Afronding verkoopprogramma ABN AMRO
Staatsdeelnemingen Fortis en ABN AMRO
Brief regering
Nummer: 2024D32758, datum: 2024-09-11, bijgewerkt: 2024-09-19 12:10, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31789-117).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. Heinen, minister van Financiën (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 31789 -117 Staatsdeelnemingen Fortis en ABN AMRO .
Onderdeel van zaak 2024Z13421:
- Indiener: E. Heinen, minister van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2024-09-19 15:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-09-26 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
31 789 Staatsdeelnemingen Fortis en ABN AMRO
Nr. 117 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 september 2024
Met deze brief informeer ik u dat het lopende verkoopprogramma ABN AMRO vandaag is afgerond. Zie ook het persbericht van NLFI in de bijlage. Eén van mijn voorgangers heeft dit verkoopprogramma op 30 november 2023 aangekondigd (Kamerstuk 31 789, nr. 115). Ik licht de afronding en de verkoopopbrengst van dit verkoopprogramma hieronder toe.
Het verkoopprogramma is op 30 november 2023 gestart met als doel het staatsbelang in ABN AMRO af te bouwen tot 40,5 procent. Deze verkoop vond plaats via een zogeheten dribble-out. Dit betekent dat NLFI over een langere periode kleine hoeveelheden certificaten verkocht. Voor deze verkoop heeft NLFI een minimumprijs gehanteerd. Met deze afspraak werd gewaarborgd dat er geen verkopen plaatsvonden op een koersniveau dat te laag werd geacht. NLFI heeft binnen dit mandaat circa 78 miljoen certificaten van aandelen verkocht. De totale bruto verkoopopbrengst hiervan was EUR 1,17 mld. Volledigheidshalve informeer ik u hierbij ook over de verkoopopbrengst van het aandeleninkoopprogramma van ABN AMRO. De bruto opbrengst hiervan was EUR 200 mln.1
De verkoopopbrengsten van dit verkoopprogramma zijn conform de begrotingsregels niet kader- en niet EMU-saldo relevant. Met de opbrengst is een deel van de staatsschuld afgelost, maar dit heeft geen gevolgen voor de budgettaire ruimte van het kabinet of het EMU-saldo.
A | Kapitaaluitgaven | – 21,7 | |
B | Toerekenbare rentelasten2 | – 6,2 | |
C | Totale uitgaven | – 27,8 | (A+B) |
D | Netto verkoopopbrengsten3 | 10,9 | |
E | Dividendontvangsten4 | 6,3 | |
F | Totale ontvangsten | 17,2 | (D+E) |
G | Openstaande kapitaaluitgaven | – 10,8 | (A+D) |
H | Openstaande investering | – 10,6 | (C+F) |
I | Marktwaarde aandelen (o.b.v. koers 10/9 ’24) | 5,1 | |
J | Huidig resultaat kapitaaluitgaven | – 5,6 | (I+G) |
K | Huidig resultaat investering | – 5,5 | (I+H) |
1 Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal. 2 Hier is de volledig toerekenbare rente van 2024 bij opgeteld. 3 In de netto verkoopopbrengst is de opbrengst van de verkoopprogramma’s en de aandeleninkoopprogramma’s van ABN AMRO meegenomen. 4 Hier is de teruggaaf van de dividendbelasting op het interim-dividend van 2024 nog niet verwerkt omdat deze nog niet ontvangen is. |
In tabel 1 vindt u het geactualiseerde overzicht van de historische uitgaven en ontvangsten rond de nationalisatie van AA. Hieruit blijkt dat de marktwaarde (o.b.v. de slotkoers op 10 september 2024) onvoldoende is om de totale kapitaaluitgaven terug te verdienen (J). Ook indien de rentelasten en dividendontvangsten buiten beschouwing worden gelaten, zijn de marktwaarde (I) en de verkoopopbrengsten (D) op dit moment onvoldoende om de oorspronkelijke kapitaaluitgaven (A) terug te verdienen. Voor beide rekenmethodes geldt dat het uiteindelijke resultaat voor de schatkist pas bepaald kan worden na de verkoop van het laatste aandeel.
De slotkoers op 10 september 2024 was EUR 15,17. Om de totale kapitaaluitgaven terug te verdienen zou het gehele resterende belang tegen een koers van EUR 31,49 verkocht dienen te worden. Het is niet realistisch dat een dergelijke koers op korte termijn bereikt zal worden. De staat is geen belegger en investeert dus niet risicovol als daar geen publiek belang mee is gediend. Ik acht het dan ook onwenselijk om te wachten op een hogere koers. ABN AMRO is in staatshanden gekomen om de stabiliteit van het financiële stelsel te borgen en niet als investering om rendement op te maken.
Met de afronding van dit verkoopprogramma is een volgende stap gezet in het op verantwoorde wijze terugbrengen van ABN AMRO naar de markt. NLFI zal mij de komende periode adviseren over de verdere afbouw van het belang in ABN AMRO. Zoals gebruikelijk zal ik uw Kamer (indien nodig vertrouwelijk) informeren op het moment dat er nieuwe ontwikkelingen zijn.
De Minister van Financiën,
E. Heinen
Kamerstuk 31 789, nr. 116.↩︎