024 samen met ProRail een basiskwaliteitsniveau (BKN) spoor voor de periode vanaf 2026 uitgewerkt. De Tweede Kamer is op 22 maart 2024 geïnformeerd over de denkrichtingen om te komen tot een stabiel, langjarig en robuust instandhoudingsniveau van de Nederlandse spoorinfrastructuur vanaf 2026, zoals dat ook voor de netwerken van RWS is uitgewerkt. Het BKN spoor is het absolute minimum waarbij de instandhoudingsbehoefte en de beschikbare middelen in balans zijn.

Op 7 juni 2024 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de maatregelen die in het kader van basiskwaliteitsniveau spoor met ProRail zijn afgesproken. Hierbij is kritisch afgewogen hoe de basiskwaliteit moet worden vormgegeven en waar mogelijkheden zitten om zaken efficiënter of anders te doen. Met de maatregelen (efficiëntie in de organisatie, efficiëntere inrichting van het onderhoud, doelmatig beheer, onderhoud van stations e.o., verminderde inzet wisselverwarming) is het voorziene tekort tussen de instandhoudingsbehoefte en de beschikbare middelen in de periode 2026-2037 fors gereduceerd. Vervolgens zijn er met ProRail afspraken gemaakt over aanvullende efficiencymaatregelen in het apparaat binnen ProRail. Daarnaast is het voornemen dat de vervoerders vanaf 2030 een hoger procentueel aandeel in de instandhoudingskosten gaan betalen dan in 2023. Voor de periode 2026-2029 blijft het procentuele aandeel voor de vervoerders in de instandhoudingskosten gelijk aan 2023. Door deze aanvullende maatregelen is het tekort verkleind en resteerde een restopgave van € 885 miljoen. De resterende opgave wordt gedekt door een combinatie van middelen uit de extrapolatie 2038 (€ 485 miljoen) en de reservering CA-middelen instandhouding (€ 400 miljoen). De resterende middelen op de Aanvullende Post (AP) ter hoogte van € 600 miljoen worden overgeheveld naar het Mobiliteitsfonds nu de resterende opgave concreet is gedekt.

Budgetten instandhouding

In de periode tot en met 2038 zijn op de fondsen de volgende budgetten beschikbaar voor instandhouding.

Hoofdwegen
Exploitatie 6.293 5.676 9.922 10.550 9.764 8.618 8.451 7.824 7.769 4.537 4.537 4.537 4.537 4.537 4.537 102.089
MF 12.02.01 Onderhoud 929.188 983.801 922.160 932.349 946.368 957.055 920.984 920.522 921.307 540.085 571.280 588.346 623.485 628.854 662.593 12.048.377
MF 12.06.02 Overige netwerkgebonden kosten 111.563 115.558 250.758 276.633 233.770 212.924 208.836 192.883 192.515 112.093 112.118 112.119 112.119 112.119 112.119 2.468.127
Totaal budget Exploitatie en Onderhoud Hoofdwegen 1.047.044 1.105.035 1.182.840 1.219.532 1.189.902 1.178.597 1.138.271 1.121.229 1.121.591 656.715 687.935 705.002 740.141 745.510 779.249 14.618.593
Hoofdvaarwegen
MF 15.01 Exploitatie 12.147 10.528 25.221 27.539 23.829 22.161 22.060 25.241 25.006 10.517 10.517 10.517 10.517 10.517 10.517 256.834
MF 15.02.011 Onderhoud 534.055 544.905 498.729 440.081 450.162 447.718 448.514 475.031 476.037 205.483 252.009 253.441 253.441 253.441 253.361 5.786.408
MF 15.06.02 Overige netwerkgebonden kosten 34.067 35.704 87.526 96.170 79.128 73.459 72.972 83.880 83.109 34.937 34.937 34.937 34.937 34.937 34.937 855.637
Totaal budget Exploitatie en Onderhoud Hoofdvaarwegen 580.269 591.137 611.476 563.790 553.119 543.338 543.546 584.152 584.152 250.937 297.463 298.895 298.895 298.895 298.815 6.898.879
Hoofdwatersysteem
DF 3.01.01 Watermanagement 8.048 8.261 14.181 17.098 16.844 16.643 16.977 20.742 21.220 8.523 8.523 8.523 8.523 8.523 8.523 191.152
DF 3.02.01 Onderhoud Waterveiligheid 273.582 325.625 242.678 233.857 235.108 238.031 234.390 263.144 258.141 87.548 119.815 119.815 119.815 119.815 119.815 2.991.179
DF 3.02.02 Onderhoud Zoetwatervoorziening 32.284 32.418 37.788 12.699 13.047 12.710 10.924 11.788 12.096 6.919 7.416 6.919 23.845 23.845 21.170 265.868
DF 5.02.01 Overige netwerkgebonden kosten 69.036 73.224 129.349 151.109 149.363 146.858 149.804 183.008 187.225 75.208 75.208 75.208 75.208 75.208 75.208 1.690.224
Totaal budget Watermanagement en Onderhoud Hoofdwatersysteem 382.950 439.528 423.996 414.763 414.362 414.242 412.095 478.682 478.682 178.198 210.962 210.465 227.391 227.391 224.716 5.138.423
Totaal budget Exploitatie, Onderhoud en Watermanagement RWS 2.010.263 2.135.700 2.218.312 2.198.085 2.157.383 2.136.177 2.093.912 2.184.063 2.184.425 1.085.850 1.196.360 1.214.362 1.266.427 1.271.796 1.302.780 26.655.895
  1. Dit budget is exclusief Overdracht Brokx-nat en reservering Kustwacht (luchtsurveillance).
Hoofdwegen
MF 12.02.04 Vernieuwing 329.256 385.522 557.714 518.181 588.110 418.959 441.485 522.348 527.971 303.431 295.173 286.815 297.427 300.022 300.021 6.072.435
Hoofdvaarwegen
MF 15.02.04 Vernieuwing 136.250 248.537 335.423 340.176 258.617 242.514 216.254 190.040 181.348 152.460 161.549 161.549 161.549 161.549 161.549 3.109.364
Hoofdwatersysteem
DF 3.02.03 Vernieuwing 17.015 30.919 56.840 69.632 132.934 179.868 177.744 140.353 140.353 170.124 169.626 170.124 170.124 170.124 109.508 1.905.288
Totaal budget Vernieuwing 482.521 664.978 949.977 927.989 979.661 841.341 835.483 852.741 849.672 626.015 626.348 618.488 629.100 631.695 571.078 11.087.087
Mobiliteitsfonds
MF 12.03.02 Reservering areaalgroei hoofdwegen 0 6.284 15.319 20.470 36.774 42.784 42.817 36.441 32.050 32.051 34.974 44.775 44.506 47.125 47.175 483.545
MF 15.03.02 Reservering areaalgroei hoofdvaarwegen 0 0 20.000 20.001 36.302 36.302 36.302 36.302 36.302 36.302 36.302 36.302 36.302 36.302 34.181 437.202
MF 11.03.03 Reservering CA Rutte IV instandhouding 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1.000.000 1.054.083 1.070.937 1.120.401 1.120.401 1.251.393 6.617.215
Totaal reserveringen Mobiliteitsfonds 0 6.284 35.319 40.471 73.076 79.086 79.119 72.743 68.352 1.068.353 1.125.359 1.152.014 1.201.209 1.203.828 1.332.749 7.537.962
Deltafonds
DF 1.02.01 Reservering areaalgroei hoofdwatersysteem 0 3.482 1.741 1.741 1.741 1.741 1.741 1.742 1.742 1.742 1.742 1.742 1.742 1.742 1.742 26.123
DF 5.04.01 Reservering CA Rutte IV instandhouding 0 0 0 0 0 0 0 0 0 262.266 262.266 262.266 262.266 262.262 269.083 1.580.409
Totaal reserveringen Deltafonds 0 3.482 1.741 1.741 1.741 1.741 1.741 1.742 1.742 264.008 264.008 264.008 264.008 264.004 270.825 1.606.532
Totaal reserveringen 0 9.766 37.060 42.212 74.817 80.827 80.860 74.485 70.094 1.332.361 1.389.367 1.416.022 1.465.217 1.467.832 1.603.574 9.144.494
Hoofdspoorweginfrastructuur
MF 13.02 Exploitatie 350.961 388.700 422.074 409.762 358.744 359.372 337.203 326.635 330.022 325.972 329.893 336.113 330.521 315.840 319.310 5.241.122
MF 13.02 Onderhoud 922.378 934.568 894.752 818.326 813.040 838.535 830.579 856.802 844.864 826.868 852.551 855.761 885.478 882.975 895.505 12.952.982
MF 13.02 Vernieuwing 1.109.651 711.006 1.005.596 1.077.340 744.725 1.131.170 1.226.968 1.002.865 913.578 844.925 841.457 649.818 621.914 851.829 760.016 13.492.858
MF 13.02 Overige netwerkgebonden kosten 744.498 673.831 618.920 706.157 606.253 609.309 610.614 598.044 601.625 620.183 617.625 616.807 597.315 595.167 614.348 9.430.696
MF 13.02 Gebruiksheffing vervoerders ‒ 461.767 ‒ 461.858 ‒ 483.787 ‒ 483.083 ‒ 483.152 ‒ 483.161 ‒ 483.219 ‒ 515.330 ‒ 514.491 ‒ 514.521 ‒ 514.521 ‒ 514.129 ‒ 514.129 ‒ 514.129 ‒ 514.129 ‒ 7.455.406
Totaal budget Exploitatie, Onderhoud en Vernieuwing Spoor 2.665.721 2.246.247 2.457.555 2.528.502 2.039.610 2.455.225 2.522.145 2.269.016 2.175.598 2.103.427 2.127.005 1.944.370 1.921.099 2.131.682 2.075.050 33.662.252

DBFM

Een deel van de instandhouding van de netwerken gebeurt via DBFM-contracten (Design-Build-Finance-Maintain). Bij DBFM is de opdrachtnemer niet alleen verantwoordelijk voor het ontwerp en de bouw van het project, maar ook voor de financiering en het totale onderhoud. Het is dus een geïntegreerde contractvorm. Bij traditionele contracten koopt het Rijk een product in: bijvoorbeeld een rijksweg met 2x2 rijstroken. Bij een DBFM-contract neemt het Rijk echter een dienst af: een beschikbare rijksweg, sluis, dijk of spoorweg. Het benodigde budget komt uit drie bronnen: (i) het ontwikkelingsbudget, (ii) het beschikbare exploitatie en onderhoudsbudget van reeds aanwezige infrastructuur en (iii) het budget voor areaalgroei voor dat deel van de infrastructuur dat nieuw wordt aangelegd. Ten behoeve van de aanbesteding van een DBFM-contract wordt een referentieraming opgesteld voor de te verwachten ontwikkel- en exploitatie en onderhoudskosten bij traditionele uitvoering. Deze referentieraming wordt gebruikt om de plafondprijs (het acceptabele maximum) voor de bieding te bepalen. Deze ramingen worden op dezelfde wijze uitgevoerd als de ramingen die voor LCC worden uitgevoerd. De aanbesteding verloopt in een aantal stappen. Na de laatste stap vindt ook de budgettaire verwerking in de begroting plaats. De beschikbare middelen vanuit ontwikkeling en exploitatie en onderhoud (incl. areaalgroei) worden overgeboekt naar het GIV/PPS-artikel. De middelen worden met eenzelfde «netto contante waarde» omgezet in een langjarige reeks ter betaling van de beschikbaarheidsvergoedingen. Dit is de zogenaamde financiële inpassing of DBFM conversie. Er wordt hiermee geen budget toegevoegd aan het project, de kasreeks wordt alleen aangepast aan de contractvorm. De prestatie-eisen en uitrustingsniveaus van de infrastructuur binnen het DBFM-contract zijn dezelfde als die aan RWS worden gesteld. Op het moment van aanbesteden wordt bij de M (maintain) van DBFM, een serviceniveau uitgevraagd dat past bij het onderhoudsregime wat op dat moment van toepassing was. Dat niveau geldt voor de looptijd van het contract en is daarmee niet budgettair flexibel. Bij DBFM geldt dat voor een periode van 20–25 jaar het consortium verantwoordelijk is voor het onderhoud van infrastructuur. Na afloop van het DBFM-contract valt dit deel van het areaal weer binnen het reguliere exploitatie en onderhoud van RWS. De mutaties tussen het exploitatie-, onderhoud- en vernieuwingartikel (voor wegen artikelonderdeel 12.02, vaarwegen artikelonderdeel 15.02, voor het hoofdwatersysteem artikel 3.02) en het DBFM artikel (voor wegen artikelonderdeel 12.04, vaarwegen artikelonderdeel 15.04, voor het hoofdwatersysteem artikel 4.02) zijn zichtbaar in de begroting en worden toegelicht. Na afloop van een DBFM-contract wordt het exploitatie- en onderhoudsdeel weer aan de reguliere exploitatie- en onderhouds-budgetten van RWS toegevoegd. In onderstaand overzicht is aangegeven voor welke projecten DBFM-contracten zijn afgesloten. Voor de financiering van deze projecten is het genoemde exploitatie- en onderhoudsbudget (per jaar) ingezet. Dit komt na afloop van het DBFM-contract weer beschikbaar tegen het dan geldende prijspeil.

Hoofdwegennet Baanlengte1 Grote kunstwerken Wegconfiguratie in M-fase
A12 Lunetten–Veenendaal 65 km 2x4, 2x3 2033 5,9 mln.
A10 Tweede Coentunnel 39 km 1ste en 2de Coentunnel 2x3+2x2, 2x4 2037 12,0 mln.
N33 Assen–Zuidbroek 105 km 2x2 2034 2,8 mln.
A15 Maasvlakte–Vaanplein 129 km nieuwe Botlekbrug, Thomassentunnel, Botlektunnel 2x3+2x2, 2x3, 2x2 2035 31,7 mln.
A1/A6 Diemen–Almere Havendreef (SAA) 72 km Aquaduct Muiden, verbrede Hollandse Brug 2x5+2, 2x4+2 2042 11,9 mln.
A12 Veenendaal–Ede–Grijsoord 50 km 2x3 2032 2,2 mln.
A9 Holendrecht–Diemen (Gaasperdammerweg, SAA) 41 km Gaasperdammer-tunnel 2x5+1 2038 14,2 mln.
N18 Varsseveld Enschede 70 km 2x2+2x1 2043 1,8 mln.
A27/A1 Utrecht Noord - knpt. Eemnes - Bunschoten 53 km 2x3+2x4 2043 3,9 mln.
A6 Almere (SAA) 39 km 2x5 2039 3,3 mln.
A24 Blankenburgverbinding 35 km Maasdeltatunnel, Hollandtunnel 2x3 2043 10,1 mln.
A16 Rotterdam 37 km Rottemerentunnel 2x2+2x3 2043 7,2 mln.
A9 Badhoevedorp – Holendrecht (Amstelveen) 52 km 2x4+1 2038 2,6 mln.
A15/A12 Ressen - Oudbroeken (ViA15) 87 km Brug over het Pannerdensch kanaal 2x3 + 2x2 2044 6,1 mln.
Hoofdvaarwegennet Vaarweglengte Grote kunstwerken
Keersluis Limmel Nieuwe Keersluis Limmel, incl. verkeersbrug over sluis 2048 0,4 mln.
Beatrixsluis 3e Kolk 4 km Complex Prinses Beatrixsluis incl. baggeren, onderhoud oevers en ligplaatsen langs Lekkanaal 2046 2,8 mln.
Zeetoegang IJmond Nieuwe zeesluis en sluiseilanden 2045 2,5 mln.
Sluis Eefde Nieuwe schutsluis inclusief onderhoud voorhavens (bestaande schutsluis tot 2021) 2047 1,0 mln.
Hoofdwatersysteem Grote kunstwerken
Afsluitdijk Afsluitdijk, spuicomplexen en keringen Den Oever en Kornwerderzand 2047 9,3 mln.
Hoofdspoorweginfrastructuur Spoorweglengte Grote kunstwerken
HSL 85 km Tunnel Groene Hart, Doorgaand Spoorviaduct Bleiswijk, Tunnel Rotterdam Noord, Tunnel Oude Maas, Tunnel Dordtse Kil, Brug Hollands Diep 2031 N.v.t.
  1. Baanlengte omvat: hoofdrijbanen, verbindingswegen en op- en afritten.

3. Overig

We zijn op weg naar een situatie waarin we een grotere instandhoudingsbehoefte moeten aankunnen om onze netwerken veilig, beschikbaar en betrouwbaar te houden. De komende jaren zien we als een transitiefase waarin RWS en ProRail stapsgewijs kunnen toegroeien naar deze situatie. Maakbaarheid is hierbij een belangrijk uitgangspunt. Beide uitvoerders en de markt kunnen immers niet van vandaag op morgen structureel extra werk leveren. Uitvoeren van extra werk vraagt om een gedegen voorbereiding, aanbesteding en werving van personeel.

Ontwikkelplan Assetmanagement Rijkswaterstaat-netwerken

In 2020 is de instandhoudingsbehoefte gevalideerd. Dat heeft ertoe geleid dat naast financiële maatregelen ook – in lijn met de aanbevelingen van Horvat en PwC/Rebel – maatregelen genomen worden om het assetmanagement voor het hoofdwegennet, het hoofdvaarwegennet en het hoofdwatersysteem te verbeteren. Daartoe is het Ontwikkelplan Assetmanagement IenW opgesteld. De Tweede Kamer is hierover december 2020 geïnformeerd.

Met het Ontwikkelplan is de ambitie voor de door RWS beheerde netwerken neergezet die past bij instandhoudingsopgave op deze netwerken. Assetmanagement is er om deze netwerken met oog voor de omgeving op een duurzame wijze beter te laten presteren zodat de gebruikers er nu en in de toekomst veilig gebruik van kunnen blijven maken. Het assetmanagement wordt zodanig ingericht dat RWS op ieder moment in samenhang inzicht kan bieden in de staat en het presteren van de netwerken, de risico’s en kosten en op een veilige, betrouwbare en voorspelbare wijze diensten aan de maatschappij kan blijven verlenen. Het verbeterde assetmanagement resulteert erin dat IenW richting de Tweede Kamer en samenleving overtuigende en inzichtelijk goede beslisinformatie kan opleveren om te komen tot realistische, betere, efficiëntere keuzes in het ontwikkelen, in stand houden en bedienen van de netwerken. En het resulteert erin dat RWS betrouwbaar, voorspelbaar en eenduidig de instandhoudingsmaatregelen programmeert, plant, uitvoert opdat de netwerken zo efficiënt en effectief mogelijk functioneren.

Met bovenstaande aanpak professionaliseert IenW op alle stappen van zijn assetmanagement om de netwerken in lijn te brengen en te houden met het met de Kamer afgesproken kwaliteitsniveau voor een veilig, leefbaar en bereikbaar NL. De ambitie is dat RWS conform afspraak eind 2025 in lijn met de internationale standaard werkt, de ISO-55001. In lijn betekent op niveau van certificeerbaarheid. Dat is geen 10, maar goed genoeg en klaar voor continue verbetering.

Bijlage 5: ProRail

In de kabinetsreactie op het rapport van de Tijdelijke Commissie Onderhoud en Innovatie spoor (Kamerstukken II 2011–2012, 32 707, nr. 16) is een pakket maatregelen aangekondigd om de informatievoorziening naar de Tweede Kamer beter en transparanter te maken (aanbevelingen 14 en 15). Een deel van deze maatregelen is verwerkt in de erdiepingsbijlagen. In deze bijlage wordt de informatie verstrekt die de aansluiting tussen de middelen op het Mobiliteitsfonds en de bestedingen door ProRail betreft. In deze bijlage zijn de volgende onderdelen opgenomen:

  1. Kasstroomoverzicht ontvangsten en uitgaven Mobiliteitsfonds 2025 (spoor);
  2. Overzicht van de baten en lasten ProRail 2024–2030;
  3. Kasstroomoverzicht ontvangsten en uitgaven ProRail 2023;
  4. Balansposten ProRail 2023.

In bijlage 4 Instandhouding zijn de gegevens over ProRail ten behoeve van het areaal, de prestaties en budgetten opgenomen.

Deze bijlage zal vanaf de ontwerpbegroting 2026 niet meer worden opgenomen. De huidige informatiewaarde van de MF begroting tezamen met het MIRT Overzicht voorzien in een ruim toereikende informatievoorziening en voldoende transparantie om aan het hierboven genoemde maatregelen pakket te voldoen.

Figuur 9 Kasstroomoverzicht ontvangsten en uitgaven Mobiliteitsfonds 2025 (spoor)

Exploitatiebijdrage moederdepartement 1.181 1.102 1.242 1.261 1.243 1.259 1.243
Gebruiksvergoeding vervoerders 420 486 438 439 440 451 451
Overige opbrengsten 32 31 31 31 31 31 31
Baten 1.633 1.620 1.712 1.731 1.713 1.741 1.725
Kosten van uitbesteed werk en doorbelaste uren 1.140 1.139 1.243 1.193 1.253 1.282 1.263
Personeelskosten en overige kosten 757 751 729 724 722 719 721
Geactiveerde en doorbelaste uren ‒ 363 ‒ 363 ‒ 353 ‒ 351 ‒ 349 ‒ 348 ‒ 345
Kapitaallasten 98 92 92 165 87 87 87
Lasten 1.633 1.620 1.712 1.731 1.713 1.741 1.725
Saldo van baten en lasten 0 0 0 0 0 0 0
Ontvangsten uit Mobiliteitsfonds 1.078 1.459 2.537
Ontvangsten van vervoerders 372 0 372
Ontvangsten van derden 129 194 323
Ontvangsten interest 19 19
Ontvangsten totaal 1.599 1.653 3.251
Betalingen aan leveranciers 1.453 1.387 2.840
Betalingen aan werknemers 406 126 532
Betalingen aan banken (rente en aflossing) 5 0 5
Afdracht BTW aan fiscus 124 0 124
Betalingen totaal 1.988 1.513 3.501
Mutatie liquide middelen ‒ 389 140 ‒ 250
Liquide middelen per 31-12-2023 290
Liquide middelen per 31-12-2022 539
Afname liquide middelen 2023 ‒ 249
Vooruit ontvangen bijdragen van derden 212 95 307
Vooruit ontvangen bijdragen van IenW ‒ 17 26 9
Vooruit ontvangen bijdragen 195 121 316
Nog te egaliseren investeringsbijdragen 23 48 71
Nog te egaliseren exploitatiebijdragen ‒ 67 0 ‒ 67
Nog te egaliseren bijdragen ‒ 44 48 4
Getroffen voorzieningen en overige reserves 56
Saldo nog te betalen / vooruit betaalde kosten ‒ 87
Nog te betalen kosten ‒ 31
Liquide middelen per 31-12-2023 290

Bijlage 6: DBFM-conversies

Kenmerken DBFM-contracten

Een DBFM-contract is een geïntegreerde contractvorm, waarbij de opdrachtnemer verantwoordelijk is voor het ontwerp (design), de bouw (build), financiering (finance) en het onderhoud (maintain). De opdrachtgever gaat binnen een DBFM-contract een langlopende verplichting aan met een consortium van private partijen. Gedurende een periode van 20–25 jaar betaalt het Rijk een vergoeding aan het consortium voor de beschikbaarheid van de infrastructuur (beschikbaarheidsvergoeding). Voorts is een kenmerk van DBFM-contract een langjarig en vlak betalingsritme.

Verwerking potentiële DBFM-projecten in de verkenning- en planuit-werking

Bij de DBFM-projecten in voorbereiding wordt in de begroting op voorhand geen rekening gehouden met dit afwijkende betalingsritme dat kenmerkend is voor DBFM-contracten. Net als voor andere MIRT-projecten wordt bij de betreffende modaliteit het volledige bedrag voor aanleg geraamd op het artikel voor verkenning en planuitwerking en wordt een reservering voor het onderhoud gemaakt binnen de reguliere onderhoudsbudgetten en/of de investeringsruimte. Mocht in een later stadium een aanbesteding in DBFM-vorm toch niet mogelijk of opportuun blijken, dan blijft een meer klassieke aanbesteding via deze werkwijze altijd mogelijk.

Verwerking DBFM-contracten na overgang in de realisatie- en exploitatiefase

Bij de afronding van de aanbesteding van een DBFM-contract is de exacte omvang van de langjarige verplichting bekend. In de eerstvolgende begroting worden in samenspraak met het Ministerie van Financiën de klassieke reserveringen op de IenW-begroting gecorrigeerd voor het afwijkende kasritme van het DBFM-contract.11Een betaling aan een DBFM-consortium is een gecombineerde vergoeding voor onder meer de aanleg en het onderhoud van de infrastructuur, daarom wordt het volledige budget vervolgens geplaatst op het artikel voor geïntegreerde contractvormen bij de betreffende modaliteit.

Figuur 10

Bijlage 7: Tol

Scope

De Wet Tijdelijke Tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15, die op 15 maart 2016 in werking is getreden, bevat het wettelijk kader om voor de projecten A24 Blankenburgverbinding en A12/A15 Ressen-Oudbroeken (ViA15) tol te heffen. In de wet is opgenomen dat het tolsysteem verder wordt uitgewerkt in een uitvoerings- en een handhavingsplan die aan de Staten-Generaal worden overlegd voordat de tolheffing van start gaat. Het uitvoeringsplan gaat nader in op de wijze waarop het passerende verkeer wordt geregistreerd, de betalingsmogelijkheden en de wijze waarop weggebruikers en kentekenhouders in contact kunnen treden met vragen en klachten over het betalen van tol, herinneringen of boetes. Het handhavingsplan bevat een omschrijving van hoe het toezicht is georganiseerd, de wijze waarop een boete wordt opgelegd en hoe deze wordt geïnd.

Het uitvoerings- en het handhavingsplan zijn in het najaar 2023 aan de Kamer voorgelegd. Dat was ruim voor de openstelling van de A24 Blankenburgverbinding en de start van de tolheffing, die naar verwachting in december 2024 plaatsvindt. De precieze start van tolheffing op de ViA15 is afhankelijk van de Raad van State-uitspraak over het Tracébesluit ViA15. Vooralsnog wordt niet uitgegaan van ingebruikname ViA15 en start tolheffing voor 2030.

Financieel

Het doel van de tolheffing is om een financieringsbehoefte voor beide aanlegprojecten te dekken. Deze behoefte komt tot uiting in een tolopgave van € 392 miljoen voor de Blankenburgverbinding en van € 354 miljoen voor de ViA15 (prijspeil 2024). De tolopbrengsten dienen deze tolopgave, maar ook de uitvoeringskosten voor tolheffing te dekken. Deze uitvoeringskosten betreffen de invoeringskosten van tolheffing en de cumulatieve kosten voor exploitatie tijdens de periode waarin tol geheven wordt.

Organisatie

De tolheffing wordt samen met de uitvoeringsorganisaties RDW, CJIB, RWS en ILT verder uitgewerkt.

Specificatie inkomsten en uitgaven

In onderstaande tabel is het totaaloverzicht opgenomen van de verwachte inkomsten en uitgaven.

Rijksbijdrage voor realisatie Tolsysteem en -organisatie 53.806 42.900 4.338
- bijdrage aan Rijkswaterstaat MF 12.06/12.03 2.793 2.094 100
- bijdrage aan RDW MF12.03 37.141 23.491 1.500
- bijdrage aan ILT HXII art. 24 100
- bijdrage aan Centraal Justitieel Incassobureau MF 12.03 3.763 2.781 300
- uitgaven programmaorganisatie IenW MF 12.03/HXII art. 98 10.110 1.300 1.000
- nog toe te wijzen MF12.03 0 13.234 1.338
Rijksbijdrage voor realisatie Exploitatie Tolsysteem 0 18.442 47.390 40.570 34.582 28.682 28.746 21.912 21.463 20.662 19.989 20.064 20.105 20.040 19.402 5.207
Subtotaal Blankenburgverbinding 53.806 61.342 51.728 40.570 34.582 28.682 28.746 21.912 21.463 20.662 19.989 20.064 20.105 20.040 19.402 5.207
Rijksbijdrage voor realisatie Tolsysteem en -organisatie 400 1.880 3.760 6.652 9.400
- bijdrage aan Rijkswaterstaat MF 12.06/12.03 400 700 900 2.900 1.200
- bijdrage aan RDW MF12.03 200 800 800 4.400
- bijdrage aan ILT HXII art. 24 100 100 100
- bijdrage aan Centraal Justitieel Incassobureau MF 12.03 200 400 400 400
- uitgaven programmaorganisatie IenW MF 12.03/HXII art. 98 200 400 400 400
- nog toe te wijzen MF12.03 580 1.160 2.052 2.900
Rijksbijdrage voor realisatie Exploitatie Tolsysteem 18.188 16.075 14.313 12.480 12.483 12.396 12.379 13.179 24.453
Subtotaal ViA15 400 1.880 3.760 6.652 9.400 18.188 16.075 14.313 12.480 12.483 12.396 12.379 13.179 24.453
Totaal uitgaven Tol 54.206 61.342 51.728 42.450 38.342 35.334 38.145 40.100 37.538 34.975 32.470 32.547 32.501 32.419 32.581 29.660
Ontvangsten
Totaal geraamde ontvangsten tol MF 12.09 29.256 100.181 103.066 95.958 88.716 151.294 150.448 148.337 124.022 53.752 49.754 49.754 9.756 82.730 82.733
Ontvangsten voor realisatie tolsysteem* MF 12.09 12.293 12.290 12.290 12.290 12.290 12.290 12.290 12.290 12.290 12.285
* De geraamde ontvangsten zijn niet geactualiseerd ten opzichte van het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2024.

Toelichting op tabel

  1. Voor de realisatie en exploitatie van tol is er een aantal rollen en taken die vervuld worden, die betrekking hebben op zowel reguliere inning als voor de wettelijke aanmaning en handhaving.
  2. Voor het mogelijk maken om tol te kunnen innen, moeten de uitvoeringsorganisaties zich gedegen voorbereiden, systemen aanpassen en producten en diensten inkopen. Daarnaast dient ook IenW voorbereidingen te treffen. De realisatiekosten die hierbij worden gemaakt komen ten laste van de tolopgave. Deze kosten zijn geactualiseerd ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2024.
  3. Naast de realisatiekosten voor het tolsysteem worden de exploitatiekosten van tolheffing gedekt uit de tolontvangsten op deze verbindingen. Deze kosten zijn uitgesplitst naar de twee aanlegprojecten. Deze kosten zijn volledig herzien op basis van de meest actuele inzichten en geactualiseerde ramingen bij de uitvoeringsorganisaties en bij het project Tijdelijke Tolheffing. Deels zijn deze kosten volume-afhankelijk en afhankelijk van het aantal passages op beide wegen. Deels betreft het vaste kosten onafhankelijk van het gebruik van beide wegen. De volume-afhankelijke kosten zijn aan het desbetreffende aanlegproject toegerekend. Voor de verdeling van de volume-onafhankelijke exploitatiekosten over beide aanlegprojecten is een verdeelsleutel bepaald op basis van de verkeersvolumes op beide wegen.
  4. Op basis van de verwachte verkeersvolumes van het tolsysteem betreffen de verschuldigde tolbedragen en de ontvangsten uit betaalherinneringen en boetes indien een eenmalige betaling niet tijdig plaatsvindt.
  5. Verschillende cijfers in de tabel kennen nu nog een behoorlijke onzekerheid en zijn mede afhankelijk van hoe het tolsysteem in de praktijk functioneert. Een nauwkeurige raming van de verwachte duur van de tolheffing is daarom pas te geven nadat er enige jaren tol geheven is.

Bijlage 8: Lijst van afkortingen

AOV Achterstallig Onderhoud Vaarwegen
AMvB Algemene Maatregel van Bestuur
APB Activiteitenplan en Begroting
ATB-Vv Automatische Treinbeïnvloeding – Verbeterde versie
BBV Blankenburgverbinding
BCF Btw-compensatiefonds
BenO Beheer en onderhoud
BKN Basiskwaliteitsniveau
BNG Betalen naar gebruik
BO MIRT Bestuurlijk overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport
BRG Bestaand Rotterdams Gebied
BroNs Brandweer op Noordzee
BZK Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
CA Coalitieakkoord
CID Central Innovation District
CJIB Centraal Justitieel Incassobureau
CZSK Commando Zeestrijdkrachten
DBFM Design, Build, Finance and Maintain
DF Deltafonds
DLP Defensie Lifecycle Plan
DMO Defensiematerieelorganisatie
DUMO Duurzame Mobiliteit
DVM Dynamisch Verkeersmanagement
EOV Exploitatie, onderhoud en vernieuwing
EPK Externe productiekosten
ERTMS European Rail Traffic Management System
ETV Emergency Towing Vessels
EU Europese Unie
EZ Ministerie van Economische Zaken
FES Fonds Economische Structuurversterking
FIN Ministerie van Financiën
GF Gemeentefonds
GIV-PPS Geïntegreerde contractvorm - Publick Private Samenwerking
HBR Havenbedrijf Rotterdam
HLA Hoofdlijnenakkoord
HOV Hoogwaardig openbaar vervoer
HRN Hoofdrailnet
HSL Hogesnelheidslijn
HVWN Hoofdvaarwegennet
HWN Hoofdwegennet
HXII Hoofstuk 12 begroting Ministerie van Infrastructuur en waterstaat
IBO Interdepartementaal Beleidsonderzoek
IenW Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
ILT Inspectie Leefomgeving en Transport
IMA Integrale Mobiliteitsanalyse
IRM Integraal Riviermanagement
JIVC Joint Informatievoorziening Commando
KGG Ministerie van Klimaat en Groene Groei
KM Koninklijke Marine
KNRM Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij
KPI Kernprestatie indicatoren
KWC Kustwachtcentrum
LCC Life Cycle Costs
LVVN Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
LTSa Lange Termijn Spooragenda
LVO Landelijk Verbeterprogramma Overwegen
MF Mobiliteitsfonds
MIRT Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport
MJPG Meerjarenprogramma Geluidsanering
MOC Maritiem Operatie Centrum
NaNov Na Noord-Oostelijke Verbinding
NDW Nationaal Dataportaal Wegverkeergegevens
NoMo Nota Mobiliteit
NOVEX Nationale Omgevingsvisie Extra
NOVI Nationale Omgevingsvisie
NS Nederlandse Spoorwegen
NSL Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit
NSP Nieuwe Sleutelprojecten
NST Nieuwe Sluis Terneuzen
NUTW Nog uit te voeren werk
NVGS Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen
NVWA Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
OCW Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
OV Openbaar Vervoer
OV SAAL Openbaar Vervoer Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad
OVS Openbaar Vervoer en Spoor
OVT Openbaar Vervoer Terminal
PB Projectbesluit
PEGA Parlementaire Enquêtecommissie aardgaswinning Groningen
PF Provinciefonds
PHS Programma Hoogfrequent Spoorvervoer
PKB Planologische Kernbeslissing
PMR Project Mainportontwikkeling Rotterdam
POK Parlementaire Ondervragingscommisie Kinderopvangtoeslag
PPC Publiek Private Comparator
PPS Publiek-Private Samenwerking
RDW Rijksdienst voor Wegverkeer
RISM Road Infrastructure Safety Management
RKPIJ Rivierklimaatpark IJsselpoort
RMf Regionale Mobiliteitsfondsen
RSP Regiospecifiek Pakket
RSP-ZZL Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn
RWS Rijkswaterstaat
SAA Schiphol-Amsterdam-Almere
SAAL Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad
SAP Systeme, Anwendungen und Produkte
SAR Search and Rescue-helikopters
SCM Strategisch Capaciteitsmanagement
SEB Schoon en Emissieloos Bouwen
SLA Service Level Agreement
SodM Staatstoezicht op de Mijnen
SPUK Specifieke Uitkering
SPV Strategisch Plan Verkeersveiligheid
TB Tracébesluit
TEN-T Trans Europese Transport Netwerken
TTH Tijdelijke Tolheffing
TVOV Transitievangnet OV
UPGE Uitvoeringsprogramma geluidemplacementen
UWO Uitwerkingsovereenkomst
VenR Vervanging en reparatie
VGR Voortgangsrapportage
VWH Vrachtwagenheffing
WOO Wet Open Overheid
WOZ Wind op Zee
ZAD Zuidasdok
zbo Zelfstandig bestuursorgaan
ZZL Zuiderzeelijn

  1. __Kamerstuk 36 200 A, nr. 65 (aankondiging voornemen) en Kamerstuk 36 410 A, nr. 2 (implementatie in begroting).↩︎

  2. __Kamerstuk 29984 nr. 1202↩︎

  3. __Kamerstuk 31 409, nr. 373↩︎

  4. __Kamerstuk 34 244, nr. 3↩︎

  5. __Kamerstuk 29 385, nr. 119↩︎

  6. __Kamerstuk 36 200 A, nr. 65 (aankondiging voornemen) en Kamerstuk 36 410 A, nr. 2 (implementatie in begroting).↩︎

  7. __Kamerstukken II 2022-2023, 29385, nr. 119.↩︎

  8. __Kamerstukken II 2022-2023, 36200 A, nr. 65 (aankondiging voornemen) en Kamerstukken II 2023-2024, 36410 A, nr. 2 (implementatie in begroting).↩︎

  9. __De paragraaf «Instandhouding Rijkswaterstaat-netwerken» beantwoordt de toezegging aan de heer Van Dijk uit het WGO Jaarverslag IenW 2023 van 26 juni om inzicht te geven in het huidige stand van zaken van het meerjarenplan instandhouding.↩︎

  10. __De prestatie-indicator is gedefinieerd als het percentage van het areaal in het rivierengebied waar de actuele vegetatie de norm in de Vegetatielegger niet overschrijdt.↩︎

  11. __Technisch gezien betekent dit een verlaging van het uitgavenplafond (van het begrotingstotaal van het Mobiliteitsfonds) in de jaren waarin het kasbudget geraamd stond en een verhoging van het uitgavenplafond (van het begrotingstotaal van het Mobiliteitsfonds) in de jaren waarin er een beschikbaarheidvergoeding nodig is.↩︎