Antwoord op vragen van de leden De Hoop en White over extreem hoge ticketprijzen voor vliegreizen naar Suriname
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2024D31602, datum: 2024-09-04, bijgewerkt: 2024-09-06 08:03, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20232024-2457).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit PVV kamerlid)
Onderdeel van zaak 2024Z12008:
- Gericht aan: B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Indiener: H.E. de Hoop, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: R.J. White, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2457
Vragen van de leden De Hoop en White (beiden GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over extreem hoge ticketprijzen voor vliegreizen naar Suriname (ingezonden 15 juli 2024).
Antwoord van Minister Madlener (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 4 september 2024)
Vraag 1
Bent u bekend met de vaak extreem hoge ticketprijzen voor vliegreizen naar Suriname?
Antwoord 1
Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft geen concrete indicaties dat er onredelijk hoge tarieven worden gehanteerd op de route Amsterdam-Paramaribo, waarop vooral Visiting Friends and Relatives (VFR)-reizigers reizen.
Marktwerking kan er toe leiden dat op die route opererende luchtvaartmaatschappijen in piekperiodes, zoals vakanties, hogere tarieven hanteren dan gedurende de rest van het jaar.
Vraag 2
Kunt u aangeven waarom een vlucht naar Suriname twee tot vier keer duurder is dan een vergelijkbare vlucht naar Aruba of een andere bestemming in het Caribisch gebied?
Antwoord 2
Het staat luchtvaartmaatschappijen op grond van onze luchtvaartafspraken met onder meer het Caribisch deel van het Koninkrijk en Suriname vrij om hun tarieven vast te stellen op grond van commerciële afwegingen. De afspraken zijn voor Suriname en Nederland vastgelegd in het bilateraal luchtvaartverdrag tussen beide landen.1 De luchtvaartafspraken met Aruba staan in het Multilateraal luchtvaartprotocol dat op grond van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden voor het Caribisch deel van het Koninkrijk geldt.2
Het ministerie heeft KLM om toelichting gevraagd. KLM geeft aan dat haar gemiddelde ticketprijs voor vluchten naar Paramaribo niet veel verschilt van die van vluchten naar bestemmingen in het Caribisch deel van het Koninkrijk zoals Aruba. Er kunnen per vlucht, dag en moment van boeken wel grote verschillen zijn tussen de prijzen van individuele tickets.
Vraag 3
Zijn er extra kosten die de hoge prijs rechtvaardigen of is er sprake van kartelvorming? Bent u bereid hier onderzoek naar te (laten) doen?
Antwoord 3
Zoals in het antwoord op vraag 2 genoemd wordt de hoogte van de tarieven door luchtvaartmaatschappijen op grond van commerciële afwegingen vastgesteld.
Indien er mogelijk sprake zou zijn van bijvoorbeeld kartelvorming of misbruik van een economische machtspositie door luchtvaartmaatschappijen is de Autoriteit Consument & Markt (ACM) op grond van het mededingingsrecht de bevoegde instantie om hier, zelfstandig of op basis van klachten van consumenten, onderzoek naar te doen.
Uit eerder onderzoek in 2006 en 2013 van de ACM naar aanleiding van een klacht van de Vereniging van Reizigers (VVR) over de tarieven van KLM en SLM op de route Amsterdam-Paramaribo bleek dat deze niet excessief waren en dat er geen sprake was van misbruik van een economische machtspositie.3
Vraag 4
Bent u bereid om in te grijpen als er sprake is van extreem hoge tarieven, zoals geantwoord op eerdere vragen van het lid Kuiken4?
Antwoord 4
De mogelijkheden van het ministerie om op tarieven in te grijpen zijn op grond van het luchtvaartverdrag met Suriname beperkt tot gevallen waarbij luchtvaartmaatschappijen tarieven hanteren die onredelijk hoog of beperkend zijn als gevolg van misbruik van een dominante positie. Daar is op dit moment geen indicatie voor.
Vraag 5
Deelt u de mening dat marktwerking uit zichzelf niet het bestemmingennetwerk oplevert dat Nederland nodig heeft?
Antwoord 5
Een goede verbondenheid van Nederland is een publiek belang. Nederland streeft dat na met een systeem van bilaterale en EU-luchtvaartverdragen die met de meeste landen in de wereld zijn gesloten. Marktwerking is daarin een essentieel onderdeel. Eind 2022 stuurde het kabinet het beleidskader netwerkkwaliteit aan de Kamer, waarmee de sterkte van het netwerk van verbindingen wordt gemonitord.5
Het beleidskader netwerkkwaliteit gaat uit van voor Nederland preferente bestemmingen gebaseerd op de zogenaamde Globalization and World Cities-index (GaWC index), een lijst met voor Nederland belangrijke bestemmingen,
Uit de monitor Netwerkkwaliteit en Staatsgaranties van 2023, zoals aan de Kamer toegezonden op 20 juni 2024, blijkt dat Schiphol 159 GaWC-steden bedient, waaronder de top-10 van de GaWC-lijst.6 Schiphol kent daarmee een hoge netwerkkwaliteit.
De bilaterale en EU-luchtvaartverdragen dekken het grootste gedeelte van de voor Nederland op basis van het beleidskader preferente bestemmingen af.
Voor zover dit nog niet het geval is, kan hier door Nederland in bilateraal of EU verband over worden onderhandeld met de desbetreffende landen om verbondenheid met die bestemmingen te trachten te verkrijgen en de mate van netwerkkwaliteit van Schiphol nog meer te verbeteren.
Vraag 6
Deelt u de mening dat bestemmingen waar veel Nederlanders een sterke band mee hebben van grotere maatschappelijke waarde zijn, dan een bestemming waar alleen overstappers worden opgepikt?
Antwoord 6
Bestemmingen waar veel Nederlanders een sterke band mee hebben zijn inderdaad van belang. In dit kader kan worden gewezen op het in het antwoord op vraag 5 genoemd beleidskader netwerkkwaliteit dat de mate van beschikbaarheid van directe verbindingen naar preferente bestemmingen monitort. Preferente bestemmingen zijn steden die een aanzienlijk economisch belang voor Nederland vertegenwoordigen alsmede bestemmingen die een bijzondere staatkundige/historische relatie met Nederland hebben. Ook het Caribisch deel van het Koninkrijk en Paramaribo zijn hierin opgenomen.
Daarnaast is van belang dat op een commerciële vlucht nagenoeg altijd sprake is van een mix van passagiers die de bestemming als eindpunt hebben en passagiers die overstappen. Deze mix kan per dag en seizoen variëren.
Bovendien zijn ook overstappende passagiers van belang voor instandhouding van de kwaliteit van het netwerk van luchtverbindingen.
Vraag 7
Bent u bereid om verder te gaan met het ontwikkelen van sturingsinstrumenten, waar uw voorganger aan is begonnen?
Antwoord 7
Ja. Het ministerie zal zich inzetten voor meer sturing op publieke belangen, zoals netwerkkwaliteit, bij de herziening van de hiervoor relevante EU wet- en regelgeving, zoals de EU slotverordening.
Indien deze inzet leidt tot meer nationale sturingsmogelijkheden op publieke belangen zoals netwerkkwaliteit, dan kan het beleidskader netwerkkwaliteit worden gebruikt voor de nadere invulling van die sturing.
Vraag 8
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het volgende commissiedebat Luchtvaart (24 oktober 2024)?
Antwoord 8
Ja.
Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname inzake luchtdiensten tussen en via hun onderscheiden grondgebieden (Trb 1990, 163 en Trb. 2006, 120)↩︎
Multilateraal protocol inzake de liberalisering van luchtvervoer (Stcrt. 2022, nr. 5252)↩︎
Acm.nl/nl/publicaties/publicatie/15139/CBb-wijst-klacht-Vereniging-van Reizigers-over-tarieven-KLM-SLM-af.↩︎
Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2012–2013, nr. 66.↩︎
Kamerstuk 31 936, nr. 1021↩︎
Kamerstuk 31 936, nr. 1168↩︎