[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Boomsma over recente incidenten alsmede de verspreiding, het gedrag en de toekomst van de wolf in Nederland

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2024D31226, datum: 2024-09-02, bijgewerkt: 2024-09-03 14:29, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20232024-2417).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2024Z12274:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2417

Vragen van het lid Boomsma (Nieuw Sociaal Contract) aan de Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur over recente incidenten alsmede de verspreiding, het gedrag en de toekomst van de wolf in Nederland (ingezonden 2 augustus 2024).

Antwoord van Staatssecretaris Rummenie (Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur) (ontvangen 2 september 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 2302

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat op 16 juli 2024 een meisje tijdens de buitenschoolse opvang bij Leusden is gebeten door een wolf en dat korte tijd later een peuter bij de Pyramide van Austerlitz (mogelijk) door een wolf omver is geduwd? Betreft het dezelfde wolf?1 , 2

Antwoord 1

Ja, ik heb kennisgenomen van de berichtgeving omtrent de incidenten in Leusden en Austerlitz. Provincie Utrecht heeft voor deze incidenten onderzocht welke wolf het betrof. Het incident bij Leusden is naar alle waarschijnlijkheid veroorzaakt door een dier van een aldaar levende wolvenpaar. Het DNA-onderzoek heeft dit overigens niet nader kunnen bevestigen. Het incident in Austerlitz betrof een solitaire wolf die al meerdere malen richting honden ongewenst gedrag heeft vertoond.

Vraag 2

Welke incidenten, zoals het benaderen of zelfs achtervolgen van fietsers en kinderen door wolven, zijn hieraan voorafgegaan en kan u de uitkomsten van het nader verrichte onderzoek delen?

Antwoord 2

In de provincie Utrecht is sprake van een ouderpaar wolven met 5 welpen die betrokken zijn bij incidenten in de omgeving van Leusden. Tevens is er in Utrecht sprake van een alleenstaande wolf die betrokken is bij incidenten in de omgeving van Austerlitz. Met betrekking tot het onderzoek verwijs ik naar voorgaand antwoord op vraag 1.

Vraag 3

Vanaf wanneer had op grond van de interprovinciale escalatieladder de situatie in dit gebied aangemerkt kunnen worden als een «probleemsituatie»?

Antwoord 3

De eerste probleemsituatie in de zin van de escalatieladder, met de solitaire wolf vond medio 2023 plaats. Voor het ouderpaar met de welpen was de eerste probleemsituatie in de zin van de escalatieladder, op 6 juli 2024.

Vraag 4

Is op basis van de interprovinciale escalatieladder bij het bijtincident sprake van een probleemsituatie of wordt de bijtende wolf ook aangemerkt als «probleemwolf»?

Antwoord 4

In Utrecht is op grond van de nu beschikbare informatie naar het oordeel van de provincie geen sprake van een probleemwolf in de zin van de provinciale escalatieladder.

Vraag 5

Deelt u de mening dat er onmiddellijk tot handelen moet worden overgegaan om die wolf te beletten zulk gedrag te herhalen, als een wolf eenmaal een mens heeft gebeten? Zo ja, welke termijn acht u haalbaar voor het nemen van verdere maatregelen, en welke acht u acceptabel?

Antwoord 5

Ik vind het zeer wenselijk dat provincies zo snel mogelijk handelen om incidenten tegen te gaan en herhaling te voorkomen. Het is ook in het belang van de provincies als bevoegd gezag om hier een zo kort mogelijke termijn voor te hanteren. De provincie Utrecht is hier bevoegd gezag, oordelen over haalbaarheid en acceptabel zijn, laat ik aan de provincie. Ik realiseer me goed dat dit voor de provincies, en overigens ook voor de betrokken gemeenten, nieuwe en lastige situaties zijn waarbij zij hun best doen om met tempo de goede beslissingen te nemen die recht doen aan de veiligheid van mensen en hun huisdieren en aan hun gevoelens van onveiligheid en binnen de grenzen van de geldende regelgeving zijn. Ik blijf in gesprek met de provincies om in de toekomst samen krachtiger te kunnen optreden.

Vraag 6

Kan de burgemeester op grond van de Gemeentewet besluiten om een wolf die een mens heeft gebeten snel te laten afschieten, en zo ja, onder welke voorwaarden?

Antwoord 6

Wanneer de openbare veiligheid acuut in het geding is, heeft een burgemeester de mogelijkheid om op grond van de Gemeentewet (artikel 175) een noodbevel afgeven en daarmee ruimte verschaffen voor maatregelen tegen een wolf, zoals afschot. Het is uiteindelijk aan de burgemeester om dat per situatie te beoordelen. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft eerder dit jaar het Handelingsperspectief voor burgemeesters gepubliceerd, waarin verantwoordelijkheden, bevoegdheden, afwegingskader en stappenplan staan bij situaties waar vanwege de aanwezigheid van een wolf actie van de lokale overheid gevraagd wordt.3

Vraag 7

Wordt nu een afschotvergunning voorbereid voor de wolf van het bijtincident?

Antwoord 7

De provincie Utrecht heeft het besluit genomen tot vergunning voor negatief conditioneren van de solitaire wolf bij Austerlitz. Voor het ouderpaar bij Leusden is het nu niet mogelijk voor de provincie om een vergunning te geven voor negatief conditioneren wegens het ontbreken van een koppeling van de incidenten aan een individuele wolf. Om dezelfde reden kan het verzoek om een afschotvergunning ingediend door Den Treek/Het Schoutenhuis, ook niet in behandeling worden genomen. Wel is de modelvergunning voor afschot klaar, zodat een besluit tot vergunning voor afschot door de provincie Utrecht kan worden genomen als daar noodzaak toe is en het individu bekend is uit DNA-analyse.

Vraag 8

Vindt u dat de provincies nu voldoende juridische middelen hebben om te op te treden bij probleemsituaties- en/of wolven, waar dat nodig is?

Antwoord 8

In het Interprovinciaal wolvenplan dat momenteel wordt geactualiseerd, worden interventierichtlijnen gegeven om op te kunnen treden bij probleemsituaties. Belangrijkste middel voor provincies is de vergunning. Daarmee kan de provincie optreden in de vorm van bijvoorbeeld negatief conditioneren en afschot (beide typen vergunningen worden voorbereid door de provincie Utrecht, zie mijn antwoord op vraag 7). Het is van belang om, in lijn met hetgeen beschreven staat in het Interprovinciaal wolvenplan, voorbereidingen te treffen en voorafgaand aan mogelijke incidenten reeds de benodigde vergunningen in algemene zin voorbereid te hebben («klaarliggen»). Dan behoeft slechts de situatieafhankelijke invulling nog plaats te vinden en kan sneller worden ingegrepen. Met de provincies wil ik onderzoeken of er aanvullend andere maatregelen nodig en mogelijk zijn, bijvoorbeeld om snel in te kunnen grijpen bij probleemsituaties met wolven.

Vraag 9

Hoe verhoudt de interprovinciale escalatieladder, zoals die is opgesteld, zich tot vergelijkbare escalatieladders in andere, vergelijkbare Europese Unie (EU)-landen, ten aanzien van de criteria die noodzakelijk worden verondersteld voor ontheffingen om tot verjagen of negatief conditioneren over te gaan?

Antwoord 9

Voor alle Europese lidstaten is de Habitatrichtlijn het uitgangspunt voor hun wolvenbeleid. Ook voor gebruik van de interprovinciale escalatieladder is dit het uitgangspunt. Onderzoek van de Zoogdiervereniging uit 2020 toonde aan dat lidstaten op verschillende manieren omgaan met optreden bij probleemsituaties met wolven.4 Hierbij wordt overigens niet uitgegaan van specifieke escalatieladders.

Ik zal dit onderwerp bespreken met mijn Europese ambtsgenoten. Ik wil laten verkennen of er andere, effectieve maatregelen mogelijk zijn zodat incidenten met vee, met kinderen en met huisdieren beter dan nu voorkomen kunnen worden en dat er ingegrepen kan worden bij probleemsituaties. Dat zal ik aan de orde stellen in deze gesprekken en ik zal mijn ambtgenoten ook bevragen op hun ervaringen en de maatregelen die zij inzetten in geval van aanvallen op mensen en huisdieren. Daarnaast zet ik mij in Europees verband in voor het verlagen van de beschermde status van de wolf.

Vraag 10

Hoe beoordeelt u het afsluiten van natuurgebieden voor recreanten en ziet u dit als een verstandige en/of duurzame oplossing?5

Antwoord 10

Ik vind het een onwenselijke situatie dat gebieden gesloten worden voor recreatie vanwege de aanwezigheid van wolven. Dat de provincie hiertoe heeft moeten besluiten vind ik heel vervelend. De gemeente en provincie bevinden zich echter in een uiterst complexe situatie waar zij niet alleen moeten kijken wat zij met betrekking tot de betrokken wolven kunnen doen, maar ook verantwoordelijkheden hebben als het gaat om de veiligheid van mensen. Ik vind het verstandig dat bezoekers door de provincie worden gewezen op de aanwezigheid van wolven op de Utrechtse Heuvelrug om verdere incidenten te voorkomen. Ik steun de gemeente en provincie volledig in hun rol als bevoegd gezag en in de maatregelen die zij nemen voor de veiligheid van mensen en hun huisdieren.

Vraag 11

Klopt het dat op een nabijgelegen manege met kinderen niet meer buiten wordt gereden vanwege het risico op confrontaties met wolven?

Antwoord 11

De provincie Utrecht heeft mij laten weten dat ze daar geen melding van heeft gekregen. De wolvenconsulent van de provincie Utrecht heeft de nabij Austerlitz gelegen maneges bezocht en is daarbij geen manege tegengekomen waar met kinderen niet meer buiten wordt gereden.

Vraag 12

Hoe groot acht u de kans dat het vaker gaat voorkomen dat gebieden in Nederland worden afgesloten en welke mogelijkheden ziet u om dat te voorkomen?

Antwoord 12

Voorspellingen doen of er vaker gebieden in Nederland moeten worden afgesloten door incidenten met de wolf, past mij als Staatssecretaris niet. Wel heb ik de zorg dat aantallen incidenten met wolven kunnen gaan toenemen en wil ik er samen met de provincies alles aan doen om incidenten zo goed mogelijk te voorkomen. Het gaat wat mij betreft dan om het zo optimaal en voortvarend mogelijk gebruiken van de huidige mogelijkheden en bevoegdheden. Daarnaast wil ik met de provincies verkennen of er aanvullende mogelijkheden nodig en mogelijk zijn, bijvoorbeeld om snel in te kunnen grijpen bij probleemsituaties met wolven.

Vraag 13

Bent u het eens met de stelling dat wolven zoveel mogelijk moet worden aangeleerd en ingeprent dat zij in ieder geval mensen (en bij voorkeur ook vee) zoveel mogelijk moeten vermijden en uit de weg gaan, om de kansen op een succesvol en duurzaam samenleven met de wolf in Nederland te vergroten? Graag een toelichting.

Antwoord 13

Ik ben het eens met deze stelling. Uit de Factfinding studie is uitgevoerd door Wageningen Environmental Research (Kamerstuk 33 576, nr. 251) komt naar voren dat wolven van nature schuw zijn en via ouderdieren aanleren afstand te houden tot mensen. Zij zullen de confrontatie met mensen blijven mijden zo lang ze mensen zien als een potentiële bedreiging. Het risico zit in gewenning en daardoor het afleggen van schuwheid naar mensen toe.6 Het is onvermijdelijk dat in een dichtbevolkt land confrontaties met wolven voorkomen, waardoor de natuurlijke schuwheid kan afnemen. Negatieve conditionering door de mens is dan een van de mogelijke oplossingen om succesvol en duurzaam samen te kunnen leven met wolven.

In lijn met het advies van de Raad voor Dierenaangelegenheden zie ik ook een oplossing in ruimtelijke inrichting waar er zowel gebieden zijn waar gehouden dieren veilig kunnen leven als gebieden waar de wolf met rust gelaten kan worden en waar voldoende aanbod van natuurlijk voedsel (wilde prooidieren) is. Een goede bescherming van dieren door o.a. wolfwerende maatregelen maakt dat wolven veel minder makkelijk aan voedsel kunnen komen en zich daardoor in die gebieden minder thuis zullen gaan voelen. Wanneer wolven minder vaak in die gebieden komen, zullen er mogelijk ook minder confrontaties zijn tussen wolven en mensen.

Daarnaast wil ik me samen met de provincies inzetten om meer mogelijkheden te creëren om snel in te kunnen grijpen bij probleemsituaties met wolven.

Vraag 14

Welke manieren, technieken of methodes zijn er om te bereiken dat wolven die zich hier willen vestigen, wordt aangeleerd en ingeprent om mensen te vermijden en zoveel mogelijk uit de buurt te blijven?

Antwoord 14

Er bestaat geen uitputtende lijst met conditioneringsmethoden. De rechtbank Midden-Nederland heeft vastgesteld dat technieken of methodes kunnen worden ingezet die door deskundigen voldoende zijn onderbouwd.7 Eén van de mogelijkheden die vaker ter sprake is gekomen en die bijvoorbeeld ook door de provincie Utrecht wordt betrokken bij de vergunningaanvraag voor negatief conditioneren, is het gebruik van een paintball geweer.

Vraag 15

Hoe vaak is dergelijke «aversieve conditionering» al toegepast in Nederland?

Antwoord 15

In Nederland is hiermee nog geen ervaring opgedaan.

Vraag 16

Worden methodes daartoe tevens toegepast in andere landen, en zo ja, hoe vaak en met welk succes?

Antwoord 15

In de Verenigde Staten (in Yellowstone National Park) en in Duitsland is succesvol ervaring opgedaan met paintball als middel om wolven negatief te conditioneren. Zoals in de beantwoording van vraag 14 is aangegeven, heeft de rechtbank Midden-Nederland deze ervaringen als onderdeel van de onderbouwing van de geschiktheid van technieken en modules geaccepteerd. Er zijn mij geen andere methodes en landen bekend.

Vraag 17

Vindt u het een goed idee om wolven in voorkomende gevallen een zender om te doen om zo dan een aantal keer te laten schrikken, en zo ja, wordt dat nu toegepast, of kan dat worden toegepast?

Antwoord 17

Ik vind elke methode die door deskundigen voldoende is onderbouwd de moeite waard om in te zetten om incidenten tegen te gaan. In Nederland is nog geen ervaring opgedaan met het gebruik van dit type zenders bij wolven.

Vraag 18

Hoelang duurt het om het onderzoek te verrichten en de gegevens op te stellen benodigd voor de ontheffing of vrijstelling van het verbod op doden of verjagen van wolven?

Antwoord 18

Per geval verschilt de termijn die nodig is voor een gedegen analyse en advies door deskundigen. Op basis van het advies moet een goed onderbouwde aanvraag worden opgesteld om te voldoen aan wettelijke vereisten en om een eventuele rechterlijke toetsing te kunnen doorstaan. Op een vergunning voor dergelijke maatregelen is bezwaar en beroep mogelijk. Bovendien kan de werking van een besluit worden geschorst door de rechter. Een termijn voor de uiteindelijke inwerkingtreding van een dergelijke vergunning is daarom niet te geven.

Vraag 19

Wanneer is, in de richtlijnen opgesteld in het interprovinciaal Wolvenplan, sprake van verjagen van eigen terrein, waarvoor geen toestemmingsbesluit vereist is, en bij welke terreinen is dat toegestaan?8

Antwoord 19

De interventierichtlijnen bij het Interprovinciaal wolvenplan spreken van verjagen als een maatregel die het dier (de wolf) doet vluchten.9 Deze maatregel brengt het dier niet in gevaar en/of verwondt het dier niet wezenlijk. Voor alle gevallen geldt dat de in te zetten middelen in de betreffende situatie proportioneel dienen te zijn en voldoen aan de wettelijke kaders.

Er worden in de interventierichtlijnen drie vormen van verjagen onderscheiden:

Verjagen van eigen terrein of uit eigen buurt om gevaarlijke situaties te voorkomen. Dit is bij de wet niet verboden, hier is dus geen toestemmingsbesluit, zoals een vergunning voor nodig. Verjaging mag bijvoorbeeld met geluiden of visuele middelen. Het is niet toegestaan de wolf te verwonden. Wanneer de gevaarlijke situatie is verholpen, moet het verjagen gestaakt worden, de wolf mag niet worden opgejaagd of achtervolgd.

Verjagen van wolven die we bang willen maken voor mensen, oftewel negatief conditioneren. Dit is in beginsel bij de wet verboden, hiervoor is dus een vergunning nodig. Bij verlening van de vergunning moet worden aangetoond dat het in te zetten middel effectief en proportioneel is.

Verjagen van wolven uit hun leefgebied. Dit is ook in beginsel wettelijk verboden. Hiervoor is een vergunning nodig.

Deze drie vormen van verjagen zijn voor alle terreinen in Nederland toegestaan. Bij de laatste twee genoemde vormen van verjagen gelden ook de vereisten dat moet worden aangetoond dat er geen andere bevredigende oplossingen voorhanden zijn, dat er sprake is van een in de wet vastgelegd maatschappelijk belang (zoals het beschermen van de volksgezondheid of het voorkomen van ernstige schade aan vee), en moet kunnen worden aangetoond dat het verjagen geen negatief effect heeft op het streven om wolven in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan.

Vraag 20

Aan welke voorwaarden moet worden voldaan, en welke documentatie is noodzakelijk, om over te gaan tot negatief conditioneren conform de richtlijnen van dat interprovinciaal wolvenplan?

Antwoord 20

Voor het negatief conditioneren van een wolf gelden voorwaarden uit de Habitatrichtlijn. Er mogen geen andere bevredigende oplossingen voorhanden zijn, er is sprake van een in de wet vastgelegd maatschappelijk belang (zoals het beschermen van de volksgezondheid of het voorkomen van ernstige schade aan vee), en er moet kunnen worden aangetoond dat het negatief conditioneren geen negatief effect heeft op het streven om wolven in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan.

Vraag 21

Deelt u de mening dat het wenselijk is om over te kunnen gaan op een vorm van «preventieve» aversieve conditionering, met name bij wolven die zich niet in een wildrijk natuurgebied bevinden, juist om probleemsituaties en escalaties te voorkomen? Zo ja, welke wettelijke aanpassingen zijn mogelijk om daartoe te besluiten en bent u bereid daarvoor een voorstel op te stellen?

Antwoord 21

Ik vind elke maatregel die getroffen kan worden om incidenten te voorkomen en tegen te gaan wenselijk. De provincie is het bevoegd gezag voor het besluiten over de toepassing van elke vorm van «preventieve» aversieve conditionering. Ik wil met de provincies verkennen of er aanvullende mogelijkheden nodig en mogelijk zijn, bijvoorbeeld voor preventieve negatieve conditionering. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 20, vormt de Habitatrichtlijn daarbij steeds het wettelijk kader.

Vraag 22

Hoe vaak zijn wolven de afgelopen jaren als «probleemwolven» aangemerkt in bijvoorbeeld Duitsland, Frankrijk, Spanje- en na welke incidenten en/of op grond van welke criteria?

Antwoord 22

Er zijn geen cijfers te genereren van het aantal probleemwolven omdat hier geen Europese definitie voor is. In het antwoord op vraag 9 is aangegeven dat lidstaten op verschillende manieren omgaan met optreden bij probleemsituaties met wolven.

In het kader van mijn samenwerking met Duitsland, België, Luxemburg, Frankrijk en Denemarken bij het Noordwest-Europees wolvenplan, wordt geïnventariseerd hoe deze landen omgaan met de definiëring van en omgang met probleemwolven.

Vraag 23

Heeft u voorafgaand bepaalde ontheffingen en vergunningen in algemene zin voorbereid, zodat slechts de situatieafhankelijke invulling nog plaats hoeft te vinden? Zo ja, kunt u deze met de Kamer delen?10

Antwoord 23

Ik heb geen ontheffingen of vergunningen voorbereid, omdat het Rijk daar geen bevoegdheden toe heeft. De provincie is bevoegd gezag en gaat over vergunningverlening ten aanzien van de wolf.

Zie in dit verband ook mijn antwoord op vraag 8 over de wenselijkheid om, in lijn met hetgeen beschreven staat in het Interprovinciaal wolvenplan, voorbereidingen te treffen en voorafgaand aan mogelijke incidenten reeds de benodigde vergunningen in algemene zin voorbereid te hebben («klaarliggen»).

Vraag 24

Wat is de stand van zaken van het traject om met de Duitse, Deense, Belgische, Luxemburgse en Franse overheid te komen tot een gezamenlijk internationaal wolvenplan?

Antwoord 24

In het kader van het door mijn ministerie geïnitieerd en gecoördineerd initiatief tot een Noordwest-Europees Wolvenplan hebben overleggen plaatsgevonden met buurlanden met wie wij onze wolvenpopulatie delen: Duitsland, België, Luxemburg, Frankrijk en Denemarken. Met het plan wordt beoogd om gezamenlijk de staat van instandhouding van de gedeelde wolvenpopulatie te beoordelen en te bevorderen. Meerdere thema’s vormen onderdeel van de samenwerking, waaronder gezamenlijke monitoring van het aantal wolven, uitwisseling van kennis en beleid over preventieve maatregelen en omgang met «probleemwolven» en het onderzoeken van een mogelijkheid om op termijn gezamenlijk te rapporteren aan de Europese Commissie in het kader van de Habitatrichtlijn. De komende tijd ligt de focus op de afbakening van deze thema's en het maken van afspraken hoe de samenwerking daarop te organiseren. Het streven is om eind dit jaar een plan van aanpak voor de verdere samenwerking gereed te hebben.

Vraag 25

Klopt het dat gangbare ecologische inschattingen voor wolvenpopulaties uitgaan van een gunstige staat van instandhouding bij een populatie van 2500 tot 5000 individuen en/of hoe groot moet naar schatting de wolvenpopulatie in specifiek Nederland zijn, om te kunnen spreken van een gunstige staat van instandhouding?

Antwoord 25

De staat van instandhouding van wolven in Nederland is nog niet vastgesteld. Er is daarom niet te zeggen bij welke omvang van de nationale wolvenpopulatie sprake is van een gunstige staat van instandhouding. Het vaststellen van de staat van instandhouding van wolven in Nederland zal de komende tijd worden vormgegeven, zowel in nationaal als in internationaal verband. Onderdeel hiervan is het bepalen van een ecologische drempelwaarde voor wolven in Nederland, de zogenaamde referentiepopulatie, waarboven sprake is van een gunstige staat van instandhouding.

Vraag 26

Heeft u al voorbereidingen getroffen om de beschermingsstatus van «strikt beschermd» naar «beschermd» door te voeren in nationale regelgeving, als dat op grond van aanpassing van het verdrag van Bern mogelijk wordt?

Antwoord 26

Dit is op dit moment nog niet aan de orde. Als de beschermde status onder het Verdrag van Bern wordt verlaagd van «strikt beschermd» naar «beschermd», dient vervolgens nog de beschermde status onder de Habitatrichtlijn overeenkomstig te worden gewijzigd. Pas na wijziging van de Habitatrichtlijn kan de nationale regelgeving worden aangepast. Zodra de EU-rechtelijke mogelijkheid er is zal ik zorgdragen voor snelle aanpassing van de nationale regelgeving.

Vraag 27

Acht u het wenselijk dat in Nederland, net als in Zweden en Finland, «nulstandsgebieden» voor de wolf worden aangewezen, waar wolven ook preventief uit zouden kunnen worden verjaagd?

Antwoord 27

Zoals aangegeven in eerdere beantwoording van vragen van uw Kamer (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 657) komt de term «nulstandgebieden» uit de tijd dat het Rijk in de Nota Jacht en Wildbeheer uit 1991 (Kamerstuk 22 980, nr. 2) een beleid kende t.a.v. wilde zwijnen. Er is geen landelijke definitie van «nulstandgebieden» en gezien de strikt beschermde status van wolven en het vooralsnog ontbreken van inzicht in de staat van instandhouding, ishet nu niet mogelijk om hier landelijk invulling aan te geven. Ik wil hier wel naar toe gaan werken en daarbij nadrukkelijk meenemen dat Nederland een klein, verstedelijkt en dichtbevolkt land is. Ook in Zweden en Finland vindt het verjagen van wolven overigens plaats binnen de kaders van de Habitatrichtlijn.

Vraag 28

Klopt het dat in Frankrijk gebieden zijn aangewezen, waar de uitvoering van maatregelen ter bescherming van kuddes tegen predatie door wolven niet vereist is, alvorens wordt overgegaan tot verjagen of beheren van de wolf?

Antwoord 28

Frankrijk heeft eerder dit jaar een nieuw beleidsplan vastgesteld voor het omgaan met wolven.11 Hierin is onder meer opgenomen dat het in de buurt van kuddes runderen en paarden, die niet voldoende kunnen worden beschermd, eerder wordt toegestaan om wolven af te schieten. Daar gaan we in Nederland ook aan werken. Hierbij is het niet vereist dat er preventieve maatregelen zijn getroffen. De Franse overheid geeft aan dat de wolvenpopulatie een gunstige staat van instandhouding kent.


  1. NU.nl, 29 juli 2024, «DNA-onderzoek bevestigt dat meisje bij Leusden werd gebeten door wolf» (DNA-onderzoek bevestigt dat meisje bij Leusden werd gebeten door wolf | Wolf | NU.nl)↩︎

  2. RTL, 1 augustus 2024, «Peuter belaagd door «groot dier» op Utrechtse Heuvelrug, mogelijk wolf» (Peuter belaagd door «groot dier» op Utrechtse Heuvelrug, mogelijk wolf | RTL Nieuws | RTL.nl)↩︎

  3. Wolf in uw gemeente (vng.nl)↩︎

  4. 2020.16 Analyse probleemsituaties wolf.pdf (zoogdiervereniging.nl)↩︎

  5. Provincie Utrecht, 18 juli 2024, «Landgoed Den Treek deels afgesloten voor publiek» (https://www.provincie-utrecht.nl/actueel/nieuws/landgoed-den-treek-deels-afgesloten-voor-publiek)↩︎

  6. De wolf terug in Nederland: Een factfinding study – Research@WUR↩︎

  7. ECLI:NL:RBMNE:2024:212, Rechtbank Midden-Nederland, UTR 23/2177 (rechtspraak.nl)↩︎

  8. IPO, 13 april 2023, «Interprovinciaal wolvenplan, interventie richtlijnen» (https://www.ipo.nl/media/twyjkbqe/interprovinciaal-wolvenplan-addendum-2023-interventierichtlijnen.pdf)↩︎

  9. interprovinciaal-wolvenplan-addendum-2023-interventierichtlijnen.pdf (ipo.nl)↩︎

  10. BIJ12, «Bescherming en wet- en regelgeving» (https://www.bij12.nl/onderwerp/wolf/bescherming-en-wet-en-regelgeving/↩︎

  11. Frankrijk: nieuw wolvenplan vastgesteld | Nieuwsbericht | Agroberichten Buitenland↩︎