Ontbrekende passage in de Memorie van Toelichting inzake Wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en enige andere wetten in verband met de uitvoering van Verordening (EU) 2023/1113 betreffende bij geldovermakingen en overdrachten van bepaalde cryptoactiva te voegen informatie en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849 (Uitvoeringswet verordening bij geldovermakingen en overdrachten van cryptoactiva te voegen informatie)
Wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en enige andere wetten in verband met de uitvoering van Verordening (EU) 2023/1113 betreffende bij geldovermakingen en overdrachten van bepaalde cryptoactiva te voegen informatie en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849 (Uitvoeringswet verordening bij geldovermakingen en overdrachten van cryptoactiva te voegen informatie)
Brief regering
Nummer: 2024D31396, datum: 2024-09-03, bijgewerkt: 2024-10-02 13:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36526-6).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. Heinen, minister van Financiën (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2024Z12870:
- Indiener: E. Heinen, minister van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2024-09-05 13:34: Aanvang middagvergadering Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-09-12 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
36 526 Wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en enige andere wetten in verband met de uitvoering van Verordening (EU) 2023/1113 betreffende bij geldovermakingen en overdrachten van bepaalde cryptoactiva te voegen informatie en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849 (Uitvoeringswet verordening bij geldovermakingen en overdrachten van cryptoactiva te voegen informatie)
Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 september 2024
Ik heb geconstateerd dat bij de verzending aan uw Kamer in de memorie van toelichting bij bovenvermeld voorstel op pagina 19 een passage uit paragraaf 8 betreffende de consultatie is weggevallen (Kamerstuk 36 526, nr. 3). Hieronder vindt u daarom de volledige paragraaf betreffende de consultatie. Deze gehele reactie op de openbare consultatie was reeds gepubliceerd in het consultatieverslag, te vinden op de wetgevingskalender.1
8. Consultatie
Een concept van het wetsvoorstel en de memorie van toelichting is openbaar geconsulteerd op www.internetconsultatie.nl van 14 juli 2023 tot en met 11 augustus 2023. Er zijn naar aanleiding hiervan zeven consultatiereacties ontvangen bestaande uit drie burgerreacties, drie reacties vanuit de cryptosector en een reactie van een advocatenkantoor.2
Vier van de zeven consultatiereacties gaan over de overgangsperiode zoals beschreven in artikel 143, derde lid, van MiCA waarbij er onder andere zorgen worden geuit over de haalbaarheid en het gelijk speelveld van de lidstaatoptie omtrent het verkorten van de overgangstermijn tot maximaal zes maanden na het van toepassing worden van MiCA (30 december 2024). Hierbij is het belangrijk te benadrukken dat MiCA voorschrijft dat er een overgangstermijn van 18 maanden geldt voor partijen die momenteel binnen een nationaal regelgevend kader vallen. Lidstaten kunnen beslissen om deze overgangstermijn in te korten wanneer zij van oordeel zijn dat hun bestaande nationale regelgevingskader minder streng is dan de verordening. De optie om de overgangstermijn in te korten is voor Nederland van toepassing. Momenteel staan in Nederland aanbieders van bewaarportemonnees (wallets) en aanbieders van diensten om crypto’s en fiat-geld te wisselen onder toezicht van DNB in het kader van Wwft. Er bestaan nog geen specifieke eisen op het gebied van consumentenbescherming, prudentieel toezicht en het tegengaan van marktmisbruik. Een groot aantal andere partijen die onder MiCA vallen, valt momenteel helemaal niet onder toezicht. Het bestaande Nederlandse regelgevingskader is dus minder streng dan de MiCA-verordening.
Toezichthouders DNB en AFM hebben met betrekking tot de haalbaarheid van de overgangsperiode aangegeven dat een overgangsperiode van zes maanden haalbaar is. Verder werd in verschillende consultatiereacties geuit dat het belangrijk is de sector zo tijdig mogelijk te informeren over de vergunningsaanvraag en hier eventueel al vroegtijdig mee te starten. De AFM heeft aangegeven het loket voor de vergunningsaanvraag zo snel mogelijk open te zetten. Daarnaast zal het ministerie in samenwerking met de toezichthouders bekijken hoe de sector zo tijdig mogelijk geïnformeerd kan worden.
Ook zijn er zorgen geuit over een gelijk speelveld binnen Europa en de Nederlandse concurrentiepositie wanneer andere lidstaten geen gebruik zullen maken van deze lidstaatoptie. Aangezien lidstaten, afhankelijk van hun huidige nationale kader, zelf kunnen bepalen hoe zij omgaan met de overgangsperiode, is het onvermijdelijk dat er binnen Europe tijdelijk nationale verschillen zullen bestaan. Echter, wanneer landen geen gebruik maken van de lidstaatoptie kunnen cryptoactivadienstverleners tot achttien maanden na de inwerkingtreding van MiCA diensten aanbieden zonder vergunning, waarbij ze nog niet aan de MiCA-vereisten hoeven te voldoen. Vanwege de risico’s die komen kijken bij het handelen in cryptoactiva en cryptoactivagerelateerde diensten voor consumenten, vindt het kabinet het belangrijk dat deze partijen zo snel mogelijk aan de volledige set MiCA-vereisten moeten voldoen. Daarmee zijn consumenten beter beschermd, wordt marktmisbruik tegengegaan en worden prudentiële eisen gesteld aan deze partijen om zo de markt veiliger en stabieler te maken. Buitenlandse partijen mogen zonder vergunning hun diensten niet in Nederland aanbieden. Wanneer er een vergunning verkregen is, mogen deze cryptoactivadienstverleners en uitgevers van stablecoins wel al hun diensten aanbieden in de rest van de EU (passporten), dit kan ook gezien worden als een concurrentievoordeel ten opzichte van landen die nog geen vergunningen uitgeven aan reeds geregistreerde partijen.
In een consultatiereactie wordt aangegeven dat de bevoegdheden die aan de toezichthouder worden toegekend ruimer zijn opgeschreven dan in de verordening. Deze bevoegdheden zijn in de voorgestelde bepaling (artikel 1:77n Wft) echter geclausuleerd zodat de bevoegdheden uitsluitend kan worden toegepast met inachtneming van de desbetreffende bepalingen uit MiCA. In het voorgestelde artikel 1:77n Wft wordt dan ook verwezen naar artikel 94, eerste en derde lid, en artikel 111, vijfde lid, van de verordening. Dit betekent dat de toezichthouders deze bevoegdheden enkel kunnen toepassen met inachtneming van hetgeen bepaald is in deze bepalingen uit MiCA.
Tot slot geven twee burgerreacties aan dat Bitcoin en Ethereum als aparte regimes behandeld zouden moeten worden aangezien deze twee activa meer intrinsieke waarde zouden bevatten. MiCA beoogt juist Europese regels omtrent cryptoactivadiensten te harmoniseren in het belang van consumentenbescherming en financiële stabiliteit.
Vanuit dat oogpunt is het wenselijk dat cryptoactiva als Bitcoin en Ethereum, die relatief veel gebruikt worden, ook aan deze regels voldoen. Ook biedt MiCA weinig ruimte voor nationale differentiatie aangezien het een Europese verordening betreft die rechtstreeks geldt.
De Minister van Financiën,
E. Heinen