Inbreng verslag schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 24 september 2024 (Kamerstuk 21501-02-2932)
Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2024D33309, datum: 2024-09-17, bijgewerkt: 2024-09-17 10:32, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: L. Bromet, voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: E. Hoedemaker, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2024Z13560:
- Indiener: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- : Rechtsstatelijke ontwikkelingen in de EU en cohesiebeleid (Commissiedebat), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2024-09-16 14:00: Raad Algemene Zaken d.d. 24 september 2024 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2024-09-19 15:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-10-03 11:45: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2024-11-14 15:00: Raad Algemene Zaken d.d. 19 november 2024 en rechtsstatelijke ontwikkelingen in de EU (deels omgezet in SO, deels verplaatst naar nog te plannen moment) (Commissiedebat), vaste commissie voor Europese Zaken
Preview document (š origineel)
21501-02 Raad Algemene Zaken
Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld d.d. .. 2024
Binnen de vaste commissie voor Europese Zaken hebben enkele fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen over de brieven van de minister van Buitenlandse Zaken d.d. 13 september 2024 inzake geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken d.d. 24 september 2024 (Kamerstuk 21501-02, nr. 2932) en d.d. 10 september 2024 inzake verslag van de informele Raad Algemene Zaken d.d. 2 en 3 september 2024 (Kamerstuk 21501-02, nr. 2929).
Bij brief van ... heeft de minister deze beantwoord. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De fungerend voorzitter van de commissie,
Bromet
De adjunct-griffier van de commissie,
Hoedemaker
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie
II Reactie van de minister van Buitenlandse Zaken
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en hebben daar nog een aantal vragen en opmerkingen over.
De leden van de PVV-fractie zien drie grote onderwerpen die in Europa prominent behandeld worden en die enorm veel effect hebben op de lidstaten en de burgers, te weten: migratie, klimaatbeleid en schuldenbeleid.
De aan het woord zijnde leden lezen dat de Europese Commissie zorgen heeft over de bescherming van journalisten in Italiƫ. Deze leden beschouwen dit standpunt als nogal eenzijdig, maar maken zich desalniettemin zorgen over de ontwikkelingen met betrekking tot de rechtsstaat in Italiƫ. Die zorgen hebben zij met name vanwege het feit dat een ongekozen Italiaanse aanklager de huidige vicepremier van Italiƫ strafrechtelijk vervolgt voor het - in 2019 in zijn verantwoordelijkheid als minister van Binnenlandse Zaken - niet toelaten van een schip met migranten in Lampedusa. Dit kan naar de mening van voornoemde leden niet anders worden uitgelegd dan als een politiek proces, bedoeld om politieke tegenstanders - die de eminente en urgente migratiecrisis aanpakken - te delegitimeren. Deze leden zien dit als een oneigenlijke inmenging in het democratische proces, alsmede een onaanvaardbare schending van de scheiding der machten. Deelt de minister deze mening en is hij voornemens hier tijdens aankomende Raad zijn zorgen over uit te spreken? Is de minister bereid namens Nederland steun te betuigen aan de Italiaanse regering, waaronder aan vicepremier Salvini? En is hij bereid zich uit te spreken voor een stringent Italiaans migratiebeleid, nu Nederland baat heeft bij een robuust Italiaans migratiebeleid, omdat migranten weliswaar vaak aankomen in Italiƫ, maar daarna gewoonlijk doorreizen naar bestemmingslanden in Noordwest-Europa, waaronder Nederland?
De leden van de PVV-fractie hebben vragen over het onlangs gepresenteerde rapport van Mario Draghi. Wanneer kan de Tweede Kamer de appreciatie van de regering op dit punt verwachten? Voorts vragen deze leden, hoeveel procent van het bruto binnenlands product (bbp) Nederland zou moeten overmaken aan de Europese Commissie en op welke perioden dit dan betrekking heeft, als de conclusies van Draghi's aanbevelingen zouden worden overgenomen. Wat zijn de geschatte uitgaven en de eventuele (economische & financiƫle) gevolgen hiervan?
Ook vragen de aan het woord zijnde leden een appreciatie van het rechtsstaatrapport. Is het mogelijk deze op uiterlijk 8 oktober aan de Tweede Kamer te sturen zodat de appreciatie meegenomen kan worden naar het debat over de Europese Raad d.d. 17 en 18 oktober 2024. Tevens willen deze leden dat er in de appreciatie over het rechtsstaatrapport ook wordt ingegaan op de financiƫle voorstellen uit het rapport.
De leden van de PVV-fractie vragen de minister tevens hoeveel procent van onze Nederlandse wetgeving er eigenlijk uit de Europese Unie komt.
De aan het woord zijnde leden vragen wat de Nederlandse rol is bij de onlangs aangenomen sancties tegen Israƫl en vragen of de minister wil toezeggen zich in deze regeerperiode te verzetten tegen eventuele nieuwe sancties tegen Israƫl en/of tegen Israƫliƫrs, ook indien deze woonachtig zijn in Judea en Samaria? Is deze minister bereid het ontmoedigingsbeleid, zeker in het licht van de pogrom op 7 oktober en het toegenomen antisemitisme, tegen het licht te houden en zich in Europees verband in te zetten tegen eventuele etikettering van Joodse producten?
Afrondend willen de leden van de PVV-fractie weten hoeveel terroristische aanslagen binnen de EU en op het Europese continent vanaf de afgelopen Commissieperiode tot en met heden zijn verijdeld en gepleegd. Daarbij denken deze leden onder andere aan het concert van Taylor Swift in Wenen, het Israƫlisch consulaat en Solingen. Hoeveel slachtoffers zijn daarbij gevallen? Tevens vragen deze leden een gedetailleerd overzicht per lidstaat, type aanslag, achtergrond dader, motief dader en hoeveel procent van de daders of verdachten een niet-westerse achtergrond heeft (1e, 2e of 3e generatie niet westerse achtergrond). Wat gaat de Europese Commissie tegen deze aanslagen doen? En wat is de Nederlandse inzet voor onze interne veiligheid?
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda en de kabinetsappreciatie van het rechtsstaatrapport van 2024. Zij hebben hier nog enkele opmerkingen en vragen bij.
De aan het woord zijnde leden lezen dat het kabinet zich wil uitspreken tegen de wetswijziging die is aangenomen door het Bulgaarse parlement waardoor āpropagandaā van āniet-traditionele seksuele gerichtheidā en āalternatieve genderidentiteitenā in en om scholen wordt verboden. Een wet die sterke overeenkomsten vertoont met de eerdere Hongaarse āpropaganda wetgevingā. Hebben eerdere uitspraken en acties wat betreft deze Hongaarse wetgeving enig effect gehad op de ontwikkeling van de Hongaarse rechtsstaat? Is het kabinet samen met andere lidstaten op zoek naar nieuwe pressiemiddelen? Gaat het kabinet opnieuw zorgen uiten over deze Hongaarse wet tijdens de rechtsstaatsdialoog? Op welke manier steunt het kabinet de LHBTIQ+-gemeenschap in Bulgarije? Gaat het kabinet deze gemeenschap extra ondersteunen in navolging van deze wetswijziging?
De voornoemde leden lezen dat in verschillende EU-landen het maatschappelijk middenveld onder druk staat, terwijl deze een sleutelrol speelt in een gezonde rechtsstaat. Maatschappelijke organisaties krijgen te maken met wettelijke restricties, een gebrek aan fondsen en fysieke en verbale aanvallen. In Hongarije is er geen verbetering geweest om de uitdagingen waar maatschappelijke organisaties mee te maken krijgen weg te nemen. Op welke manier gaat het kabinet zich inzetten om maatschappelijke organisaties beter in positie te brengen op EU-niveau en specifiek in Hongarije waar weinig is verbeterd? Is het kabinet bereid aanvullende middelen vrij te maken om maatschappelijke organisaties in die Europese landen waar zij het meest onder druk staan te steunen?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat de rechtsstaatdialoog over Nederland op 19 november zal plaatsvinden. Onlangs heeft de minister van Asiel en Migratie aangekondigd dat het kabinet gebruik gaat maken van het staatsnoodrecht om asielmaatregelen te nemen, waarmee het parlement buitenspel gezet wordt. Welk signaal geeft het kabinet hiermee aan andere EU-lidstaten wat betreft de noodzakelijkheid van een sterke rechtsstaat met dualiteit? Wat betekent dit volgens de minister voor de geloofwaardigheid van Nederland op het vlak van rechtsstatelijkheid in de EU?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Allereerst willen de leden van de VVD-fractie hun waardering uitspreken aan de minister en zijn ministerie voor het tijdig versturen van de geannoteerde agenda. Deze leden hebben de stukken met interesse gelezen en hebben daarbij enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie hebben met zorg kennisgenomen van de recente wetswijziging in Bulgarije, waarbij 'propaganda' van 'niet-traditionele seksuele gerichtheid' en 'alternatieve genderidentiteiten' in en om scholen wordt verboden. Deze leden achten die wetswijziging onacceptabel en sluiten zich aan bij de zorgen van het kabinet. Deze leden benadrukken dat wetgeving die diversiteit en inclusiviteit beperkt, haaks staat op de fundamentele waarden van de Europese Unie. Het gaat hierbij om de bescherming van mensenrechten, inclusief de vrijheid van meningsuiting en non-discriminatie. Deze wet ondermijnt niet alleen de rechten van LHBTIQ+-personen, maar draagt ook bij aan de normalisering van discriminatie binnen de Bulgaarse samenleving.
De aan het woord zijnde leden steunen het kabinet in het uiten van deze zorgen, zowel bilateraal als in Europees verband. Zij vragen echter welke concrete stappen het kabinet overweegt om de Bulgaarse regering aan de rechtsstaatprincipes te houden. Welke druk kan, zowel op nationaal als EU-niveau, worden uitgeoefend om Bulgarije terug te laten keren naar een pad dat in overeenstemming is met de Europese waarden? Deze leden zijn benieuwd welke instrumenten het kabinet voor ogen heeft om ervoor te zorgen dat Bulgarije de rechten van alle burgers blijft respecteren en zich houdt aan de fundamentele beginselen van de Unie. Hoe kijkt het kabinet naar de rol van de pro-Russische partij Vuzrazhdane bij de totstandkoming van deze wet? Op welke manier kan voorkomen of ontmoedigd worden dat in andere EU-lidstaten vergelijkbare wetgeving wordt geĆÆntroduceerd?
Voornoemde leden hebben met bezorgdheid kennisgenomen van de situatie in Slowakije, waarbij de kans bestaat dat de Europese Commissie sancties overweegt vanwege achteruitgang op het gebied van de rechtsstaat. Het functioneren van de rechtsstaat in alle lidstaten is essentieel voor de integriteit en het goed functioneren van de Europese Unie. Rechtsstatelijke principes vormen immers de basis voor wederzijds vertrouwen en samenwerking tussen de lidstaten.
Deze leden vragen het kabinet hoe het de toetsing en bescherming van de rechtsstaat binnen de EU beoordeelt en welke verbeteringen mogelijk zijn in de handhaving van deze principes. Daarnaast vragen zij een reflectie op het mogelijk opleggen van sancties aan Slowakije, gezien de zorgen over corruptiebestrijding en de recente ontwikkelingen, zoals de afschaffing van het speciale openbaar ministerie. Deze leden maken zich zorgen over de gevolgen hiervan voor de strijd tegen corruptie, met name waar EU-fondsen bij betrokken zijn, en vragen de minister welke stappen worden genomen om ervoor te zorgen dat Europese middelen op een correcte manier worden besteed. Bovendien uiten deze leden hun bezorgdheid over de ontmanteling van de publieke omroep in Slowakije, wat de facto leidt tot een beperking van de persvrijheid. Zij vragen of de minister parallellen ziet met eerdere ontwikkelingen in Hongarije en welke lessen daaruit getrokken kunnen worden om verdere achteruitgang van de rechtsstaat in Slowakije te voorkomen.
Verder vragen deze leden aandacht voor de bredere geopolitieke ontwikkelingen in Slowakije, met name voor de toenemende pro-Russische uitspraken van premier Fico. Zij vragen hoe de minister de risicoās inschat van toenemende Russische invloed binnen Slowakije en daarmee binnen de EU, en welke maatregelen op Europees niveau overwogen worden om deze zorgwekkende ontwikkelingen aan te pakken.
De leden van de VVD-fractie danken de minister voor de beantwoording van de schriftelijke vragen over de toelating van gastarbeiders uit Rusland en Wit-Rusland zonder adequate veiligheidsonderzoeken in Hongarije. Daarnaast hebben deze leden vernomen dat premier OrbƔn dreigt bussen vol migranten naar Brussel te sturen, omdat hij geen boete wil betalen in verband met het niet nakomen van migratie-afspraken. Deze leden blijven bezorgd over de mogelijke risico's voor de veiligheid van het Schengengebied als Hongarije ook op dit terrein een grotere stoorzender wordt. Hoe kan worden voorkomen dat Hongarije verder gaat met het misbruiken van haar positie als Schengenland? Hoe kan de integriteit van het Schengengebied gewaarborgd blijven als ƩƩn lidstaat onze veiligheidsafspraken ondermijnt? Kan de minister een schets geven van de zorgen van andere lidstaten en de Europese Commissie op dit punt? Deelt de minister de stelling dat Hongarije zijn rechtsstatelijke teloorgang al erg genoeg is, maar dat het Hongaarse misbruik van haar positie als Schengenland onacceptabel is?
Deze leden vragen ter afsluiting hoe het Hongaars voorzitterschap tot nu toe ervaren is door de Nederlandse vertegenwoordiger in de Raad. In hoeverre heeft het voorzitterschap tot nu toe gevolgen gehad op het functioneren van de Unie?
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken d.d. 24 september 2024. Deze leden hebben enkele vragen over de kabinetsinzet gedurende deze Raad Algemene Zaken.
Voornoemde leden zijn blij te horen dat in het rechtsstaatrapport 2024 geconcludeerd wordt dat twee derde van de aanbevelingen uit het rechtsstaatrapport 2023 door de lidstaten is opgevolgd. Toch delen deze leden de zorgen over de ontwikkelingen in de lidstaten Hongarije, Slowakije en Bulgarije. Kan de minister toelichten welke instrumenten de Europese Commissie verder kan inzetten om de overige aanbevelingen af te dwingen? En hoe gaat de Europese Commissie deze instrumenten toepassen?
De aan het woord zijnde leden constateren dat Georgiƫ niet is opgenomen in het rechtsstaatrapport 2023. Kan de minister aangeven welke acties vanuit de Europese Commissie genomen worden om de rechtsstaat in Georgiƫ te beschermen? Wordt er toezicht gehouden tijdens de verkiezingen in oktober? En zo ja, hoe wordt een eerlijk verloop vanuit de Europese Commissie afgedwongen?
De leden van de NSC-fractie constateren dat de rechtsstaatrapporten een goed inzicht geven in welke vorderingen worden gemaakt binnen de Europese Unie ten aanzien van de rechtsstaat en concluderen dat het tevens gewenst is te voorzien in dat inzicht ten aanzien van kandidaat-lidstaten. Kan de minister het verzoek doen in het vervolg ook alle kandidaat-lidstaten mee te nemen in het rechtsstaatrapport? Zo nee, kan de minister aangeven waarom dit niet mogelijk is?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken. Deze leden hebben ook met interesse kennisgenomen van het rapport van Mario Draghi.
Aangezien de Europese Raad van 17-18 oktober vrijwel geheel in het teken zal staan van het rapport van Draghi, en het een vrij lijvig en gedetailleerd rapport betreft, vragen deze leden of een appreciatie van het rapport uiterlijk 8 oktober naar de Tweede Kamer verzonden kan worden, zodat de Kamer voldoende tijd heeft om die appreciatie tot zich te nemen. Vooruitlopend op die appreciatie hebben de aan het woord zijnde leden een aantal vragen. Deelt de minister de diagnose van het rapport voor wat betreft de Europese economie en het verdienvermogen? En ziet het kabinet de noodzaak van een trendbreuk op Europees niveau om het Nederlandse verdienvermogen (en veiligheid en sociale cohesie) op peil te houden? Het rapport gaat uitgebreid in op de noodzaak van investeringen in Europese publieke goederen, zoals infrastructuur, innovatie en een defensie-industrie. Volgt de minister de redenering dat sommige van deze investeringen alleen op Europese schaal werken en dus op Europees niveau gedaan moeten worden? Zo ja, welke stappen gaat de minister zetten om die investeringen te realiseren?
Tijdens deze Raad Algemene Zaken zal ook het rechtsstaat rapport centraal staan. Dit is het vijfde jaar dat dit instrument gebruikt wordt, en het is tot nu toe voor veel landen en effectieve tool gebleken, met als grote uitzondering Hongarije. Ondanks dat er al zeven jaar een artikel 7-procedure tegen het land loopt en al jaren meerdere inbreukprocedures lopen, geeft Victor OrbƔn niet thuis als het gaat om het beschermen van de rechtsstaat. Recent heeft het Europees Hof van Justitie een boeten van 200 miljoen euro opgelegd aan Hongarije, omdat het land asielzoekers onmenselijk behandeld heeft aan de grens. De eerste betaaltermijn voor die boete was 3 september, de tweede betaaltermijn verloopt 17 september. Hongarije is vooralsnog niet voornemens te gaan betalen. Deze zomer raakte Victor OrbƔn ook in opspraak omdat hij de regels voor arbeidsmigratie versoepelde voor Russische en Belarussische burgers. Maar liefst zeven andere EU-landen spraken daar hun zorgen over uit bij de Europese Commissie. Tot op heden heeft OrbƔn geen reactie of uitleg gegeven aan de Europese Commissie over die versoepeling van het migratiebeleid. Met andere woorden, OrbƔn trekt zich bijzonder weinig aan van de regels en afspraken die we in de EU maken en laat zich ook niet berispen door de Europese Commissie. De leden van de D66-fractie delen de zorgen die geuit zijn door onder andere Finland, Zweden, Denemarken, Estland, Letland, Litouwen met betrekking tot het versoepeld toelaten van Russische arbeidsmigranten in Europa. Deelt de minister ook de zorgen van deze lidstaten? Zo ja, waarom is ervoor gekozen niet aan te sluiten bij de bovengenoemde lidstaten toen zij hun zorgen kenbaar maakte aan de Europese Commissie? Is de minister bereid, tijdens het bespreken van de prioriteiten van het Hongaars voorzitterschap tijdens deze Raad Algemene Zaken, te vragen waarom Hongarije de poorten van de EU open heeft gezet voor Russische arbeidsmigranten? Onder welke beleidsprioriteit van Hongarije viel die keuze? Kan de minister de zorgen van Nederland over de Europese veiligheid naar aanleiding van dit besluit overbrengen tijdens de Raad Algemene Zaken? En kan de minister, tijdens de Raad Algemene Zaken, vragen of Hongarije bereid is de zorgen van andere lidstaten serieus te nemen en de arbeidsmigratie vanuit Rusland naar Europa weer zo snel mogelijk aan dezelfde voorwaarden te verbinden als voor de versoepeling?
Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie
De leden van de Volt-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken d.d. 24 september 2024 en hebben daarover de volgende vragen.
Voornoemde leden merken op dat de minister schrijft dat Nederland een bijzondere positie heeft met betrekking tot het aanpakken van demografische uitdagingen. Zij vragen daarom welke punten Nederland in Raadsverband zal inbrengen met betrekking tot de aanpak van demografische uitdagingen.
De aan het woord zijnde leden zien dat het met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid tijdens de Europese Raad van 17 en 18 oktober deels zal gaan over het onlangs verschenen rapport van Mario Draghi, EU competitiveness: looking ahead. Kan de minister alvast een eerste appreciatie geven van het rapport? Aan welke onderdelen van het rapport zal Nederland prioriteit geven in de Europese discussies? Deelt de minister de mening van Mario Draghi dat vertraging van de implementatie van de voorstellen desastreuze gevolgen kan hebben voor het concurrentievermogen van de Europese Unie? Verder maken deze leden zich zorgen over de opstelling van sommige lidstaten, zoals Nederland en Duitsland, die al aangegeven hebben dat gezamenlijke leningen onbespreekbaar zijn. Waar ziet Nederland financieringsmogelijkheden om toch tot een realistisch investeringsbeleid te komen voor Europese bedrijven?
Nederland wil zich niet inzetten voor gezamenlijke financiering en grijpt daarom naar herstructurering van bestaande financiering. Hoe draagt dit bij aan de oproep die Draghi heeft gedaan om een groter percentage van het bruto nationaal product (bnp) te moeten investeren om onze concurrentiepositie wereldwijd te behouden en te versterken? Zal Nederland dan ook pleiten voor het hervormen van het meerjarig financieel kader (MFK), waaronder het drastisch omlaag brengen van de fondsen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) en het hervormen van de cohesiegelden?
Het zal geen geheim zijn dat de leden van de Volt-fractie zich kunnen vinden in het voorstel van Mario Draghi om het veto af te schaffen op alle beleidsterreinen in de Europese Raad, maar met name op financiƫn, om op deze manier tot een meer gebalanceerde inzet van Europese financiering te komen. Welke stappen zal de minister zetten om te zorgen dat het veto op financiƫn in de Raad daadwerkelijk en zo snel mogelijk wordt afgeschaft?
De aan het woord zijnde leden merken naar aanleiding van het rechtsstaatrapport van de Europese Commissie op dat de problemen met de aantasting van persvrijheid en onafhankelijke media in ItaliĆ« onverminderd door het land zijn aangepakt ten opzichte van hetzelfde rapport van vorig jaar. Deze leden vragen of de minister bereid is de Italiaanse collegaās op dit onderwerp aan te spreken, ook naar aanleiding van de stakingen van afgelopen jaar door Italiaanse journalisten tegen de verstikkende controle die zij van de Italiaanse regering voelen op hun werk bij de publieke omroep. Kan de minister zicht krijgen op de manier waarop zijn Italiaanse collegaās dit probleem willen aanpakken en of zijn collegaās de intentie hebben om dit probleem in zijn geheel aan te pakken? Is de minister bereid zijn collegaās aan te spreken op deze achteruitgang?
Voornoemde leden merken daarnaast met ernstige zorgen op dat bemoeienis met de rechtsgang en ondermijning van de rechtsstaat geen bijzondere gang van zaken meer is in de EU-lidstaten Hongarije en Slowakije. Maatregelen om de onafhankelijke pers te versterken en corruptie tegen te gaan blijven volgens hetzelfde rapport van de Europese Commissie over de rechtsstaat uit. De leden van de Volt-fractie betreuren de negatieve ontwikkelingen op het gebied van de rechtsstaat in deze landen. Deze leden verwachten dan ook een duidelijke stellingname van het kabinet inzake deze ontwikkelingen tegenover zowel de Slowaakse als de Hongaarse delegatie. Is de minister het daarnaast eens met de overweging van de Europese Commissie om EU-fondsen terug te houden in het geval van Slowakije? Deze leden willen van de minister weten hoe hij zich in de gesprekken over het rechtsstaatrapport tegenover deze landen zal opstellen tijdens de aankomende Raad Algemene Zaken. Ook vragen de leden van de Volt-fractie hoe het kabinet aankijkt tegen het starten van de artikel 7-procedure tegen Slowakije.
De leden van de Volt-fractie hebben kennisgenomen van het Slowaakse voorstel om een anti-LGBTQ+ wet te introduceren bij Slowaakse scholen, eenzelfde voorstel waar Hongarije ook zijn handen aan heeft gebrand. Deze leden spreken hun teleurstelling uit en willen van de minister weten op welke manier hij hiernaar kijkt en in hoeverre hij bereid is hier publiekelijk zijn afkeuring over uit te spreken. Ook vragen deze leden of het kabinet bereid zou zijn in te stemmen met het starten van de artikel 7-procedure tegen Slowakije.
De leden van de Volt-fractie verwelkomen het standpunt van het kabinet met betrekking tot de wetswijziging van het Bulgaarse parlement. Welke andere stappen zal de minister ondernemen om te zorgen dat de wetswijziging zo snel mogelijk ongedaan gemaakt wordt, naast het zich hierover uitspreken in EU-verband en bilateraal?
De leden van de Volt-fractie verwelkomen de Nederlandse vooruitgang die geboekt is op het gebied van de afkoelperiode voor oud-bewindspersonen. Deze leden zijn echter kritisch op het uitblijven van de nodige strengere (transparantie)regels op het gebied van lobby. Zij willen dan ook weten welke stappen het kabinet voornemens is te zetten om de GRECO-aanbevelingen omtrent lobby en transparantie te implementeren. Kan de minister dan ook ingaan op zijn eigen afspraken in de openbare agenda?
II Reactie van de minister van Buitenlandse Zaken