[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voorstel van wet

Wijziging van enkele wetten ter uitvoering van de beëindiging van de salderingsregeling voor elektriciteit en enkele technische wijzigingen

Voorstel van wet

Nummer: 2024D33605, datum: 2024-09-17, bijgewerkt: 2024-10-15 11:57, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36611-2).

Onderdeel van kamerstukdossier 36611 -2 Wijziging van enkele wetten ter uitvoering van de beëindiging van de salderingsregeling voor elektriciteit en enkele technische wijzigingen.

Onderdeel van zaak 2024Z13714:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

36 611 Wijziging van enkele wetten ter uitvoering van de beëindiging van de salderingsregeling voor elektriciteit en enkele technische wijzigingen

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is regels te stellen ter uitvoering van de beëindiging van de salderingsregeling voor eindafnemers met een kleine aansluiting;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Indien het bij koninklijke boodschap van 9 juni 2023 ingediende voorstel van wet houdende regels over energiemarkten en energiesystemen (Energiewet) (Kamerstukken 36 378) tot wet is of wordt verheven wordt die wet als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2.23, derde lid, wordt «invoeding van elektriciteit als bedoeld in artikel 2.31» vervangen door «terugleveren van hernieuwbare elektriciteit als bedoeld in artikel 2.34, zesde lid».

B

Artikel 2.31 vervalt.

C

Aan artikel 2.34 worden drie leden toegevoegd, luidende:

6. Artikel 2.5, eerste, derde en zesde lid, is van overeenkomstige toepassing op de kosten en voorwaarden met betrekking tot het terugleveren van zelfopgewekte hernieuwbare elektriciteit door een actieve afnemer aan een marktdeelnemer.

7. De actieve afnemer ontvangt voor de teruggeleverde elektriciteit een redelijke vergoeding, die in het geval van een actieve afnemer met een kleine aansluiting niet kan worden vastgesteld op een negatief bedrag. Een vergoeding is niet redelijk indien die vergoeding:

a. onevenredig laag is gezien de kosten en baten van de marktdeelnemer; en

b. niet concurrerend is.

8. Een actieve afnemer met een kleine aansluiting heeft het recht om zelfopgewekte hernieuwbare elektriciteit terug te leveren aan zijn leverancier van elektriciteit.

D

In artikel 5.21, eerste lid, onderdeel c, eerste subonderdeel, vervalt «2.31, eerste tot en met derde en vijfde lid,».

ARTIKEL II

De Wet belastingen op milieugrondslag wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 50 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde tot en met achtste lid tot tweede tot en met zevende lid.

2. In het derde lid (nieuw) wordt «derde lid, onderdeel a» vervangen door «tweede lid, onderdeel a».

3. In het vierde lid (nieuw) wordt «derde lid, onderdeel a,» vervangen door «tweede lid, onderdeel a,».

4. In het vijfde lid (nieuw) «derde lid, onderdelen c en d,» vervangen door «tweede lid, onderdelen c en d,».

B

In artikel 51, eerste lid, wordt «artikel 50, derde lid, onderdeel d,» vervangen door «artikel 50, tweede lid, onderdeel d,».

C

In de artikelen 53, tweede lid, en 56, derde lid, wordt «artikel 50, derde lid, onderdelen b, c en d,» vervangen door «artikel 50, tweede lid, onderdelen b, c en d,».

D

In artikel 63, vijfde lid, wordt «artikel 50, derde lid,» vervangen door «artikel 50, tweede lid,».

ARTIKEL III

Indien het bij koninklijke boodschap van 29 juni 2023 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Omgevingswet, de Gaswet en de Warmtewet in verband met gemeentelijke instrumenten voor de warmtetransitie in de gebouwde omgeving (Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie) (36 387) tot wet is of wordt verheven, wordt artikel III, onderdeel A, van die wet als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «een zevende lid» vervangen door «een zesde lid», wordt de aanduiding «7.» vervangen door de aanduiding «6.», wordt «de tak» vervangen door «de taak» en wordt na «artikel 3.40» een komma ingevoegd.

2. In het derde lid wordt «artikel 6.8» vervangen door «artikel 6.12», wordt «Artikel 6.8a» vervangen door «Artikel 6.12a decentrale regels warmtetransitie» en wordt «Artikel 6.8» vervangen door «Artikel 6.12».

3. In het vierde lid wordt «artikel 3.109» vervangen door «artikel 3.110».

ARTIKEL IV

In de Wet op de accijns wordt in artikel 69a, eerste lid, «artikel 50, derde lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag» vervangen door «artikel 50, tweede lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag».

ARTIKEL V

1. Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2027.

2. In afwijking van het eerste lid, treedt artikel III van deze wet in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Klimaat en Groene Groei,

De Staatssecretaris van Financiën,