Amendement van het lid Joseph c.s. over het verbod op contante betaling doen gelden vanaf €10.000
Wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme in verband met het verbod op contante betalingen voor goederen vanaf 3.000 euro en het uitbreiden van de mogelijkheden voor informatie-uitwisseling ten behoeve van de poortwachtersfunctie (Wet plan van aanpak witwassen)
Amendement
Nummer: 2024D31943, datum: 2024-09-06, bijgewerkt: 2024-09-11 08:59, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36228-18).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.S. Joseph, Tweede Kamerlid (Nieuw Sociaal Contract)
- Mede ondertekenaar: H. Vermeer, Tweede Kamerlid (BBB)
- Mede ondertekenaar: J.H. de Vree, Tweede Kamerlid (PVV)
Onderdeel van kamerstukdossier 36228 -18 Wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme in verband met het verbod op contante betalingen voor goederen vanaf 3.000 euro (Wet plan van aanpak witwassen).
Onderdeel van zaak 2024Z13087:
- Indiener: A.S. Joseph, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: H. Vermeer, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J.H. de Vree, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2024-09-24 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
36 228 Wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme in verband met het verbod op contante betalingen voor goederen vanaf 3.000 euro (Wet plan van aanpak witwassen)
Nr. 18 AMENDEMENT VAN HET LID JOSEPH C.S.
Ontvangen 6 september 2024
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In het opschrift wordt «3.000 euro» vervangen door «10.000 euro».
II
In de beweegreden wordt «3.000 euro» vervangen door «10.000 euro».
III
In het in artikel I, onderdeel C, voorgestelde artikel 1f wordt «€ 3.000» vervangen door «€ 10.000».
Toelichting
Met dit amendement wordt de limiet voor het verbod voor beroeps- of bedrijfsmatige handelaren in goederen om transacties in contanten te verrichten opgehoogd van 3.000 euro naar 10.000 euro.
De indieners zijn van mening dat een verbod met een limiet van 3.000 euro te rigide is. De indieners verwachten namelijk dat dit vooral onschuldige burgers raakt, in plaats van dat het beoogde doel van dit wetsvoorstel wordt bereikt, namelijk het tegengaan van witwassen. Met een ophoging van de limiet van 3.000 euro naar 10.000 euro wordt gepoogd om de privacy van burgers beter te waarborgen en te voorkomen dat onschuldige burgers geconfronteerd worden met onnodige verdachtmakingen.
Daarnaast schiet het voorliggende wetsvoorstel ook voorbij aan de praktische waarde van contant geld als legitiem betaalmiddel. Contant geld zou altijd beschikbaar moeten blijven als terugvaloptie voor momenten waarop niet gepind kan worden, zoals bij uitval van internet of stroomstoringen. Het wetsvoorstel beperkt met een limiet van 3.000 euro deze praktische waarde van contant geld als legitiem betaalmiddel. Het voorliggende wetsvoorstel raakt ook het Nederlandse midden- en kleinbedrijf met een introductie van een verbod voor beroeps- of bedrijfsmatige handelaren in goederen om transacties vanaf 3.000 euro in contanten te verrichten, zoals bijvoorbeeld de verkoop van auto’s door handelaren.
In Mei 2024 is de Europese Anti-Money Laundering Regulation aangenomen. Deze verordening omvat een verbod op contante betalingen boven de € 10.000 voor personen die handelen in goederen of die diensten verlenen. In het wetsvoorstel Wet plan van aanpak witwassen kiest Nederland ervoor om een verbod op contante betalingen vanaf een bedrag van € 3.000 voor beroeps- en bedrijfsmatige handelaren in goederen te introduceren. Hiermee wijkt Nederland dus af van de Europese verordening.
Uit de memorie van toelichting van het wetsvoorstel kan worden opgemaakt dat er wordt gekozen om af te wijken van de Europese verordening, om een mogelijk waterbedeffect tegen te gaan. Echter blijkt uit de memorie van toelichting ook dat het vooraf lastig te kwantificeren is wat de effecten zullen zijn van het verbod op omringende landen. Ook wordt uit de memorie van toelichting niet duidelijk wat de effectiviteit van een limiet van 3.000 euro zou zijn ten opzichte van een limiet van 10.000 euro. Concluderend wordt dus uit de memorie van toelichting niet duidelijk wat het nut en noodzaak is van het afwijken van de Europese verordening.
Een tweede reden voor het afwijken van de Europese verordening wordt genoemd in een brief van de regering op 16 april aan de Kamer over de gevolgen van het AML-pakket voor de maatregelen van het Wetsvoorstel plan van aanpak witwassen. Hierin wordt genoemd dat Nederland bij het niet aannemen van het wetsvoorstel het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan niet in volledigheid niet naleeft, wat volgens de regering tot een korting van max. 600 miljoen euro op de HVP-ontvangsten leidt. Nederland zal volgens de brief daarom in gesprek moeten treden met de Europese Commissie om dit toe te lichten en een korting proberen te voorkomen.
Een limiet op contante betalingen is namelijk een mijlpaal van de Europese Herstel- en Veerkrachtfaciliteit: De mijlpaal bevat geen specifiek grensbedrag en heeft als precieze tekst: Inwerkingtreding van een wet die een limiet voor contante betalingen invoert.
De indieners zijn zich ervan bewust dat met dit amendement het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan niet volledig wordt nageleefd, aangezien daarin een verbod op contante betalingen boven de 3.000 euro is opgenomen. Echter kan met het invoeren van het amendement alsnog zowel aan de mijlpaal van de Europese Herstel- en Veerkrachtfaciliteit als aan de Europese AML verordening worden voldaan. Met het amendement laat Nederland namelijk nog steeds een wet in werking treden die een limiet voor contante betalingen invoert, en deze limiet van 10.000 euro is gelijk aan de limiet die de Europese AML verordening omvat. De indieners zijn daarom overtuigd dat met deze argumentatie op een goede manier aan de Europese Commissie kan worden betoogd waarom er wordt afgeweken van het initiële Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan.
De zorgen over de privacy van burgers, het voorbijschieten aan de praktische waarde van contant geld als legitiem betaalmiddel, de gevolgen voor het MKB en de Europese context maken dat de indieners een verbod voor beroeps- of bedrijfsmatige handelaren in goederen om transacties vanaf 10.000 euro in contanten te verrichten daarom het meest proportioneel achten.
Joseph
Vermeer
De Vree