Antwoord op vragen van het lid Krul over het bericht ‘Groeiende groep mensen kijkt naar seksueel misbruik van minderjarigen, ook jongeren ‘voor de kick’
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2024D32550, datum: 2024-09-10, bijgewerkt: 2024-09-11 14:37, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20232024-2520).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
- Mede ondertekenaar: M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2024Z11786:
- Gericht aan: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
- Indiener: H.M. Krul, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2520
Vragen van het lid Krul (CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Groeiende groep mensen kijkt naar seksueel misbruik van minderjarigen, ook jongeren «voor de kick»» (ingezonden 4 juli 2024).
Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid) en van Staatssecretaris Paul (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 10 september 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 2222.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Groeiende groep mensen kijkt naar seksueel misbruik van minderjarigen, ook jongeren «voor de kick»»?1
Antwoord 1
Ja, ik ben hiermee bekend.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het afschuwelijk en onwijs treurig is dat onder andere Whatsappstickers van kinderporno door jongeren achteloos worden doorgestuurd, waardoor het slachtoffer van kinderporno elke keer weer opnieuw slachtoffer wordt?
Antwoord 2
Deze mening deel ik. De achteloosheid waarmee dergelijk materiaal doorgestuurd wordt is verschrikkelijk en werkt herhaald slachtofferschap van de afgebeelde personen in de hand. In mijn beleid zet ik dan ook volop in op het voorkomen hiervan.
Vraag 3
Welke maatregelen gaat u nemen om de toename en de verspreiding van kinderpornografische beelden via kanalen zoals Whatsapp en Snapchat te stoppen om te voorkomen dat (nog meer) kinderlevens worden verwoest?
Antwoord 3
Om de productie en de verspreiding van online seksueel kindermisbruik te voorkomen, wordt ingezet op een sterke strafrechtelijke en bestuursrechtelijke aanpak en worden preventieve acties ondernomen en gestimuleerd. Voor een update over alle maatregelen die mijn ministerie neemt en gaat nemen om de toename en verspreiding van materiaal van seksueel kindermisbruik te voorkomen, verwijs ik graag naar de voortgangsbrief over de aanpak seksuele misdrijven die mijn ambtsvoorganger uw Kamer heeft doen toekomen op 19 juni 2024.2 Op basis van het hoofdlijnenakkoord zal de aanpak van kindermisbruik worden geïntensiveerd.
In Europees verband wordt al enkele jaren onderhandeld over een verordening die ziet op het voorkomen van het verspreiden van online materiaal van seksueel kindermisbruik. De maatregelen in deze ontwerpverordening zien nadrukkelijk ook op interpersoonlijke communicatiediensten, zoals Whatsapp en Signal.
Vraag 4
Op welke manier hindert end-to-end-encryptie bij Whatsapp de opsporing van de makers en verspreiders van kinderporno?
Antwoord 4
In groepsgesprekken en 1-op-1 gesprekken via Whatsapp (en veel andere interpersoonlijke communicatiediensten) is de onderlinge communicatie end-to-end versleuteld en wordt door Whatsapp geen inzicht verschaft in de inhoud van berichten – dus ook niet in afbeeldingen of stickers. Het bedrijf geeft daarbij aan geen toegang te hebben tot de inhoud van deze berichten. Dit betekent overigens niet dat diensten als Whatsapp geen mogelijkheden hebben om makers en verspreiders van kinderpornografisch materiaal op hun applicatie te traceren of te verwijderen.3
In de praktijk is het voor opsporingsinstanties om bovengenoemde redenen moeilijk om zicht te krijgen op illegale activiteiten die zich afspelen op end-to-end versleutelde chatapplicaties zoals Whatsapp. Het vergt voor opsporingsinstanties daarom de inzet van zwaardere bijzondere opsporingsbevoegdheden om de inhoud van Whatsappgesprekken te verkrijgen. Zo kan soms de bevoegdheid tot binnendringen in een geautomatiseerd werk – de «hackbevoegdheid» – worden ingezet om een deel van de inhoud op het apparaat zelf te ontsluiten. Dit is echter een zwaar middel dat in de praktijk in een beperkt aantal gevallen kan worden ingezet, en ook dan is er geen garantie op succes. Het kabinet zet zich ervoor in dat beeldmateriaal van seksueel kindermisbruik effectief kan worden bestreden, maar dat inperking van grondrechten alleen plaatsvindt wanneer dit strikt noodzakelijk en proportioneel is, en omkleed met passende waarborgen. In Europees verband wordt deze problematiek ook besproken in de High Level Group (HLG) on lawful access to data. Eind mei 2024 heeft de HLG mede namens de vele experts die hieraan hebben gewerkt een concept eindrapport gepresenteerd met daarin 42 aanbevelingen voor de verdere ontwikkeling van EU-beleid en -regelgeving voor het verbeteren van de toegang tot digitaal bewijs voor de rechtshandhaving.4 Veel lidstaten, waaronder Nederland, hebben het werk en de aanbevelingen van de (HLG) verwelkomd en gesteund in de JBZ-Raad.5 De JBZ-Raad heeft verzocht om een gecoördineerde aanpak op basis van een routekaart waarin de voorstellen van HLG worden uitgewerkt.
Vraag 5
Hoe gaat u ervoor zorgen dat er meer bewustwording komt bij de personen die deze beelden verspreiden, aangezien het lijkt alsof het gevoel van ernst van de kinderpornografische beelden naar de achtergrond aan het verdwijnen is?
Antwoord 5
Er mag geen twijfel bestaan over de ernst van kinderpornografische beelden. Het doorsturen van materiaal van seksueel kindermisbruik is een probleem dat niet enkel op repressieve wijze dient te worden aangepakt. Goede voorlichting over de schadelijke gevolgen van het doorsturen van dit materiaal is in dit kader van groot belang. Op deze wijze wordt meer bewustwording bij jongeren gecreëerd over de schadelijke effecten voor het slachtoffer bij het doorsturen van dit materiaal. Ouders en het onderwijs kunnen hierin een belangrijke rol spelen. Aan bewustwording wordt in het onderwijs al veel aandacht besteed. Bijvoorbeeld in de lessen relationele en seksuele vorming of bij digitale geletterdheid. Daarnaast bestaan er de wegwijzers «Seksualiteit online». Hierin staat advies, stappenplannen en meldpunten om ongewenste sexting of shame sexting aan te pakken. Momenteel wordt bezien door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of, in het kader van de actualisatie van de wegwijzers die in het onderwijs worden aangeboden, passende aandacht kan worden besteed aan dit probleem. Hier is mijn ministerie bij aangesloten. Voor verdere toelichting op de inzet van onderwijs op dit vlak verwijs ik graag naar het antwoord op vraag 6.
Voor maatregelen om het kijken naar of verspreiden van materiaal van seksueel kindermisbruik te voorkomen, zou ik willen verwijzen naar de voortgangsbrief over de aanpak van seksuele misdrijven, die mijn ambtsvoorganger u op 19 juni 2024 deed toekomen.6 Zo is de capaciteit van de Teams ter Bestrijding van Kinderpornografie en Kindersekstoerisme recent uitgebreid en is op 1 juli jl. de Wet Bestuursrechtelijke Aanpak Kinderpornografisch Materiaal in werking getreden waarmee de Autoriteit Kinderpornografisch en Terroristisch Materiaal bestuursrechtelijke bevoegdheden verkregen heeft om online materiaal ontoegankelijk te maken. Daarnaast wordt er momenteel onderhandeld over de Child Sexual Abuse(CSA)-richtlijn die zich richt op de strafbaarstelling van seksueel misbruik, de opsporing en vervolging daarvan door de rechtshandhavingsautoriteiten en een versterking van preventie en ondersteuning aan slachtoffers. Deze richtlijn is, net als de CSAM-verordening, onderdeel van de EU-strategie voor een doeltreffendere bestrijding van seksueel misbruik van kinderen.7
Aanvullend heeft mijn departement recent een subsidie aan Offlimits verstrekt om het plaatsen van banners op pornowebsites door het programma «Stop it Now» uit te breiden. Bij Stop it Now kunnen mensen anoniem hulp krijgen wanneer zij zich zorgen maken over hun kijkgedrag of pedofiele gevoelens. Deze banners worden getoond wanneer iemand zorgwekkende zoektermen gebruikt met de boodschap dat iemand mogelijk zoekt naar strafbaar materiaal en dat het mogelijk is om hulp te zoeken voor verontrustend kijkgedrag bij Stop it Now. Ik zou willen benadrukken dat aanbieders van pornowebsites hier ook een eigen verantwoordelijkheid in zouden moeten nemen door zelf proactief naar Stop it Now te verwijzen wanneer mensen zoekresultaten gebruiken die mogelijk verwijzen naar strafrechtelijk verboden materiaal. Google verwijst naar het Meldpunt Kinderporno, en bij doorklikken op «meer informatie» naar Stop it Now, indien een internetgebruiker zoekt op «kinderporno». Dergelijke sectorinitiatieven onderschrijf ik ten zeerste.
Ook draagt het initiatief hetstoptbijjou.nl van Offlimits bij aan het opsporen van schadelijke content, het stoppen van verspreiding van deze beelden en het voorkomen van online grensoverschrijdend gedrag. Op de website hetstoptbijjou.nl kunnen ontvangers bij het ontvangen van ongewenste beelden zelf een melding maken waarna het materiaal wordt geanalyseerd en indien nodig gemeld aan de politie.
Vraag 6
Op welke manier krijgen jongeren voorlichting over zowel de gevaren van het verspreiden van kinderporno als de gevolgen die dit heeft voor het slachtoffer?
Antwoord 6
Zoals ook in vraag 5 genoemd wordt in het kader van de actualisatie van de wegwijzers «Seksualiteit online» bezien of passende aandacht kan worden besteed aan deze thematiek. Daarnaast financiert het Ministerie van Justitie en Veiligheid in het kader van digitale weerbaarheid het programma «Mijn Cyberrijbewijs».8 Ook in dit initiatief is er specifieke aandacht voor sexting en het online delen van beeldmateriaal.
Tevens speelt het onderwijs ook een rol in de juiste voorlichting. Aandacht voor de gevaren en gevolgen van het verspreiden van materiaal van seksueel kindermisbruik en veiligheid online in het algemeen is belangrijk, zeker in de huidige maatschappij. Er mag immers geen discussie bestaan over dat het verspreiden van materiaal van seksueel misbruik echt niet kan en dat de gevaren voor de slachtoffers groot zijn. Aandacht voor deze thema’s sluit op diverse manieren aan bij de huidige kerndoelen voor het funderend onderwijs. In landelijke, wettelijke, kerndoelen staat wat kinderen aan het eind van de basisschoolperiode moeten kennen en kunnen. Op dit moment worden landelijke kerndoelen voor het funderend onderwijs geactualiseerd. Voor een aantal leergebieden zijn er al conceptkerndoelen opgeleverd, zo ook voor het nieuwe leergebied digitale geletterdheid.
Digitaal geletterd zijn betekent dat iemand bewust, verantwoordelijk, kritisch en creatief gebruik kan maken van digitale technologie, digitale media en andere technologieën. Jongeren zijn vaardig in het bedienen van apparaten als tablets en smartphones, maar zijn zich vaak niet bewust van de werking, mogelijkheden, beperkingen en risico's van de technologie erachter. Behalve dat leerlingen leren nadenken over de kansen en risico’s van de digitale wereld, denken ze ook na over de betekenis van digitale technologie voor hun eigen leven en voor de vorming van hun eigen identiteit.9 Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft het Expertisepunt digitale geletterdheid opgericht om scholen wegwijs te maken in het nieuwe leergebied digitale geletterdheid door te verbinden, te inspireren en te informeren. Scholen kunnen daarnaast kiezen uit diverse lespakketten (van verschillende aanbieders) gericht op aandacht voor thema’s als relaties, seksualiteit en (digitale) weerbaarheid.
Vraag 7
Heeft volgens u het nieuwe Hongaarse voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie gevolgen voor de onderhandelingen omtrent de Verordening ter voorkoming en bestrijding van seksueel misbruik van kinderen (de CSAM-verordening)? Zo ja, welke gevolgen?
Antwoord 7
Het Hongaars voorzitterschap heeft een nieuw voorstel gedaan waarmee ze tegemoet lijkt te komen aan zorgen geuit door het vorige kabinet. Het kabinet beraadt zich momenteel over een standpunt over het nieuwe voorstel.
Vraag 8
Wat is volgens u de reden dat jongeren steeds extremere (van onthoofdingsfilmpjes tot misbruik van baby’s) vormen van kinderpornografisch materiaal bekijken?
Antwoord 8
Voorheen dienden mensen zeer specifiek op zoek te gaan naar online materiaal middels websites of zoekmachines. Er lijkt een trend te zijn waarbij jongeren en kinderen zich in online groepsgesprekken of chatomgevingen begeven met veel deelnemers waarin ze niet iedereen kennen, maar er wel veel materiaal gedeeld wordt. Daarbij wordt niet alleen materiaal van seksueel kindermisbruik gedeeld, maar ook filmpjes van mishandeling, vernedering of met een extremistische inhoud.10
Onderzoeken suggereren dat kijkers van legale pornografie de neiging hebben om in de loop van de tijd extremere content te gaan bekijken.11 Dit wordt toegeschreven aan een vermindering van het opwindingsniveau met betrekking tot dezelfde stimuli bij herhaaldelijke blootstelling aan deze stimuli.
Vraag 9
Deelt u de zorgen van het Team Bestrijding Kinderporno en Kindersekstoerisme dat kinderpornografisch materiaal makkelijk bereikbaar is en de vraag alleen maar aan het toenemen is? Zo ja, wat gaat u hieraan doen?
Antwoord 9
Ja, ik deel de zorgen dat het materiaal makkelijk bereikbaar is. Uiteraard neem ik het signaal van de politie serieus dat de meldingen van materiaal van seksueel kindermisbruik toenemen. Daarom zet mijn ministerie zich onvermoeid in op de aanpak hiervan. Met betrekking tot de maatregelen die mijn ministerie neemt tegen de verspreiding van materiaal van seksueel kindermisbruik en het voorkomen daarvan, verwijs ik graag naar het antwoord op vraag 3.
Vraag 10
Heeft u een overzicht van het aantal gevallen van grooming en online sadistische dwang van minderjarigen van de afgelopen vijf jaren?
Antwoord 10
De politie geeft aan dat er voor 2024, tot en met juni 2024, 24 gevallen van grooming als misdrijf geregistreerd zijn. In 2023 waren dat er 88 en in 2022 registreerde de politie 97 gevallen van grooming.
De politie beschikt niet over cijfers van online sadistische dwang van minderjarigen. Hiervoor bestaat geen aparte categorisering in de politie-registratiesystemen en deze kunnen daardoor in verschillende categorieën worden geregistreerd.
Vraag 11
Is er volgens u voldoende psychische hulp beschikbaar voor de hulp- en opsporingsdiensten die zich elke dag inzetten om kinderporno tegen te gaan en slachtoffers te helpen?
Antwoord 11
Vanuit de nationale overheid zijn er twee partijen die veelvuldig te maken hebben met het moeten bekijken van materiaal van seksueel kindermisbruik: de Autoriteit Kinderpornografisch en Terroristisch Materiaal en het Team Bestrijding Kinderpornografie en Kindersekstoerisme van de politie. Bij beide organisaties is er ondersteuning voor werknemers die blootstelling aan heftig materiaal ervaren tijdens hun werkzaamheden. Het betreft onder meer verplichte psychologische ondersteuningsgesprekken, ondersteuning binnen het veelal hechte teamverband en een breed gedragen coulance wanneer iemand aangeeft behoefte te hebben aan tijdelijk andere werkzaamheden of een pauze. Vergelijkbare ondersteuning vindt plaats bij Offlimits, de organisatie waar het Meldpunt Kinderporno is ondergebracht en waar medewerkers eveneens beeldmateriaal dienen te beoordelen.
Bovengenoemde diensten geven aan dat de ondersteuning die door hen wordt geboden in principe als afdoende wordt ervaren. Dit neemt niet weg dat ik wel signalen krijg dat de toename in heftigheid van het materiaal een toenemend effect op werknemers heeft. Dergelijke signalen worden altijd serieus genomen en met hen wordt meegedacht over eventuele verbetermogelijkheden van de ondersteuning indien daar behoefte aan is.
AD, 1 juli 2024, Groeiende groep mensen kijkt naar seksueel misbruik van minderjarigen, ook jongeren «voor de kick» (https://www.ad.nl/binnenland/groeiende-groep-mensen-kijkt-naar-seksueel-misbruik-van-minderjarigen-ook-jongeren-voor-de-kick~afb7673d/).↩︎
Voortgangsbrief aanpak seksuele misdrijven juni 2024 | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl.↩︎
De informatie die Whatsapp hierover verstrekt is te vinden op www.faq.whatsapp.com/5704021823023684/?helpref=uf_share↩︎
Voor een overzicht van het werk verricht door de High Level Group en de aanbevelingen, zie: https://home-affairs.ec.europa.eu/networks/high-level-group-hlg-access-data-effective-law-enforcement_en↩︎
Zie Geannoteerde agenda van de informele bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, 13 en 14 juni 2024; Verslag van de formele bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, 13 en 14 juni 2024; Zie ook: Verslag van de informele bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, 22 en 23 juli 2024 te Boedapest.↩︎
www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2024/06/19/tk-voortgangsbrief-aanpak-seksuele-misdrijven↩︎
COM(2020) 607 final.↩︎
https://mijncyberrijbewijs.nl/.↩︎
Over digitale geletterdheid - SLO & Digitale geletterdheid in het onderwijs - EPDG (expertisepuntdigitalegeletterdheid.nl)↩︎
Zie bijvoorbeeld de antwoorden op vragen van het lid Mutluer over extreemrechtse memes, Tweede Kamer 2023–2024, 27 813, nr. 2125.↩︎
Elliott, I. A., & Beech, A. R. (2009). Understanding online child pornography use: Applying sexual offense theory to internet offenders. Aggression and Violent Behavior, 14(3), 180–193 en Stop it Now en de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, «Maak het bespreekbaar – Onderzoek naar jonge (potentiële) daders van seksueel kindermisbruik», 24-08-2023.↩︎