Tweede nota van wijziging
Herstel van wetstechnische gebreken en leemten alsmede aanbrenging van andere wijzigingen van ondergeschikte aard in diverse wetsbepalingen hoofdzakelijk op het terrein van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Verzamelwet BZK 20XX)
Nota van wijziging
Nummer: 2024D31987, datum: 2024-09-09, bijgewerkt: 2024-09-10 12:28, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36481-13).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
- Beslisnota bij de tweede nota van wijziging inzake Herstel van wetstechnische gebreken en leemten alsmede aanbrenging van andere wijzigingen van ondergeschikte aard in diverse wetsbepalingen hoofdzakelijk op het terrein van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Verzamelwet BZK 20XX) (Kamerstuk 36481)
- Aanbiedingsbrief
Onderdeel van kamerstukdossier 36481 -13 Herstel van wetstechnische gebreken en leemten alsmede aanbrenging van andere wijzigingen van ondergeschikte aard in diverse wetsbepalingen hoofdzakelijk op het terrein van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Verzamelwet BZK 20XX).
Onderdeel van zaak 2023Z20368:
- Indiener: H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Volgcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Onderdeel van zaak 2024Z13099:
- Indiener: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2023-12-19 15:25: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-01-25 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2024-02-14 14:00: Herstel van wetstechnische gebreken en leemten alsmede aanbrenging van andere wijzigingen van ondergeschikte aard in diverse wetsbepalingen hoofdzakelijk op het terrein van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Verzamelwet BZK 20XX) (TK 36481) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2024-05-23 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2024-05-23 17:58: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-09-05 10:16: Herstel van wetstechnische gebreken en leemten alsmede aanbrenging van andere wijzigingen van ondergeschikte aard in diverse wetsbepalingen hoofdzakelijk op het terrein van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Verzamelwet BZK 20XX) (36481) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2024-09-10 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2024-09-26 12:00: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
36 481 Herstel van wetstechnische gebreken en leemten alsmede aanbrenging van andere wijzigingen van ondergeschikte aard in diverse wetsbepalingen hoofdzakelijk op het terrein van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Verzamelwet BZK 20XX)
Nr. 13 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 9 september 2024
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel XII, onderdeel M, komt te luiden:
In artikel O 11, eerste lid, wordt «Indien het betreft de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, provinciale staten of het algemeen bestuur,» vervangen door «Indien het betreft de verkiezing van de leden van de staten in een provincie die in meerdere kieskringen is verdeeld,», wordt na «nadat over de toelating van de gekozenen is» ingevoegd «beslist» en wordt «kiesraad» vervangen door «Kiesraad».
B
Artikel XII, onderdeel H, komt te luiden:
Artikel M 6a wordt als volgt gewijzigd:
a. In de aanhef van het eerste lid wordt «overzicht van de kandidatenlijsten» vervangen door «overzicht van de kandidaten».
b. In het eerste lid, onderdeel b, wordt «overzicht van de kandidatenlijsten» vervangen door «overzicht van de kandidaten».
c. In het tweede lid, onderdeel b, wordt «overzicht van de kandidatenlijsten» vervangen door «overzicht van de kandidaten».
d. In het derde lid wordt «overzicht van de kandidatenlijsten» telkens vervangen door «overzicht van de kandidaten».
C
In ARTIKEL XV wordt voor onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:
aA
In artikel 1, eerste lid, wordt «Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties» vervangen door «Onze Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening».
D
In ARTIKEL XX, onderdeel E, wordt «Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatie» vervangen door «Onze Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening».
E
In ARTIKEL XXXI, wordt «Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties» door «Onze Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening».
F
In ARTIKEL XXXII wordt «Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties» vervangen door «Onze Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening».
G
ARTIKEL XXXIII, komt te luiden:
ARTIKEL XXXIII ORGANISATIEWET KADASTER
De Organisatiewet Kadaster wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt «Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties» vervangen door «Onze Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening».
B
In artikel 16, vierde lid, onder c, van de Organisatiewet Kadaster wordt «Onze Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Defensie» vervangen door «Onze Minister en Onze Minister van Defensie».
H
In ARTIKEL XXXIV wordt «Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties» vervangen door «Onze Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening».
I
In ARTIKEL XXXV wordt «Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties» vervangen door «Onze Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening».
J
ARTIKEL XXXVI wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel A wordt «Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties» vervangen door «Onze Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening».
2. In onderdeel B wordt «het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties» vervangen door «het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening».
K
ARTIKEL XXXVII wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «Basisregistratie» vervangen door «basisregistratie».
2. In onderdeel A wordt «Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties» vervangen door «Onze Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening».
3. In onderdeel C wordt «het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties» vervangen door «het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening».
L
In ARTIKEL XXXVIII wordt «Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties» vervangen door «Onze Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening».
M
In ARTIKEL XXXIX wordt «Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties» vervangen door «Onze Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening».
N
In ARTIKEL XL wordt «Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties» vervangen door «Onze Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening».
O
In ARTIKEL XLI wordt «Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties» vervangen door «Onze Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening».
P
Na artikel XXX wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL XXXA HUISVESTINGSWET 2014
In artikel 1, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014 wordt in de begripsomschrijving van Onze Minister «Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties» vervangen door «Onze Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening».
Q
Na artikel XLI wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL XLIA WET GEMEENTELIJKE INSTRUMENTEN WARMTETRANSITIE
De Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel II wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel Aa komt te luiden:
Aan artikel 2.28 wordt onder vervanging van de punt aan het slot door een komma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
k. verduurzaming van de warmtevoorziening van gebouwen, met betrekking tot:
1°. de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder het gebruik van gas als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Gaswet als warmtevoorziening voor het in het omgevingsplan aangewezen gebied kan worden uitgesloten binnen een periode korter dan acht jaar na vaststelling van dat omgevingsplan,
2°. het waarborgen van de betaalbaarheid van de maatregelen voor de eigenaren en gebruikers van gebouwen, in het bijzonder kwetsbare afnemers als bedoeld in artikel 28 van de elektriciteitsrichtlijn, in een gebied waar het gebruik van dat gas als warmtevoorziening van gebouwen wordt uitgesloten.
2. Onderdeel Ab vervalt.
3. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
F
In de bijlage, onder b, wordt in de alfabetische rangschikking ingevoegd:
elektriciteitsrichtlijn: Richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van Richtlijn 2012/27/EU (herschikking) (PbEU 2019 L 158/125);.
B
Artikel III wordt als volgt gewijzigd:
1. Na onderdeel A wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Aa
Indien het bij koninklijke boodschap van 9 juni 2023 ingediende voorstel van wet houdende regels over energiemarkten en energiesystemen (Energiewet) (36 378) tot wet is verheven en artikel 1.1 van die wet:
a. eerder in werking treedt of is getreden dan artikel II, onderdeel Aa, van deze wet, wordt artikel II, onderdeel Aa, van deze wet als volgt gewijzigd:
Onderdeel Aa komt te luiden:
Aan artikel 2.28 wordt onder vervanging van de punt aan het slot door een komma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
k. verduurzaming van de warmtevoorziening van gebouwen, met betrekking tot:
1°. de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder het gebruik van gas als bedoeld in artikel 1.1 van de Energiewet als warmtevoorziening voor het in het omgevingsplan aangewezen gebied kan worden uitgesloten binnen een periode korter dan acht jaar na vaststelling van dat omgevingsplan,
2°. het waarborgen van de betaalbaarheid van de maatregelen voor de eigenaren en gebruikers van gebouwen, in het bijzonder kwetsbare afnemers als bedoeld in artikel 28 van de elektriciteitsrichtlijn, in een gebied waar het gebruik van dat gas als warmtevoorziening van gebouwen wordt uitgesloten.
b. later in werking treedt dan artikel II, onderdeel Aa, van deze wet, dan wordt artikel 7.6 van die wet als volgt gewijzigd:
Voor onderdeel A wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
A0
In artikel 2.28, onder k, onder 1°, wordt «artikel 1, eerste lid, onder b, van de Gaswet» vervangen door «artikel 1.1 van de Energiewet».
2. Onderdeel B wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt «eerder tot wet is of wordt verheven en artikel II, onderdeel D, van deze wet in werking treedt of is getreden» vervangen door «eerder in werking treedt of is getreden dan artikel II, onderdeel E,».
b. Onderdeel b komt te luiden:
b. later in werking treedt dan artikel II, onderdeel E, van deze wet, dan wordt artikel 7.6 van die wet als volgt gewijzigd:
Na onderdeel D wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
Da
In artikel 20.7a, onder b, wordt «artikel 10, zesde lid, onder a en b, van de Gaswet, artikel 23, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998» vervangen door «artikel 3.41 van de Energiewet».
C
In artikel IV wordt «Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties» vervangen door «Onze Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening».
Toelichting
Algemeen
Met deze nota van wijziging worden enkele wetstechnische correcties aangebracht (zie onderdelen A en B). Daarnaast wordt in de desbetreffende wetbepalingen de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening vermeld, in plaats van Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, naar aanleiding van het aantreden van het huidige kabinet. Tot slot wordt een nieuw artikel toegevoegd (Artikel XLIA) waarin enkele wetstechnische verbeteringen worden doorgevoerd in de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting.
Artikelsgewijs
Onderdeel A
Volgend uit artikel A 2 Kieswet wordt de Kiesraad met een hoofdletter geschreven. Met deze wijzigingsopdracht wordt deze fout in artikel O 11 Kieswet hersteld. De overige toevoegingen aan artikel O 11 stonden al in het wetsvoorstel (de toelichting daarop is opgenomen op blz. 14 van de memorie van toelichting).
Onderdeel B
In dit onderdeel wordt in artikel M 6a van de Kieswet telkens «overzicht van de kandidatenlijsten» vervangen door «overzicht van de kandidaten».
Onderdelen C, D, E, F, G, H, I, J, K, L, M, N, O en P
Bij het vorige kabinet is er een Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening aangesteld. Gedurende dat kabinet is evenwel niet in alle tot volkshuisvesting en ruimtelijke ordening behorende wetgeving de ministersaanduiding vervangen en in sommige gevallen is aanduiding gewijzigd naar de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties toen deze ook de VRO-portefeuille bediende. Bij het aantreden van het huidige kabinet per 2 juli 2024 is er een Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening aangesteld. Dit is reden om bij gelegenheid van dit verzamel-wetsvoorstel de aanduiding overal in overeenstemming met de portefeuilles van Ministers te brengen. Deze wijziging wordt door middel van de onderdelen C, D, E, F, G, H, I, J, K, L, M, N, O en P van deze nota van wijziging doorgevoerd in de desbetreffende wetgeving.
Onderdeel Q, onder A en B
Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie zijn in de Tweede Kamer twee amendementen aangenomen, het amendement van het lid Erkens en het amendement van het lid Erkens c.s., waarmee artikel 2.28 van de Omgevingswet is aangevuld. Deze voorgestelde wijzigingen betreffen wetstechnische verbeteringen bij dat artikel, waarbij de onderdelen k en l worden samengevoegd tot één onderdeel k. Beide onderdelen hebben betrekking op instructieregels die moeten worden gesteld met het oog op de verduurzaming van de warmtevoorziening van gebouwen, zodat die in de opsomming van artikel 2.28 samen kunnen worden gevoegd. Hiermee wordt aangesloten bij de gebruikelijke wijze van vormgeving van opsommingen in wet- en regelgeving (zie ook aanwijzing 3.59 van de Aanwijzingen voor de regelgeving).
Daarnaast is nog een wetstechnische wijziging voorgesteld ten aanzien van de verwijzing in artikel 2.28 naar de Richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van Richtlijn 2012/27/EU (herschikking) (PbEU 2019 L 158/125). Door een verkorte aanduiding van deze richtlijn op te nemen in de bijlage, onder b, bij de Omgevingswet wordt aangesloten bij de gebruikelijke wijze van verwijzen naar EU-regelgeving (en internationale verdragen) binnen het stelsel van de Omgevingswet.
Tot slot zijn samenloopbepalingen opgenomen met betrekking tot de verwijzing naar het begrip «gas» in de Gaswet in artikel 2.28 van de Omgevingswet. Met het wetsvoorstel Energiewet wordt de Gaswet ingetrokken. Als blijkt dat de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie tegelijkertijd met of later dan de Energiewet in werking treedt, dan zal in dat geval niet naar de Gaswet, maar de Energiewet moeten worden verwezen. Daarnaast is een correctie voorgesteld voor artikel III, onderdeel b, van de Wgiw, die ook een samenloopbepaling betreft met de Energiewet.
Onderdeel Q, onder C
Onderdeel C heeft betrekking op de aanduiding van de Minister in verband met de huidige portefeuilleverdeling. Gelet op de huidige portefeuilleverdeling worden de taken en bevoegdheden uit het betreffende artikel namelijk niet langer vervuld door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties maar door de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Zie ook de toelichting hiervoor op onderdeel B, onderdelen C, D, E, F, G, H, I, J, K, L, M, N, O en P. Strikt genomen hoeft deze aanduiding niet te worden aangepast. Ministers kunnen vanaf het moment dat daarvoor op grond van de artikelen 43 en 44 van de Grondwet de koninklijke besluiten zijn vastgesteld en gepubliceerd de taken en bevoegdheden uitoefenen die aan hen toekomen. Niettemin is het voor de gebruiker van de wetgeving inzichtelijk als de wetgeving op dit punt zo veel mogelijk is geactualiseerd.
Deze toelichting wordt ondertekend mede namens de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.J.M. Uitermark