[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met Miljoenennota)

Memorie van toelichting

Nummer: 2024D33692, datum: 2024-09-17, bijgewerkt: 2024-10-01 12:25, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36613-XIV-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36613 XIV-2 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met Miljoenennota).

Onderdeel van zaak 2024Z13736:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

36 613 XIV Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met Miljoenennota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2024 wijzigingen aan te brengen in:

de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur;

de begrotingsstaat inzake het agentschap NVWA van dit ministerie;

de begrotingsstaat voor het Diergezondheidsfonds

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,
F.M. Wiersma

B ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN

1 Leeswijzer

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 < 1.000 5 10
=> 1.000 10 20

2 Beleid

Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

Vastgestelde begroting 2024 (incl. NvW, moties, amendementen) 3.999.161
Stand 1e suppletoire begroting 2024 (incl. NvW, moties en amendementen) 4.492.964
Belangrijkste suppletoire mutaties september
Kasschuif Maatregel Gerichte Beëindiging (MGB) 21 – 110.417
Kasschuif middelen WEcR 1 en WEcR2 22 231.155
Kasschuif Nationale Grondbank 22 – 100.000
Terugboeking onderuitputting WEcR middelen 22 – 78.020
Kasschuif PAS-melders 22 – 50.000
Ophoging SNL vergoeding 22 – 20.204
Bijdrage provinciefonds ANLb 22 – 20.372
Overige mutaties 40.306
Stand suppletoire begroting september 4.385.412

Toelichting

Kasschuif Maatregel Gerichte Beëindiging (MGB)

De middelen voor spoor 1 van de Maatregel Gerichte Beëindiging (MGB) worden van 2024 doorgeschoven naar 2025. Deze middelen worden in 2025 middels een SPUK aan de provincies verstrekt ten behoeve van gebiedsgerichte opkoop van veehouderijen.

Kasschuif middelen WEcR1 en WEcR2

De provincies hebben aangegeven een aantal maatregelpakketten WECR 1 en WECR 2 al in 2024 op te willen gaan starten in plaats van in 2025. De benodigde middelen worden vanuit 2025 naar 2024 geschoven.

Kasschuif Nationale Grondbank

Door vertragingen in de uitvoering worden aankopen van de Nationale Grondbank die geraamd waren in 2024 pas in 2025 en 2026 afgerond. Het aankoopbudget wordt herverdeeld op basis van de nieuwe raming.

Terugboeking onderuitputting WEcR middelen

Na afloop van de toetsing en de besluitvorming over de provinciale maatregelpakketten is het overgebleven budget (€ 78,0 mln.) teruggeboekt naar de Aanvullende Post van het Ministerie van Financiën.

Kasschuif PAS-melders

Voor de legalisatie van PAS-melders hebben de provincies aangegeven een gedeelte van de legalisatiemaatregelen pas volgend jaar te kunnen gaan starten. Om die reden wordt € 50 mln. van 2024 naar 2025 doorgeschoven.

Bijdrage provinciefonds ANLb

Bij amendement van het lid Grinwis c.s. (kamerstuk 36410 XIV nr. 15) wordt € 20,4 mln. extra ingezet voor het agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb). Deze middelen worden toegevoegd aan het provinciefonds en door middel van een vastgestelde verdeelsleutel verdeeld.

3 Beleidsartikelen

3.1 Artikel 21 Land- en tuinbouw

Art. Verplichtingen 3.668.264 – 233.470 3.434.794
Uitgaven 1.290.235 – 167.871 1.122.364
21.0 Land- en tuinbouw 1.290.235 – 167.871 1.122.364
Subsidies (regelingen) 1.064.279 – 47.646 1.016.633
Sociaal economische positie boeren 115.532 47.863 163.395
Duurzame veehouderij 710.796 – 51.523 659.273
Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen 117.040 – 39.868 77.172
Mestbeleid 107.149 – 3.827 103.322
Diergezondheid en dierenwelzijn 4.508 12 4.520
Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking 1.586 – 400 1.186
Integraal voedselbeleid 7.668 97 7.765
Leningen 24.500 0 24.500
Lening Investeringsfonds Duurzame Landbouw 24.500 0 24.500
Garanties 1.805 0 1.805
Verliesdeclaraties borgstellingsfaciliteit 1.805 0 1.805
Opdrachten 36.400 – 5.643 30.757
Sociaal economische positie boeren 4.538 – 349 4.189
Duurzame veehouderij 4.372 – 2.728 1.644
Mestbeleid 3.502 – 2.950 552
Diergezondheid en dierenwelzijn 18.886 – 145 18.741
Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking 3.276 529 3.805
Integraal voedselbeleid 1.826 0 1.826
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 15.652 1.598 17.250
College toelating gewasbeschermingsmiddelen en biociden 1.866 1.846 3.712
Centrale Commissie Dierproeven 2.470 32 2.502
Medebewind/voormalige productschappen 687 0 687
Raad voor de Plantenrassen 1.492 19 1.511
Keuringsdiensten 9.137 – 299 8.838
Bijdrage aan medeoverheden 116.338 – 116.338 0
Specifieke uitkeringen 116.338 – 116.338 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 11.333 0 11.333
FAO en overige contributies 11.333 0 11.333
Storting/onttrekking begrotingsreserve 7.555 0 7.555
Storting begrotingsreserve landbouw 1.428 0 1.428
Storting begrotingsreserve apurement 2.500 0 2.500
Storting begrotingsreserve borgstelling 3.627 0 3.627
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken 12.373 158 12.531
Diergezondheidsfonds 12.373 158 12.531
Ontvangsten 96.408 1.992 98.400

Toelichting

Subsidies (regelingen)

Sociaal economische positie boeren

Het subsidiebudget neemt in 2024 met € 47,9 mln. toe. Deze toename wordt voornamelijk verklaard door een schuif van € 46,5 mln. van het kasbudget van de Eco-regeling uit 2025 naar 2024. Dit houdt verband met het amendement van het lid Flach (SGP) van 31 januari 2024 over extra middelen voor de Eco-regeling binnen het Nationaal Strategisch Plan (NSP). De uitbetaling van deze extra middelen voor 2024 zal in het vierde kwartaal van 2024 plaatsvinden in plaats van in 2025.

Duurzame veehouderij

Het subsidiebudget neemt in 2024 met € 51,5 mln. af. Dit wordt met name veroorzaakt door het doorschuiven van middelen voor de subsidie brongerichte verduurzaming stal- en managementmaatregelen (Sbv) (€ 31,9 mln.) en de Landelijke verplaatsingsregeling veehouderijen met piekbelasting (LVVP) (€ 19,7 mln.). Deze regelingen zijn in voorbereiding en worden opengesteld, waarbij daadwerkelijke uitbetaling in latere jaren plaatsvindt.

Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen

Het subsidiebudget neemt in 2024 met € 39,9 mln. af. De voornaamste oorzaak hiervan is het doorschuiven van middelen voor de Subsidie warmte-infrastructuur glastuinbouw (SWiG) (€ 16,6 mln.). Op de eerste openstelling van 2024 werd minder budget uitgegeven dan beschikbaar was. De regeling wordt nu geëvalueerd en later een tweede keer opengesteld, waardoor uitbetaling in latere jaren plaatsvindt. Voor het vergroten van de afzetmarkt voor biologische landbouw wordt € 14,0 mln. naar latere jaren doorgeschoven. Dit betreft een technische bijstelling om het budget gelijk te stellen aan de actuele raming. Het overige deel wordt met name veroorzaakt door overboekingen naar andere delen van de LVVN-begroting en het schuiven van middelen naar latere jaren op diverse kleinere budgetten.

Bijdrage aan medeoverheden

Specifieke uitkeringen

De specifieke uitkeringen nemen met € 116,3 mln. af. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een kasschuif voor de Maatregel Gerichte Beëindiging veehouderijlocaties van € 110,4 mln. De middelen zullen in 2025 middels een SPUK aan de provincies verstrekt worden. De provincies maken een eigen regeling op basis van de MGB en stellen veehouderijondernemingen in de gelegenheid om één of meer veehouderijlocaties geheel of gedeeltelijk te beëindigen. Het gaat om locaties in de nabijheid van kwetsbare natuur. Deze regeling draagt bij aan de doelen voor stikstof, water, milieu en natuur.

Art. Ontvangsten 96.408 1.992 98.400
21.0 Land- en tuinbouw 96.408 1.992 98.400
Ontvangsten 96.408 1.992 98.400
Sociaal economische positie boeren 245 0 245
Agroketens 2.013 0 2.013
Mestbeleid 7.209 0 7.209
Garanties 1.800 0 1.800
Weerbare planten en teeltsystemen 1.428 0 1.428
Diergezondheid en dierenwelzijn 11.600 0 11.600
Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking 5.413 1.102 6.515
Onttrekkingen begrotingsreserves 64.200 890 65.090
ZBO's/RWT's 2.500 0 2.500

Ontvangsten

Conform de staffel in de leeswijzer zijn er geen ontvangstenmutaties om toe te lichten.

3.2 Artikel 22 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken

Art. Verplichtingen 3.879.987 – 80.361 3.799.626
Uitgaven 1.872.144 75.799 1.947.943
22.0 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken 1.872.144 75.799 1.947.943
Subsidies (regelingen) 98.236 11.304 109.540
Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit 9.092 2.609 11.701
Natuur en Biodiversiteit op land 39.848 12.222 52.070
Beheer Kroondomeinen 803 – 40 763
Duurzame visserij 37.264 – 4.066 33.198
Overige stelsel activiteiten 7.329 579 7.908
Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren 3.900 0 3.900
Leningen 22.145 4.200 26.345
Leningen rente en aflossing 22.145 4.200 26.345
(Schade)vergoeding 500 1.400 1.900
Vermaatschappelijking natuur en biodiversiteit 500 1.400 1.900
Opdrachten 192.899 – 103.898 89.001
Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit 11.789 – 2.914 8.875
Natuur en Biodiversiteit op land 94.853 – 43.048 51.805
Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren 43.315 – 29.276 14.039
Duurzame visserij 34.142 – 27.446 6.696
Internationale Samenwerking 3.027 – 352 2.675
Klimaatimpuls Natuur en Biodiversiteit 5.773 – 862 4.911
Bijdrage aan agentschappen 110.461 – 94.351 16.110
Rijkswaterstaat 13.949 440 14.389
Rijksvastgoedbedrijf 96.421 – 94.791 1.630
Overige agentschappen 91 0 91
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 31.079 1.703 32.782
Staatsbosbeheer 30.987 1.642 32.629
Overige ZBO's 92 61 153
Bijdrage aan medeoverheden 1.393.377 275.813 1.669.190
Caribisch Nederland 11.220 – 3.174 8.046
Specifieke uitkering 1.382.157 278.987 1.661.144
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 1.841 0 1.841
Internationale Samenwerking 1.841 0 1.841
Storting/onttrekking begrotingsreserve 1.234 0 1.234
Storting begrotingsreserve visserij 1.234 0 1.234
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken 20.372 – 20.372 0
Bijdrage aan provinciefonds 20.372 – 20.372 0
Ontvangsten 35.708 9.621 45.329

Toelichting

Subsidies

Natuur en Biodiversiteit op land

Op het subsidiebudget wordt € 12,2 mln. meer uitgaven geraamd in 2024. Dit verschil wordt met name veroorzaakt door een ophoging van het budget met € 4,4 mln. die te maken heeft met terugontvangsten bij de PAS-regeling. Deze middelen worden ingezet om een aantal tegenvallers bij deze regeling op te vangen. Daarnaast worden er middelen ingezet voor maatwerk en ondernemingsplan (€ 4,1 mln.) als onderdeel van de stikstofaanpak. Ook worden er middelen in 2026 middels een kasschuif naar voren gehaald ten behoeve van de GLB Samenwerkingsmaatregel Veenweiden/N2000. De openstelling van deze subsidieregeling is overtekend en met de naar voren gehaalde middelen kunnen meer aanvragen van samenwerkingsverbanden die aan de voorwaarden voldoen, gehonoreerd worden. Tot slot wordt er € 1,6 mln. middels een kasschuif naar voren gehaald, om uitgaven voor het Nationaal programma Veenweide in het juiste kasritme te zetten.

Opdrachten

Natuur en Biodiversiteit op land

Op het opdrachtenbudget voor Natuur en Biodiversiteit op land wordt er € 43,0 mln. minder aan uitgaven geraamd. Dit betreft een saldo van meerdere mutaties en wordt met name veroorzaakt door een technische mutatie op het budget van Programma Natuur. Er wordt € 29,9 mln. naar het instrument «bijdrage aan medeoverheden» overgeheveld om de middelen op het juiste begrotingsinstrument te kunnen verantwoorden.

De grondtransacties van de Nationale Grondbank worden uitgevoerd door het Rijksvastgoedbedrijf. Uitvoeringskosten hiervoor worden verantwoord onder het instrument «bijdrage aan agentschappen», daarom wordt er € 8,2 mln. overgeheveld naar dat instrument.

Het budget voor de doorontwikkeling van Aerius (€ 6,0 mln.) wordt overgeheveld naar het opdrachtenbudget van Vermaatschappelijking natuur en biodiversiteit om deze middelen op het juiste begrotingsinstrument te verantwoorden.

Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren

Op het opdrachtenbudget voor Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren wordt € 29,3 mln. minder aan uitgaven geraamd. Dit betreft met name een overheveling van € 25,0 mln. naar het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ten behoeve van de digitalisering van ecologische monitoring door Rijkswaterstaat. Verder wordt een bedrag van € 2,8 mln. van de Wind op Zee middelen doorgeschoven naar 2026 wegens vertraging in de uitvoering.

Duurzame visserij

Op het opdrachtenbudget van Duurzame Visserij wordt in 2024 € 27,4 mln. minder aan uitgaven geraamd. Dit komt voornamelijk door een kasschuif van € 23,7 mln. naar 2025 voor de Wind op Zee middelen. Deze middelen worden in 2025 aangewend voor het ondersteunen van de visserijketen – en gemeenschappen. De afronding van dit project was ingeschat op eind 2024, maar door de complexiteit en het grote aantal betrokken partijen is er vertraging opgetreden.

Bijdrage aan agentschappen

Rijksvastgoedbedrijf

Op het budget voor de bijdrage aan het Rijksvastgoedbedrijf wordt € 94,8 mln. minder aan uitgaven geraamd. Dit komt hoofdzakelijk door een kasschuif van € 100 mln. naar 2025 en 2026 voor de aankoop van gronden door de Nationale Grondbank. Door vertraging in de uitvoering worden de aankopen van de Nationale Grondbank die voorzien waren in 2024, in latere jaren afgerond.

Daarnaast worden de grondtransacties van de Nationale Grondbank uitgevoerd door het Rijksvastgoedbedrijf. Uitvoeringskosten hiervoor (€ 8,2 mln) zijn daarom aan dit instrument toegevoegd.

Bijdrage aan medeoverheden

Specifieke uitkering

Voor specifieke uitkeringen wordt € 279,0 meer uitgaven geraamd. Dit betreft een saldo van meerdere mutaties waarvan de meest omvangrijke hieronder worden toegelicht.

De provincies hebben aangegeven met een aantal provinciale maatregelpakketten al in 2024 te kunnen starten in plaats van in 2025. Om die reden vindt er een kasschuif van € 231,1 mln. plaats van 2025 naar 2024. Deze middelen worden dit jaar middels de SPUK regeling provinciale maatregelen landelijk gebied (RPML) uitgekeerd aan de provincies.

De provincies hebben aangegeven een aantal onderdelen van het Programma Natuur al in 2024 te kunnen starten in plaats van in 2025 en 2026. Daarom wordt in totaal € 170,0 mln. uit 2025 en 2026 naar 2024 geschoven. Deze middelen worden dit jaar middels de SPUK Programma Natuur 2e fase uitgekeerd aan de provincies voor het treffen van natuurherstelmaatregelen.

Na afloop van de toetsing en de besluitvorming over de provinciale maatregelpakketen is het overgebleven budget (€ 78,0 mln.) teruggestort naar het Ministerie van Financiën.

Voor de legalisatie van PAS-melders hebben de provincies aangegeven een gedeelte van de legalisatiemaatregelen pas volgend jaar te kunnen gaan starten. Om die reden wordt € 50,0 mln. van 2024 naar 2025 doorgeschoven.

Daarnaast wordt er € 29,9 mln. toegevoegd om de middelen voor Programma Natuur op het juiste begrotingsinstrument te kunnen verantwoorden.

Verder wordt er circa € 20,2 mln. overgeheveld naar het Provinciefonds voor de ophoging van het subsidiestelsel Natuur en Landschapsbeheer als onderdeel van het Programma Natuur.

Voor de inhuur van zaakbegeleiders wordt een gedeelte van de zaakbegeleiders ingehuurd via externe rentmeesterkantoren (€ 3,0 mln). Uitgaven daarvoor worden verantwoord onder het opdrachtenbudget van Natuur en Biodiversiteit op land.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Bijdrage aan Provinciefonds

Dit betreft een overheveling van € 20,4 mln. naar het Provinciefonds voor de verwerking van het amendement Grinwis (Kamerstukken II 2023–2024 36410, nr. 15). Deze middelen worden toegevoegd aan het Provinciefonds ten behoeve van het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer.

Art. Ontvangsten 35.708 9.621 45.329
22.0 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken 35.708 9.621 45.329
Ontvangsten 35.708 9.621 45.329
Landinrichtingsrente 22.845 0 22.845
Verkoop gronden 500 0 500
Overige ontvangsten natuur 2.373 9.621 11.994
Duurzame visserij 9.990 0 9.990

Toelichting

Ontvangsten

Overige ontvangsten natuur

De ontvangstenraming wordt met € 9,6 mln. opgehoogd. Dit betreffen terugontvangsten vanuit de PAS-regeling. Een deel (€ 4,4 mln.) van deze middelen wordt toegevoegd aan het subsidiebudget Natuur en Biodiversiteit op land om een aantal tegenvallers bij deze regeling op te vangen.

3.3 Artikel 23 Kennis en innovatie

Art. Verplichtingen 528.174 48.925 577.099
Uitgaven 358.094 – 10.703 347.391
23.0 Kennis en innovatie 358.094 – 10.703 347.391
Subsidies (regelingen) 207.854 – 17.414 190.440
Beleidsondersteunend onderzoek 54.252 685 54.937
Missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid 60.041 – 2.200 57.841
Kennisverspreiding en groen onderwijs 93.561 – 15.899 77.662
Opdrachten 18.748 – 1.566 17.182
Kennisontwikkeling en innovatie 18.748 – 1.566 17.182
Bijdrage aan agentschappen 14.112 1.170 15.282
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu 14.112 1.170 15.282
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 117.380 7.107 124.487
Wageningen Research 116.885 7.602 124.487
ZonMw 495 – 495 0
Ontvangsten 8.995 367 9.362

Toelichting

Verplichtingen

Op artikel 23 zijn de verplichtingen meerjarig verhoogd. Dit betreft aangegane verplichtingen voor Nationaal Groeifondsprojecten en verplichtingen voor projecten transitie landbouw. Bijbehorende middelen zijn bij 1e suppletoire begroting 2024 toegevoegd.

Subsidies

Kennisverspreiding en groen onderwijs

De totale uitgaven worden met € 15,9 mln. verlaagd. Dit wordt hoofdzakelijk verklaard doordat met deze suppletoire begroting € 20,1 mln. aan middelen uit de Toekomst Landbouw brief en Nationaal Groeifonds (NGF) projecten van 2024 naar 2025 worden overgeheveld. Er wordt € 4,7 mln. voor Re-Ge-NL en € 3,4 mln. voor holomicrobioom van 2024 naar 2025 overgeheveld omdat de opstart van deze meerjarige projecten is vertraagd. Voor de SABE regeling wordt € 9,5 mln. van 2024 naar 2025 overgeheveld, omdat de aanvragen op de verschillende openstellingen die jaarlijks plaatsvinden vooraf lastig zijn in te schatten. Op basis van de laatste prognose zijn deze middelen in 2025 benodigd. Voor de Fieldlabs wordt er van 2024 € 2,5 mln. naar 2025 en een kleiner deel naar 2026 overgeheveld. Er is gekozen om deze projecten langer door te laten lopen dan oorspronkelijk was gepland. Tot slot wordt het budget voor het ontwikkelen van een adequaat monitorings- en rapportagesysteem met € 3,3 mln. opgehoogd door een overheveling. Het RIVM heeft aangegeven meer capaciteit te hebben, waardoor er meer middelen ingezet kunnen worden.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Wageningen Research

Het budget voor Wageningen Research (WR) wordt met € 7,6 mln. verhoogd. Dit betreft met name de toekenning van € 7,3 mln. uit het fonds Onderzoek en Wetenschap van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) voor meerdere projecten op het gebied van voedselinnovatie en duurzaamheid.

Art. Ontvangsten 8.995 367 9.362
23.0 Kennis en innovatie 8.995 367 9.362
Ontvangsten 8.995 367 9.362
Kennisontwikkeling en innovatie 8.995 367 9.362

Toelichting

Ontvangsten

Conform de staffel in de leeswijzer zijn er geen ontvangstenmutaties om nader toe te lichten.

3.4 Artikel 24 Uitvoering en toezicht

Art. Verplichtingen 635.468 43.311 678.779
Uitgaven 635.468 43.311 678.779
24.0 Uitvoering en toezicht 635.468 43.311 678.779
Bijdrage aan agentschappen 635.468 43.311 678.779
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit 316.280 23.158 339.438
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland 319.188 20.153 339.341
Ontvangsten 0 0 0

Toelichting

Bijdrage aan agentschappen

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

Het budget voor de NVWA wordt met € 23,2 mln. verhoogd. Het grootste deel hiervan is de toevoeging van compensatie voor loon- en prijsontwikkeling (LPO, € 14,4 mln.). Voor het overige gaat het om de toevoeging van budgetten voor de uitvoering van meerwerkopdrachten. Te noemen zijn toevoegingen voor uitvoeringskosten van het 7e Actieprogramma Mest en de EC Meststoffenverordening (€ 3,0 mln.), projecten bekostigd uit het Actieprogramma Digitalisering (€ 1,1 mln.). Daarnaast wordt er € 4,4 mln. budget uit 2025 naar 2024 geschoven. Het gaat om middelen om de basis van de NVWA op orde te brengen en het toezicht te vernieuwen. Deze herschikking zorgt voor dekking van incidentele kosten in 2024 van de Herziening Stelsel Keuren en Toezicht (HSKT).

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Het budget voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland wordt per saldo met € 20,2 mln. verhoogd. Het grootste deel hiervan is de toevoeging van compensatie voor loon- en prijsontwikkeling (LPO, € 11,2 mln.). Daarnaast wordt budget toegevoegd voor een aantal aanvullende opdrachten waaronder de implementatie van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) (€ 4,2 mln.), de uitvoering van de projecten Maripark (1,8 mln.), de Subsidieregeling Warmte-infrastructuur Glastuinbouw (SWIG) (0,8 mln.) en de Energie Efficiëntieregeling (0,7 mln.).

4 Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 50 Apparaat

Art. Verplichtingen 242.018 20.021 262.039
Uitgaven 242.018 20.021 262.039
50.0 0 242.018 20.021 262.039
Personele uitgaven 193.674 17.506 211.180
Eigen personeel 177.033 9.667 186.700
Externe inhuur 13.359 8.792 22.151
Overige personele uitgaven 3.282 – 953 2.329
Materiële uitgaven 48.344 2.515 50.859
ICT 500 – 500 0
Bijdrage aan SSO's (exclusief DICTU) 12.929 – 4.807 8.122
SSO DICTU 24.400 – 1.787 22.613
Overige materiële uitgaven 10.515 9.609 20.124
Ontvangsten 4.489 0 4.489

Toelichting

Personele uitgaven

Eigen personeel

Het budget voor de personele uitgaven wordt per saldo verhoogd met € 9,7 mln. Dit wordt voornamelijk verklaard door de verdeling van loon- en prijsbijstelling onder de directies.

Externe inhuur

Het budget voor externe inhuur wordt per saldo verhoogd met € 8,8 mln. De stijging van het saldo voor externe inhuur wordt voor circa € 5,3 mln. verklaard door doorbelastingen van externe inhuur aan de inhurende directies. Er wordt vanuit de desbetreffende organisatieonderdelen budget overgeheveld naar het budget voor externe inhuur.

Art. Ontvangsten 4.489 0 4.489
50.0 0 4.489 0 4.489
Ontvangsten 4.489 0 4.489
Ontvangsten 4.489 0 4.489

Toelichting

Ontvangsten

Conform de staffel zijn er geen ontvangstenmutaties om toe te lichten.

4.2 Artikel 51 Nog onverdeeld

Art. Verplichtingen 95.005 – 68.109 26.896
Uitgaven 95.005 – 68.109 26.896
51.0 0 95.005 – 68.109 26.896
0 95.005 – 68.109 26.896
Prijsbijstelling 16.202 – 16.202 0
Loonbijstelling 39.669 – 39.669 0
Nog te verdelen 39.134 – 12.238 26.896
Ontvangsten 0 0 0

Toelichting

Prijsbijstelling

Bij de eerste suppletoire begroting is een mutatie van € 9,0 mln. per abuis niet afgeschreven van onderdeel Prijsbijstelling, maar van Nog te verdelen. Dit wordt nu gecorrigeerd. Het resterende deel betreft daadwerkelijk aan LVVN uitgekeerde prijsbijstelling die nog niet verdeeld was. Deze € 7,2 mln. wordt nu uitgekeerd aan verschillende beleidsinstrumenten, om prijsstijgingen te compenseren.

Loonbijstelling

Bij de eerste suppletoire begroting is een mutatie van € 4,4 mln. per abuis niet afgeschreven van onderdeel Loonbijstelling, maar van Nog te verdelen. Dit wordt nu gecorrigeerd. Het resterende deel betreft daadwerkelijk aan LVVN uitgekeerde prijsbijstelling die nog niet verdeeld was. Deze € 35,3 mln. wordt nu uitgekeerd aan verschillende beleids- en apparaatsinstrumenten, om loonstijgingen te compenseren.

Nog te verdelen

Bij de eerste suppletoire begroting is € 13,4 mln. per abuis afgeschreven van onderdeel Nog te verdelen, in plaats van de voorgaande onderdelen. Dit wordt nu gecorrigeerd. Ook is € 24 mln. aan budget dat bestemd is voor de beperking van ammoniakemissie door industriële piekbelasters doorgeschoven. Het resterende budget wordt met de tweede suppletoire begroting ingezet.

5 Agentschappen

5.1 Agentschap NVWA

Baten
– Omzet 577.478 16.399 593.877
waarvan omzet moederdepartement 297.159 11.439 308.598
waarvan omzet overige departementen 145.890 4.960 150.850
waarvan omzet derden 134.429 0 134.429
Rentebaten 2.500 0 2.500
Vrijval voorzieningen 0 0 0
Bijzondere baten 42.480 0 42.280
Totaal baten 622.458 16.399 638.857
Lasten
Apparaatskosten 598.887 22.399 621.286
– Personele kosten 365.957 22.399 388.355
waarvan eigen personeel 324.037 22.399 346.436
waarvan inhuur externen 27.668 0 27.668
waarvan overige personele kosten 14.251 0 14.251
– Materiële kosten 232.931 0 232.931
waarvan apparaat ICT 3.951 0 3.951
waarvan bijdrage aan SSO's 78.887 0 78.887
waarvan overige materiële kosten 150.093 0 150.093
Rentelasten 5.400 0 5.400
Afschrijvingskosten 7.763 0 7.763
– Materieel 1.610 0 1.610
waarvan apparaat ICT 200 0 200
– Immaterieel 6.153 0 6.153
Overige lasten 10.408 0 10.408
waarvan dotaties voorzieningen 500 0 500
waarvan bijzondere lasten 9.908 0 9.908
Totaal lasten 622.458 22.399 644.857
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening 0 – 6.000 – 6.000
Agentschapsdeel Vpb-lasten 0 0 0
Saldo van baten en lasten 0 – 6.000 – 6.000

Toelichting

Algemene opmerking

In de eerste suppletoire begroting was het effect van de CBb-uitspraak (26 september 2023) al meegenomen. De totale kosten hiervan bedragen naar verwachting € 19,5 mln. Dit bestaat uit:

– Verlaging omzet derden € 13,4 mln.

– Wettelijke rente € 5,0 mln. (onder Rentelasten verantwoord)

– Eenmalige projectkosten € 1,1 mln. (onder Personele kosten verantwoord)

De bijdragen vanuit de opdrachtgevers zijn verantwoord onder de bijzondere baten (€ 19,5 mln.).

Op dit moment vindt nog overleg plaats met de ADR over hoe deze bedragen definitief in de jaarrekening verwerkt moeten gaan worden.

Omzet moederdepartement (bedragen x € 1.000)

De omzet moederdepartement is hoger dan in de eerste suppletoire begroting. Dit wordt veroorzaakt door een hoger tarief voor het product «Toezicht» per 1 juli 2024 als gevolg van de cao-verhoging.

Omzet overige departementen (bedragen x € 1.000)

De stijging van de omzet overige departementen wordt ook veroorzaakt door het hogere tarief voor product «Toezicht» per 1 juli 2024.

Toelichting op de lasten

Personele kosten

De personele kosten nemen toe met € 22,4 mln. als gevolg van de cao-verhoging. Daarvan heeft € 17,1 mln. betrekking op hogere salariskosten in 2024 en € 5,3 mln. op de herwaardering van de bestaande verlofverplichting als gevolg van de cao-verhoging.

Toelichting op het resultaat

In deze suppletoire begroting wordt rekening gehouden met een verlies van € 6,0 mln. Dit wordt veroorzaakt doordat besloten is de cao-verhoging in 2024 niet tussentijds door te belasten aan het bedrijfsleven. Vanaf 1 januari 2025 wordt dit wél meegenomen in de nieuwe tarieven voor het bedrijfsleven. Het verlies van € 6,0 mln. zal ten laste van het eigen vermogen komen, conform besluit in bestuurlijke driehoek.

1. Rekening-courant RHB 1 januari + depositorekeningen 65.740 0 65.740
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) 622.458 16.399 638.857
Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–) –/–614.195 –/– 22.399 –/– 636.594
2. Totaal operationele kasstroom 8.263 –/– 6.000 2.263
Totaal investeringen (–/–) –/– 12.050 0 –/– 12.050
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) 0 0 0
3. Totaal investeringskasstroom –/– 12.050 0 –/– 12.050
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–) 0 0 0
Eenmalige storting door moederdepartement (+) 0 0 0
Aflossingen op leningen (–/–) –/– 6.500 0 –/– 6.500
Beroep op leenfaciliteit (+) 12.050 0 12.050
4. Totaal financieringskasstroom 6.056 0 6.056
5. Rekening-courant RHB 31 december (=1+2+3+4) 68.009 –/– 6.000 62.009

Toelichting

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom is € 6,0 mln. lager dan begroot, doordat besloten is de cao-verhoging in 2024 niet tussentijds door te belasten aan het bedrijfsleven. Vanaf 1 januari 2025 wordt dit wél meegenomen in de nieuwe tarieven voor het bedrijfsleven.

Rekening courant

De verwachte stand rekening-courant neemt ten opzichte van de eerste suppletoire begroting af met € 6,0 mln. tot € 62,0 mln.

Tarieven
Gemiddelde kostprijs (€/uur) 136,03 148,66
Index 2012 = € 94,07 = 100 144,61 158,03
Omzet per productgroep (in € mln.)
Toezicht (moeder- en overige departementen; exclusief EGB’n) 394,4 410,8
Overige producten (derden) 134,4 134,4
Percentage meerwerk t.o.v. Jaarplan 0,00% 0,00%
FTE
Aantal FTE (excl. Externe inhuur)1 3.310 3.310
Verhouding FTE direct/indirect (exclusief externe inhuur) 2.615/695 2.615/695
Salariskosten per fte 98.018 104.663
Saldo van baten en lasten
Saldo van baten en lasten als % van de totale baten 0% –/– 1,01%
Kwaliteit
Afhandelsnelheid informatieverzoeken, klachten en meldingen 90% 90%
Tijdig betaalde facturen (< 30 dagen) 95% 95%
1 De gemiddelde bezetting is niet alleen exclusief herplaatsingskandidaten, maar ook exclusief Van-WerkNaarWerk-kandidaten.

Toelichting

Het toegekende meerwerk t.o.v. het Jaarplan bij de 1ste Jaarplanwijziging is per saldo dusdanig beperkt dat het percentage meerwerk afgerond uitkomt op 0,00%.

C DE BEGROTING VAN HET DIERGEZONDHEIDSFONDS (F)

Art. Verplichtingen 21.966 15.315 37.281
Uitgaven 40.794 0 40.794
1.2 Bestrijding van dierziekten (opdrachten) 11.644 0 11.644
Bestrijding van dierziekten (opdrachten) 11.644 0 11.644
Bestrijding van dierziekten (opdrachten) 11.644 0 11.644
1.4 Overig (opdrachten) 1.155 0 1.155
Overig (opdrachten) 1.155 0 1.155
Overig (opdrachten) 1.155 0 1.155
1.8 Bestrijding van dierziekten (schade)vergoedingen 4.092 0 4.092
Bestrijding van dierziekten (schade)vergoedingen 4.092 0 4.092
Bestrijding van dierziekten (schade)vergoedingen 4.092 0 4.092
1.9 Overig (subsidies) 737 0 737
Overig (subsidies) 737 0 737
Overig (subsidies) 737 0 737
1.15 Bewaking (Bijdrage aan ZBO's / RWT's) 22.159 0 22.159
Bewaking (Bijdrage aan ZBO's / RWT's) 22.159 0 22.159
Bewaking (Bijdrage aan ZBO's / RWT's) 22.159 0 22.159
1.16 Overig (bijdrage aan ZBO's / RWT's) 1.007 0 1.007
Overig (bijdrage aan ZBO's / RWT's) 1.007 0 1.007
Overig (bijdrage aan ZBO's / RWT's) 1.007 0 1.007
Ontvangsten 31.558 0 31.558

Toelichting

Bewaking van dierziekten (subsidies)

Tijdens het opstellen van de ontwerpbegroting 2024 zijn er te weinig verplichtingen aangegaan op bewaking van dierziekten (subsidies). In de 1e suppletoire begroting 2024 zijn deze verplichtingen overgeheveld naar bijdrage aan ZBO's/RWT's (bewaking). Dit omdat de bijdrage aan de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) voor bewaking van dierziekten vanaf 2025 wordt verantwoord onder bijdrage aan ZBO's/RWT's (bewaking). Het verhogen van de verplichtingen nu voorkomt negatieve standen op bewaking (subsidies).

Overig (subsidies)

Tijdens het opstellen van de ontwerpbegroting 2024 zijn er te weinig verplichtingen aangegaan op overig (subsidies). In de 1e suppletoire begroting 2024 zijn deze verplichtingen overgeheveld naar bijdrage aan ZBO's/RWT's (overig). Dit omdat de bijdrage aan GD voor overige werkzaamheden vanaf 2025 wordt verantwoord onder bijdrage aan ZBO's/RWT's (overig). Het verhogen van de verplichtingen nu voorkomt negatieve standen op overig (subsidies).

Art. Ontvangsten 31.558 0 31.558
1.10 Ontvangsten LNV 12.373 0 12.373
Ontvangsten LNV 12.373 0 12.373
Ontvangsten LNV 12.373 0 12.373
1.11 Ontvangsten sector 14.079 0 14.079
Ontvangsten sector 14.079 0 14.079
Ontvangsten sector 14.079 0 14.079
1.12 Ontvangsten EU 419 0 419
Ontvangsten EU 419 0 419
Ontvangsten EU 419 0 419
1.13 Bijdrage sector crisisreserve 4.687 0 4.687
Bijdrage sector crisisreserve 4.687 0 4.687
Bijdrage sector crisisreserve 4.687 0 4.687