[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag informele Landbouwraad 8-10 september 2024, jaarverslag voortgang POP3-programma en stand van zaken RENURE

Landbouw- en Visserijraad

Brief regering

Nummer: 2024D33893, datum: 2024-09-19, bijgewerkt: 2024-10-14 14:30, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-32-1670).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 32-1670 Landbouw- en Visserijraad.

Onderdeel van zaak 2024Z13806:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 1670 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 september 2024

Van 8–10 september jl. vond de informele Landbouwraad (Raad) plaats in Hongarije. Door middel van deze brief informeer ik de Kamer over de uitkomsten van de Raad. Tevens maak ik van de gelegenheid gebruik om de Kamer te informeren over het jaarverslag van de voortgang van het POP3-programma en de stand van zaken met betrekking tot RENURE.

I. Verslag informele Landbouwraad 8–10 september jl.

Tijdens de informele Raad vond een gedachtewisseling plaats over de toekomst van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). De lidstaten reflecteerden op drie door het Hongaars voorzitterschap gestelde vragen. De eerste vraag ging over het nieuwe prestatiemodel en over de verschillende interventies in het GLB. De tweede vraag richtte zich op de rol van het GLB in de groene transitie in relatie tot het concurrentievermogen van de sector. Tot slot vroeg het voorzitterschap de lidstaten naar hun reflecties op crisisbeheer in de Europese agrarische sector.

Nederland bracht in dat het systeem dat lidstaten zelf keuzes kunnen maken via de GLB-Nationaal Strategische Plannen (NSP), moet worden gehandhaafd en verbeterd. Lidstaten, waaronder Nederland, benadrukten het belang van vereenvoudiging en uitvoerbaarheid van het GLB en van verlaging van de administratieve lasten, zowel voor boeren als voor uitvoerende diensten. Het jaarlijkse GLB-prestatieverslag werd genoemd als voorbeeld van waar vereenvoudiging gewenst is. Ook de roep om flexibilisering van het GLB was veelvuldig te horen, bijvoorbeeld als het gaat om het aanpassen van het NSP. De behoefte aan vereenvoudiging werd ook door de Europese Commissie (Commissie) erkend. De Commissie onderstreepte het belang van rapportage voor het bewijzen dat bepaalde doelstellingen worden behaald.

Nederland hield verder een pleidooi voor meer doelsturing en een doelgericht GLB, waarin ruimte wordt gegeven aan boeren om de doelen te behalen. In reactie hierop gaf de Commissie aan zich af te vragen of een verschuiving naar een meer resultaatgericht GLB daadwerkelijk tot vereenvoudiging zal leiden.

Ook het GLB-budget kwam ter sprake, ondanks de expliciete oproep van het voorzitterschap om dit buiten beschouwing te laten. Het merendeel van de lidstaten riep op tot een adequaat budget voor het GLB. Daarnaast pleitten enkele lidstaten voor verdere externe convergentie van de inkomenssteun. Nederland heeft zich hierover niet uitgesproken.

Nederland benadrukte dat het versterken van het lange termijn concurrentievermogen, boereninkomen, innovatie en doelgerichtheid cruciaal is. Veel lidstaten benadrukten dat er een balans moet worden gevonden tussen het behalen van de groene doelstellingen enerzijds en voedselzekerheid, het concurrentievermogen van de Europese agrarische sector en het inkomen van boeren anderzijds. In de discussie over verduurzaming onderstreepten veel lidstaten verder dat alle drie de pijlers van duurzaamheid moeten worden belicht, zowel de ecologische als de sociale en de economische. Nederland heeft aangegeven dat ecosysteemdiensten beter moeten worden beloond en economisch aantrekkelijker moeten worden gemaakt.

Verder werd het belang van het verbeteren van de leefbaarheid van landelijke gebieden door veel lidstaten, waaronder Nederland benadrukt. Nederland vroeg daarnaast, met een groot aantal lidstaten, specifiek aandacht voor jonge boeren en het belang van generatievernieuwing.

Ten aanzien van het crisisbeheer zijn lidstaten het eens dat de weerbaarheid van de Europese agrarische sector moet worden vergroot. Sommige lidstaten waren van mening dat de hoogte van de huidige landbouwreserve onvoldoende is en pleitten derhalve voor meer geld voor de landbouwreserve. Ook pleitte een aantal lidstaten voor de ontwikkeling van een beter verzekeringssysteem voor boeren, mogelijk gefinancierd door lidstaten zelf. Ook het opzetten van een nationale crisisreserve voor de gevolgen van extreme weersomstandigheden door middel van het afromen van geld uit het GLB, een idee dat eerder al door een aantal lidstaten was geopperd, kon rekenen op de nodige steun. Ook het belang van kennis, innovatie en nieuwe technologieĂ«n voor het weerbaarder, crisisbestendiger en concurrerender maken van de Europese agrarische sector werd door een aantal lidstaten, waaronder Nederland, genoemd. De Commissie benadrukte dat de NSP’s al heel wat opties bieden op het gebied van risicobeheer, maar dat weinig lidstaten daar tot op heden gebruik van hebben gemaakt.

Tot slot vroeg een klein aantal, met name zuidelijke, lidstaten meer aandacht voor de rol van water in het GLB en greep een klein aantal lidstaten deze gelegenheid aan om de Commissie op te roepen om zo snel mogelijk te kijken naar het verlagen van de beschermingsstatus van de wolf.

De discussie over de toekomst van het GLB zal de komende maanden worden voortgezet. Het Hongaars voorzitterschap streeft ernaar om tijdens de Landbouw- en Visserijraad op 21–22 oktober a.s. Raadsconclusies aan te nemen over de toekomst van het GLB, om hiermee sturing te geven aan de Commissie bij het vormgeven van het voorstel voor de nieuwe GLB-periode 2028–2034. Naar verwachting publiceert de Commissie medio 2025 een voorstel voor de volgende GLB-periode.

II. Jaarverslag voortgang POP3-programma

Nederland rapporteert jaarlijks over de voortgang van dit GLB-programma. Naast het officiële, technische jaarverslag aan de Commissie, is er ook een voor het publiek toegankelijk verslag, welke bij deze brief is bijgevoegd. Dit jaarverslag rapporteert over de uitvoering van het inmiddels afgesloten GLB-programma POP3.

De POP3-programmaperiode liep tot en met 2022. Vanaf 2023 is het Nationaal Strategisch Plan (NSP) van start gegaan. Een aantal gesubsidieerde projecten van POP3 wordt nog uitgevoerd en afgerond. Eind 2025 is het programma definitief klaar en afgesloten. Dit verslag geeft de stand van zaken van het POP3-programma tot en met 2023 weer.

Het POP3-programma heeft een totaalbudget van € 2,1 miljard, verdeeld over zeven maatregelen, zoals investeringen voor innovatie en modernisering, het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) en LEADER. Enkele tussentijdse resultaten zijn: al meer dan 34.000 boeren hebben deelgenomen aan kennisprojecten, meer dan 2.000 boeren hebben een subsidie ontvangen voor een investering voor innovatie en/of modernisering en 40 collectieven hebben via het ANLb ongeveer 90.000 hectare beheerd.

III. Stand van zaken RENURE

Tijdens de informele Landbouw- en Visserijraad heb ik met enkele collega’s gesproken over de situatie op het gebied van mest in Nederland, en daarbij aandacht gevraagd voor het voorstel van de Commissie voor de toepassing van RENURE. Op 9 september jl. is wederom inhoudelijk gesproken in het NitraatcomitĂ© over het voorstel van de Commissie. In die vergadering heeft nog geen stemming plaatsgevonden. Ongeacht de constructieve houding van de Commissie en de lidstaten zijn er nog enkele technische punten die verder uitgewerkt moeten worden. Ik blijf mij onverminderd inzetten om voor het komende seizoen het gebruik van RENURE boven de gebruiksnorm mest geregeld te hebben.

De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,
F.M. Wiersma