Antwoord op vragen van de leden Hirsch en Piri over het bericht 'Anti-Palestijnse desinformatie in de Kamer: ‘Dit is niet hoe het hoort te gaan’'
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2024D31241, datum: 2024-09-02, bijgewerkt: 2024-09-03 11:44, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20232024-2423).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (Ooit PVV kamerlid)
- Mede namens: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
Onderdeel van zaak 2024Z11726:
- Gericht aan: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
- Gericht aan: R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- Indiener: D.H. Hirsch, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: K.P. Piri, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2423
Vragen van de leden Hirsch en Piri (beiden GroenLinks-PvdA) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp over het bericht «Anti-Palestijnse desinformatie in de Kamer: «Dit is niet hoe het hoort te gaan»» (ingezonden 3 juli 2024).
Antwoord van Minister Klever (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp), mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 2 september 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Anti-Palestijnse desinformatie in de Kamer: «Dit is niet hoe het hoort te gaan»» uit de Groene Amsterdammer van 26 juni jongstleden?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3 en 4
Klopt de in het artikel gedane bewering «dit was een eigenhandig besluit van de Minister» over de beslissing van voormalig Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Van Leeuwen om steun aan UNRWA tijdelijk op te schorten? Zo nee, hoe is dit besluit dan wel tot stand gekomen?
Heeft toenmalig Minister van Leeuwen, gezien de intensieve betrokkenheid van de premier op dit dossier, overleg gehad met het Ministerie van Algemene Zaken voordat hij het besluit tot opschorting nam?
Heeft toenmalig Minister van Leeuwen overlegd met de toenmalig Minister van Buitenlandse Zaken Bruins Slot voordat hij het besluit tot opschorting nam?
Antwoord 2, 3 en 4
Het besluit over financiering aan UNRWA ligt binnen de verantwoordelijkheid van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp.
Toenmalig Minister van Leeuwen besloot in navolging van o.a. de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk de besluitvorming over toekomstige aanvullende financiering aan UNRWA tijdelijk op te schorten, in afwachting van de uitkomsten van nader onderzoek naar de gedane aantijgingen. Er zijn geen lopende financiële verplichtingen opgeschort.
Toenmalig Minister van Leeuwen trad in december 2023 aan. In de periode die volgde was en is de humanitaire situatie in Gaza en de rol van UNRWA veelvuldig onderdeel van advisering en politieke beraadslaging. Toenmalig Ministers Bruins Slot, Van Leeuwen en de Minister van Defensie brachten eind december 2023 een gezamenlijk bezoek aan de regio.
Er is geen adviesnota geweest voorafgaand aan bovengenoemd besluit.
Vraag 5, 6 en 7
Klopt de bewering in het artikel dat Minister van Leeuwen de afdeling Humanitaire Hulp (DSH/HH) niet om advies heeft gevraagd? Zo ja, waarom heeft hij de afdeling niet om advies gevraagd? Zo nee, hoe luidde hun advies?
Is het gebruikelijk dat de Minister bij opschorting van financiering aan humanitaire Verenigde Naties (VN)-organisaties geen advies inwint bij de afdeling Humanitaire Hulp?
Heeft de toenmalige Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking voorafgaand aan de opschorting van financiering aan UNRWA in 2019 advies ingewonnen bij de afdeling Humanitaire Hulp? Zo ja, waarom heeft de toenmalige Minister dat destijds wel gedaan, maar de latere Minister in januari 2024 niet?
Antwoord 5, 6 en 7
Een Minister is bevoegd om voorafgaand aan besluitvorming advies aan ambtenaren te vragen (en te beslissen aan wie), maar is daartoe niet verplicht. Ook als hij wel advies vraagt, mag hij anders beslissen dan geadviseerd. Het ligt dan ook niet in de rede om verantwoording af te leggen over hoe de interne advisering in een bepaald geval loopt.
Vraag 8
Welke informatie, adviezen en overwegingen hebben ten grondslag gelegen aan het ingrijpende besluit om tijdens een ongekende humanitaire crisis over te gaan tot opschorting van financiering van een hulporganisatie, volgens Minister van Leeuwen zelf «een cruciale spil» in de hulpverlening, met volgens Minister van Buitenlandse Zaken Bruins Slot «aanzienlijk groot menselijk leed» tot gevolg?
Antwoord 8
Gezien de ernst van de aantijgingen was het van belang om een politiek signaal af te geven om de beschuldigingen serieus te onderzoeken. Nederland had op dat moment al de jaarlijkse bijdrage aan UNRWA overgemaakt en additionele financiering aan UNRWA was niet voorzien.
Vraag 9
Heeft Nederland als donor om opheldering aan UNRWA gevraagd alvorens de voormalige Minister dit ingrijpende besluit heeft genomen, of is het besluit zonder wederhoor genomen?
Antwoord 9
Het betrof een beslissing om verdere besluitvorming over eventuele aanvullende bijdragen voorlopig op te schorten. Dit besluit ging gepaard met een oproep aan alle partijen betrokken bij het conflict om informatie met de onafhankelijke onderzoeksteams ingesteld door de SGVN te steunen om zodoende de feiten op tafel te krijgen.
Vraag 10
Heeft u inmiddels bewijs ontvangen dat er, in de woorden van voormalig Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Van Leeuwen, «met VN-geld, eigenlijk met ons geld, de aanslag is gepleegd op 7 oktober»? Zo ja, vindt u het bewijs onomstotelijk dat de aanslag op 7 oktober met VN-geld, met ons geld, is gepleegd?
Antwoord 10
Daar is tot op heden geen bewijs van geleverd.
Vraag 11 en 12
Klopt het dat de voormalig Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Van Leeuwen onjuiste berichten – zoals verwijzingen naar de samenzweringstheorie «Pallywood» en een later ontkracht bericht over vermeende Hamas-strijders in een ziekenhuis – over de Gaza-oorlog deelde op X en later weer verwijderde?
Waarom heeft Minister van Leeuwen tussen 21 oktober en 13 november minstens vijftien gelikete berichten van zijn account verwijderd? Waren deze berichten in strijd met het kabinetsbeleid? Zo ja, op welke manier waren zij in strijd met het kabinetsbeleid?
Antwoord 11 en 12
De berichtgeving in het artikel spreekt over vermeende berichten van voor het Ministerschap van de heer Van Leeuwen. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken is op geen enkele manier betrokken geweest bij het gebruik van X door de heer Van Leeuwen voordat hij Minister werd.
Over het gebruik van X heeft de heer Van Leeuwen desgevraagd het volgende laten weten aan een journalist van Investico die een artikel schreef voor De Groene Amsterdammer:
«Ik gebruik X als een van de bronnen van informatie. Soms lees ik berichten direct, soms later. Als ik een bericht zie dat ik op een later moment beter wil lezen, wil terugkijken of wil zien of dit een breder verhaal aan het worden is, like ik deze. Het komt voor dat ik berichten weer unlike als ik deze heb gelezen. Daar zit verder geen brede en diepe afweging achter.
Dat ik in algemene zin een bericht soms op deze manier voor mezelf markeer, betekent niet automatisch dat ik de inhoud van het bericht goedkeur of steun betuig aan de persoon die de post heeft geplaatst.»
Vraag 13
Heeft de Minister deze uit eigen beweging verwijderd of op advies van ambtenaren?
Antwoord 13
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken is op geen enkele manier betrokken geweest bij het gebruik van X door de heer Van Leeuwen voordat hij Minister werd.
Toen Van Leeuwen aantrad als Minister, is zoals gebruikelijk een social mediateam zijn X-account gaan beheren. Ook toen is er vanuit het ministerie geen bemoeienis geweest met tweets van voor zijn ministerschap.
Vraag 14
Kunnen de verwijderde X-berichten met de Kamer gedeeld worden?
Antwoord 14
Het ministerie heeft de berichten waar het artikel naar verwijst niet ontvangen van de journalist en kan deze dus niet delen met de Kamer.
Vraag 15
Wat vindt u van de bekende samenzweringstheorie «Pallywood», waarin wordt geclaimd dat beelden van menselijk leed uit Palestijnse gebieden allemaal in scène zouden zijn gezet? Wat vindt u van de stelling van uw voorganger, Minister van Leeuwen, dat de verslaggeving over de oorlog van de NOS niet objectief zou zijn?
Antwoord 15
Deze theorie is bij ons niet bekend. Het staat buiten kijf dat de humanitaire situatie in Gaza bijzonder ernstig is, vandaar dat uw Kamer op 10 juni j.l. is geïnformeerd over de extra Nederlandse hulpbijdrage aan Gaza1.
Vraag 16
Hoe moet het feit dat de beslissing eigenhandig door de Minister is genomen worden bezien in het licht van de onthulling dat hij onjuiste berichten over de Gaza-oorlog deelde op X? Was er sprake van vooringenomenheid bij de Minister?
Antwoord 16
Zoals gesteld waren tweets voor eigen rekening en is het niet aan mij om te oordelen over vermeende vooringenomenheid van mijn voorganger.
Vraag 17
Bent u bekend met het gelekte memo van de Israëlische regering met een plan om UNRWA uit Gaza te verdrijven?
Antwoord 17
Ja.
Vraag 18
Bent u van mening dat UNRWA verantwoordelijk is voor het voortduren van het Israël-Palestina-conflict? Zo ja, waarom?
Antwoord 18
Nee. Na de Palestijnse vluchtelingenstroom in 1948, is UNRWA in 1949 door de Algemene Vergadering (AVVN resolutie 302) in het leven geroepen om hulp aan Palestijnse vluchtelingen te bieden tot een duurzame politieke oplossing is bereikt. Het wereldwijde mandaat van UNHCR (opgericht door de AVVN in 1950) kent een expliciete uitzondering m.b.t. Palestijnse vluchtelingen. UNRWA voorziet Palestijnse vluchtelingen van basisdiensten op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs en sociale dienstverlening en vervult daarmee een stabiliserende rol in de regio. Ook speelt het een rol als pleitbezorger voor de basisrechten van Palestijnse vluchtelingen, en heeft het capaciteit, expertise en infrastructuur ter plekke die in de huidige situatie in Gaza van groot belang bleken.
Vraag 19
Herkent u het beeld dat voormalig Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Lilianne Ploumen schetst van «een voortdurende hetze tegen deze organisatie» (UNRWA)? Zo nee, wat herkent u niet?
Antwoord 19
Gezien de uiterst complexe situatie waarin UNRWA werkt, heeft de organisatie al jaren te maken met politieke aanvallen op de organisatie en het mandaat, alsook aantijgingen jegens organisatie en medewerkers. UNRWA werkt zoals alle humanitaire organisaties volgens de principes van neutraliteit, mensenrechten, tolerantie, gelijkheid en non-discriminatie.
Vraag 20
Deelt u de mening van uw voorgangers dat UNRWA een essentiële rol vervult en dat er geen alternatief voor het werk en de infrastructuur van UNRWA in Gaza is zolang er geen duurzame en rechtvaardige oplossing voor het conflict is gevonden?
Antwoord 20
UNRWA is een door de AVVN gemandateerde organisatie, die een bijdrage levert aan de humanitaire respons in Gaza. Dit werd onder meer onderstreept in het rapport van Colonna, en dit benadrukken ook andere professionele hulporganisaties – VN-organisaties maar ook INGO’s, Artsen Zonder Grenzen en de Rode Kruis- en Halve Maanbeweging. Het is om deze reden dat de internationale gemeenschap het werk van UNRWA in Gaza financieel en politiek blijft ondersteunen.
Vraag 21
Kunt u alle vragen afzonderlijk beantwoorden voor 22 juli?
Antwoord 21
Dit is helaas niet gelukt.
Kamerstuk 23 432, nr. 534↩︎