Hoofdlijnenbrief Herstel van Groningen
Gaswinning
Brief regering
Nummer: 2024D32210, datum: 2024-09-09, bijgewerkt: 2024-09-12 13:33, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33529-1245).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. van Marum, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderdeel van kamerstukdossier 33529 -1245 Gaswinning.
Onderdeel van zaak 2024Z13184:
- Indiener: E. van Marum, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2024-09-10 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-09-26 12:00: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2025-01-30 10:00: Herstel Groningen (Commissiedebat), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
33 529 Gaswinning
Nr. 1245 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 september 2024
Om vooruit te komen, moet je af en toe even stilstaan. Dat motto loopt als een rode draad door mijn werkzame leven. Voordat ik als Staatssecretaris werd benoemd, was ik onder andere muskusrattenbestrijder, weidevogelcoördinator, uitvaartverzorger en contra-expert bij aardbevingsschade. Op het oog uiteenlopende beroepen, maar toch verbonden door dat motto.
Als Staatssecretaris wil ik Groningen en Noord-Drenthe verder op weg krijgen naar herstel, en dat kan niet zonder de tijd te nemen om te luisteren, te ervaren en te leren van het verleden. Ik heb als Groninger groot leed gezien bij gedupeerden van de gaswinning en als contra-expert mensen bijgestaan die verstrikt waren geraakt in de afhandeling van hun schades. Van dichtbij heb ik gezien dat goede bedoelingen niet altijd leiden tot een uitkomst waar mensen mee verder kunnen en zich weer veilig voelen. Het zijn niet alleen de scheuren in de muren die geheeld moeten worden, maar ook de scheuren in mensen en gemeenschappen. Dit geldt voor héél Groningen en Noord-Drenthe. Ook op plekken waar de fysieke schade minder zichtbaar is, en waar minder versterking nodig is, zijn de afgelopen decennia achterstanden ontstaan, en is behoefte aan nieuw perspectief.
Versterking, herstel van schade en verduurzaming
De afgelopen jaren zijn belangrijke stappen gezet door het IMG, de NCG en mijn voorganger om de schadeafhandeling en versterking te verbeteren. In Nij Begun is daar ook de verduurzaming aan toegevoegd. En hoewel ik zie en hoor van meerdere bewoners dat het beter gaat dan voorheen, moet de komende periode blijken of die verbeteringen ook breed worden ervaren. Ik wil bovendien de zogenoemde «stille gedupeerden» in beeld krijgen. Daarom zal ik veel in de regio aanwezig zijn om naar bewoners te luisteren, om als Groningers onder elkaar in gesprek te gaan. Ik zal daarbij voortbouwen op de verbeteringen die onder mijn voorganger met Nij Begun zijn ingezet. Niet door beleid steeds te wijzigen – dat heeft in het verleden vaak tot vertraging geleid. Maar wel door te kijken waar praktische verbeteringen mogelijk zijn. Daarbij kijk ik ook naar de wijze waarop we de versterking, het herstel van schade en uitvoering van verduurzaming zoveel mogelijk met elkaar in samenhang kunnen uitvoeren. Rust en stabiliteit is nu nodig voor een meer voortvarend herstel en om ruimte te geven aan uitvoeringsorganisaties.
Dit najaar ga ik in gesprek met bewoners, maatschappelijke organisaties, regionale bestuurders en uitvoeringsorganisaties, onder andere over de uitgangspunten waarbinnen de versterking wordt uitgevoerd. De diepte-analyse van de planning voor afronding van de versterking vormt hiervoor de basis. Deze zal ik op korte termijn aan uw Kamer doen toekomen. Met de regio bespreek ik de uitkomsten van de op 6 maart aangekondigde proef1. Ook bespreek ik met hen hoe we verschillen zoveel mogelijk kunnen beperken en hoe de gebiedsgerichte aanpak uit de agenda voor herstel vormgegeven wordt. Daarnaast wordt de verduurzaming momenteel door Rijk en regio nader uitgewerkt met in gedachten de uitgangspunten uit de brief van 6 maart2, zodat Groningers en Noord-Drenten ook daadwerkelijk profiteren van verduurzaming en de kansen van de energietransitie. Het doel is om met alle partijen tot gedragen uitgangspunten te komen waarbinnen de gezamenlijke opgave wordt uitgevoerd. Deze uitgangspunten moeten vervolgens consistent en als één overheid aan bewoners worden uitgelegd. Hierbij wil ik transparant zijn over wat niet of juist wel kan, en wat hier de overwegingen voor zijn.
Tegelijkertijd zie ik dat er meer nodig is om de versterking en afhandeling van schade mensgerichter te maken. Sommige bewoners zijn afgehaakt en zijn hun vertrouwen in een goede afhandeling kwijtgeraakt. Ik wil hen weer aan boord krijgen. Daarvoor is het van belang om goed te luisteren naar wat nodig is en om het beschikbare instrumentarium en de uitvoeringscapaciteit heel gericht in te zetten.
Soms kunnen ogenschijnlijk kleine gebaren in de uitvoering veel bereiken in de tevredenheid van bewoners over het proces van versterking of schadeafhandeling. Ik denk dan bijvoorbeeld aan situaties waarin voorzieningen die een woning had, zoals een buitenkraan, erker of zonnepanelen, na de versterking niet blijken te worden teruggeplaatst. In zulke situaties moet snel en zonder bureaucratie gehandeld kunnen worden. Geen ellenlange onderzoeken, minder papierwerk, en snel duidelijkheid. Er is al veel mogelijk – en waar in de praktijk nog belemmeringen zijn om die ruimte te pakken, wil ik ook die wegnemen. In andere situaties is er meer nodig, want nog niet iedereen die nog steeds de gevolgen van de gaswinning ondervindt, is voldoende geholpen met het huidige pakket aan maatregelen. Dat zie ik bijvoorbeeld bij mensen die onder de eersten waren die schade meldden bij de NAM, een afwijzing ontvingen en nu niet in aanmerking komen voor een ruimhartiger afhandeling. Of in enkele gevallen in nog steeds slepende procedures met de NAM verwikkeld zijn. Een oplossing vinden zal niet altijd eenvoudig zijn. Ik ben me bewust van belemmeringen die hierbij een rol spelen, bijvoorbeeld als het gaat om uitvoerbaarheid en het creëren van nieuwe verschillen, waarover mijn voorganger uw Kamer heeft geïnformeerd3.
Ik ben zeer gemotiveerd om te kijken naar wat wél kan. Dat begint met daadwerkelijk herstel van schade en een veilige woning. Mijn aandacht zal daarnaast liggen op de meest complexe situaties en zwaar gedupeerden. Mijn ambitie is dan ook om gedurende mijn ambtsperiode de geplaatste stutten in het aardbevingsgebied, die het gevoel van onveiligheid versterken en afbreuk doen aan het aangezicht van Groningen, zoveel mogelijk plaats te laten maken voor een permanente en bestendige oplossing.
Toekomstperspectief door een generatielange aanpak
Een belangrijk onderdeel van Nij Begun gaat over het inlossen van de ereschuld aan Groningen en Noord-Drenthe. Dat doet het kabinet door een generatielang te investeren in toekomstperspectief voor de regio, in sociaaleconomische ontwikkeling. Zodat het weer een plek wordt waar je fijn kunt wonen, werken, opgroeien en gezond oud kunt worden. Want Nij Begun is niet alleen gericht op de kern van het aardbevingsgebied, maar op de gehele regio. Brede welvaart gaat over het welzijn van alle inwoners van Groningen en Noord-Drenthe. Ik vind het dan ook van groot belang dat we gebieden vooruithelpen waar van oudsher relatief veel armoede en intergenerationele kansenongelijkheid voorkomt.
Dat vergt een lokale en gerichte aanpak met structurele oplossingen. Als we investeren in de economie en de brede welvaart van de regio, dan moeten de Groningers en de Noord-Drenten daar ook écht van profiteren. Zoals meer kansen voor de volgende generatie en verbetering van de mentale gezondheid. Zoals het aanpakken van de directe gevolgen van armoede, zoals schulden en stress. Zodat mensen weer grip krijgen op het eigen leven, en de samenhang in buurten en wijken versterkt. Zo kunnen we de Groningse trots uitdragen en koesteren.
Gerichte investeringen zijn nodig om de regionale economie te versterken en te zorgen voor innovatie en (behoud van) werkgelegenheid, met echte impact voor bewoners. Dit vraagt ook wat van het bedrijfsleven: maatschappelijk rendement moet voorop staan en partijen zal gevraagd worden zich te committeren aan de ontwikkeling van de regio. Deze investeringen dienen hand in hand te gaan met het beschermen en versterken van de kwaliteit van het landschap en de leefomgeving. Zo zorgen de investeringen voor nieuwe banen, meer welzijn en een verbeterde leefomgeving van de inwoners van Groningen en Noord-Drenthe.
Samen met de regio en met het Rijk zijn kwartiermakers Henk Nijboer en Jakob Klompien hard bezig om tot een sociale en economische agenda te komen die voor de komende generatie het verschil moet maken. Betrokkenheid van inwoners, maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven, onderwijs- en kennispartijen en volksvertegenwoordigers is cruciaal voor het succes. Gewone Groningers horen aan tafel – niet alleen voorafgaand aan beleidsvorming, maar gedurende heel Nij Begun. Ook vind ik het van belang dat de sociale en economische agenda goed aansluiten op bestaande programma’s vanuit het Rijk. Zodat alle mogelijkheden die het Rijksbeleid biedt worden benut, en inwoners van Groningen en Noord-Drenthe alle kansen krijgen in de toekomst.
Vanuit verbinding en niet vrijblijvend
Bewoners zijn niet gebaat bij nieuwe beloften, regels of systemen, maar bij stabiliteit, vertrouwen en goede uitvoering van de vijftig maatregelen die met Nij Begun zijn aangekondigd. Het kabinet heeft speciale aandacht voor Groningen en blijft dan ook onverkort uitvoering geven aan de aangekondigde maatregelen. Daarom handhaaft het kabinet alle daarvoor beschikbare middelen op de separate begrotingen. Goede samenwerking tussen ministeries, uitvoeringsorganisaties, provincies, gemeenten en waterschappen is onmisbaar bij de uitvoering van Nij Begun. Daar kan ik als Groninger in Den Haag een steentje aan bijdragen vanuit een verbindende rol, met hart voor de mensen.
De afspraken over het inlossen van de ereschuld aan Groningen en Noord-Drenthe zijn niet vrijblijvend, ze worden ook in de wet vastgelegd. Ik streef ernaar uw Kamer begin 2025 het wetsvoorstel aan te bieden waarin de generatielange inzet van het kabinet, voor dertig jaar tot en met 2055, wordt vastgelegd om verantwoording af te leggen over de geboekte resultaten van de generatielange aanpak in de «Staat van Groningen». Ik ben blij dat we de Ministeriële Commissie Groningen (MCG) met dit kabinet voortzetten, waar ik met mijn collega’s in het kabinet aanvullende maatregelen kan nemen als dat nodig is.
De gaswinning uit het Groningenveld is per april dit jaar bij wet verboden. Dat is een belangrijke mijlpaal. Ik zie echter ook dat mensen, gegeven alles wat er gebeurd is, zorgen hebben over de winning die nog plaatsvindt in kleine velden in de regio. Hoewel de gaswinning in de kleine velden en gevolgen daarvan van een totaal andere omvang zijn dan bij het Groningenveld, begrijp ik dat en spreek ik met de verantwoordelijke Minister van Klimaat en Groene Groei onder andere over lessen van het Groningenveld en de afhandeling van schade in het aardbevingsgebied.
Samen met de regio een succes maken van de unieke kans die er nu ligt, met dertig jaar middelen voor een beter toekomstperspectief voor Groningen en Noord-Drenthe. Daar sta ik voor. Ik wil me de komende jaren richten op oplossingen voor mensen die getroffen zijn door de gevolgen van de gaswinning en nog steeds niet uit de problemen zijn. Die soms de hoop op een goede afloop verloren zijn. Wat dan kan helpen is zichtbaar zijn en luisteren. Weten waar je aan toe bent als bewoner. Herstel van vertrouwen krijg je niet cadeau als overheid, dat moet je terugverdienen als het verloren is gegaan. U mag me hierop aanspreken.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties,
E. van Marum