Antwoord op vragen van het lid Soepboer over de startdatum van de werkzaamheden aan het Julianakanaal
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2024D31264, datum: 2024-09-03, bijgewerkt: 2024-09-03 13:28, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20232024-2428).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit PVV kamerlid)
Onderdeel van zaak 2024Z12339:
- Gericht aan: B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Indiener: A.J. Soepboer, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2428
Vragen van het lid Soepboer (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de startdatum van de werkzaamheden aan het Julianakanaal (ingezonden 9 augustus 2024).
Antwoord van Minister Madlener (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 3 september 2024).
Vraag 1
Kunt u aangeven waarom en wanneer u, zoals aangegeven in de Kamerbrief van 7 augustus (Kamerstuk 36 410 A, nr. 63), heeft besloten alsnog een second opinion uit te laten voeren over de opdracht aan de huidige aannemer, over de beschikbaarheid van de omvaarroutes en over de nadeelcompensatie?
Antwoord 1
In de Kamerbrief van 7 augustus 2024 is aangegeven dat de second opinion is uitgevoerd om er zeker van te zijn dat – gegeven de gekozen hoofdaanpak (in het droge) – de voorgenomen uitvoeringswijze klopt en de hiervoor geraamde kosten en voorgestelde risicovoorziening passend zijn. Hiertoe is op 24 juli 2024 besloten. De second opinion gaat niet over de beschikbaarheid van de omvaarroutes en de nadeelcompensatie.
Vraag 2
Bent u bereid de tussenresultaten van deze second opinion met de Kamer te delen?
Antwoord 2
De tussenresultaten staan op hoofdlijnen al in de kamerbrief van 7 augustus1.
De eindresultaten zijn inmiddels beschikbaar. Deze resultaten zijn als bijlage bij deze brief opgenomen. In deze Kamerbrief is ook aangegeven op welke wijze Rijkswaterstaat bij het verdere uitvoering van het project invulling wil geven aan de aanbevelingen uit de second opinion.
Vraag 3
Kunt u aangeven waarom u de eindresultaten van deze second opinion niet afwacht, voordat er met de werkzaamheden begonnen wordt en daarbij aangeven wat het nut is van een second opinion waarvan de uitkomsten niet afgewacht worden?
Antwoord 3
De tussenresultaten van de second opinion onderschrijven de noodzaak om 12 augustus 2024 te starten met de werkzaamheden. Gezien de fasering van de werkzaamheden is er voldoende tijd om de overige resultaten tijdig in de uitvoering mee te nemen. Zoals ook bij vraag 2 aangegeven is de wijze waarop dit gebeurt in de bijlage bij deze brief opgenomen.
Vraag 4
Kunt u aangeven waarom het aanvullende benodigde budget niet eerder met de Kamer gecommuniceerd is?
Antwoord 4
In de brief van 7 augustus is aangegeven dat de belangrijkste oorzaak van de kostenstijging is dat met de oorspronkelijk bedachte techniek bij het vereiste werktempo de afdichting van het kanaal onvoldoende robuust zou zijn. Rijkswaterstaat heeft eind mei 2024 verschillende proeven uitgevoerd om de waterdichtheid van het kanaal in relatie tot de bedachte methodiek (toepassing van folie) te toetsen. Toen bleek dat toepassing van deze techniek tot onvoldoende waterdichtheid zou leiden, is een alternatieve werkmethode (bentonietmatten) inclusief bijbehorende kosten. In de brief van 7 augustus staan ook de andere kostenverhogende factoren. Dit zijn de hoge tijdsdruk in de natte winterperiode, het streven naar een zo kort mogelijke stremmingsduur en zo snel mogelijke start en noodzakelijke maatregelen zoals de aanleg van buisleidingen om gedurende de stremming de levering van vers kanaalwater aan omliggende bedrijven te kunnen waarborgen. Ook is aangegeven dat er een risicoreservering voor de uitvoeringsfase is opgenomen die groter is dan gebruikelijk aangezien er nog diverse onzekerheden zijn die mogelijk tot extra tegenvallers kunnen leiden. Nadat de totale te verwachten meerkosten in beeld waren, is dit vervolgens zo spoedig mogelijk met de Kamer gecommuniceerd via de brief van 7 augustus 2024.
Kamerstuk 36 410 A, nr. 63↩︎