[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek van het lid Jetten voorafgaand aan de Algemene Politieke Beschouwingen (APB) over de invulling van de subsidietaakstelling van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën

Brief regering

Nummer: 2024D33883, datum: 2024-09-19, bijgewerkt: 2024-10-03 17:50, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36600-8).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36600 -8 Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën.

Onderdeel van zaak 2024Z13802:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

36 600 Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën

33 650 Subsidiebeleid Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)

Nr. 8 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 september 2024

Hierbij stuur ik u een reactie op het verzoek van het lid Jetten voorafgaand aan de Algemene Politieke Beschouwingen over de invulling van de subsidietaakstelling van OCW.

In het hoofdlijnenakkoord Hoop, Lef en Trots (bijlage bij Kamerstuk 36 471, nr. 37) is besloten tot een rijksbrede taakstelling op subsidies van structureel € 1 miljard. Deze taakstelling is verdeeld naar rato van de subsidiegrondslag op de begrotingen waarbij de grondslag eerst wordt verlaagd met de specifieke budgetkortingen uit het hoofdlijnenakkoord. Dit resulteert in een subsidietaakstelling van structureel € 361 miljoen voor het Ministerie van OCW.

Rijksbreed 275 550 800 1.000 1.000
OCW 75 138 255 317 361

Voor het jaar 2025 zijn alle maatregelen uit het hoofdlijnenakkoord concreet verwerkt in de ontwerpbegroting 2025 die op Prinsjesdag aan de Tweede Kamer is aangeboden. Ook de subsidietaakstelling is voor 2025 concreet ingevuld.

Gezien de aanzienlijke omvang vraagt de invulling van de subsidietaakstelling voor 2026 en verder een zorgvuldige weging. De invulling zal in de praktijk immers vaak raken aan leerlingen en studenten; de deskundige professionals in onderwijs en onderzoek; en de makers in de culturele en creatieve sector. Om die zorgvuldige afweging te kunnen maken is de subsidietaakstelling vanaf 2026 voorlopig verwerkt op drie grote subsidiebudgetten op de OCW-begroting, te weten het budget voor Overige subsidies op Begrotingsartikel 1 (Primair Onderwijs), het budget voor Overige subsidies op Begrotingsartikel 3 (Voortgezet Onderwijs) en het budget voor de Regeling praktijkleren op Begrotingsartikel 4 (Middelbaar beroepsonderwijs).

Dat de subsidietaakstelling in deze ontwerpbegroting voorlopig is verwerkt betekent dat alleen budgetten worden verlaagd en er nu dus nog geen inhoudelijke keuzes over de concrete invulling worden gemaakt. Onderstaande tabel bevat een overzicht van de voorlopige verwerking, waarbij het lid Jetten in zijn verzoek waarschijnlijk doelde op de optelling van de budgetverlagingen op de Begrotingsartikelen 1 en 3.

1. Po Overige subsidies 40.000 74.000 92.000 104.500
3. Vo Overige subsidies 40.000 74.000 92.000 104.500
4. Mbo Praktijkleren 58.338 107.150 132.543 152.486
Totaal 138.338 255.150 316.543 361.486

De concrete invulling van de subsidietaakstelling vanaf 2026 wordt over de gehele OCW-begroting bezien en middels een nota van wijziging op de Ontwerpbegroting 2025 voorafgaand aan de begrotingsbehandeling van OCW aan uw Kamer voorgelegd. Op deze wijze kan de Tweede Kamer de gehele meerjarige invulling van de subsidietaakstelling beoordelen, voorafgaand aan de begrotingsbehandeling van OCW voor het jaar 2025 (die nu is voorzien in de week van 26 november); alsook de wetgevingsoverleggen voor het jaar 2025 voor de begrotingen van Media, Cultuur en Emancipatie. De voorlopige verwerking in bovenstaande tabel wordt dan dus vervangen door een andere invulling.Het alternatief, de daadwerkelijke invulling in deze ontwerpbegroting ten behoeve van Prinsjesdag, had betekend dat na de start van het kabinet binnen enkele weken een invulling van de gehele taakstelling uitgewerkt had moeten worden. Gezien de aanzienlijke omvang werd dat onverantwoord en onzorgvuldig geacht.

Door meer tijd te nemen voor de invulling van deze aanzienlijke subsidietaakstelling kan beter rekening worden gehouden met consequenties voor uitvoerende partijen en alle betrokkenen in de sectoren van OCW.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
E.E.W. Bruins

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M.L.J. Paul