[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde Agenda Raad voor Concurrentievermogen van 26 september 2024

Raad voor Concurrentievermogen

Brief regering

Nummer: 2024D32037, datum: 2024-09-09, bijgewerkt: 2024-11-04 16:39, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-30-613).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 30-613 Raad voor Concurrentievermogen.

Onderdeel van zaak 2024Z13120:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen

Nr. 613 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 september 2024

Op 26 september organiseert het Hongaars voorzitterschap de formele Raad voor Concurrentievermogen (RvC) over het onderdeel industrie en interne markt in Brussel. Met deze brief stuur ik u de geannoteerde agenda met daarin een beschrijving van de discussiepunten en de Nederlandse inzet. Ik ben voornemens deel te nemen aan deze Raad.

De Minister van Economische Zaken,
D.S. Beljaarts

De toekomst van het Europese concurrentievermogen: het adresseren van de uitdagingen waar de industrie en het bedrijfsleven in de interne markt voor staan

Beleidsdebat

Toelichting agendapunt

De Raad zal – zoals ook tijdens de informele Raad voor Concurrentievermogen d.d. 7–8 juli 2024 is besproken1 – spreken over het versterken van het concurrentievermogen van de EU, met een nadruk op de uitdagingen voor de industrie en de belemmeringen waar ondernemers tegenaan lopen op de interne markt. Op moment van schrijven zijn er nog geen stukken beschikbaar. In het kader van de recente geopolitieke ontwikkelingen is het Europese concurrentievermogen een belangrijk thema. Dit onderwerp is dan ook een prioriteit onder het huidige Hongaarse voorzitterschap, wat in meerdere Raadsformaties wordt geagendeerd. In april 2024 onderstreepte de Europese Raad in zijn conclusies dat de EU vastbesloten is haar concurrentievermogen, welvaart en leiderschap op het wereldtoneel te waarborgen en haar strategische soevereiniteit te versterken. In lijn met de Europese Raad, heeft de Raad voor Concurrentievermogen in mei 2024 in Raadsconclusies over industrie opgeroepen dat de versterking van het concurrentie­vermogen van de Europese industrie hoog op de politieke agenda moet komen. In de conclusies wordt gewezen op de grote technologische, economische en geopolitieke ontwikkelingen waar de EU op moet inspelen. Hierbij zijn een goedwerkende markt voor diensten en een concurrerende industrie met een sterke productiebasis nodig. Dit kan innovatie, productiviteit, hoogwaardige banen, duurzaamheid en groei bevorderen. Aanbevolen wordt focus aan te brengen in strategische technologieën die van fundamenteel belang zijn voor de EU. Verder wordt in de conclusies o.a. innovatie aangemerkt als de aanjager van het Europese concurrentievermogen. Tot slot wordt ingegaan op het stimuleren van private en publieke financieringsmogelijkheden, zonder afbreuk te doen aan het beleid inzake mededinging en staatssteun.

NL positie

Zoals toegezegd in de beantwoording van het Schriftelijk Overleg over de informele Raad voor Concurrentievermogen van 8-9 juli ga ik hierbij nader in op de inzet rond Europees concurrentievermogen, industriebeleid, het interne marktbeleid en de mate waarin de Europese burgers daarvan profiteren.

Voor het kabinet is het versterken van het Europese concurrentievermogen een belangrijke prioriteit voor de nieuwe Commissieperiode. Het versterken van het Europese concurrentievermogen zorgt voor een betere Nederlandse concurrentiepositie wereldwijd waarvan onze bedrijven kunnen profiteren. Nederland moet behoren tot de top-5 van de landen met een goede concurrentiepositie2 Volgens het kabinet vraagt het versterken van het Europese concurrentievermogen om een hoog ambitieniveau, actie op alle beleidsterreinen en politiek commitment. Dit kan onder andere door opvolging te geven aan het rapport van de heer Letta3 Het kabinet verwelkomt het Letta-rapport en de hernieuwde energie en focus die het rapport brengt op een onderwerp waar het kabinet zich al lange tijd voor inzet, namelijk het versterken van de interne markt. Het kabinet kijkt uit naar concrete acties op basis van de aanbevelingen. Daarnaast kijkt het kabinet uit naar het rapport over Europees concurrentievermogen van de heer Draghi. Het kabinet zal de Kamer hier over informeren.

Een sterke economie is belangrijk voor de bestaanszekerheid en koopkracht van de Nederlandse burger. Een stabiele Nederlandse economie en gezonde bedrijven kunnen niet zonder een goed vestigingsklimaat. Om dit te bereiken is het van belang om ook op Europees niveau concrete stappen te zetten om de groene groei en het innovatie- en concurrentievermogen van de EU te bevorderen. Hierbij heeft het kabinet onder meer aandacht voor een sterke en eerlijke interne markt; het verdiepen van de kapitaalmarktunie; het verminderen van administratieve lasten voor bedrijven; het bevorderen van de leveringszekerheid en het verminderen van de afhankelijkheid van grondstoffen voor bedrijven; toekomstbestendig EU-industriebeleid; toegang tot voldoende geschoold personeel; het implementeren van de Green Deal en digitale wetgeving, inclusief het versnellen van de energietransitie en de maatregelen voor het maken van de omslag naar een circulaire economie; een Europese strategie over tech-groeimarkten van de toekomst; en het stimuleren van investeringen in onderzoek en innovatie.

Voor ons toekomstig verdienvermogen en onze weerbaarheid is het van belang dat de EU haar industriële leiderschap gaat versterken. De EU moet zich inzetten op industrieën waar we een sterke wereldwijde concurrentiepositie kunnen opbouwen, of waar het vanuit geopolitiek oogpunt essentieel is om positie te hebben in strategische waardeketens. Hiervoor is een focus nodig op strategische markten en technologieën. Handels- en EU-industriebeleid is ook van belang bij het waarborgen van de leveringszekerheid en het verminderen van strategische afhankelijkheden, bijvoorbeeld op het gebied van kritieke grondstoffen. Belangrijke randvoorwaarden voor het versterken van het lange-termijn concurrentievermogen van de EU zijn het behoud van een open economie en een gelijk speelveld. Het kabinet zet daarom in op minder, maar gerichter gebruik van staatssteun en het behoud van eerlijk en effectief mededingingstoezicht. Het kabinet is geen voorstander van het aangaan van gemeenschappelijke schulden voor nieuwe Europese instrumenten, maar zal kijken hoe instrumenten effectiever kunnen zijn.

De interne markt draagt in belangrijke mate bij aan de omvang van de Nederlandse economie, aan welvaart en aan bestaanszekerheid van burgers en bedrijven. Maar er zijn ook risico’s verbonden aan de interne markt. Maatregelen op Europees niveau en adequate handhaving moeten garanderen dat wordt geconcurreerd op kwaliteit en dienstverlening en niet op arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en het beschermingsniveau van werknemers. Het kabinet werkt aan een sterke, eerlijke en duurzame interne markt.4 Het gaat er steeds om te zorgen voor zowel het belang van vrij verkeer als het waarborgen van de bescherming van veiligheid, volksgezondheid, milieu, consumenten en werknemers zodat iedereen de vruchten van de interne markt kan plukken. Dit draagt bij aan welvaartsstijging in heel Europa met een kleiner verschil tussen landen en een gelijker speelveld, waarvan zowel bedrijven als burgers profiteren. In onder meer het recente beleidsdebat over de sociale dimensie van de interne markt heeft de toenmalige Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid deze inzet naar voren gebracht5 en het is één van de uitgangspunten van de interne-marktactie-agenda van het kabinet.6

Krachtenveld

Er is brede overeenstemming tussen lidstaten dat het Europees concurrentievermogen versterkt moet worden. Veel lidstaten zetten in op het verbeteren van de werking van de interne markt, het verminderen van regeldruk en een coherent regelgevend kader om zo rechtszekerheid en voorspelbaarheid aan ondernemers te geven. Daarbij hebben veel lidstaten zorgen over economische veiligheid en zetten in op het afbouwen van strategische afhankelijkheden. Verders zijn lidstaten het erover eens dat er betere financiering voor de dubbele transitie nodig is. De Raad is verdeeld over financiering, waarbij een deel van de lidstaten primair de toegang tot privaat kapitaal wil vergroten, terwijl een deel van de andere lidstaten primair extra publieke middelen wil voor de industrie.

Commissievoorzitter Von der Leyen heeft in haar politieke richtlijnen voor een tweede termijn als Commissievoorzitter een plan aangekondigd voor duurzame welvaart en concurrentievermogen. Onderdeel hiervan zijn een Clean Industrial Deal (welke binnen de eerste 100 dagen van de nieuwe Commissieperiode zal worden gepubliceerd), een verdieping van de interne markt in sectoren zoals energie, defensie en kapitaalmarkten, een Verordening circulaire economie, goede implementatie van bestaande digitale wetgeving en een verhoging van investeringen in onderzoek en innovatie in de EU.

Het staatssteunkader en de bijdrage ervan aan de EU-beleidsdoelstellingen

Beleidsdebat

Toelichting agendapunt

De Raad zal tijdens het beleidsdebat spreken over staatssteun en de bijdragen daarvan aan de Europese beleidsdoelstellingen. Op moment van schrijven zijn er nog geen stukken beschikbaar. In de context van de geopolitieke ontwikkelingen is de discussie over de wenselijkheid van het al dan niet verruimen van de staatssteunregels voor het versterken van het EU-concurrentievermogen de laatste jaren in de EU gegroeid.

NL positie

Het realiseren/bewaken van het gelijke speelveld op de EU interne markt is het fundament voor een gezonde economie. Voor het kabinet is het daarbij van belang dat het concurrentievermogen van de EU wordt versterkt door gebruik te maken van het gehele EU-beleidsinstrumentarium en het staatssteuninstrument niet te lichtvaardig wordt ingezet. Het uitgangspunt van Nederland is in beginsel terughoudend ten aanzien van het gebruik van staatssteun.7 Het kabinet is van mening dat een subsidierace, zowel binnen de EU al in de wereld, moet worden voorkomen. Te flexibele (tijdelijke) staatssteunkaders zonder goede waarborgen voor het gelijke speelveld, kunnen leiden tot toename van ongelijkheid tussen EU-lidstaten. Sommige EU-lidstaten kunnen of willen meer staatssteun verlenen dan andere EU-lidstaten. Daarom is de kabinetsinzet ten aanzien van staatssteun dat er minder en vooral beter gerichte staatssteun gegeven moeten worden. Strikte Europese steunkaders, met waarborgen voor een gelijk speelveld, zorgen ervoor dat de concurrentie tussen ondernemingen op de interne markt eerlijk kan verlopen. Dit neemt niet weg dat er in het licht van de noodzakelijke groene en digitale transitie en in geval van marktfalen vaker gerichte staatssteun nodig kan zijn. Ook is steunverlening in verband met open strategische autonomie van de EU volgens het kabinet, wanneer daar aantoonbare noodzaak voor is, een denkbare optie. Het concurrentievermogen en de weerbaarheid van de EU kunnen hiermee worden beschermd. In elk geval is een goede probleemanalyse voor het kabinet cruciaal. Concurrentievermogen kan niet alleen op staatssteun worden gebouwd. Om die reden hecht het kabinet er groot belang aan dat staatssteun niet in isolement wordt gezien maar altijd als onderdeel van en complementair aan de andere beleidsmaatregelen ten behoeve van het EU-concurrentievermogen en economische weerbaarheid. Het kabinet zal dit benadrukken tijdens het debat.

Krachtenveld

Nederland zit in een groep lidstaten die het belang van het gelijke speelveld, terughoudendheid met staatssteun en inzet van het gehele EU-beleidsinstrumentarium benadrukken. Tevens zijn er lidstaten die graag (verdere) verruiming van de staatssteunmogelijkheden zien, om bijvoorbeeld de industrie te ondersteunen of ten behoeve van de transities.

Zorgen dat het mkb de vruchten plukt van de interne markt

Beleidsdebat

Toelichting agendapunt

Tijdens dit beleidsdebat zal worden stilgestaan bij de vraag hoe de Europese interne markt verder kan worden verbeterd en versterkt, zodat het mkb kansen optimaal kan benutten. Een deel van het mkb is landsgrensoverschrijdend actief, maar ervaart belemmeringen en/of een ongelijk speelveld op diverse terreinen. Zo is informatie bijvoorbeeld niet altijd even goed vindbaar en zijn administratieve procedures niet altijd even toegankelijk. Mkb-bedrijven lopen er onder meer tegenaan dat interne-marktregels niet of op verschillende wijze worden toegepast. In mei 2024 heeft de Raad voor Concurrentievermogen in raadsconclusies opgeroepen tot verdere verbetering en versterking van de interne markt.8 Net als bij de Europese Raad in april 2024, roept de Raad de Europese Commissie op om uiterlijk in juni 2025 een horizontale interne-marktstrategie te presenteren.9 In de raadsconclusies stelt de Raad dat de interne markt de randvoorwaarden moet bieden aan mkb-bedrijven om te innoveren, op te schalen en tot bloei te komen. Het Europese ondernemingsklimaat moet mkb-bedrijven in staat stellen om de kansen van de interne markt volledig te benutten. Voorts worden Commissie en lidstaten opgeroepen om onnodige administratieve verplichtingen weg te nemen en te voorkomen, waaronder het verder werken aan het Commissievoorstel om rapportageverplichtingen met 25% te reduceren. Vereenvoudiging moet bovendien de interne markt niet verder fragmenteren en afbreuk doen aan EU-beleid en -standaarden op sociaal en milieuterrein.

NL positie

Het kabinet zet in op versterking van de interne markt en een aantrekkelijk vestigings- en ondernemingsklimaat van Nederland en de EU. Daarmee heeft het kabinet met name oog voor het mkb en de regeldruk die het mkb ervaart. Ik zal mij dan ook actief inzetten om na te gaan hoe Europese wetgeving uitpakt voor onder andere het mkb. Dit wordt in het Hooflijnenakkoord ook benoemd in de passage over de nationale koppen. Momenteel ligt het wetsvoorstel Instellingswet Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) in de Tweede Kamer. In dit voorstel krijgt ATR een rol in het beoordelen van Europese wetsvoorstellen. Hierbij wordt ook gekeken naar de impact van de wijze van implementeren van EU-regelgeving op het Nederlandse bedrijfsleven. Van belang is dat ook in EU-context structureel aandacht wordt besteed aan de impact op het bedrijfsleven. Dit zal ik tijdens de RvC dan ook inbrengen. Voor de genoemde horizontale interne-marktstrategie vindt het kabinet van belang dat deze knelpunten aanpakt waar ondernemers en burgers in de praktijk tegenaan lopen. De strategie moet concrete acties bevatten op alle relevante terreinen waar ongerechtvaardigde belemmeringen spelen en waar toepassing van interne-marktregels verbeterd en/of geharmoniseerd kan worden. Op deze manier wordt ook regeldruk aangepakt, want gebrekkige toepassing van interne-marktregels en gebrekkige harmonisatie vormen ook een bron van belemmering die door het mkb ervaren wordt. Zo kan het mkb daadwerkelijk de vruchten plukken van de interne markt en wordt landsgrensoverschrijdend ondernemen aantrekkelijker en toegankelijker.

Krachtenveld

Over het algemeen is er brede steun voor het versterken van de interne markt. Het wordt spannend wanneer de discussie gaat over concrete belemmeringen die moeten worden aangepakt. Dan lopen de standpunten meer uiteen tussen lidstaten. Commissievoorzitter Von der Leyen heeft evenals de Europese Raad in zijn Strategische Agenda concurrentievermogen als prioriteit aangemerkt voor de nieuwe Europese Commissie. Dat leidt hopelijk ook tot meer aandacht en concrete acties ter versterking van de interne markt, bij voorkeur via genoemde horizontale strategie.


  1. Zie Kamerstuk 21 501-30, nr. 610.↩︎

  2. Hoofdlijnenakkoord, pagina 24.↩︎

  3. Zie kabinetsappreciatie Letta Rapport «Much more than a Market», bijlage bij Kamerstuk 21 501-30, nr. 603.↩︎

  4. Het SER-advies «Prioriteiten voor een fair Europa (advies 19/03, april 2019)» stelt vast dat economische vrijheden en sociale rechten op de interne markt hand in hand gaan en dat die gelijkwaardig zijn. De interne markt is van belang voor ondernemers, werknemers en consumenten. (Bijlage bij Kamerstuk 21 501-31, nr. 526).↩︎

  5. Zie de geannoteerde agenda voor de Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken van 20 juni 2024, Kamerstukken 21 501-31 nr. 751↩︎

  6. Kamerstuk 22 112, nr. 3437.↩︎

  7. Zie Kamerbief over eerlijke concurrentie en een gelijk speelveld op het gebied van industriële subsidies 21 501-30, nr. 611.↩︎

  8. Kamerstuk 21 501-30, nr. 608.↩︎

  9. 2024_557_new-strategic-agenda.pdf (europa.eu)↩︎