[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Dobbe over de annexatie van Palestijns grondgebied op de Westelijke Jordaanoever door Israël

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2024D32347, datum: 2024-09-10, bijgewerkt: 2024-09-11 07:43, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20232024-2504).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2024Z11858:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2504

Vragen van het lid Dobbe (SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de annexatie van Palestijns grondgebied op de Westelijke Jordaanoever door Israël (ingezonden 5 juli 2024).

Antwoord van Minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 10 september 2024).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Israël annexeert in één klap 270 hectare grond op de Westelijke Jordaanoever»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Onderschrijft u het feit dat deze annexatie illegaal is volgens het internationaal recht en de Israëlische nederzettingenpolitiek een oorlogsmisdaad is volgens het statuut van Rome? Kunt u dat toelichten?

Antwoord 2

Het kabinet draagt consequent uit dat het nederzettingenbeleid van Israël, waarvan deze landconfiscatie onderdeel lijkt te zijn, in strijd is met het internationaal recht.

Op 19 juli jl. heeft het Internationaal Gerechtshof (IGH) een advies uitgebracht aan de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN) inzake het optreden van Israël in de bezette Palestijnse Gebieden waarin de gehele bezetting als illegaal wordt bevonden. Een Kamerbrief met een eerste appreciatie van dit IGH-advies is op 10 september jl. aan de Kamer gestuurd.

Vraag 3

Hoe beoordeelt u de uitspraak van de Israëlische Minister Smotrich dat deze annexaties bedoeld zijn om de wording van een Palestijnse staat te dwarsbomen.2

Antwoord 3

De uitspraken van Minister Smotrich zijn zeer kwalijk. Het nederzettingenbeleid van Israël, waar dit besluit ook onderdeel van lijkt te zijn, is in strijd met internationaal recht en plaatst een toekomstige vreedzame oplossing verder op afstand.

Vraag 4

Onderschrijft u nog steeds het zelfbeschikkingsrecht van het Palestijnse volk en een tweestatenoplossing? Zo ja, op welke manier draagt u hier aan bij?

Antwoord 4

Het kabinet staat achter een tweestatenoplossing, waarbij een veilig Israël en een toekomstige levensvatbare Palestijnse staat naast elkaar kunnen bestaan, tenzij door de partijen anders wordt besloten. Via de tweestatenoplossing zullen de Palestijnen ook hun zelfbeschikkingsrecht kunnen uitoefenen. Hoewel een tweestatenoplossing op dit moment ver uit het zicht is, blijft Nederland zich hiervoor in internationaal verband inzetten. Zo steunt het kabinet de aangekondigde hervormingen van de Palestijnse Autoriteit die van belang zijn voor een toekomstige levensvatbare en democratische Palestijnse staat. Tevens heeft Nederland zich in het verleden uitgesproken tegen unilaterale stappen die de tweestatenoplossing verder op afstand zetten. Dit zal het kabinet blijven doen.

Vraag 5

Bent u bereid om deze illegale annexatie publiekelijk te veroordelen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Nederland draagt consequent uit dat het nederzettingenbeleid en andere (daarmee samenhangende) maatregelen van Israël – ongeacht hun status onder Israëlisch recht – die het onderscheid tussen Israël en de bezette Palestijnse Gebieden vertroebelen, in strijd zijn met het internationaal recht. Het kabinet veroordeelt dit besluit dan ook. Dit besluit zet een reeds fragiele en gespannen situatie op de bezette Westelijke Jordaanoever verder onder druk. Het brengt een duurzame toekomstige oplossing niet dichterbij.

Vraag 6

Wat is de stand van zaken met betrekking tot het ter discussie stellen van het Europese Unie (EU)-Israël associatieakkoord?

Antwoord 6

De EU-lidstaten hebben tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 27 mei jl., mede op initiatief van Nederland, unaniem besloten een EU-Israël Associatieraad bijeen te roepen om onder meer de zorgen omtrent de situatie in Gaza en het offensief in Rafah te bespreken. De Hoge Vertegenwoordiger Borrell heeft daarop Israël uitgenodigd om deel te nemen aan de Raad. We verwelkomen het bericht van Israël dat het de uitnodiging heeft aanvaard en van plan is tijdens het Hongaarse voorzitterschap van de Raad te zullen deelnemen aan de Associatieraad met de EU. Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 22 juli jl. hebben de EU-lidstaten ingestemd met het voorstel voor een agenda van de Hoge Vertegenwoordiger. Deze agenda is vervolgens gedeeld met Israël.

Nederland ziet het associatieakkoord, en de daarbij horende associatieraden, als een belangrijk instrument om met Israël te spreken over de gehele breedte van de relatie tussen de EU en Israël. In die context is het ook mogelijk een gesprek te hebben over het Israëlische optreden in de Gazastrook en de druk op te voeren om tot een onmiddellijk staakt-het-vuren te komen, waartoe zoals bekend nadrukkelijk ook instemming door Hamas benodigd is, om de gijzelaars vrij te krijgen en meer humanitaire hulp te realiseren.

Vraag 7

Bent u bereid aanvullende bilaterale sancties in te stellen in reactie op deze illegale annexatie? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

Nee, ik ben geen voorstander van nationale maatregelen. Het is effectiever om te blijven inzetten op samenwerking in EU-verband. Echter zal ik mij in bilateraal verband uitspreken tegen de Israëlische nederzettingenpolitiek, niet alleen tegen deze landconfiscatie maar onder andere ook tegen het vestigen en legaliseren van «outposts» en het verlenen van duizenden vergunning voor nieuwe woningen op de bezette Westelijke Jordaanoever.

Vraag 8

Kunt u een stand van zaken geven over de uitvoering van de motie Piri c.s.?3

Antwoord 8

In het kader van de motie Piri (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2870) zet het kabinet zich in EU-verband in voor aanvullende maatregelen tegen gewelddadige kolonisten en entiteiten op de Westelijke Jordaanoever, zoals ook de VS en het VK dat doen. Op 15 april jl. heeft de EU een sanctiepakket aangenomen tegen vier personen en twee entiteiten en op 15 juli jl. is een tweede sanctiepakket aangenomen tegen vijf personen en drie entiteiten. Hier gaat een belangrijke signaalwerking vanuit dat kolonistengeweld voor Nederland onacceptabel is en dat dit moet stoppen.


  1. NRC, 3 juli 2024, «Israël annexeert in één klap 1.270 hectare grond op de Westelijke Jordaanoever» (Israël annexeert in één klap 1.270 hectare grond op de Westelijke Jordaanoever – NRC)↩︎

  2. What to Know About Israel’s Plan to Legalize 5 West Bank Settlements – New York Times↩︎

  3. Kamerstuk 21 501-02, nr. 2870 (Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken | Tweede Kamer der Staten-Generaal)↩︎