Amendement van het lid Dobbe over 282 miljoen voor de Wlz-zorg
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2025
Amendement
Nummer: 2024D33819, datum: 2024-09-18, bijgewerkt: 2024-10-04 14:24, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36600-XVI-4).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.E.M. Dobbe, Tweede Kamerlid (SP)
Onderdeel van kamerstukdossier 36600 XVI-4 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2025.
Onderdeel van zaak 2024Z13768:
- Indiener: S.E.M. Dobbe, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2024-12-05 12:56: STEMMINGEN (over alle begrotingen) (Stemmingen), TK
- 2024-12-12 20:35: STEMMINGEN (over alle begrotingen, over moties ingediend bij het Tweeminutendebatten Raad Algemene Zaken, Energieraad en Raad Buitenlandse Zaken) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 600 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2025
Nr. 4 AMENDEMENT VAN HET LID DOBBE
Ontvangen 18 september 2024
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning van de departementale begrotingsstaat worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 282.000 (x € 1.000).
Toelichting
De indiener constateert dat dit kabinet nog steeds een korting doorvoert op de Wlz-zorg. Per saldo gaat het hier om een resterende ombuiging van € 282 miljoen volgens de Voorlopige Kaderbrief Wlz 2023–2028 van 22 juni 20231. Dit bedrag is opgebouwd uit een bezuiniging van € 117 miljoen op de normatieve huisvestingscomponent die zowel de ouderenzorg, de gehandicaptenzorg en de langdurige ggz treffen, een netto bezuiniging van € 130 miljoen die gekoppeld is aan de maatregel scheiden wonen en zorg en een bezuiniging van € 35 miljoen die gekoppeld is aan de post valpreventie. Deze bezuinigingen zijn voor 2024 teruggedraaid via het aangenomen amendement Dobbe2, maar bij de uitvoering daarvan heeft de regering ervoor gekozen deze niet structureel uit te voeren. Hierdoor staan deze bezuinigingen voor 2025 nog steeds ingeboekt.
De indiener constateert dat zorgorganisaties die Wlz-zorg leveren hierdoor in de knel zullen komen als deze bezuinigingen doorgaan. Zo zal de bezuiniging op de normatieve huisvestingscomponent ervoor zorgen dat bouw- en verbouwplannen stil komen te liggen, terwijl deze nodig zijn om voldoende locaties te realiseren of om de energiekosten terug te dringen. Daarnaast is de financiële situatie van veel zorgorganisaties penibel waardoor de kans dat er verschraling van zorg plaats zal vinden of zelfs instellingen failliet zullen gaan aanzienlijk toe zal nemen als deze kortingen worden doorgevoerd. De indiener is van mening dat deze situatie zeer onwenselijk is en dat deze besparing een bedreiging vormt voor de kwaliteit en toegankelijkheid van de Wlz-zorg. Bovendien wijst de indiener erop dat de Tweede Kamer via het aangenomen amendement Dobbe op de VWS-begroting voor 2024 reeds heeft aangegeven deze bezuinigingen onwenselijk te vinden.
Dit amendement regelt dat de ingeboekte besparingen van € 282 miljoen in het Wlz-kader ongedaan worden gemaakt door de Bijdrage Wet langdurige zorg (Wlz) met € 282 miljoen te verhogen. Om te voorkomen dat het vergroten van de budgettaire ruimte leidt tot een tekort in het Fonds Langdurige Zorg, wordt de rijksbijdrage Wlz overeenkomstig verhoogd.
De dekking hierin wordt gevonden in het niet doorvoeren van de voorgenomen verhoging van het percentage van de renteaftrekbeperking van 20% naar 25%, waarvoor een amendement wordt ingediend op het belastingplan. Daarmee wordt structureel 424 miljoen inkomstenderving voorkomen welke voor 282 miljoen aangewend zal worden ter voorkoming van zorgbezuinigingen op de WLZ. Indiener acht dit een geschikte dekking zowel omdat extra uitgaven aan een, in algemene zin, toch al zeer winstgevend bedrijfsleven ongepast zijn wanneer er tegelijkertijd bezuinigd wordt op een al jaren noodlijdende zorg. Daarnaast wordt er veel schade aangericht door private equity in de zorg (en in andere sectoren) en heeft de Kamer zich al meermaals in meerderheid uitgesproken dit te verbieden. Door de hoge mate van financiering middels vreemd vermogen is private equity bij uitstek een sector die profiteert van de verhoging van de renteaftrekbeperking. Door deze verhoging niet door te voeren wordt er dus gekozen om bezuinigingen op de zorg te schrappen en in plaats daarvan onder andere private equity minder fiscaal te faciliteren.
Dobbe