Memorie van toelichting
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met Miljoenennota)
Memorie van toelichting
Nummer: 2024D33699, datum: 2024-09-17, bijgewerkt: 2024-09-30 11:43, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36613-XII-2).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit PVV kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36613 XII-2 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met Miljoenennota).
Onderdeel van zaak 2024Z13740:
- Indiener: B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2024-09-19 15:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-09-23 14:00: Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met Miljoenennota) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2024-09-25 10:15: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2024-10-08 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2024-10-09 10:15: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 613 XII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met Miljoenennota)
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2024 wijzigingen aan te brengen in:
de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat;
de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B. Madlener
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1 Leeswijzer
Algemeen
De opzet en structuur van de onderliggende suppletoire begroting voor Hoofdstuk XII is gebaseerd op de Rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën.
Naar aanleiding van de aanbevelingen van het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven (BOR) (Kamerstukken II, 2014–2015, 31 865, nr. 66) zijn in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2024 de onderstaande uniforme ondergrenzen opgenomen, die worden gehanteerd bij het toelichten van de budgettaire gevolgen van beleid. De beleidsmatige mutaties en technische mutaties groter dan of gelijk aan onderstaande tabel worden op het niveau van de totale verplichtingen en de financiële instrumenten toegelicht. Dit houdt in dat financiële instrumenten waarbij het verschil kleiner is dan de aangegeven norm niet worden toegelicht, tenzij deze beleidsmatig toch relevant zijn.
< 50 | 1 | 2 |
=> 50 en < 200 | 2 | 4 |
=> 200 en < 1.000 | 5 | 10 |
=> 1.000 | 10 | 20 |
2 Beleidsartikelen
2.1 Artikel 11 Integraal Waterbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Art. | Verplichtingen | 222.542 | 498 | 223.040 |
Uitgaven | 85.533 | – 2.672 | 82.861 | |
11.1 | Algemeen waterbeleid | 56.969 | – 852 | 56.117 |
Opdrachten | 18.358 | – 5.505 | 12.853 | |
Partners voor Water (HGIS) | 9.448 | – 3.000 | 6.448 | |
Overige HGIS opdrachten | 1.752 | – 198 | 1.554 | |
Regie Innovatie | 965 | 0 | 965 | |
Overige opdrachten | 6.193 | – 2.307 | 3.886 | |
Subsidies (regelingen) | 18.661 | 2.913 | 21.574 | |
Overige HGIS subsidies | 6.500 | 398 | 6.898 | |
Partners voor Water 5 (HGIS) | 4.000 | 0 | 4.000 | |
NGF NL2120 | 7.033 | 2.550 | 9.583 | |
Overige subsidies | 1.128 | – 35 | 1.093 | |
Bijdrage aan agentschappen | 16.046 | 1.095 | 17.141 | |
Bijdrage aan agentschap RWS | 15.436 | 1.065 | 16.501 | |
Bijdrage aan agentschap KNMI | 610 | 30 | 640 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 3.264 | 120 | 3.384 | |
NGF NL2120 | 3.164 | – 180 | 2.984 | |
Overige bijdragen | 100 | 300 | 400 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 640 | 525 | 1.165 | |
Overige bijdragen | 640 | 525 | 1.165 | |
11.2 | Waterveiligheid | 2.432 | 0 | 2.432 |
Opdrachten | 2.432 | 0 | 2.432 | |
Waterveiligheid | 2.225 | 0 | 2.225 | |
Overige opdrachten | 207 | 0 | 207 | |
11.3 | Grote oppervlaktewateren | 939 | – 44 | 895 |
Opdrachten | 939 | – 44 | 895 | |
RWS Zuid-Westelijke Delta | 425 | 0 | 425 | |
Overige opdrachten | 514 | – 44 | 470 | |
11.4 | Waterkwaliteit | 25.193 | – 1.776 | 23.417 |
Opdrachten | 5.795 | 667 | 6.462 | |
Noordzee en oceanen | 1.782 | 336 | 2.118 | |
Overige opdrachten | 4.013 | 331 | 4.344 | |
Subsidies (regelingen) | 17.177 | – 2.525 | 14.652 | |
NGF GPWT | 15.980 | – 2.540 | 13.440 | |
Overige subsidies | 1.197 | 15 | 1.212 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 2.221 | 82 | 2.303 | |
Overige bijdragen | 2.221 | 82 | 2.303 | |
Ontvangsten | 0 | 250 | 250 |
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt met € 0,5 miljoen verhoogd. De verplichtingenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven ondergrens en worden daarom niet toegelicht.
Uitgaven
Artikel 11.01 Algemeen Waterbeleid
Opdrachten
De verlaging van dit instrument met per saldo € 5,5 miljoen wordt met name veroorzaakt door de volgende mutaties:
Loonbijstelling: de toedeling van de ontvangen loonbijstelling (– € 1,1 miljoen) die wordt ingezet bij de bijdrage aan agentschappen op dit artikelonderdeel.
Kasschuif PvW opdrachten: door de kasschuif (– € 3,0 miljoen) zal het kasritme aansluiten met het werkplan (afstemming met partners) waardoor de continuïteit van het programma minder in het geding raakt. Er wordt met RVO gesproken om te sturen op lagere uitputting om deze kasschuif te kunnen faciliteren
Diverse mutaties: tot slot zijn er diverse kleine mutaties die het resterende verschil van (– € 1,1 miljoen) verklaren.
Subsidies
De verhoging van dit instrument met per saldo € 2,9 miljoen wordt met name veroorzaakt door de volgende mutaties:
Kasschuif NGF-subsidies NL2120: de uitwerking van het NGF-project NL2120 heeft geleid tot een gewijzigd ritme waarin de middelen aan de consortiumpartners beschikbaar worden gesteld. Met deze mutatie (€ 2,6 miljoen) wordt er kas vanuit latere jaren naar voren geschoven.
Diverse mutaties: tot slot zijn er diverse kleine mutaties die het resterende verschil van (€ 0,3 miljoen) verklaren.
Bijdragen aan agentschappen
De verhoging van dit instrument met per saldo € 1,1 miljoen wordt met name veroorzaakt door de hierboven genoemde mutatie van de loonbijstelling (€ 1,1 miljoen).
Artikel 11.04 Waterkwantiteit
Subsidies
De verlaging van dit instrument met per saldo – € 2,5 miljoen wordt met name veroorzaakt door de volgende mutatie:
Kasschuif NGF-subsidies Groeiplan Watertechnologie (GPWT): de uitwerking van het NGF-project GPWT heeft geleid tot een gewijzigd ritme waarin de middelen aan de consortiumpartners beschikbaar worden gesteld. Met deze mutatie (– € 2,5 miljoen) wordt er kas naar latere jaren geschoven.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
Wettelijke grondslag subsidieverlening
In de tabel Budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is een bedrag van maximaal € 3.600.000 aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2024 opgenomen. Een bedrag van maximaal € 3.600.000 heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor de bemensing van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) (en daarbij het faciliteren van gebiedsprocessen, kennisuitwisseling en communicatie om te werken aan voldoende, schoon en ecologisch gezond water in agrarische gebieden, conform de doelstellingen van het Deltafonds,) aan de Stichting LTO Programma’s en projecten. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.
2.2 Artikel 13 Bodem en Ondergrond
Budgettaire gevolgen van beleid
Art. | Verplichtingen | 210.248 | – 3.478 | 206.770 |
Uitgaven | 144.063 | – 3.478 | 140.585 | |
13.4 | Ruimtegebruik bodem | 144.063 | – 3.478 | 140.585 |
Opdrachten | 30.336 | – 7.345 | 22.991 | |
Bodem en STRONG | 17.444 | – 111 | 17.333 | |
RWS Leefomgeving | 2.740 | 0 | 2.740 | |
Fysieke Leefomgeving Omgevingswet (FLOW) | 7.427 | – 7.270 | 157 | |
Overige opdrachten | 2.725 | 36 | 2.761 | |
Subsidies (regelingen) | 27.685 | 0 | 27.685 | |
Bedrijvenregeling | 16.000 | 0 | 16.000 | |
Subsidie Caribisch Nederland | 10.335 | 0 | 10.335 | |
Overige subsidies | 1.350 | 0 | 1.350 | |
Bijdrage aan agentschappen | 8.385 | 559 | 8.944 | |
Bijdrage aan agentschap RWS | 4.154 | 286 | 4.440 | |
Bijdrage aan agentschap RIVM | 4.231 | 273 | 4.504 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 77.649 | 3.316 | 80.965 | |
Meerjarenprogramma Bodem | 77.649 | 1.852 | 79.501 | |
Bijdragen aan Caribisch Nederland | 0 | 1.464 | 1.464 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 8 | – 8 | 0 | |
Overige bijdragen | 8 | – 8 | 0 | |
Ontvangsten | 0 | 1.500 | 1.500 |
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt met € 3,5 miljoen verlaagd. Dit wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Uitgaven
Artikel 13.04 Ruimtelijk gebruik Bodem
Opdrachten
De verlaging van dit instrument met per saldo – € 7,3 miljoen wordt met name veroorzaakt door de volgende mutaties:
– BZK overboeking DSO-LV (– € 4,4 miljoen): dit betreft een overboeking naar BZK voor beheer DSO LV. Op grond van de beheerovereenkomst Digitaal Stelsel Omgevingswet-Landelijke Voorziening en het Informatiepunt Leefomgeving (DSO-LV en IPLO).
BZK overboeking IPLO (– € 2,2 miljoen): dit betreft een overboeking naar BZK voor de extra kosten van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) Helpdesks vanwege het uitstellen van de inwerkingtreding van de Omgevingswet.
– BZK overboeking STR (– € 1,9 miljoen): dit betreft een overboeking naar BZK voor het Service Team Rijk. Dit is een bijdrage die volgt uit het meerjarenbegroting jaarplan conform afspraken in de stuurgroep Omgevingsrecht. Over de daadwerkelijke kosten vindt jaarlijks nacalculatie plaats conform de vastgestelde systematiek.
– Teruggave bijdrage sanering EMK terrein: betreft een teruggave van provincie Zuid-Holland aan het Rijk omtrent de bijdrage (€ 1,5 miljoen) voor de sanering van het EMK-terrein. Om deze middelen te behouden voor het project wordt deze ontvangst gedesaldeerd en als uitgavebudget weer toegevoegd aan dit artikel.
– Diverse mutaties: tot slot zijn er diverse kleine mutaties die het resterende verschil € 1,1 miljoen verklaren.
Bijdragen aan medeoverheden
De verhoging van dit instrument met per saldo € 3,3 miljoen wordt veroorzaakt door de volgende mutaties:
– Teruggave reservering bijdrage Oekraïne (€ 2,9 miljoen): bij de Voorjaarsnotabesluitvorming is door alle directies een reservering getroffen voor een bijdrage aan Oekraïne. Deze bijdrage aan Oekraïne ging niet door, waardoor de middelen terugvloeien naar de directies.
– LVVN overboekingen milieuplan Caribisch Nederland (€ 1,8 miljoen): dit betreft twee overboekingen van LNV naar IenW voor afvalwaterbeheer (€ 1,5 miljoen) en regenwaterbeheerplannen (€ 0,3 miljoen) op de eilanden. Het gaat hier om extra Coalitie akkoord middelen (Rutte IV) die zijn toegekend voor de uitvoering van de eerste fase van het Natuur en milieubeleidsplan Caribisch Nederland.
– Defensie overboeking PFAS (– € 1,0 miljoen): dit betreft een overboeking naar het Ministerie van Defensie voor de saneringsafspraak afhandeling PFAS-verontreiniging te Soesterberg.
– Diverse mutaties: tot slot zijn er diverse kleine mutaties die het resterende verschil € 1,1 miljoen verklaren.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven ondergrens en worden daarom niet toegelicht.
2.3 Artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid
Budgettaire gevolgen van beleid
Art. | Verplichtingen | 615.160 | – 6.705 | 608.455 |
Uitgaven | 572.609 | – 97.183 | 475.426 | |
14.1 | Netwerk | 39.782 | – 7.536 | 32.246 |
Opdrachten | 21.233 | – 8.031 | 13.202 | |
Wegverkeersbeleid | 7.029 | – 220 | 6.809 | |
Voertuigen en Digitale Infrastructuur | 5.938 | – 495 | 5.443 | |
Overige opdrachten | 8.266 | – 7.316 | 950 | |
Bijdrage aan agentschappen | 9.340 | 0 | 9.340 | |
Bijdrage aan agentschap RWS | 7.659 | 0 | 7.659 | |
Overige bijdragen | 1.681 | 0 | 1.681 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 8.301 | 0 | 8.301 | |
Bijdrage aan Caribisch Nederland | 8.194 | 0 | 8.194 | |
Regionale bijdrage MIRT | 107 | 0 | 107 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 908 | 495 | 1.403 | |
Overige bijdragen | 908 | 495 | 1.403 | |
14.2 | Verkeersveiligheid | 48.198 | – 10.211 | 37.987 |
Opdrachten | 3.910 | 68 | 3.978 | |
Opdrachten Verkeersveiligheid | 3.910 | 68 | 3.978 | |
Subsidies (regelingen) | 12.039 | 0 | 12.039 | |
Veilig Verkeer Nederland (VVN) | 4.391 | 0 | 4.391 | |
Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) | 4.447 | 0 | 4.447 | |
Overige subsidies | 3.201 | 0 | 3.201 | |
Bijdrage aan agentschappen | 743 | 0 | 743 | |
Bijdrage aan agentschap RWS | 743 | 0 | 743 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 33 | 0 | 33 | |
Overige Bijdragen | 33 | 0 | 33 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 1.973 | 721 | 2.694 | |
Bijdrage aan CBR | 1.973 | – 79 | 1.894 | |
Overige bijdragen | 0 | 800 | 800 | |
(Schade)vergoeding | 29.500 | – 11.000 | 18.500 | |
Stint | 29.500 | – 11.000 | 18.500 | |
14.3 | Slimme en duurzame mobiliteit | 484.629 | – 79.436 | 405.193 |
Opdrachten | 76.434 | – 17.532 | 58.902 | |
Innovatie en Intelligente Transportsystemen | 11.820 | – 4.108 | 7.712 | |
Klimaatakkoord | 10.434 | – 10.434 | 0 | |
Verkeersemissies | 584 | 243 | 827 | |
KF: Laadinfra wegverkeer | 1.981 | – 1.315 | 666 | |
Programma Vergroening Reisgedrag | 8.751 | – 2.050 | 6.701 | |
Verduurzaming logistiek | 0 | 7.646 | 7.646 | |
NGF: Dutch Metropolitan Innovations (DMI) | 22.142 | – 3.000 | 19.142 | |
KF: Laadinfra bouw | 2.521 | – 2.521 | 0 | |
Overige opdrachten | 18.201 | – 1.993 | 16.208 | |
Subsidies (regelingen) | 351.692 | – 72.567 | 279.125 | |
Duurzame Mobiliteit | 24.599 | – 5.900 | 18.699 | |
Elektrisch Vervoer | 151.659 | – 9.000 | 142.659 | |
Laad en AanZET | 68.000 | – 1.250 | 66.750 | |
Bronmaatregelen Stikstof | 49.106 | – 15.000 | 34.106 | |
KF: Laadinfra wegvervoer | 0 | 11.805 | 11.805 | |
KF: Laadinfra Bouw | 54.822 | – 53.222 | 1.600 | |
Overige Subsidies | 3.506 | 0 | 3.506 | |
Bijdrage aan agentschappen | 26.943 | – 112 | 26.831 | |
Bijdrage agentschap RWS | 4.584 | 50 | 4.634 | |
Bijdrage agentschap NEA | 5.572 | – 378 | 5.194 | |
Bijdrage agentschap RVO | 16.404 | 216 | 16.620 | |
Bijdrage aan agentschap RIVM | 383 | 0 | 383 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 26.166 | 10.300 | 36.466 | |
Duurzame Mobiliteit | 11.150 | 10.300 | 21.450 | |
Mobiliteit en Gebieden | 1.000 | 0 | 1.000 | |
KF – Laadinfra | 0 | 14.016 | 14.016 | |
Overige bijdragen | 14.016 | – 14.016 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 120 | 125 | 245 | |
Overige bijdragen | 120 | 125 | 245 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 3.274 | 350 | 3.624 | |
Overige bijdragen | 3.274 | 350 | 3.624 | |
Ontvangsten | 5.782 | – 163 | 5.619 |
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt met € 6,7 miljoen verlaagd. Dit wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Uitgaven
Artikel 14.01 Netwerk
Opdrachten
De verlaging van het opdrachtenbudget met – € 8,0 miljoen wordt met name veroorzaakt door:
– Advies-Roemer rijonderwijs (– € 1,0 miljoen): voor de uitvoering van het advies-Roemer (Kamerstuk 29 398, nr. 1110) over de kwaliteitsverbetering van de rijschoolbranche wordt budget vrijgemaakt. Hiervoor wordt een deel van de prijsbijstelling ingezet.
– Teruggave reservering bijdrage Oekraïne (€ 2,3 miljoen): bij de Voorjaarsnotabesluitvorming is door alle directies een reservering getroffen voor een bijdrage aan Oekraïne. Deze bijdrage aan Oekraïne ging niet door, waardoor de middelen terugvloeien naar de directies.
– Boordcomputer Taxi (BCT) (– € 1,3 miljoen): de ILT voert de controle op de Boordcomputer Taxi (BCT) uit. Hiervoor wordt vanuit artikel 14 en 16 een bijdrage gedaan. Met deze mutatie wordt budget overgeboekt naar artikel 16, waaruit het in één keer wordt overgemaakt naar de ILT (artikel 24).
– Kasschuif CER/NIS2 en opdrachten KNMI en ILT (– € 6,0 miljoen): voor de dekking van de implementatie van de Europese richtlijnen CER en NIS2 en enkele opdrachten aan het KNMI en de ILT wordt budget in de juiste jaren gezet middels een kasschuif (uit 2024 en 2025 naar 2026 – 2029).
– Diverse mutaties: tot slot zijn er diverse kleine mutaties die het resterende verschil van € 2,0 miljoen verklaren.
Artikel 14.02 Verkeersveiligheid
(Schade)vergoedingen
De verlaging van het budget voor (schade)vergoedingen met – € 11,0 miljoen wordt veroorzaakt door:
– Stint (– € 11,0 miljoen): voor de afhandeling van het tweede deel van de schadevergoeding wordt nog een proces gestart. De uitkomst hiervan brengt mogelijk kosten met zich mee. De kosten worden dan volgend jaar pas verwacht. Hierdoor zal een deel van het budget pas na de jaarwisseling mogelijk tot uitkering leiden.
Artikel 14.03 Slimme en Duurzame Mobiliteit
Opdrachten
De verlaging van het opdrachtenbudget met – € 17,5 miljoen wordt met name veroorzaakt door:
– Overboeking vanuit MF voor campagne «Kort Ritje dat is zo Gefietst» (€ 2,0 miljoen): voor de uitvoering van de campagne «Kort Ritje dat is zo Gefietst», inclusief bureau- en mediakosten, wordt budget overgeboekt vanuit de getroffen reservering op het MF.
– Kasschuif Vergroenen reisgedrag (– € 1,5 miljoen): bij de 1e suppletoire begroting 2024 zijn de tweede tranche middelen Vergroenen opgevraagd met het kasritme waarmee ze op de AP stonden. Er is op basis van dat kasritme een bestedingsplan opgesteld dat niet geheel gerealiseerd kan worden, mede door capaciteitsgebrek. Hierdoor is het noodzakelijk om de middelen naar latere jaren te schuiven.
– Kasschuif verduurzaming logisitiek (– € 1,0 miljoen): een deel van de middelen voor opdrachten voor de verduurzaming van logistiek worden doorgeschoven van 2024 naar 2025, omdat een aantal grote inkoopopdrachten dit jaar starten, maar achteraf gefactureerd worden.
– Kasschuif Innovatie deelmobiliteit (– € 1,5 miljoen): voor deelmobiliteit is € 2,8 miljoen toegevoegd bij de 1e suppletoire begroting 2024. De uitvoering en de aanbestedingen van de onderliggende opdrachten vergen meer tijd, waardoor een deel van de middelen in 2025 wordt besteed.
– Kasschuif NGF-project Dutch Metropolitan Innovations (DMI) (– € 3,0 miljoen): dit betreft een verschuiving van middelen van 2024 naar 2025, omdat de contracten later zijn gesloten dan verwacht, waardoor een deel van de uitgaven doorschuift naar 2025.
– Kasschuif Klimaatfonds Laadinfrastructuur Bouw (– € 2,5 miljoen): het budget moet nog naar het juiste financiële instrument worden overgeboekt voor het subsidiespoor laadinfrastructuur van SSEB. De verwachting is dat dit gebeurt bij VJN2025.
– Kasschuif Klimaatfonds Zero emissie zones (– € 1,3 miljoen): het budget voor ondersteuning bij het invoeren van zero-emissiezones is later benodigd en moet nog naar het juiste financiële instrument worden overgeboekt. De verwachting is dat ditgebeurt bij VJN2025.
– Kasschuif Reservering Klimaatakkoord (– € 5,4 miljoen): dit betreft een kasschuif van de gereserveerde kasmiddelen voor de opdrachten elektrisch vervoer en verduurzaming in logistiek. Het betreft onder andere kasuitgaven voor opdrachten die reeds zijn vastgelegd of nog in 2024 worden vastgelegd met een meerjarige betalingsverplichting.
– Diverse mutaties: tot slot zijn er diverse kleine mutaties die het resterende verschil van € 3,3 miljoen verklaren.
Subsidies
De verlaging van het subsidiebudget met – € 72,6 miljoen wordt met name voorzaakt door:
– Kasschuif Subsidie Touringcar (– € 1,0 miljoen): voor de subsidie Touringcar wordt budget van 2024 naar 2025 geschoven. Hiermee worden de middelen in lijn gebracht met de raming van de RVO, waarbij wordt verwacht dat de facturen voor € 1,0 miljoen in 2025 plaatsvinden.
– Kasschuif Subsidie SWIM (– € 5,0 miljoen): voor de subsidie Waterstof in mobiliteit (SWIM) wordt budget van 2024 naar 2025 geschoven. De SWIM-regeling, gefinancierd uit de klimaatakkoordmiddelen, wordt als tenderregeling verplicht. De uitvoering loopt enige vertraging op, waardoor de betalingen voor een deel naar volgend jaar verschuiven.
– Kasschuif subsidie SEBA (– € 9,0 miljoen): voor de aanschafsubsidie Emissieloze Bedrijfsauto's (SEBA) wordt budget van 2024 naar 2025 geschoven. Hiermee worden de middelen in lijn gebracht met de raming van de RVO.
– Kasschuif subsidie bronmaatregelen stikstof (– € 15,0 miljoen): voor de subsidies Schoon en Emissieloos Bouwmaterieel SEBB en Topsector Logistiek (TSL) wordt budget van 2024 naar 2025 geschoven. Hiermee worden de middelen in lijn gebracht met de raming van de RVO.
– Kasschuif Subsidie Private Laadinfrastructuur (– € 41,4 miljoen): de middelen voor de Subsidieregeling Private Laadinfrastructuur bij bedrijven (SPRILA) zijn afkomstig uit het Transitiefonds. Het doel van deze regeling is het stimuleren van investeringen gericht op versnelling van de uitrol van private laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen. De middelen zijn aanvankelijk één op één overgeboekt naar het financiële instrument subsidies. De meest actuele inschattingen van de RVO en de wijze van verdelen van de subsidiemiddelen conform de gepubliceerde regeling leiden ertoe dat de kasmiddelen over de jaren heen moeten worden herverdeeld, zodat deze beter aansluiten de verwachte kasuitgaven.
– Overboeking naar MF Vrachtwagenheffing (– € 1,3 miljoen): dit betreft een overboeking naar het MF voor de uitvoeringskosten van de RVO voor de Vrachtwagenheffing.
– Diverse mutaties: tot slot zijn er diverse kleine mutaties die het resterende verschil verklaren.
Bijdragen aan medeoverheden
De verhoging van de bijdragen aan medeoverheden met € 10,3 miljoen wordt met name veroorzaakt door:
– EZK Nationale Agenda Laadinfrastructuur (€ 13,0 miljoen): het Rijk en decentrale overheden werken samen aan het stimuleren van emissieloze mobiliteit via reigonale samenwerkingsverbanden, daarom worden via deze interdepartementele budgetoverboeking middelen aan IenW overgeboekt.
– Bijdrage medeoverheden DuMo (– € 2,7 miljoen): dit betreft het verplaatsen van middelen van 2024 naar 2025 voor de SPUK naar de gemeenten voor de schone brom- en snorfiets. Deze SPUK valt onder de SPUK Schone Lucht Akkoord, waarmee de scooterinruilregeling mogelijk wordt gemaakt.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
2.4 Artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor
Budgettaire gevolgen van beleid
Art. | Verplichtingen | 430.509 | 6.044 | 436.553 |
Uitgaven | 446.317 | 1.972 | 448.289 | |
16.1 | OV en Spoor | 417.463 | 14.730 | 432.193 |
Opdrachten | 4.484 | 2.085 | 6.569 | |
OV & Stations | 0 | 2.767 | 2.767 | |
ACM | 1.807 | 0 | 1.807 | |
Overige opdrachten | 2.677 | – 682 | 1.995 | |
Subsidies (regelingen) | 80.154 | 57.640 | 137.794 | |
NS Sociale Veiligheid | 2.000 | 1.150 | 3.150 | |
Overige subsidies | 78.154 | 56.490 | 134.644 | |
Bijdrage aan agentschappen | 1.216 | 5 | 1.221 | |
Bijdrage aan agentschap RWS | 880 | 0 | 880 | |
Bijdrage aan agentschap KNMI | 15 | 0 | 15 | |
Bijdrage aan agentschap RVO | 321 | 5 | 326 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 331.507 | – 45.000 | 286.507 | |
CLU Betuweroute en HSL | 2.477 | 0 | 2.477 | |
Overige bijdragen | 329.030 | – 45.000 | 284.030 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 102 | 0 | 102 | |
Overige bijdragen | 102 | 0 | 102 | |
16.2 | Maatregelenpakket OVS | 28.854 | – 12.758 | 16.096 |
Subsidies (regelingen) | 28.854 | – 12.758 | 16.096 | |
Beschikbaarheidsvergoeding OV-sector | 11.356 | – 2.758 | 8.598 | |
Transitievangnet OV | 17.498 | – 10.000 | 7.498 | |
Ontvangsten | 46.584 | – 1.700 | 44.884 |
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 16 is in 2024 met € 6 miljoen verhoogd. Dit wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Uitgaven
Artikel 16.01 OV en Spoor
Opdrachten
Per saldo is het budget voor opdrachten in 2024 met € 2,1 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 1,9 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door de volgende mutaties:
Boordcomputer Taxi: de ILT voert de controle uit op de Boordcomputer Taxi (BCT). Hiervoor wordt vanuit het opdrachtenbudget budget overgeboekt naar de ILT (artikel 24). Voor de uitvoering van de controle op de Boordcomputer Taxi (BCT) wordt met een interne overboeking in 2024 met € 1,3 miljoen bijgedragen. Deze middelen worden overgeboekt naar artikel 16 waar het (in zijn geheel) opgevraagd kan worden.
Diverse mutaties: Tot slot zijn er diverse kleine mutaties, in 2024 met € 0,8 miljoen die het resterende verschil verklaren.
Subsidies
Per saldo is het budget voor subsidies in 2024 met € 57,6 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door de volgende mutaties:
Motie-Bikker bijdrage NS: als gevolg van de motie-Bikker c.s. wordt een incidentele bijdrage gedaan aan de NS ter voorkoming van de voorziene prijsstijgingen in 2024. Hiervoor is met de nota van wijziging op de Ontwerpbegroting 2024 (Kamerstuk 36 410-XII, nr. F) budget vrijgemaakt vanuit het Mobiliteitsfonds en vanuit de Aanvullende Post (AP) van het Ministerie van Financiën. De middelen vanuit het Mobiliteitsfonds zijn bij Voorjaarsnota 2024 op het juiste instrument gezet. De € 45 miljoen vanuit de Aanvullende Post (AP) van het Ministerie van Financiën is eerst geplaatst op bijdrage aan medeoverheden, maar wordt met deze mutatie overgeheveld naar subsidies, omdat de totale bijdrage wordt gedaan via een subsidie aan de NS.
Overheveling EOV naar HXII subsidies Spoorgoederenvervoer: de middelen voor de Tijdelijke subsidieregeling opstellen en rangeren spoorgoederenvervoer 2023–2025 worden overgeboekt naar HXII. Het gaat om € 7 miljoen, waarvoor middelen gereserveerd staan op het budget van artikel 13 op het MF.
Overboeking van MF naar HXII Wind in de Zeilen: in 2020 heeft het kabinet met Zeeland en Vlissingen het pakket Wind in de Zeilen afgesproken als compensatie voor het annuleren van de marinierskazerne in Vlissingen. Onderdeel van het pakket zijn verbeteringen op het spoor. IenW verstrekt binnen het pakket Wind in de Zeilen middelen aan de provincie Zeeland voor het verbeteren van de bereikbaarheid. Het aandeel IenW bedraagt maximaal € 2,25 miljoen per jaar (in ieder geval voor de looptijd van de HRN-concessie 2025–2033; totaal 20 miljoen). Vanaf 2025 zijn de maatregel en de jaarlijkse bijdrage immers verankerd in de nieuwe HRN-concessie met NS. Voor de uitbreiding van de dienstregeling van de NS wordt nu budget ter hoogte van € 4,5 miljoen in 2024 overgeheveld vanuit het MF naar artikel 16 vanuit waar de specifieke uitkering wordt verstrekt.
Diverse mutaties: tot slot zijn er diverse kleine mutaties in 2024 met € 1,2 miljoen, die het resterende verschil verklaren.
Bijdragen aan medeoverheden
Per saldo is het budget voor bijdragen aan medeoverheden in 2024 met € 45 miljoen verlaagd. Dit wordt veroorzaakt door de volgende mutatie:
Motie-Bikker bijdrage NS: de toelichting van deze mutatie is te vinden onder de toelichting van de subsidiemutaties.
Artikel 16.02 Maatregelenpakket OVS
Subsidies
Per saldo is het budget voor subsidies in 2024 met € 12,8 miljoen verlaagd. Dit wordt veroorzaakt door de volgende mutaties:
Overboeking Vrijval Transitievergoeding: dit betreft een overboeking van € 10 miljoen van de vrijval van de Transitievergoeding Openbaar Vervoer van hoofdstuk XII naar de vrije inversteringsruimte op het Mobiliteitfonds.
Bijstelling BVOV: dit betreft de bijstelling van € 2,8 miljoen van de raming van de benodigde Beschikbaarheidsvergoeding OV (BVOV) middelen op basis van de meest recente inzichten. De bijstelling van de raming is het gevolg van terugbetalingen door de ontvangers van de BVOV-bijdragen op basis van (lager vastgestelde) definitieve vaststellingen.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
2.5 Artikel 17 Luchtvaart
Budgettaire gevolgen van beleid
Art. | Verplichtingen | 223.198 | – 80.237 | 142.961 |
Uitgaven | 99.326 | – 21.575 | 77.751 | |
17.1 | Luchtvaart | 99.326 | – 21.575 | 77.751 |
Opdrachten | 26.214 | – 4.162 | 22.052 | |
Geluidsisolatie Schiphol | 131 | 0 | 131 | |
Caribisch Nederland | 392 | – 53 | 339 | |
NGF Project – Luchtvaart in Transitie | 701 | – 214 | 487 | |
GIS-4 regeling | 5.739 | – 2.999 | 2.740 | |
Programma Omgeving Luchthaven Schiphol | 3.321 | – 416 | 2.905 | |
Luchtruim Regio Luchthaven | 2.129 | – 36 | 2.093 | |
Luchtruimherziening | 2.747 | – 500 | 2.247 | |
KF: Luchtvaartverkeer energie | 0 | 125 | 125 | |
Overige opdrachten | 11.054 | – 69 | 10.985 | |
Subsidies (regelingen) | 68.606 | – 17.727 | 50.879 | |
Tarieven Bonaire | 1.670 | 0 | 1.670 | |
Omploegen graanresten | 1.900 | – 199 | 1.701 | |
Klimaatbeleid | 250 | – 225 | 25 | |
NGF-project Luchtvaart in transitie | 62.500 | – 17.761 | 44.739 | |
Subsidie Maatschappelijke Raad Schiphol (MRS) | 1.205 | 0 | 1.205 | |
Overige subsidies | 1.081 | 458 | 1.539 | |
Bijdrage aan agentschappen | 1.719 | 464 | 2.183 | |
Bijdrage aan agentschap RWS | 457 | 27 | 484 | |
Bijdrage aan agentschap KNMI | 30 | 0 | 30 | |
Bijdrage aan agentschap RVO | 636 | – 50 | 586 | |
Bijdrage aan agentschap RIVM | 331 | 169 | 500 | |
Bijdrage aan agentschap RWS (Caribisch Nederland) | 265 | 0 | 265 | |
Bijdrage aan agentschap RVO (NGF) | 0 | 318 | 318 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 80 | 0 | 80 | |
Bijdrage Caribisch Nederland | 80 | 0 | 80 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 1.667 | – 18 | 1.649 | |
ICAO (HGIS) | 1.455 | 0 | 1.455 | |
Overige bijdragen | 212 | – 18 | 194 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 1.040 | – 132 | 908 | |
Overige bijdragen | 1.040 | – 132 | 908 | |
Ontvangsten | 1.795 | – 74 | 1.721 |
Verplichtingen | 223.198 | – 80.237 | 142.961 |
waarvan garantieverplichtingen | 51.800 | 5.500 | 57.300 |
waarvan overige verplichtingen | 171.398 | – 85.737 | 85.661 |
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 17 wordt met € 80,2 miljoen verlaagd. Dit wordt met name verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties. De grootste mutatie is het verschuiven van het verplichtingenbudget voor Luchtvaart in Transitie van € 74,9 miljoen van 2024 naar 2025. Daarnaast wordt er € 10,3 miljoen aan verplichtingen voor GIS-4 verschoven van 2024 naar latere jaren, waarvan € 5,6 miljoen naar 2025 en € 4,7 miljoen naar 2026. Er zijn in 2024 minder middelen nodig dan begroot.
Uitgaven
Artikel 17.01 Luchtvaart
Opdrachten
Per saldo is het budget voor opdrachten in 2024 met € 4,2 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door de volgende mutaties:
Middelen GIS-4: een deel van het budget voor de vierde GIS-regeling wordt verschoven naar 2025. Na het formele akkoord op het projectvoorstel is de raming geactualiseerd. Doordat het project later is gestart dan voorheen verwacht is het kasritme bijgesteld. Dit heeft onder andere te maken met het later afronden van de opdrachtverlening. Er zijn in 2024 minder middelen nodig dan voorheen begroot. Er schuift € 3 miljoen door naar 2025.
Middelen POLS: wegens rechtszaken en andere lopende zaken in Brussel loopt het Programma Omgeving Luchthaven Schiphol vertraging op, waardoor er budget wordt verschoven. Hierdoor gaat € 0,9 miljoen naar 2026 en € 0,1 miljoen naar 2027. Verder wordt er met een overboeking vanuit de bijdrage aan RIVM voor gezorgd dat de programmakosten op het juiste instrument staan. Tot slot wordt er, verspreid over 2024 en 2025, € 0,5 miljoen overgeboekt naar subsidies. Hiermee kan de subsidie Fieldlab aan TU Delft op het juiste instrument vastgelegd kan worden.
Luchtruimherziening: in verband met een administratieve wijziging wordt wordt € 0,5 miljoen overgeboekt naar inhuur (artikel 98).
Klimaatbeleid: het betreft meerdere overboekingen naar opdrachten vanuit subsidies, bijdragen aan agentschappen en inhuur en een herschikking binnen het luchtvaartbudget. In totaal wordt € 0,7 miljoen aan het budget van 2024 toegevoegd.
Middelen ILT: de ILT voert verschillende taken uit op het beleidsterrein Luchtvaart. Hiervoor wordt vanuit het opdrachtenbudget budget overgeboekt naar de ILT (artikel 24), in totaal € 0,7 miljoen. Het gaat onder andere om de Aangepaste Regeling Vergunning Modelvliegverenigingen en een aanpassing in de capaciteit voor de uitvoering van de Europese kaderverordening voor U-Space. Daarnaast worden er middelen verschoven naar 2027, zodat het budget beter aansluit op de ramingen van de ILT.
Diverse kleine mutaties verklaren het resterende verschil.
Subsidies
Per saldo is het budget voor subsidies in 2024 met € 17,7 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door de volgende mutaties:
Kasschuif Luchtvaart in Transitie: een aantal subsidies wordt later vastgelegd dan gepland vanwege een scopewijziging bij een van de deelprojecten en een wijziging in de bevoorschotting op basis van een risicoanalyse. Door de wijziging in de bevoorschotting wordt er in 2024 minder uitbetaald en verschuiven de uitbetalingen naar latere jaren. Er wordt € 17,4 miljoen verschoven naar latere jaren. Daarnaast wordt er € 0,3 miljoen overgeboekt naar bijdragen voor agentschappen, zodat het budget op het juiste instrument komt te staan. Deze middelen hebben betrekking op de RVO.
Diverse kleine mutaties verklaren het resterende verschil.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
Wettelijke grondslag subsidieverlening
In de tabel Budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is een bedrag van maximaal € 750.000 aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2024 opgenomen. Een bedrag van maximaal € 350.000 heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor de bouw van het kennisplatform Luchtvaartveiligheid aan de Stichting Search & Rescue Saba. Een bedrag van maximaal € 400.000 heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor AIS- en ARO-kosten voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba, om te voldoen aan ICAO annex 15 aan Dutch Carribbean Air Navigation Service Provider (DC-ANSP). Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.
2.6 Artikel 18 Scheepvaart en Havens
Budgettaire gevolgen van beleid
Art. | Verplichtingen | 380.025 | – 34.636 | 345.389 |
Uitgaven | 169.923 | – 56.596 | 113.327 | |
18.1 | Scheepvaart en havens | 169.923 | – 56.596 | 113.327 |
Opdrachten | 42.935 | – 4.108 | 38.827 | |
Topsector Logistiek | 4.482 | – 1.100 | 3.382 | |
Caribisch Nederland | 120 | 0 | 120 | |
NGF Project – Digitale Infrastructuur Logistiek | 13.376 | – 676 | 12.700 | |
Verplicht emissielabel | 334 | – 334 | 0 | |
NGF Project – Maritiem Masterplan | 2 | 85 | 87 | |
Zeehavens/ Zeevaart | 3.059 | 364 | 3.423 | |
Zeevaart | 1.254 | – 1.254 | 0 | |
Opdrachten PBNI | 15.200 | 0 | 15.200 | |
Overige opdrachten | 5.108 | – 1.193 | 3.915 | |
Subsidies (regelingen) | 118.386 | – 51.130 | 67.256 | |
Topsector Logistiek | 1.500 | – 1.500 | 0 | |
Walstroom | 32.793 | – 29.320 | 3.473 | |
Subsidie verduurzaming binnenvaartschepen | 25.454 | 14 | 25.468 | |
NGF Project – Zero-emissie binnenvaart batterij-elektrisch | 30.800 | 0 | 30.800 | |
NGF Project – Maritiem Masterplan | 23.540 | – 20.324 | 3.216 | |
Overige subsidies | 4.299 | 0 | 4.299 | |
Bijdrage aan agentschappen | 6.666 | – 1.359 | 5.307 | |
Bijdrage aan agentschap RWS | 3.406 | – 169 | 3.237 | |
NGF Project – Maritiem Masterplan RVO | 641 | – 438 | 203 | |
Overige bijdragen | 2.619 | – 752 | 1.867 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 1.659 | 1 | 1.660 | |
CCR/ IMO HGIS | 1.155 | 1 | 1.156 | |
Overige bijdragen | 504 | 0 | 504 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 277 | 0 | 277 | |
Overige | 277 | 0 | 277 | |
Ontvangsten | 716 | 179 | 895 |
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 18 wordt met € 34,7 miljoen verlaagd. Dit wordt met name verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties. Daarnaast wordt er een correctie gedaan bij het onvoorwaardelijk deel van het Maritiem Masterplan (MMP). Het kas- en verplichtingenbudget stonden abusievelijk niet aan elkaar gelijk. Er wordt € 8,7 miljoen minder verplichtingen budget naar latere jaren geschoven dan kasbudget om dit recht te trekken.
Uitgaven
1. Scheepvaart en Havens
Opdrachten
Per saldo is het budget voor opdrachten in 2024 met € 4,1 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door de volgende mutaties:
Topsector Logistiek (TSL): door latere opdrachtverstrekking is er vertraging gekomen in de uitvoering. Hierdoor schuift € 1,1 miljoen naar latere jaren.
Varend ontgassen: voor diverse opdrachten worden middelen overgeboekt van artikel 18 naar de ILT (artikel 24). De grootste hiervan is vanwege varend ontgassen. Varend ontgassen wordt internationaal verboden door een wijziging in het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart (CDNI). Er wordt € 1,1 miljoen overgeboekt naar de ILT om dit te kunnen handhaven.
Het verschil wordt verklaard door diverse kleine mutaties (– € 1,9 miljoen).
Subsidies
De verlaging van de subsidies met € 51,1 miljoen wordt met name veroorzaakt door de volgende mutaties:
Walstroom Rijksligplaatsen: er komt een aanvullende regeling komt voor stikstof walstroom. Een deel van het beschikbare budget vanuit de stikstofmiddelen wordt ingezet voor het verlengen van de subsidieregeling en een deel wordt ingezet voor walstroom op de Rijksligplaatsen. Met deze overboeking wordt het budget (€ 18,9 miljoen) overgeheveld naar de budgetplaats walstroom Rijksligplaatsen op het MF. De Rijksligplaatsen zijn ligplaatsen waar schepen van het Rijk kunnen aanmeren.
KF kas- en verplichtingenschuif walstroom: er is nog eens kritisch gekeken naar het kasritme voor de klimaatregeling walstroom. In samenspraak met RVO is er voor gekozen om in 2024 € 10,3 miljoen naar achter te schuiven.
NGF-Project Maritiem Masterplan: vanuit het Nationaal Groeifonds (NGF) worden er middelen ontvangen voor het Maritiem Masterplan (MMP) met deze boekingen worden de middelen (€ 20,3 miljoen) in de juiste ritmes gezet en verdeeld over de juiste instrumenten.
Het verschil wordt verklaard door diverse kleine mutaties (– € 1,3 miljoen).
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
Wettelijke grondslag subsidieverlening
In de tabel Budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is een bedrag van maximaal € 3.100.000 aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2024 opgenomen. Dit bedrag heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor activiteiten ter bevordering van de Vroege Fase Opschaling van waterstof in de binnenvaart aan het Samenwerkingsverband Condor dan wel een penvoerder van het samenwerkingsverband dan wel een nog door het samenwerkingsverband op te richten entiteit. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening(en) als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.
2.7 Artikel 19 Internationaal Beleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Art. | Verplichtingen | 10.712 | 94 | 10.806 |
Uitgaven | 11.080 | 94 | 11.174 | |
19.2 | Internationaal beleid, coördinatie en samenwerking | 11.080 | 94 | 11.174 |
Opdrachten | 3.514 | – 83 | 3.431 | |
Uitvoering internationaal HGIS | 1.058 | – 250 | 808 | |
Uitvoering niet-HGIS | 1.414 | – 143 | 1.271 | |
Overige opdrachten | 1.042 | 310 | 1.352 | |
Subsidies (regelingen) | 1.765 | – 643 | 1.122 | |
Interreg | 1.360 | – 643 | 717 | |
Overige subsidies | 405 | 0 | 405 | |
Bijdrage aan agentschappen | 3.157 | 0 | 3.157 | |
Bijdrage aan RWS | 533 | 0 | 533 | |
Bijdrage aan RVO | 2.319 | 0 | 2.319 | |
Bijdrage aan RIVM | 305 | 0 | 305 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 2.644 | 820 | 3.464 | |
Bijdrage HGIS | 2.444 | 250 | 2.694 | |
Bijdrage niet-HGIS | 200 | 570 | 770 | |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
Uitgaven
De uitgavenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
2.8 Artikel 20 Lucht en Geluid
Budgettaire gevolgen van beleid
Art. | Verplichtingen | 67.302 | – 2.069 | 65.233 |
Uitgaven | 68.212 | – 2.069 | 66.143 | |
20.1 | Gezonde lucht en tegengaan geluidhinder | 68.212 | – 2.069 | 66.143 |
Opdrachten | 16.781 | 9 | 16.790 | |
Geluid- en luchtsanering | 7.354 | – 46 | 7.308 | |
Waarvan RWS | 2.092 | – 1.829 | 263 | |
Waarvan RIVM | 6.458 | 0 | 6.458 | |
Overige opdrachten | 877 | 1.884 | 2.761 | |
Bijdrage aan agentschappen | 19.250 | 0 | 19.250 | |
Bijdrage aan agentschap RWS | 3.695 | 0 | 3.695 | |
Bijdrage aan agentschap KNMI | 15 | 0 | 15 | |
Bijdrage aan agentschap RVO | 941 | 0 | 941 | |
Bijdrage aan agentschap RIVM | 14.599 | 0 | 14.599 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 31.705 | – 2.000 | 29.705 | |
Uitvoering geluidsanering | 25.470 | 0 | 25.470 | |
Programma NSL | 6.235 | – 2.000 | 4.235 | |
Bekostiging | 476 | – 78 | 398 | |
Overige bekostiging | 476 | – 78 | 398 | |
Ontvangsten | 1.000 | 0 | 1.000 |
Toelichting
Verplichtingen
De verlaging van het verplichtingenbudget met – € 2,1 miljoen wordt veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Uitgaven
Artikel 20.01 Gezonde Lucht en Tegengaan Geluidshinder
Bijdragen aan medeoverheden
De verlaging van de bijdragen aan medeoverheden met – € 2,0 miljoen wordt veroorzaakt door de volgende mutatie:
– Kasschuif Schone Lucht Akkoord: RVO heeft de prognose fors naar beneden bijgesteld als gevolg van vertraging in de afwikkeling van de in 2021 en 2022 verleende specifieke uitkeringen. De eindafrekeningen en de uitbetalingen van de laatste 20% die in 2024 waren voorzien schuiven door naar 2026.
– De resterende – € 0,1 miljoen wordt verklaard door diverse kleine mutaties.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
2.9 Artikel 21 Circulaire Economie
Budgettaire gevolgen van beleid
Art. | Verplichtingen | 122.289 | – 754 | 121.535 |
Uitgaven | 83.806 | – 14.024 | 69.782 | |
21.5 | Duurzaam Productketens | 83.806 | – 14.024 | 69.782 |
Opdrachten | 22.906 | – 3.353 | 19.553 | |
Uitvoering Duurzame productketens | 11.945 | – 1.803 | 10.142 | |
KF – Circulair doen en gedrag | 1.911 | – 810 | 1.101 | |
KF – Plastics norm | 1.302 | – 955 | 347 | |
KF – Biobased bouwen | 164 | 0 | 164 | |
Overige opdrachten | 7.584 | 215 | 7.799 | |
Subsidies (regelingen) | 33.332 | – 12.205 | 21.127 | |
Subsidies duurzame productketens | 21.045 | – 7.365 | 13.680 | |
KF – DEI + CE | 860 | – 620 | 240 | |
KF – circulair doen en gedrag | 220 | 680 | 900 | |
KF – Plastics norm | 11.207 | – 4.900 | 6.307 | |
Bijdrage aan agentschappen | 24.756 | 1.914 | 26.670 | |
Bijdrage aan RWS | 11.953 | 0 | 11.953 | |
Bijdrage aan RVO | 11.902 | 1.914 | 13.816 | |
Bijdrage aan RIVM | 901 | 0 | 901 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 2.235 | – 435 | 1.800 | |
Caribisch Nederland afvalbeheer | 2.235 | – 435 | 1.800 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 61 | 0 | 61 | |
Overige bijdragen | 61 | 0 | 61 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 516 | 55 | 571 | |
Overige bijdragen | 516 | 55 | 571 | |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
Uitgaven
Artikel 21.05 Duurzame productieketens
Opdrachten
De verlaging van het opdrachtenbudget met – € 3,4 miljoen wordt met name veroorzaakt door de volgende mutaties:
– Monitoring sturing Circulaire Economie 2024: € 2,0 miljoen naar het Planbureau voor de Leefomgevingfinanciering voor het onderzoeksprogramma Monitoringen sturing Circulaire Economie 2024.
– RVO duurzaam onderwijs: € 0,7 miljoen gaat naar subsidies voor de opdracht aan RVO met betrekking tot pilots duurzaam onderwijs en voorbereiding op de subsidieregeling duurzaam onderwijs.
– De resterende – € 0,7 miljoen wordt verklaard door diverse kleine mutaties.
Subsidies
De verlaging van het subsidiebudget met – € 12,2 miljoen wordt met name veroorzaakt door de volgende mutaties:
– Kasschuif stimuleringsprogramma ontwikkeling en opschaling recycling: de subsidieregeling ter ondersteuning van het stimuleringsprogramma ontwikkeling en opschaling recycling zou in 2024 open worden gesteld. De juridische uitwerking, vooral op het gebied van staatssteun, duurt echter langer. Hierdoor schuift de openstelling van de regeling richting het laatste kwartaal in 2024 en vinden de uitgaven later plaats. Daarom is er een kasschuif van – € 7,5 miljoen in 2024.
– Kasschuif maatregel plastic hub: De beoogde (meerjarige) subsidieregeling wordt door RVO uitgevoerd en middels deze kasschuif van – € 4,0 miljoen in 2024 naar 2027 worden de middelen conform RVO raming gebracht. Dit betreft het kennisprogramma dat onderdeel is van de uitvoering van KF maatregel plastic HUB.
– De resterende – € 0,7 miljoen wordt verklaard door diverse kleine mutaties.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
2.10 Artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico's
Budgettaire gevolgen van beleid
Art. | Verplichtingen | 251.295 | 10.404 | 261.699 |
Uitgaven | 77.725 | – 5.146 | 72.579 | |
22.1 | Veiligheid chemische stoffen | 28.733 | – 2.179 | 26.554 |
Opdrachten | 9.156 | – 1.261 | 7.895 | |
KF: NVS | 897 | 0 | 897 | |
Waarvan RWS | 2.617 | – 899 | 1.718 | |
Waarvan RIVM | 1.672 | – 31 | 1.641 | |
Uitvoering Veiligheid | 714 | 263 | 977 | |
Uitvoering stoffen en Milieu & Gezondheid | 1.415 | 161 | 1.576 | |
Overige opdrachten | 1.841 | – 755 | 1.086 | |
Subsidies (regelingen) | 143 | – 143 | 0 | |
Overige subsidies | 143 | – 143 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | 17.407 | 296 | 17.703 | |
Bijdrage aan RWS | 2.113 | 671 | 2.784 | |
Bijdrage aan RIVM | 14.953 | – 674 | 14.279 | |
Overige bijdragen | 341 | 299 | 640 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 600 | 206 | 806 | |
Overig | 600 | 206 | 806 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 1.427 | – 1.277 | 150 | |
Bijdrage aan CTGB | 1.377 | – 1.377 | 0 | |
Overige Bijdragen | 50 | 100 | 150 | |
22.2 | Veiligheid biotechnologie | 5.786 | 1.871 | 7.657 |
Opdrachten | 1.474 | 0 | 1.474 | |
Veiligheid Genetisch Gemodificeerde Organismen (GGO) | 1.041 | 0 | 1.041 | |
Overige opdrachten | 433 | 0 | 433 | |
Bijdrage aan agentschappen | 4.312 | 1.871 | 6.183 | |
Bijdrage aan agentschap RIVM | 2.409 | 2.021 | 4.430 | |
Bijdrage aan COGEM | 1.903 | – 150 | 1.753 | |
22.3 | Veiligheid bedrijven en transport | 43.206 | – 4.838 | 38.368 |
Opdrachten | 21.527 | – 10.123 | 11.404 | |
Omgevingsveiligheid | 4.119 | – 563 | 3.556 | |
Asbest | 1.405 | – 590 | 815 | |
Waarvan RWS | 3.241 | 87 | 3.328 | |
VTH-stelsel | 9.173 | – 8.771 | 402 | |
Overige opdrachten | 3.589 | – 286 | 3.303 | |
Subsidies (regelingen) | 8.213 | 5.202 | 13.415 | |
inricht & transp | 7.205 | 0 | 7.205 | |
Vuurwerk | 260 | 0 | 260 | |
Overige subsidies | 748 | 5.202 | 5.950 | |
Bijdrage aan agentschappen | 9.235 | – 167 | 9.068 | |
Bijdrage aan RWS | 5.287 | – 243 | 5.044 | |
Bijdrage aan RVO | 376 | 76 | 452 | |
Bijdrage aan RIVM | 3.572 | 0 | 3.572 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 329 | 250 | 579 | |
Bijdrage Caribisch Nederland | 9 | 0 | 9 | |
Overige bijdragen | 320 | 250 | 570 | |
Inkomensoverdrachten | 3.902 | 0 | 3.902 | |
Inkomensoverdrachten mesothelioom | 3.902 | 0 | 3.902 | |
Ontvangsten | 250 | 0 | 250 |
Toelichting
Verplichtingen
De verhoging van het verplichtingenbudget met € 10,4 miljoen wordt deels veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties. Het verschil tussen het totaal aan mutaties op het uitgaven- en verplichtingenbudget wordt met name verklaard door de volgende mutaties:
– Verplichtingenschuif communicatiecampagne Asbest: er wordt € 5,0 miljoen aan verplichtingen vanuit 2026 en 2027 naar 2024 geschoven. Deze campagne is nodig om asbestdaken onder de aandacht te brengen.
– Subsidie Omgevingsdiensten NL 2025 VTH: Voor Milieu en regelgeving wordt er een subsidie aan Omgevingsdiensten Nederland VTH 2025 verstrekt. Hiervoor is € 11,5 miljoen verplicht in 2024 waarvan € 6,0 miljoen in 2024 tot betaling komt.
– Kasschuif VTH ICT: deze mutatie wordt bij de uitgaven toegelicht. Deze kasschuif heeft een kaseffect van – € 4,0 miljoen en heeft geen invloed op het verplichtingenbudget.
– De resterende € 2,0 miljoen wordt verklaard door diverse kleine mutaties.
Uitgaven
Artikel 22.03 Veiligheid bedrijven en transport
Opdrachten
Het budget voor opdrachten is in 2024 met € 10,1 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door de volgende mutaties:
– Subsidie Omgevingsdiensten NL 2025: voor Milieu en regelgeving wordt er een subsidie aan Omgevingsdiensten Nederland VTH 2025 verstrekt. Hiervoor wordt € 5,5 miljoen in 2024 vanuit opdrachten herschikt.
– Kasschuif VTH ICT: de implementatie- en realisatiekosten van de ICT-investeringen pijler 3 voor Vergunningverlening Toezicht en Handhaving (VTH) vinden later plaats. Vooral op het gebied van informatieuitwisseling, datakwaliteit en ICT worden de uitgaven in latere jaren verwacht. Daarom wordt € 4,0 miljoen vanuit 2024 doorgeschoven naar 2025 (€ 2,0 miljoen) en 2026 (€ 2,0 miljoen).
– RIVM informatiesysteem: € 1,1 miljoen voor een opdracht aan RIVM voor de realisatie van een nieuw informatiesysteem dat de vergunningverlening van genetisch gemodificeerde organismen (ggo's) ondersteunt ter vervanging van het bestaande informatiesysteem en het ontwikkelen vaneen tool voor reststromen.
– De resterende € 0,5 miljoen wordt verklaard door diverse kleine mutaties.
Het budget voor subsidies is in 2024 met € 5,2 miljoen verhoogd. Dit wordt veroorzaakt door de volgende mutatie:
– Subsidie Omgevingsdiensten NL 2025: voor Milieu en regelgeving wordt er een subsidie aan Omgevingsdiensten Nederland VTH 2025. Hiervoor wordt € 5,2 miljoen in 2024 herschikt naar subsidies.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
Wettelijke grondslag subsidieverlening
In de tabel Budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is een bedrag van € 0.22 miljoen aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2024 opgenomen. Dit bedrag heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor het doen van onderzoek naar vuurwerkletsel, -aankoop en -gebruik en het geven van voorlichting via het lespakket voor op basisscholen aan Veiligheid NL. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening(en) als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.
2.11 Artikel 23 Meteorologie, Seismologie en Aardobservatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Art. | Verplichtingen | 71.510 | 1.866 | 73.376 |
Uitgaven | 72.950 | 1.366 | 74.316 | |
23.1 | Meteorologie en seismologie | 54.753 | 1.074 | 55.827 |
Bijdrage aan agentschappen | 50.187 | 1.366 | 51.553 | |
Waarvan bijdragen aan agentschap KNMI | 50.187 | 1.366 | 51.553 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 4.566 | – 292 | 4.274 | |
Contributie WMO (HGIS) | 1.078 | – 103 | 975 | |
Contributie ECMWF (HGIS) | 3.442 | – 182 | 3.260 | |
Overige bijdragen aan (inter-)nationale organisaties | 46 | – 7 | 39 | |
23.2 | Aardobservatie | 18.197 | 292 | 18.489 |
Bijdrage aan agentschappen | 18.197 | 292 | 18.489 | |
KNMI: Bijdrage voor Aardobservatie | 18.197 | 292 | 18.489 | |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Verplichtingen
De verhoging van het verplichtingenbudget met € 1,9 miljoen wordt veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties. Het verschil tussen het verplichtingenbudget en het uitgavenbudget wordt veroorzaakt door de volgende mutatie:
– Verplichtingen ECMWF (€ 0,5 miljoen): bij de Voorjaarsnota 2024 is kasbudget overgeboekt naar het ECMWF vanuit een meevaller op Partners voor Water, maar er was geen verplichtingenbudget beschikbaar om over te boeken. Om dit bedrag beschikbaar te maken wordt het verplichtingenbudget verhoogd met € 0,5 miljoen.
Uitgaven
– WaU-middelen 2024–2031 (€ 0,7 miljoen): het KNMI heeft WaU-middelen ontvangen van € 6,2 miljoen, daarvan gaat het KNMI in 2024 al een deel uitgeven. De middelen worden besteed aan een project om kansverwachtingen voor lokale impact van (extreem) weer te genereren voor de korte en langere termijn, zodat de gevolgen kunnen worden beperkt.
– EZK-FTO (€ 0,6 miljoen): dit betreft middelen vanuit EZK voor het versterken van faciliteiten voor toegepast onderzoek om tot een uitgewerkt voorstel op het gebied van broeikasgasemmissies, klimaat en luchtkwaliteit te komen. Het KNMI ontvangt € 0,5 miljoen om als kwartiermaker op te treden en € 0,1 miljoen om actieve aansluting bij dit initiatief mogeijk te maken.
– Diverse mutaties: tot slot zijn er diverse kleine mutaties in 2024 van € 0,1 miljoen, die het resterende verschil verklaren.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
2.12 Artikel 24 Inspectie Leefomgeving en Transport
Budgettaire gevolgen van beleid
Art. | Verplichtingen | 212.622 | 10.353 | 222.975 |
Uitgaven | 219.622 | 3.353 | 222.975 | |
24.1 | Personele uitgaven | 196.565 | 1.461 | 198.026 |
Personele uitgaven | 196.565 | 1.461 | 198.026 | |
Eigen personeel | 170.399 | 835 | 171.234 | |
Externe Inhuur | 26.166 | 626 | 26.792 | |
24.2 | Materiële uitgaven | 23.057 | 1.892 | 24.949 |
Materiële uitgaven | 23.057 | 1.892 | 24.949 | |
ICT | 246 | 1.847 | 2.093 | |
Bijdragen aan SSOs | 10.056 | – 1.097 | 8.959 | |
overige materiele uitgaven | 12.755 | 1.142 | 13.897 | |
Ontvangsten | 14.948 | 168 | 15.116 |
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 24 is in 2024 met € 10,4 miljoen verhoogd. Dit wordt deels verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties. Het verschil komt doordat het verplichtingenbudget eenmalig met € 7,0 miljoen is opgehoogd. In 2022 is de ILT overgegaan van een baten-lastensysteem naar een kas-verplichtingensysteem. In 2022 had de afwikkeling van de slotbalans bij najaarsnota een positief effect op de verplichtingenstand. Daardoor had ILT in 2023 voor het eerst echt te maken met het effect van het vastleggen van verplichtingen die de jaargrens over gaan. In 2023 is na de najaarsnota een verzoek ingediend voor een verplichtingenschuif ter hoogte van € 7,0 miljoen van 2024 naar 2023. Dit bedrag was nodig om de verplichtingen met betrekking tot 2024 vast te leggen en daarmee de continuïteit van het werk te garanderen bij aanvang van het nieuwe jaar. Jaarlijks is er sprake van het vastleggen van een groot aantal inkoopverplichtingen voor het volgende jaar om de werkzaamheden per 1 januari zonder vertraging voort te zetten. De eenmalige ophoging is om te voorkomen dat de verplichtingenschuif een terugkerende vraag wordt.
Uitgaven
De uitgavenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
2.13 Artikel 25 Brede Doeluitkering
Budgettaire gevolgen van beleid
Art. | Verplichtingen | 1.099.876 | 0 | 1.099.876 |
Uitgaven | 1.113.170 | 0 | 1.113.170 | |
25.1 | Brede doeluitkering | 1.113.170 | 0 | 1.113.170 |
Bijdrage aan medeoverheden | 1.113.170 | 0 | 1.113.170 | |
Overige bijdragen | 1.113.170 | 0 | 1.113.170 | |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Er vinden geen mutaties plaats op artikel 25 die betrekking hebben op begrotingsjaar 2024.
2.14 Artikel 26 Bijdrage Investeringsfonds
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 10.169.040 | 404.607 | 10.573.647 |
Uitgaven | 10.169.827 | 403.820 | 10.573.647 |
1 Bijdrage Investeringsfondsen | 8.974.963 | 344.536 | 9.319.499 |
Bijdrage aan het Mobiliteitsfonds | 8.978.963 | 304.536 | 9.283.499 |
2 Bijdrage Investeringsfondsen | 1.194.864 | 59.284 | 1.254.148 |
Bijdrage aan het Deltafonds | 1.194.864 | 59.284 | 1.254.148 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt met € 363,8 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Uitgaven
Artikel 26.01 Bijdrage aan het Mobiliteitsfonds
De verhoging van de bijdrage aan het Mobiliteitsfonds in 2024 met € 304,5 miljoen wordt met name veroorzaakt door de volgende mutaties:
Overboekingen HXII (€ 341,4 miljoen)
Per saldo wordt € 341,4 miljoen overgeboekt vanuit Hoofdstuk XII naar het Mobiliteitsfonds en vice versa. Dit betreft met name:
– Dekking Spoorwegennet MF: Vrijval TVOV (€ 10 miljoen);
– HXII: Walstroom Rijksligplaatsen (€ 18,9 miljoen);
– HXII: Wind in de Zeilen (– € 4,5 miljoen)
– Loon- en Prijsbijstelling 2023 (€ 324 miljoen);
– Overboeking EOV naar Goederenvervoer (– € 7 miljoen).
Overboekingen Ministeries (– € 37,7 miljoen)
– Defensie: ETV Noord en Betonningsvaartuigen (– € 4 miljoen);
– Defensie: ERTV Zuid- en Midden (– € 10,7 miljoen);
– Defensie: Verkeersbeeld op Zee (– € 4,1 miljoen);
– PF: Toegankelijkheid OV (– € 18.9 miljoen).
Diverse kleinere overboekingen (€ 0,8 miljoen).
Artikel 26.02 Bijdrage aan het Deltafonds
De verhoging van dit artikel met € 59,3 miljoen wordt veroorzaakt door de volgende mutaties:
Loon- en prijsbijstelling 2024 (€ 56,1 miljoen)
Dit betreft de toegekende loon- en prijsbijstelling tranche 2024 die vanuit de begroting Hoofdstuk XII wordt overgeheveld naar de investeringsruimte van het Deltafonds. Vanuit de investeringsruimte worden de artikelonderdelen verhoogd met de loon- en prijsbijstelling.
EZK: Wind op zee (€ 13,0 miljoen)
RWS voert voor EZK de opdracht Wind op zee uit en Wind op zee ecologisch programma (WOZEP). In 2024 is € 7,6 miljoen uit de afspraken rondom de vaststelling van het Programma Noordzee 2022–2027 vrijgekomen uit het Klimaatfonds. Daarnaast wordt € 34,5 miljoen, waarvan € 4,7 miljoen in 2024) overgeboekt vanuit EZK. Dit betreft de meerjarige kosten (2024–2029) voor het RWS Wind op Zee management contract voor de interne (apparaat) en externe (programma) kosten. Daarnaast wordt € 6,0 miljoen, waarvan € 0,7 miljoen in 2024, vanuit EZK overgeboekt voor de wettelijke taken die RWS moet uitvoeren als gevolg van de Routekaart 2030 waarin is vastgelegd dat er in 2030 voor 21GW aan geïnstalleerd vermogen Windop zee moet komen te staan.
BCF: BTW compensatie Impulsregeling Klimaatadaptatie (€ – 7,8 miljoen)
Overboeking naar BTW-compensatefonds (€ – 7,8 miljoen) Het betreft de overboeking naar het BTW-Compensatiefonds van het Ministerie van Financiën met betrekking tot de Impulsregeling Klimaatadaptatie voor maatregelen die door Provincies, Gemeenten of Waterschappen worden genomen. Deze overboeking betreft de beschikkingen die in de eerste helft van 2024 zijn verstuurd.
Diverse kleine aanpassingen (€ – 2,0 miljoen).
Voor meer detail bij de mutaties op het MF en DF wordt verwezen naar de Suppletoire Begroting September 2024 van het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds.
3 Niet-beleidsartikelen
3.1 Artikel 97 Algemeen Kerndepartement
Art. | Verplichtingen | 59.912 | 4.685 | 64.597 |
Uitgaven | 60.678 | 4.765 | 65.443 | |
97.1 | Algemeen departement | 57.675 | 4.765 | 62.440 |
Opdrachten | 43.585 | 3.561 | 47.146 | |
van A naar Beter | 1.783 | 0 | 1.783 | |
Externe juridische advisering | 1.988 | 200 | 2.188 | |
Onderzoeken PBL | 3.834 | 3.081 | 6.915 | |
Onderzoeken ANVS | 4.532 | – 1.052 | 3.480 | |
DCC | 8.899 | 1.509 | 10.408 | |
Regeringsvliegtuig | 17.223 | 0 | 17.223 | |
Overige opdrachten | 5.326 | – 177 | 5.149 | |
Subsidies (regelingen) | 29 | 0 | 29 | |
Overige subsidies | 29 | 0 | 29 | |
Bijdrage aan agentschappen | 13.245 | 1.204 | 14.449 | |
Bijdrage aan agentschap RWS | 3.191 | 152 | 3.343 | |
Bijdrage aan agentschap KNMI | 246 | 0 | 246 | |
Overige bijdragen | 9.808 | 1.052 | 10.860 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 816 | 0 | 816 | |
Overige bijdragen | 816 | 0 | 816 | |
97.3 | Testen reizigers | 3.003 | 0 | 3.003 |
Opdrachten | 3.003 | 0 | 3.003 | |
Testen COVID-19 | 3.003 | 0 | 3.003 | |
Ontvangsten | 2.101 | 0 | 2.101 |
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget van het artikel Algemeen Kerndepartement voor 2024 wordt met € 4,7 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Uitgaven
Artikel 97.01 Algemeen departement
Opdrachten
De verhoging van het opdrachtenbudget met € 3,6 miljoen wordt met name veroorzaakt door de volgende mutaties: opdrachten aan PBL (€ 3,1 miljoen) o.a. door LNV, in het kader van basisfinanciering 2024 van de natuurplanbureaufunctie, een overboeking vanuit artikel 21 voor de financiering van het onderzoeksprogramma Monitoringen sturing Circulaire Economie 2024 en een overheveling vanuit het Deltafonds als bijdrage aan het onderzoeksprogramma klimaatadaptatie voor «herijking klimaatsimpact en risico's».
Bijdragen aan agentschappen
De mutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
Bijdragen aan medeoverheden
De mutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
3.2 Artikel 98 Apparaat Kerndepartement
Art. | Verplichtingen | 512.275 | 12.710 | 524.985 |
Uitgaven | 513.958 | 4.426 | 518.384 | |
98.1 | Personele uitgaven | 389.478 | 2.570 | 392.048 |
Personele uitgaven | 389.478 | 2.570 | 392.048 | |
Eigen personeel | 333.303 | 3.798 | 337.101 | |
Externe inhuur | 52.663 | 237 | 52.900 | |
Overige personele uitgaven | 3.512 | – 1.465 | 2.047 | |
98.2 | Materiële uitgaven | 124.480 | 1.856 | 126.336 |
Materiële uitgaven | 124.480 | 1.856 | 126.336 | |
ICT | 39.093 | – 3.650 | 35.443 | |
Bijdrage aan SSO's | 64.950 | 2.713 | 67.663 | |
Overige materiële uitgaven | 20.437 | 2.793 | 23.230 | |
Ontvangsten | 4.727 | 0 | 4.727 |
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor 2024 wordt met € 12,7 miljoen verhoogd. Dit wordt voor een deel verklaard door een veplichtingenschuif van de jaren 2026 tm 2029 naar 2024 voor het aangaan een meerjarige licentieovereenkomst van SAP € 4,8 miljoen.
Uitgaven
1. Personele uitgaven
Eigen personeel
De mutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
Inhuur externen
De mutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
Overige personele uitgaven
De mutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
2. Materiële uitgaven
ICT
De mutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
Bijdrage aan SSO's
De mutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
Overige materiële uitgaven
De mutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.
3.3 Artikel 99 Nog onverdeeld
Art. | Verplichtingen | 395.717 | – 395.717 | 0 |
Uitgaven | 390.515 | – 390.515 | 0 | |
99.1 | Nog Onverdeeld | 390.515 | – 390.515 | 0 |
Nog te verdelen | 390.515 | – 390.515 | 0 | |
Nog te verdelen | 390.515 | – 390.515 | 0 | |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt met € 395,7 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.
Uitgaven
De verlaging van dit artikelonderdeel met € 390,5 miljoen wordt met name veroorzaakt door de volgende mutaties:
Loon- en prijsbijstelling fondsen: jaarlijks wordt besloten of de overheidsuitgaven van de Rijksbegroting gecorrigeerd worden voor loon- en prijs ontwikkelingen. De toegekende loon- en prijsbijstelling tranche 2024 voor de fondsen is met de 1e suppletoire begroting 2024 op artikel 99 gezet en wordt nu overgeheveld naar het MF en DF.
NAVO top 2025: met de 1e suppletoire begroting 2024 is vanuit het Ministerie van BZ € 4,4 miljoen overgeboekt voor de kosten die IenW maakt voor de organisatie van de NAVO top in 2025. Dit is destijds tijdelijk op artikel 99 gezet. Het budget wordt nu overgeheveld naar het MF, vanuit waar de middelen door RWS worden uitgegeven aan de logistieke voorbereidingen van de top.
4 Agentschappen
4.1 Agentschap Rijkswaterstaat
Baten | |||
Omzet | 3.717.222 | 263.636 | 3.980.858 |
waarvan omzet moederdepartement | 3.351.357 | 142.526 | 3.493.883 |
waarvan omzet overige departementen | 110.524 | 1.032 | 111.556 |
waarvan omzet derden | 265.383 | 66 | 265.449 |
waarvan saldo op ontvangen bijdragen exploitatie en onderhoud | – 58.061 | 117.901 | 59.840 |
waarvan saldo op ontvangen bijdragen voor te verlenen diensten | 48.019 | 2.111 | 50.130 |
Rentebaten | 69.470 | – 2.206 | 67.264 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 1.500 | 0 | 1.500 |
Totaal baten | 3.788.192 | 261.430 | 4.049.622 |
Lasten | |||
Apparaatskosten | 1.499.745 | 80.929 | 1.580.674 |
– Personele kosten | 1.156.955 | 80.929 | 1.237.884 |
waarvan eigen personeel | 1.086.461 | 77.899 | 1.164.360 |
waarvan inhuur externen | 70.494 | 3.030 | 73.524 |
waarvan overige personele kosten | 0 | 0 | 0 |
– Materiële kosten | 342.790 | 0 | 342.790 |
waarvan apparaat ICT | 45.836 | 0 | 45.836 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 67.129 | 0 | 67.129 |
waarvan overige materiële kosten | 229.825 | 0 | 229.825 |
Externe Productkosten | 2.255.893 | 180.642 | 2.436.535 |
Rentelasten | 1.895 | 19 | 1.914 |
Afschrijvingskosten | 18.921 | – 160 | 18.761 |
– Materieel | 18.761 | 0 | 18.761 |
waarvan apparaat ICT | 5.417 | 0 | 5.417 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 13.344 | 0 | 13.344 |
– Immaterieel | 160 | – 160 | 0 |
Overige lasten | 8.000 | 0 | 8.000 |
waarvan dotaties voorzieningen | 8.000 | 0 | 8.000 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 3.784.454 | 261.430 | 4.045.884 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 3.738 | 0 | 3.738 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 130 | 0 | 130 |
Saldo van baten en lasten | 3.608 | 0 | 3.608 |
Dotatie aan reserve Rijksrederij | 3.608 | 0 | 3.608 |
Te verdelen resultaat | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Baten
Omzet
Omzet moederdepartement
De hogere omzet moederdepartement ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2024 van € 142,5 miljoen is met name veroorzaakt door:
– Ontvangen Loon- en prijsbijstelling 2024 (€ 128,5 miljoen);
– bijdrage van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) aan het programma Windenergie op zee (€ 13,0 miljoen);
– middelen ter dekking van excessieve prijsstijgingen voor Exploitatie en Onderhoud (€ 8 miljoen);
– bijdrage van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) aan het programma Maritiem InformatieVoorzieningen ServicePunt (MIVSP) (€ 7,9 miljoen);
– middelen voor de realisatie van een geleiderail bij het zonnepark langs de A37 (€ 5,4 miljoen);
– terugbetaling van resterend budget na afronding van de Nota Mobiliteit Achterstallig Onderhoud Vaarwegen (NoMo AOV) (€ – 19,2 miljoen);
– toevoegen van meerjarig onderhoudsbudget aan de scope van het uitvoeringsproject Tunnel A10 (€ – 8 miljoen);
– het restant betreft verschillende mutaties kleiner dan € 5,0 miljoen.
Saldo op ontvangen bijdragen
In navolging van de aanbeveling uit het rapport doorlichting agentschap Rijkswaterstaat (2021) en toezegging aan de Tweede Kamer over het gebruik en de naamgeving van de balanspost Nog Uit Te Voeren Werkzaamheden (NUTW) zijn de afspraken over het gebruik van de NUTW post opnieuw geformaliseerd. Hierbij is besloten de NUTW te splitsen in een post gerelateerd de bekostiging van de maatregelen ten behoeve van het Basis KwaliteitsNiveau (BKN) voor Exploitatie en Onderhoud en een post voor overige werkzaamheden gefinancierd vanuit EPK-BLS, respectievelijk «Saldo op ontvangen bijdragen exploitatie en onderhoud» en «Saldo op ontvangen bijdragen voor te verlenen diensten».
Saldo op ontvangen bijdragen voor exploitatie en onderhoud
Onder dit saldo vallen de ontvangsten en uitgaven die samenhangen met afspraken over het Basis Kwaliteitsniveau (BKN). De huidige prognose geeft het beeld dat RWS meer opdrachten in de markt kan zetten dan het aan opbrengsten ontvangt. Op basis daarvan is het de verwachting dat het saldo € 59,8 miljoen zal afnemen, waar bij 1e suppletoire begroting 2024 nog een toename van het saldo was voorzien (€ 58,1 miljoen).
Lasten
Apparaatskosten
Personele kosten
De personele kosten bestaan uit de kosten van het eigen personeel en de kosten van de ingehuurde capaciteit voor de uitvoering van kerntaken. Dat de personele kosten zijn toegenomen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2024 komt met name door de doorrekening van de afspraken uit de CAO Rijk 2024–2025. In deze CAO is per 1 juli 2024 een loonsverhoging van 8,5% en € 50,– per maand bruto afgesproken, verhoging van het Individueel Keuzebudget (IKB) naar 16,5%, een eenmalige uitkering van € 1.200,– per fte in mei en € 800,– per fte in november. Daarnaast heeft RWS extra capaciteit ontvangen in het kader van het programma Windenergie op zee en Net op zee; Klimaatneutrale en circulaire organisatie, vrachtwagenheffing 2024 en Talking Traffic 2024.
De hogere inhuur ten opzichte van de begroting is met name het gevolg van krapte op de arbeidsmarkt waardoor RWS, gezien de productieopgave, een hoger beroep op inhuur moet doen dan werd ingeschat bij het opstellen van de 1e suppletoire begroting 2024.
Externe Productkosten
Bij brief van 17 maart 2023 is de Kamer geïnformeerd over de aanpak van RWS van de groeiende instandhoudingsopgave. Voor de netwerken is een Basiskwaliteitsniveau geformuleerd. Extra budget is beschikbaar gekomen vanuit het CoalitieAkkoord (CA) en een schuif van middelen en capaciteit van aanleg naar instandhouding. Door het beschrijven van een 8-jarige opdracht ontstaat langjarige zekerheid voor zowel RWS al de markt om efficiënt en doelmatig te werken en zo de productie te laten stijgen.
Voor 2024 is de verwachting dat met de ingezette maatregelen de productie fors zal gaan stijgen. De prognose is € 180,6 miljoen hoger dan bij 1e suppletoire begroting 2024 en komt uit boven het beschikbare budget. Hiermee zal de trend van een steeds toenemende balanspost «Saldo op ontvangen bijdragen» kunnen worden omgezet in een afname van de balanspost. Zie ook de toelichting onder de post «Saldo op ontvangen bijdragen».
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 1.676.864 | 0 | 1.676.864 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 3.798.234 | 141.418 | 3.939.652 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–) | – 3.757.663 | – 261.590 | – 4.019.253 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 40.571 | – 120.172 | – 79.601 |
Totaal investeringen (–/–) | – 56.023 | 0 | – 56.023 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | |||
3. | Totaal investeringskasstroom | – 56.023 | 0 | – 56.023 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–) | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door moederdepartement (+) | 0 | 0 | ||
Aflossingen op leningen (–/–) | – 15.724 | 0 | – 15.724 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 53.222 | 0 | 53.222 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 37.498 | 0 | 37.498 |
5. | Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4) | 1.698.910 | – 120.172 | 1.578.738 |
Toelichting
Operationele kasstroom
Hieronder vallen de ontvangsten en uitgaven uit de reguliere bedrijfsvoering.
De hogere ontvangsten operationele kasstroom ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2024 (€ 141,4 miljoen) worden met name veroorzaakt door de hogere ontvangsten van het moederdepartement, overige departementen, derden en de verwachte rentebaten. Zie hiervoor ook de toelichting onder «Omzet».
De hogere uitgaven operationele kasstroom ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2024 € 261,6 miljoen worden met name veroorzaakt door de hogere externe productkosten. Zie hiervoor ook de toelichting onder «Externe productkosten».
4.2 Agentschap Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut
Baten | |||
– Omzet | 115.701 | 2.745 | 118.446 |
waarvan omzet moederdepartement | 79.713 | 2.423 | 82.136 |
waarvan omzet overige departementen | 5.550 | – 600 | 4.950 |
waarvan omzet derden | 30.438 | 923 | 31.360 |
waarvan omzet nog uit te voeren werkzaamheden | 0 | 0 | 0 |
Rentebaten | 1.000 | 0 | 1.000 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 116.701 | 2.745 | 119.446 |
Lasten | |||
Apparaatskosten | 93.947 | 2.784 | 96.731 |
– Personele kosten | 60.381 | 2.334 | 62.714 |
waarvan eigen personeel | 53.004 | 2.387 | 55.392 |
waarvan inhuur externen | 7.322 | 0 | 7.322 |
waarvan overige personele kosten | 54 | – 54 | 0 |
– Materiële kosten | 33.567 | 450 | 34.018 |
waarvan apparaat ICT | 15.514 | 0 | 15.515 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 2.215 | 0 | 2.215 |
waarvan overige materiële kosten | 15.838 | 450 | 16.288 |
Externe Productkosten | 0 | 0 | 0 |
Rentelasten | 129 | – 29 | 100 |
Afschrijvingskosten | 2.116 | 0 | 2.116 |
– Materieel | 1.907 | 0 | 1.907 |
waarvan apparaat ICT | 69 | 0 | 69 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 1.837 | 0 | 1.837 |
– Immaterieel | 209 | 0 | 209 |
Overige lasten | 22.071 | 10 | 22.081 |
waarvan aardobservatie | 22.071 | 10 | 22.081 |
waarvan dotaties voorzieningen | 0 | 0 | 0 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 118.264 | 2.765 | 121.029 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | – 1.563 | – 20 | – 1.583 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 45 | – 20 | 25 |
Saldo van baten en lasten | – 1.608 | 0 | – 1.608 |
Toelichting
Baten
Omzet moederdepartement
Stijging door het toevoegen van baten voor FTO (€ 0,6 miljoen; zie toelichting omzet derden), toekenning van WaU-middelen voor de periode 2024–2031 (€ 0,7 miljoen). De overige stijging wordt veroorzaakt door extra inzet en baten voor de bijzondere projecten.
Omzet overige departementen
Bij de VJN 2024 werden baten van het Ministerie van EZK voorzien in het kader van de Faciliteiten Toegepast Onderzoek (FTO; € 0,6 miljoen). Deze worden echter via het moederdepartement als agentschapsbijdrage ter beschikking gesteld aan het KNMI.
Omzet derden
Stijging als gevolg van het doorberekenen van de gestegen loonkosten.
Rentebaten
Geen bijzonderheden.
Lasten
Personele kosten
Stijging door gestegen loonkosten als gevolg van de nieuwe cao rijk (€ 2,3 miljoen).
Materiële kosten
Geen bijzonderheden.
Afschrijvingskosten
Geen bijzonderheden.
Overige lasten
Geen bijzonderheden.
Resultaat
Het begrote negatieve resultaat wordt veroorzaakt doordat voor 2024 kosten voor Informatiehuishouding en Lifecyclemanagement zijn begroot (€ 1,6 miljoen) waarvoor vorig jaar middelen aan het Eigen Vermogen zijn toegevoegd (€ 2,1 miljoen). Het Eigen Vermogen is in 2023 mede hierdoor gestegen van € 2,6 miljoen naar € 4,1 miljoen.
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 16.796 | 16.796 | |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 3.032 | 1.335 | 4.367 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–) | – 13.567 | 5.272 | – 8.295 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | – 10.536 | 6.607 | – 3.928 |
Totaal investeringen (–/–) | – 5.900 | 2.900 | – 3.000 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | ||||
3. | Totaal investeringskasstroom | – 5.900 | 2.900 | – 3.000 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–) | ||||
Eenmalige storting door moederdepartement (+) | ||||
Aflossingen op leningen (–/–) | – 2.108 | 0 | – 2.108 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 5.900 | – 2.900 | 3.000 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 3.792 | – 2.900 | 892 |
5. | Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4) | 4.152 | 6.608 | 10.761 |
Toelichting
Rekening-courant RHB 1 januari 2024
Geen bijzonderheden.
Operationele kasstroom
Hieronder vallen de ontvangsten en uitgaven uit de reguliere bedrijfsvoering.
De ontvangsten operationele kasstroom betreffen afschrijvingskosten (€ 2,1 miljoen) en een verwachte betalingen luchtvaart van € 2,2 miljoen.
De mutatie uitgaven operationele kasstroom betreffen uitgaven voor diverse projecten voor IenW waarvoor reeds eerder middelen zijn ontvangen (€ – 6,7 miljoen, inclusief aardobservatie). Daarnaast bestaan de uitgaven uit een negatief resultaat van € – 1,6 miljoen.
Investeringskasstroom
Door vertraging bij de uitvoering van projecten zijn de verwachten investeringsuitgaven lager dan begroot.
Financieringskasstroom
Door vertraging bij de uitvoering van projecten zijn de verwachten investeringsuitgaven en daardoor ook het beroep op de leenfaciliteit lager dan begroot.