Rapportage over de voortgang van de beoordelingen en Stand van de Uitvoering NCG 2024
Gaswinning
Brief regering
Nummer: 2024D32007, datum: 2024-09-06, bijgewerkt: 2024-09-10 16:48, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33529-1244).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. van Marum, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Memo rapportage beoordelingen NCG
- Beslisnota bij Kamerbrief Rapportage over de voortgang van de beoordelingen & Stand van de Uitvoering NCG 2024
- Stand van de uitvoering NCG augustus 2024
Onderdeel van kamerstukdossier 33529 -1244 Gaswinning.
Onderdeel van zaak 2024Z13110:
- Indiener: E. van Marum, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2024-09-10 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-09-26 12:00: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2025-01-30 10:00: Herstel Groningen (Commissiedebat), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
33 529 Gaswinning
Nr. 1244 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 september 2024
Hierbij stuu r ik uw Kamer de rapportage over de voortgang van de beoordelingen van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) per 1 juli 2024. Mijn ambtsvoorganger heeft deze rapportage aan uw Kamer aangekondigd in zijn brief van 27 juni jl.1. Tevens bied ik uw Kamer hierbij de jaarlijkse Stand van de Uitvoering van de NCG aan.
Beoordelingen
In de Kamerbrief van 27 juni jl. heeft mijn ambtsvoorganger uw Kamer gemeld dat 4.200 beoordelingen door de NCG afgerond zouden worden voor 1 juli van dit jaar en dat daarna nog circa 1.280 beoordelingen resten. Deze toen gemelde aantallen worden bevestigd door de rapportage die de NCG nu heeft opgeleverd. Het is vervelend voor de bewoners dat de NCG niet alle beoordelingen voor 1 juli jl. heeft kunnen afronden, omdat zij dan langer moeten wachten op duidelijkheid over de veiligheid van hun woning. Tegelijkertijd vind ik de kwaliteit van de beoordelingen van groot belang. De uitkomsten van beoordelingen moeten voor bewoners helder zijn, kloppen en snelheid mag niet ten koste gaan van de kwaliteit. De NCG werkt sinds 1 juli jl. verder aan het zo snel mogelijk afronden van de resterende beoordelingen.
Tot het einde van de versterkingsoperatie zullen er nog nieuwe adressen zijn, die een beoordeling vergen. Daardoor past het stellen van een nieuwe einddatum voor alle beoordelingen – inclusief de adressen die nog worden toegevoegd – niet bij de praktijk van de versterkingsoperatie. Ik wil bewoners tegelijkertijd wel zoveel mogelijk perspectief bieden. Alle bewoners kunnen er daarom op vertrouwen dat de doorlooptijd van de beoordeling van hun woning 8 tot 12 maanden zal zijn, zodra deze aan de werkvoorraad van de NCG is toegevoegd. De doorlooptijd kan oplopen als er sprake is van complicerende factoren, bijvoorbeeld door gebrek aan capaciteit van ingenieursbureaus (zoals eerder in de brieven van mijn ambtsvoorganger benoemd). De programmadirecteur die de NCG heeft aangesteld, blijft zich inzetten om alle beoordelingen zo snel mogelijk af te ronden.
Stand van de Uitvoering (SvdU)
De NCG vraagt, in lijn met de bevindingen van de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen (PEAG), aandacht voor rust, realisme en eenvoud in de versterkingsoperatie en benadrukt het belang van de stem van de bewoner. Ik onderschrijf dit en zal de versterking zoveel mogelijk binnen de bestaande kaders voortzetten. Ook is het belangrijk dat de NCG zelfbewust en zelfkritisch is, zodat zij kan aangeven wat wel en niet mogelijk is in de uitvoering. Dit gaat steeds beter en de NCG gaat verder op de ingeslagen weg. Ik zal eventuele vervolgstappen met de NCG bespreken.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties,
E. van Marum
Kamerstuk 33 529, nr. 1242↩︎