Verslag
Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht in verband met de invoering van beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State tegen besluiten met betrekking tot de luchthavens Schiphol, Lelystad en Rotterdam en de militaire luchthaven Eindhoven en van de Wet luchtvaart in verband met de vantoepassingverklaring van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht op besluiten met betrekking tot de luchthaven Schiphol, de luchthavens van nationale betekenis en militaire luchthavens en in verband met het corrigeren van een verwijzing
Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader)
Nummer: 2024D31677, datum: 2024-09-05, bijgewerkt: 2024-09-09 09:23, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36581-5).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.L. Postma, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Nieuw Sociaal Contract)
- Mede ondertekenaar: G.B. Koerselman, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2024Z11386:
- Indiener: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Medeindiener: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
- Medeindiener: C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie
- Medeindiener: H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Volgcommissie: vaste commissie voor Defensie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2024-07-03 09:30: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2024-07-03 14:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-09-04 12:00: Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht in verband met de invoering van beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State tegen besluiten met betrekking tot de luchthavens Schiphol, Lelystad en Rotterdam en de militaire luchthaven Eindhoven en van de Wet luchtvaart in verband met de vantoepassingverklaring van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht op besluiten met betrekking tot de luchthaven Schiphol, de luchthavens van nationale betekenis en militaire luchthavens en in verband met het corrigeren van een verwijzing (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
36 581 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht in verband met de invoering van beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State tegen besluiten met betrekking tot de luchthavens Schiphol, Lelystad en Rotterdam en de militaire luchthaven Eindhoven en van de Wet luchtvaart in verband met de vantoepassingverklaring van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht op besluiten met betrekking tot de luchthaven Schiphol, de luchthavens van nationale betekenis en militaire luchthavens en in verband met het corrigeren van een verwijzing
Nr. 5 VERSLAG
Vastgesteld 5 september 2024
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen van haar bevindingen. Het verslag behandelt alleen die onderdelen waarover door de genoemde fracties inbreng is geleverd.
Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.
Inhoudsopgave
Algemeen | 2 |
Voorbereidingsprocedures | 2 |
Doel en achtergrond | 2 |
Effecten | 3 |
Artikel I (wijziging Algemene wet bestuursrecht) | 3 |
Advies en consultatie | 3 |
Internetconsultatie | 4 |
Overig | 4 |
Inleiding
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij hebben tevens kennisgenomen van de inspraakreacties en het advies van de Raad van State en hebben, gezien de beantwoording, op dit moment geen vervolgvragen.
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel en onderschrijven het belang van een uniforme rechtsgang. Deze leden hebben hierover wel nog enkele aanvullende vragen.
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben daarover nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de beoogde wetswijziging en de bijgevoegde documenten en reacties. Zij hebben hierover nog een tweetal vragen.
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel, en hebben hierover de volgende vragen.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel.
Algemeen
De leden van de VVD-fractie lezen dat op dit moment de mogelijkheid van bestuursrechtelijke rechtsbescherming niet openstaat, maar rechtsbescherming via de civiele rechter wel. Dit heeft onder andere als nadeel dat de gang naar de civiele rechter als minder laagdrempelig wordt ervaren. Deze leden vragen waarom de gang naar de civiele rechter als minder laagdrempelig wordt ervaren.
De leden van de NSC-fractie vragen om een toelichting waarom er indertijd voor is gekozen om voor sommige besluiten en regelingen wel de mogelijkheid van bestuursrechtelijke rechtsbescherming te bieden en voor andere besluiten niet.
De leden van de NSC-fractie vragen of overwogen is om ervoor te kiezen om de rechtsgang in eerste aanleg te beleggen bij de regionale bestuursrechter en in tweede aanleg bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS). Indien ja, vragen deze leden om een toelichting waarom daar niet voor gekozen is. Voorts vragen deze leden welke voor- en nadelen de regering bij dit alternatief ziet.
De leden van de NSC-fractie vragen om een reflectie hoe dit wetsvoorstel zich rijmt met artikel 21 van de Grondwet.
Voorbereidingsprocedures
De leden van de NSC-fractie vragen hoe de voorhangprocedures voor de verschillende algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s) waar dit wetsvoorstel betrekking op heeft, in de Wet luchtvaart geregeld zijn. Kan de regering per AMvB aangeven hoe het proces en de timing van de voorhangprocedure eruitziet? Tevens vragen deze leden om een toelichting welke gevolgen dit wetsvoorstel daarvoor heeft.
Doel en achtergrond
De leden van de NSC-fractie vragen de regering in kaart te brengen in hoeverre de gang naar de civiele rechter na dit wetsvoorstel voor de betreffende besluiten en regelingen nog open blijft. Kan de regering voorbeelden geven van gevallen waarin omwonenden een zaak over een nieuw luchthaven(verkeer)besluit of -regeling bij de civiele rechter aanhangig kunnen maken? Kan de regering aangeven hoe onder het nieuwe bestel handhaving van luchthaven(verkeer)besluiten of -regelingen via de rechter afgedwongen kan worden? Zou een zaak zoals de RBV-zaak ook onder het nieuwe bestel plaats hebben kunnen vinden?
De leden van de NSC-fractie vragen de regering om nader aan te geven hoe dit wetsvoorstel ervoor gaat zorgen dat de rechtsbescherming voor omwonenden beter wordt geborgd.
De leden van de BBB-fractie vragen in hoeverre personen die persoonlijk zelf geen hinder kunnen ondervinden, in beroep mogen gaan tegen besluiten. Ook vragen deze leden of een drempelverlaging van de mogelijkheid om in beroep te gaan niet leidt tot extra personeelstekort vanwege de naar verwachting te verwerken brieven en aanvragen.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie zien dat met dit wetsvoorstel de bestuursrechtelijke rechtsgang wordt verkozen boven de civiele rechtsgang. Kan de regering uitgebreid toelichten of er een verschil is in de inhoudelijke toetsing van een zaak, afhankelijk van het type rechtsgang, en zo ja, welk verschil dit dan is? Als er verschillen zijn, kan de regering toelichten welke mogelijke gevolgen dat kan hebben voor burgers? Kan de regering bevestigen of de civiele rechtsgang met dit wetsvoorstel helemaal vervalt? In de toelichting bij het wetsvoorstel worden alleen de voordelen van het wetsvoorstel genoemd. Kan de regering uitleggen of er bij enig onderdeel van het wetsvoorstel nog mogelijke nadelen zijn voor burgers? Erkent de regering met het huidige wetsvoorstel dat rechtsbescherming en toegang tot het recht voor de burgers eerder niet goed was geborgd?
Effecten
Artikel I (wijziging Algemene wet bestuursrecht)
De leden van de BBB-fractie vragen of de regering kan aangeven wat het aantal beroepen concreet in de praktijk voor effecten kan hebben voor luchthavens, hoelang vertragingen zullen/kunnen worden van wijzigingen en welke mogelijke economische effecten dit heeft voor Nederland.
De leden van de BBB-fractie vragen of er een limiet aan het aantal beroepen is dat gedaan kan gaan worden, wanneer luchthavenbesluiten bijvoorbeeld frequent gewijzigd worden.
Daarnaast vragen de leden van de BBB-fractie hoeveel extra kosten worden verwacht qua proceskosten die moeten worden uitgekeerd bij gegrond beroep.
Advies en consultatie
De leden van de D66-fractie merken op dat meerdere organisaties hebben aangegeven zich zorgen te maken dat er zal worden besloten over de komende ontwerp-luchthavenbesluiten van de luchthavens Lelystad en Rotterdam, voordat dit wetsvoorstel in werking treedt. Daarmee zou beroep bij de bestuursrechter bij deze besluiten nog niet mogelijk zijn. Kan worden gegarandeerd dat dit wetsvoorstel (bij voldoende politieke steun) tijdig in werking zal treden voor de komende ontwerp-luchthavenbesluiten van de luchthavens Lelystad en Rotterdam?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie lezen dat het de inzet van de regering is om het wetsvoorstel in werking te laten treden, alvorens besluitvorming over ontwerpluchthavenbesluiten van de luchthavens Lelystad en Rotterdam plaatsvindt. Kan de regering burgers garanderen dat niet definitief zal worden besloten over de genoemde ontwerpbesluiten, voordat dit nieuwe wetsvoorstel in werking treedt? Deze leden zijn van mening dat dit van groot belang is voor omwonenden van die luchthavens, die jarenlang onrecht is aangedaan.
Internetconsultatie
De leden van de VVD-fractie lezen dat de ABRvS verwacht dat dit wetsvoorstel leidt tot een aanzienlijke toename van de inzet van medewerkers en staatsraden, omdat tegen de betreffende besluiten naar verwachting in beroep zal worden gekomen door zowel omwonenden, maatschappelijke organisaties en milieugroepen, als lokale overheden. Deze leden vragen hoe de regering hiernaar kijkt en of zij deze zorg bij de ABRvS op enige manier kan wegnemen.
De leden van de NSC-fractie vragen om een reactie van de regering op de door de ABRvS uitgesproken verwachting dat dit wetsvoorstel tot een aanzienlijke toename van de inzet van medewerkers en staatsraden zal leiden. Hierbij vragen deze leden ook om een inschatting van de omvang van deze aanzienlijke toename en of de regering acht dat de organisatie daar voldoende op is ingericht. Deze leden vragen ook welke gevolgen dit wetsvoorstel zal hebben voor de doorlooptijden bij de ABRvS. Ook vragen deze leden hoe de regering, in het licht van deze gevolgen voor de doorlooptijden bij de ABRvS, de redelijke termijn van Artikel 17 van de Grondwet gaat borgen.
De leden van de D66-fractie lezen in de reactie van de ABRvS dat het wetsvoorstel zal leiden tot een aanzienlijke toename van de inzet van medewerkers en staatsraden, omdat omwonenden, maatschappelijke organisaties en lokale overheden naar verwachting tegen de betreffende besluiten in beroep zullen gaan. Hoe zal hier rekening mee worden gehouden? Komt er, naast nieuwe taken, ook budget bij voor de ABRvS?
De leden van de BBB-fractie vragen de regering of zij kan aangeven wat voor concrete financiële consequenties het voor de ABRvS heeft als er een aanzienlijke toename van de inzet van medewerkers en staatsraden verwacht wordt. Waar zullen die financiële middelen vandaan komen om dit te dekken? Veranderen de prioriteiten van de werkzaamheden binnen de ABRvS met de groei van het aantal beroepen en ontvangen brieven?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie constateren dat een groot deel van de inbreng via de internetconsultatie tevreden is met dit wetsvoorstel, maar tegelijkertijd erop wijst dat het geen goede zaak is dat al die jaren hiervoor sprake was van gebrekkige rechtsbescherming en moeilijkere toegang tot de rechter voor burgers. Daarnaast proberen velen aandacht te vragen van de regering voor het feit dat de luchtvaart al jaren zorgt voor aantasting van welzijn van burgers en wordt de regering gevraagd burgers beter te beschermen. Welke concrete maatregelen op korte termijn (binnen een jaar of twee) en lange termijn (binnen vier jaar) gaat de regering nemen om de leefomgeving en het welzijn van burgers beter te beschermen?
Overig
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vinden het goed dat er met dit wetsvoorstel eindelijk een stap wordt gezet in het schrappen van uitzonderingen voor de luchtvaartsector en in betere rechtsbescherming van burgers. Deze leden zijn wel benieuwd in hoeverre de regering bereid is bestaande luchtvaartwetten en -regels tegen het licht te houden van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en VN-Resolutie 48/13, die een schoon, gezond en duurzaam milieu tot een universeel mensenrecht heeft verklaard. Is de regering bereid om de bestaande wet- en regelgeving rondom de luchtvaart daaraan de te toetsen en daar waar nodig een voorstel te doen voor aanpassingen? Zo nee, waarom niet?
De fungerend voorzitter van de commissie,
Postma
De adjunct-griffier van de commissie,
Koerselman